5 minute read

De Sint Jansbeek gaat

Weer Stromen

Waterschap Aa en Maas gaat van de Sint Jansbeek tussen Vierlingsbeek en de Maas bij Sambeek een meer natuurlijke beek maken. Hij verandert van nagenoeg stilstaand water in een stromende beek. Dit geeft de natuur een impuls en zorgt ervoor dat de waterloop beter overweg kan met klimaatextremen.

De herinrichting van de Sint Jansbeek in het kort: 7 kilometer herinrichting, aanleg natuurvriendelijke oevers, inbreng van houtpakketten en de bouw van vispassages. Ook zal de beek op sommige plaatsen weer meanderen. In dit project gaan natuurontwikkeling en het verbeteren van het waterbeheer hand in hand. Hoe is dit project tot stand gekomen? Projectmanager Leon van Hoften: “De herinrichting van de Sint Jansbeek is onderdeel van een grotere opgave, namelijk de Europese Kaderrichtlijn Water en de provinciale opgaven om beken te ontwikkelen en ecologische verbindingen aan te leggen.”

Een ecologische verbindingszone is een strook natuur langs de beek met bijvoorbeeld flauwe oevers en bloemrijk grasland die natuurgebieden aan elkaar koppelt. Planten en dieren hebben zo meer leefruimte en kunnen zich veilig verplaatsen. Met deze natuurstrook wordt de Maas met het achterland verbonden en geschikt gemaakt voor verschillende dieren zoals de das, de kleine modderkruiper en struweelvogels zoals de zanglijster. “We

Waterschap Aa en Maas gaat van de Sint Jansbeek een natuurlijke beek maken

Hij verandert van nagenoeg stilstaand water in een stromende beek

Natuurontwikkeling en het verbeteren van het waterbeheer gaan hand in hand

Naar verwachting gaat de schop in het najaar van 2023 de grond in realiseren een zone van ongeveer 350 meter in de kern van Vortum-Mullem. De beek stroomt daar momenteel door een betonnen bak en dat is niet goed voor de natuur. Daarom gaan we die bak deels verwijderen. Hierdoor wordt het een betere leefomgeving voor de kleine modderkruiper, want zijn naam zegt het al: die graaft zich graag in de bodem in. Ook maken we de beek klimaatrobuust. Zo willen we zorgen voor voldoende water in het gebied in tijden van droogte en tegelijkertijd voor voldoende afvoer van water in natte perioden.” Een belangrijke aanleiding voor het project is de ecologie.

Adviseur ecologie en waterkwaliteit Bram Spierings: “De ambitie is om vissen en andere onderwaterdieren die van nature thuishoren in de beek, en vanuit de Maas stroomopwaarts willen zwemmen, een betere leefomgeving te bieden.”

Divers gebied

Behalve dat de opgave divers is, is het gebied zelf ook heel divers. En dat geeft uitdagingen. Spierings: “Zo gaan we aan de slag in het buitendijkse gebied waar de Maasheggen een belangrijke cultuurhistorische rol spelen.

Binnendijks is het bebouwd gebied bij de kern van Vortum-Mullem. En verder stroomopwaarts is het landelijk gebied.”

Deze diversiteit komt tot uiting in de twee

Ontwerp-Projectplannen die onlangs in procedure zijn gegaan: één voor het buitendijkse traject (van de dijk bij de Veerweg in Vortum-Mullem tot aan de Maas) en één voor het binnendijkse traject (vanaf de dijk bij de Veerweg in Vortum-Mullem tot aan Groeningen). Verschillend landgebruik geeft ook uitdagingen. Van Hoften: “De ruimte die we soms hebben langs de beek is beperkt, maar binnen de mogelijkheden hebben we een zo effectief mogelijk plan gemaakt. Omdat de beek ook door de kern van Vortum-Mullem stroomt, is er nauw contact met de inwoners. We hebben veel gesprekken gevoerd over de kansen en knelpunten. Men is over het algemeen erg positief over de plannen. Door deze nieuwe inrichting en door de natuurontwikkeling wordt de beek een fijner plekje om langs te wandelen.”

Spierings: “We hebben tijdens gesprekken ook zorgen gehoord. Met name over een waterbewoner die ook geniet van de mooie omgeving, maar niet altijd positief werk levert voor ons waterbeheer: de bever.”

