
1 minute read
7.8 Laat je in positie zetten
7.8
Laat je in positie
zetten Relaties zijn voor jou van essentieel belang om je werk te kunnen doen. Je hebt relaties met de mensen aan wie jij je output levert. Dat kunnen klanten of collega’s zijn. Door deze relaties begrijp je ze beter en weet je wat je moet leveren. Je hebt relaties met leveranciers, met externen, met managers. Al deze relaties beginnen met een positie, een uitgangspunt. Jij hebt verantwoordelijkheid voor bepaalde zaken, een bepaalde macht, een mandaat. De mensen met wie je omgaat hebben weer andere verantwoordelijkheden en mandaten. Om effectief samen te werken heb je relaties met andere mensen nodig, maar het is ook nodig dat je krachtig in positie wordt gezet. Dat ook de anderen weten wat jouw verantwoordelijkheden en mandaten zijn. Dat je toegang hebt tot bepaalde figuren. Dat je het mandaat hebt om bepaalde beslissingen te nemen.
Je mandaat is dus belangrijk ‘gereedschap’ om je werk te kunnen doen. Jouw baas is ervoor om je hiermee te helpen. Om je in positie te zetten.
Dat kan betekenen dat je baas je met bepaalde mensen in contact brengt. Of aan je collega’s duidelijk maakt dat jij de beslissing op bepaalde gebieden neemt. Door je een budget of een bepaalde rol toe te kennen.
Sommige managers zijn daar niet proactief in. Ze laten hun mensen zwemmen. Met als resultaat dat er verwarring ontstaat, gedoe of dat je bijvoorbeeld voortdurend achter iemand aan moet jagen omdat diegene weigert je aandacht te geven.
Stuur je manager op dit punt duidelijk aan. Zeg haar hoe zij jou in positie kan zetten. Met wie zij moet communiceren en wat zij tegen hen moet zeggen. Vraag haar deuren voor je open te zetten om je zo in staat te stellen je werk te doen. Weiger slachtoffer te zijn van rommelige afspraken, zorg er zelf voor dat de afspraken voor iedereen duidelijk zijn, zodat jij je gang kunt gaan.
Laat je dus in positie zetten, zodat je in je kracht staat en het mandaat hebt om het doel waaraan je geacht wordt te werken kunt bereiken.