Zoa jaarverslag 2010

Page 1

ZOA-Vluchtelingenzorg Jaarverslag 2010


Inhoud 1 VOORWOORD

4

2 ZOA IN VOGELVLUCHT

6

3 PROFIEL VAN ZOA

8

3.1

De organisatie

9

3.2

Organisatiestructuur

10

3.3

Verantwoordingsverklaring

10

3.4

Samenwerkingsverbanden

13

4 Onze programma’s

14

4.1

Doelgroep

15

4.2

Werkomgeving

15

4.3

Aanpak

15

4.4

Milieu

16

4.5

Resultaten en impact

16

4.6

Monitoring en evaluatie

16

4.7

Kennis- en beleidsontwikkeling

16

4.8

Evaluatie van de doelstellingen voor 2010

17

5 PROGRAMMALANDEN

18

5.1

Afghanistan

20

5.2

Burundi

22

5.3

Cambodja

24

5.4

Democratische Republiek Congo

26

5.5

Ethiopië

28

5.6

Liberia

30

5.7

CDN Myanmar

32

5.8

Noord-Sudan

34

5.9

Zuid-Sudan

36

5.10 Sri Lanka

38

5.11 Thailand

40

5.12 Uganda

42

6 NOODHULP

44

6.1

Haïti

45

6.2

Pakistan

46

6.3

Myanmar

46

7 FONDSENWERVING EN VOORLICHTING

48

7.1

Communicatie en voorlichting

49

7.2

Fondsenwerving

52

7.3

Campagnes en evenementen

55

7.4

Klachten

56

2 - jaarverslag 2010


8 KWALITEITSCONTROLE, VERANTWOORDING EN EVALUATIE

58

8.1

Kwaliteitsmanagement

59

8.2

Risicomanagement

61

8.3

Reflectie en evaluatie

63

9 ONDERNEMINGSRAAD

65

10 VERSLAG VAN DE DIRECTIE

66

10.1 Strategie

67

10.2 Medefinancieringsstelsel - MFS2

67

10.3 Noodhulp

68

10.4 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

68

10.5 Medewerkers

68

10.6 Vrijwilligers

69

10.7 SWOT-analyse

69

10.8 Doelstellingen en resultaten

70

11 VERSLAG VAN DE RAAD VAN TOEZICHT

72

11.1 Verhouding directie en Raad van Toezicht

73

11.2 Besproken onderwerpen in 2010

73

11.3 Remuneratie- en auditcommissie

74

11.4 Samenstelling van de Raad van Toezicht

74

11.5 Salaris en nevenfuncties van de directeur

75

11.6 Evaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht

75

12 JAARREKENING

78

12.1 Algemene beschouwing

80

12.2 Jaarrekening 2010

81

3 - jaarverslag 2010


1. Voorwoord


ZOA bestaat dankzij haar achterban. Daar zijn we in 2010 extra bij bepaald, onder andere door de noodhulp die we konden verlenen na de aardbeving in Haïti en de overstromingen in Pakistan. Vanuit de achterban is zeer gul gegeven om de ondersteuning aan de slachtoffers mogelijk te maken. In 2010 namen de inkomsten vanuit de achterban toe met bijna dertig procent. Zo blijkt dat in tijden van economische crisis mensen niet willen bezuinigen op de hulp aan mensen in nood. Door deze steun van vele particulieren en ondernemers, van tientallen scholen en honderden kerken kunnen wij iets van Gods betrokkenheid bij deze gebroken wereld laten zien aan de slachtoffers van rampen en gewelddadige conflicten. We zijn dankbaar voor het vertrouwen dat we ook in 2010 weer hebben gekregen van onze achterban. ZOA steunt al 37 jaar op dat vertrouwen. De organisatie voelt zich dan ook aan deze mensen verplicht. We beseffen dat we als organisatie zonder die achterban geen bestaansrecht hebben. Het is terecht dat transparantie gevraagd wordt, en verantwoording van de bestede middelen. In de context van rampen en conflicten is dat een forse uitdaging. Elk van de veertien landen waar ZOA werkt heeft een eigen dynamiek – waardoor in elk land eigen oplossingen nodig zijn. Tegelijkertijd streeft ZOA naar eenduidigheid als het gaat om procedures en richtlijnen. We willen verantwoording afleggen aan donoren en aan de achterban, en dan is het belangrijk dat de manier waarop we resultaten meten, overal eenduidig is. Wij zijn ervan overtuigd dat onze organisatie zeer effectief is. De organisatie evalueert het eigen functioneren en wordt ook door externe partijen beoordeeld op haar kwaliteit en effectiviteit. In dit jaarverslag willen we dat graag laten zien. U kunt lezen wat we doen in de landen waar we werken (hoofdstukken 4, 5 en 6). We geven ook openheid over de manier waarop we dat doen en hoe het geld dat aan ons is toevertrouwd is besteed (hoofdstukken 7, 8 en 12). En we willen duidelijk maken wie en wat we zijn en waar we voor staan (hoofdstuk 3). U zult grote getallen lezen; ook in 2010 mochten we miljoenen mensen bereiken met hulp. Voor al die mensen geldt: God kent hen persoonlijk en geeft om hen. Bijvoorbeeld om die jonge vent in Darfur, die in het kamp niets om handen had en nu door een opleiding tot lasser zijn toekomstdromen terugvond. En om het Cambodjaanse gezin dat jaren op de vlucht is geweest en er nu trots op is weer in het eigen onderhoud te voorzien. In het hele jaarverslag hebben we dergelijke persoonlijke verhalen opgenomen. Ik hoop dat dit jaarverslag u meer biedt dan feiten en cijfers, maar dat u zult lezen over dat waar het ons ten diepste om gaat: verschil maken in de levens van mensen. Johan Mooij, Algemeen directeur

5 - jaarverslag 2010


2. ZOA in vogelvlucht

6 - JAARVERSLAG 2005


De doelgroep

Mahamed Hassen Esse (Somalische vluchteling in Ethiopië): ‘Mijn kind was ondervoed. Toen kreeg ik de kans om mee te doen met het moestuinproject van ZOA. Nu verbouw ik genoeg groente om mijn gezin te voeden en om nog wat te verkopen in het kamp. Het is heerlijk om mijn kinderen nu te zien rennen en spelen!’ ZOA-Vluchtelingenzorg werkt onder vluchtelingen en ontheemden in Azië en Afrika. Sinds 2010 werkt ZOA ook in Haïti en Pakistan, waar de organisatie eerst noodhulp verleende en nu overgaat tot ondersteuning van de wederopbouw van het land. ZOA werkt in veertien landen en bereikte in 2010 in totaal 1,9 miljoen mensen. In hoofdstuk 4 leest u meer over de doelgroep en over de landen waar ZOA werkt. De achterban

Jan en Martha Aalbers werken al jarenlang mee aan de huis-aan-huiscollecte in Apeldoorn. ‘Ik weet wat ZOA doet – er is zo veel werk te doen onder vluchtelingen. Dan is het niet moeilijk om betrokken te raken’, zegt Jan. ZOA heeft een grote en trouwe achterban. Er is een groot aantal scholen en kerken betrokken bij ZOA’s werk. Daarnaast zijn er zo’n 17.000 collectanten voor ZOA actief. Kinderen, jongeren en volwassenen kunnen ambassadeur van ZOA worden, door hun tijd en talenten te geven en door het werk van ZOA bekend te maken onder hun eigen contacten. Ondernemers die ZOA’s werk steunen, bundelen hun krachten in het ZOA Business Ambassadors Network. De medewerkers

Christian Mulenda is projectsupervisor voor ZOA in Congo. ‘ZOA behandelt de mensen niet als hulpeloze baby’s, maar zoekt naar mogelijkheden om mensen zelf verantwoordelijk te maken.’ Dat gaat niet vanzelf, ervaart Christian. ‘Het is een van de grootste uitdagingen van mijn werk. De mensen die vele jaren als vluchtelingen in kampen hebben gezeten, zijn niet meer gewend om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Door de werkwijze van ZOA heb ik er echter vertrouwen in dat we goede resultaten zullen boeken.’ Op 31 december 2010 werkten 686 mensen voor ZOA. In totaal 112 medewerkers werken op basis van een Nederlands contract, waarvan 58 op het hoofdkantoor in Apeldoorn. Het grootste deel van de medewerkers in de landen is lokaal personeel. Het traineeprogramma, dat in 2009 startte om jonge mensen een kans te geven werkervaring op te doen, wierp in 2010 de eerste vruchten af. Vijf trainees konden doorstromen naar een junior-functie. De organisatie

Johan Mooij, directeur van ZOA-Vluchtelingenzorg: ‘ZOA wil, zoals ons strategiedocument verwoordt, ‘tekenen van hoop’ bieden in de landen waar we werken. Dat kunnen we doen dankzij onze achterban. ZOA is sterker afhankelijk van donateurs dan van financiering vanuit de overheid. Daarom hechten we veel waarde aan de verbinding met de achterban. Ondanks de financiële crisis hebben donateurs meer gegeven dan in voorgaande jaren. Het is een zeer bemoedigend teken dat onze achterban niet wil bezuinigen op de ondersteuning van kwetsbare mensen in nood.’ ZOA-Vluchtelingenzorg ondersteunt mensen die lijden als gevolg van een gewapend conflict of natuurramp, door hen te helpen hun bestaan opnieuw op te bouwen. De organisatie werkt in fragiele omgevingen met een integrale benadering, vaak in samenwerking met lokale partnerorganisaties. Veel aandacht gaat naar de sectoren water en sanitatie, onderwijs, landbouw, vredesopbouw en capaciteitsopbouw. In de laatste jaren komt de nadruk steeds meer te liggen op het versterken van voedselzekerheid en op economische ontwikkeling. Dit is de manier waarop ZOA de doelgroep helpt om weer op eigen benen te staan en in het eigen onderhoud te kunnen voorzien. De cijfers

De totale inkomsten namen in 2010 sterk toe. Dit is vrijwel geheel toe te schrijven aan de ruimhartige giften na de rampen in Haïti en Pakistan. Vanuit de eigen achterban werd ruim € 2.600.000 ontvangen naar aanleiding van deze rampen. De totale inkomsten van ZOA waren € 28.761.381, een toename van tien procent ten opzichte van 2009. Het geld is als volgt besteed:

91%

Projects

Fundraising

5% 4%

Overhead

7 - jaarverslag 2010


3. Profiel van ZOA

8 - jaarverslag 2010


3.1 De organisatie Geschiedenis

ZOA bestaat 37 jaar in 2010. Het begon allemaal met een groep bevlogen studenten die in 1973 geraakt werden door de nood van bootvluchtelingen in Zuidoost Azië (uit die tijd stammen de letters ZOA). Vanuit een klein zolderkamertje in Groningen legden zij de basis van een organisatie die nu zo’n 700 medewerkers telt en werkzaam is in veertien landen onder slachtoffers van conflicten en rampen. In de eerste jaren gaf ZOA financiële steun aan projecten of andere uitvoerende instanties. Begin jaren tachtig begon ZOA met het uitzenden van veldwerkers om programma’s uit te voeren in vluchtelingenkampen. Al snel breidden de activiteiten zich ook uit naar Afrika. ZOA-Vluchtelingenzorg ontvangt veel financiële steun van particulieren. Hun giften vormen de basis van al het werk. Daardoor komt de organisatie ook in aanmerking voor institutionele fondsen om programma’s te financieren. Op die manier kon ZOA haar activiteiten enorm uitbreiden. Dit laatste ging hand in hand met een proces van professionalisering. Visie

In een wereld vol conflicten, onrecht, armoede en rampen willen wij bijdragen aan tekenen van hoop en herstel. Wij zien dit gebeuren als mensen weer vrede, recht en wederzijds vertrouwen ervaren en hun persoonlijke waardigheid en zelfvertrouwen hervinden. ZOA handelt naar en draagt bij aan het Bijbels perspectief van Gods koninkrijk, dat verzoening en herstel in volle glorie zal brengen. Intussen roept God ons op recht te doen en trouw te zijn aan de mensen die onze steun nodig hebben. Missie

ZOA-Vluchtelingenzorg ondersteunt mensen die lijden als gevolg van een gewapend conflict of natuurramp, door hen te helpen hun leven opnieuw op te bouwen. Wij doen een beroep op onze achterban en partners, in het Noorden en in het Zuiden, om hun verantwoordelijkheid te nemen en betrokken te raken. Wij bieden een maximale toegevoegde waarde aan diegenen die wij ondersteunen en aan diegenen die ons ondersteunen. Kernwaarden Trouw De mensen die wij dienen worden constant geconfronteerd met onzekerheid over hun

toekomst. Het is onze verantwoordelijkheid om hen steun te geven waarop ze kunnen rekenen, onze beloften waar te maken en hen trouw te zijn. Trouw zijn betekent dat wij betrokken blijven bij de gemeenschappen die door conflict getroffen zijn, tot het moment dat zij weer op eigen benen kunnen staan. Zelfs als de publieke en politieke omstandigheden niet hoopgevend zijn, vereist onze trouw dat wij blijven ondersteunen, zo lang als redelijkerwijs mogelijk is. Menselijke waardigheid Wij behandelen alle mensen gelijk en met respect. Wij maken geen onderscheid tussen ras, religie, geslacht of politieke voorkeur. Tegelijkertijd erkennen en waarderen wij dat er verschillende rollen, posities en verantwoordelijkheden zijn, waarvan wij ons bewust moeten zijn, in het bijzonder tussen het Noorden en het Zuiden en tussen donoren en ontvangers. ZOA respecteert culturele verschillen tussen mensen, gemeenschappen en organisaties en probeert deze verschillen te overbruggen door aan te sporen tot wederzijds begrip. Rentmeesterschap Onze doelgroep beschikt over een verscheidenheid aan waardevolle capaciteiten, die het waard zijn om in te investeren. Wij streven ernaar goede rentmeesters te zijn voor de mensen die wij dienen en hun talenten te koesteren door het trainen en ontwikkelen van hun vaardigheden, om hen in staat te stellen weer onafhankelijk te worden van externe hulp en hen nieuwe kansen voor de toekomst te geven. Recht ZOA komt op voor de rechten van kwetsbare en gemarginaliseerde mensen. In het Zuiden bestrijdt ZOA onrecht door het opzetten van wederopbouw- en hervestigingsprogramma’s voor mensen die door een conflict zijn getroffen. In het Noorden bevorderen we het bewustzijn over onrecht in de wereld, zodat meer mensen zich uitspreken voor recht.

9 - jaarverslag 2010


Kwaliteitsstandaarden en codes

ZOA heeft voor de eigen organisatie een raamwerk van richtlijnen en procedures opgesteld die voldoen aan de ISO-norm. Deze zijn terug te vinden in het kwaliteitshandboek en in het PME-raamwerk (Programma Monitoring en Evaluatie). Het streven naar programmatisch werken is daarin het hoofddoel. ZOA onderschrijft de volgende kwaliteitsstandaarden en -codes: • De internationale gedragscode van het Rode Kruis: ‘Code of Conduct for the International Red Cross and Red Crescent Movement and NGO’s in Disaster Relief’; • de internationale gedragscode voor personeel in hulpverlening: ‘The People in Aid Code of Best Practice in the Management and Support of Aid Personnel’; • de gedragscode voor humanitaire organisaties binnen de Europese Unie: ‘NGDO Charter — Basic Principles of Development and Humanitarian Aid NGO’s in the European Union’; • de code Goed Bestuur voor Goede Doelen (‘code Wijffels’, volledig geïmplementeerd) • de gedragscode van de VFI voor fondsenwerving. Daarnaast vormen de Sphere Standaarden voor het uitvoeren van noodhulp- en wederopbouwwerk een uitgangspunt voor ZOA’s werk. 3.2 Organisatiestructuur

De leidinggevenden van de vijf afdelingen op het hoofdkantoor vormen samen met de algemeen directeur het managementteam. De landendirecteuren rapporteren rechtstreeks aan de algemeen directeur en vormen samen met het managementteam het internationale managementteam. Raad van Toezicht

