1 minute read

3.2 Drukte vraagt rust

3.2

Drukte vraagt

rust Visualiseer jezelf eens als je het heel druk hebt. Liefst een beetje karikaturaal. Zit je voorovergebogen over je werk of leun je achterover in je stoel? Ben je over een onderwerp aan het mijmeren of schiet je aandacht van het ene onderwerp naar het andere? Voel je een druk in je die zegt: “Snel, snel, snel”, of voel je ruimte in je om na te denken over wat de best mogelijke oplossing is?

Druk zijn betekent dat onze wereld kleiner wordt (letterlijk, voorovergebogen over ons werk), waardoor we niet meer de ruimte voelen om alle aspecten van de uitdaging te doorgronden. We hebben de neiging het eerste het beste wat we verzinnen te doen zonder na te denken of het handiger of beter kan.

Drukte dwingt ons in het nu en zet stress bij ons aan waardoor we minder goed kunnen nadenken en we dus minder effectief zijn. Natuurlijk is soms snelheid geboden. Maar snelheid krijg je niet door haast. Snelheid krijg je door het allerbelangrijkste zo effectief mogelijk te doen. Juist door alle ruis weg te laten. Daarvoor moet je kunnen bepalen wat het allerbelangrijkste is en hoe je zo effectief mogelijk kan zijn. Dat vraagt om afstand en overzicht, en het maken van de juiste keuze. Die keuze maak je niet door te stressen.

Je bent het allereffectiefst als je afstand en rust − en die rust mag heel kort zijn − afwisselt met actie. Door steeds even te bepalen wat nu het beste is om te doen en welke aanpak het meest effectief is. Dan weet je dat je zoveel mogelijk snelheid maakt.

Drukte vraagt dus momenten van rust en verleidt tot niet-effectief en inefficiënt gedrag. Drukte vraagt namelijk een enorme discipline juist op het moment dat je haast ervaart, om dan de koelheid te hebben jezelf dat moment te gunnen je inspanningen beter te richten en te timen.

Denk maar aan voetbal. De beste spitsen blinken niet uit door kracht of door heel hard te lopen, maar juist vaak door hun rust.

This article is from: