
9 minute read
Veiligheid bij het uitvoeren van elektrotechnische inspecties
Bij het inspecteren van een elektrotechnische installatie is veiligheid erg belangrijk. Dit artikel zoomt in op een aantal belangrijke veiligheidsaspecten.
Tekst Nico Kluwen*
Een elektrotechnische inspectie volgens NEN 3140 bestaat meestal uit de volgende onderdelen: 1 Voorbereiding van de inspectie. 2 Het uitvoeren van visuele controle en het uitvoeren van metingen en beproevingen. 3 Elektrotechnische risico’s in kaart brengen. 4 Het veilig uitvoeren van de inspectie werkzaamheden. 5 Het rapporteren van de resultaten van de inspectie.
1 Voorbereiding Tijdens de voorbereiding van de inspectie van de elektrotechnische installatie moet een inzicht worden verkregen van het object (gebouw) en de installatie zodat de inspectie veilig kan worden uitgevoerd. Bij het verzamelen van de gegevens van het object zijn niet alleen de bedrijfsnaam, het adres en de woonplaats van belang maar ook de gebruiksfunctie en de grootte van het object zoals: - industrie; - kantoor; - ziekenhuis; - winkel.
Daarnaast is het van belang gegevens van de installatie te achterhalen zoals: De aansluiting van het energiebedrijf, is dit een laagspanningsaansluiting en wat is de waarde (in A) van de aansluiting of beschikt het inspectieadres over een eigen transformator. Maar ook, welk stroomstelsel is toegepast? Met deze gegevens ontstaat al een redelijke indruk van de omvang van de inspectie waardoor goed voorbereid de inspectie kan worden uitgevoerd. Het is niet in alle situaties mogelijk om tijdens de voorbereiding de juiste gegevens te verkrijgen. Dit moet dan ter plaatse tijdens de uitvoering van de inspectie als eerste worden gedaan.
2 Visuele controle Tijdens het inspecteren van de elektrische installatie is vaak onontkoombaar dat in de gevarenzone de werkzaamheden moet worden uitgevoerd. De gevarenzone is een beperkte ruimte rondom de actieve delen. Bij de visuele inspectie komt men dikwijls in de nabijheid van actieve delen. Voorbeelden: - Het controleren van de beveiligingen in relatie tot de afgaande leidingen. - Het controleren van de kortsluitvastheid van het toegepaste elektrotechnisch materiaal in verdeelinrichtingen. - De instellingen van thermische beveiligingen.
Bij het uitvoeren van metingen, vooral in verdeelinrichtingen, is het van belang of de gehele verdeelinrichting kan worden afgeschakeld of slechts een deel van de verdeelinrichting. Het belangrijkste is in elk geval dat de werkzaamheden tijdens de uitvoering van de inspectie zo veilig mogelijk worden uitgevoerd.
3 Elektrotechnische risico’s De inspecteur loopt bij het inspecteren van de elektrotechnische installatie een aantal directe risico’s. Denk hierbij aan: - stroom door het lichaam (schok); - verbranding door vlambogen bij kortsluiting; - statische elektriciteit; - elektromagnetische straling.
Aangezien de eerste twee het meest van toepassing zijn wordt hier verder op ingegaan.
Stroom door menselijk lichaam Als er stroom door het menselijk lichaam gaat, bepalen de volgende factoren welk en hoeveel letsel daardoor wordt toegebracht. Je hebt te maken met de stroomsterkte en tijdsduur; de spanning en frequentie en tot slot de weg door het lichaam, de fysieke conditie en de omgeving.
Stroomsterkte en tijdsduur Door wetenschappelijk onderzoek is het verband tussen de stroomsterkte, de tijdsduur en het effect op het menselijk lichaam vastgesteld. Hierin zijn vier gebieden te onderscheiden.
Werkzaamheden tijdens de uitvoering van de inspectiemoeten zo veilig mogelijk worden uitgevoerd.

Gebied 1
De stroom is niet of nauwelijks waarneembaar, er is geen begrenzing van de tijd. Dit gebied wordt de gevoelsdrempel genoemd. Men voelt lichte tintelingen in de vingertoppen.
Gebied 2
De stroom is in toenemende mate te voelen, maar heeft normaliter geen schadelijke gevolgen. Bij circa 10 mA ligt de zogeheten loslaatdrempel. Het onder spanning staande deel kan niet meer worden losgelaten door samentrekking van de spieren. Dit is een gevaarlijke situatie indien niet tijdig wordt uitgeschakeld. De stroom is niet direct dodelijk, maar neemt steeds toe door vermindering van de overgangs- en lichaamsweerstand tijdens de stroomdoorgang.
Gebied 3
Er treden sterke spiercontracties en vaak tijdelijke functiestoornissen op.
Gebied 4
Er bestaat kans op hartfibrillatie en ademhalings- en hartstilstand. Dit is een levensbedreigende situatie waarbij directe (medische) hulp noodzakelijk is.
Spanning en frequentie Onder normale omstandigheden levert een wisselspanning van 50 V of lager geen gevaar op voor de mens. Voor gelijkspanning ligt deze grens op 120 V (zonder rimpel). Hoge spanningen zijn bijzonder gevaarlijk vanwege de kans op doorslag door de lucht of isolatie. Hier hoeft dus geen sprake te zijn van direct contact met spanningvoerende delen en is het noodzakelijk voldoende afstand te bewaren. Naar verhouding is de frequentie van 50 Hz gevaarlijk voor de mens, terwijl boven de 5.000 Hz het gevaar afneemt en de loslaatgrens hoger komt te liggen.
Lichaam, fysieke conditie en omgeving De stroomsterkte die bij aanraking van een onder spanning staand deel optreedt, wordt bepaald door de som van de weerstanden in de keten, zoals de lichaamsweerstand (Rm) en de weerstand van de vloer en het schoeisel. De lichaamsweerstand is de weerstand tussen het punt waar de stroom het lichaam intreedt en het punt waar de stroom het lichaam weer verlaat. Deze weerstand is mede afhankelijk van de huidgesteldheid (vochtig, droog, eeltig, zacht), de grootte van het contactoppervlak en de contactdruk. Als gevolg van verwondingen en transpiratie kan de weerstand van de huid aanzienlijk verminderen. Bovendien bepaalt de weg door het lichaam mede de lichaamsweerstand. Van belang is ook of vitale organen, zoals hart en nieren, of zenuwbanen zich in de stroombaan bevinden. Hitte, vocht en geleidende materialen zijn enkele nadelige factoren uit de omgeving.
Verbranding door vlambogen bij kortsluiting Het meeste elektrische letsel en de meeste sterfgevallen als gevolg van elektriciteit zijn het gevolg van brandwonden door een vlamboog. De vlamboog bedreigt niet alleen de veiligheid van de medewerkers maar veroorzaakt ook een bedrijfsstilstand, rechtszaken, boetes en schade aan apparatuur. De oorzaken van een vlamboog zijn menselijke fout(en), slechte verbindingen, Stof en/of vocht en materiaalveroudering.
Busch- secure@home –





Creëer een veilige en comfortabele thuisomgeving
Thuis wil je je veilig kunnen voelen. En je waardevolle spullen met een gerust hart achter kunnen laten. Busch-secure@home biedt uitkomst. Een draadloos, slim beveiligingssysteem dat woningen beschermt tegen inbraak, brand en overstromingen. Voorzien van een alarmsysteem, raambewaking, rook- en bewegingsmelders, en warmte-, water- en raambekledingsdetectoren. Naadloos te integreren met Busch-free@home® -huisbesturing en Welcome® deurcommunicatie. Voor een veilig gevoel. busch-jaeger.de/nl
Enkele feiten over vlambogen: - De temperatuur van een vlamboog kan oplopen tot 19.000 °C. - Een vlamboogincident heeft een explosie tot gevolg. De energie die bij deze explosie vrijkomt, kan meer energie produceren dan een halve kilo TNT. - De energie die vrijkomt tijdens de fout, laat metalen geleiders direct verdampen. - Het metaalplasma produceert een enorme hoeveelheid lichtenergie van infrarood tot ultraviolet. - Elk object in de omgeving absorbeert deze energie en wordt direct verwarmd tot hoge temperaturen. - Vermogensschakelaars voorkomen niet een vlamboog. - Jaarlijks zijn er vele vlamboogslachtoffers.
Gevolgen vlamboog De mogelijke gevolgen van een vlamboog voor de direct betrokkenen zijn: - Zware brandwonden door hittestraling en directe blootstelling aan de vlam; - Longschade en ademhalingsproblemen door inademing van de boogproducten (giftige gassen en gesmolten metaaldruppels); - Huidbeschadiging door verstuiving van gesmolten metaaldruppels; - Geestelijke problemen (trauma’s); - Effecten van de drukgolven op de hersenen, het zenuwstelsel en de longen; - Gehoorschade; - Oogbeschadiging en (tijdelijke) blindheid.
4 Het veilig uitvoeren van de inspectiewerkzaamheden De Arbowet (art. 3) geeft de strategie aan die gevolgd moet worden bij het voorkomen, elimineren of reduceren van risico‘s op de werkplek. Deze ‘arbeidshygiënische strategie’ omvat de volgende stappen: - Risico’s bij de bron bestrijden; - Technische maatregelen treffen; - Organisatorische maatregelen treffen; - Opleidingen en veiligheidsinstructies; - Persoonlijke beschermingsmiddelen toepassen.
