1 minute read

4.4 Heilige uren en dagen

4.4

Heilige uren en

dagen Werk kent geen grenzen. Het houdt nooit op, het is nooit klaar. Het kan altijd nog beter, meer of verder. Als werk de norm wordt neemt het je leven over. Alles wordt namelijk belangrijker als je erop focust. Als je geobsedeerd met je werk bezig bent, wordt elke bijzaak steeds meer van levensbelang. Althans, zo lijkt het.

Werk is een prachtig, harig en krachtig monster. Werken is geweldig om je bezig te houden. Het inspireert, het geeft je een gevoel van zingeving, het laat je groeien. Maar voor je het weet wordt het de baas. Zoals een sterke wilskrachtige hond in je huishouden: hij moet kunnen uitrazen, maar hij moet niet de baas gaan spelen want dan gaat het mis.

Net als die hond moet je werk begrenzen. Het mag dingen wel, maar het mag ook dingen niet. Het mag niet je dag bepalen, het mag niet je relaties in de weg zitten, het mag niet je gezondheid schaden en het mag je niet in bezit nemen.

Werk moet begrensd worden in tijd en aandacht. Er moeten momenten zijn dat je jezelf dwingt je met andere zaken bezig te houden. Heilige uren, heilige dagen. Niet eens in de zoveel maanden, maar elke dag, elke week. Het zijn de plekken waar werk niet mag komen. Omdat je dan aandacht voor andere dingen hebt. Voor jezelf. Voor anderen. Voor de schoonheid die de wereld kan bieden.

Laat je werk niet bepalen wanneer je heilige uren en dagen zijn. Laat je agenda bepalen wanneer het tijd is om iets anders te doen. Tijd is net als geld. Als het op is, is het op. Als je agenda zegt dat je heilige uren zijn aangebroken is er geen tijd meer om te werken. Werk raakt nooit op, maar je moet jezelf dwingen dat werktijd wél opraakt.

This article is from: