Gazet van Zurenborg Editie 3 - 2025

Page 1


Olivier Vangool, nieuwe dierenarts op Zurenborg 3 25

Flicka, ons bloemenmeisje is gevallen

“Alles van waarde is weerloos” (Lucebert)

Onze redacteur Bernard Soenens is op 28 mei na een lange ziekte overleden. Hij schreef voor onze krant meestal over culturele zaken waarvoor zijn hart klopte. Daarnaast had hij een grote liefde voor Theater. De afscheidsplechtigheid vond dan ook plaats op vrijdag 6 juni in de foyer van de Bourla-schouwburg. Gazet van Zurenborg biedt zijn familie en vrienden haar oprechte deelneming aan.

Antwerpen herdenkt

Voor de slachtoffers van het naziregime werden nieuwe gedenkstenen bijgeplaatst. In het tweede weekend van mei werden er in Open Huizen voor het vijfde jaar weer verhalen verteld over de verschikkingen van de Tweede Wereldoorlog in Antwerpen en uiteraard ook Zurenborg.

PAGINA
Gazet van Zurenborg – Stanleystraat 21 – 2018 Antwerpen – info@gazetvanzurenborg.be –
PAGINA
PAGINA 36
Flicka in betere tijden. Foto: Luc PANDELAERS
Flicka werd afgevoerd. Foto: JOS HERMANS
Bernard Soenens Foto: Luc PANDELAERS
Extra struikelstenen op Zurenborg. Foto: Lotte DAENS
PAGINA'S 4-8

Edito

Jörg Pyl hoofdredacteur van de Gazet van Zurenborg laat zijn gedachten gaan over de gebeurtenissen in de wijk.

Gazet van Zurenborg is een uitgave van de vzw NIEUWE ZURENBORGSE PERS Bankrekening: BE26 0013-8738-4229

P/a E. Vanrintel Stanleystraat 21 2018 Antwerpen

Raad van Beheer VZW

Johan Bijttebier, Jochanan Eynikel, Peter Hernou, Ernest Vanrintel, Diederik van Woensel

Contact hoofdredactieteam info@gazetvanzurenborg.be

Hoofdredacteur en Verantwoordelijke uitgever

Jörg Pyl: jorg.pyl@hotmail.com

 03 236 65 36 - 0472 81 13 35

Verantwoordelijke team fotografen

Luc Pandelaers: luc.pandelaers@telenet.be

Senior adviseur

André Dejonghe: andredejonghe@outlook.be

Medewerkers (tekst en foto’s)

Eddy Aerts, Dirk Blijweert, Bart Cartuyvels, Lotte Daens, Roos De Buysscher, Dieter Dedecker, Walter De Ley, Annelies De Mul, Luk Depondt, Renée Dufait, Lucy Elliott, Jeannine Führing, Maxim Gerin, Ruth Gysemans, Machteld Hardy, Jan Holvoet, Gerda Huygen, Sylvaine Jacquart, Karen Kets, Cleo Klapholz, Herman Kok, Jerry Koninckx, Malinee Lebegge, Marc Melis, Annelies Oeyen, Laurens Op de Beeck, Doeschka Paesbrugge, Luc Pandelaers, Guy Poppe, Jörg Pyl, Marcel Schoeters, Bernard Soenens, Marc Swyngedouw, Peter Theunynck, Léon van Beek, Will Van Broekhoven, Yo Van den Bulck, An Van de Wal, Fran Van Esch, Lies Van Gasse, Dani Van Remoortel, Nathalie Van Sundert, Wim Verzelen, Marc Vingerhoedt, Uli Vinks, Evelien Wouters

Lay-out & Pre-press

Pascale Holemans pascale.holemans@skynet.be

Advertenties

Jochanan Eynikel advertenties@gazetvanzurenborg.be

Administratie en facturatie

Gerda Eelen

gerda.eelen@telenet.be

 0468 29 43 65

Drukker

Drukkerij Goossens

Achterbroeksesteenweg 208 • 2180 Kalmhout

Distributie

Hans Dresselaers

Van Diepenbeeckstraat 43 • 2018 Antwerpen

 0472 345684 • dressle.arts@gmail.com

Website en mail

www.gazetvanzurenborg.be

Hebt u iets mee te delen aan

Gazet van Zurenborg, vanaf nu naar info@gazetvanzurenborg.be. Dit vervangt het telenet.be adres.

Van einde april tot begin mei was er geen ontsnappen aan. Overal werd gevierd dat WO II tachtig jaar geleden eindigde op 8 mei. Dit gebeuren werd ook herdacht in Antwerpen. Op zondagvoormiddag 27 april werden in onze wijk weer nieuwe struikel-stenen gelegd op twee plaatsen, voor de slachtoffers van het nazi-regime. Na de middag kwam de wijk Groenenhoek aan de beurt. In het weekend van tien en elf mei kon men op diverse locaties verhalen horen van de vervolging van Joden, verzetslieden en personen die het bezettersregime liever kwijt dan rijk was.

Deze herdenkingen zijn nu meer dan ooit nodig. Veel getuigen van de oorlog zijn al overleden en de herinnering aan deze misdaden tegen de menselijkheid moet bewaard blijven om te vermijden dat hetzelfde zich herhaalt. We leven in onzekere tijden en de dreiging van een nieuwe genocide is niet ver weg. Het succes van autoritaire leiders kan daarbij een alarmsignaal betekenen. Daarbij komt nog dat veel jongeren zich niet meer bewust lijken van wat zich onder het naziregime heeft afgespeeld. Onwetendheid is een van de voorwaarden, waaronder de geschiedenis zich kan herhalen.

Over soldaten in de oorlog schreef destijds Berthold Brecht in de Kanonensong: ”… wanneer het eens regende/ en ontmoetten zij/ een nieuw ras/ een bruin of een bleek

Herdenken om niet te vergeten.

als was/ van hen maakten zij allicht hun beefsteak tartaar.” Ten oosten van ons gebeurt dit nu ook weer. In dit lied weerklinkt ook erg luid de ontmenselijking van de ander, die we de vijand noemen. Door in de ander geen mens meer te zien, vervaagt de grens en wordt het aanvaardbaar de ander te doden en te mishandelen. Daarom moeten wij erg op onze woorden letten. Vreemdelingen, gelukzoekers, vluchteligen, werklozen en sociale huurders, dat zijn enkele begrippen op het hellend vlak dat naar ontmenselijking kan leiden. Laat ons op onze woorden en gedachten letten. Zij kunnen de kiem dragen van genocidaire handelingen.

Van het einde van WO II springen we even naar de middeleeuwen en naar de huidige tijd. De Gazet had een interview met Tom Lanoye over zijn jongste boek ReinAard. Lanoye maakte een moderne bewerking van dit middeleeuwse epos of in zijn woorden deze schelmenroman. Onwillekeurig kan men ook in dat verhaal parallellen zien met de huidige politieke situatie, net als in het eerder verschenen boek Alkibiades van Ilja Leonard Pfeijffer. Wie zei ook weer dat kunstenaars de kanaries in nze samenleving zijn? Dat verklaart mogelijk de afkeer van autoritaire rechtse politici voor levende kunstenaars.

Minder essentieel maar toch belangrijk voor onze wijk, is de roep naar een wijkcomité. Dit kwam

al enkele keren in deze krant ter sprake en ook nu klinkt de roep erg luid in het interview met de wijkregisseur. De oproep werd ook nog herhaald in onze column Zijspiegel. Positief is de inzet van de bewoners rond de Dageraadplaats om in overleg met de horeca en allerlei instanties de (nacht)rust en de veiligheid op ons geliefde plein te waarborgen. Ook positief is het comité van de Transvaalstraat, dat met bezorgde ogen kijkt naar het einde van de werken aan de Cogels Osylei, wanneer er weer in beide richtingen gaat gereden worden in die straat. Het vervuilende busverkeer door Zurenborg is ook verdwenen na een succesvolle actie van geëngageerde wijkbewoners. Helaas betekende dit wel dat minder mobiele mensen zich veel verder naar een halte van het openbaar vervoer moesten verplaatsen. Dan zijn er de verschillende voorstellen voor Nieuw Zurenborg, allemaal waardevolle ideeën, maar wat ontbreekt is een overkoepelende visie die voor zover mogelijk tegemoet komt aan de noden van iedereen. Laat nu al deze goedbedoelende geëngageerde mensen hun hoofden en harten eens bij elkaar steken om zo een gezamenlijk standpunt in te nemen, kortom door een echt buurtcomité te vormen. De wijk heeft er behoefte aan en ja, de stad Antwerpen zelf is ook vragende partij. De wereld heeft een nieuwe paus, nu Zurenborg nog een nieuw wijkcomité.

Het is onze gazet, jullie gazet, de gazet van ons allemaal Medewerkers gezocht

Om een gazet te maken, moet je schrijven: artikelen, interviews, gedichten, cursiefjes... Geschreven door mensen met een vlotte pen. Ben jij zo iemand, neem dan stante pede contact.

Wil je op een andere manier aan de gazet meewerken, foto’s maken, ze bussen? Hetzelfde devies: laat het ons weten.

Schrijf je maar één artikel per jaar, maak je maar één foto per jaar (maar dan liefst een geweldige)? Geen punt, we sluiten je in onze armen. Maar vijf artikels per nummer en een stuk of tien foto’s mag ook natuurlijk.

Centen hebben we niet, bij Gazet van Zurenborg werken alleen vrijwilligers. Je bent verzekerd, dat wel, en de Gazet vergoedt je kosten. We bieden wel duurzame vriendschap, eeuwige roem en jaarlijks een nieuwjaarsreceptie, waarover ze maanden later op de hoeken van de straten van Zurenborg nog spreken.

Beginnende redacteurs en fotografen krijgen richtlijnen mee en we geven ze feedback.

Overtuigd? Goesting? Schrijf een mail naar: onze redactie: redactie@gazetvanzurenborg.be of onze hoofdredacteur: jorg.pyl@hotmail.com.

NIEUWE DISTRICTSRAAD BERCHEM

Nadat we in onze Gazet de districtsraadsleden van Antwerpen hebben voorgesteld, mogen deze

van Berchem niet ontbreken. Immers Zurenborg bestaat uit een Antwerps en een Berchems gedeelte! (Renee DUFAIT )

Het districtscollege van Berchem wordt gevormd door de districtsburgemeester Evi Van der Planken (N-VA) en de districtsschepenen Erkan Öztürk (GROEN Vooruit), Amber Vermeiren (N-VA), Quinten Bronckars (GROEN Vooruit), Bart Vanderfeesten (N-VA) en Ria Vermeulen (GROEN Vooruit).

N-VA, Groen en Vooruit besturen dus de komende zes jaar samen. Zo komt er een einde aan twaalf jaar N-VA, Open VLD en CD&V. Een bestuursploeg die altijd goed samenwerkte.

De kiezer laat Groen en Vooruit, twaalf jaar na het vertrek van socialistisch districtsburgemeester Peter Raats, opnieuw meebesturen.

Evi Van der Planken (N-VA) begint nu aan haar derde opeenvolgende termijn als districtsburgemeester. Ze licht toe: ‘We startten deze legislatuur met enkele nieuwe, jonge leden in het districtscollege die heel graag mee hun schouders onder de lokale Berchemse politiek zetten. In 2025 werken we hard achter de schermen om het bestuursakkoord om te

zetten in concrete acties, want onze ambitieuze plannen vragen om doordachte keuzes en grondige voorbereiding. Samen, in een positieve en fijne sfeer, bouwen we voort op het pad dat we de afgelopen jaren hebben uitgestippeld.’

Evi Van der Planken is bevoegd voor veiligheid, communicatie en citymarketing, ambtenaar burgerlijke stand, publiek domein en straatvergroening, leefbaarheid en duurzaamheid, zorgzaam en sociaal Berchem

Erkan Öztürk (GROEN, Vooruit) wordt voor het eerst districtsschepen. Hij is bevoegd voor inspraak en participatie, diversiteit, samenleven en toegankelijkheid, lokale parken en groenlinten en Berchem Buurt Groen.

Amber Vermeiren (N-VA) is de jongste schepen. Zij is bevoegd voor sport en welzijn, middenstand, horeca en ondernemen, markten en foren,

erfgoed en tradities. Tot slot krijgt zij ook streetart in haar portefeuille.

Quinten Bronckars (Vooruit) zal zich de komende zes jaar bezighouden met jeugd en speeltuinen, overlast en openbare netheid, stadslandbouw en volkstuinen, gezond Berchem en dierenwelzijn.

Bart Vanderfeesten (N-VA) is derde N-VA-schepen, bevoegd voor mobiliteit en parkeren, begroting, Berchem Buurt Feest, evenementen en feestelijkheden.

Ria Vermeulen (GROEN) neemt na jaren als raadslid nu voor het eerst een schepenambt op. Zij wordt bevoegd voor kunst, cultuur en senioren. Ria Vermeulen zal na drie jaar haar zitje in het schepencollege afstaan aan Lucy Verbraeken, die zo de tweede Groen-schepen wordt.

Copyright van Stad Antwerpen

Districtsraadsleden

Naam PARTIJ

Ria Vermeulen districtsschepen GROEN Vooruit

Arnold Peeters GROEN Vooruit

Ilse Jacques voorzitter van de districtsraad N-VA

Evi Van der Planken districtsburgemeester N-VA

Erkan Öztürk districtsschepen GROEN Vooruit

Jan Poppe N-VA

Kris Gysels Open VLD

Lucienne Verbraeken GROEN Vooruit

Clara Willemse GROEN Vooruit

Jan Dedecker N-VA

Henri Van Herpen N-VA

Ezra Cnaepkens PVDA

Magda Geers N-VA

Herlinde Vanhooydonck GROEN Vooruit

Anouk Haudenhuyse GROEN Vooruit

Amber Vermeiren districtsschepen N-VA

Bart Vanderfeesten districtsschepen N-VA

Rachid El Hamouti PVDA

Marjoke Werbrouck GROEN Vooruit

Quinten Bronckars districtsschepen GROEN Vooruit

Elissa Loopmans PVDA

William Van Kerckhoven Vlaams Belang

Jan Portael N-VA

Emmanuel Collin CD&V

Kathy Defossez N-VA

Mail ons uw nieuws door Het is uw krant, het is uw nieuws. redactie@gazetvanzurenborg.be

Dageraadplaats 3 - 2018 Antwerpen 03 283 72 78 www.materiafinedining.be

Kabuki

Sushi • Grill • Wok Alle dagen open van 11:00-14:30 en 17:00-23

Dageraadplaats 28 2018 Antwerpen Info@kabukisushi.be www.kabukisushi.be

Tel. 03 663 8200

Districtscollege Berchem: Erkan Öztürk, Evi Van der Planken, Bart Vanderfeesten, Amber Vermeiren (boven), Ria Vermeulen (onder), Quinten Bronckars. Foto: Jonas Roosens

Open Huizen: de familie Klapholz

Door de generaties heen is het trauma er toch gekomen, heel vreemd

Op 10 en 11 mei was Open Huizen, een initiatief van Antwerpen Herdenkt, aan zijn vijfde editie toe. Tijdens dat weekend kon je huizen bezoeken met een verhaal over slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Gazet van Zurenborg is naar de Generaal Capiaumontstraat 26 getrokken, waar voormalig stadsdichter Cleo Klapholz het verhaal van haar familie deed. (Guy POPPE)

Louise, afkomstig uit Mechelen, ontvangt ons. Samen met Sébastien is ze een half jaar geleden hier ingetrokken. Beneden, in het achtergebouw, is wat door de week dienstdoet als showruimte vrijgemaakt. Er staat een stoel of twintig voor wie er komt luisteren naar Cleo, die op het podium plaatsneemt.

Het huis in de Generaal Capiaumontstraat is de laatste woning van de familie Klapholz voor de jodenvervolging het gezin uit elkaar rukt. Ze huren het van 1939 tot 1941. Voor een groot gezin, met betovergrootvader Majer, zijn zoon Hersch en zijn vrouw Selma Sipper, zijn kleinzoon Heinz, Cleo haar opa, en diens broer Michael.

De familie Klapholz komt uit Polen. Majer is een diamantair, kent hier mensen en trekt in 1907

Mijn naam is Cleo Klapholz. Mijn voornaam, zorgvuldig gekozen door mijn ouders.

Mijn achternaam, zorgeloos overhandigd door een intergenerationele stamboom.

Al blijkt de overlevering van mijn naam te bestaan uit een geschiedenisboek vol gruwelen. Dit stamboek bestaat uit een onbepaald aantal hoofdstukken, zoveel dat 1 leven niet genoeg is om alle geheime gedeelten te ontsluieren.

Bovendien blijkt de zoektocht naar de waarheid te bestaan uit het bij elkaar sprokkelen van puzzelstukjes die de tijd amper hebben overleefd. Het centrum van het verhalen labyrint kan ik enkel bereiken door te starten met mijn eerste stap.

Zijn naam was Heinz Klapholz. Zijn voornaam, zorgvuldig gekozen door zijn ouders.

Zijn achternaam, moeizaam overhandigd door een intergenerationele stamboom afkomstig uit Polen.

naar België. Na drie jaar is hij naar Frankfort verhuisd. Daar is in 1923 Cleo’s grootvader geboren. Vier jaar later keert de familie terug naar België en wordt ze er opnieuw bedrijvig in de diamantsector. Ze woont op verscheidene plaatsen in de buurt tot ze dus in 1939 in de Generaal Capiaumontstraat haar intrek neemt. Die geregelde verhuizingen zijn in die tijd niet ongewoon. Dat had ik eerder bij onderzoek naar andere joodse gezinnen al vastgesteld. Het lijken wel wandelende joden, vond ik toen. Waarschijnlijk hing dat samen met hoe goed of hoe kwaad het ze verging in de handel.

De Tweede Wereldoorlog

In 1941 trekken Hersch, Selma en hun zoons Heinz en Michael weg uit Antwerpen. Majer wil niet vluchten. “Hij is een orthodoxe Jood, die zijn baard en zijn keppel niet wil afzetten, ook

Het mysterie van de nomaden tocht van Krakau tot Antwerpen blijkt de eerste impasse, een hoofdstuk dat uit het boek werd gescheurd.

Of nooit beschreven werd.

Ik sla vol hoop de volgende bladzijde om.

In het Antwerpen van 1927 zie ik een volksverhuis van 3 generaties Klapholz kinderen.

Op zoek naar een beter leven, op zoek naar een thuis.

Helaas bleken de onverwoestbare diamanten niet opgewassen tegen de Grote Depressie.

De eerste Antwerpse jaren waren dan ook ongezien zwaar, al bleek de toekomst nog zwarter te kleuren.

De verduistering zichtbaar vanaf mei 1940. De joodse wilskracht bleek een onuitputtelijke bron.

Toen de donkerste dagen aanbraken en de schittering van de diamant in de hand werd ontnomen, ging Heinz met zijn broer op smokkeltocht door helse winterstormen om de honger te ontlopen.

In 1942 was een tweede vlucht naar vrijheid onontbeerlijk. Helaas bleek ook het onderduikadres een onveilige haven.

De gerechtigheid niet te vinden in de duistere kille keldercel van het justitiepaleis van Lyon.

Gelukkig leidde hun vurige volharding tot uitbraak, een strohalmpje toeval in een vat vol verwondingen.

De bergen van Zwitserland zouden redding bieden, enkel en alleen dankzij een resem mensen die hun leven riskeerden om joodse vluchtelingen de hand te reiken.

De weerzin van de werkkampen bleek de loterij van het leven.

Want de oorlog kwam ten einde en de Klapholz-zonen konden een nieuw hoofdstuk schrijven.

Mijn naam is Cleo Klapholz.

Mijn voornaam, zorgvuldig gekozen door mijn ouders.

Mijn achternaam zal ik niet zorgeloos overhandigen aan mijn kinderen.

De puzzelstukjes van het intergenerationele stamboek zal ik zorgvuldig aan hen overhandigen in het centrum van het verhalen labyrint.

Majer Klapholz, Cleo’s betovergrootvader. Eigen foto

al blijkt dat niet helemaal uit de foto, die ik opgediept heb in de archieven”, vertelt Cleo. In 1943 wordt hij op transport gezet naar Auschwitz, hij is dan 74. Majer is een van de duizenden Antwerpse joden die in Auschwitz vermoord wordt. “ Wat er met hem gebeurd is tussen 1941 en 1943 en waar hij in die periode gewoond heeft? ”. Cleo haalt haar schouders op, dat heeft ze nog niet uitgevist.

De vlucht naar Frankrijk van haar overgrootvader Hersch met de zijnen loopt met een sisser af. Ze belanden in Royan, een havenstad aan de Golf van Biskaje, maar de boot naar Engeland is net weg. De Duitsers pakken ze op en sturen ze terug naar Antwerpen. Ze gaan er opnieuw aan de slag in de diamant “maar veel van het geld dat ze verdienen, wordt ze zonder tegenspraak afgenomen”, vertelt Cleo, “mijn grootvader en zijn broer, tieners van zeventien, achttien jaar, smokkelden suiker en tabak vanuit Nederland om hier te verkopen. Elke dag reden ze met de fiets over en weer, zo’n honderd km. De douane sloeg ze soms bont en blauw ”.

Terug naar Frankrijk

“De Klapholzen hoorden over de concentratiekampen - we worden met zoveel mensen vermoord in de kampen, we moeten weg! -, verzamelen geld, 120 dollar, zoeken een mensensmokkelaar en reizen begin 1942 af naar Lyon, de broers met nieuwe paspoorten als Michel en Henri Koremans. Ze integreren er zich in de Compagnons de France , een pro-Hitler organisatie”. (De Compagnons de France was een jeugdbeweging die tijdens de Tweede Wereldoorlog actief was in het door maarschalk Pétain geleide Vrije Frankrijk, dat met het naziregime collaboreerde, gp).

“Ze verkopen er kranten”, gaat Cleo verder, “worden verklikt, op 13 augustus gearresteerd en naar het justitiepaleis gebracht ”. Cleo’s overgrootvader, Hersch, springt uit de vrachtwagen. Nooit hebben ze nog iets van hem gehoord. “Dat klopt, van Hersch heb ik geen info maar het kan dat de info ook niet tot bij mij is geraakt, het verhaal is nog steeds een puzzel! ”. In het justitiepaleis zit een hoop joden opeengepakt bij elkaar, “zoals in de slavenschepen destijds”.

Volgens het verhaal, zoals Cleo het gereconstrueerd heeft, hebben Heinz, zijn broer en zijn moeder een wachter neergeslagen en ontsnappen ze door een deurtje in de gang. Ze verblijven een dag of drie in een park. “ Wat gaan we doen? Iemand omkopen? ”. Uiteindelijk keren ze terug naar het justitiepaleis omdat ze een stempel nodig hebben in hun paspoort. “Het is druk en ze krijgen hem gauw van de loketbediende. Naast hem zit een man met een SS-ring, … Klaus Barbie! ” (Klaus Barbie, de slachter van Lyon, is sinds juli 1942 werkzaam in de streek van Lyon. In november komt hij er aan het hoofd van de Gestapo. Pas in 1972 wordt hij opgespoord. In 1987 veroordeelt het Franse gerecht hem voor oorlogsmisdaden tot levenslang, gp)

Ontsnapt Oktober 1942, Selma en haar zoons trekken naar Zwitserland. “Met hun laatste geld betalen ze een taxichauffeur die hen tot aan de grens brengt. 130 km, vijf km voor de grens is hij

gestopt. De drie moesten door een rivier waden, mijn grootvader en zijn broer hebben hun moeder gedragen. Ze wisten, dit is onze enige kans”. Een boer vindt ze, “kom mee, de grenspolitie is overal ”. Hij geeft ze onderdak, ze kunnen rusten en komen in Genève terecht, eerst in een vluchtelingenkamp, later in een werkkamp. “Zo hebben ze de oorlog overleefd. Elke keer is er wel iemand, die besluit: we moeten die mensen helpen”. In april 1945 zijn ze terug in Antwerpen. Cleo haar grootvader en zijn broer moeten helemaal opnieuw beginnen, in de diamant.

Thuiskomen

Cleo’s grootvader, Heinz, is gestorven toen ze twaalf was. “Hij had al tien jaar alzheimer, hij heeft nooit wat verteld. Mijn vader heeft ook nooit wat verteld. Mijn tante schreef wel het verhaal neer van haar vader, Michael, de broer van mijn grootvader ”.

“In 2022 is er me gevraagd om het verhaal te vertellen van Beynish Zylbershtayn, een joodse dichter die in de Korte van Ruusbroecstraat woonde. Hij schreef gedichten over zijn joodse identiteit en de oorlog, in het Jiddisch. Die gedichten heb ik vertaald in het Nederlands en ze gebracht tijdens de editie van Open Huizen dat jaar ”.

Dat is het begin van een speurtocht in allerlei archieven, die voortduurt. Uit het zwijgen duikt Cleo haar geschiedenis op. “Grootvader trouwt met een vrouw die zich bekeert tot het jodendom. Dat moest ook wel, vanwege zijn erg gelovige moeder. Hij blijft de rituelen volgen tot zijn moeder overlijdt maar weigerde te geloven in een God die een volk zoiets kan aandoen. Mijn vader is niet gelovig opgevoed maar door de generaties heen is het trauma er toch gekomen, heel vreemd ”.

Cleo scherpt haar joodse identiteit aan. “Ik heb altijd interesse gehad met jood zijn. Op mijn vijftiende ben ik naar Israël gereisd, dat was thuiskomen. Ik ben op zoek gegaan naar mijn joodse roots. Ik wil me bekeren maar dat is een moeilijk proces, de orthodoxe weg. Wel heb ik me bepaalde elementen van het geloof eigen gemaakt en geef ik mijn dochter de tradities door ”. Of het de godsdienst is of de joodse cultuur in ruimere zin, die haar aanspreekt? “Beide”, antwoordt Cleo Klapholz.

Toetje

Op het einde van haar verhaal deelt Cleo koekjes uit, die haar partner gebakken heeft. De Koekerij heet zijn bakkerij. Je kunt de koekjes alleen online bestellen maar je hoeft ze gelukkig niet thuis af te printen.

Open Huizen: Fred Erdman

Fred Erdman en Lamorinièrestraat 159-161

Tijdens een razzia van de nazi's op de Joden tijdens

WO II vindt het gezin van het gewezen SP-kopstuk

Fred Erdman een schuilplaats in een appartement op de vijfde verdieping van de Lamorinièrestraat

161. De familie Erdman woont aan dat adres op de derde verdieping. Het is een van de verschillende keren dat de Erdmans aan een razzia en bijgevolg een deportatie ontsnappen. (Marc MELIS)

De hoofdpersonages van deze vertelling zijn een persoon, Fred Erdman, en een gebouw, de Lamorinièrestraat 159-161 Dat gebouw is een doolhof. De verteller en huidig bewoner Vincent Van den Bossche geeft een aantal kapstokken mee om u enkele van de verhaallijnen over Erdman voor de geest te brengen (daarom doen we het hier zonder foto's). Vincent en zijn moeder – die hij graag Miss Marple noemt – hebben samen het verhaal van het gebouw ontrafeld.

Twee keer uit de klauwen van de nazi's De Erdmans vluchten naar de Belgische en Franse kust wanneer de oorlog uitbreekt. Fred Erdman is dan zeven. Het gezin komt al na één dag terug. Vader Erdman is er namelijk van overtuigd dat de Duitsers correcte mensen zijn.

In 1942 krijgen de Joden een beroepsverbod en worden zij gedwongen tewerkgesteld voor het bouwen van de Atlantikwall, een muur van bunkers waarmee de Duitsers een aanval vanuit de zee willen tegenhouden. Vader Erdman hoeft niet te gaan, omdat hij een breuk heeft. Hij ondergaat een operatie in het SintErasmusziekenhuis in Borgerhout. Daar ontsnapt hij een tweede keer aan de Duitsers. Een verpleegster zet zijn vrouw aan om één dag na de ingreep haar man mee naar huis te nemen. Zij maakt daar een hoogoplopende ruzie over, maar vertrekt toch... tot het geluk van vader Erdman, wanneer de dag erop de nazi's tal van mensen in het ziekenhuis oppakken.

Het gebouw en de derde razzia De derde keer dat de Erdmans aan de nazi's ontsnappen, speelt zich af in de Lamorinièrestraat 159-161. We lopen er even door. Het gebouw is in een L-vorm, met aan de straatkant een breed ondiep

gedeelte en kops op de straat een smal en heel lang stuk. Vincent toont ons enkele ijkpunten voor hij zijn verhaal begint. Hij neemt ons onder het gebouw mee naar de achterkant ervan, via de hoge inrijpoort die in het PAKT uitgeeft. Daar toont hij ons het derde balkon van het lange deel. IJkpunt (1) HET UITZICHT, vanwaar de Erdmans uitkeken op het bouwbedrijf dat we vandaag als het PAKT kennen. We gaan naar binnen waar een traphal links en rechts de circulatie regelt in de twee delen. We lopen voorbij die trappen naar de 'catacomben', een kelderachtige ruimte van zo'n 25 meter lang. Opvallend zijn (2) de TEGELS die om de meter van een andere makelij zijn. Die verscheidenheid aan tegels illustreert de hoge kosten van materialen die ontstaat na de beurscrash van 1929. Dat verklaart waarschijnlijk ook waarom Vincent een 19de-eeuwse schouw in zijn appartement heeft en de parketlatten in elke woning verschillen: recyclage uit pure nood.

We nemen de lift naar de vijfde verdieping. Daar komen we terug in het verhaal terecht. We zijn in 1942. De Erdmans vernemen tijdens een wandeling over een brandstichting in een van de Antwerpse synagogen. Ze haasten zich naar huis. Wat later belt de bewoner van de vijfde verdieping bij hen aan en zegt: "Ik geef u de sleutel van mijn appartement, ge kunt daar altijd binnen, want hier is het niet meer veilig." Er zijn dan al een tijd razzia's aan de gang die almaar dichterbij komen (dat deel van de wijk is dan nog een uitloper van de Joodse buurt). Die bewoner van de vijfde verdieping is een gepensioneerde legerofficier, met een Vlaamse naam en de militaire positie die de Duitsers respecteren. Wanneer de nazi's aanbellen bij de Erdmans is niemand thuis. Bij de legerofficier dringen zij niet aan. Als Vincent

ons dat appartement binnenleidt, wijst hij meteen op de hal met een (3) GARDEROBE onder een art-decoboog. De huidige bewoonster neemt ons mee door een (4) GANG OVER DE HELE LENGTE VAN HET APPARTEMENT WAAR VELE KAMERS OP UITGEVEN. Het is merkwaardig dat de Erdmans zich direct achter de ingang in de garderobe verstoppen en niet in een van de talrijke kamers achterin. Na de razzia beslist de familie een paar dagen in de 'catacomben' te schuilen, maar dat is niet houdbaar. Het gezin vindt via discrete contacten plaatsen op verschillende locaties om onder te duiken: de ouders in Berchem bij een oude gouvernante, een sympathieke volksvrouw zoals hij haar in het boek omschrijft; Fred Erdman bij een kinderloos paar, waarvan de man een verzetsstrijder is die Erdmans oom kent; zijn zusje bij de zus van die man in Ukkel.

Twee jaar op pantoffels en veel boeken lezen

Niemand weet dat Fred Erdman bij dat koppel in de Scheldestraat woont, geen buren, zelfs de ouders van dat koppel niet. Om er ongemerkt te verblijven, loopt Erdman twee jaar op pantoffels. Na de oorlog past geen enkele schoen nog aan zijn 'pantoffelvoeten'. Wel onderwijst hij er zichzelf twee jaar lang, met de schat aan boeken die zijn gastheer in huis heeft. Die laatste leeft met de ijdele ambitie om leraar te worden.

Het uitgebreide verhaal over de noodzakelijke hulp van moedige mensen kan je lezen in het boek waar veertien bekende Belgen hun ervaringen vertellen als kind tijdens oorlogsverhalen: 'Wij zijn nooit kind geweest. Opgroeien tijdens de Tweede Wereldoorlog' door Walter Gansemans

Open Synagoge voor pakkend verhaal

Regina Sluszny getuigt over het tragische lot van haar schoonfamilie

In kader van de Open Huizen sprak Regina Sluszny op zondag 11 mei in een zaaltje boven de Romi Goldmuntz Synagoge. Regelmatig getuigt ze over de Holocaust en over ondergedoken kinderen. Ditmaal stond niet haar eigen verhaal centraal, maar dat van haar schoonfamilie: de familie Suchowolski (Lotte DAENS).

Regina’s echtgenoot Georges Suchowolski is net als zij als kind ondergedoken. Ze getuigde over zijn verhaal, echt vanuit het oogpunt van Georges. Hij verloor heel wat familieleden in de Holocaust, waaronder zijn ouders, grootouders, zus en tante. Hij kon niet over de gruwel spreken, dus besloot hij het enkele jaren voor hij overleed op te schrijven. Later vond Regina zijn aantekeningen die ze tijdens de lezing citeerde.

Georges’ ouders, Sabina Suchowolski-Rakower en Meyer Wolf Suchowolski, kwamen via Nederland uit Polen naar België. Daar woonden ze al toen Georges in 1936 werd geboren. Samen met zijn zus Suzanne Suchowolski groeide hij op in Antwerpen.

Ook al hadden ze de Belgische nationaliteit bekomen, voor de Duitsers bleven ze ‘de

eeuwige jood’. Tijdens de bezetting moest het gezin zich op een bepaald moment aanmelden in Mechelen. Daarop besloten ze te verhuizen. Eerst gebeurde dat binnen Antwerpen, daarna vertrokken ze naar Wallonië en woonden ze in Durbuy en Bonsin. Op die laatste plek werden Sabina en Meyer opgepakt op straat. Ze haalden nog hun koffer op die achter de deur van hun huis klaar stond. Georges en Suzanne zagen hun ouders zonder omkijken vertrekken, maar daardoor werden ze zelf niet ontdekt.

Nadat Sabina en Mayer Wolf gedeporteerd werden, werd Georges opgehaald door zijn oom. Zijn zus ging samen met zijn grootouders schuilen in een klooster. Tragisch genoeg werd datzelfde klooster later gebombardeerd door slecht ingelichte Amerikanen. Ook de ouders van Georges overleefden de Holocaust niet. Zij werden getransporteerd naar Auschwitz en werden bij hun aankomst meteen naar de gaskamers geleid, zonder enige selectie.

Georges overleefde de oorlog en keerde nadien terug naar Antwerpen. Later trouwde hij met Regina. Samen kregen ze twee kinderen, meerdere kleinkinderen en een achterkleinkind. Dat laatste heeft Georges helaas niet meer gekend. In zijn latere leven is hij nog een keer teruggegaan naar Bonsin en ook tweemaal naar Polen om onderzoek te doen naar zijn ouders. Er was helaas niets meer van hen terug te vinden omdat ze bij aankomst in Auschwitz onmiddellijk vergast werden.

Voor de aangrijpende getuigenis werd oorspronkelijk een uurtje gerekend, toch nam Regina uitgebreid de tijd voor de vele vragen van het geboeide publiek. Ze nam eveneens de tijd om stil te staan bij haar eigen verhaal, gezien de belangstelling.

Regina werd geboren in 1939. Ook haar ouders

kwamen uit Polen en net zoals bij Georges moesten ze tijdens de Duitse bezetting van België onderduiken. Hun verblijfplaats werd verraden, dus moest de familie een nieuwe schuilplaats vinden. Regina verbleef echter bij buren Charel en Anna, waar ze veilig was. De overige familieleden trokken van schuilplaats naar schuilplaats, maar overleefden de oorlog.

Na de lezing konden geïnteresseerden nog een kijkje nemen in de synagoge zelf. Ook daar vertelde Regina uitgebreid over het joodse geloof en de daarbij horende gebruiken. Ten slotte wandelde Regina nog mee tot in de Brialmontlei. Daar liggen voor huisnummer 58 de struikelstenen ter nagedachtenis van Sabina Suchowolski-Rakower, Meyer Wolf Suchowolski, en Suzanne Suchowolski.

Het verhaal van Georges en Regina werd eveneens door Paul De Keulenaer opgetekend in het boek ‘Vergeten oorlogskinderen’.

Struikelstenen voor de familie Suchowolski. Foto: Lotte DAENS
Boek over het leven van Regina en Georges. Foto: Lotte DEANS

Zes nieuwe struikelstenen onthuld in Zurenborg

Op zondag 27 april werden maar liefst 22 nieuwe struikelstenen geplaatst

in Antwerpen. Daarvan ook zes in Zurenborg. Familie en nabestaanden zorgden met toespraken en muziek voor een mooie herdenking (Lotte DAENS).

Sinds 1992 worden doorheen heel Europa struikelstenen geplaatst op plaatsen waar mensen woonden die tijdens de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd zijn. Het project werd bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, die hier eerder dit jaar een eredoctoraat voor kreeg van de UGent. De plaatsing van struikelstenen in Antwerpen is een samenwerking van ‘Burgerinitiatief Struikelstenen Antwerpen’ en het ‘Littekensproject Boelaerbuurt’.

Ondertussen liggen er al meer dan 260 struikelstenen verspreid over de Antwerpse districten.

Zoals door nabestaanden werd getuigd op de ceremonies van 27 april zijn de struikelstenen een tastbare manier om hun geliefden te herdenken, aangezien ze geen graven hebben. Tegelijkertijd is het ook een manier om ervoor te zorgen dat de samenleving de gruwel van de deportaties nooit vergeet.

Zurenborgstraat

De dag begon in de Zurenborgstraat waar drie nieuwe struikelstenen werden geplaatst. De ceremonie vond plaats onder grote belangstelling. Meer dan 70 mensen verzamelden zich om de foto’s van Abusch Führer recta Reinhold, Cilka Bergmann en Jacob Führer. Familie en nabestaanden van de herdachte personen waren afgereisd uit Israël, de Verenigde Staten, Parijs, Amsterdam en Brussel. Zij schetsten ook een portret van de herdachte familieleden.

Zurenborgstraat 14 was het laatste adres van Abusch Führer recta Reinhold, zijn vrouw Cilka Bergmann en hun zoon Jacob Führer. Abusch en Cilka werden geboren in wat vandaag Polen is, maar toen nog onder Oostenrijks bestuur viel. Het gezin trouwde en kreeg vier kinderen, maar toen de regels voor Joden steeds strenger werden, gingen ze op zoek naar een beter leven.

In 1910 kwam Abusch Führer terecht in Berchem, waar hij werk vond in de diamantsector. Zestien maanden

en vijf kleinkinderen die in naburige huizen woonden, werden gearresteerd en gedeporteerd naar Auschwitz. Slechts twee kinderen van Abusch en Cilka overleefden de Holocaust.

Na een muzikaal intermezzo en de kans om - naar joods gebruik- een steentje te leggen op de pas gelegde struikelstenen, ging de groep verder naar de volgende ceremonie. Onderweg gaven historici en vrijwilligers van het project ook wat meer duiding en stonden ze stil bij andere struikelstenen die de groep onderweg passeerde.

Uitbreidingsstraat

De volgende ceremonie ging door in de Uitbreidingstraat. Aan huisnummer 578 werden eveneens drie struikelstenen geplaatst. Deze voor Mojzesz Schiff, zijn echtgenote Rywa Templer en hun dochter Bajla Basia Schiff. Zij woonden samen met hun zoon en broer Tobias op dat adres. Mojzesz en Rywa hadden elkaar in Polen leren kennen, waar ze in 1923 trouwden. Datzelfde jaar werd Bajla geboren en twee jaar later vervolledigde Tobias het gezin. In 1926 gaat Mojzesz op zoek naar een beter leven voor zijn familie en komt terecht in Antwerpen. Daar gaat hij aan de slag in de diamantsector. Twee jaar later volgt Rywa met de 2 kinderen.

bekend als een van de mooiste en vriendelijkste meisjes van Antwerpen. In juli 1942 werd Bajla samen met een vriendin ontvoerd aan het Centraal Station. Het was die dag de eerste grote razzia in Antwerpen. Ze werd gedeporteerd naar Auschwitz en overleed daar drie maanden later. Na de schokkende ontvoering maakte de rest van het gezin plannen om te vluchten. Een maand later wisten ze België te ontvluchten, maar in Frankrijk werden ze alsnog opgepakt en gedeporteerd naar Auschwitz. Daar werden Rywa en later ook Mojzesz vermoord.

Tobias Schiff is de enige van het gezin die de Holocaust overleeft. Zijn kinderen getuigen tijdens de ceremonie over het leven van hun tante en grootouders. Dominique Schiff, de dochter van Tobias, verzorgde de muziek voor beide ceremonies. De herdenkingen werden erg persoonlijk aangepakt, met foto’s, herinneringen en zelfs de riem van Rywa, die Auschwitz had overleefd.

later volgde de rest van het gezin hem en vestigden ze zich in de Provinciestraat. Ze verhuisden nog een aantal keer en er kwamen nog 2 kinderen bij die het gezin compleet maakten. Door hun nabestaanden worden ze omschreven als een warme familie. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, werden ze verplicht België binnen de dag te verlaten. Met hun Oostenrijkse nationaliteit werden ze beschouwd als burgers van een vijandige natie. De familie keerde terug naar hun geboortedorp, waar Abusch werd opgeroepen voor het leger.

Na de oorlog werd Polen opnieuw onafhankelijk, maar uit angst opnieuw gemobiliseerd te worden, vluchtte het gezin opnieuw. Via Frankfurt keerde Abusch in 1924 uiteindelijk terug naar Antwerpen. Niet veel later volgden Cilka en de kinderen hem opnieuw. Ze verhuisden nog een paar keer, maar het laatste adres van Abusch, Cilka en Jacob werd Zurenborgstraat 14. In september 1942 werden ze daar opgepakt. Ook de andere kinderen van Abusch en Cilka, hun partners

Mojzesz is een wijze man naar wiens verhalen mensen graag luisteren, Rywa houdt ervan zich mooi op te maken en haar eigen kleren te maken. En Bajla staat in haar omgeving

Het verhaal van Tobias Schiff die in 2000 overleed, werd vastgelegd in het boek Terug op de plaats die ik nooit heb verlaten. Voor wie meer informatie wenst over de verhalen achter de struikelstenen in de buurt of in de rest van België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk, geeft de Stolpersteine-app een volledig overzicht.

https://stolpersteine.app/

De familie Führer. Foto: Lotte DAENS
Struikelstenen voor de familie Führer. Foto: Lotte DAENS

Alternatief logeren in

Nu de zomer en de vakantie in aantocht zijn, wijden we een dubbelartikel aan minder voor de hand liggende logeervormen in onze omgeving. Zelf ondernemen we ook regelmatig een fietsvakantie en zo kwamen we op het spoor van twee organisaties die een alternatieve manier van verblijven aanbieden. Beide mikken ze op fietsers en wandelaars op doorreis, het is niet de bedoeling van goedkope Airbnb te zijn. Van beide vonden we ook een logeeradres in de buurt en we gingen kennismaken met de aanbieders van het logies en waren benieuwd naar hun verhalen. (Bart CARTUYVELS)

Het meest tot de verbeelding sprekend is waarschijnlijk het initiatief Welcome To My Garden (WTMG), waarbij men aan reizigers een plek in de tuin aanbiedt om een tentje op te zetten. Men mikt hier echt op de slow travel community. Het initiatief werd opgestart door de Vlamingen Dries en Manon. In 2019 fietsten ze van Brussel naar Tokyo. Gedurende 11 maanden reisden ze door 21 landen, en genoten ze van de gastvrijheid van talloze geweldige mensen die ze op hun route tegenkwamen. Eenmaal terug in België vroegen ze zich af hoe ze slow travel eenvoudiger en leuker konden maken in ons eigen land. Op een regenachtige zondagnamiddag in 2020 zette Dries de eerste versie van WTMG in elkaar. Binnen twee uur tijd stonden er 50 tuinen op de kaart. Twee weken later waren dat er 500!

Joris en Virge uit de Velodroomstraat hebben WTMG leren kennen in coronatijden, toen ze een fietstocht “tour de Belgique” maakten en ze geen overnachtingsplaats konden vinden. Ze hebben toen hun tentje in een WTMG-tuin opgezet en dat deed hen daarna besluiten om hun Zurenborgs tuintje open te stellen voor reizigers.

Wat is WTMG eigenlijk?

Joris: “Welcome to my Garden is een website waarop je je moet registeren en een lidgeld betalen van 35 EUR en dan krijg je een kaart van Vlaanderen met het overzicht van de locaties waar je in de tuin kan gaan logeren. Het is bedoeld voor “slow travel”,

Stichting Vrienden op de Fiets ontstond in 1984 in Nederland. Nel de Blécourt uit Arnhem maakte graag meerdaagse fietstochten maar vond moeilijk eenvoudige en betaalbare overnachtingsadressen. Ze plaatste een advertentie in een krant en al gauw vond ze 80 mensen die tegen een kleine vergoeding een kamer aanboden aan wandelaars of fietsers. Door de jaren heen groeide het aantal aanbieders, ook buiten Nederland, en momenteel zitten er ongeveer 5000 adressen uit verschillende Europese landen in het aanbod van de stichting. Bij mijn zoektocht naar een Vrienden -

d.w.z. mensen die met de fiets of te voet aankomen mogen hun tent in uw tuin komen opzetten.”

Hoe vinden de reizigers jouw tuin?

Joris: “Op de website staat een kaart met tentjes met een indicatie van de wijk, het exacte adres wordt niet vermeld. Mensen die een overnachting zoeken moeten u contacteren via de website. Je ontvangt dan een bericht met een aanvraag en naargelang van je persoonlijke planning kan je dan toezeggen of weigeren. Het is volledig vrijwillig en gratis, dus je kan zelf kiezen. Als je je tuin openstelt kan

adres vond ik er geen op Zurenborg, maar wel vlakbij in de Statiestraat. Daar biedt Claudine een kamer voor twee personen aan. Wij gingen even langs om haar ervaringen te verslaan.

Hoe heb je Vrienden op de Fiets leren kennen?

Claudine: “Heel toevallig een 6 à 7-tal jaar geleden in Frankrijk op vakantie een paaltje gezien met daarop een sticker van Vrienden op de Fiets. En we zijn dat dan gaan opzoeken op het internet en we vonden dat een leuk concept.”

Hebben jullie daar dan iets mee gedaan? Zijn jullie het gaan uitproberen en zijn jullie zelf ook overnachtingen beginnen aanbieden?

Claudine: “Beide. We reizen veel en gaan dan overnachten bij Vrienden op de Fiets. Reizen we naar een land waar het concept nog niet bestaat, dan promoten we het concept. Zo waren we vorig jaar in Amerika en daar

je zelf bepalen welke services je biedt naast een plek om de tent op te zetten. Je kan aangeven of er elektriciteit is om je telefoon op te laden, of er toegang is tot water en een toilet, en of mensen bij jou kunnen douchen. Je kan zelf kiezen hoe uitgebreid of beperkt je het aanbod maakt.”

Hoe lang bieden jullie je tuin al aan?

Joris: “We waren er van bij het begin bij, en doen dit al 5 jaar. Per jaar ontvangen we zo’n 4 à 5 keer reizigers in onze tuin. We bieden plek aan voor één tent. We hebben een keer een man op bezoek gehad met twee honden, dat vonden we niet zo prettig en sindsdien laten we dat niet meer toe. Mensen mogen ook maar één nacht komen logeren, het is niet bedoeld voor mensen die in Antwerpen komen feesten en een goedkope slaapplaats zoeken.”

Wie zijn de reizigers die bij jullie komen logeren?

Joris: “Het is een heel divers publiek, van herkomst en van leeftijd. We hadden al eens twee dames uit Nederland van in de tachtig, Denen, Fransen, Engelsen, veel Nederlanders, eigenlijk mensen uit heel Europa. En dat is ook de reden dat we het doen. We reizen zelf graag met de tent en met de fiets en door logies aan te bieden heb je steeds reizigers en reisverhalen in huis. Dat vinden we zo leuk. Meestal zijn het ook aangename en sociale mensen, fijn om hen bij

hebben we fietstoeristen aangesproken en warm gemaakt voor het concept. Dit jaar waren we in Albanië en ook daar hebben we wat promotie gemaakt voor het concept. De mensen met wie we daar spraken zijn het aan het overwegen om er als eersten met te starten in hun land.”

Waaruit bestaat het concept van Vrienden op de Fiets en hoe vraag je een overnachting aan?