De eerste stap van de arbeidshygiënische strategie is het risico bij de bron bestrijden. Het wegnemen van de bron is voor het elektrisch veiligheidsrisico echter slechts in specifieke situaties haalbaar. Bij het opsporen van storingen zal de elektrische installatie doorgaans gewoon in bedrijf zijn, terwijl het verhelpen van storingen altijd spanningsloos moet worden uitgevoerd. Hetzelfde geldt tijdens de uitvoering van de inspectie van de elektrische installatie.
Persoonlijke beschermingsmiddelen Heel belangrijk bij de uitvoering van elektrotechnische inspectie werkzaamheden is de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. Daarmee is namelijk het aantal gezondheids- en veiligheidsrisico’s aanzienlijk te verminderen. De werkgever mag het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen dwingend voorschrijven wanneer de resultaten van een RI&E daartoe aanleiding geven. Natuurlijk blijft de arbeidshygiënische strategie (bronaanpak) het uitgangspunt. De te kiezen middelen moeten een juiste bescherming bieden en de gebruikers zo weinig mogelijk hinderen bij het uitvoeren van hun taken. De werknemer moet inzicht krijgen in de risico’s en alle overwegingen die hebben geleid tot de inzet van persoonlijke beschermingsmiddelen. Hierdoor zal de acceptatie én het gebruik van die middelen toenemen. Geïsoleerd gereedschap, persoonlijke beschermingsmiddelen en overige beveiligingsmiddelen moeten worden gebruikt als er een kans op elektrocutie en/of kortsluiting aanwezig is. Als er twijfel bestaat over de deugdelijkheid van geïsoleerd gereedschap, (persoonlijke) beschermingsmiddelen en controle- en beveiligingsmiddelen, mogen ze niet worden gebruikt. Het personeel moet geschikte kleding dragen die nauw op het lichaam aansluit.
Elektrocutie voorkomen Persoonlijke beschermingsmiddelen zoals isolerende laarzen, handschoenen, overschoenen, oog- en gezichtsbescherming, hoofdbescherming en geschikte beschermende kleding moeten bijvoorbeeld elektrocutie voorkomen en de gevolgen van verbranding beperken bij kortsluiting. De middelen moeten waar noodzakelijk worden gebruikt en van een keurmerk zijn voorzien.
Overige beveiligingsmiddelen Onder overige beveiligingsmiddelen worden verstaan: - Isolerende matten, werkplatforms, bordessen en stellingen; - Isolerende buigzame en starre afdekmaterialen; - Geïsoleerde en isolerende gereedschappen; - Sloten, opschriften, waarschuwingsborden; - Spanningsaanwijzers en -indicatoren; - Kabelzoekapparatuur; - Aardings- en kortsluitgarnituren; - Afschermingen, afzetpalen, waarschuwingslint en ondersteuningen.
Er moeten doeltreffende afzettingen en eventuele waarschuwingsborden zijn aangebracht bij metingen en/of beproevingen waarbij gevaar bestaat voor directe aanraking of het maken van aard- of kortsluiting door niet bij de meting of beproeving betrokken personen. Voor metingen in elektrische installaties moeten daarvoor geschikte, veilige meters of meetinstrumenten worden toegepast. Voor het vaststellen of de spanningsloze toestand aanwezig is, dienen dubbelpolige spanningsaanwijzers of voltmeters te worden gebruikt.
Reinigen en controleren Alleen persoonlijke beschermingsmiddelen die in goede staat verkeren, kunnen hun beschermende werking waarmaken. Daarom moet worden gewaarborgd dat ze doelmatig worden gereinigd, opgeslagen en gecontroleerd. Verwaarlozing van deze aspecten kan leiden tot onzuiverheden of bijvoorbeeld aantasting van de bescherming. Werknemers moeten de persoonlijke beschermingsmiddelen onderhouden volgens de voorschriften van de leverancier en onvolkomenheden (laten) repareren.
5. Het rapporteren van de resultaten van de inspectie Nadat de uitvoering van de inspectie van de elektrische installatie is voltooid zal ten slotte een rapport met de bevindingen moeten worden opgesteld. Hierin kunnen zaken worden vermeld als de omvang van de inspectie, welke delen al dan niet zijn geïnspecteerd en geconstateerde gebreken en/of afwijkingen. Indien tijdens de inspectie gebreken zijn geconstateerd waarbij er levens- en/of brandgevaar aanwezig is, zal direct actie moeten worden ondernomen zodat deze situatie niet blijft voortbestaan.
*Nico Kluwen werkt als elektrotechnisch onderzoeker en gerechtelijk deskundige bij Nimirco. Daarvoor was hij werkzaam bij European Fire Protection Consultants en Bureau Veritas. Kluwen is ook als expert verbonden aan Kennisbank Installatie Journaal.