natuur & hobby 33
Tureluur
Ed Dekker en Ron de Jong coördineren de activiteiten van de vrijwilligers die de weidevogels beschermen. Hoewel ze de term weidevogels voor Voorne-Putten eigenlijk niet zo geschikt vinden. “Je zou ze in onze streek beter akkervogels kunnen noemen”, vindt Ron. “We hebben hier niet zoveel grasland als in andere delen van het land, maar wat de vogels vooral nodig hebben is een gemengde biotoop. Ze broeden vaak op akkers en de jongen scharrelen graag in akkerranden of grasland naar insecten.”
Big Five
Over welke vogels hebben we het dan? “Je kent toch zeker wel de ‘big five”, vraagt Ed. Nou, even denken, eerlijk gezegd niet... “Scholekster, kievit, grutto, tureluur en slobeend”, somt hij op. Dat maakt het voor een leek nog niet makkelijker. Hoe herken je ze? Vogels zitten zelden stil. Gelukkig heeft Ed jarenlang ervaring in het onderwijs en kan hij duidelijk uitleggen. “Je herkent ze aan hun uiterlijk, hun silhouet. Ook aan hun gedrag, hun manier van vliegen. En natuurlijk aan de roep.” Ron haalt zijn smartphone tevoorschijn. ‘Tjiewiet’, klinkt er. Een kievit! Ja, als iedere vogel zijn eigen naam zou roepen, zou het wel makkelijk zijn. Dan klinkt er een heel andere kreet uit de telefoon. Wat is dat? “Weer de kievit, maar dan zijn alarmroep.” Toch niet zo makkelijk dus.
MoNiToReN
De vereniging organiseert cursussen waar vrijwilligers leren vogels te herkennen en – belangrijker – hoe ze te beschermen. Dat is hard nodig, want weidevogels hebben het moeilijk door de intensieve landbouw. Als er geen maatregelen getroffen worden, rijden boeren met hun machines over de nesten, die meestal goed verborgen liggen.
PoPUlATies Hoewel weidevogelpopulaties de afgelopen decennia flink afnamen is er nog genoeg te zien in het veld. Waarnemers signaleren in het voorjaar op een gunstige plek wel tachtig soorten vogels. Ze zien dan niet alleen de bedreigde weidevogels maar ook hun natuurlijke vijanden, zoals kraaien, buizerds, kiekendieven, mantelmeeuwen en zilvermeeuwen. ongeveer tien procent van de nesten valt ten prooi aan deze roofvogels. geen probleem volgens ed en Ron: ‘dat is gewoon de natuur. Wat wij vooral willen benadrukken is dat we bij het volgen van de populaties goede resultaten zien van ons werk. We boeken al vooruitgang, maar met een beetje extra hulp kan het nog beter.’