Claudine: “Het aanbod van Vrienden op de Fiets is een eenvoudig bed en een plaats om hun fiets veilig weg te zetten. Om te kunnen komen logeren moeten ze lid zijn van de stichting en moeten ze zelf contact opnemen met een logeeradres. De overnachting is niet gratis, ze betalen 25 EUR/pp per nacht inclusief een ontbijt. Het is de bedoeling dat ze met de fiets komen, maar we merken de laatste jaren dat er ook mensen zijn die oneigenlijk gebruik maken van het aanbod. Dat zijn dan reizigers die niet wandelen of

ons thuis te ontvangen. Met sommigen hebben we nog contact. Met Marc, een Engelsman (zie foto), klikte het van in het begin en uiteindelijk is hij twee nachten bij ons blijven logeren. Toen hij hier was, waren we desembrood aan het bakken en we hebben hem toen een stuk deeg meegegeven zodat hij thuis ook desembrood zou kunnen bakken. Het is een zeer fijne man, we hebben nog contact met hem. Hij heeft ons ook al bij hem thuis in Engeland uitgenodigd om te komen logeren.”

Zo kamperen in een tuin op Zurenborg, is dat iets speciaals?

Joris: “De meeste adressen van WTMG liggen buiten de steden, op het platteland. Als je er aankomt dan krijg je de boodschap “zoek maar een plaatsje op het gras en het kraantje voor water staat daar”. Bij ons komen overnachten is iets totaal anders. We moeten thuis zijn om ze binnen te laten en ze lopen door ons huis naar de tuin. Als ze ’s avonds nog effe de buurt willen verkennen, dan geven we ze een sleutel mee. Dat veronderstelt toch een zeker vertrouwen in je logeerders. Tot nu toe is ons vertrouwen nog niet geschaad, we hebben tot nu toe altijd fijne en respectvolle bezoekers gehad.”

Meer informatie https://welcometomygarden.org/

geen fietstocht maken, maar eerder een goedkope Airbnb zoeken. Ik vind dat een spijtige evolutie en probeer dat soort logees uit te filteren.”

Heb je goede herinneringen aan mensen die bij jullie komen logeren zijn ?

Claudine: “Ik herinner me een Nederlands koppel, mensen van een gezegende leeftijd die hier aankwamen met de fiets, goed uitgerust met fietsoutfit en helm. Dat waren heel fijne en gezellige mensen, we hebben de hele avond met hen gepraat. De meeste gasten die ik ontvang hebben een link met Nederland. Eén partner van een koppel is vaak Nederlander, we hebben eigenlijk nog geen andere nationaliteiten op bezoek gehad.”

Meer informatie https://www.vriendenopdefiets.nl/nl/

Hier kan je met je tent en fiets logeren bij Virge en Joris. Foto: Virge SMETS
Marc, een Engelsman op bezoek. Foto: Virge SMETS

Nog meer terrassen op de Dageraadplaats?

De stad heeft, zoals op alle pleinen, de vergunde terrassen gemarkeerd met zilveren nagels. Dit laat direct zien welke horecazaken zich aan de regels houden. Op de Dageraadplaats zien we een gemengd beeld. De meeste zaken houden zich niet aan de regels en hebben hun terrassen buiten de zilveren nagels geplaatst. Soms steken ze een halve meter over de grens, of ze zetten hun meubilair zo dicht bij de rand dat het niet anders kan dat hun klanten het terras zullen uitbreiden. Andere zaken negeren de regels volledig en zetten hun meubilair duidelijk buiten de vergunde zone, soms zelfs totaal los van de hun vergunde zone. Ze deinen op sommige plaatsen ook steeds verder uit.

voudigd. Dit is vooral te danken aan de groei van het aantal cafés en horecazaken, dat is gestegen van drie naar ongeveer achttien. Daarnaast heeft het gewijzigde beleid na het autovrij maken en de heraanleg van het plein hier een grote rol in gespeeld.

Oorspronkelijk was er een evenwicht tussen de verschillende functies van het plein, doordat de terrassen beperkt werden tot de kant van de kerk en de zijkant aan de Nottebohmstraat. Maar al snel werden terrassen ook toegestaan aan de Ramstraatzijde van het plein. Vervolgens zijn de ‘tijdelijke’ uitbreidingen van de terrassen, die tijdens de covid-periode zijn ingevoerd ter ondersteuning

Pleinen zoals de Dageraadplaats in Antwerpen hebben verschillende functies. Ze bieden groen, zon en schaduw voor de gebruikers. Kinderen kunnen er spelen, al dan niet in de speeltuin, jongeren kunnen sporten en samenkomen, en ouderen kunnen ontspannen op de banken. Voor volwassenen en jongeren ouder dan 16 jaar zijn er terrasjes om iets te drinken. Daarnaast is er een grote standplaats voor Velo. De stad heeft ook bedacht dat deze pleinen in de winter kunnen dienen als opslag voor terrasmeubilair.

Sinds de jaren '90 zijn de functies van de terrassen en de speeltuin voor de kleinsten belangrijker geworden, gemeten in het aantal vierkante meters dat is toegestaan in de publieke ruimte op het plein. De speeltuin is verdubbeld, terwijl het aantal terrassen naar schatting is vertien -

van de horeca, permanent gemaakt. Deze uitbreidingen hebben negatieve gevolgen voor andere functies op het plein, zoals sporten, het publieke meubilair, het spelen van kinderen en de vrije doorgang voor alle gebruikers.

Het voetbalpleintje is populair en trekt veel mensen aan. Tijdens drukke momenten zijn het de tieners (15+) die gebruik maken van het veld, terwijl de jongere kinderen vaak moeten wijken. Vroeger konden zij nog aan de andere kant van de balvangafspanning spelen, maar dat is nu enkel nog in beperkte mate mogelijk door de terrassen.

Voor sommige terrassen is ruimte gemaakt door openbare banken te verwijderen. Hierdoor moeten ouders die niets willen consumeren, vaak rechtstaan op het plein, vooral

(Marc SWYNGEDOUW)

na schooltijd. De drie lange tafels worden vaak gebruikt voor feestjes, en als er vier groepen zijn, moet er maar één groep op de grond zitten. Ook zijn er prullenbakken verwijderd om meer ruimte voor terrassen en speelplein te creëren. Dit leidt ertoe dat de prullenbakken vaak al vol zijn op vrijdagavond, waardoor er op zaterdag en zondag nog meer zwerfvuil ontstaat.

Bewoners van de doodlopende straten rond het plein hebben last van zwervende servetten die door de wind wegwaaien. Hoe meer tafeltjes er staan, hoe meer servetten er zijn, en hoe groter de kans dat ze de straat inwaaien.

onderhouden het samen met de omgeving perfect.

Het is goed dat de stad duidelijk maakt waar de terrassen zijn toegestaan met de terrasnagels. Nu is het belangrijk dat deze regels ook worden nageleefd. De stad moet hier echt strenger op toezien en aan handhaving doen. Te veel terrasruimte heeft negatieve gevolgen voor andere functies op het plein. Als er te veel tafeltjes staan, ontstaat er geluidsoverlast en parkeeroverlast in de buurt. Door terrassen te beperken tot de vergunde oppervlakte kan ook het aantal gebroken glazen en het zwerfvuil op de openbare weg verminderd worden.

Gebroken glas is een ander probleem door het teveel aan terrassen. Veel fietsers hebben er al last van gehad, omdat het leidt tot lekke banden. Sommige terraseigenaren vegen wel hun eigen terras, maar het opruimen van de stukjes glas op de openbare weg, die door hun klanten zijn achtergelaten, lijkt voor hen te veel moeite.

Het moet gezegd, een klein aantal horecazaken houden zich nauwgezet aan het hun toegemeten terras en

Volgens berichten is de stad niet van plan om de terrassen verder uit te breiden dan met de terrasnagels aangegeven. Wij vinden dat dit absoluut het minimum is. Het zou wenselijk zijn om de terrassen te beperken, minstens tot de vergunde ruimte en bij voorkeur nog verder op plaatsen waar ze in de weg zitten voor andere functies. Dit zou de leefbaarheid voor iedereen op en rond het plein verbeteren.

Terrassen en volk, dit is de Dageraadplaats. Foto: Malinee LEBEGGE
Veel tafels en stoelen op het plein. Foto: Malinee LEBEGGE
Een beetje mooi weer en de mensen zijn er. Foto: Malinee LEBEGGE

‘Frituur Reggie’ opent de deuren op de Dageraadplaats

Op de gezellige Dageraadplaats ging Frituur Reggie onlangs van start. Het zijn Jordi Van Saet (30) en Laura Van den Dries (26) die de zaak met veel enthousiasme uitbaten - een jong en ondernemend koppel dat hun hart verloor aan de wijk Zurenborg. (Malinee LEBEGGE )

Familietraditie van ondernemers

Jordi (30), afkomstig uit Sint-Katelijne-Waver, leidt al enkele jaren een bouwbedrijf. Toch droomde hij van een eigen frituur. “Reeds vijf jaar geleden was ik bezig met plannen,” vertelt hij. “Maar het bleef kriebelen.” Toen bleek dat Tastebuds, een vegan frituur op de Dageraadplaats, over te nemen was, besloten Jordi en Laura hun kans te grijpen. “We wonen zelf hier in de buurt, in de Lange Van Ruusbroecstraat. We houden van deze wijk. Er heerst hier een dorpsgevoel in Zurenborg. De sfeer is uniek: mensen kennen elkaar, er zijn vaak evenementen en rommel -

markten. We voelen ons hier thuis,” klinkt het. “En het helpt natuurlijk dat ons favoriete restaurant, L’Enoteca, om de hoek ligt.”

Laura (26), die haar roots heeft in Duffel en uit de marketingsector komt, twijfelde geen moment om mee in het verhaal te stappen. “We vullen elkaar goed aan,” zegt ze. “Jordi staat achter de friteuse, ik ben meestal aan de kassa te vinden. Het ondernemen zit allebei in ons DNA. Mijn ouders hadden een groothandel in groenten en fruit en leverden aan restaurants, en Jordi’s vader heeft een verswinkel in Wilrijk ‘Vers Ateljee’. Ik hielp in het weekend ook mee in de winkel.”

Ode aan opa De naam van de zaak, Frituur Reggie, is genoemd naar Jordi’s grootvader Regi (80 jaar), die jarenlang bakker was. “Zijn naam wordt geschreven zoals de bekende DJ Regi Penxten, maar het gaat hier wel degelijk over mijn grootvader,” glimlacht Jordi. “We beseften wel dat mensen de link zouden leggen met de bekende dj, daarom hebben we de schrijfwijze van de frituur veranderd naar Reggie, maar het is wel degelijk een eerbetoon aan mijn grootvader. We hebben een hechte band, we lunchen vaak samen. Toen hij hoorde dat we de frituur naar hem zouden noemen, was hij tot tranen toe ontroerd. Hij kon niet stoppen met het aan iedereen te verkondigen.” Ook Jordi’s moeder Micha speelde een belangrijke rol. “Zij stond van bij het begin achter ons project en gaf me veel steun en advies. Achter de schermen heeft zij meegeholpen om mijn droom waar te maken.”

Favoriete frituursnacks

Wat de zaakvoerders vooral willen aanbieden, is een toegankelijk aanbod met kwaliteitsvolle producten. “We hebben zelf uitgebreid getest: van sauzen en snacks tot verschillende formaten friet. Een bevriende friturist begeleidde ons hierin en gaf ons veel nuttige tips,” zegt Laura. “We willen een frituur zijn voor iedereen en met aandacht voor versheid. Momenteel bieden we onder andere ambachtelijke bitterballen, vol-auvent en stoofvlees aan.”

Wat zijn persoonlijke voorkeur betreft, is er geen twijfel: “Voor mij is het friet met stoofvlees, een mini-lucifer en mayonaise,” aldus Jordi. “Tijdens het testen ontdekte ik ook hotshot, een pittige saus waar ik helemaal fan van ben

geworden.” Voor Laura is een cheesecrack en joppiesaus een ontdekking geweest tijdens de voorbereidingen.

Klassieke frituur met een moderne twist

In deze frituur vind je ook heerlijke homemade limonades en frisse rosé wijn in blikjes. Op termijn dromen ze ervan om het aanbod uit te breiden met meer huisgemaakte specialiteiten en bijvoorbeeld smashburgers. “We willen blijven evolueren, maar de basis moet eerst goed zijn,” zegt Jordi. Met Frituur Reggie willen Jordi en Laura meer zijn dan een klassieke frituur. Ze combineren ambacht en een grote dosis goesting, in een buurt waar ze zich thuis voelen. We wensen hen alle succes toe, wij zijn nu al fan!

MEER INFO

Frituur Reggie

Dageraadplaats 15, 2018 Antwerpen

Openingsuren: Dinsdag t.e.m. zondag: 17u – 22u

Woensdag & vrijdag: ook open van 12u – 13u30

Volg Frituur Reggie op Instagram: @reggie.antwerp

Laura Van den Dries en Jordi Van Staet. Foto: ATM Antwerp
Een lekker frietje met mayonnaise?
Foto: ATM Antwerp

Op de locatie van Sir Plantin

Nieuw hotel VIA Antwerp wil Zurenborg naar binnen halen

Op de Plantin en Moretuslei 136-140 wordt momenteel naarstig verbouwd aan het voormalige hotel Sir Plantin. Daar moet deze zomer opvolger Via Antwerp de deuren openen. Het hotel wil Zurenborg naar binnen halen en inspelen op het specifieke karakter van de wijk. (Marcel SCHOETERS)

“Nieuw hotel Sir Plantin heeft geen restaurant”, kopte uw geliefde Gazet in december-januari 2010-2011. Na anderhalf jaar van renovatie van een uitgeleefd bejaardentehuis op de Plantin en Moretuslei 136-140 opende de keten Tryp by Windham toen een eigen vestiging.

Een eigen restaurant is precies wat Via Antwerp wél wil bieden. Het zal de naam ‘MEA’ dragen, dat een eigentijdse Oostmediterrane keuken zal serveren onder de leiding van chef Omri McNabb. Hij verdiende zijn sporen in ‘The Palomar, in het hartje van de Londense wijk Soho en befaamd om zijn avant-garde interpretatie van de kookcultuur van

Noord-Afrika, Zuid-Spanje en de Levant.

Het is het restaurant dat als eerste fungeert op het persbericht dat de opening van het nieuwe hotel aankondigt. “Je kan er ook overnachten”, zegt de tekst wat later. De 176 kamers worden geacht een knipoog te geven naar de artnouveau-architectuur van onze wijk.

Ontmoetingsplek

Verder ambieert het concept ook de ontwikkeling van een ontmoetingsplek ‘waar de creatieve energie van Antwerpen voelbaar is.’ D.w.z. dat cultuur, design en samenzijn centraal zullen staan. Dat

gebeurt via kunstwerken van jonge Belgische kunstenaars, zorgvuldig geselecteerd, en muziekoptredens van lokale bands tot DJ-sets.

Volgens bepaalde geruchten zou het hotel zijn ‘gekraakt’ door daklozen, maar daar kon onze

redactie geen bevestiging van krijgen. Vermoedelijk is er verwarring ontstaan met het wél kloppende bericht dat de stad tijdens de voorbije wintermaanden in nachtopvang heeft voorzien in het leegstaande Erasmus Ziekenhuis, dat in het verlengde ligt van de Plantin en Moretuslei.

Boekenruilkastjes in de Transvaalstraat

Op vrijdag 6 juni 2025 om 18 u werden de twee boekenkastjes in de Transvaalstraat plechtig ingehuldigd. Het is een initiatief van de bewoners Annick, Carla, Hilde, Inge, Lilyane en Steven. De kastjes werden gebouwd door Nemo/GriGri. (Jorg PYL)

De boekenruilkastjes staan in de Transvaalstraat, aan nr. 29 en het kruispunt met de Waterloostraat, en één aan het Josué Duponplein, vlak aan Guldenvliesstraat nr. 1. Boekenruilkastjes zijn mini-bibliotheekjes die vrij te gebruiken zijn voor andere lezers. Je neemt een boek uit het kastje en zet er eentje voor in de plaats. De kastjes zijn bedoeld voor bewoners van de Transvaalstraat, Waterloostraat, Generaal Van Merlenstraat en Gulden Vliesstraat. Op die

manier kan men andere boeken ontdekken en vermijden dat boeken bij het oud papier belanden. Het is de bedoeling om op geregelde tijdstippen te werken rond bepaalde thema’s, in de zomer bijvoorbeeld reisboeken en winterverhalen rond de jaarwisseling. Meer details kan met vinden op facebook. De initiatiefnemers zijn heel blij en danken voor de steun van de stad Antwerpen waardoor dit project mogelijk kon worden gemaakt, alsook het district Berchem voor hun niet aflatende belangstelling voor de initiatieven die in deze buurt worden genomen.

Voor al uw vragen en opmerkingen Transvaalstraat.berchem@gmail.com www.facebook.com/groups/vzwtransvaal

Thaise en Vlaamse gerechten geserveerd in een huiselijke sfeer. Kom zeker onze heerlijk cocktails proeven. Reserveren op 03/235.98.42 - informatie op mays.be

Inkom van het hotel. Foto: VIA Antwerp
Boeken om te ruilen. Foto: Jörg PYL

Voortaan twee dierenartsen met duidelijke taakverdeling Op bezoek in de bekende praktijk van dierenarts Stéphane Albers in de Cogels-Osylei 79 worden we hartelijk ontvangen door Oliver Vangool. Oliver Vangool is vorig jaar afgestudeerd als dierenarts en is in juli vorig jaar - na hier tijdens zijn opleiding al stage gelopen te hebben - in de praktijk op de Cogels Osylei gestart. Stéphane Albers is meer dan 40 jaar lang actief geweest in de door hem opgerichte praktijk en het was dus stilaan uitkijken naar manieren om de continuïteit te verzekeren. De oplossing lijkt nu gevonden doordat Oliver Vangool sinds vorige zomer de algemene diergeneeskunde in de praktijk voor zijn rekening neemt waardoor Stéphane Albers zich sindsdien exclusief kan toeleggen op het gebied waarop hij een grote expertise heeft, namelijk de cardiologie.

Een militair wordt alsnog dierenarts Hoewel Oliver Vangool als kind al interesse had in diergeneeskunde en zijn beide ouders dierenartsen zijn, heeft hij een toch wel opmerkelijk parcours gelopen om uiteindelijk zijn roeping te vinden. Als kind had hij namelijk te veel jeugdige energie in

in de praktijk van dierenarts Albers in de Cogels-Osylei (Eddy

zich om zich op schoolbanken thuis te voelen, dus meldde hij zich op zijn 16de bij de Koninklijke School voor Onderofficieren om zijn middelbare school af te maken binnen de wat spannendere context van het leger. Omdat het leger officierspotentieel in hem zag, startte hij vervolgens een opleiding aan de Koninklijke Militaire School en de Zeevaartschool, maar ook daar kon hij zijn behoefte aan actie onvoldoende kwijt. Uiteindelijk werd hij onderofficier bij de marine en ging jarenlang varen op zee.

Hoewel die job hem veel voldoening schonk en hij als jonge kerel op die manier ook veel van de wereld kon zien, kwam na een aantal jaren toch geleidelijk het besef dat hij misschien op deze manier op lange termijn wat snel aan zijn groeilimiet zou zitten binnen het leger en bovendien werd het om privé redenen ook minder evident om zo vaak op zee te zijn en dus weg van huis en vriendin. Na 10 jaar ervaring bij het leger hakte hij de knoop door en besliste om alsnog een opleiding tot dierenarts te starten. Deze keer bleek hij wel rijp voor de schoolbanken want na 3 jaar bachelorstudies in Antwerpen en 3 jaar masterstudies in Gent studeerde hij vorig jaar af als dierenarts, met grote onderscheiding bovendien.

Eerstelijnspraktijk voor de brede buurt Oliver Vangool koos bewust om aan de slag te gaan in een éénmanspraktijk zoals die van Stéphane Albers en niet voor een grotere keten van klinieken op het vlak van diergeneeskunde omdat de individuele relatie met de klant en de klemtoon op de individuele stielkennis van de dierenarts in een dergelijke praktijk hem veel

AERTS)

meer aansprak. Op termijn verwacht hij wel dat hij ook een eigen expertisegebied zal gaan ontwikkelen, zoals Stéphane Albers dat gedaan heeft met cardiologie, maar vooralsnog voelt hij zich helemaal thuis in de brede eerstelijnspraktijk zoals hij die nu voert. Dat wil zeggen: een praktijk waar je als klant zeker weet dat je altijd met dezelfde dierenarts te maken hebt en met wie je dus een vertrouwensband kan opbouwen, met een breed aanbod aan basisdiensten (voor complexere behandelingen zoals bijv. MRI's of complexe chirurgie wordt een beroep gedaan op gespecialiseerde dierenklinieken), voor een breed scala aan diersoorten (hoewel de klemtoon vooral ligt op huisdieren) en waarbij de dierenarts desgevallend ook bereid is aan huis te komen (bijv. voor baasjes die zelf slecht te been zijn of om geliefde huisdieren thuis te euthanaseren).

Hoewel de kern van het klantenbestand uit Berchem-Borgerhout-Deurne komt, zijn er ook klanten die uit de bredere Antwerpse regio komen, bijvoorbeeld omdat baasjes verhuizen maar omwille van de goede vertrouwensband die ze met hun dierenarts hebben toch naar de Cogels-Osylei blijven komen met hun huisdier. Met de komst van Oliver Vangool lijkt die verdere toekomst verzekerd.

Dierenarts Albers

Cogels-Osylei 79 2600 Berchem 03/235.96.76

Enkel na afspraak

Olivier Vangool, nieuwe dierenarts bij praktijk Albers. Foto: Eddy AERTS
Bij dierenarts Albers zorgen ze voor uw dieren. Eigen foto
De opvolging is verzekerd in de praktijk. Foto: Eddy AERTS

Van buitenaf bekeken

Ik ben altijd goed geweest met mijn klanten en mijn klanten met mij

“Dag, meneer Porinsky ”. Zo groet ik hem, bij mijn aankomst. We kennen elkaar al zo’n veertig jaar maar toch blijven we elkaar uit respect meneer noemen. “Iedereen zegt John maar u weet toch hoe hij heet? ”, vraagt Frieda. “Jan”, zeg ik, “maar hoe noemt u hem? ”.

“Schat ”, zegt ze. “Hier iets drinken, dat is lang geleden, de mensen lieten me niet gerust, ik had schrik dat ze me zouden aanspreken”, zegt John. Er klinkt nostalgie door.

“Ik heb nog met de Dageraadfeesten meegewerkt. Mijn jongste broer zat in een rockgroep en trad er op”. Had ik onlangs in de krant niet iets gelezen over een Porinsky? “Dat is de zoon van mijn broer, Carl. Hij is fotograaf en stelt tentoon, de laatste keer in de Arendstraat ”. Ik zoek het op, Gazet van Zurenborg heeft in het laatste nummer van 2019 verslag uitgebracht over de tentoonstelling.

Herinneringen

“Mijn café, als ik jong was, dat was De Draak. Daar stond een topbiljart. Rik van Steenbergen kwam daar pokeren. Mijn vader ging naar de Transvaal bij Sus en Wiske (aan de overkant, naast het kapsalon Snip Snip, waar nu het Roze Huis gevestigd is, gp), ”.Wie er, zoals ik, zijn jeugd in Borgerhout doorgebracht heeft, weet dat de wielerkampioen niet vies was van geldspelen en dat ook kwam doen bij de Jennes, in de Fonteinstraat. Tessen, noemden we dat, met twee toonloze e’s."

John heeft dus jeugdherinneringen aan Zurenborg. Hij is in 1938 geboren. Na de oorlog, in 1945, opent zijn vader, een zelfstandig loodgieter, een winkel in de Gitschotellei. Het huis behoorde toe aan een joodse familie. Toen zij terugkwam, zijn de Porinsky’s verhuisd naar de Stierstraat. “Er stond toen nog een watertank op de Dageraadplaats, tegen de brandbommen. Bij ’t spelen was mijn sandaal erin gevallen. Toen ik dat aan mijn vader vertelde, stuurde hij me terug, ik moest de sandaal uit het water halen. Het was hier gezellig, hofkes, veel kalmer, je had alles in de buurt, een koffiebranderij, drie bakkers, slagers, een zadelmaker. In 1953 zijn we naar de Nottebohmstraat verhuisd “. “ Vanaf 52 was ik helper bij mijn vader. Ik heb dan avondschool gevolgd op de Paardenmarkt. In 70 ben ik op mijn eigen begonnen. Na onze trouw zijn we tenslotte in de Lange Altaarstraat terecht gekomen. Vanaf 71 hebben we daar gewoond, 35 jaar, tot het huis verkocht werd. Dat was van een ere -notaris, een van mijn eerste werken. We hebben

het altijd gehuurd, ik wou het niet kopen, ik wist dat er te veel kosten waren”. “Ik vind het spijtig dat we het niet gekocht hebben”, zegt Frieda tussen neus en lippen. “Je ziet hoe duur een huis nu is en hoeveel jonge mensen er de laatste jaren zijn komen wonen, de ouders betalen”, rondt John af.

Vrouw en dochters

Frieda is vier jaar jonger dan John. Ze zijn getrouwd toen hij 21 was en zij 17. Ze kennen elkaar van toen zij 14 was. “Ze woonde in de Wolfstraat, komt uit een gezin van dertien en bracht haar broertje naar school, ik het mijne. Zo hebben we elkaar leren kennen. We zijn nu 65 jaar getrouwd ”. “Ik zie hem nog altijd graag ”, zegt Frieda.

Frieda en John hebben twee dochters. Een collega van fotogaaf Laurens die erbij is komen zitten, herinnert zich de twee. Hij is van dezelfde leeftijd als de oudste, de zwartharige Linda. Hij ging naar school op St.-Edmondus in de Lange Altaarstraat en had daar uitzicht op het huis van de Porinsky’s. Telkens als de meisjes de deur uitgingen, slaakte er iemand de kreet “Porinsky !” en stormden de pubers naar het raam om hun schoonheid te bewonderen.

Tsjechië

De naam verraadt John zijn wortels. Zijn grootvader is voor de Eerste Wereldoorlog vanuit wat nu Tsjechië is naar België komen werken. Hij was een kuiper, maakte houten tonnen. Hij leerde een meisje uit Aardenburg in Zeeuws-Vlaanderen kennen, die als dienstmeid werkte. Zij werd Johns grootmoeder. Tijdens de oorlog had zijn grootvader een accident, vertelt John, “Zijn voet moest afgezet worden. Dat gebeurde uiteindelijk niet, hij heeft zijn voet gesoigneerd en hem behouden maar moest hem alle dagen behandelen. Uit dankbaarheid voor het behoud van zijn voet heeft hij een Onze-LieveVrouwbeeldje tegen de gevel geplaatst van zijn zuivelhandel in Merksem”. Een jaar geleden hing het er nog. “Dat is mijn eigendom, vroeger was er een kapelleke boven en links en rechts een bloempot ”.

Johns vader is hier geboren. In de jaren voor de oorlog vestigt hij zich als loodgieter in de Spillemansstraat, een zijstraat van de Gitschotellei. Daar woonde een glazenmaker en achteraan kon hij een atelier openen. Loodgieterij zit al bijna een eeuw in de familie.

John heeft lang contact gehouden met de familie in Tsjechië. “In 68, toen de Russen binnenvielen, was ik daar met de caravan van mijn ouders, een

86 is hij nu. Decennialang was John Porinsky als loodgieter gevestigd in de wijk. Een man op wie je kon rekenen, die altijd wel in zijn atelier een hulpstuk had liggen, waarmee hij je warmwaterketel weer aan de praat kreeg of de centrale verwarming liet functioneren zoals het hoort. Twintig jaar geleden is hij aan de overkant van de Ring gaan wonen maar vaak zie je hem met zijn bestelwagen rondrijden op Zurenborg. Gazet van Zurenborg heeft met hem en zijn vrouw, Frieda, afgesproken op het terras van de May’s.

(Guy POPPE)

Citroën. Zij konden niet autorijden, ik wel. Ik heb de tanks zien rijden. Daarna ben ik nog een keer teruggegaan voor een overlijden. Ik spreek geen Tsjechisch, maar de mensen van mijn generatie, die spraken Engels. Er woont ook familie in de Verenigde Staten. Toen een van hen, de zoon van een dominee, soldaat was in Duitsland, zijn ze op bezoek gekomen. Ze wilden perse Belgische kost eten en hebben hier stoofvlees met frieten gegeten”.

Overal binnen gezeten “Ik heb veel gewerkt in de bakkerij, waar nu het Strand van Oostende is. Ik heb overal binnen gezeten. Altijd in de buurt gewerkt, altijd. Wel eens in de Walen een villa vernieuwd, dan bleven we slapen. Ook eens een herstelling gedaan bij (zanger) Louis Neefs, in een van de blokken in Deurne”.

Loodgieters maken wat mee. Het ene verhaal volgt op het andere. “ Van schilder Verbeeck, in de Kreefstraat, over de garage, heb ik een kunstwerk gekregen. In een huis stonden er op zolder kasten, zonder deuren. Ik mocht ze meepakken. De deuren staken achter de kast, we hebben ze nog in gebruik. Op de Plantin en Moretuslei moest ik een kraan plaatsen in de badkamer, op de entresol. Ik doe de deur open, zit er daar een vrouw in ’t bad. U had kunnen kloppen, zei ze later, maar ja, die vrouw beneden zei, ga maar naar boven. Ik heb niks gezien”. “Ik zal dat maar geloven”, onderbreekt Frieda zijn verhalenstroom.

“Ik ben ook eens een klant kwijtgeraakt. Op de Plantin en Moretuslei moest ik een werk doen in een café, in de badkamer ”. “Een kabberdoeske”, valt Frieda in. Er waren destijds op de Plantin en Moretuslei café’s met vrouwen die voor toenadering open stonden. “Eerst ontvangen, zei mijn vader, en dat gebeurde. Ik moest beneden water afsluiten. Achter de toog was er een val, daar waren alkoven en in een ervan zag ik een officier die ik kende, uit een zijstraat van de Diksmuidelaan. Ik reageer niet maar heb nooit meer voor hem moeten werken”.

Dat hoofdstuk is voorgoed afgesloten. “Klanten? Da’s gedaan, er zijn er veel weg, overleden. Ik ben altijd goed geweest met mijn klanten en mijn klanten met mij ”. In het appartementsgebouw waar John nu woont, in Borgerhout, buiten de poort, doet hij soms nog kleinigheden. “Als er iets is, uitzonderlijk, gratis. Ik zie niet goed meer ”.

De motor, zijn trots Loodgieterij behoort dan wel tot het verleden, John is geen thuiszitter. Hij rijdt al heel zijn leven met een motor, duidelijk zijn trots, hij vist meteen een recente foto uit zijn portefeuille. “Al een jaar of vijf, zes rij ik met een Suzuki 800cc rond. Daarmee rijd ik naar mijn broer in Rumst”. “Ik ben ongerust”, komt Frieda tussenbeide. “Vanaf mijn achttiende rijd ik met de motor. Mijn eerste stond voor de deur, toen ik in 58 afzwaaide. Mijn vader had hem op de Vrijdagmarkt gekocht, een oude legermotor, een 500 cc”.

Twintig jaar lang is John ook voorzitter geweest van een dartsclub in de Gitschotel, die uiteindelijk terecht gekomen is in de Sinatra. Zo heette tot voor kort het café op de hoek van de Sterlingerstraat en het Verlindenstraatje, zoals we dat vroeger in Borgerhout noemden, schuins over de oude parochiezaal Pax.

Blijvende band

Frieda komt nog naar de markt op donderdag, met haar dochter. “Er staat nog weinig ”, beklaagt ze zich. John Porinsky sluit af, “er komt nog altijd iemand de Gazet van Zurenborg in de bus steken. Bijna twintig jaar weg en toch, dat kan tellen”.

Hier iets drinken, dat is lang geleden.
Foto: Laurens OP DE BEECK
John Porinsky op zijn motor, zijn trots. Eigen foto

Barden van Barechoem stellen voor

Namiddag Poëzie in Café des Arts

Op zaterdag 22 juni verandert Café des Arts aan de Boomgaardstraat 350 in een bruisend podium voor woorden, zinnen en rijm. Van 15u tot 17u ben je welkom op Barechoem, een gratis poëziemiddag die al enkele keren heeft plaatsgevonden. Een evenement vol creativiteit, verwondering en de kracht van taal. Verwacht geen stoffige voordrachten, maar frisse stemmen, straffe zinnen en een vleugje verbeelding. (Cleo KLAPHOLZ)

Een podium voor gevestigde waarden en nieuwe talenten De affiche is indrukwekkend: bekende namen als Pierrette, Seppe Gesquiere, Peter mmm Verreth, Marc Terreur, onze eigen wijkdichter Roos De Buysscher, Sander Jefke Thijs en voormalig stadsdichter Cleo Klapholz staan garant voor een namiddag vol poëzie die recht uit het hart komt. Elk van hen brengt een unieke stijl mee naar Berchem, van teder en intiem tot rauw en maatschappijkritisch.

Maar Barechoem is meer dan alleen een showcase van ervaren dichters. Een bijzondere plek op het podium is weggelegd voor De Barden van Barechoem, een groep lokale woordkunstenaars die de voorbije maanden deelnam aan een reeks workshops in cultuurhuis Corso. Onder begeleiding van professionele coaches ontdekten zij hun stem, schreven ze hun eerste teksten of werkten ze verder aan hun stijl. Sommigen van hen stonden al eerder op een podium, voor anderen is dit wel een nieuwe mijlpaal in hun parcours.

De Barden van Barechoem zijn:

André Staes, Kathleen Loos, Sevda Sogutlu, Lina Loubaa, Natacha Laeremans en Wietse Velle. Hun bijdrage aan het programma maakt van Barechoem niet alleen een cultureel evenement, maar transformeert dit evenement ook tot een springplank voor literaire groei!

Iedereen welkom – ook toekomstige barden

Barechoem is gratis en toegankelijk voor iedereen. Of je nu een vaste bezoeker bent van lokale literaire avonden of gewoon nieuwsgierig bent naar wat er leeft in de buurt, je bent van harte welkom. Kom luisteren, supporteren, ontdekken en misschien zelfs geïnspireerd raken om zelf de pen op te nemen.

Voor wie zin krijgt om zelf aan de slag te gaan, is er goed nieuws: in oktober start een nieuwe reeks poëzieworkshops in Corso.

Geïnteresseerden kunnen zich nu al inschrijven via deze link: https://bardenvanbarechoem.event goose.com/

Wie weet sta jij dan op 3 november op de wintereditie van Barechoem! Maar daarover meer in de volgende editie van de Gazet van Zurenborg. Tot dan, op 22 juni in Café des Arts!

Werkgeluk begint hier op Zurenborg

Densy, je richtte onlangs SUN op. Wat is precies het idee achter jouw bedrijf?

Densy Van den Bosch: “SUN is de samenstelling van Shift, Unexpected, New. Want ik geloof dat veranderingen, zowel klein als groot, vaak onverwacht komen. Gelukkig kunnen deze ook zorgen voor een nieuwe, zonnige wending in je leven. Met SUN wil ik mensen begeleiden die hun werk of plek in een organisatie in vraag stellen, dit bijvoorbeeld na een ingrijpende levensgebeurtenis.”

Waar komt die motivatie vandaan?

Densy Van den Bosch: “Na de geboorte van mijn tweede kindje begon ik zelf te reflecteren over mijn loopbaan. Ik voelde dat er iets moest veranderen en ben bij een loopbaancoach terechtgekomen. Dat traject heeft me doen inzien dat ik zélf mensen wil begeleiden in hun zoektocht naar werkgeluk.”

Voor wie is SUN bedoeld?

Densy Van den Bosch: “Ik werk zowel met individuen als met bedrijven. Voor individuen bied ik loopbaancoaching aan op maat van

de situatie. Vaak zijn dat mensen die een kantelmoment meemaken. Voor bedrijven organiseer ik trajecten en workshops over thema’s als welzijn, generatieverschillen of het voeren van betekenisvolle loopbaangesprekken. Alles wordt afgestemd op de specifieke noden van het team of de organisatie.”

Je werkt vanuit co-working space

The Attic in de Grote Hondstraat. Waarom koos je voor Zurenborg?

Densy Van den Bosch: “Zurenborg is mijn buurt. Het is een levendige wijk met veel creatieve mensen. Ik wilde hier iets positiefs bijdragen. Bovendien biedt The Attic een warme, professionele setting die perfect past bij de sfeer van SUN. Sessies kunnen ook online doorgaan als dat beter uitkomt.”

Wat valt op in gesprekken met mensen over hun werk?

Densy Van den Bosch: “Veel mensen blijven hangen in een baan gewoon omdat het comfortabel is. Maar met de juiste begeleiding ontdekken ze vaak waar ze wél energie van krijgen. Soms heb je een klein duwtje nodig

Gazet

van

Zurenborg sprak met Densy

Van den Bosch, oprichtster van SUN. Vanuit co-working space The Attic in de Grote Hondstraat begeleidt ze mensen die op een kruispunt in hun loopbaan staan. We gingen met haar in gesprek over haar missie, haar persoonlijke verhaal en werkgeluk.

(Cleo KLAPHOLZ )

om een andere weg in te slaan, maar het is absoluut de moeite waard.”

En hoe zit het binnen bedrijven?

Densy Van den Bosch: “Daar ligt de focus vaak op het behouden van talent. Maar er wordt nog te veel top-down gecommuniceerd, zonder transparantie vanuit het management. Ik geloof in open dialoog en wederzijds vertrouwen. Werkgeluk moet geen jaarlijkse ‘wellbeing week’ zijn. Het moet geïntegreerd worden in de bedrijfscultuur. Mensen willen vandaag geen klassieke werkdag meer. Ze willen flexibiliteit, autonomie en zinvol werk. Als dat goed zit, plukt het hele bedrijf daar de vruchten van.”

Je gebruikt ook bepaalde tools in je trajecten?

Densy Van den Bosch: “Klopt. Ik werk onder andere met de jobmatcher test van De Jobcoach. Dat is een heel krachtige tool om inzicht te krijgen

in iemands talenten, interesses en mogelijkheden. Zo kunnen we analyseren over welke talenten we al in huis hebben. Over de talenten die ze nog missen? En over welke functie écht bij iemand past.”

Tot slot: wat is jouw grote droom met SUN?

Densy Van den Bosch: “Dat mensen 's ochtends met een glimlach naar hun werk vertrekken. En dat bedrijven het belang van werkgeluk echt gaan inzien! Niet als modewoord, maar als iets fundamenteels.

MEER INFO w ww.suntalent.be

Instagram: @suntalent.be

LinkedIn: Densy Van den Bosch

Densy Van den Bosch, oprichtster van SUN. Eigen foto

Keuzes maken met hoofd én hart

Jochanan, ik was maar wat blij toen de redactie me vroeg om met jou in gesprek te gaan. En dat je toehapte.

Jochanan Eynikel: “De lezers kennen me misschien als wijkbewoner en als vrijwillig bestuurder bij de Gazet van Zurenborg, maar nu zit ik hier vanuit mijn professionele rol als businessfilosoof bij Etion. Mijn derde boek rolde net van de persen en het thema spreekt de redactie blijkbaar aan (lacht).”

Je job en de organisatie waarvoor je werkt verdienen wel een woordje uitleg.

Jochanan Eynikel: “Als bedrijfsfilosoof

beoefen ik een eerder praktische, toegepaste vorm van filosofie. Ik sta ondertussen twaalf jaar met beide voeten in het ondernemersveld. Etion is een ledenorganisatie die bedrijven ondersteunt en adviseert op het vlak van waardegedreven beleidsvoering. Ik zet mee mijn schouders onder de denktank, verricht onderzoek en mag regelmatig mijn bevindingen neerpennen. Mijn eerste boek gaat over ethiek en technologie, het tweede belicht de zoektocht naar zingeving in de bedrijfswereld. De titel van mijn derde werk luidt: 'Morele intuïtie. Bedrijfsethiek met hoofd én hart.'”

Als Zurenborger in de metropool omarm ik het devies dat diversiteit rijkdom is. Verscheidenheid verruimt, opent, daagt uit. Maar hoe maken jij en ik keuzes in dat soms complexe kluwen? En hoe beweegt de werkvloer mee? Bedrijfsfilosoof Jochanan Eynikel duikt met mij in zijn nieuwste boek. (Karen KETS)

Het accent op het voegwoord 'en' ontgaat me niet, Jochanan. Zie je dan een evolutie in de manier waarop we vandaag keuzes maken? Jochanan Eynikel: “Inderdaad. Uit onderzoek blijkt dat mensen vaak een moreel oordeel over iets hebben zonder eigenlijk te weten waarom. Bij de afweging of iets kan of niet - bijvoorbeeld investeren in de wapenindustrie -, hebben we meestal snel een morele voorkeur. Pas daarna gaan we op zoek naar redenen om die morele voorkeur te bevestigen. We denken dat we over onze morele opvattingen rationeel zijn, terwijl blijkt dat we van nature eigenlijk eerder intuïtief denken. Het is net voor het omarmen van de kracht van intuïtie - naast de ratio -, dat ik in mijn boek een lans breek.

Organisaties moeten vandaag een complexe en veelzijdige rol vervullen: we verwachten niet enkel dat ze verantwoord ondernemen, maar ook dat ze positief bijdragen aan de maatschappij. Ik raad bedrijven aan om regelmatig de organisatiewaarden te evalueren, en zo te toetsen of deze nog standhouden in de voortdurend wijzigende omstandigheden.”

En vanwaar deze trendbreuk om keuzes te maken met hoofd én hart?

Jochanan Eynikel: “Wanneer de samenleving diverser en meer gepolariseerd wordt, weerspiegelt dit zich ook op de werkvloer. Organisaties komen vandaag voor meer en complexere morele keuzes te staan, de verwachtingen rond 'goed ondernemerschap' liggen steeds hoger. Bedrijven moeten continu verantwoording afleggen, en als werknemer of leverancier wil men zeker zijn dat er een 'match' is tussen de eigen waarden en die van de organisatie. Met andere woorden: vandaag is 'goed doen' net iets uitdagender dan in de tijd van Plato (lacht).”

Moeten we ethiek dan heruitvinden?

Jochanan Eynikel: “We hebben in ieder geval meer nodig dan regel-

ethiek. Die heeft moeilijk vat op 'grijze zones' waarin het onderscheid tussen goed en kwaad niet zo duidelijk is. Een alternatief is de ‘weegschaalethiek', waarbij we in elke situatie afwegen welke keuze of beslissing de beste is op dat moment, voor die situatie. Omdat de context zo snel verandert - denk aan wat er op geopolitiek vlak gebeurt -, komt er ook druk op de algemene regels. Ethische complexiteit vereist wikken en wegen. En net in die morele weegschaal blijkt intuïtie een waardevolle hefboom, naast het rationele spectrum.

Mijn boek toont ook dat het uitdagender is om morele keuzes te maken wanneer organisaties (economische) schade lijden. Met andere woorden: wanneer het de organisatie voor de wind gaat is het makkelijker om ethisch te handelen. Tegelijk kan je als onderneming bij uitstek tonen waarvoor je staat wanneer je óók in uitdagende omstandigheden blijk geeft van authentieke en consistente morele keuzes. Morele dilemma's bieden dus ook kansen.”

Kan je dit met enkele voorbeelden illustreren?

Jochanan Eynikel: “Zeker. Er is het verhaal van Jos, die vele jaren een echte meerwaarde leverde aan een bedrijf, maar na terugkeer uit ziekte minder goed presteert. Vanuit economisch oogpunt is dit nefast voor de organisatie, maar toch kiest deze ervoor Jos aan boord te houden. Louter vanuit haar mensgerichte waarde en haar rechtvaardigheidsgevoel, wat we linken aan morele intuïtie.

Een ander voorbeeld: hoe gaan we als organisatie om met de vraag van een medewerker om meerdere weken vakantie na elkaar op te nemen, bijvoorbeeld om naar het thuisland te gaan? Rationeel kan je zeggen dat dit de professionele continuïteit in het gedrang brengt, en dat je geen precedenten wil scheppen. Dat de verlofaanvraag dus niet kan worden goedgekeurd.

Intuïtief kan je je ontvankelijk opstellen, de bereidheid tonen om pro's en contra's af te wegen, en bijvoorbeeld op teamniveau te kijken of hiervoor al dan niet draagkracht is. Het team krijgt dus de autonomie om een standpunt in te nemen ten aanzien van die specifieke vraag, in plaats van dat er top-down meteen met objectieve bezwaren en veralgemeningen wordt geschermd.

Intuïtief denken gaat hand in hand met de bereidheid om creatief te denken, de vaardigheid tot 'omdenken' ook. Het stimuleert participatief werken, en verhoogt de medewerkerstevredenheid.

Een echte win-win dus, om naast de stemmen in je hoofd, óók je hart te laten spreken.”

Jochanan Eynickel presenteert zijn derde boek. Foto: V. KNAEPEN

WERKEN AAN DE

De werken

Het zuidelijke werd omgevormd aan de voetpaden

DE COGELS-OSYLEI

werken aan de Cogels-Osylei lopen na elf maanden hinder stilaan op hun einde. zuidelijke stuk werd al einde 2024 afgewerkt. Ook het rondpunt verdween en omgevormd tot een gewoon kruispunt. Aan de zuidelijke kant wordt nog gewerkt voetpaden en de sporen. (Tekst en foto's: Jörg PYL)

Mirjana en de 7 instanties (of zijn het er 9?)

Mirjana Muckalovic: “Ik ben geboren in Kroatië, toen nog Joegoslavië, en studeerde in Sarajevo. Ik ben opgeleid als leerkracht en woon al 20 jaar in België. Sinds 8 jaar ben ik buurtregisseur van 4 wijken: Zurenborg-Haringrode en StadsparkDiamant.”

Wat is de opdracht van de buurtregisseur?

Mirjana Muckalovic: “Buurtregie is een dienst van Stadstoezicht. Deze dienst heeft buurtregisseurs in elke wijk van de stad. Onze kracht bestaat in het samenbrengen van alle actoren in een wijk. Door het opzetten van gecoördineerde acties en het onderhouden van een netwerk werken we

mee aan de leefbaarheid in een buurt.

De belangrijkste thema’s waar wij mee te maken hebben zijn overlast, samenlevingsproblemen, veiligheid en onveiligheidsgevoelens.

Buurtregisseurs werken vooral achter de schermen om mee oplossingen te vinden voor deze problemen.”

Hoe verloopt het contact met de bewoners?

Mirjana Muckalovic: “In Zurenborg zijn wij vooral actief geweest rond de Dageraadplaats. De laatste tijd zijn er daar grote problemen geweest. De contacten zijn daar informeel geweest, wij spraken met horeca-

Overkomt het u ook dat er allerlei verkeerd loopt in uw buurt en dat u niet weet waar aan te kloppen voor hulp? Er zijn 7 (of 9, er bestaat discussie) gemeentelijke instanties die waken over rust en netheid op de Dageraadplaats. Gelukkig is er een goede fee die alle touwtjes in handen heeft: buurtregisseur Mirjana Muckalovic. (Jan HOLVOET )

uitbaters, handelaars en individuele bewoners van het plein en de omliggende straten. Onder andere Bart Steenhaut van B&B Rock Lobster was zeer behulpzaam. Het zou wel gemakkelijk zijn moest er een buurtcomité bestaan in alle wijken. Vorige week had ik contact met het comité van Stadspark, zij hebben elke maand overleg en nodigen mij twee keer per jaar uit. Ook Haringrode en Groen Kwartier zijn heel actief.”

“Er valt perfect constructief samen te werken met stad, wijkregisseur, politie en horeca”

(Bart Steenhaut)

Bart Steenhaut : “Alles begon met het nieuwjaarsfeest op de Dageraadplaats anderhalf jaar geleden. Zoals iedereen wel gehoord of gelezen heeft is dat serieus uit de hand gelopen : jongeren waren bang en ’s morgens was het plein een slagveld. Ik beraadslaagde met enkele buren, iedereen was aan het klagen en vond het verschrikkelijk erg. Maar omdat niemand wist hoe het verder moest nam ik contact op met Gazet van Antwerpen en ATV. Pas was mijn gezicht in de krant verschenen en ik kreeg al een telefoontje van het kabinet van de burgemeester, dat mij in contact bracht met de buurtregisseur, Mirjana Muckalovic.

Zij bracht alle betrokken instanties samen: politie, horecamanager, handelaars. En er gebeurde daadwerkelijk iets. Het plein dat was afgeleefd was werd heraangelegd, er kwam nieuw meubilair. “

Welke andere problemen moesten aangepakt worden?

Bart Steenhaut : “ Als de lampen van de sterrenhemel stuk zijn, wordt dit nu na een telefoontje opgelost. Tegenwoordig begint de poetsploeg ’s ochtends vroeg het plein proper te maken, voor ze naar de winkelas

van de Meir trekken, waar de winkels pas om 10 uur opengaan. Zo moeten kinderen niet tussen gebroken flessen naar school gaan. Duivenpoep wordt weggespoten, ook na een telefoontje…

Wij komen nu tweemaal per jaar samen met alle instanties om de problemen te bespreken. Een buurtcomité is er niet. Bij een eerdere oproep via de Gazet van Zurenborg om er een op te richten is er geen reactie gekomen. Gezien er geen vijf bewoners te vinden zijn die zich willen engageren voor hun wijk, heb ik maar zelf het initiatief genomen om een aantal dringende problemen aan te kaarten.”

