Jubileumkrant R&ZV De Amstel #2

Page 1

Ter gelegenheid van ons 150-jarig jubileum brengen we een aantal kranten uit die de hoogtepunten van onze geschiedenis in beeld brengen en inspireren voor de toekomst.

Jubileumkrant

1874 - R&ZV De Amstel - 2024

Door: Peter de Graaf, lid sinds 1967

In clubbladen begin dertiger jaren heeft Bertus Gunther zijn ervaringen onder de titel “Mijn bezoek aan Henley” uitgebreid vastgelegd. De hoogtepunten daaruit zijn hieronder samengevat. Voor het tijdsbeeld is het goed te weten dat de wedstrijden op Henley toonaangevend waren voor de wereldtop. Qua roeiniveau en prestatie vergelijkbaar met WK en Olympische Spelen.

Henley is op drie weken per jaar na een slapend dorp aan de Thames. Maar tijdens de regatta een complete kermis van station tot botenterrein en baan, waarbij vlaggen aan ieder roeiershome verklappen welke ploeg daar bivakkeert. De baan is een tweeploegenbaan over 2150 meter afgebakend met staken en de overige ruimte is overvol bezet met in punters drijvende toeschouwers. Voor ieder nummer is het dus een eindeloze afvalrace om van bv 16 ploegen > 8 > 4 > 2 > tot de finale te komen. Kortom een overvol en vermoeiend twee en een halve week durend programma.

Dr. Marres is zijn coach. Een gevestigd roeier en coach met een fantastische ervaring uit het studentenroeien en met de gave de fysieke en mentale kant van de sporter te begrijpen en te stimuleren.

Bertus start in 1922 in de jonge skiff (en met Van Toorenburg in de 2x) en wint ieder jaar nationale en later vele internationale prijzen. Na de OS roeien in 1928 te Sloten (ook 2 ploegenbaan - zie foto) was er bij Marres en Gunther een goed beeld ontstaan van het scullersveld en dat bracht ze op het plan dat Henley toch haalbaar moest zijn. “Een kansje wagen”. Uitgezwaaid door het bestuur en met een zilveren vlindertje als talisman opgespeld vertrekt hij naar de boot van Hoek van Holland. In de trein naar Henley ontmoet hij al tegenstanders met te fantastische verhalen over hun tijden op stromend water. Relativerend naar stilstaand is er geen reden tot paniek.

‘Dol’le pret

Op naar een proefbaantje varen en de loting van 16 skiffeurs. “Ik start als dertiende (gelukje?) in de 7e heat tegen Hart” . De zware jongens zitten in andere heats. Nog een paar keer oefenen toonde veelbelovende tijden. Dat hielden we tactisch geheim. “Terugvarend naar het vlot permitteerde ik me een eindspurt, hoorde een waarschuwingskreet en hield onmiddellijk met gekeerd blad. Dat was teveel voor mijn dol die opensprong en ik rolde achter mijn riem aan het water in. Omslaan! Wat een blamage voor een Henley-roeier” . Die legendarische dol staat nog steeds in de prijzenkast.

Olaf de Ronde: Van Batavia tot Solitair II

We spreken onze oud-bootsman en blikken terug op de vele jaren die hij in de werkplaats heeft doorgebracht.

PAGINA 2

Dan wordt het serieus

De eerste race tegen Hart blijkt een makkie. Hij blijft na een stevige start al ras achter en ik kan het rustiger aan doen. De eerste stap is gezet. De volgende dag lag ik naast Lee aan de start in “de laatste acht”. Deze race was bepalend. Zou ik Lee verslaan dan lag de weg vrij naar de finale. Gespannen maar vol vertrouwen wist ik met tempo 36 vanaf de start te leiden. Lee kon spurten wat hij wilde maar ging niet sneller. Mooi, bij de laatste vier! En dat merkte ik ook aan de belangstelling van de pers en de anderen. En dan is Henley wel een heel aparte

“Ik roeide alles, behalve op bakboord”

Sannie de Graaf-Ottjes blikt terug op haar wedstrijdverleden begin jaren zeventig.

PAGINA 5

1929: Diamond Sculls voor Bertus Gunther

Bert Gunther in actie (links) op de Ringvaart bij Sloten tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam in 1928. Hij miste het podium en werd vierde. Een jaar later sloeg hij toe tijdens de Diamond Sculls. Beeld: collectie Stadsarchief Amsterdam.

cultuur met zijn gereserveerde gebieden voor de bobo’s en genodigden. Allen in fraaie blazers, jurken, hoeden, etc. gehuld. Maar feest zat er nog niet in. Morgen tegen Tiverton. Maar dat bleek anders. De echte tegenstand was de storm met enorme windvlagen en regen. De veel lichtere Tiverton was in no-time op achterstand teruggeblazen, maar ik mocht niet omslaan. Dat lukte maar in een slechtste tijd ooit. Op naar de finale met steeds meer Amstelleden op de wal. Wright’s tactiek lag in volgen op een bootlengte en toeslaan op de laatste 500 meter. Ik nam de leiding en bleef attent op die mogelijke spurt. Die kwam eerder maar was fataal. Wright kon mijn pareren niet overtreffen en bleef op een lengte licht.

Ik won de Diamonds !!! Ongelooflijk. Wat een ceremonie daar op het erepodium. Maar eigenlijk niet ik alleen. Dr. Marres had zeker een deel in die glorie. Wat een fantastische coach.

Terug in Amsterdam

Ik stond in alle kranten en kreeg een ovationele ontvangst. Al op het perron van het CS. Bloemen, kransen, liederen, toespraken. En een prachtige rijtoer naar het clubhuis. Als ik de foto’s terug zie krijg ik nog rillingen. Diamond sculls. Mooier is er niet.

Bumping, een uniek wedstrijdconcept

Een artikel over hoe het bumpen van andermans roertje een stille dood is gestorven.

PAGINA 6

Jubileumkrant R&ZV De Amstel N° 2 ZATERDAG 25 MEI 2024 PAGINA 1
Scan de QR-code voor aanvullende videomateriaal bij dit artikel. Of kijk via www.youtube.com/ watch?v=TG1KIO0Dx8s

Olaf de Ronde: Van Batavia tot Solitair II

Door: Peter de Graaf, lid sinds 1967

Boten hebben me altijd geboeid. Via een leertraject heb ik ruim twee jaar (‘93-‘95) met hout aan de replica van de Batavia in Lelystad gewerkt. En daarna in de Catamaranbouw bekend geworden met kunststoffen. Een maatje van me liep stage bij Willem III. Ik ben daar gaan kijken en werd direct getrokken door dat werk. En dan lees je een advertentie (voorjaar ‘98) dat De Amstel een vacature heeft. Gaan kijken waar het was vanaf de brug op het Muzenplein. Indrukwekkend gebouw - heel mooi gelegen. Tja, dan is de stap snel gezet. Ik werd per juli ‘98de nieuwe boots.

Op de grens van hout en kunststof Nee, ik woonde niet op De Amstel. Wel zo prettig om werk en privé te scheiden. Maar ik was er vaak. De eerste klus was de kunststof wherry ‘t IJ op te knappen. Letterlijk in het diepe. Maar wel fijn om zelfstandig de knelpunten op te lossen. Veel voldoening van gehad. En het ledental groeide en daarmee ook het aantal schades en onderhoud. Nooit een lege werkbank. Een heel mooi project was het restaureren van de Solitair II (skif van Jan Wienese – OS goud 1968) die terugkwam uit het opgeheven Olympisch Museum. Op internet staat er een gedetailleerde reportage over. En ik wil er nog een noemen: de scheehouten wherry Dolphijn. Die weer in de vaart brengen was echt top. Samen met leden is dat prima gelukt. Dat maakt je gelukkig.

Veel boeiende contacten gemaakt met Bestuursleden en materiaalcommissie. Vaak direct werk gericht maar ook persoonlijk altijd plezier bij gehad. Tja, bij honderden leden is het genuanceerd, maar over het algemeen heel prettig en soms zeer nuttig contact. Nadeel is dat de deur van de werkplaats soms te ver open staat. Je wordt zo vaak gestoord dat daar iets op is gevonden: een klachtenboek en schadeboek als intermediair en dat scheelde enorm. Kijk, het lijkt eenzaam in de werkplaats maar je bent zeker niet alleen. En soms had ik ook klusjes aan het gebouw. De pachter en de soos vielen duidelijk buiten mijn domein.

Aan veel verbeteringen bijgedragen

Kijk, de aard van het werk leek niet meer op dat van Arie die er boven woonde, zelf veel bouwde in hout en ook als een soort conciërge de tent bewaakte. In mijn periode kwamen er nieuwe wherry karren, andere loods deuren, betere riemenopslag, tennisballen op de scherpe riggerpennen, efficiëntere indeling van de werkplaats met een kleine ruimte voor administratie en nog veel meer.

Maar je slijt en dus

Alles bij elkaar bleek het werk toch een te zwaar beroep op mijn lijf gedaan te hebben. Ik moest omzien naar een heel andere besteding en in 2017 ben ik vertrokken. Nooit spijt gehad van die periode maar je moet reëel zijn en de focus leggen op wat wel kan. En dat bleek vrijwilligerswerk op het kruisvlak van werkzoekenden, sociaal vereenzaamden en onderdak bieden aan creatief bezig zijn. En dat traject was ook voor mij niet verkeerd. Ik heb het “vrijwillige” later kunnen omzetten naar in dienst treden bij scholen, provincie en instellingen als facilitairen technisch medewerker.

De toekomst ligt in het Zaanse. Soms geef ik nog materiaal advies aan de kleine roeiverenigingen in die regio. Ik heb tenslotte ook zelf bij De Amstel geroeid en gestuurd in wherries en C-materiaal. Dat raak je niet kwijt. Nu ben ik op zoek naar een passende woning om met mijn eigen dochters en de zoon van mijn

nieuwe partner een samengesteld gezin onder te brengen. Dat gaat niet van zelf maar het is een mooi doel om aan te werken.

Tot slot Ik heb de nieuwjaarsreceptie als een kleine reünie ervaren. Weerzien met velen. Dat wordt beslist een mooi “150-jaar”. Olaf bedankt en veel succes met je plannen.

Door: Peter de Graaf, lid sinds 1967

In 1965 formeerde coach Piet Kruyswijk een ijzersterke acht met Joost Hollander (slag), Jan Wienese, Cees Spuij, Rob Vinke, Hans Menger, Ger Bosch, Fred Opperdoes en Jaap van der Meulen (boeg) met Piet(je) Touw aan het roer. Uit de verslagen blijkt dat de winst echt een optimale balans was tussen mentaliteit, roeikracht, vaartactiek en sturen. Niet botweg 8 km palen tot je er bij neervalt maar goed je krachten verdelen en reserve’s hebben op moeilijke punten bij inhalen, binnenbochten pakken, strak langs de piketten varen, niet uit de bocht vliegen en gunstig voor de bruggaten uitkomen.

IJzersterk roeien en sturen bleek winnend

Bij de start en voorstart al bleek Argo II meer aan stijlroeien te doen en slecht te sturen. Maar voor Pietje was dat geen probleem. Die hindernis werd snel genomen. Rivaal Njord II kwam meerdere keren vlakbij en stimuleerde De Amstel eerder dan dat de moed zakte. Het veld bestond ter hoogte van het Kalfje uit een paar kanshebbers met nagenoeg dezelfde passagetijd. Van de oever af was het duidelijk. We maakten een goede kans maar er moest wel meer gebeuren. Op dit rechte rak lag de kans. Joost moet dat gevoeld of geweten hebben en wist de ploeg tot een maximale snelheid te brengen. De acht, de H.Höfte, liep fantastisch over zijn kolk en toonde pure snelheid voordat het lastige bochtentraject met bruggen begon. Kanshebbers Phocas, Argo, Triton en Njord hadden hierop te weinig antwoord. Phocas werd ingehaald en bij de Berlage brug liepen ze fors in op de Adelborsten. Er naast liggen geeft spanning.

Maar die werd bij De Amstel zeer positief benut. Voor de laatste keer ging het tempo en de snelheid omhoog. De tegenstander zat stuk. Het in de kop van de divisie roeiend Nereus maakte een fatale stuurfout bij de Ceintuurbaanbrug en verloor daarmee te veel tijd. Piet koos het vrije bruggat en het verlossende “DOOR” van de tijdwaarneming klonk.

In een veld, verzadigd aan studentenploegen, wist een burger-vereniging partij te geven en te winnen. De huldiging op het feest die avond was een oprecht respect voor de ploeg en de sport en daarmee een pure stimulans voor het wedstrijdseizoen.

Jubileumkrant R&ZV De Amstel N° 2 ZATERDAG 25 MEI 2024 PAGINA 2
Head 2e divisie succes voor De Amstel.

Op negen uur vliegafstand

Door: Peter de Graaf, lid sinds 1967

Op zaterdag 19 oktober 1968 vertrokken zo’n 30 puzzelaars voor een snerttocht door de grachten van Amsterdam. Na afloop was er de prijsuitreiking en uiteraard de beloofde erwtensoep met worst. Maar het bleef niet bij toerende soepeters. Het werd razend snel druk met tientallen andere leden. Want…..

Mexico – Op de Olympische roeibaan Xochimilco (hoog in de bergen bij Mexico-stad) was het de finaledag van de OS roeien met onze Jan Wienese in de skiff naast de kanshebbers Jochen Meissner (GER) en Alberto Demiddi (ARG). Rondom in de soos waren 4 TV-toestellen in de koepelkoof geplaatst zodat je vanaf elk punt alles goed kon volgen. Rond tien voor acht werden de skiffeurs aan de start geroepen en ge-alligneerd. Doodse stilte in de zaal. De vlag van de kamprechter ging om hoog: “Êtes-vous prêts? Partez!” klonk het bij het vallen van de vlag. Onmiddellijk gevolgd door het belsignaal. Valse start!

En toen gebeurde er iets vreselijks: De reclame van de STER startte gevolgd door het achtuur Journaal. Zelden zal deze autistische programmering dieper vervloekt zijn als toen. Daar vervloog onze fraaie “live” reportage achter het dan beslist niet boeiende (inter) nationale nieuws.

Gelukkig keerde het beeld een kwartiertje later precies op tijd terug met de woorden van sportjournalist Aad van Leeuwen: “ze zijn weer gestart en deze keer correct”. Echt, in de eerste haal waren we er weer bij. Niets gemist. Hoe die race is verlopen en afgelopen is bekend. Jan won GOUD in 7:47,80 over die 2000 meter met zilver voor Meissner en brons voor Demiddi.

En toen brak de hel los. Een ongelooflijke prestatie. Voorzitter Bert Krot kon niet uit zijn woorden komen en werd bijna direct weg gebeld voor een TV interview in Hilversum later die avond in “Sport in beeld”.

Erelid Jo Noorweegen, introvert met de sprekende bijnaam Willem de Zwijger, danste uit pure vreugde op het biljart. Er kwamen geluks-telegrammen binnen. Het bleef nog lang onrustig op De Amstel. En dat noemen ze dan een snertdag!

Nog altijd is Wienese de enige Nederlandse skiffeur die Olympisch goud won Beeld Klaas Jan van der Weij

Deze www is geen werkelozen-uitkering of een prefix op internet. In tegendeel. Wedstrijden roeien. Genieten van competitie.

Het is de pure basis van De Amstel. Immers, daarom smolten in 1874 de clubs Y-stroom, Zwaluw, Saturnus en Insulinde samen tot het statutaire De Amstel. Nu werd officiële deelname mogelijk.

Het valt nauwelijks te tellen hoe-velen met hoeveel blikken en prijzen volgden. De Amstel houdt nog steeds de Prijzenrol, c.q. blikkenlijst bij van alle tellende overwinningen met de bemanning en zo mogelijk de prijzen of premiën. Wedstrijdroeien is de kern van onze sport en leidend voor de roeikwaliteit, de techniek, de bevlogenheid en satisfactie voor de hele vereniging van het jongste jeugdlid tot de meest krakende veteraan. Van de beginneling tot de wereldtop.

Op 29 augustus 1874, vlak voor de werkelijke oprichting, startte op de “Koninklyke” in de 4-riems sloep met J. Mulder, C. Jurrjens, J. Eeckhoff, Chr. Trousset en stuurman L. Visser. Ze wonnen de eerste prijs voor De Amstel ooit: Een kristallen beker op een zilveren voetstuk.

Naast die eerste moet er ook een laatste zijn, nietwaar? Inderdaad niet waar! Die bestaat niet. Wel de volgende. Ga kijken bij de wedstrijden. Een beter boeiend en bindend middel voor onze sport bestaat er niet. Geen weer of wind mag hind’ren.

We Willen Winnen (www) Jubileumkrant R&ZV De Amstel N° 2 ZATERDAG 25 MEI 2024 PAGINA 3

Gestolen goed gedijt?

Door: Simon Koch, lid sinds 1976

Willem Hultzer was een welgesteld Amstellid van het eerste uur. Een principieel denkend man met een groot sporthart. Roeien en De Amstel stonden daarbij op de eerste plaats. Maar ook zeilen met zijn boeier Fortuna (haven KNZRV te Muiden; het schip ligt nu als Vabel in de museumhaven Zierikzee) kreeg alle aandacht. Na zijn wedstrijdroeien kwam een bestuursfunctie snel in beeld. 2 jaar vice- en daarna 40 jaar voorzitter (1880-1919). Hij beschikte zowel zakelijk als maatschappelijk over een groot netwerk en kon zo veel voor elkaar krijgen.

Op het roeien had hij een bijzondere en expliciete visie. Dames wedstrijdroeien was bij hem kansloos. Prima dat de dames als aangenaam ballast mee gingen in een wherry, maar de te verwachten lichaams deformatie t.g.v. de spiergroei was onaanvaardbaar. En een tweede kernpunt in zijn beleid was de angst dat de hegemonie van de burgerroeiverenigingen in de 19de eeuw langzaam werd bedreigd door de successen bij de studenten. Dat was voor hem de aanleiding om het ledengeschenk -een wisselprijs- bij zijn aftreden expliciet in te zetten voor “uitsluitend burgerploegen”. De sinds 1921 verroeide wedstrijd burger heren-vier-met op de jaarlijkse wedstrijden (later bij de ARB) ging om deze zware zilveren bokaal (edelsmid en ontwerper Carel Begeer) de Hultzerbeker.

Waarom?

Daarom!

De meest gegraveerde winnaars naast De Amstel zijn WillemIII, Het Spaarne, De Hoop, De Dordtsche, De Laak, De Maas en Nautilus. Omdat de deelname langzaam terugliep is in 1970 besloten de boordvier te ruilen met de dubbelvier-met.

In 1975 bestond de ARB 50 jaar en vierde dat met een receptie in het Rosarium in het (Floriade) Amstelpark. Alle wisselprijzen van de wedstrijden dat weekend begin juni stonden in de auto van de penningmeester klaar voor graveren van de nieuwe winnaars. Zo ook de Hultzerbeker. Helaas zag een vaardige dief de buit voor het grijpen. Ondanks aangifte en speurwerk werd verwacht dat het meeste direct omgesmolten zou worden. De verzekering keerde een fooi uit en “Einde Hultzerbeker”. Totdat de beker opdook in het Zilvermuseum in Schoonhoven. Juridische stappen bleken een dood spoor toen het museum kon aantonen op legale weg de beker gekocht te hebben. Een heling-spoor verder terug was helaas gewist. Vandaar de vraag in de titel van dit stukje.

Roeien is een sensatie die meer is dan genieten van de natuur, het water, je ploeggenoten of achteraf de babbel met versnapering. Doe je ogen dicht en vaar met me mee. Je zit in de acht. Je rijdt rustig op en reikt met de handel naar voren en de benen spannen zich op naar een maximale sprongkracht. Het blad grijpt vol het water en die benen trappen hard op het voetenbord. De kolk achter je blad wordt gegraven. Zo diep, dat er zelfs iets over de top van de blad in die kuil wil vloeien. En voor je blad een diep gekleurde kam van opgestuwd water. Op boeg hoor je de acht het water aansnijden. De boot wordt als het ware op gepakt en lijkt te zweven, haast te planeren. Het water onder de huid wordt door de snelheid geïnjecteerd met lucht en toont een fraai en regelmatig bellenspoor. Je hoort het bruisen. Alsof je door spa-rood vaart. Je pikt uit en de kolk sluit zich. De boot glijdt verder. Je kijkt je kolk na. Tig halen later zie je nog het water draaien. Niet alleen die acht kolken. De volgende haal weer acht van die draaiers. Zit je op slag dan kijk je over de stuur heen en je ziet hoe het bellenspoor achter roer en vin zich gelijk een rits sluit. Die sensatie van het pratende water en het gevoel van zweven, daar doe je het voor. Toch?

Phaedra bewijst in 2021 een kansrijke toekomst en bevestigt die nu reeds

Door: Peter de Graaf, lid sinds 1967

2021 toont aan dat De Amstel onverminderd op de wedstrijden aanwezig is en met succes. En met veel overwinningen bij de dames/junioren meisjes.

Dat wordt helaas te vaak onderbelicht. Vandaar alle hulde aan Phaedra van der Molen, die o.a. met een NK en WK blik in 2021 thuiskwam. Samen met Lotte van Westreenen (Willem III) trokken ze op de internationale roeibaan in Plovdiv GOUD. Daarmee is ze de eerste dame van De Amstel die zo hoog presteert.

Dat zelfde jaar op de NK in Rotterdam wordt de kwaliteit van onze juniores meisjes stevig bevestigd.

Phaedra in de 2x en 4x combinaties. En daarmee ligt de wereld voor ze open. Als seniores naar de WK<23 en later beslist nog meer kansen. Tegelijkertijd kennen we de realiteit van overstappen naar het (internationaal) studenten roeien.

Zo studeert Phaedra nu in Princeton (USA) ecologie en evolutionaire biologie met een minor in computer science. Ze roeit uiteraard in de acht van de UNI en start binnenkort in een tournooi met alle Ivy League universiteiten en de NK USA in juni ’24. Daarna komt ze terug naar De Amstel om via de nationale selecties aan het WK<23 (in Canada) mee te kunnen doen.

Njord is even oud als De Amstel. In 1974 waren de Hollandia roeiwedstrijden op de Rijn in Alphen tot Njord eeuwlustrum uitgeroepen. Natuurlijk stond De Amstel borg voor een maximale deelname bij haar jarige zuster (*). Nu moet je weten dat de 2 km Rijn daar vrij bochtig is. In ongestuurde nummers moet je veel omkijken om je baan te houden. Of dat de oorzaak was is nooit tot klaarheid gebracht maar een Amstelskiffeur wilde beslist niet uitgesloten worden en hield de koers strak in de gaten. Het steeds torderende lijf was uiteindelijk te veel voor het bankje en het koos een eigen weg, de skiffeur op de billetjes op de slidings achterlatend. Maar hij was nog steeds geladen om te winnen en dan maar zonder bankje heen en weer glijden. Dat houdt een roeibroekje maar beperkt vol. Bij de finish bleek dan ook dat hij behoorlijk “door” zat. Helaas zonder blik. Echt geleden heeft hij er niet onder want enkele jaren later werd hij trotse vader van twee kinderen. Het moge duidelijk zijn dat je als roeier nooit opgeeft, je vaart altijd je baan uit.

(*) vereniging is vrouwelijk

Op blaren
Jubileumkrant R&ZV De Amstel N° 2 ZATERDAG 25 MEI 2024 PAGINA 4
zitten
Willem Hultzer, archief De Amstel. Phaedra en Lotta van Westreenen (Willem III) zijn wereldkampioen!
“Ik

roeide alles, behalve op bakboord”

Sannie de Graaf-Ottjes blikt terug op

haar

wedstrijdverleden begin jaren zeventig

Door: Wessel Agterhof, lid sinds 2001

Klein van stuk, maar groots in haar daden. Achter die korte beschrijving van Sannie de Graaf-Ottjes gaan veel verhalen schuil. In 1974 kreeg ze als eerste Amstelvrouw een insigne voor tien eerste prijzen. We gaan met haar terug naar de jaren waarin ze de ene na de andere overwinning voor onze vereniging binnenhaalde.

Sannie is een beetje zenuwachtig voor het gesprek over haar roeiverleden, want zo bijzonder is het toch allemaal niet wat ze gepresteerd heeft? De tafel ligt vol met zakjes medailles en fotoboeken. Op de zakjes keurig een label met daarop een jaartal en daarin de blikken die zie ze dat jaar heeft gewonnen. De zakjes van begin jaren zeventig puilen uit. Echtgenoot Peter kijkt er een beetje jaloers naar, maar luistert vooral vol trots mee naar wat Sannie te vertellen heeft.

Verplicht huisbezoek

Het is in het voorjaar van 1970 wanneer Sannie als 24-jarige lid wordt van De Amstel. Op aanraden van haar neef Frank Schipperijn. Ze was altijd al sportief geweest en zocht een nieuwe uitdaging om haar energie op los te laten. Bij haar kennismaking in de sociëteit grapten Koen Visscher en Charles Thie vanaf hun vaste plek aan de bar over een verplicht huisbezoek vanwege ballotage. Het kwam destijds nog wel voor dat deze bezoeken plaatsvonden, maar niet als je via een Amstellid binnenkwam. Sannie zag er als Amsterdamse de humor wel van in.

Na de nodige instructie kreeg ze het roeien steeds beter onder de knie en groeide haar interesse in wedstrijdroeien. De Amstel had wel een paar competatieve dames, maar de spoeling was dun. Met o.a. Meia Meegens roeide ze een aantal jaren clubwedstrijden en onze eigen Bumping, maar er mocht wel een stapje bovenop. Het kwam dan ook als geroepen dat Nereus in 1973 bij de Amsterdamse burgerverengingen op zoek ging naar een dame die een vier kon completeren. “Natuurlijk zocht Nereus het liever binnen haar eigen gelederen, maar de band met De Amstel was sterk.

Onze Yvonne Vischschraper was een succesvolle stuurvrouw waardoor Nereus-Amstel een bekende combinatienaam was”. Het oog viel snel op Sannie en ze werd gevraagd om plaats te nemen in de Dames Elite 4+ en zorgde er daarmee voor dat de combinatienaam nóg bekender zou worden.

Aandacht voor vrouwenroeien De ploeg bestond uit twee vieren die bij de grote wedstrijden ook samen in de acht stapten. De dames gingen voor elkaar door het vuur en trainden hard en doelgericht. Met zes keer in de week trainen in de boot, krachttraining, hardlopen en trainingskampen op Papendal stegen ze boven zichzelf én de concurrentie uit. “Coaches Pauline Luynenburg (red: voor de vier) en met name Ellen Lugten (red: voor de acht) deden er naast het roeien ook alles aan om aandacht voor het vrouwenroeien te genereren. Wij waren daar zelf helemaal niet mee bezig, maar ik weet nog wel dat er destijds hooguit vijf regels in de krant aan het vrouwenroeien werden besteed.”

Het harde werken werd snel beloond. Zowel in de vier als in de acht werden er wedstrijden gewonnen. Soms met bootlengtes verschil. Nationale wedstrijden als de Roeivierkamp, de Head of the River en het NK (gewonnen in 3.03.07) werden met overmacht gewonnen. De ploeg was zo succesvol dat ze in 1973 door burgemeester Ivo Samkalden tot Amsterdamse sportploeg van het jaar werden uitverkoren. “Dat is me maar mooi overkomen”, zegt Sannie er met zichtbare trots over. “We kregen een lint of een medaille. Geen idee meer, maar eervol was het wel”.

Roeien in een zwembad

Na alle Nederlandse successen gingen de dames zich internationaal oriënteren. In 1974 werd Sannie met haar ploeg uitgezonden naar de Internationale Regatta op het Olympische water van München. Opvallend genoeg waren er tijdens die Spelen (in 1972) alleen mannenroeiers te bewonderen en moest het tot 1976 duren voor ook het vrouwenroeien in het programma werd opgenomen. De roeibaan maakte indruk op Sannie: “Het was alsof we in een zwembad roeiden. Het water was helemaal blauw en het zag er geweldig uit.”. Er verschijnen twee buttons van de wedstrijd uit een van de zakjes op tafel. Ze werden gebruikt door roeiers om langs de controleposten te komen. Blikken worden niet tevoorschijn getoverd. “We hadden een slechte week en kregen er niet uit wat er in zat”. Bijna gelijktijdig grabbelt Sannie een blik uit het zakje waarop ‘Ruderregatta Duisburg’ prijkt. “Gelukkig wisten we ons een maand later te herstellen, zegt ze lachend”. En kort daarna werd ook in Ratzeburg met de succesvolle acht een blik getrokken. “Daar wonnen we van de Russen. Dat waren halve mannen. Als je ze zag zitten, dat was wel heel wat sixpacks hier en daar”, blikt Sannie terug. “We voelden ons niet geïntimideerd door hun spierbundels. Misschien zij wel door ons, want we hadden ons speciaal in een rood shirt gestoken. Internationaal mochten we een ander tenue dragen en daar maakten we gebruik van om te imponeren. We waren nergens bang voor en wonnen uiteindelijk met een bootlengte verschil.”.