De bever op de juiste plek

In het gebied wonen meerdere bevers. De herinrichting van de beek biedt kansen om te kijken hoe we zo goed mogelijk met deze bewoners kunnen omgaan. Spierings heeft hier mooie ideeën voor bedacht: “De bever is niet altijd op iedere plek gewenst, want een dam kan tot wateroverlast leiden. Daarom willen we aantrekkelijke plekken maken waar hij ongestoord kan leven, zogenaamde beverbiotopen: een poel die in verbinding staat met de beek. In deze poel komt een steile oever waar de bever graag zijn hol in graaft. Ook kunnen daar wat wilgen neergezet worden waar hij aan kan knagen. Op deze manier proberen we dus de bever een fijne plek te geven binnen het gebied en overlast te voorkomen.”

Onlangs is bij de Oeffeltse Raam bij Boxmeer ook al een beverpoel aangelegd.

Stromende beek

Hoe maak je een beek weer stromend? Van Hoften: “We brengen houtpakketten aan in het water voor meer variatie in stroomsnelheid. We passen ook het profiel van de beek aan. Op een aantal plaatsen gaat de beek meanderen. Hierdoor ontstaat meer dynamiek in de beek wat weer goed is voor de dieren en planten. Met het water dat er is willen we in ieder geval zo veel mogelijk stroomsnelheid creëren. De vissen willen we immers ook een geschikte leefomgeving bieden in het stromende water.”

Spierings: “We verwijderen een aantal stuwen, zodat vissen vrij kunnen zwemmen van en naar de Maas. Bij andere stuwen maken we omleidingen in de vorm van vistrappen. Zo verbeteren we de leefomgeving voor vissoorten als de winde, het bermpje en de kopvoorn.” In de zomer van 2022 is hij op pad geweest met de kinderen van de Sint Annaschool in Vortum-Mullem om te kijken wat er nu leeft in de beek. “We hebben visjes en andere beestjes gevangen. Zo kwamen we de geelgerande watertor, stekelbaarsjes en kokerjuffers tegen, maar ook waterschorpioenen, libellenlarven en zelfs een Chinese wolhandkrab. De kinderen waren ontzettend enthousiast. Een hele leerzame en leuke ochtend! Ik wil na de herinrichting weer met ze op pad gaan om te kijken wat er dan in het water leeft.”

In de schaduw

De Sint Jansbeek stroomt deels door bosrijk gebied. Door de herinrichting zal de beek nog meer door bestaande bossen stromen en worden ook nieuwe bomen langs de beek geplant. Bomen geven namelijk schaduw en dit is gunstig voor het zuurstofgehalte van het water. “Het water is dan kouder en door eventuele takken die in het water vallen komt er meer diversiteit in stroming. Daardoor komt er meer zuurstof in het water”, legt Spierings uit. In totaal ligt straks ruim 50 procent van de beek in de schaduw.

Een natuurlijke toekomst

Van Hoften en Spierings zijn positief over de uitvoering van de plannen. Naar verwachting gaat de schop in het najaar van 2023 de grond in. De werkzaamheden duren tot ongeveer eind 2024. Waar kijken ze het meest naar uit als de beek straks anders ingericht is? Van Hoften: “Ik ben heel benieuwd hoe het gebied straks beleefd gaat worden. We geven de natuur een flinke impuls en daardoor kun je straks prachtig struinen langs de beek en door de nieuwe natuur. Ik kijk er nu al naar uit om dan een wandeling te gaan maken.” Voor Spierings is de diversiteit van het gebied een reden om het gebied te bezoeken: “De diversiteit qua natuur en water die we versterken in het gebied is uniek. Het is mooi hoe de natuur een boost krijgt en het waterbeheer meer op orde gaat zijn. We realiseren hier onze doelen als waterschap en tegelijkertijd maken we het gebied nóg mooier. Voor mens, dier en plant.”

Meer informatie op ww.aaenmaas.nl/ sintjansbeek.

Marjolein Rozemeijer is adviseur communicatie en participatie; Leon van Hoften is projectmanager en Bram Spierings is adviseur ecologie en waterkwaliteit (allen bijWaterschapAa en Maas).

This article is from: