BioGeoGrafie.Cultuur.Mens.NatuurInDeWieden.MiedenProject.nl.626-Inrichting6 sept06

Page 87

6.5 De Drogehamster- en Surhuizumermieden Beeld van de kavelstructuur Op de kaart van de verkaveling van Achtkarspelen (afb. 6.2) valt direct op dat de opstrekkende kavels in vrijwel het gehele gebied op de stroompjes Lauwers en Oude Ried zijn georiënteerd. Steeds staat de verkaveling enigszins veervormig op de stroomrichting. De Homeer, een kaarsrechte, van het zuidwesten naar het noordoosten lopende afwateringssloot, vormt de bepalende grenslijn tussen het gebied van Surhuizum en Augustinusga (zie ook afb. 6.25). Deze Homeer, die we op oude kaarten ook aangegeven zien als Hoogmeer (Schotanus), loopt vanaf de Quakkenburgs Gruppel, die de grens van Harkema markeerde, tot aan de blokverkaveling ten zuiden van Gerkesklooster. De Homeer deelt het gebied dat wordt omsloten door de loop van de Lauwers en de Oude Ried min of meer in tweeën. Het noordelijke part is het gebied van Augustinusga en het zuidelijke stuk het dorpsgebied van Surhuizum. In de navolgende paragrafen worden onze plangebieden per dorpsgebied behandeld. Afb. 6.25. Territoriumgrens Homeer als slootje ten noorden van de Uterwei.

Surhuizumermieden Het deelgebied Surhuizumermieden is een relatief open weidegebied met hier en daar een verdichting in de vorm van bosjes op uitgeveende petgaten in pingoruïnes en in de vorm van elzensingels op plekken die globaal boven de 0 meter NAP-hoogtelijn liggen. Met name aan de noordzijde van de Tiltjes- of Compagnonswijk ervaart men de openheid heel sterk. In dit deelgebied komen drie verschillende richtingen in de verkaveling voor. Historisch zijn dit delen van drie verkavelingsblokken en -systemen. (zie ook afb. 6.27) In het noordelijke stuk van het dorpsgebied van Surhuizum, de zogenaamde ‘taartpunt’ loopt de verkaveling evenwijdig met de grenslijn Homeer (zie afb. 6.26). Het middendeel van de Surhuizumer verkaveling komt voort uit de afstroomrichting van de afwateringssloten die bij de vroegste bewoning zijn aangelegd, uitgaande van de Lauwers. Toen die opstrek zich verder zuidwestwaarts ontwikkelde, liepen de kavellijnen schuin aan op de genoemde Homeer. Door de grote bocht die de Lauwers halverwege maakt, convergeren hier de lijnen op het eerste stuk. In het noordoosten van het Surhuizumer gebied eindigen de meeste stroken schuin op kavellijnen, die reeds vroeg doorgetrokken lijken te zijn, waardoor als het ware een taartpunt is ontstaan. Die taartpunt kan niet vanuit de Uiterweg zijn ontgonnen omdat de weg niet alle stroken daarin doorsnijdt. Het is aannemelijk dat de boerenbedrijven die hier oorspronkelijk hebben gestaan, zijn opgegeven toen een verdere opstrek bij natter wordende condities na inklinking van het maaiveld niet meer mogelijk bleek. Afb. 6.26. Grondgebruik Surhuizumermieden 1832. Groen = weiland, roze = bouwland, blauwgroen = vergraven land, blauw = water, donkergroe = bos, paars = erf/tuin/boomgaard

Op de kaart van Schotanus-Halma van 1718 staan in deze taartpunt met sterretjes eertijds bewoonde plekken aangegeven, twee ten noordoosten van de Uiterweg en zeven aan de zuidwestzijde van deze weg. Aan de noordkant van de Uiterweg zijn recent twee huisplekken in het veld gelocaliseerd. Door hun relatieve hoogte zijn ze goed te

79


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
BioGeoGrafie.Cultuur.Mens.NatuurInDeWieden.MiedenProject.nl.626-Inrichting6 sept06 by andre hopes - Issuu