E R F G O E D
Reina de Raat is conservator van de tandheelkundige collectie van het Universiteitsmuseum in Utrecht. In iedere aflevering van Erfgoed neemt zij u mee terug in de tandheelkundige tijd. In deze uitgave gaat het over foto’s van modellen en patiënten uit ver vlogen tijden. Ze kunnen behalve hun historische waarde in bijzondere geval len ook van waarde zijn voor nabestaan den. Maar wie mag deze foto’s nu eigenlijk bekijken?
Auteur: Reina de Raat Foto: Levin den Boer - Persfoto.nu
46
Verleden tijd, maar heel actueel:
Foto’s en modellen medisch historisch Verleden tijd, definitief voorbij. Veelvuldig gehoorde woorden als het gaat om materialen uit de geschiedenis van de gezondheidszorg. Aan het museum denkend, zullen velen vooral de tangen, units, en gebitsprotheses voor ogen komen. Niet meer gebruikte materialen die ogenschijnlijk een nutteloos bestaan hebben. Maar is het echt allemaal definitief voorbij? Zijn zij niet meer waardevol omdat zij buiten onze scope vallen en niet meer van ‘onze tijd’ zijn? Deze gedachte zou wel wat kort door de bocht zijn. Er is meer...
Schietaccident Enige tijd geleden ontving ik een verzoek van een familielid om de collectie in te mogen zien in de hoop dat zij daar informatie zouden vinden over hun, inmiddels overleden, familielid. Jaren geleden was de verwant ernstig gewond geraakt aan het gelaat door een schietaccident. Na een lange zoektocht was de familie uiteindelijk bij het museum terecht gekomen. Nergens hadden zij de medische informatie over hun familielid gevonden. Niet dat de familie er iets bijzonders mee wilde. Ze hadden behoefte het verhaal van hun geliefde gezinslid op te tekenen, mogelijk als hulp bij het rouwproces. Het bleek dat in de verzameling van J.J.Spijkman de gehele fotodocumentatie, inclusief de gipsmodellen van betreffend familielid aanwezig waren. Ook de schedel waarop Spijkman de casus had nagebootst bevond zich in de collectie. Bovendien waren ze erg geïnteresseerd in de behandelaars van die tijd, profes-
sor J.F. Nuboer, hoogleraar chirurgie en J.J. Spijkman, tandarts. Van deze laatste man is overigens opvallend weinig bekend. Hij studeerde voor de Tweede Wereldoorlog af als tandarts. Omdat na de oorlog de toestroom van studenten tandheelkunde enorm hoog was, besloot Spijkman een particuliere opleiding tot tandarts te starten, waarbij het door hard werken mogelijk was in 2 jaar als tandarts af te studeren. Veel studenten hadden door de oorlog vertraging opgelopen en wilden niets liever dan snel aan het werk. De opleiding van Spijkman was een succes, maar werd door het reguliere onderwijs doodgezwegen. Nadat ze haar functie verloren had hield de opleiding op te bestaan.
Oefenmateriaal In de jaren vijftig was Spijkman de eerste tandarts die onder professor Nuboer op de afdeling heelkunde van het Academisch Ziekenhuis Utrecht de tandheelkundig chirurgische prothetiek onder zijn hoede nam. In die jaren had hij dus ook het familielid naar alle tevredenheid behandeld. Enigszins afgezonderd van zijn beroepsgenoten, die allen in het tandheelkundig Instituut werkten, documenteerde hij zijn patiënten uitvoerig. Deze verzameling is uiteindelijk bij het Universiteitsmuseum terecht gekomen. Zowel de geneeskundige als de tandheelkundige verzameling bevat meer medisch historisch fotomateriaal en onderwijs- en onderzoeksmodellen van mensen die ooit patiënt waren: mensen die in de vorige eeuw gefotografeerd zijn om de