De herinneringen aan de overwinning roepen weer het gevoel van roeien met een goede ploeg op: “Als zo’n acht loopt, dan hoor je van blb blb bllb… Belletjes. Dan voel je dat je óp het water zit. Dat je zweeft. Dat is zo’n supergevoel als de boot bellen blaast en over haar kolk loopt.”

Het ontstaan van de Liesen-vier

Ondanks de successen valt de combinatie Amstel-Nereus in 1974 uit elkaar. “Ik was inmiddels veteraan qua leeftijd en Nereus had nieuwe aanwinst van studenten. Dan moet je plaatsmaken”, zegt Sannie nuchter. Ze keert terug naar De Amstel en vormt een ploeg met Lies Smit, Liesbeth Kuiper, Liesbeth Hollander en stuur Erwin Razenberg: de Liesen-vier. De boordriem wordt aan de wilgen gehangen, want ‘burgerverenigingen zijn scullers’. Ook deze ploeg blijkt ijzersterk en opnieuw volgen de overwinningen elkaar op. Met Sannie als meest ervaren wedstrijdroeier op slag winnen ze zes keer de Head en ook in Gent zijn ze de sterkste. “Dat was een bijzondere, want tien jaar voor die overwinning greep ik met mijn Nereusploeg met een tweede plek in de vier en de acht net naast een blik. Het was ook mijn verjaardag, dus alles bij elkaar maakte dat ik tranen in mijn ogen had van blijdschap”. Het ophalen van de herinneringen maakt een hoop enthousiasme in Sannie los. En kracht ook, want ze laat vaak blijken dat de overwinningen niet cadeau werden gegeven. Ze heeft er hard voor gewerkt. En dat maakt misschien wel dat de trots zo bij haar zichtbaar naar boven komt. Helaas voor Sannie én voor De Amstel moest ze in 2007 afscheid nemen van het roeien vanwege reuma in haar handen. Ze komt niet veel meer op de club, maar als je haar voorbij ziet komen dan weet je wel wat ze in haar mars heeft. Dank je wel Sannie, voor je verhaal en voor wat je voor onze club hebt betekend!

Jubileumkrant R&ZV De Amstel N° 2 ZATERDAG 25 MEI 2024 PAGINA 5
Sannie op slag met Lies Smit, Liesbeth Kuiper, Liesbeth Hollander en stuur Erwin Razenberg.

Bumping, een uniek wedstrijdconcept

Licht succes

Door: Erik Kraak, lid sinds 1973

Waar De Amstel op roeigebied de laatste decennia meestal successen behaalt in kleine nummers, was er eind zeventig/begin tachtig

Door: Peter de Graaf, lid sinds 1967

Tot 1944 was Amstels wedstrijdbaan de rivier De Amstel van Omval tot clubgebouw. Van onderlinge, Kaisertournooi, NK, championaat, Telegraafbeker, tot Head. Met als finish de lijn tussen de bestuurskamers van De Hoop & De Amstel. Voor de eigen deur/terras en voor eigen publiek. Nu is die lijn nog steeds de finish van de HerenHead. Van 1944 tot 1954 werd er soms geïmproviseerd op de Amstel want de Bosbaan was immers sinds 1937 beschikbaar voor de landelijke wedstrijden.

Vanaf 1954 aan de Kom was het moeilijk een wedstrijdbaan en -vorm te binden aan het clubgebouw. Gelukkig bood het Engelse concept Bumpingraces hier een oplossing. Het doodlopende Noorder Amstelkanaal zonder doorgaande scheepvaart was ideaal. Bumpen (=botsen) moet je niet letterlijk nemen. Reglementair heet het “Balletje-Roertje”. Op het moment dat de oplopende ploeg met de puntbal naast het roer van de voorganger komt heet die laatste “gebumpt”. Je bent dan uit de race, moet aan stuurboord wal stil gaan liggen en het hele veld laten passeren. Senioren starten (op lotingvolgorde) bij de Jacobsstraat (1700 meter) de dames en jeugd mochten minder en lagen nabij het Hiltonhotel.

Organisatorisch was het ook wat complexer want de zuivere starttijd en finishtijd moesten met gesynchroniseerde chronometers vastgelegd worden. Er was nog geen mobiel of portofoon over die afstand. Ook het bumpen moest nauwkeurig worden vastgesteld door om de zoveel meter een baancommissaris te plaatsen. En nog spannender was het vlak voor de bruggen. 25 meter ervoor mocht je niet bumpen en moest je als snelle ploeg desnoods inhouden tot na de brug.

Een overvolle wedstrijdkalender en afnemende belangstelling hebben het evenement om zeep geholpen. R.V. Naarden heeft eveneens jaren lang een bumping georganiseerd op hun Muidertrekvaart maar ook daar ging het licht langzaam uit.