Hoe kan men contact opnemen om problemen aan te kaarten?

Mirjana Muckalovic: “Voor nietdringende politiehulp bel je naar de blauwe lijn van de politie. Alle andere zaken kunnen burgers melden via meldingen.antwerpen.be, of via de Antwerpen app. Zo komen meldingen direct bij de juiste diensten. Men kan me uiteraard ook rechtstreeks aanspreken via mail of desnoods telefoon.”

Werkt u alleen probleemgedreven of ook preventief?

Mirjana Muckalovic: “Wij doen ook preventieve acties. Toezichters in burgerkleding controleren ’s avonds, meestal de dag van collectie van huisafval, op sluikstorten, wildplassen, sigarettenpeuken, loslopende honden… Onze toezichters hebben GAS- bevoegdheid, zij kunnen boetes uitschrijven als dat nodig is. Er worden ook mobiele camera’s opgesteld daar waar er geen vaste camera’s zijn.

Maar in het algemeen zijn er weinig problemen, Zurenborg is een brave buurt.”

Projecten voor de toekomst?

Mirjana Muckalovic: “In juni starten wij een sensibiliseringsactie rond geluidsoverlast op de Dageraadplaats, maar daarover kan ik nu nog niet communiceren.

U weet nu waar u terecht kan voor alle overlast in het publiek domein. Opvallend is dat Mirjana pleit voor een buurtcomité, terwijl Bart daarin ontgoocheld is en het dan maar zelf aanpakt.

Het is zeker een onderwerp waarop wij zullen terugkomen in de Gazet van Zurenborg.

MEER INFO

Mirjana Muckalovic | Buurtregisseur Haringrode-Zurenborg/Stadspark-Diamant Stad Antwerpen | Maatschappelijke Veiligheid | Stadstoezicht Mirjana.muckalovic@antwerpen.be

Mirjana Muckalovic, buurtregiseur. Foto: Gerda HUYGEN

Rhythm On The Midnight

De vier jonge artiesten Noah Hermess (21), Victor Scheltiens (24), Kamil De Vylder (23) en Gustaaf De Schrijver (22) speelden zich de laatste maanden warm voor hun EPrelease. Wie afgelopen 26 april aanwezig was in de Rataplan, stond voor een verrassing van formaat toen de band verscheen op een ruim, vurigrood verlicht podium, met drummer Kamil verheven op een tweede platform. In Bar Stark, naast hun repetitieruimte, verzamelden we om te praten over hun dromen, hun samenwerking en uiteraard hun muziek. (Paki G ENBRUGGE )

Wie is seaside disk?

De vier vrienden uit Antwerpen maken al een jaar of drie samen muziek. Ze startten hun band tijdens corona en speelden sindsdien op allerlei evenementen. De afgelopen tijd werkten ze hard aan hun nieuwe EP Rhythm On The Midnight Ceiling Ieder van hen is naast de band ook op een andere manier bezig met muziek. “Begeleiding doet veel”, zegt Victor die momenteel Guitar Performances studeert aan het BIMM in Berlijn. Victor is leadzanger, speelt gitaar en schrijft de voornaamste lyrics. Hij begon onlangs ook een tweede band Dances with dogs met enkele

klasgenoten. Kamil daarentegen speelt drum en volgt in zijn vrije tijd muziekschool. De gitarist Noah studeert dan weer Pop- en Rockmuziek aan de PXL in Hasselt en speelt naast Seaside Disk in de bands Taber en Frankie Fame. Als er nog tijd over is dan sleutelt hij aan zijn soloproject HerMess. Tot slot geniet Gustaaf, van extra baslessen aan de Jazzstudio.

Muziek speelt een centrale rol in hun leven – dat is overduidelijk. Hoewel de vier dezelfde ambities koesteren, dragen ze elk op hun eigen manier bij aan het bereiken ervan. Victor

Sergie Van den Borne en Suzanne Janssens

Opticien - Optometrist

Dageraadplaats 12 2018 Antwerpen

tel : 03/235 16 35 optiekdedageraad@telenet.be

OPENINGSUREN

MAANDAG 10 uur tot 13 uur

DINSDAG 10 uur tot 18 uur

WOENSDAG 10 uur tot 18 uur

DONDERDAG 10 uur tot 18 uur

VRIJDAG 10 uur tot 18 uur

ZATERDAG 10 uur tot 13 uur

en Kamil omschrijven zichzelf als dromers, die de groep uitdagen met hun creatieve ideeën. "Soms moeten anderen mij wat in toom houden," zegt Victor met een glimlach. Daar komen Noah en Gustaaf in beeld: zij houden de groep met beide voeten op de grond en zorgen ervoor dat plannen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Juist die balans maakt hun samenwerking zo krachtig, concluderen ze.

Wat voor muziek maken jullie?

“Ik denk dat de grootste rode draad Bluesrock is”, verklaart Gustaaf, “met wat poppy kanten”. Invloeden van bands, zoals The Smiths, Led Zeppelin, Arctic Monkeys en The Black Box Revelation, zijn duidelijk te horen. “We zijn sowieso geïnspireerd door de muziek waar we graag naar luisteren”, zegt Kamil. De vrijheid van het maken leent zich ook om verschillende sferen te creëren en stijlen uit te proberen, iets wat Seaside Disk graag doet. Op die manier gaan ze soms van Poprock naar Punkrock. Daarnaast vertellen ze dat zo nu en dan de stem van Victor wordt verward met de iconische stem van zanger Alex Turner van Arctic Monkeys. Een groot compliment, daar mag je wel zeker van zijn.

Wanneer voordien Victor zich voornamelijk bezighield met het schrijven van de lyrics, werken ze de laatste tijd meer samen aan hun teksten. Ze

starten met een diepgaand gevoel of een idee en werken dat met een beperkt aantal woorden uit tot een lyrisch verhaal. Hun vertrekpunt is doorgaans de liefde. “Dat is een heel sterk gevoel. Een sterke sfeer. Dat past bij muziek”. Nummers zoals Garda Lake, Recognition en Let me believe you komen aan als een klap van emoties.

Ik neem aan dat jullie dan heel close zijn met elkaar?

Mijn vraag werd direct beantwoord: “Ik haat het cliché waarin mannen niet met elkaar praten over emoties. Fucking bullshit. Er zijn misschien veel mannen die dat niet doen, maar wij wel. Iedereen zou beter een band starten. Get emotional once or twice a week.” De vier vrienden prijzen zich gelukkig dat ze kunnen samenwerken op muzikaal vlak en eveneens elkaar beschouwen als beste vrienden. Nummers schrijven over persoonlijke onderwerpen, schept dan ook zowel letterlijk als figuurlijk een band.

Wat is jullie favoriete plek in Zurenborg?

Dat ze alle vier tegelijk ‘Moeskop’ roepen, is geen verrassing wanneer je weet dat zowel Gustaaf als Kamil er als jobstudenten werken. Drie keer traden ze er reeds op en stuk voor stuk waren het zalige shows, vertellen ze. “Het familiale, het gezellige, dat is een sfeer die bij ons past”. Wanneer Victor vanuit Berlijn naar Antwerpen reist, is dat de eerste plek waar hij naartoe gaat. “Feels like home”, zegt hij al grappend.

Wat komt er nog aan?

Wie de muziekband Seaside Disk nog niet eerder live zag in knusse bruine cafés, zoals de Moeskop, de Gorilla’s, Papa Jos en Den Dorpel, kan ze binnenkort zien losgaan op Muziek in de Wijk (22 augustus) en de Gentse Feesten (24 juli).

Seaside Disk deze zomer op Zurenborg. Eigen foto:

Hier Hoort Kunst: een culturele invulling voor de stelplaats

Hier Hoort Kunst is een cultureel buurtinitiatief van ons, Pjotr Durlet en Roos de Buysscher. We willen een leegstaande ruimte op de voormalige stelplaats van De Lijn tijdelijk omvormen tot een gedeelde plek voor cultuur, jeugd, creatie en buurtontmoeting.

(Roos DE BUYSSCHER)

Op 17 mei organiseerden we onze eerste buurtavond. Het lokaal van Scouts Zurenborg zat goed vol en er werd geluisterd naar jonge makers: Elise Bauwens en Helder Onkelinx brachten een tekst; Jef en Bas Manderveld zorgden voor muziek. De avond eindigde met een voorstel voor de buurt: een culturele invulling van een van de gebouwen op de voormalige stelplaats. Een voorstel dat we via deze weg ook graag met u delen.

Wij, Pjotr Durlet en Roos de Buysscher, zijn al sinds kinds af aan bewoners van Zurenborg. Pjotr studeerde vorig jaar af aan Writing for Performance aan LUCA Drama in Leuven. Roos is momenteel bezig aan haar bachelorproef Woordkunst aan het Conservatorium van Antwerpen. Wij zijn allebei jonge kunstenaars. Het cultuuraanbod in Zurenborg is aan het verdwijnen. Soms kun je een concert in een café bijwonen of wordt het plein omgetoverd tot een openluchttheater. Maar er is in deze wijk geen niet-commercieel, structureel cultuuraanbod. Dat is waar wij verandering in willen brengen.

We hebben ons oog laten vallen op een van de gebouwen op de voormalige stelplaats. In 2024 vertrokken de laatste bussen en bleef de site leeg achter. Wij willen niet meer wachten tot er eindelijk schot in de zaak komt. We willen op korte termijn een ontmoetingscentrum inrichten waar de wijk van kunst kan genieten, evenementen kan organiseren en occasioneel kan samenkomen, en dat het hele jaar door.

Het is tijd dat er vanuit de buurt een initiatief komt om de stelplaats een tijdelijke invulling te geven. We wachten al te lang op de toekomstplannen van de stad. Ondertussen lijdt de plek aan vandalisme en verval. Dit initiatief is een tegenreactie daarop. We vragen een tijdelijke invulling van 24 tot 36 maanden, om deze plek nieuw leven in te blazen. Enerzijds willen we jonge en nieuwe kunstenaars een plek geven om aan hun creatie te werken en te tonen. Anderzijds bieden we een plek aan de buurt waar kinderen, jongeren en volwassenen elkaar kunnen ontmoeten en evenementen kunnen plaatsvinden - zonder commerciële drempels,

met oog voor maatschappelijk en cultureel rendement in deze wijk.

Het idee is niet alleen artistiek, maar ook praktisch: we engageren ons om het gebouw dagelijks open te houden, proper te houden, gebruikers te begeleiden en kleine herstellingen te doen. We willen optreden als sitebeheerder, met een gedeelde verantwoordelijkheid voor wie er binnenkomt.

We willen u hierbij ook oproepen om deel te worden van dit initiatief. Als we de sleutel krijgen, willen we samen met een brede

groep geëngageerde bewoners de plek klaarmaken voor publiek gebruik. Dat kan op praktisch, financieel of inhoudelijk vlak zijn: een tafel doneren, een evenement helpen organiseren, mee nadenken over het beheer. Onze bedoeling is om een plek te maken vóór en dóór de buurt. We hebben u nodig - laten we er samen iets van maken.

Interesse of ideeën? Mail naar pjotr.durlet@yahoo.com of rdebuysscher@gmail.com of spreek ons gerust aan.

Pjotr Durlet en Roos de Buysscher aan de stelplaats. Eigen foto

Tom Lanoye vertelt over ReinAard, zijn sprankelende bewerking van een middeleeuws meesterwerk.

“Van zodra je over zuiverheid spreekt, begin je de berg van het fascisme te beklimmen.”

Dit voorjaar verscheen Tom Lanoye’s ReinAard, de bewerking van het middeleeuwse dierenepos Van den vos Reynaerde. We zochten de misschien wel bekendste Zurenborger op voor een interview over zijn nieuwe boek, dat door menige recensent als een krachttoer wordt bestempeld en al na een paar weken aan een derde druk toe is. We hadden het over het origineel en de bewerking, over de figuur van ReinAard en Firapeel, over de vrouwen in het verhaal, over Trump en Theo Francken… Vintage Tom Lanoye, dat merkt u meteen.

(Peter THEUNYNCK)

Hoe ben je ertoe gekomen om het verhaal van Van den vos Reynaerde te hervertellen?

Tom Lanoye: “Dat is op zich al een klein feuilleton. Eén: ik ben opgegroeid in Sint-Niklaas, het hart van Reynaertland. Dan ontsnap je er op geen enkele manier aan. Mijn broer had een horecazaak in de Wase bossen die Malpertus heette, naar de burcht van Reynaert. Ik ging plaatjes draaien in dancing Bruin de Beer, ik heb meegespeeld in het eerste grote Reynaert-massaspel in 1973 op de markt van Sint-Niklaas. Op het college kreeg ik van Anton van Wilderode les over dit dierenepos. Tijdens het massaspel werd het beroemde en nog altijd zeer lekkere Reynaertgebak gelanceerd. Er zijn Reynaertpralines, er is Reinaertbier. Reynaert, Reynaert, Reynaert dus. Toen mijn moeder overleden was, ging ik elke week met mijn vader eten, vaak in De Reynaert, wat toen een kwaliteitsrestaurant was.

Tegelijk had ik op twee manieren een hekel aan Reynaert. Ten eerste is er de folkloristische Walt Disney-Reynaert waarbij al het vunzige, tegendraadse, het schandalige, het scabreuze weggeschraapt is. Je houdt dan alleen een soort schelm, schavuit of deugniet over die met goed fatsoen in alle middens verteld kan worden, zonder dat het verhaal opzien baart. De pastoor die in zijn flikker wordt aangevallen door de kater en een deel van zijn klokkenspel verliest… wordt dan ineens een landbouwer die geschonden wordt aan zijn neus. Ten tweede is er de nationalistische lezing van de Reynaert, die ik van Anton van Wilderode opgelepeld kreeg: Reynaert als het arme kleine Vlamingske dat door zijn schranderheid weerwerk biedt en iedereen te slim af is, zeker het Franstalige hof van koning Nobel en het hofhondje Courtois. Van die twee dingen had ik mijn buik vol. Hoe ben ik er dan uiteindelijk toe gekomen om met die verhaalstof aan de slag te gaan? Twintig jaar geleden werd mij al eens gevraagd om dat te doen. Ik heb toen godzijdank nee gezegd. Het paste niet in mijn schema. Vier jaar geleden ben ik gevraagd door professor Frits van Oostrom.

Die heeft het extra duwtje gegeven. Hij heeft het epos jarenlang grondig bestudeerd, het was een beetje zijn kroonstuk. In zijn boek De Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk zit ook een nieuwe editie van de Middelnederlandse tekst, gebaseerd op alle bekende bronnen. Een heel betrouwbare basistekst dus. Hij zei: “Ik wil graag dat er naast mijn boek een hedendaagse bewerking komt en JIJ moet die maken!” Zijn boek, een ongelooflijk interessant werk overigens, gaf tegengas tegen de zoetsappige en de flamingantische lezing. Hij herstelde de oorspronkelijke Reynaert in ere en hij gaf een antwoord op tal van vragen: wie heeft dat geschreven, wie was de mecenas, enzovoort. Dat werd ineens het rijke, authentieke geschrift dat het in wezen is. Ik was overtuigd: dit is uniek in de Europese letteren, het is de eerste schelmenroman in de Europese literatuur. Heel straf, een meesterwerk, een canonstuk. Dus dacht ik, oké, ik doe het.

Ik volg het origineel en tegelijk is het MIJN interpretatie. Je hoeft het origineel niet te kennen, maar als je het wel kent, krijg je bij het lezen allerlei extra snoepjes aangereikt. Het is echt een bewerking zoals ik die graag maak en ook gemaakt heb van Shakespeares Hamlet en Koning Lear, van Euripides’ Medea. De stukken van Shakespeare zijn ook al bewerkingen van bewerkingen. Bij mijn bewerkingen wil ik het oorspronkelijke niet doen vergeten. Wel integendeel. Ik zou het geweldig vinden als mensen, in welke volgorde dan ook, mijn boek én Van Oostroms editie van de originele tekst én diens prachtige boek over De Reynaert, zouden lezen. Dan heb je bijna de full monty. Dat is eeuwig materiaal. Ik ga daaruit blijven voorlezen en ermee blijven optreden.”

Er zijn veel bewerkingen van De Reynaert gemaakt. Welke kon jou het meest bekoren?

Tom Lanoye: “Er bestaan er echt héél veel. Daarom is het ook onze Shakespeare!! De bewerking van Stijn Streuvels was heel smakelijk, maar iets te folkloristisch voor mij. Door mijn intense contacten met lezers, kreeg ik onlangs weet van een

kindertheaterversie gemaakt door Gerard Walschap. Je hebt ook Wapenbroeders, de bewerking door Louis Paul Boon. Maar die stelde me teleur, moet ik toegeven. Dimitri Leue heeft een bewerking gemaakt voor het theater. Ik heb ze nog niet gezien, maar ik hou heel erg van de acteurs en van Dimitri, dus dat zal ongetwijfeld heel goed zijn. En er zijn er nog zo veel meer. Genieten van al die versies: dat is fantastisch. Maar geen enkele beviel mij genoeg om te zeggen: ik hoef het niet meer te doen.

Op prozabewerkingen van De Reynaert ben ik niet dol. Een prozabewerking is iets wat je niet kunt doen met deze tekst, net zoals je geen prozabewerking van Shakespeare kunt maken. Dan breng je alles terug tot de plot en zowel bij Shakespeare als bij Reynaert hoort het te gaan over de geweldige taal. Ik schreef mijn bewerking in viervoetige jamben en gebruikte het volledige arsenaal van de dichter: rijm, binnenrijm, assonantie, alliteratie… Het origineel is in gepaard rijm geschreven. Ik zou dat kunnen, maar dan zou het te veel een kunststukje worden. Mijn doel is de inhoud zo swingend, zo klankrijk mogelijk over te brengen.”

Is Reynaert, net als Trump, een hedofascist – een term die de essayist Thijs Lijsters lanceerde? Iemand die voor zichzelf het recht opeist om ongebreideld te genieten ten koste van alles en iedereen?

Tom Lanoye: “Er is toch een enorm verschil. Bij Reynaert gaat het niet over de macht over anderen. Reynaert wordt uitgedaagd als enkeling, als piraat en gaat vervolgens de mensen die hem willen gevangennemen, in de zak zetten, beperken, te slim af zijn en genadeloos mishandelen: moord, doodslag, verkrachting, verminking, weerwraak… dat kan allemaal. Maar hij heeft geen machtshonger, hij wil Nobel niet vervangen.

ANARCHO-KAPITALISME

Ik zou voor Trump een andere term willen suggereren: “anarcho-kapitalisme”, een term uitgevonden door de Belg Gustave de Molinari (1819-1912). Volgens het anarcho-kapitalisme

zal de markt alles oplossen en alles wat marktverstorend is, alles wat vanuit een gemeenschap wordt georganiseerd, moet bestreden worden, want dat leidt tot niets. Behalve misschien een veiligheidsdienst die met zo weinig mogelijk belastinggeld betaald moet worden om ervoor te zorgen dat wij niet overvallen worden door anderen. Merkwaardig toch hoe de Republikeinen in de Verenigde Staten die altijd beweerden vast te houden aan de grondwet en zo pleitten voor law and order, nu de grondwet en law and order bestrijden en afbreken ten voordele van een complete maffiastructuur.

Zie wat Trump doet met de grondwet, met universiteiten, met journalisten, met kunstenaars, met politieke tegenstanders… Alles moet buigen voor iemand die zich voordoet als de baas van een drugskartel. Dat is anarcho-kapitalisme. Hij die de macht verworven heeft – door strijd, door harder en wreder te zijn dan de anderen – bepaalt alles. Alles wat hij zegt is wet, alles wat hij zegt is waarheid. En zegt hij morgen iets anders, dan wordt dat wet en waarheid.

Een aantal van de mechanismen die je bij Trump ziet en een aantal van zijn uitlatingen kun je herkennen bij Reynaert. Maar Reynaert is een totale eenling die niet ambieert om de staat over te nemen. Hij ontvlucht de staat. Hij is een soort Tony Soprano. Zijn gezin is heilig, al is hij een schuinsmarcheerder eerste klas. Moraliteit geldt in een heel beperkte kring. Daarbuiten heerst de totale anarchie: ieder voor zich.”

Heb jij een even sombere kijk op de mensheid als Willem die Madocke maecte?

Tom Lanoye: “Ik beschouw mij als een montere pessimist. Het ongelooflijke bij Willem van Boudelo – de vermoedelijke auteur van de Reynaert, die waarschijnlijk een monnik was en iemand die de rechtspraak heel goed kende – is dat hij via de omweg van het spel, een dierenepos met name, de machthebbers in hun hemd zet. Enerzijds heb je de lach, het sarcasme, de vette lol en de grol en anderzijds krijg je voortdurend de boodschap:

ReinAard van Tom Lanoy. Foto: Dieter DEDECKER

wees op je hoede als enkelingen hun wil opleggen in naam van grotere entiteiten – het weze god, de kroon, het vaderland, de eerbaarheid van de gemeenschap. Macht gaat samen met risico op machtsgebruik en –misbruik. Die kijk deel ik met Willem.”

Frits van Oostrom schreef in zijn recensie in Knack dat hij graag een gesprek van jou en Willem die Madocke maecte zou afluisteren. Waarover zouden jullie het hebben?

Tom Lanoye: “Je merkt aan alles dat zijn boek geschreven is om voor te lezen. Maar waar gebeurde dat? Het is zo schunnig en zo antiklerikaal in een tijd waarin de kerk almachtig was. Hoe gebeurde dat dan? Ik kan mij niet voorstellen dat De Reynaert op marktpleinen gebracht werd. Dan moest er immers door de overheid opgetreden worden. Maar waar gebeurde het dan wel? In welke cenakels werd het doorgegeven en voorgelezen? Het was bekend, maar hoe ging dat dan? Wij stellen ons de middeleeuwen voor als een duistere periode zonder humor, met heel veel onderdrukking. Dat kan eigenlijk niet, want anders zou Van den vos Reynaerde niet bestaan hebben.

DARIO FO

Bij het bewerken heb ik veel moeten denken aan Dario Fo, de Italiaanse Nobelprijswinnaar Literatuur. Fo combineerde elementen uit de commedia dell'arte en uit oude volksvertellingen en hij heeft er iets nieuws mee gemaakt. Dat is wat ik nu doe met die Reynaert-stof. Een moderne verwerking met oude technieken van bestaande verhalen die actueel blijven, want de mechanismen die erin beschreven worden zijn universeel: macht, onmacht, verdrukking, misbruik, de moeilijkheid van machtsuitoefening. Het zit er allemaal in. Ik zou die Willem willen vragen, wat waren jouw voorbeelden? En waar ging die fucking Madoc over? Waar heb je die verstopt? Stel je voor dat die tekst op een of ander moment ontdekt wordt in een klooster, dat men in een geheime nis Madoc vindt… De verwachtingen zijn intussen zo hoog dat die Madoc bijna niet anders kan dan teleurstellen. Maar stel dat het niet zo is, stel dat het een overtreffende trap is van De Reynaert… Hoe kan het dat iets dat zo bekend was in die tijd, nu onvindbaar is en dat we daar niets van weten. What the hell was that? ”

Je koos de schrijfwijze ReinAard. Is dat gewoon een ironisch grapje of zit daar meer achter?

Tom Lanoye: ”Dat moet de lezer maar zelf uitmaken en ik mag hopen dat hij niet met één antwoord komt. Er zijn verschillende mogelijkheden om dat te lezen, ook al naar gelang van waar je in het boek bent. Er komen diverse verwijzingen naar de betekenis van die naam.

Een van de mogelijkheden kan zijn: hij is niet iemand die zich beter voordoet dan hij is. “Ik ben wie ik ben en dat zal altijd zo zijn: a fox ”. Op een bepaald moment is het natuurlijk ook zuiver ironisch: iemand die zoveel op zijn kerfstok heeft en die dan zogezegd ‘rein’ van ‘aard’ is…

VOLKSAARD

Maar het gaat niet alleen over Rein, het gaat ook over Aard: de eeuwige discussies over wat de volksaard is.

