
2 minute read
3.3 De dictatuur van de waan van de dag
3.3
De dictatuur van de waan van de
dag Elke tijd is overgangstijd2, is de titel van een boek dat ik ooit bij iemand in de kast zag staan. Ik zei: “Wat een mooie titel, is het een goed boek?” Diegene antwoordde: “Ik had precies hetzelfde, ik heb het maar niet gelezen, het boek zou de titel kunnen verpesten.”
We ervaren ons altijd ergens tussenin. Tussen gisteren en morgen. Tussen wat is en wat moet. Tussen nu en onze doelen. In dat nu zijn we druk bezig met de handelingen die tot die doelen moeten leiden. Omdat ons werk steeds minder voorspelbaar is, is het vaak een mengeling van nieuwe, herkenbare en vertrouwde handelingen. Het zijn vooral véél handelingen. Druk is tegenwoordig de norm. Wie werkt er nog op zijn gemakje?
Die middelen, in de vorm van handelingen, bepalen dus onze dag. Want we moeten ons op de middelen richten, dus dingen doen, om de doelen te bereiken. Omdat we ervaren dat we steeds een beetje achterlopen, hebben we altijd iets gehaasts. We hadden vandaag altijd meer willen doen dan waar we aan toe zijn gekomen. De mens is van nature een gulzig beest, hij wil meer dan hij aankan.
Zo kan het gebeuren dat ons takenlijstje de baas wordt over ons handelen. Wat er nu moet gebeuren bepaalt wat we nu doen. We verliezen de toekomst en onze doelen langzaam maar zeker uit het oog. “Middelen hebben de neiging de doelen te overwoekeren”, noemde de filosoof Arthur Schopenhauer dat.
Als je daar zélf geen sturing in geeft, ben je alleen maar op de korte termijn beter. Word je geregeerd door wat je als urgent ervaart of wat anderen je als urgent willen laten ervaren.
Uiteindelijk leidt dit ertoe dat je niet meer investeert, maar alleen maar handelt. Je maakt geen plannen meer. Je investeert niet meer in je eigen ontwikkeling. Je investeert niet meer in de gezondheid van je lijf, je geest en je relaties. Je wordt een speelbal van het nu. De waan van de dag regeert.
Maak investeren ook tot prioriteit. Je moet blijven groeien, jezelf verzorgen en plezier hebben. Anders word je niet alleen ongelukkig en ziek, je wordt langzamerhand ook steeds minder goed in wat je doet. Nieturgent verliest het altijd van urgent, maakt dus niet-urgent urgent. Anders verschrompel je op den duur.
2 Van H.W. von der Dunk