Vac blad 4 issuu

Page 1

woon

KWALITEIT

WOONKWALITEIT! IS EEN UITGAVE VAN VACPUNT WONEN

JAARGANG 2 • WINTER 2015

“Iemand zonder beperking kan wellicht snel wegkomen bij brand maar jij niet. Wie komt jou redden als er brand uit breekt?” Een column van Illya Soffer

VAC Zoetermeer: “In de afgelopen tien jaar hebben we 125 adviezen uitgebracht.”

Duurzaam wonen

“Omdat ik onze ecologische voetafdruk nóg kleiner wil maken, verdiep ik me in allerlei methoden om energie te besparen of zelf op te wekken.” Edwin Flipsen

Staat de bewoner centraal? Vier vertegenwoordigers van de bouwsector vertellen hoe zij werken aan een sterkere positie van de consument.

Ontoegankelijke kelder Appartement voor rolstoeler vanuit parkeergarage niet bereikbaar door trap naar de lift.


woon

inhoud

KWALITEIT

2

Jan Fokkema, directeur NEPROM: “Denk niet te snel dat je het wel weet.”

VAC in beeld: Jubilerende VAC Zoetermeer viert feestje op grote hoogte.

Majorie Jans, De Bouwcampus: “Ik heb tijdens mijn studie architectuur geen enkele gebruiker gezien.”

De Oplossing CO2-meter geeft informatie over kwaliteit binnenlucht.


WOONkwaliteit!

3

column Jaap Overeem

3 Column Jaap Overeem 4 De bewoner centraal

Edwin Flipsen wil zijn ecologische voetafdruk nóg kleiner maken.

Hoe beleven ontwikkelaars hun maatschappelijke verantwoordelijkheid? Een interview met Jan Fokkema directeur van de Vereniging voor Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM).

10 Staat de bewoner centraal?

Hoewel de bewoner bij veel branches in de bouw nog niet letterlijk aan tafel zit, worden er wel degelijk stappen gezet om de bewoner centraal te stellen. Woonkwaliteit! vroeg vier vertegenwoordigers van de diverse takken in de bouwsector hoe in hun specifieke branche wordt gewerkt aan een sterkere positie van de consument.

12 Knelpunt 13 VAC in beeld

VAC Zoetermeer bestaat maar liefst vijftig jaar en vierde feest op grote hoogte in het Bouwhuis in Zoetermeer. Sprekers van naam gaven kleur aan het programma. Een foto-impressie van fotograaf Ed van Rijswijk.

17 De Oplossing

Meer isolatie heeft gevolgen voor de kwaliteit van de binnenlucht.

18 Marjorie Jans, stichting De Bouwcampus

De bouw is een heel traditionele sector. Bij stichting De Bouwcampus praten ze niet alleen over vernieuwing, maar gaan er ook daadwerkelijk mee aan de slag.

22 Column Illya Soffer

FOTO: ED VAN RIJSWIJK

6 Jan Fokkema, NEPROM

Colofon en service

Gewoon dóén! In dit nummer van Woonkwaliteit! treft u een interview met Jan Fokkema van de NEPROM aan. Daarin zegt hij over zijn persoonlijke missie: ‘Nederland is mooi en ik wil dit land mooi houden én verbeteren.’ Dezelfde maatschappelijke verantwoordelijkheid die de projectontwikkelaars van de NEPROM voelen, voelen wij als VAC-organisatie precies zo: ook wij staan voor de ‘verbetering van de woonkwaliteit van Nederlandse woningen en van de woonomgeving’. Ook in de column van Illya Soffer, directeur van Ieder(in), kunt u lezen over het bundelen van krachten: namelijk die van Woonbond en VACpunt Wonen met Ieder(in). Zij pleit ervoor om de komende tijd als consumentenorganisaties de handen in één te slaan. Waar wachten we nog op? Op de toekomst? De realiteit is nu! Wij moeten nú aan de slag! Niet meer de vraag stellen ‘staat de bewoner wel centraal?’ Gewoon doen! Wij moeten met elkaar vraaggericht acteren. Deze stap is door André Meester, ambassadeur VLA, Margaret Zeeman, directeur-bestuurder Juthaas Wonen, Peter Fraanje, directeur NVTB en Wilmi Bot, VAC-lid uit Venlo, al gezet. Zoals de Stichting De Bouwcampus een katalysator is voor de partners in de bouw, zo is de VAC-organisatie dat voor de bewoners. Zij geeft graag handen en voeten aan het centraal stellen en versterken van de positie de bouw- en woonconsument. Juist nu, met het oog op de verbetering van de kwaliteit van woning en woonomgeving! Niet blijven (af)vragen, maar gewoon doen! VAC Zoetermeer is daar al vijftig jaar actief mee bezig. Evenals de volgende dit jaar jubilerende Adviescommissies Wonen: VAC Vianen (5 jaar), VAC Ooststellingwerf (25 jaar), VAC Etten Leur (25 jaar), VAC Venlo (45 jaar) en VAC Deventer (65 jaar!). We feliciteren deze Adviescommissies Wonen met hun jubileum. En daarmee feliciteren we tevens de bewoners van die Nederlandse woningen en woonomgeving. En ik roep hierbij de Adviescommissies Wonen op: ‘gewoon doen en doorgaan’. In het belang van de Nederlandse bouw- en woonconsument! Want er is nog een wereld te winnen. Veel leesplezier met deze Woonkwaliteit! Jaap Overeem directeur-bestuurder VACpunt Wonen


4

bewoner centraal foto ed van rijswijk


WOONkwaliteit!

5

Elk jaar één project Toen Edwin en Attie Flipsen veertien jaar geleden met een makelaar door hun huidige jaren ’50-woning liepen, wisten ze het gelijk. “We keken elkaar aan”, vertelt Edwin, “en we zagen het hele plaatje voor ons: grote tuin, genoeg ruimte voor kinderen, mogelijkheden voor een aanbouw, scholen in de buurt, rustige straat en vlakbij het station en het centrum.” Sindsdien heeft Edwin, werkzaam als timmerman, de gedateerde woning stukje bij beetje opgeknapt en uitgebreid. Elk jaar één project: een dakkapel, centrale verwarming, badkamer of dakopbouw. “Qua kubieke meters zijn we er zeker 50% op vooruit gegaan. De lengte van de woonkamer was oorspronkelijk 6 meter, maar met de erker en aanbouw is deze 11 meter geworden.” Nu de grenzen van de vergunningsvrije aanbouwen zijn bereikt, staat het verduurzamen van de woning op het programma. “Omdat ik onze ecologische voetafdruk nóg kleiner wil maken, verdiep ik me in allerlei methoden om energie te besparen of zelf op te wekken.” •


6

interview tekst olga ekelenkamp foto’s ed van rijswijk

Jan Fokkema:

“Het is de opgave om dit prachtige land mooi te houden en te verbeteren.”


WOONkwaliteit!

7 Toen hij zestien jaar geleden de overstap van de SEV (nu Platform31) naar de NEPROM overwoog, vroeg hij zich af of hij wel bij die ontwikkelaars – “die zakkenvullers”- thuis zou horen. Maar: “Als je de gebouwde omgeving wilt verbeteren, dan moet je er bij zijn.” Die drang tot verbeteren en ontwikkelen heeft ertoe geleid dat Jan Fokkema directeur van de Vereniging voor Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) werd. “Nederland is een prachtig land! De opgave is om dit land mooi te houden en te verbeteren”, dat is zijn persoonlijke missie in een notendop. Jan Fokkema in gesprek met Jaap Overeem, directeur-bestuurder van VACpunt Wonen, over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van projectontwikkelaars.

E

ijkend door de ogen van een buitenstaander is Nederland een bijzonder land: welvarend, groen en aangeharkt. Fokkema: “Omdat mijn vrouw als vluchteling uit Iran naar Nederland is gekomen, krijgen wij vaak familie uit Iran over. Als het dan regent, dan willen die familieleden naar buiten en staan ze te zingen in de regen. Ze kunnen er niet over uit hoe groen ons land is.” Het vluchtelingenthema in relatie tot de gebouwde omgeving keert meerdere keren terug in het gesprek. Fokkema snapt goed dat vluchtelingen – “over het algemeen hele gemotiveerde mensen”- een nieuwe toekomst voor hun gezin in ons land willen opbouwen. “Iedereen wil in de eerste plaats zijn kinderen gelukkig maken. Als ontwikkelaars zijn we daar ook mee bezig. Wij maken de gebouwde omgeving niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze kinderen. De belangen van de volgende generatie mogen ons dagelijks werk wel iets meer beïnvloeden.” Met andere woorden: projectontwikkelaars hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de gebouwde omgeving van nu en die van de toekomst.

Gedragscode Om ervoor te zorgen dat de NEPROMleden zich bewust zijn van deze

verantwoordelijkheid, zet de brancheorganisatie verschillende instrumenten in. “Aan de ene kant hebben we daar formele regels voor,” legt Fokkema uit. “ Denk aan een eigen gedragscode die behoorlijk ver gaat en al een paar keer aangescherpt is. We hebben een onafhankelijke gedragscodecommissie onder voorzitterschap van oud-staatssecretaris Wim Meijer. Deze commissie helpt ons zowel bij het nadenken over gevallen in het ‘grijze gebied’ als bij het ontwikkelen van moresprudentie. Dus: hoe moet je je als ontwikkelende partij gedragen in bepaalde situaties en waar kun je incidenten melden? De gedragscodecommissie stelt vast of een NEPROM-lid de code heeft geschonden en adviseert het bestuur welke maatregelen hierin genomen kunnen worden.” Naast de formele lijn om aangesloten ontwikkelaars op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te wijzen, ontwikkelde de NEPROM ook een professionaliseringslijn. Onderdeel van deze lijn is onder meer de leergang projectontwikkeling voor alle professionals die één à twee jaar in het vakgebied actief zijn. Maar ook masterclasses en een stadsvernieuwingstour staan op het programma. Vers van de pers is het idee om met leden van gedachten te wisselen over normen en waarden in de bouwsector. Fokkema: “We zijn


8

niet alleen een vereniging van bedrijven die contributie betalen en een gedragscode hanteren. We zijn ook een gemeenschap van personen, van vastgoedprofessionals. Samen zouden we onze kennis, normen en waarden moeten gaan ontwikkelen. Daarom willen we onder de titel ‘Wat zijn jouw drijfveren?’ sessies organiseren voor onze lidorganisaties, waarin we met elkaar in gesprek gaan over verschillende vragen. Waarom zit je in het vak? Waarom doe je dit eigenlijk? Het is belangrijk dat vastgoedprofessionals dezelfde taal spreken en dezelfde waarden delen.”

Schaamteloze lelijkheid In het programma Zomergasten sprak landschapsarchitect Adriaan Geuze zich enkele maanden gelden uit over de schaamteloze lelijkheid van een woningboulevard en kantorenpark bij Leiderdorp. In hoeverre kunnen we ontwikkelaars die lelijkheid aanrekenen, wil Overeem weten. Volgens Fokkema heeft dit alles te maken met een constructie die tot voor kort vaak werd gebruikt in de bouwsector. Met de opbrengst van het ene private bouwwerk wordt een deel van andere publieke bouwwerken bekostigd. Oftewel: de prijsstijging van bouwgrond door kunstmatige schaarste wordt afgeroomd ten behoeve van publieke voorzieningen. “Leiderdorp betaalde mee aan de dure tunnelbak van de A4 en mocht in ruil een kantorenpark daar realiseren, wat een deel van die kosten goedmaakte. Vergelijkbaar is de de Sijtwendetunnel in VoorburgLeidschendam, die deels bekostigd is uit de grondopbrengsten van de woningen die daar gebouwd zijn”. In feite wordt op deze manier de grond als flappentap gebruikt. “In Nederland is het uitgangspunt dat elk nieuwbouwproject voor de markt zichzelf,

inclusief alle publieke voorzieningen, geheel moet kunnen bedruipen en het liefst nog meer geld moet kunnen opbrengen om ook andere publieke kwaliteiten te bekostigen. Ik vind dat we zo niet langer met onze ruimtelijke kwaliteit kunnen blijven omgaan.” Anders gezegd: “Als we met z’n allen zeggen ‘ik rijd hier elke dag langs en ik erger me dood aan die lelijkheid, dat moet mooier’, dan moeten we ons ook realiseren dat ruimtelijke kwaliteit geld kost. Daar moet de burger dan ook voor betalen.”

Dag van de Projectontwikkeling Vóór zijn overstap naar de NEPROM zat Fokkema er nog mee in zijn maag met dat ontwikkelaars vaak het beeld van ‘zakkenvullers’ met zich meedroegen. Maar al snel bleek dat dat beeld geenszins klopte. “Wat me destijds bij binnenkomst al snel opviel was de enorme betrokkenheid bij de

Nota Ruimte. Daar werd met het bestuur uren inhoudelijk over vergaderd. Bovendien bleek net uit een benchmark dat ontwikkelaars niet zo zeer met geld bezig waren, maar vooral met het maken van mooie projecten.” De vastgoedwereld als bolwerk van rijke mannen met dure auto’s heeft mede door de crisisjaren bovendien een enorme transitie doorgemaakt. “Ik chargeer misschien een beetje, maar als we vijftien jaar geleden ons jaarlijkse congres organiseerden, dan was dat in een wit kasteeltje in Wassenaar en kwamen de auto’s met chauffeur voorrijden. Dat is de afgelopen jaren enorm veranderd. Sinds vier jaar organiseren we de Dag van de Projectontwikkeling. Daar komen niet alleen directeuren, maar ook mensen uit de lidbedrijven - niet alleen de directies - en ook veel andere stakeholders als gemeenten, woningcorporaties en ontwerpers. Op die dag brengen we mensen op een


WOONkwaliteit!

9

“We kunnen wel gaan zitten sippen, maar dat doen we niet. We kijken vooruit en bedenken hoe we het beter kunnen doen.”

de poen en het chagrijn’. De achterliggende boodschap: “Kom op jongens, we hebben als vastgoedprofessionals zo’n mooi vak. We kunnen een enorme bijdrage leveren!”

ZEN

hele andere manier bij elkaar dan in dat kasteeltje. Dat kan omdat de maatschappij en de mensen zijn veranderd.” Om een beeld te geven hóe anders die Dag van de Projectontwikkeling is, schetst Fokkema de opening van zo’n bijeenkomst. “Iedereen was in de zaal, het licht ging uit, spot aan en op het podium stond een jonge vrouw. Een dochter van Iraanse vluchtelingen die voor een vastgoedbedrijf werkt. Ze las een brief voor aan haar ouders, waarin ze hen bedankte voor wat zij voor haar en haar zusje en broertje hadden gedaan. Ze bedankt hen voor de kansen die ze heeft gekregen en het feit dat zij nu op haar beurt kan bijdragen aan de maatschappij. Moet je voorstellen, op een congres van projectontwikkelaars, ik vind het bijzonder dat die ruimte er is.” De Dag van de Projectontwikkeling was oorspronkelijk een manier om de vastgoedbranche een hart onder de riem te steken op het hoogtepunt van de crisis in de bouwsector. “Zo van: we hebben wel genoeg ellende gehad. We kunnen nu wel een beetje bij elkaar gaan zitten sippen, maar dat doen we niet. We gaan vooruit kijken, bedenken hoe we het beter kunnen doen en we gaan inspiratie uit andere sectoren halen.” Om letterlijk de negatieve spiraal te doorbreken, bedacht het NEPROM-team dat de deelnemers de zaal zouden binnenkomen op de muziek van ‘Geef mij de liefde en de gein, hou jij

Een mooi voorbeeld van die bijdrage van projectontwikkelaars aan de maatschappij is het programma ZEN, Zeer Energiezuinige Nieuwbouw, dat de NEPROM samen met Bouwend Nederland, Aedes en NVBBouw de komende jaren uitvoert. ZEN loopt vóór op de ambitie om per 1 januari 2021 alleen nog maar BENG-woningen te bouwen, oftewel Bijna Energieneutrale Gebouwen. “Wij willen de komende jaren hiermee al op grote schaal ervaring gaan opdoen en onze kennis delen. Er zijn nu al 40 bedrijven die meedoen met ZEN en daar komen er zeker meer bij. Duurzaamheid leeft heel erg. We zien ook dat consumenten steeds meer duurzaam- en energie minded worden. Daar spelen bedrijven op in.” Op het gebied van duurzaamheid is Fokkema van mening dat de bouwsector innovatief, veranderingsgezind en heel kundig is. Hij refereert aan het Lente Akkoord: het convenant dat verschillende partijen uit de bouw zeven jaar geleden met het Rijk tekenden. “In die zeven jaar zijn de EPC-eisen voor nieuwbouwwoningen gehalveerd en is het energieverbruik in alle nieuwe woningen, maar ook winkels en kantoren, 50% lager dan in 2007. In zo’n korte tijd zo’n grote besparing, ik denk dat er niet veel segmenten zijn waarin je dat ziet.” Hoewel Fokkema van mening is dat de projectontwikkelaars hierin een voorbeeldfunctie hebben en voorop moeten lopen, pleit hij ervoor dat de sector wel goed blijft nadenken. “Een EPC van 0,4 is goed mogelijk voor eengezinswoningen,

grondgebonden woningen en lage appartementscomplexen. Daar kunnen we de komende jaren ook nog wel verder gaan in het terugdringen van het energiegebruik, richting bijna energieneutraal en zelfs energieleverend. Maar bij woontorens van vijf lagen of meer kan dat niet, of alleen tegen hoge meerkosten of met techniek die zich nog niet voldoende bewezen heeft. Een alternatief is stadsverwarming, maar dat is echt volksverlakkerij. De komende jaren zullen we echt nog aan de slag moeten met relatief nieuwe en dure technieken, voor dat verdergaande energiezuinigheid ook in de hoogbouw standaard wordt.”

Jeugdzonde Fokkema waarschuwt voor het te snel doorvoeren van innovaties die de experimentfase nog nauwelijks zijn ontstegen. Een persoonlijk voorbeeld: terwijl Fokkema in de jaren negentig bij de SEV volop bezig was met het stimuleren van experimenten en voorbeeldprojecten met duurzaam materiaalgebruik, werd er in de Vinexwoning die hij later kocht in het kader van zo’n voorbeeldproject inlands vurenhouten kozijnen toegepast. Onlangs heeft hij zijn twee balkondeuren moeten vervangen, omdat ze letterlijk uit elkaar vielen van de houtzwam. En ik bleek niet de enige in de wijk te zijn. “Ik ben echt met mijn jeugdzonde geconfronteerd. Ik heb toentertijd die experimenten met duurzame materialen gesteund, kennis verspreid en geëvalueerd. Maar ja, het zijn experimenten, mensen maken fouten en we weten niet alles. Je loopt als bedrijfsleven enorme risico’s en het zijn uiteindelijk ook de consumenten die de dupe zijn. Kortom, innoveren en experimenten is absoluut noodzakelijk, maar denk niet te snel dat je het wel weet.” •


10 kennis tekst olga ekelenkamp

Staat de bewoner centraal? Hoewel de bewoner bij veel branches in de bouw nog niet letterlijk aan tafel zit, worden er wel degelijk stappen gezet om de bewoner centraal te stellen. Woonkwaliteit! vroeg vier vertegenwoordigers van de diverse takken in de bouwsector hoe in hun specifieke branche wordt gewerkt aan een sterkere positie van de consument.

André Meester van Vereniging Leveranciers van Luchttechnische Apparaten (VLA) “De propositie van Leveranciers van Luchttechnische Apparaten is gezonde lucht leveren in gebouwen en woningen. Die gezonde lucht is belangrijk voor gebruikers en bewoners. Helaas blijkt uit onderzoek, dat Motivaction voor ons heeft uitgevoerd, dat consumenten onvoldoende bewust zijn van het belang van gezonde lucht. Als het gaat om gezond leven, dan denken consumenten aan voeding en sporten, maar niet aan lucht. Mensen besteden echter 80% van hun tijd binnenshuis en verbruiken dagelijks zo’n 25 kilo lucht. Als branche hebben wij de ambitie om ervoor te zorgen dat de integrale prestaties van luchtinstallaties in het uitvoerende bouwproces beter worden geborgd én dat consumenten zich meer bewust worden van de waarde van lucht in relatie tot gezondheid. Hoe willen we dat aanpakken? Momenteel zijn we een campagne hiervoor aan het ontwikkelen, waarbij we ook VACpunt Wonen betrekken. Samen met stakeholders gaan we pro-actief de bewoner benaderen over het belang van gezonde lucht. Dat doen we door middel van een mediacampagne en allerlei activiteiten. Dat is echt nodig! Aan de ene kant vinden mensen lucht vanzelfsprekend en zijn ze onbewust van het belang ervan. Door die onwetendheid van de bewoner komt, aan de andere kant, de bouwsector weg met slechte prestaties. Dat zit ‘m niet zo zeer in de installaties, maar in het ontwerp en uitvoering van een installatie in woningen en gebouwen. Ook ontbreekt het vaak aan goed onderhoud. Een in-

tegraal probleem dus! Techneuten zeggen bij problemen vaak: “de klant begrijpt het niet”. Onzin, het is de taak van de sector om er voor te zorgen dat de klant krijgt waar die recht op heeft, namelijk goede voorzieningen en goede informatie over belang, gebruik en onderhoud. Daar maken wij ons hard voor!

Margaret Zeeman, directeur/bestuurder Jutphaas Wonen “Hoewel de bewoner bij ons centraal staat, is de uitvoering soms wel eens lastig. We hebben heel veel huurders met heel veel meningen. Als corporatie willen we niet alleen open staan voor de ervaringen en meningen van huurders, maar ook die van woningzoekenden. De corporatiesector is al jaren met participatie


WOONkwaliteit!

11

Om tot nieuwe vormen van participatie te komen hebben we focusgroepen met bewoners geformeerd, waarin we discussiëren over welke participatievormen meer aanspreken. Ook kijken we naar ervaringen van andere corporaties. Mijn toekomstbeeld is dat we voor sommige vragen een digitaal panel inschakelen, andere vragen voorleggen aan een flexibele schil van huurders en daarnaast zullen algemene zaken worden behandeld door een huurderplatform, waarin alle doelgroepen zijn vertegenwoordigd.”

Wilmi Bot, VAC Wonen Venlo en lid van Raad van Toezicht van VACpunt Wonen

bezig. Omdat tijden veranderen, zoeken we naar nieuwe manieren om te communiceren met de huurder. Bijvoorbeeld niet alleen schriftelijk, maar ook digitaal. Bovendien willen veel mensen zich niet meer voor meerdere jaren binden als lid van een huurdercommissie. Vaak zijn deze huurders wél bereid een paar sessies mee te praten over een thema als duurzaamheid. Op dit moment participeren huurders op drie niveaus: individueel kunnen mensen meepraten over hun eigen woning, huurdercommissies komen op voor de belangen van huurders uit één complex en een huurderplatform bemoeit zich met zaken die alle huurders aangaan. Dat deze traditionele vormen van participatie niet meer werken, merken we ook aan het feit dat we voornamelijk met ouderen aan tafel zitten. Jongeren, huurders met gezinnen, alleenstaanden en andere doelgroepen bereiken we op deze manier nauwelijks.

“Veel bedrijven en organisaties die met bouwen en wonen te maken hebben, zullen zeggen dat de bewoner in hun bedrijfsproces centraal staat. Zij hebben zeker ook de intentie, maar de praktijk is helaas soms toch anders. Als lid van VAC Wonen Venlo zie ik in bijna elk bouwplan wel punten naar voren komen waardoor de gebruikskwaliteit van een woning niet optimaal is. Jaarlijks stelt de VAC-organisatie een top 5 op van knelpunten in de woning, woongebouw en woonomgeving. Soms zijn dat kleine dingen als een verkeerde draairichting van deuren of douchekranen op een onhandige plek, maar soms ook grote zaken als het gebrek aan bergruimte. Als Adviescommissie Wonen proberen we in een heel vroeg stadium tekeningen te krijgen van (ver)bouw- en bestemmingsplannen. Die plannen beoordelen we met deskundig opgeleide vrijwilligers vanuit het oogpunt van de (toekomstige) bewoner op praktische bruikbaarheid en veiligheid. Hoe zit het bijvoorbeeld met de looproutes, kunnen er jonge mensen, gezinnen, maar ook senioren wonen? Het huidige regeringsbeleid is erop gericht dat mensen steeds langer in hun eigen huis moeten kunnen blijven wonen, maar dan moet de woning hiervoor wel geschikt zijn of geschikt gemaakt kunnen worden. En daar schort het in de praktijk helaas wel eens aan! De positieve ervaring van VAC Wonen Venlo is dat woningcorporaties en projectontwikkelaars bereid zijn om te luisteren naar het advies van een Adviescommissie Wonen en op basis daarvan ook aanpassingen doen. Architecten vormen een doelgroep die wij maar nauwelijks bereiken. Jammer, want ondanks de Programma’s


12

het knelpunt tekst olga ekelenkamp van Eisen die door de opdrachtgevers worden aangereikt, ligt daar toch de basis van alle ontwerpen. Gelukkig krijgen veel Adviescommissies Wonen de gelegenheid om ook in deze Programma’s van Eisen te adviseren. Ik snap dat in de praktijk niet iedere consument gehoord kan worden, maar ik ben van mening dat het belang van de consument in dat voortraject een grotere rol zou moeten spelen. Dat kan door te luisteren naar partijen die heel nauw in contact staan met die consument. De VAC-organisatie is wat dat betreft een unieke partij: terwijl de lokale en regionale Adviescommissies Wonen dichtbij gemeenten, lokale ontwikkelaars en corporaties staan, heeft VACpunt Wonen als koepel juist veel landelijke contacten. Op deze manier is er een organisatie met een landelijke dekking ontstaan waardoor alle informatie uit de diverse onderzoeken en adviezen gebundeld en gebruikt kan worden. ”

Jaarlijks beoordelen Adviescommissies Wonen plannen voor duizenden woningen en woongebouwen op gebruikskwaliteit. Ze kijken of de woningen, woongebouwen en de leefomgeving wel zó ontworpen zijn dat de toekomstige bewoners hun dagelijkse activiteiten er goed kunnen uitvoeren. En dat blijkt lang niet altijd het geval te zijn! In de rubriek Het knelpunt beschrijven we situaties die voorkómen hadden kunnen worden als er een VAC-advies was aangevraagd.

“Mijn antwoord op de vraag of de bewoner in onze branche centraal staat is een volmondig ja. De Nederlandse bouwindustrie wil de klant graag leren kennen. We willen weten wat de klant wil en we hebben de ambitie om woonruimte te leveren waar de klant zich prettig in voelt. Het NVTB heeft eerder het initiatief genomen om jongeren te vragen hoe zij willen wonen in de toekomst. De bijeenkomst die samen met Rabobank en Vesteda werd georganiseerd leverde veel informatie op. Het is eigenlijk vreemd dat de nieuwe generatie hierover niet wordt bevraagd. Daarnaast hebben wij onlangs een bijeenkomst over woonwensen georganiseerd, waarvoor wij de Woonbond, VvE Belang, Ieder(in), Vereniging Eigen Huis en VACpunt Wonen en brancheorganisaties in de bouw, hadden uitgenodigd. Tijdens die ochtend hebben we onder meer naar de top 5 knelpunten in de woning van VACpunt Wonen gekeken. Wat kunnen wij, als bouwindustrie, doen om die knelpunten weg te werken? Als klanten bijvoorbeeld kampen met een tekort aan bergruimte, dan gaan we na of hier in nieuwe ontwerpen rekening mee gehouden kan worden. Wat mij betreft moeten woonwensen een nóg centralere rol spelen, zowel in de bouw als bij de consumentenorganisaties. Er worden nog steeds nieuwe woningen opgeleverd zonder wifi. De nieuwe bewoners moeten zelf gaan knutselen in de meterkast, terwijl wifi zonder veel meerkosten standaard in een woning ingebouwd kan worden. In verbinding zijn is misschien nog wel belangrijker dan een extra vierkante meter. In het kader van de private kwaliteitsborging onderzoeken we samen met bewonersorganisaties en het ministerie van BZK of we de traditionele koop-aannemingsovereenkomst niet vervangen kan worden door een gewone huur- of koopovereenkomst zodat de koper/huurder sterker in zijn recht staat. In zo’n koop-/huurovereenkomst kun je ook specificaties en prestaties opnemen. Aanbieders kunnen dan concurreren op kwaliteit en prijs en bewoners weten bijvoorbeeld zeker dat zij geen energierekening hebben. De eerste woningen met zo’n gewone koop-overeenkomst zijn inmiddels opgeleverd. Ook is er ervaring opgedaan in de huursector. Kijk, dat zijn interessante ontwikkelingen voor bewoners!” •

FOTO: JAN TERWIEL

Peter Fraanje, directeur Nederlands Verbond Toelevering Bouw (NVTB)

Ontoegankelijke kelder Probleem

Onder een appartementencomplex zou eerst een echte parkeerkelder worden gerealiseerd. Door geldgebrek wordt de kelder slechts halfverdiept aangelegd en is deze vanuit het appartementencomplex alleen via een trap toegankelijk. Een bewoner die binnendoor met de lift van de parkeergarage naar zijn appartement wil gaan, moet eerst met de trap naar beneden om bij de lift te komen. De lift is geplaatst bij de bergingen die wel volledig ondergronds liggen. Van daaruit zijn de appartementen per lift bereikbaar. Gevolg: bewoners in een rolstoel kunnen vanaf de parkeergarage hun appartement alleen buitenom bereiken. De trap is 1.50 m breed

en overbrugt een hoogteverschil van ongeveer 0,8 m. Vanwege de situering van deze trap - haaks en rechtstreeks aansluitend op een keldergang - is het niet mogelijk om een plateaulift te plaatsen.

Oplossing

De trap moet vervangen worden door hellingbaan en smalle trap. De sloopkosten en kosten voor de aanleg van een hellingbaan bedragen ongeveer € 25.000 (excl. BTW). Een hellingbaan heeft meer ruimte nodig dan een trap. Als blijkt dat er onvoldoende ruimte is, zal er een parkeerplaats opgeofferd moeten worden.


vac

in beeld foto’s ed van rijswijk

Feest op hoog niveau Op de tiende verdieping van het Bouwhuis, het kantoor van Bouwend Nederland in Zoetermeer, vierde VAC Zoetermeer dit najaar haar 50-jarig jubileum. Een prachtige locatie, vooraanstaande sprekers en enthousiaste deelnemers uit alle geledingen van de bouwwereld vormden de ingrediĂŤnten voor een zeer geslaagde dag. Medeorganisatoren Anita Mans en Jolanda van Es van VAC Zoetermeer blikken terug op de jubileumbijeenkomst.

13


14

vac

in beeld tekst olga ekelenkamp

V

ijftig jaar geleden, op 1 augus-

decennia weten VAC-leden Anita Mans en Jo-

En over het advieswerk: “In de afgelopen tien

tus 1965, zag VAC Zoetermeer

landa van Es meer te vertellen. “In 1999 zijn de

jaar hebben we 125 adviezen uitgebracht,

het licht. Een aantal dames van

eerste mannen bij VAC Zoetermeer gekomen.

waarvan 73 over de nieuwbouwwijk Oos-

de Federatie voor Vrouwelijke

Een aantal leden vond dat destijds geen goede

terheem.” Hoe de komende vijftig jaar eruit

hulpverlening kreeg toen toestemming van de

ontwikkeling en vertrok, maar wij zijn er heel

zullen zien is onbekend. Eén ding is zeker, het

gemeente om in het vervolg te adviseren over

blij mee. Mannen hebben soms andere ideeën

VAC-werk verandert mee met de tijd. “We

bouwplannen. Hoe het verder in de beginjaren

dan vrouwen of richten zich meer op de tech-

oriënteren ons nu op onze rol bij renovatie,

van de Adviescommissie Wonen is verlopen is

niek. Het werkt goed om beide gezichtspunten

energiebesparing en nul-op-de-meter ”, legt Van

helaas niet gedocumenteerd. Over de laatste

te combineren en zo samen te werken.”

Es uit.


WOONkwaliteit!

15

Lovend

een voormalig lid van de Adviescommissie

omdat zowel het VAC-werk als Bouwend

Uit de complimenten van sprekers professor

Wonen in Wassenaar. Hij gaf een lovende

Nederland in ongeveer 200 gemeenten zijn

Peter Boelhouwer, burgemeester Charlie Ap-

speech over hoe wij als VAC Zoetermeer ons

vertegenwoordigd.

troot, VACpunt Wonen-directeur Jaap Over-

werk doen en zag allerlei mogelijkheden voor

eem en Niels Ruyter van Bouwend Nederland

het VAC-werk in de toekomst.� Niels Ruyter,

Goede contacten

kan niet anders geconcludeerd worden dan

spreker namens Bouwend Nederland, gaf

Op de vraag wat nu de hoogtepunten van de

dat het werk van de commissie zeer gewaar-

aan dat hij graag zou zien dat het VAC-werk

afgelopen vijftig jaar zijn geweest, denken

deerd wordt. Mans: “Burgemeester Aptroot

en Bouwend Nederland in de toekomst dich-

Mans en Van Es direct aan hun relatie met

was al bekend met VAC-werk via zijn vrouw,

ter bij elkaar zouden komen. Al was het maar

de lokale corporaties en gemeente Zoe-


16

vac

in beeld tekst olga ekelenkamp

termeer. “We hebben goede contacten met de drie woningbouwcorporaties in Zoetermeer, dat hebben we door de jaren heen bereikt. We worden betrokken bij hun plannen en vaak ingeschakeld. Met de gemeente was het soms zoeken om in beeld te blijven, maar we hebben nu een goede contactpersoon. We zijn onlangs uitgenodigd door de gemeente om aanwezig te zijn bij de feestelijke oplevering van de eerste woning, die in tien dagen tijd is gerenoveerd volgens het nul-op-de-meterprincipe. Minister Blok was daarbij ook aanwezig. Zo’n uitnodiging laat toch wel zien dat wij als Adviescommissie Wonen gewaardeerd worden.”


WOONkwaliteit!

17

de oplossing tekst ruth bakker

Gezonde lucht De binnenluchtkwaliteit in slaapkamers is nóg veel slechter dan gedacht. Dat blijkt uit het MONICAIR onderzoek (MONItoring & Control of Air quality in Individual Rooms) dat werd uitgevoerd door Nieman Raadgevende Ingenieurs BV en VHK BV. Hierbij werd de prestatie van mechanische ventilatie onderzocht. Er werd gekeken naar zowel de energieprestatie als naar de kwaliteit van de binnenlucht. De door de Gezondheidsraad gestelde grenswaarde van 1200 ppm (parts per million, maat voor de concentratie) wordt in de praktijk veelvuldig overschreden. Met allerlei schadelijke effecten voor de gezondheid van bewoners. Hoe komt dat? En vooral: wat is de oplossing? Uit het MONICAIR onderzoek blijkt

Daarvoor moeten bewoners ’s nachts

dat de onderzochte installaties

de schakelaar eigenlijk op de hoogste

wél aan het Bouwbesluit voldoen.

stand zetten. En zelfs dan moet je

Kennelijk leidt de bouwregelgeving

opletten dat de binnenlucht uit de

niet vanzelfsprekend tot een goede

slaapkamer (via de spleet onder de

binnenluchtkwaliteit. Bij renovatie

kamerdeur) daadwerkelijk wordt

en nieuwbouw wordt steeds meer

afgezogen en er frisse lucht wordt

aandacht besteed aan een goede

aangezogen via ventilatieroosters

kierdichting van de gebouwschil.

en ramen (op de kierstand). Een

Hiermee wordt de binnenluchtkwa-

open klepraampje in de badkamer

liteit steeds meer afhankelijk van

kan dat al verstoren. Maar ja, welke

ventilatievoorzieningen. Vaak staat

bewoner weet dat? En valt dit wel uit

energiebesparing voorop en wordt er

te leggen?

onvoldoende gelet op de binnen-

Om schadelijke effecten van slechte

luchtkwaliteit.

luchtkwaliteit te voorkómen, is

Daarnaast speelt het gedrag van

aanpassing van de wetgeving nodig.

bewoners een rol. Mechanische

Maar ook moeten consumenten hier

ventilatiesystemen hebben vaak

meer bewust van gemaakt worden.

een afzuigpunt in de keuken, het

Dat kan heel goed met behulp van

toilet en de badkamer. En niet in de

informatie over het gedrag. Een

slaapkamer. Om voldoende toevoer

CO2-meter geeft die informatie en is

van frisse lucht te krijgen, moet de

daarom een noodzakelijk hulpmiddel.

vervuilde lucht afgezogen worden.


18 interview tekst olga ekelenkamp foto’s ed van rijswijk

Majorie Jans, teamleider De Bouwcampus:

“Stichting De Bouwcampus is een soort katalysator.”

Versnellen van vernieuwing en innovatie in de bouw en stimuleren van andere vormen van samenwerking. Dat zijn de doelen die stichting De Bouwcampus zichzelf bij haar oprichting in maart 2015 heeft gesteld. Initiëren, agenderen en verbinden van partijen uit de gehele keten zijn daarbij de belangrijkste instrumenten. Na lang praten over vernieuwing in de bouwsector, was het tijd om met elkaar aan de slag te gaan. Speciaal voor deze taak is stichting De Bouwcampus in het leven geroepen en is het gelijknamige gebouw in Delft gerealiseerd. De splinternieuwe organisatie heeft onder leiding van kersverse directeur Majorie Jans een vliegende start gemaakt. “We zijn een soort katalysator om nieuwe, innovatieve projecten in de bouw op gang te brengen.”


WOONkwaliteit!

19

CV Majorie Jans 2015 Teamleider, De Bouwcampus 2010 Associate, Wagner Group 2009 Hoofd afdeling, Vormgevingsadvies Rijksvastgoedbedrijf 2006 Management consultant, Rijksgebouwendienst 2005 Huisvestingsadviseur, Verkeer en Waterstaat 2000 Huisvestingsadviseur, Kadaster


20 interview tekst olga ekelenkamp fotografie ed van rijswijk

W

aarom heeft de bouwsector een steuntje in de rug nodig als het gaat om samenwerking en vernieuwing?

“De bouw is een heel traditionele sector. Nieuwe technieken en technologieën ontstaan, maar worden nog niet door de hele sector toegepast of komen niet tot hun recht. We willen op De Bouwcampus een open plek creëren waar opdrachtgevers, opdrachtnemers, maar ook kennisinstituten bij elkaar komen. Niet alleen om te praten over vernieuwing, maar om met elkaar in concrete vernieuwingsopgaven aan de slag te gaan. Daarnaast is er een versnippering in kennisinstituten in de bouw. Wij willen op De Bouwcampus die versnippering verhelpen door organisaties, mensen, ideeën en projecten aan elkaar te verbinden.”

Hoe werkt De Bouwcampus nu in de praktijk? “Wij agenderen en verbinden. We kijken naar maatschappelijke vraagstukken die nu en in de toekomst gaan spelen. Zo sluiten we aan bij de Nationale Wetenschapsagenda, maar we vragen ook aan de ministeries Economische Zaken, Binnelandse zaken en Infrastructuur & Milieu wat er bij hen speelt. Vervolgens stellen wij samen met onze strategische partners onze eigen agenda op. Denk aan vraagstukken als de vervanging van de natte kunstwerken (vervanging van bruggen en sluizen, red.), gezonde frisse scholen of levensbestendig wonen. Wat we ook doen: we initiëren en zorgen ervoor dat partijen bij elkaar komen. Door over de grenzen heen te kijken, verbreden we het vraagstuk. De Bouwcampus is er alert op dat alle partijen aan tafel zitten om het vraagstuk op te pakken. Zo stimuleren we innovatie door partijen op een andere manier naar oplossingen voor bouwopgaven te laten kijken.”

Noem eens een voorbeeld. “Een recent voorbeeld is het vraagstuk over de vervanging van natte kunstwerken van Rijkswaterstaat. Omdat veel bruggen en sluizen al zo’n honderd jaar oud zijn, weten we dat deze binnen afzienbare tijd vervangen moeten worden. Daar is geld voor vrijgemaakt, want we moeten natuurlijk droge voeten houden en logistiek Nederland moet kunnen blijven functioneren. Veel sluizen zijn ooit in het kader van de kolenindustrie gebouwd om ervoor te zorgen dat schepen van het lager gelegen Rotterdam via de Maas naar het hoger gelegen zuiden konden varen. De kolenindustrie is niet meer. De vraag is dus: hebben we nog wel dezelfde opgave? Rijkswaterstaat wil via De Bouwcampus Nederlandse bedrijven oproepen om mee te denken over andere oplossingen en andere perspectieven. Hun perspectief is die van logistiek en

droge voeten, maar door het vraagstuk aan De Bouwcampus voor te leggen, wordt het verbreed.”

Jullie stimuleren een ketensamenwerking door vraagstukken voor te leggen aan een zo breed mogelijk gezelschap van vertegenwoordigers uit de bouwwereld. Werkt De Bouwcampus ook op andere manieren aan het verbeteren van die ketensamenwerking? “We organiseren ook masterclasses om bedrijven te inspireren. Eén van die masterclasses ging bijvoorbeeld over levensbestendig wonen met zorg. Hoe kun je als bouw inspelen op die vraag over wonen en zorg? Samen met Stichting Mijn Eigen Thuis (MET) hebben we de masterclass verzorgd. Stichting MET ondersteunt ouders van jongeren met een beperking bij het realiseren van zelfstandige woonvormen. Bij het ontwikkelen van groepswoningen liep Stichting MET er tegenaan dat geen enkele aannemer of andere bouwpartij met hen meedacht in het bouwproces. Daarom hebben zij zelf een organisatie opgezet om een goede opdrachtgever in de bouw te worden. Tijdens de masterclass zaten zowel aannemers als de eindgebruiker en de installatie- en opleidingsbranche in de zaal. We lieten de deelnemers niet alleen het verhaal van Stichting MET horen, maar hebben ook een workshop georganiseerd om samen te kijken wat er voor nodig is om die groepswoningen te realiseren. Dus zo breng je in één middag die hele keten bij elkaar en faciliteer je dat ze met elkaar op de inhoud het gesprek aangaan. Daarmee creëer je bewustzijn, verbinding en vertrouwen dat leidt tot een goede samenwerking met een beter resultaat.”

Verbreden kan ook door bij andere sectoren over de schutting te kijken. Hoe denkt De Bouwcampus daarover? “We laten ons inspireren door te kijken naar andere industrieën die een paradigma shift hebben doorgemaakt, zoals de sector van de mobiele telefonie en de energiebranche. Deze industrieën dienen ook als voorbeeld voor de bouw. We werken daarom ook samen met de FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie. Dat zijn de Siemensen en Philipsen van deze wereld, die heel dicht tegen de bouwsector aan zitten. Met de FME kijken we hoe we living labs kunnen maken, bijvoorbeeld voor de kantooromgeving en voor de scholenbouw. Daarnaast kijken we naar de offshore industrie waar ze geïntegreerd samenwerken volgens het principe van DB(f)MO: Design, Build, Finance, Maintain en Operate. Hierin wordt de opdrachtnemer ook verantwoordelijk gemaakt voor onder meer het onderhoud, de facilitaire zaken en de financiering van een bouwproject. Dat maakt


WOONkwaliteit!

“Ik heb tijdens mijn studie architectuur geen enkele gebruiker gezien.”

dat de opdrachtnemer veel beter nadenkt over deze zaken, maar ook over de gebruiker en de gebruikskwaliteit. Uit de offshore industrie hebben we geleerd dat het belangrijk is dat de betrokken partijen elkaars taal spreken. Helaas is dat vaak niet het geval. Als er een ziekenhuis gebouwd moet worden, spreekt de bouwer vaak niet dezelfde taal als de opdrachtnemers vanuit het ziekenhuis. De vertaalslag tussen die twee partijen is heel belangrijk.”

De gebruiker staat over het algemeen nog niet centraal in het bouwproces. Hoe kan de gebruiker in de toekomst een rol van betekenis spelen? “Ik ben zelf opgeleid tot architect en ik kan je vertellen: ik heb tijdens mijn studie eigenlijk geen enkele gebruiker gezien. Sluit

21

je als VAC-organisatie daarom aan bij opleidingen. Dat zou een sleutel tot een sterkere positie van de consument kunnen zijn. Beïnvloed de ontwikkeling van beroepen door plaats te nemen in een beroepenveldcommissie. Als je het gebruikersperspectief bij de opleiding hebt geïncorporeerd, dan voorkóm je een herhaling van woonteleurstellingen. Op mijn opleiding was er één professor die telkens zei: ‘En hoe ga je dat raampje zemen?’ Dat heb ik altijd onthouden en zei dat ook regelmatig tegen de architecten van het Rijksvastgoedbedrijf. ‘Hoe ga je dat nu schoonmaken?’”