Na de Tweede Wereldoorlog durven de Nieuwe Orde-adepten niet meer spreken over volksaard, maar nu maken ze boekjes over identiteit Eigenlijk bedoelt men daar hetzelfde mee. Ze schrijven over identiteit omdat ze vinden dat er een lijn getrokken moet worden tussen zij die erbij mogen horen en zij die er niet bij mogen horen. De volksaard was in mijn ogen een zuivere fascistoïde term om mensen uit te sluiten die niet zuiver, niet rein genoeg waren. Het idee dat nu naar voren geschoven wordt dat je identiteit ooit zou kunnen vastleggen, doet hetzelfde. Operette-ministers à la Theo Francken en het hele Vlaams Belang spreken over identiteit omdat ze zich zuiverder voelen dan onzuivere Vlamingen, zuiverder dan vluchtelingen en vreemdelingen. Van zodra je spreekt over zuiverheid, begin je de berg van het fascisme te beklimmen. Ik heb een grote hekel aan al die mensen die zuiverheid naar voren schuiven. Meestal zijn zij dan een toonbeeld van zuiverheid en al de anderen zijn niet zuiver op de graat. Het is een vorm van masturbatie! Sociaal narcisme! Van kijk eens hoe ik mij met mijn simpele afkomst heb opgewerkt. Als ik dat kan moeten de anderen het ook maar kunnen. Daarbij houden ze geen rekening met het feit dat je met minder of meer taalaanleg geboren wordt en met het feit dat je tegenslag kunt hebben in het leven. Al die mensen die geen Nederlands willen leren, mogen we dan zo veel mogelijk sociale toelagen afpakken. Maar hoeveel zijn dat er nu die niet willen??? Blijkt dat er wachtlijsten zijn van mensen die Nederlands willen leren, en dat er veel meer mensen zijn die het willen leren dan mensen die het mogen leren.

Vaak wordt het een semantische discussie. Moet het onderwijs tot doel hebben dat zoveel mogelijk kinderen zo goed mogelijk Nederlands leren? Uiteraard. Ben ik een fan van het Nederlands onderricht? Uiteraard. Vind ik dat we weerwerk moeten bieden tegen de verengelsing, niet alleen van onze universiteiten maar ook van de toneelinstellingen? Uiteraard. Een lokale voorstelling hoeft echt geen Engelse titel te krijgen. Maar gaan we het gebruik en de kennis van het Nederlands stimuleren door mensen die het al moeilijk hebben hun toelage af te nemen?

Door hun te straffen omdat hun kinderen niet genoeg Nederlands kennen? Ik denk dat zoiets averechts werkt. Het is zo makkelijk om een zondebok te zoeken. Ik heb vrienden uit de Dominicaanse Republiek die zich hier in België te pletter werken, met rugletsels en alles tot gevolg. En dan ga je tegen die mensen zeggen: je moet thuis ook wel Nederlands spreken met je kinderen en als je dat niet (goed genoeg) doet, verlies je de weinige steun die we je geven om je te laten overleven. Gaan die kinderen daardoor beter Nederlands leren?

Alle connotaties die ‘Rein’ en ‘Aard’ oproepen komen in mijn bewerking aan bod. Het is een cynisch, sarcastisch, ironisch spel. Dus toch weer een politieke invulling. Maar willen mensen dat er niet in zien… ook goed. Toch zou ik dat spijtig vinden.”

EERSTE SCHELMENROMAN

De ondertitel op de kaft luidt schelmenroman. Waarom moest dat erop?

Tom Lanoye: “Mijn geweldige

ontwerper Gert Dooreman – dat moet ik toch even speciaal beklemtonen –heeft zich in mijn nieuwe boek overtroffen. Bij het lezen zullen mensen het misschien niet bewust merken, maar de tekst leest zo lekker, mede dankzij de schitterende vormgeving. Bladspiegel per bladspiegel hebben wij bekeken om te zien waar we nog moesten schuiven om elke dubbele pagina coherent te maken.

Op een bepaald moment zei Gert: “Uit grafisch oogpunt heb ik tussen ‘Rein’ en ‘Aard’ een woord nodig.” De uitgeverij was ook vragende partij. Ze had behoefte aan een aantrekkelijke omschrijving van het boek. Want hoe overtuig je anders mensen om driehonderd bladzijden verzen te lezen? Hoe krijg je mensen zo ver dat ze eraan beginnen? Zodra ze begonnen zijn, doen ze verder, dan is mijn aanvoelen. Maar hoe krijg je ze zo ver dat ze het boek openslaan?

Een droge omschrijving zou geweest zijn ‘roman met poëticale en theatrale invloeden’, maar dat wordt heel lang om op de cover te zetten en het zal niet veel volk lokken, vrees ik. Ondertussen is het boek, met de ondertitel schelmenroman, al aan de derde druk toe.

Ik beschouw de Reynaert als de eerste schelmenroman in de Nederlandstalige en ook de Europese literatuur. Schelmenroman is een gen reaanduiding: een boek over een antiheld die zich met slimme streken door allerlei lastige situaties heen in leven weet te houden. Reynaert is een voorloper van Felix Krull, Lazarillo van Tormes, Huckleberry Finn… “

GANGSTERRAP

Het taaltje dat je voor de interne monologen van ReinAard koos, kun je daar iets meer over vertellen? Is het pidgin-Engels?

Tom Lanoye: “Nee, het is meer een artificiële maak-taal die aanleunt bij hiphop en rap en waarbij ook woorden in Duits en plat Vlaams worden gebruikt. Het is mijn versie van NederEngels. Maar waarom die vorm, die eigenlijk een hernemen is van de taal van Risjaar Modderfokker den Derde? Dat heeft twee redenen. Zoals de taal van de opera bijna automatisch Italiaans is, is de taal van drugsbaronnen, smeerlappen en Al Capones een soort Engels dat door de gangsterrap mee beïnvloed is. Het is een artificieel-literaire manier om een sublieme gangster neer te zetten.

Waarom teruggrijpen op de taal van de Modderfokker ? Ik had daar heimwee naar en vooral er is een enorme parallel tussen Risjaar en ReinAard. Die Risjaar den Derde onderscheid zich van de andere koningen omdat hij die geweldige terzijdes heeft. Hij richt zich rechtstreeks tot het publiek. Dat is een van de geheimen van het succes van het stuk. Hij is een entertainer die op voorhand of na afloop tegen zijn publiek zegt: “Die heb ik nogal eens te pakken gehad of die gaan ik nu eens te grazen nemen.” Zo maakt hij het publiek medeplichtig. Die terzijdes heb ik nu tot monologues intérieurs gemaakt. Die parallel tussen ReinAard en Richard is er! Ik heb er geen enkel bewijs voor, maar ik ben ervan overtuigd dat Shakespeare een versie van Van den vos Reynaerde moet hebben gelezen. Hij heeft van die Richard III een enorm groot monster gemaakt, om propagandistische redenen. Hij kreeg daar geld voor van de toenmalige koningen. Hij heeft daarbij theatermodellen gebruikt die al bestonden…

Ik heb letterlijke citaten uit Risjaar Modderfokker den Derde in mijn ReinAard opgenomen. Wie zich daarmee wil amuseren kan nagaan welke citaten ik letterlijk overnam en welke ik aanpaste aan de figuur van ReinAard. Ik moet mezelf amuseren, terwijl ik zit te schrijven. En geef toe, jezelf citeren is toch altijd geweldig (lacht). Ik citeer mezelf, maar wie zoekt, zal ook tal van verwijzingen vinden naar Walschap, Claus, Gorter, de Ilias, Brusselmans… Wie die mensen gelezen heeft, zal kunnen meegenieten van een soort medeplichtigheid met de auteur: wij zien hier dingen in die anderen er niet in zullen zien, lezen, horen.”

Was het dan echt fun om ReinAard te schrijven?

Tom Lanoye: “Het was toch vooral ook hard werken. Ik heb elke avond gedacht: ik heb veel minder regels dan ik geschreven zou hebben indien ik mij niets had aangetrokken van metrum, rijm en klank. Het was hogere wiskunde of misschien beter een vermenging van wiskunde en muziek.”

SPINDOCTOR

Je koos voor een wat ander einde dan in de klassieke Reynaert. Waarom?

Tom Lanoye: “In de oorspronkelijke versie verschijnt Firapeel, de luipaard, op het einde als een deus ex machina. Hij zorgt ervoor dat iedereen in ‘peis en vree’ heengaat. In de middel-

Tom Lanoye,auteur vén ReinAard. Foto: Dieter DEDECKER

eeuwen werd dat geaccepteerd. Zoiets als ‘er kwam een varkentje met een lange snuit en het verhaaltje is uit’. Dat gebruik van de deus ex machina in De Reynaert werd door Frits van Oostrom bekritiseerd en betreurd. Door mijn theaterervaring heb ik geleerd dat een deus ex machina in onze tijd niet meer werkt. Ik heb het anders aangepakt. Ik heb Firapeel van bij het begin in het verhaal geschreven en hem een belangrijk rol toebedeeld in elk van de episodes. Vanuit mijn toneelervaring wist ik ook dat hij een dip moest krijgen. Hij moet uit de gratie van de koning geraken en zich weer op het voorplan werken. Dan kan hij geloofwaardig het einde leveren. Ik heb van hem een spindoctor gemaakt. Dat is echt een update. Dat is iets van deze tijd. Trump is daarin geen uitzondering. Ook De Wever heeft een bataljon van zeer goede mensen rond zich die voor zijn image building en image defending zorgen. Altijd Engelse termen natuurlijk… Dat is een heel belangrijk facet van hoe de macht vandaag bedreven wordt. Die spindoctors gaan op hun manier de waarheid liegen om het status quo van de macht te beschermen. ReinAard is subversief. Hij trapt de macht onderuit en ontsnapt. De spindoctors en de luipaarden zijn er om het status quo te herstellen. Firapeel kon ik dingen laten zeggen over huidige politiek, over mediabeinvloeding, over jurisprudentie, over hoe je een crisis moet aanpakken om zo veel mogelijk gezichtsverlies te vermijden. Hij is een pendant van ReinAard geworden.

VROUWENROLLEN

Nog een belangrijke ingreep van mij is dat ik alle vrouwenrollen groter heb gemaakt en er een paar nieuwe heb gecreëerd. De leeuwin kreeg een naam. Dat werd uiteraard Leonore. “

Is dat ook een subtiele verwijzing naar de vrouw van Jef Geeraerts?

Tom Lanoye: “Je mag dat er gerust in zien. Als er nu één leeuwin is die mijn pad gekruist heeft, was het Leonore wel. Ze zou trots zijn. Ik ben eigenlijk blij dat je het zegt.

Waarom heb ik die vrouwenrollen groter gemaakt? Uiteraard zullen de anti-wokers, van Joren Vermeersch tot de vooruitgangshystericus Maarten

Boudry, zeggen dat het een aanval van woke-waanzin is dat de vrouwenrollen groter moesten worden. Je mag mij daarvan betichten, ik vind dat helemaal niet erg. Maar het is gewoon verhaaltechnisch interessant als die Leonore belangrijker wordt in het verhaal en ambras kan hebben met haar vent Nobel. De vos kan dan veel meer gaan stoken tussen die twee.

In Van den vos Reynaerde heeft de pastoor een zoon, Martinet. Ik vond het interessanter om van hem een vrouwelijk personage, Bernadet, te maken. Als iemand daar een verwijzing naar Bernadette Soubirous in wil zien, dan vind ik dat helemaal niet erg. Bernadet rijmt op Martinet. Ik had er ook trottinette van kunnen maken, maar het is Bernadet geworden.

Ook Hermelien, de vrouw van ReinAard, komt sterker uit de verf. Ze is een straffe madame die heel goed spreekt. Tegen haar bekent hij zijn angsten. Zij praat hem moed in, waardoor zij medeplichtig wordt. Helsewinde, de wolvin, de tante en minnares van ReinAard, komt eveneens meer uit de verf. ReinAard laat haar mutileren en verwijt haar dat ze heeft staan janken om haar man en niet om hem. Zij antwoordt met een scheldpartij. Zij krijgt een grotere rol en hij krijgt meer reliëf.”

Dit verhaal schreeuwt om podiumvoorstellingen?

Tom Lanoye: “Momenteel ga ik naar boekhandels en bibliotheken. Onlangs trad ik op in Mechelen en Oudenaarde. Binnenkort trek ik naar Utrecht en Groningen. Dit alles moet resulteren in ReinAard, de solo, een voorstelling van twee keer anderhalf uur, waarbij ik de tekst uit het hoofd zal kennen, maar wel nog het boek in de hand zal houden. Ik wil duidelijk maken dat ik geen acteur ben, maar een schrijver die zijn teksten brengt.

AUDIOBOEK

Op Pinksterzondag, 24 mei 2026, breng ik in de Bourla ReinAard de marathon, van drie uur ’s middags tot elf uur ’s avonds of langer als het nodig is. Een zes uur durende voorstelling met een paar pauzes. Dan lees ik het volledige boek voor. Daarbij gaan we het live audioboek opnemen. Van het audioboek komen er twee versies: een studioversie

Mail ons uw nieuws door

Omdat de redactie niet alles weet, vragen wij u om uw initiatieven, straatfeesten, tentoonstellingen, concerten, nieuwe handelszaken, enz, aan ons te melden, liefst twee maand op voorhand, dan publiceren wij graag uw item in onze krant. Indien later, proberen wij wat mogelijk is.

Het is uw krant, Het is uw nieuws.

Mail naar:

redactie@gazetvanzurenborg.be

(binnenkort al) en die live versie. Als het van mij afhangt komt er ook een podcast, maar dan meer algemeen over dat wonderlijke, fantastische, canonwaardige meesterwerk Van den vos Reynaerde en alle mogelijke bewerkingen. We zouden dan bijvoorbeeld ook Noël Slangen en Fernand Huts, de grote verzamelaar, moeten interviewen… Er zit een geweldige podcast in. En ik heb niets tegen canons, behalve wanneer ze gebruikt worden om de reinheid, de zuiverheid en de volksaard te promoten op een manier die mij niet bevalt. Ze mogen niet gebruikt worden om de macht te legitimeren. Als ik iets geleerd heb van zowel Uilenspiegel als van Reynaert, is het dat we dat moeten bestrijden.”

Hoe zit het met de belangstelling in Nederland?

Tom Lanoye: “Dat is een heel goeie vraag. Op dit moment weet ik dat nog niet. Tot hiertoe is mijn boek heel goed ontvangen in de geschreven pers in Vlaanderen. Nederland blijft voorlopig enigszins achter. Er komt nog wel een groot interview met Frits van Oostrom en hij schreef ook al een mooi stuk voor De Volkskrant Ik mag niet klagen, maar ik zie toch een verschil in aandacht. Volgens mij is dat terug te voeren tot het feit dat Reynaert veel meer tot de Vlaamse dan de Nederlandse cultuur behoort. Stel dat er in Nederland een geweldig boek verschijnt over de Statenbijbel, dan zal de belangstelling in Vlaanderen vermoedelijk veel minder groot zijn dan in het noorden. Wij zijn ook heel onwetend over Nederlandse dingen. Ik hoop wel dat ik met Frits van Oostrom in Nederland over De Reynaert kan gaan babbelen.

Er is nog een verschil tussen Vlaanderen en Nederland. Het literaire publiek van bij ons vertoont een grotere bereidheid om literatuur die afwijkt van de begane paden te accepteren. Ik ben niet verbaasd dat Safae El Khannoussi ook in Vlaanderen geaccepteerd is, terwijl haar boek een zeer exuberante vertelling is. Ilja Leonard Pfeijffer schrijft exuberant, Jeroen Brouwers, Lucas Rijnevelt. Zij zijn in Vlaanderen alles bij elkaar zeer goed ontvangen omdat er voor die mengvormen bijna automatisch een groot publiek bestaat in Vlaanderen. Lezen in een roman die uiteindelijk uit meer dan driehonderd bladzijden

verzen bestaat, is iets makkelijker te pluggen in Vlaanderen dan in Nederland. Maar ik ga wel mijn best doen om daar ook het pad voor ReinAard te effenen.”

Ben je intussen al met iets nieuws bezig?

Tom Lanoye: “Ik heb net in Leiden in het Museum der Oudheden een belangrijke lezing mogen uitspreken voor het verbond van classici, de Homerus-lezing. Daar is ook een boekje van gemaakt.

Nu ben ik lekker druk bezig, met mijn agent Pieter en met Behoud de Begeerte, om de voorstellingen van ReinAard voor te bereiden. Daar ben ik wel even zoet mee. Daarnaast neem ik ook wat vakantie. Lezingen beschouw ik overigens als vakantie. Ik mag uit mijn schrijfhok en ik mag naar scholen, bibliotheken, boekhandels en theaters. Je kunt mij geen groter plezier doen. Het beest mag even vrij.

Er zijn verder nog veel andere plannen. Ik wil nieuwe columns schrijven en ik wil een aantal bestaande columns nog eens bundelen. Wat moet ik voor mezelf nog meer schrijven? Ik heb nog een paar bewerkingen van Shakespeare op het oog, maar dat moet samenvallen met iemand die daarmee aan de slag wil. En ik zit te wachten op een klik – zoals ik die bij De Draaischijf had, een moment waarop alles in zijn plooi valt – om een boek over Zuid-Afrika te schrijven. Verder wil ik ook nog het derde deel van de Toni Hanssentrilogie schrijven.

Ondertussen lopen er ook nog allerlei andere projecten. Hopelijk gaan ze in september-oktober Kartonnen Dozen verfilmen. Peter van den Begin gaat in 2027 De draaischijf spelen. Op nog een ander boek van mij is een optiecontract genomen voor een verfilming.

Zelf wil ik na ReinAard graag Sprakeloos op de planken hernemen. Dus je ziet, voor een man van al bijna zevenenzestig jaar heb ik nog voldoende plannen. Niet inkakken is mijn devies.”

ReinAard van Tom Lanoye is beschikbaar bij de betere boekhandel.

Interesse?

Voor meer info contacteer ons via advertenties@gazetvanzurenborg.be

Horen dat het “vroeger beter was” ergerde mij van in mijn jeugd, gevolgd door de vaste overtuiging om die ergernis te willen blijven koesteren. Elk moment heeft zijn eigen dynamiek, zijn geschiedenis achter zich, en de eigen context om dat moment vorm te geven.

Dus verre van mij om zomaar terug te grijpen naar de ophemeling van welk verleden dan ook. Ook dat niet met betrekking tot onze directe wijkomgeving.

En toch wil ik mijzelf even een retrosprongetje gunnen.

Vroeger hadden we een bloeiend en sterk, zelfs flamboyant wijkcomité dat consequent de vinger aan de pols hield m.b.t. problemen, storingen in of perspectieven voor de wijk. Mag ik enige nostalgie hebben daarnaar?

Ik hoor dat er weer een aanzet is om die draad weer op te pakken. En daarom wil ik dat met alle kracht die er in mijn pen zit voeden.

Een groep van mensen die verantwoordelijkheid voelt voor de (heterogene) gemeenschap waarin wij leven en die antennes heeft om die te definiëren, in klacht of voorgestelde aanpak te verwoorden en er verder mee aan de slag te gaan.

Ik kan in deze column mijn eigen verzuchtingen neerschrijven, bedenkingen ventileren, serieuze of komische frases bedenken over de achteloos achtergelaten rotzooi op het plein, de e-bikes op de stoepen,

De zijspiegel

Een duwtje voor een wijkcomité

de ongeorganiseerd opengebroken voetpaden, nachtlawaai, trotse drollen, overlast door uit de hand lopende feestjes op de Dageraadplaats, zorg om de toekomst van de busstandplaats en Nieuw Zurenborg, enz. Maar ik heb geen impact. Ik laat er –in het beste geval – een paar mensen even bij stilstaan.

Een wijkcomité heeft wel een dragende stem. Zo’n comité kan bruggen slaan tussen de wijkbewoners en het beleid, overleg en confrontatie aangaan met de districtsbesturen die over ons territorium gaan, of met het stedelijk bestuur. Zo’n comité kan een megafoon zijn voor wat anders alleen als losse flodders in buurtgesprekken verdampt of tot frustraties ophoopt in de straten of hoofden van getroffen bewoners.

Een zelfstandig wijkcomité is een dynamiek op zichzelf, vraagt engagement van mensen die zich sociaal verantwoordelijk voelen voor hun omgeving en het referentiepunt van hun denken en handelen consequent bij hun medebewoners willen leggen. Nooit als een soort verlengstuk van het formele beleid maar juist als basisgroep die zichzelf onafhankelijk ontwikkelt. Het is aan beleidsverantwoordelijken om zo’n basisgroepen mogelijk te maken en ermee in gesprek te gaan, maar niet om ze te sturen. En ik wil er mensen in die de polsslag van de tijd voelen. Een wijkcomité dat dus geen simpele doorslag moet zijn van toen, geen geladen actiegroep (al

hebben emoties daar ook hun plaats). Deskundigheid ligt meer dan vroeger bij direct betrokkenen, die specifieke expertise hebben niet enkel als ‘ervaringsdeskundigen’. We hebben architecten, juristen, ingenieurs en ja sociologen, psychologen en mensen geworteld in diverse culturele achtergronden, leeftijdsgroepen, affiniteiten. Uit zo’n korf van kennis en inzicht kan engagement worden opgebouwd. We hebben mondige bewoners en we hebben – niet te vergeten – een krant die processen van zo’n wijkcomité kan voeden en ondersteunen. Als deze bijdrage de opzet van zo’n comité vooruit helpt, dan zal ik blij zijn. Ik wil zelf maar al te graag in de toekomst zo’n groep bevruchten met wat mij voor de ogen en voor de voeten komt van het ‘wijkgebeuren’.

En opnieuw over tijd gesproken… Nog zoiets dat ik meedraag: de geschiedenis wordt niet herhaald, wel treden er zelfde mechanismen op. En dat blijkt op elke schaal, van mondiaal tot persoonlijk. Mensen reageren op bepaalde dingen wellicht

al eeuwen op eenzelfde manier, dacht ik toen ik hem weer hoorde: gewoon blij zijn om een zingende vogel. Elke morgen ontsluit hij opnieuw, en nu alweer een maand lang, mijn dag. Zoals niemand anders daarvoor de passende sleutel heeft. Hij wel. Hij kent de code. Hij fluit ze als een krachtige tenor ergens hoog op een dak of een goot of een tak. Zijn zelfbewustzijn moet mij wakker maken en verplichten dat ik ervan geniet dat hij mij leven inblaast en het begin van de dag versiert met hoog gezang, een ode van natuurlijke schoonheid. Die merel maakt dat ik vandaag weer een antwoord moet verzinnen waarom ik kan leven met de scheuren en de schoten om mij heen. Dat ik moet toegeven daar machteloos bij te staan, maar toch zin kan geven aan de scènes waarin ik zal verschijnen. Ik moet hier verder niet al te poëtisch worden, daar is mijn buurvrouw hiernaast op deze pagina voor.

Wim VERZELEN

WIJKDICHTERWOORDEN

Afgod

Hoe ogen glimmen wanneer woorden na spinnen in gedachten.

‘Lieveling’ zei je nog voordat je wegfietste.

En ik die dacht dat taal blijvend was.

Omdat ze zo lang kon blijven hangen in mijn gedachtenbrand.

‘Blus ze weg’ zeiden mijn vrienden die tuinslangen in hun handtassen droegen om de voorspoed weg te spoelen waarin ik verdrinken kon.

Leerde toen mijn vingers in de lucht te houden zodat ik niet kopje onderging. Watertrappelen tegen de onderstroming van huilende vlinders in de onderbuik.

In onderbuiken schuilen liefdeskwalen. Slokdarm als glijbaan voor de minnetranen. Zo kunnen ze daar opblazen als waterballonnen en wegvaren via onze monden met lippen als vissen die moeizaam bewegen.

Zonder speeksel alleen zuinige woorden kunnen produceren.

Zoals ‘aan mijn’ en ‘afgod’.

Roos DE BUYSSCHER

KUNST UIT ZURENBORG

“Et dieu..... créa la femme”

Een fototentoonstelling van fotograaf Jan Dirkx

Twee weekends was de fototentoonstelling van parttime Zurenborger en professioneel fotograaf Jan Dirkx te bewonderen in fort 3 van Borsbeek, na eerdere evenementen op toonaangevende locaties in Vlaanderen. (Yo VAN DEN BULCK )

Kan je wat meer vertellen over de titel van deze tentoonstelling?