Peter Godwin en stuur Robert Brouwer. Als afsluiting voor een mooi seizoen gingen de heren op eigen kosten naar de Rotsee Regatta in Luzern. Het jaar erna was de acht nog succesvoller. Met Wim Koopman, Erik Kraak en Jeroen Brinkman in plaats van Simon, Michiel en Peter werd 8 keer gewonnen, waarbij de winst op de Franse nationale ploeg tijdens de Koninklijke Hollandbeker de meest bijzondere was. Als beloning voor die overwinning zond de KNRB de acht als ‘rebellen acht’ naast de nationale ploeg uit naar de Rotsee in Luzern, waar een verdienstelijke 6e plaats werd behaald. Er had waarschijnlijk meer in gezeten als de ploeg in de gaten had gehad dat ze 250 meter voor de finish nog derde lagen. Voor deze wedstrijd werd een boot geleend bij ZZV en in 1980 werd de nu nog varende Koen Visscher speciaal voor de heren en met steun van de leden

Jubileumkleding bestellen

Speciaal voor het jubileumjaar hebben we een kledingpakket samengesteld om het 150 jarig bestaan zichtbaar te laten worden. Het pakket bestaat uit een hoodie, een sweater en een poloshirt. Bestellen kan via amstelroei.nl

De oplossing van de puzzel uit jubileumkrant #1 is:

GRACHTJES

Club van 150

Omdat het jubileumcadeau niet goedkoop is vragen we de leden om deel te nemen aan de ‘Club van 150’. Via een periodieke schenking over een periode van 5 jaar lang doneer je minimaal 150 euro per jaar aan de vereniging. Dit geld gaat in de spaarpot van het jubileumcadeau en is aftrekbaar via je belastingaangifte.

Leden van de Club van 150 krijgen het jubileumboek cadeau en krijgen voorrang op het reserveren van een plekje op het Galadiner.

Deelnemen? Op onze website, staat alle benodigde informatie. Eventuele vragen kun je kwijt bij onze penningmeester.

www.amstelroei.nl/jubileum-150-jaar

Colofon

De kracht van de ploeg lag in een mooie mix van 4 jongere en 4 oudere roeiers en een coach die de jongens goed wist te motiveren. Robert Brouwer als stuur was met zijn 16 jaar een jonkie, maar wel één met bravoure, vuurwerk afstekend vanuit het balkon in het hotel in Luzern. Met Margriet Zietse als fysiotherapeut, die de kleedkamer binnenstapte en de grote Oost-Duitse roeiers wegstuurde om de heren te masseren. Deze acht heeft met 5.53 nog steeds de snelste tijd staan op De Amstel die met een volledige verenigingsacht is gevaren. Het leverde Eduard Mantel en Frank van der Graaf een reserveplek op voor de wereldkampioenschappen.

Na de successen in 1979 vond de KNRB dat de acht versterkt moest worden en werden een Argo roeier en 2 Orca roeiers in de boot gezet. Dat was succesvol op Heineken, Head en in Gent, maar daarna werden De Amstel roeiers langzaam uitgeselecteerd. Eind mei stapten Cees Vente, Ruurd Verdam, Leon Smit en Arend de Jong in de boot met Marcel, Wim, Frank van der Graaf en Erik. Daarmee werd de basis gelegd van de acht die vanaf 1982 vele malen in het veteranenveld de overwinning wist te grijpen op Heineken en Head. De eerste jaren met Hans Jonkers, Rob Muda, Simon Koch en stuurman Lex Warnies. Vanaf 1985 ook met Hans Vendrig. Deze acht vaart nu nog steeds mee, hoewel nu als veteranen G. Een bewijs van echt verenigingsgevoel.

Jubileum kalender

25 mei

Biljartdemonstratie de Scheeve

26 mei Nationale Avondtocht

16 juni Amstelreceptie op ARB Bosbaanwedstrijden

11 september – R&ZV De Amstel 150 jaar! Roeitocht langs Amstelhistorie en receptie

13 t/m 15 september – Jubileumweekend

O.a. galadiner, De Onderlinge, reünie oud leden, Amstelfeest, Brunchconcert en een historische roeitocht door de grachten.

December Koning Wintertocht

Afsluiting Jubileumjaar en presentatie jubileumboek

Deze jubileumkrant is samengesteld onder redactie van Wessel Agterhof en vormgegeven door Olga Duijn. M.m.v.: Peter de Graaf, Simon Koch, Jaap van der Meulen, Paul Nouwen, Erik Kraak. De volgende editie wordt uitgegeven in september en staat in het teken van 150 jaar jubilea. Heb je daar mooie verhalen over? Geef die door aan de jubileumcommissie: jubileum150@amstelroei.nl

Jubileumkrant R&ZV De Amstel N° 2 ZATERDAG 25 MEI 2024 PAGINA 6
Bumping 1971. Aan boord: Henk Schaap, Nanno Bolt, Joost Crouawel en Jaap van der Meulen. Stuur onbekend. vlnr. Frank Buitenhyis, Marcel Zietse, Wim Koopman, Jeroen Brinkman, Sander van Yperen, Erik Kraak, Frank van der Graaf, Eduard Mantel, Robert Brouwer.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.