Je hebt in het verleden voor onder meer het Kadaster, Rijksgebouwendienst en Rijksvastgoedbedrijf gewerkt. Welke rol heeft de gebruiker gespeeld in jouw loopbaan? “Na vijf jaar als architect te hebben gewerkt, ben ik overgestapt naar de opdrachtgevende kant. Ik zat in de ziekenhuisbouw en het viel mij op dat architecten vaak naar het mooie plaatje kijken. Ik was daarentegen bezig met patiëntenstromen: hoe voel je je nou als je in een ziekenhuisbed ligt? Wat wil je dan ervaren? Dat is gericht op de functionaliteit en dat is heel wat anders dan dat het er mooi uit moet zien. Een gebouw moet soepel lopen, de deuren moeten niet voor je neus dichtklappen en de trap moet makkelijk te belopen zijn. De functionaliteit is voor mij heel belangrijk. Wat dat betreft is de relatie tussen facilitymanagement en architectuur een gouden combinatie voor mij geweest. Je kijkt vanuit het gebruik naar een pand en de gebouwde omgeving.” •


22 column illya soffer

colofon

VACpunt Wonen is de landelijke koepel van alle lokale Adviescommissies Wonen. Al zo’n 50 jaar ondersteunt VACpunt Wonen de Adviescommissies Wonen via deskundigheidsbevordering, informatievoorziening en onderzoek. Daarnaast zet VACpunt Wonen zich landelijk in voor de gebruikskwaliteit van woning en woonomgeving.

Meedoen begint bij wonen

De Adviescommissies Wonen zetten zich in voor de praktische bruikbaarheid van de woning en de wijk. Het gaat om zaken als een logische en praktische indeling van een huis,voldoende ruimte, goed schoon te maken en te openen ramen en praktische installaties. In zo’n 200 gemeenten in Nederland zijn Adviescommissies Wonen actief.

Een goed passend huis is voor mensen met een beperking een uiterst belangrijke voorwaarde om gewoon mee kunnen doen aan de samenleving. De Engelsen hebben dat goed begrepen. Voor wonen en leven gebruiken ze hetzelfde werkwoord: to live. Voor mensen met een lichamelijke handicap, een verstandelijke beperking of chronische ziekte is goed wonen echter nog lang geen vanzelfsprekendheid. Dat begint al met het kiezen van een woning. Veel keus is er niet. In de meeste gemeenten ontbreekt het aan voldoende geschikte woonvormen of aangepaste woningen. Mensen met een beperking worden maar al te vaak geconfronteerd met de gebrekkige bruikbaarheid van veel woningen. Allerlei dagelijkse handelingen – zoals douchen, koken of zelfs het licht aan en uit doen – worden dan een probleem. Vrienden met een handicap ontvangen kan vaak niet. Het betreden van een hoog bedrempeld balkon is met je rolstoel of rollator een crime. En ook de gang naar winkel of buurthuis kan problematisch zijn door gebrek aan veilige oversteekplaatsen of begaanbare trottoirs. En dan heb we het nog niet gehad over de veiligheid van de woning. Iemand zonder beperking kan wellicht snel wegkomen bij brand maar jij niet. Wie komt jou redden als er brand uit breekt? Krachten bundelen Ieder(in), de koepelorganisatie van mensen met een beperking, werkt landelijk samen met VACpunt Wonen en de Woonbond. Dat is een goed begin, maar het verbeteren van woonkwaliteit is vooral ook een lokale aangelegenheid. In veel gemeenten zijn lokale gehandicaptenorganisaties en woonadviescommissies actief bezig met dit onderwerp. Maar veel contact is er nog niet. En dat is hartstikke jammer. Het zou fantastisch zijn als deze organisaties de komende tijd de handen ineen kunnen slaan. Lokale gehandicaptenorganisaties kunnen precies aangeven wat voor mensen met een beperking de grootste knelpunten zijn in het wonen. En de woonadviescommissies beschikken over de expertise en de contacten om deze knelpunten aan de orde te stellen. Grote veranderingen beginnen klein! Illya Soffer directeur Ieder(in)

Colofon Woonkwaliteit! is een magazine over woonkwaliteit voor professionals in de wereld van bouwen en wonen. Het magazine wordt tweemaal per jaar gratis toegestuurd naar relaties van VACpunt Wonen en leden van Adviescommissies Wonen. Redactie: Ruth Bakker, Olga Ekelenkamp en Jaap Overeem Vormgeving: AKIMOTO Drukwerk: Drukwerkdeal Advertenties Neem voor meer informatie over het plaatsen van een advertentie contact op met VACpunt Wonen, info@ vacpuntwonen.nl. © Auteursrechten Overname van artikelen en illustraties is niet toegestaan zonder toestemming van de redactie. Contact VACpunt Wonen Brennerbaan 106 3524 BN Utrecht (030) 261 04 75 info@vacpuntwonen.nl www.vacpuntwonen.nl Bekijk de digitale versie van Woonkwaliteit!: www.vacpuntwonen.nl (zie publicaties, Woonkwaliteit!)


De gebruiker aan het stuur

Acht aanbevelingen voor het verbeteren van consumenteninvloed op bouwregelgeving.

G R AT I S

Een uitgave van Ieder(in), VACpunt Wonen en de Nederlandse Woonbond

aanbevelingen-1-1.indd 1

23-09-14 11:51

Bestel een gratis exemplaar van ‘De gebruiker aan het stuur’ via info@vacpuntwonen.nl. Ieder(in), VACpunt Wonen en de Nederlandse Woonbond constateren dat in de huidige bouwcultuur de gebruiker met zijn wensen en behoeften geenszins centraal staat. Zonder de inbreng van de eindgebruiker wordt niet gebouwd waar behoefte aan is. Daarom zouden bouwers moeten weten wat bewoners willen en zich daarop moeten richten bij het ontwerpen en realiseren van de gebouwde omgeving. Dus: geef de consument meer invloed op (ver)bouw! Hoe? Lees de acht aanbevelingen uit ‘De gebruiker aan het stuur’!


Isolatieoplossingen van Termokomfort

Milieubewust en innovatief! Door alle aandacht voor energiebesparing en milieu in de media is het isoleren van woningen en gebouwen ‘hotter’ dan ooit. Bij Termokomfort is de isolatie van gebouwen pas echt in ‘groene’ handen. Dat komt onder andere omdat we recyclebare en biologisch afbreekbare grondstoffen voor onze isolatieproducten én -systemen gebruiken die zorgen voor een minimale belasting van het milieu. BioFoamPearls bijvoorbeeld is 100% plantaardig, cradle-to-cradle gecertifi ceerd en biedt de allerhoogste isolatiewaarde in de markt.

100% natuurlijk product Gecertificeerd energiezuinig Hoogste isolatiewaarden in de markt 100% veilig voor mens en milieu Flexibel in de verwerking Inzetbaar voor vele vormenakoestischedakisolatie spouwisolatie kruipruimteisolatie isolatie Bel vandaag nog voor een vrijblijvend gesprek en wij van isolatie vertellen u graag hoe Termokomfort de beste ‘groene’ isolatieoplossingen in de markt kan bieden! dakisolatie

spouwisolatie

kruipruimteisolatie

akoestische isolatie

✆ (036) 538 75 58 www.termokomfort.nl

maakt het behaaglijk


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.