Jan Dirkx: “Het is een knipoog naar de - zeg maar - beruchte film van Roger Vadim uit 1956. Mijn geboortejaar, trouwens. Een zekere BB werd hierdoor wereldberoemd en een sekssymbool. Maar ik zoek het schandaal niet op, integendeel. Ik denk niet dat mijn werk enige vleug van machogedrag vertoont. “

In deze expo is de vrouw veel meer dan een lekker stuk vlees. Ze is een rode draad, een inspiratie, een figurant in de verschillende visuele kortverhaaltjes die ik fotografeer. Sensueel, mysterieus, nigger of the world, of gewoon prachtig. Deze keer geen mannen op de foto, het was al ingewikkeld genoeg.”

En hoe vertaal je dat in foto's?

Jan Dirkx: “Ik word soms geprikkeld door stukjes tekst uit liedjes of poëzie en literatuur. Of door de titel van een film of lied. Ik ga dan uit van een concept, een basisidee en dat vul ik in met eigen foto's van personen, attributen, achtergronden. Je zou ze kunnen omschrijven als digitale collages. En zo start ik een verhaal dat ik ook graag mondeling nog eens toelicht of over laat aan de verbeelding van de kijker. En daar wordt het dan interessant, hoeveel verschillende versies of interpretaties er dan volgen. Het is niet altijd gewoon “plaatjes kijken”.

Er zit zeker een gelaagdheid in mijn beelden. In de eerste plaats moeten ze esthetisch interessant zijn, maar er is meer. De “samen”leving, klimaat, emancipatie, antivaxers, narcisme, kolonisatie, religie en zelfs Elon Musk passeren de revue. Met knipoogjes, met ironie, met humor. Of met een scherp randje. En om mensen te plagen zijn er ook een aantal foto's waar je niets achter moet zoeken.”

Geef eens een voorbeeld hoe je te werk gaat? Jan Dirkx: “Dat is elke keer anders. Ik kies de stijl, de kleding, de kleur enzovoort in functie van het originele idee. Dus dat kan wel eens verschillen. Een collega noemde mij een fotografische kameleon. En dat klopt waarschijnlijk wel. Ik ben niet het soort fotograaf dat al 30 jaar dezelfde manier van processing gebruikt. Kijk biijvoorbeeld naar de foto die als poster gebruikt werd. Je wordt gepakt door een lied van de Henegouwse polyfone componist Josquin Des Prez (ca. 1500), uitgevoerd door de weergaloze Graindelavoix. Rillingen gaan dan over je rug. Ze zingen over een “Nymphe Des Bois”. Mijn interne harde schijf slaat het lied én het gevoel op en dat ga ik uitwerken naar een visuele versie. Hoe IK dat interpreteer. En dat kan dan mijlenver liggen van hoe anderen datzelfde lied beleven.”

De plaats van je tentoonstelling is verre van evident.

Jan Dirkx: “Mijn verzameling beelden krijgt een extra dimensie in een totaal onbekend hoekje van Fort 3 in Borsbeek. Zelfs mensen uit de omgeving zijn na een half leven nog totaal verbijsterd wanneer ze dit ontdekken. De Kruitkamer (er staan pijltjes!) is een voormalige schietstand en ademt een wat sterieuze sfeer uit. De beelden vooraan maken dat gevoel sterker. En achteraan heb je nissen; je wordt uitgenodigd om dieper in te gaan op wat je ziet (met dank aan de naambordjes). Het is geen evidente tentoonstellingsruimte. Wat ruw, beetje fris ;-) en verlichting die ‘not done’ is in gewone kunstgalerijen. Kunst en erfgoed!”

Wat is je link met onze wijk?

Jan Dirkx: “Ik ben een parttime Zurenborger. Mijn vriendin Greet Stappaerts uit de Arendstraat een volbloed. Zij is mijn eerste en streng jurylid. Co-curator, als je een lelijk woord wil gebruiken. Met haar achtergrond als kunst-

historica en zelfs één keer model was ze een onmisbare schakel in het creatief proces.”

MEER INFO

Instagram: JanDirkx4_portraits_etc https://www.facebook.com/JanDirkx photography

PRAKTISCH

De tentoonstelling vond plaats in het weekend van 17 en 18 mei en was nog te bezoeken op zaterdag 24 en zondag 25 mei, van 13u30 tot 17u30.

Fort 3 Borsbeek – De Kruitkamer Er staan pijlen vanaf de parkings; Een wandeling van een paar 100 meter, of een fietstochtje. In noodgevallen (slecht ter been) kan je tot aan de expo rijden. Er is drankgelegenheid in het aanpalende lokaal van Natuurpunt, waar mensen meer uitleg kunnen krijgen over dit deel van het fort.

Door de lens van Jan Dirkx. Eigen foto

KUNST UIT ZURENBORG

Expo ‘Ei’ van Jan Verheyen in Studio 68, Hoboken

Er zit muziek in die

Ongeveer een jaar na zijn eerste tentoonstelling in AZ Monica krijgt Jan Verheyen, de voormalige gitarist van Scooter, nu al een tweede expo. Zijn kleurrijke werken zijn te bewonderen in Studio 68 in Hoboken. (Yo VAN DEN BULCK)

OPENING

We parkeren in het rustige Hoboken na een niet-evidente autorit in de spits vanuit Zurenborg. De late namiddagzon nemen we mee naar binnen. De genodigden en bezoekers beginnen aardig binnen te lopen en meteen valt op dat ik eigenlijk in ‘klein Zurenborg’ ben beland. Jan Verheyen en zijn vrouw Annemie wonen dan ook al lang in de Velodroomstraat en hebben duidelijk hun Zurenborgse entourage meegebracht. Jan glundert. Vanuit de rolstoel, waarin hij na zijn herseninfarct van twee jaar geleden belandde, kijkt hij tevreden naar zijn werken, maar ook naar de vier vrouwen in zijn leven: echtgenote Annemie, twee dochters en een vijfjarige schattige kleindochter die hem bijstaan. Ze verschaffen uitleg, serveren drankjes en zoveel meer...

EI

Na een eerste tentoonstelling in het AZ Monica, waar Jan lang revalideerde (zie een eerdere Gazet van Zurenborg), is er nu een solotentoonstelling in Hoboken. De titel van de expo is samen te vatten in twee letters: EI. De kip legt een ei. Het moet eruit. Zo voelde de kunstenaar een drang die resulteerde in wat nu te zien is in de galerie. Het gaat over werk van ongeveer twintig jaar geleden en nieuw werk.

De eerste reeks bestaat uit negen werken getiteld: ‘Réflections sur la nature de Dieu’. Hij noemt het zelf reversed action painting. We zien kleurrijke vormen en figuren op een zwarte achtergrond. In één ervan is een aanstormend leger te zien.

werken!

Daarnaast zijn er zes grote schilderijen op mdf (plaatmateriaal van houtvezel dat met hars is bewerkt onder hoge druk) met de relatie tussen man en vrouw en de macht van de man en de Kerk als thema. De techniek is acryl op mdf, in combinatie met enkele foto’s gemonteerd op de ondergrond van mdf.

Het nieuwe werk beschrijft de kunstenaar zelf als aleatorisch expressionisme. Het toeval was al belangrijk in eerder werk, maar krijgt nu nog meer ruimte. Kladden en vegen worden volwaardige actoren. Jan Verheyen werkt graag met primaire kleuren, maar de dieren en figuren in zijn werk kunnen alle mogelijke tinten krijgen.

Ik merk ook een aantal 3D-beeldjes op, zelfs een sleutelhanger en oorbellen. Deze figuurtjes in hout en gerecycleerd plastiek zijn gemaakt

door een ‘mysterieuze’ vriendin. De Zurenborgse voormalige juwelen-ontwerpster haalde voornamelijk zwarte figuren uit Jans werk. Ze wil geen naamsvermelding omdat Jan Verheyen hier centraal staat.

SCOOTER

‘Don’t believe in number one, don’t rely on anyone’: dat dansbare nummer van de band Scooter, waar Jan Verheyen als gitarist deel van uitmaakte, spookt door mijn hoofd. Gitaar spelen behoort voor Jan definitief tot het verleden, maar hij heeft een nieuw elan gevonden en hij is goed omringd. Hij werkt met goesting en veerkracht. Zijn werken zijn kleurrijk én betaalbaar. In één ervan zie ik een gefragmenteerde gitaar, maar hé: ‘er zit muziek in !

www.facebook.com/janvschilder

Jan Verheyen stelt kleurrijk tentoon in Hoboken.
Foto:Ernest VANRINTEL

De Roma breekt uit!

De Roma krijgt deze zomer een gloednieuwe zaalvloer en houdt de deuren net iets langer gesloten. Daarom neemt De Roma in september drie weken lang haar intrek in Troubleyn, een authentiek theater in de Pastorijstraat 23 in

De huidige zaalvloer van De Roma is na meer dan 20 jaar dienst dringend aan vernieuwing toe. Hij wordt deze zomer vervangen door een nieuwe, mooie én duurzame parketvloer. Dat heeft tijd nodig en dus blijft De Roma na de zomerbreak in juli en augustus, drie weken langer gesloten, tot 25 september. Op vrijdag 26 september heropent het Amerikaanse duo van

Brusselse r&b-revelatie

De Brusselse r&b- en soulrevelatie

Adja stelt in Troubleyn haar langverwachte debuutalbum Golden

Retrieve Her voor. Twee jaar geleden liet ze voor het eerst van zich horen met haar debuut-ep IRONEYE. Single Told You So haalde intussen meer

The Midnight het nieuwe seizoen van De Roma en kan je voor het eerst de nieuwe vloer komen bewonderen.

Zo lang wil De Roma haar publiek niet laten wachten. Daarom neemt ze drie weken lang haar intrek in Troubleyn. Die zaal ligt vlak bij De Roma, heeft erg veel charme en is met een capaciteit van 180 zitplaatsen en 300 staanplaatsen ideaal om er een reeks klein -

dan 1,8 miljoen streams. Het leverde haar een uitverkochte show op in de AB. Op haar nieuwste album combineert Adja haar talenten als zangeres, theatermaakster en performer. Door haar passie voor r&b, soul en gospel, ontwikkelde ze een muzikale stijl die zowel warm, rijk en organisch klinkt en waarin je invloeden van D'Angelo, Erykah Badu, Hiatus Kaiyote en Lauryn Hill terugvindt.

Adja, do 4 september 20:00, Troubleyn staand - € 17/15

Fusion van jazz, hiphop en r&b

De Amsterdamse artiest met Ghanese roots Bnnyhunna toerde wereldwijd met Jose James, Arp Frique en Yung Nnelg. In zijn eigen project experimenteert hij met fotografie, video en poëzie. Zo brengt hij een unieke fusion van jazz, Afro, hiphop en r&b met invloeden van legendes als Fela Kuti, Pharell en Kendrick Lamar. Bnnyhunna groeide op in Amsterdam en leerde zich op jonge leeftijd al uiten via muziek. In de kerk leerde hij

Antwerpen-Noord, op een boogscheut van de Turnhoutsebaan. Onder de noemer De Roma breekt uit! kan je er in een uniek kader genieten van een reeks exclusieve concerten.

schalige concerten en activiteiten te organiseren. Zowel de medewerkers van De Roma als de vrijwilligers gaan er aan de slag om alles in goede banen te leiden en het publiek er in de gekende warme De Roma-stijl te ontvangen.

Met De Roma breekt uit! serveert De Roma een reeks kleinschalige, exclusieve concerten in een uniek kader.

zowel piano, gitaar als drums bespelen. Later produceerde hij songs voor onder meer Gaidaa, Rimon en Dolapo. In Troubleyn stelt hij zijn debuutalbum ECHOES OF PRAYER voor.

Het programma is zowel divers als veelzijdig. Zo staan er verschillende Belgische artiesten op het podium. Maar er maken ook enkele verassende en veelbelovende artiesten uit Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Polen en de Verenigde Staten hun opwachting in de Pastorijstraat. Hieronder een overzicht van alle concerten in Troubleyn.

Bnnyhunna, vr 5 september 20:00, Troubleyn staand - € 17/15

Hereniging met vertrouwde band

Met haar oprechte en emotionele songs en haar karakteristieke, breekbare stem veroverde Chantal Acda een unieke plek in de muziekwereld. Voor haar nieuwste album The Whale (najaar 2025) keert ze terug naar haar vertrouwde band. Na een solocarrière en optredens in verschillende duoformaties besloot ze om opnieuw de krachten te bundelen met de band -

leden met wie ze al meer dan tien jaar tourt als de Chantal Acda Band. Op het nieuwe album verkent Chantal Acda een geluid dat heviger en meer poppy is dan voordien, maar de muziek zit nog steeds vol met de emoties, creativiteit en introspectie die we van haar gewoon zijn. Chantal Acda presents The Whale, za 6 september - 20:00, Troubleyn staand - € 24/22

Veelzijdige jazz

De veelzijdige artiest Jonas Meersmans - vaste gitarist bij Stef Kamil Carlens & The Swoon, het Nicolas Mortelmans Quartet en het Ellen Schoenaerts Quintet - presenteert in Troubleyn zijn nieuwste album Glassman, geproduceerd door Tim Vanhamel en uitgebracht op het Belgische jazzlabel Werf. Hierop verweeft hij akoestische fingerpicking-landscapes met strijkers, contrabas en psychedelische sounds. Live speelt hij in triobezetting, bijgestaan door Michaël Lamiroy op viool en Gerben Brys op contrabas.

Jonas Meersmans Trio, zo 7 september - 20:00, Troubleyn zittend - € 17/15

Dansen door de chaos van het leven

Met hun langverwachte nieuwe album

Kinetic verdiept de Belgische experimentele jazzband Black Flower zich in de kracht van ritme en beweging. Het jazzcombo verweeft op onnavolgbare wijze een mix van Ethio-jazz, oriëntaalse invloeden, dub en afrobeat. Het nieuwe album is een oproep om door de chaos van het leven heen te dansen en de kracht van beweging in te zetten als bevrijdingsmiddel. Na lovende woorden van smaakmakers als Gilles Peterson, The Gaslamp Killer en Lefto Early Bird kijken we halsreikend uit naar de komst van Black Flower in Troubleyn. Black Flower, wo 10 september20:00, Troubleyn staand - € 20/18

Sfeervolle double-bill

Maak je klaar voor een sfeervolle double-bill. Joviale is een multidisciplinaire artiest uit het noorden van Londen. Ze balanceert op de grens van pop, alternatieve soul en r&b. Ze

De Roma breekt uit!

valt op met haar kenmerkende sound vol hoge zanglijnen en emotioneel beladen melodieën. Ook BINA. komt uit Londen. Ze debuteerde in 2019 met haar EP Humble Abode. Ze brengt een heerlijke mix van dromerige indie, experimentele jazz en sfeervolle r&b, geïnspireerd door artiesten als Kelela, Erykah Badu en BADBADNOTGOOD. Joviale + BINA., vr 12 september20:00, Troubleyn staand - € 17/15

Emotioneel beladen trip

Ellen Schoenaerts stelt haar nieuwe album voor tijdens een meeslepende muzikale trip die je meeneemt door de verschillende kleuren en periodes in een mensenleven. De plaat werd gemaakt in het jaar dat het noodlot toesloeg: de dood van Tom Pintens, goede vriend én vader van haar zoon. Omdat ze eerst niet goed wist wat ze met het emotioneel beladen album aan moest, ging de plaat anderhalf jaar in de kast. Nu is de tijd rijp om ze los te laten op de wereld. Ellen Schoenaerts krijgt hiervoor live de versterking van muzikanten Alban Sarens, Ephraïm Cielen en Jonas Meersmans. Ellen Schoenaerts, za 13 september 20:00, Troubleyn zittend - € 22/20

Meesterlijke singer-songwriter Na zijn memorabele comeback iets meer dan 10 jaar geleden met zijn veelgeprezen album How to Die in the North is de Amerikaanse multiinstrumentalist en meesterlijke singer

songwriter BC Camplight helemaa terug. In Troubleyn stelt hij zijn nieuwe plaat A Sober Conversation voor. De in Manchester gevestigde artiest brengt warme popmuziek waarvoor hij duidelijk inspiratie haalt uit de jaren 60 en klassieke composities. Voer voor fans van Matt Berninger, Leif Vollebekk en Bon Iver.

BC Camplight, zo 14 september20:00, Troubleyn zittend - € 22/20

Sociaalbewuste pubrock

Down under weten ze hoe straffe rock moet klinken! Het vijftal van Floodlights is één van de vele muzikale exportproducten uit Australië die nu Europa weten te veroveren. De band maakt sociaalbewuste pubrock met hier en daar een verwijzing naar de moderne postpunk. Na hun magistrale album From a View uit 2020 en optredens naast grote namen als Black Midi, Arctic Monkeys en Amyl And The Sniffers zijn de verwachtingen hooggespannen. Fans van Fontaines D.C., Dry Cleaning en Idles weten waarheen!

Floodlights, wo 17 september20:00, Troubleyn staand - € 17/15

Poolse jazzcats

De Poolse jazzcats van Omasta brengen de werelden van hiphop en jazz op een unieke manier bij elkaar. Het vijftal uit Krakow bouwde een sterke reputatie op met interpretaties van de repertoires van o.a. J Dilla en MF Doom. Dit najaar herwerken ze in Troubleyn de beats van die andere legendarische producer Madlib. Zitten BADBADNOTGOOD, J Dilla en Thundercat in je playlist, dan ben je op 18 september aan het juiste adres in de Pastorijstraat 23. Omasta plays Madlib, do 18 september - 20:00, Troubleyn staand - € 17/15

Eerbetoon aan de blues

Meskerem Mees en Carlos Garbin bundelen hun artistieke krachten voor een exclusief concert waarin ze live het grensverleggende album EXIT ABOVE spelen. Dit album, oorspronkelijk enkel op vinyl uitgebracht, werd gecomponeerd samen met wijlen Jean-Marie Aerts voor de dansvoor stelling van Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker. Het album is een eerbetoon aan de blues. Laat je meevoeren op deze wonderlijke muzikale reis en de viering van een uniek muziekgenre.

Meskerem Mees & Carlos Garbin Perform the Music form EXIT ABOVE (Rosas), vr 19 september20:00, Troubleyn zittend - € 24/22

Crème de la crème van de Belgische muziek

De crème de la crème van de Belgische muziekscene bundelt opnieuw de krachten. Glitterpaard is de band van Philip Bosschaerts (Mintzkov), Johan Verckist (Wardrobe), Damien Vanderhasselt (Millionaire), Sarah Pepels (Portland), en Frederik Bastiaensen (Marble Sounds). Na een heerlijke hommage aan de tragische cultfiguur Mark Linkous, de man achter Sparklehorse, volgde in 2022 hun debuutalbum. In Troubleyn stellen ze hun nieuwe album Thursday voor. Glitterpaard, za 20 september20:00, Troubleyn staand - € 17/15

Moderne funk, opzwepende energie

Lettuce is terug met zijn unieke mix van funk, jazz, soul en hiphop. De Amerikaanse band groeide op korte tijd uit tot één van de meest gerespecteerde namen in de moderne funk, met veelgeprezen albums als Unify (2022) en Elevate (2020). Live staat de band garant voor explosieve shows en opzwepende energie, vaak met een moderne, psychedelische twist, met invloeden van Herbie Hancock tot James Brown.

Lettuce, zo 21 september - 20:00, Troubleyn staand - € 24/25

DE GAZET gekaapt

Dag Dageraad!

In het kader van het afstuderen van de zesdeklassers van Leefschool De Dageraad, blikten we terug op enkele fijne herinneringen van de voorbije tien jaren basisschool. De kinderen schreven in groepjes telkens een dagboekfragment over een bepaalde herinnering. Hopelijk slagen ze erin om u mee te nemen in hun onvergetelijke schoolcarrière. Wij wensen u alvast ongelooflijk veel leesplezier toe!

De coronaklas

Ewa dagboek

Vandaag kijk ik even terug op een moeilijke tijd. We zaten in het eerste leerjaar toen het coronavirus uitbrak. Dat was vast en zeker een heel belangrijk jaar in de lagere school. We moesten letters leren lezen en schrijven, rekenen en nog meer. We waren super gemotiveerd om al deze dingen eindelijk te doen, maar plots ging ons land in lockdown. Het coronavirus stak een stokje voor ons eerste jaar in de lagere school.

Ik weet het nog goed: we kregen het te horen in de kring. (Een plek in de klas met allemaal bakken om op te zitten. We praten er over het weekend, maar ook over actuele onderwerpen of zelfs lessen). Corona was ontstaan in China! We openden een gesprek over wat er daar gaande was. Toen was het nog een ‘ver-van-mijn-bed-show’. Ongeveer 2 maanden later werd corona zo heftig dat we een langere kerstvakantie kregen. Daarna mochten er maar enkele klassen terug naar school komen. Onze klas werd in twee groepen verdeeld. De eerste helft kwam in de voormiddag naar school en de tweede helft kwam tijdens de namiddag.

Zoals ik al zei, dagboek, leerden we letters. Dat deden we niet alleen. Als hulp was er een bijtje. Hij heette ‘Zoem de letterbij’. Elke keer als we een nieuwe letter leerden, hielp Zoem de letterbij ons met een filmpje. Hij legde ons daarin uit hoe we de letter

moesten verklanken en schrijven. De naam 'Zoem' vonden we zo grappig dat we hem ‘Zoem Zoem’ begonnen te noemen. We hebben ondanks COVID-19 toch op een heel leuke manier letters kunnen leren in het eerste leerjaar! Nogmaals bedankt, lieve Zoem Zoem.

Doordat het virus steeds heftiger werd, konden we geen halve dagen meer komen. De scholen troffen de maatregel om online les te organiseren.

Het leukste aan de online lessen was dat we met computers leerden omgaan.

Toen de leerkracht het videogesprek verliet, mochten we altijd even blijven om met elkaar bij te praten. Dat was wel fijn omdat we elkaar zo lang niet meer konden zien en spreken.

Het negatieve aan de online lessen was dat de verbinding niet altijd even goed werkte.

Achteraf was het wel heel leuk om weer normaal les te krijgen van onze juf. Toch was het nog niet helemaal normaal, want we moesten nog mondmaskers dragen op school.

Gelukkig kunnen we nu terugkijken op een vreemde tijd die voorbij is. We mogen terug genieten van de luxe om op een normale manier met elkaar om te gaan en elkaar elke dag te ontmoeten op school.

Tot morgen dagboek! Dan blik ik terug op een andere herinnering.

Liefs Amina, Lou Salomé en Jerom

de glimlach van een kind onbetaal-

Nee, ze zijn niet altijd slecht gehumeurd en nee ze komen -denken we toch- nog altijd graag naar school. Het is dat ene vieze virus dat het hen lastig maakt. Ja, inderdaad corona, covid, covid-19 of blijkbaar onder-

Onze leerlingen dragen dapper een mondmasker. Dapper, het woord staat er meer dan terecht want als schoolteam weten wij maar al te goed dat het soms best vervelend is om dit te dragen. We doen dit omdat we de mensen rondom ons willen beschermen en we zullen dit om deze

glimlach missen van onze leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar.

De beste tijden op meerdaagse

Goedemiddag Evie,

Kato Goossens, directice van de school De Brug

Vandaag is het 22 mei 2025. Het was een normale dag op school, maar de speeltijd was wel extra leuk! We haalden met enkele klasgenoten herinneringen op van de leukste meerdaagse uitstappen.

Van 25 tot 29 september 2023 gingen we bijvoorbeeld samen met het zesde leerjaar op Ardennenklassen in Massembre. Toen zaten wij in het vijfde leerjaar.

Het allerleukste vonden we de tweede dag. We zijn gaan klimmen en klauteren in het bos. Er was een hoogteparcours en een mega klimmuur, maar het leukste vond ik toch de

Toch ontdekken onze leerlingen stilaan ook de voordelen van zo’n mondmasker… ik hoor u denken, voordelen? Ik schets even kort de situatie. We zitten in de klas, naast elkaar. U en ik. De leerkracht stelt aan mij een vraag. Ik weet het antwoord niet, u wel. Vroeger moest je dan heel omslachtig hoesten, je hand voor je mond houden, even bukken, nu fluister je het antwoord vanachter je mondmasker en jawel… ik kan schaamteloos en met een grote glimlach het antwoord geven. Dat die glimlach deels verborgen blijft achter mijn mondmasker, vind ik plots veel minder erg!

pamperpaal; een grote paal met harnas dat op een pamper lijkt. Toen overwon ik mijn angst en durfde ik naar de zwevende trapeze te springen. Dat is een ervaring die ik niet snel vergeet. Ook vond ik het leuk toen we gingen schaatsen op sportklassen. Dat was van 28 tot 30 september 2022 in Mechelen. Toen gingen wij, het vierde leerjaar, samen met de andere klas van het derde drie dagen sporten. Dat was super leuk! Mijn favoriete activiteit was toen we per team eigen T-shirts mochten ontwerpen. Daarna deden we in die shirtjes een estafette. We maakten zoveel leuke momenten mee op alle meerdaagse die we deden.

De meerdaagse die ik echter nooit zal vergeten was toch echt de kasteelklassen in de derde kleuterklas. Ik ging met mijn klasgenoten en leerkrachten in een kasteel slapen om onze juf

DE GAZET gekaapt

Beestig avontuur

Beste dagboek

Ik vind het echt super spannend. Binnenkort gaan we allemaal naar het middelbaar. De laatste maand van het zesde leerjaar is aangebroken. Ik ga deze tijd echt missen. We hebben met onze klas zoveel leuke herinneringen gemaakt in de loop van de jaren.

Eén van de allerleukste was het bezoek aan de Zoo van Antwerpen, want hier hebben we veel leuke, grappige en beestige herinneringen meegemaakt. Ik haal ze graag nog eens op met jou, dagboek.

Het voelt net als gisteren: bij meester Nathan in het vierde leerjaar. Drie weken lang leerden we over dieren tijdens een project. Daarbij gingen we uiteraard op uitstap naar de Zoo.

van het eerste leerjaar beter te leren kennen.

We speelden kennismakingsspelletjes zoals schatzoeken. In de schat zaten chocolade munten en plaktattoos. Wij zijn daarna naar het park gegaan en hebben allemaal gereden op pony's. Er waren er twee: een zwarte en een witte.

Toen de avond viel, aten we gezellig samen en kleurden we nog wat. Wanneer we onze pyjama’s aan hadden, gingen we naar de cinemazaal. We keken een super leuke film!

Daarna was het jammer genoeg bedtijd. We mochten nog even een lampje aandoen en fluisteren. Uiteindelijk was iedereen doodmoe, dus we vielen al snel in slaap.

De volgende dag kregen wij petjes. We keken naar een toneel met onze coole petjes op ons hoofd. Jammer genoeg komt aan alles een einde. Als allerlaatste activiteit reden we in een koets. We voelden ons echte prinsen en prinsessen. Toen we terug aan het kasteel kwamen, stonden onze ouders al op ons te wachten.

Dit was het dan tot morgen!

Liefs Sulayman, Mathis, Nina en Nora

De glimlach van een kind…

De meester verdeelde ons in groepjes van vier om allerlei dieren te zien.

Er wordt weleens gezegd dat de glimlach van een kind onbetaalbaar en onvervangbaar is. Als onderwijzer in hart en nieren kan ik dat alleen maar beamen.

Ik weet nog dat we een plattegrond van de Zoo van Antwerpen hadden gekregen. Iedereen was gestart met het parcours. Na een paar minuten zijn we vertrokken om de Zoo te ontdekken.

Ik ging met mijn groepje eerst naar de chimpansees. Die waren SUPER GRAPPIG! Ze deden ons de hele tijd na. Ik vroeg me af wat ze over ons dachten op dat moment. Je kon ook allemaal verschillende dieren zien. Eén van de plekken die ik het meeste heb bezocht was de vlindertuin. Daar zag ik een prachtige dode vlinder. Dat was ZO VERDRIETIG.

Nee, ze zijn niet altijd slecht gehumeurd en nee ze komen -denken we toch- nog altijd graag naar school. Het is dat ene vieze virus dat het hen lastig maakt. Ja, inderdaad corona, covid, covid-19 of blijkbaar ondertussen ook al covid-21…

maar dat was ook SUPER leuk. Het maakte het nog spannender. Het toffe eraan was dat we elkaar konden laten schrikken! Met andere woorden: dit was de LEUKSTE plek ooit! (Ik weet dat ik dat vaak tegen jou zeg, dagboek, maar ik meen het ook echt!)

Al moet ik de laatste tijd die glimlach missen van onze leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar.

Na een paar uurtjes wandelen rond de dierentuin was het etenstijd. Nadat we klaar waren mochten we opnieuw op het parcours spelen totdat iedereen klaar was met hun lunch.

Plots hoorde ik luid gelach. Iemand had last van een SOJASAUSEXPLOSIE in zijn boekentas en het was werkelijk OVERAL! Hij maakte alles proper en daarna moesten wij met de hele klas naar een gids. Die had een bijzonder dier op zijn arm. We mochten het beest aaien. De roofvogel durfde daarom niet veel te doen denk ik. Hopelijk genoot hij ervan. De gids vertelde ons veel over roofvogels. Het leukste was dat dit niet eens gepland was. We kwamen hem gewoon onderweg tegen en hij begon erover te praten.

Kato Goossens, directice van de school De Brug

Na ongeveer een uur wilden we natuurlijk naar de Egyptische tempel en we konden twee wegen kiezen: de saaie weg, van de speeltuin rechtstreeks naar de tempel of de leuke weg, door de grot en dan nog langs de buffels en vogels. Natuurlijk kozen we de leuke weg.

We stonden voor de ingang van de grot. Het was heel donker,

Toen we terug buiten waren, was ik wel blij dat ik terug licht zag. We wandelden langs de buffels. Dat waren wel heel COOLE dieren. We liepen door de Egyptische tempel. We kwamen dieren tegen zoals de giraffen, zebra's en olifanten. Die laatsten waren echt GIGANTISCH!

Onze leerlingen dragen dapper een mondmasker. Dapper, het woord staat er meer dan terecht want als schoolteam weten wij maar al te goed dat het soms best vervelend is om dit te dragen. We doen dit omdat we de mensen rondom ons willen beschermen en we zullen dit om deze reden ook blijven doen.

Na een tijdje waren we het wel beu om zoveel landdieren te zien.

We trokken er met z’n allen op uit: naar de ONDERWATERWERELD!

Op weg naar het aquarium babbelden we gezellig verder. Deze plek was fantastisch! Het zat vol met vissen en andere zeedieren zoals krabben en zeesterren.

Toch ontdekken onze leerlingen stilaan ook de voordelen van zo’n mondmasker… ik hoor u denken, voordelen? Ik schets even kort de situatie. We zitten in de klas, naast elkaar. U en ik. De leerkracht stelt aan mij een vraag. Ik weet het antwoord niet, u wel. Vroeger moest je dan heel omslachtig hoesten, je hand voor je mond houden, even bukken, nu fluister je het antwoord vanachter je mondmasker en jawel… ik kan schaamteloos en met een grote glimlach het antwoord geven.

Dat die glimlach deels verborgen blijft achter mijn mondmasker, vind ik plots veel minder erg!

Er was ook nog een apart aquarium voor zeehonden en er waren pinguïns. Beide soorten waren echt grappig. Wat nog leuker was, was dat wij een duiker hebben gezien in één van de aquariums. Ik was de hele tijd aan het zwaaien naar hem, maar hij reageerde niet terug. Zo jammer!!

Ik kan niet wachten om ooit nog eens terug op een beestig avontuur in de Zoo van Antwerpen te gaan.

Tot de volgende pagina!

Liefs Ibrahim, Luca, Lina en Ninetta

DE GAZET gekaapt

Spierpijn en plezier!!!

Yo dagboekie!

Weet je nog, de sportdag in het vijfde leerjaar?

We gingen zwemmen in de Sportoase Groot Schijn. Er waren heel veel glijbanen: de race glijbaan waar je met drie in kan racen, een roze glijbaan met projecties en je kan daar met meerdere mensen in, er is er zelfs ééntje met een draaikolk! Dat was de paarse glijbaan. In het begin van de glijbaan moet je hangen aan een bar en dan los laten, je begint. Super spannend!

Na het plezier in het zwembad gingen we met heel de lagere school naar het Rivierenhof.

Mijn leukste herinnering van die dag was met heel veel mensen van de klas in de roze glijbaan gaan. Dat was echt heel grappig en leuk!

Die glijbaan werd ook plots donker. Ineens ‘val’ je naar beneden. Daar hebben we zo hard mee gelachen.

Ooh, herinner je je ook nog, de sportdag in het zesde leerjaar? We gingen naar Level Up in Edegem!

We deden vier activiteiten namelijk: trampolinepark, bolderen, inflating park en bowling.

Laten we feesten!

Beste dagboek

We doorliepen alle activiteiten in verschillende groepjes met al de klassen van de lagere school gemengd.

De activiteit die ik het leukste vond, was het trampolinepark. We speelden allerlei spelletjes zoals trefbal en tikkertje op de trampoline. Of onze coole salto’s in de foampit! Die zijn sowieso memorabel! Er was ook een balk boven de foampit en daar moest je elkaar al ‘ninjagewijs’ afduwen. Er was ook een computer die verbonden was met een trampoline en je kon daar allemaal spelletjes op spelen.

Gelukkig zijn dit niet de enige sportactiviteiten van heel het jaar. Op school doen we ook nog veel andere sportieve dingen, zoals onze fenomenale Dageraadloop!

Weet je nog? Elk jaar met heel de school een loopwedstrijd in het Boelaerpark? Dit jaar in het zesde leerjaar mogen we 1.5 kilometer, 2 kilometer of 3 kilometer lopen. Op voorhand oefenen we tijdens de turnlessen.

Die dag is leuk, want we moedigen elkaar super hard aan. Ook de juffen en meesters lopen mee. Als ik niet aan het lopen ben, dan speel ik met mijn klasgenoten in de speeltuin.

Dat was het voor vandaag dagboek. Morgen verras ik je weer met een nieuw verhaal of een nieuwe herinnering.

XXX

Omar, Jeanne, Fien en Matteo

De glimlach van een kind…

Vandaag is het 24 februari. De leukste dag ooit! Het is namelijk carnaval!! We vierden het op school en we hadden met de hele klas afgesproken dat we als Minions verkleed kwamen. Er waren bijvoorbeeld Marokkaanse Minions, Karate Minions, Popcornminions en nog veel meer! Samen met de rest van de lagere school organiseerden we een show. Per klas werden er mensen geprijsd voor het beste kostuum. We liepen allemaal samen over de rode loper en we maakten TikTok’s, die we uiteraard niet openbaar maakten, met onze juf Elien. Zij was verkleed als Gru, de leider van de minions. We hadden ook een portret van onszelf gemaakt als Minion. Het was SUPER!

Er wordt weleens gezegd dat de glimlach van een kind onbetaalbaar en onvervangbaar is. Als onderwijzer in hart en nieren kan ik dat alleen maar beamen. Al moet ik de laatste tijd die glimlach missen van onze leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar.

We vierden dit jaar ook nog andere leuke feesten, zoals Kerstmis. Dit jaar hadden we onze pyjama's, kussens, dekens en knuffels meegenomen voor de gezelligheid. We hadden al onze tafels naast elkaar gezet en toen mochten we natuurlijk ook een kerstfilm kijken en dat was super leuk!

We hebben ook nog Sinterklaas gevierd! In de ochtend van 4 december stond dit jaar op

Nee, ze zijn niet altijd slecht gehumeurd en nee ze komen -denken we toch- nog altijd graag naar school. Het is dat ene vieze virus dat het hen -

Onze leerlingen dragen dapper een mondmasker. Dapper, het woord staat er meer dan terecht want als schoolteam weten wij maar al te goed dat het soms best vervelend is om dit te dragen. We doen dit omdat we de mensen rondom ons willen beschermen en we zullen dit om deze -

Kato Goossens, directice van de school De Brug

magische wijze onze klas op stelten. Er waren allemaal chocolade ventjes, mandarijnen en letterkoekjes op onze tafels gestrooid. Na de kleine speeltijd moesten we naar de turnzaal en daar zat Sinterklaas op ons te wachten! Eerst moesten we allemaal gaan zitten en roetpiet deelde snoepjes uit. Op het einde beantwoordde Sinterklaas vragen die wij hadden geschreven op papiertjes. Die vielen uit onze zelfgemaakte piñatas die de pieten mochten openmaken.

masker… ik hoor u denken, voordelen? Ik schets even kort de situatie. We zitten in de klas, naast elkaar. U en ik. De leerkracht stelt aan mij een vraag. Ik weet het antwoord niet, u wel. Vroeger moest je dan heel omslachtig hoesten, je hand voor je mond houden, even bukken, nu fluister je het antwoord vanachter je mondmasker en jawel… ik kan schaamteloos en met een grote glimlach het antwoord geven.

Twee dagen na de Ramadan vierden we ook in de klas het Suikerfeest. Er was een leerling die Marokkaanse koekjes mee had. Tijdens de kring mochten we allemaal een koekje eten. Het was overheerlijk! Daarna vertelden sommige leerlingen in onze kring over hun weekend: de ene vertelde over suikerfeest, de andere over de scouts. Dat allemaal met lekkere koekjes. Het was fantastisch!

Bye bye!

Dat die glimlach deels verborgen blijft achter mijn mondmasker, vind ik plots veel minder erg!

Liefs Hanae, Nada, Cis en Yasmin

DE GAZET gekaapt

12-Jarigenweekend

Hi, dagboek

Weet je nog?

Een paar jaar geleden zijn we op 8-jarigenweekend gegaan. Dat is een weekend dat georganiseerd wordt door onze ouders voor ons. We gingen samen met de hele klas overnachten en alle leuke activiteiten doen. Dat was heel erg leuk, een paar dagen geleden zijn we op 12-jarigenweekend gegaan en dat was nog leuker!

We kwamen aan op een leuk verblijf. Iedereen was er rond 12 uur. Daarna hebben we gezellig samen geluncht. Even later zeiden de ouders dit tegen ons: “We gaan een zoektocht doen, maak jullie klaar!"

We begonnen te wandelen en op bepaalde punten moesten we stoppen. Daar kregen we telkens een opdracht.

● Opdracht 1: Eieren verplaatsen zonder die aan te raken. Bij sommigen verliep dat goed, bij anderen verliep dat minder. Daarom zaten sommige kinderen vol onder de rauwe eieren.

● Opdracht 2: We moesten Maltezers op een lepel plaatsen. Die lepel moesten we in onze mond plaatsen en dan naar de overkant wandelen. Het was moeilijker dan het leek. Sommige kinderen lieten hun Maltezers vallen waardoor ze elke keer opnieuw moesten.

● Opdracht 3: Onze ouders wilden ons uit de ‘tutjes’-fase krijgen. Dus als opdracht moesten we snoeptutjes van een touw eten zonder handen. Wie als eerste een tutje at was de winnaar. Na afloop waren we allemaal winnaars. Daarna gingen we naar de volgende opdracht. Onderweg had iemand de snoeppot gevonden. Iedereen nam ongeveer 4 snoepjes.

De glimlach van een kind…

● Opdracht 4: We moesten per twee tegen elkaars rug gaan staan. Iedereen kreeg een blinddoek. We namen allemaal 10 stappen weg van onze partner en daarna moesten we 10 keer ronddraaien. Uiteindelijk moesten we elkaar roepen tot we elkaar vonden. Het was erg grappig, want iedereen riep zo hard dat je je eigen partner nooit kon horen.

● Opdracht 5: Je moest iemand kiezen om aan vastgemaakt te worden. Dat deden we met behulp van een touw aan onze benen. De ene moest een blinddoek dragen en de andere niet. We moesten de rest van de zoektocht verder wandelen met je been aan iemand anders vast. Je kan je ongetwijfeld inbeelden dat we blij waren om terug aan het verblijf te zijn.

Eens terug daar speelden we waterspelletjes met veel ballonnen, warm en koud water. Het was echt een heel avontuur. Toen dat water op was, begonnen we aan de waterslide. Dat was ook heel leuk en af en toe zelfs een beetje pijnlijk.

We waren kletsnat dus gingen we ons opfrissen.

Er wordt weleens gezegd dat de glimlach van een kind onbetaalbaar en onvervangbaar is. Als onderwijzer in hart en nieren kan ik dat alleen maar beamen. Al moet ik de laatste tijd die glimlach missen van onze leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar.

Daarna trokken we eropuit naar een boerderij in de buurt. Het was heel gek, want er zaten hanen in een boom en er was maar één konijn in de kooi van de konijnen. Toen we langs de geiten wandelden, merkten we dat die heel hard konden schreeuwen. Er was een heel grote ezelstal en onze voetbal vloog daar altijd naartoe.

Kato Goossens, directice van de school De

Brug

Toen moesten we terug naar het verblijf en was er een heel groot feest georganiseerd. Er was rare muziek, maar we amuseerden ons enorm. Plots kwam een bekende figuur langs. Hij vertelde ons onze dromen van 4 jaar geleden. Het was Snotski, de pop die ons ook vergezelde tijdens het 8-jarigenweekend.

Het avondeten was echt heerlijk. Enkele ouders hadden heel lekkere pasta gemaakt. Voordat we gingen slapen, mochten we nog een kort feestje bouwen. Iedereen had zijn/haar eigen snoep mee en we waren beneden gaan dansen. Er was een rare schaduw op de

Nee, ze zijn niet altijd slecht gehumeurd en nee ze komen -denken we toch- nog altijd graag naar school. Het is dat ene vieze virus dat het hen lastig maakt. Ja, inderdaad corona, covid, covid-19 of blijkbaar ondertussen ook al covid-21…

Onze leerlingen dragen dapper een mondmasker. Dapper, het woord staat er meer dan terecht want als schoolteam weten wij maar al te goed dat het soms best vervelend is om dit te dragen. We doen dit omdat we de mensen rondom ons willen beschermen en we zullen dit om deze reden ook blijven doen.

deur en een paar meisjes wilden al bijna terug naar hun kamer gaan. Uiteindelijk sliepen we veel te weinig, maar het was de tofste nacht van mijn leven!

In de ochtend zijn we met z'n allen naar beneden gegaan en kregen we een lekker ontbijt met croissants, eieren, spek en een pistolet. Het was heel lekker.

Toch ontdekken onze leerlingen stilaan ook de voordelen van zo’n mondmasker… ik hoor u denken, voordelen? Ik schets even kort de situatie. We zitten in de klas, naast elkaar. U en ik. De leerkracht stelt aan mij een vraag. Ik weet het antwoord niet, u wel. Vroeger moest je dan heel omslachtig hoesten, je hand voor je mond houden, even bukken, nu fluister je het antwoord vanachter je mondmasker en jawel… ik kan schaamteloos en met een grote glimlach het antwoord geven.

Dat die glimlach deels verborgen blijft achter mijn mondmasker, vind ik plots veel minder erg!

Een nieuwe dag betekende ook een nieuwe opdracht, namelijk: Maak een teleporteermachine. De ouders verdeelden de groepjes en we konden beginnen. Er stond heel veel knutselmateriaal klaar. Het ging best snel, want voor we het wisten waren we allemaal al klaar. Eindelijk kwam er iets waar we al weken op voorhand over spraken. Snotski was opnieuw van de partij. We stuurden hem de ruimte in om te testen of onze machines werkten. We gooiden er een verfbom in. De machines deden elk hun werk erg goed! We namen nog snel afscheid van Snotski en we pakten onze spullen in om naar huis te gaan.

Dit was het voor vandaag. Tot morgen!

Liefs Hafsa, Ilaria, Wolfgang en Wisa

Niet de eerste keer dat iemand daar gaat

Standbeeld ‘Meisje op Bloesemtak’ sneuvelt

Bij een ongeval tijdens de nacht van 17 op 18 april is het standbeeld Meisje op Bloesemtak op de Door Verstraeteplaats gesneuveld. Een jonge bestuurder van een chique wagen knalde vanuit de Wolfstraat op de rotonde waar het beeld op staat. Niemand raakte gewond. (Luk DEPONDT en Axel DEVROE )

GEPARKEERD

Het ongeval gebeurde omstreeks 2 uur ‘s nachts. Een bestuurder draaide van de Plantin en Moretuslei de Wolfstraat in. Aan de rotonde van de Door Verstraeteplaats liep het mis. De bestuurder verloor de controle over het stuur, reed rechtdoor op het plein en knalde frontaal tegen de sokkel.

Bij de crash sneuvelde het standbeeld dat op die sokkel stond. Het bronzen

Op een in kasseien uitgevoerde ronde verhoging is een betonnen voetstuk geplaatst. Daarop staat - of beter stond - het bronzen beeld. Het is rechts achteraan gesigneerd Axel Wallenberg Suede en onderaan door de bronsgieter Herman Bergman Fud.

Het bronzen beeldje stelt een naakt meisje, zittend op twee bloesemende takken voor. Met de rechterhand

beeld en de betonnen sokkel werden uit de grond gerukt en raakten ernstig beschadigd. Ondanks de hevige klap raakte niemand gewond. De bestuurder kwam er met de schrik vanaf en hoefde niet naar het ziekenhuis. Zijn wagen stond boven op het ronde verhoog ‘geparkeerd’ en moest getakeld worden. Of overdreven snelheid en/of alcohol in het verkeer oorzaak waren van het ongeval, was niet duidelijk. Aan het gevallen kunstwerk werd vrijdag een fluohesje gehangen om andere bestuurders te waarschuwen bij het passeren.

Een warme oproep om bij de terugkeer van het beeldje ook de aanleg van de rotonde aan te pakken en de kasseien te vervangen door bloemen. De Door Verstraeteplaats kan en moet een evenwaardig tegenwicht vormen voor de andere – en veel grotere - rotonde aan het einde van de Walvisstraat waar de combinatie van groen en kunst wel mogelijk is gebleken.

We hopen alvast op een spoedig herstel en snelle terugkeer van ons meisje en het vogeltje.

Flicka, som lyssnar till fågeln “Flicka, som lyssnar till fågeln", Zweeds voor "Meisje luistert naar de vogel", is een beeld uit 1951 van de Zweedse kunstenaar Axel Wallenberg en sierde tot voor kort het rondpunt op de Door Verstraeteplaats.

houdt ze de tak vast en ze kijkt omhoog naar een vogel die boven op de tak zit en zingt.

Hoog boven op haar betonnen sokkel luistert het vrolijke en verwonderde meisje al sedert 1981 naar het vogeltje op het met bomen omzoomde pleintje voor het Rijksarchief.

Met wat verbeelding kan men zich voorstellen dat de beeldhouwer met het beeldje de komst van de lente probeerde voor te stellen. De Zweedse kunstenaar zal na een lange, donkere winter zeker naar het ontwaken van de natuur uitgekeken hebben. Bladeren die terug aan de takken verschijnen, bloemen die terug beginnen te bloeien en de merel die zijn zang herneemt.

Het is een schril contrast met de met kasseien aangeplante rotonde waarop het meisje haar positie bewaakt.

Het enige teken van wisselende seizoenen hier is het onkruid dat zich de moeite getroost om tussen de stenen uit te komen piepen.

Op deze versteende rotonde geen Zweedse Midsommar idylle dus maar een uitnodiging aan bestuurders om - met het zicht op de Plantin en Moretuslei - net een versnelling hoger te schakelen.

In 1981 kreeg op voorstel van het wijkcomité Zurenborg de Door Verstraeteplaats een nieuwe wegprofilering en kwam daar een nieuw rondpunt met het prachtige beeld uit de collectie van het Middelheimmuseum. Er bestaan nu dus twee exemplaren van, namelijk dit van de school in het Zweedse Vasteras en dit op de Door Verstraeteplaats.

REACTIES

Zo’n ongeval gaat uiteraard niet ongemerkt voorbij. Op het internet verschenen dan ook heel wat (soms wat grappige) reacties.

Een bloemlezing:

“ Vannacht om 2 uur is iemand erop gevlogen. Moet aan gigantische snelheid geweest zijn. Ik was meteen wakker. Ik heb niet meer geslapen. Pas tegen 5 uur was alles opgeruimd.”

“ Het waren heel jonge gastjes. “Pappie, mag ik vanavond uw auto eens lenen? Ik zal niet drinken of blowen. Wees maar gerust”.”

“ Laten we ook hopen dat hij een goede omnium had. En dat hij de optie circuitrijden had afgesloten bij zijn contract vooraleer hij ging joyriden.”

“ Het trok veel kijklustigen aan die net van de Dageraadplaats kwamen. Het was nogal een luide boel. Mijn vriend is rond 3 uur op het balkon gaan vragen of het stiller kon. Gevolgd door “Ah! En trouwens ge moogt daar niet parkeren”.”

“ Het is niet de eerste keer, maar volgens mij de derde keer dat iemand daar gaat parkeren. Het is nochtans goed verlicht met de nieuwe ledlampen.”

Flicka ligt op de grond. Foto: Luc PANDELAERS
Door Verstraeteplaats in 2025. Foto: Axel DEVROE
Fenixplaats, historische postkaart van de Door Verstraeteplaats. Foto uit archief van JOS HERMANS

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.