Niek Gerlach, nieuwe kaakchirurg ‘Communicatie met patiënt is essentieel’
Niek Gerlach studeerde tandheelkunde in Nijmegen. Omdat hij meer wilde dan alleen tandarts zijn, vervolgde hij zijn opleiding met de opleiding geneeskunde, eveneens in het UMC St. Radboud want Niek wilde kaakchirurg worden. Dan heb je geneeskunde nodig. Sinds januari 2011 is hij kaakchirurg in de maatschap kaakchirurgie van het JBZ en ziekenhuis Bernhoven. “Als zesjarige kreeg ik een soort dokter Bibberspel, maar dan een tandarts waarbij je met een spiegeltje tanden kon aantikken en eruit halen. Ik denk dat toen mijn fascinatie voor tandheelkunde is begonnen”, aldus een goedlachse Niek. “Maar het zit ook wel in de genen. Mijn opa was huisarts in Sprang-Capelle. Hij kreeg de moeilijk te behandelen kiezen en tanden en had een eigen ‘tandartssetje’. Dat heb ik uiteindelijk van hem gekregen. En ja, ik werk graag met mijn handen.” Kaakchirurgie is een technisch vak. “Maar er moet zeker ook nagedacht worden”, aldus Gerlach. De meeste mensen denken bij de kaakchirurg aan een man of vrouw die lastige verstandskiezen verwijdert. “Het is meer dan dat”, legt Gerlach uit. “Officieel heet het mond-, kaak- en aangezichts- chirurgie. Behalve met verstandskiezen, houden wij ons ook bezig met bijvoorbeeld botziekten, ontstekingen, onbegrepen pijn, traumatologie en kaakverplaatsingen. De esthetiek in ons vak speelt ook een rol, zeker bij aangezichtscorrigerende behandelingen. Het is een breed en divers vak. Het gezicht bestaat uit drie delen: bot, weke delen en je tanden en kiezen en in dat gebied bewegen wij ons. Ook onze patiëntenpopulatie is divers, van jong tot oud, dat maakt het vak ook heel boeiend.” Niek Gerlach weet dat veel mensen nog een bepaalde angst hebben voor de tandarts en dus ook voor de kaakchirurg. “Het is de kunst om deze mensen toch gerust te stellen. Is de angst echt zo groot dat de behandeling niet mogelijk is, dan zullen we de behandeling onder narcose uitvoeren. Voor gewone tandheelkundige behandelingen die door een tandarts worden uitgevoerd, kan uitgeweken worden naar een speciale angsttandarts. In de meeste gevallen is dat niet nodig, maar daarom is een goede communicatie met onze patiënten wel essentieel.”
Niek Gerlach werd kaakchirurg ‘dankzij dokter Bibber’
15