Algemeen directeur

Human Resource Management

Programma’s

Monitoring & Beleidsontwikkeling

Fondsenwerving Programma’s & Voorlichting

Financiën

Landendirecteuren

Programma Adviseur

Programma Manager

Manager General Affairs

De landenorganisaties functioneren in grote mate zelfstandig, waardoor ze goed kunnen inspelen op lokale ontwikkelingen. Het hoofdkantoor in Nederland ondersteunt de landenorganisaties bij de samenhang en continuïteit van het beleid, bewaking van kwaliteit, uitwisseling van kennis en ervaring, financieel beheer, fondsenwerving, rekrutering van staf en andere randvoorwaarden. Om de ondersteuning vanuit het hoofdkantoor richting de landenprogramma’s te garanderen, zijn supportteams ingericht. Elk supportteam bestaat uit leden van de drie operationele afdelingen Programma’s, Fondsenwerving & Voorlichting en Financiën, aangevuld met een lid van de afdeling Monitoring en Beleidsontwikkeling. Op deze manier kan het supportteam het landenprogramma bezien en ondersteunen vanuit elk van de verschillende disciplines. Personeel in 2010

In 2010 werkten 58 mensen op het hoofdkantoor in Apeldoorn (46,2 fte), plus nog negen vaste vrijwilligers en een stagiaire. 46 expats en acht trainees werken in de programmalanden met een Nederlands contract. De man-vrouw verhouding van de medewerkers met een Nederlands contract is 67 % – 33 %. Op 31 december 2010 werkten 686 mensen voor ZOA. Het grootste deel van de medewerkers is lokaal personeel. 3.3 Verantwoordingsverklaring

De tekst van paragraaf 3.3 is een samenvatting van de uitgebreide verantwoordingsverklaring, die in het geheel is te vinden op onze website www.zoa.nl (over ZOA/resultaat van ons werk/jaarverslagen)

10 - jaarverslag 2010


Het bestuur van ZOA-Vluchtelingenzorg onderschrijft de volgende principes: • Binnen de organisatie is de functie ‘toezicht houden’ (het vaststellen of goedkeuren van plannen, en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten) gescheiden van het ‘besturen’, ofwel de ‘uitvoering’. • De organisatie werkt voortdurend aan een optimale besteding van middelen zodat ZOA effectief en doelmatig werkt aan het realiseren van de doelstelling. Dit is vastgelegd in ons kwaliteits- en beheersingsmodel. • De organisatie streeft naar optimale relaties met belanghebbenden. ZOA heeft gerichte aandacht voor de informatieverschaffing en voor de inname en verwerking van wensen, vragen en klachten. De organisatie als geheel, zowel in Nederland als in de gebieden waar ze werkzaam is, is continu in contact met belanghebbenden om het werk van ZOA mogelijk te maken. 3.3.1 Besturen en toezicht houden De bestuurder

De bestuurder van de organisatie is de algemeen directeur. De algemeen directeur voert de algemene directie ten behoeve van de stichting. Hij bepaalt het beleid, stelt de financiële richtlijnen vast en heeft de eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse leiding. Dit houdt onder meer in dat hij verantwoordelijk is voor het realiseren van de doelstellingen van de stichting, de omvang van de bestedingen, de strategie en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. Het geven van vorm en inhoud aan de levensbeschouwelijke aspecten van de organisatie is hier ook onderdeel van. De directeur legt over de hierboven genoemde punten verantwoording af aan de Raad van Toezicht en verschaft de Raad alle informatie die daarvoor nodig is. De Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht toetst of het bestuur bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn bestuurstaken oog houdt op het belang van de organisatie in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting. De Raad toetst ook of het bestuur een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van de verschillende belanghebbenden van de stichting. De Raad van Toezicht ziet er in het bijzonder op toe dat de uitvoering van het beleid van het bestuur overeenkomt met de vastgestelde en goedgekeurde (meerjaren)beleidsplannen en de begrotingen. De Raad en het bestuur maken daarbij afspraken over de ijkpunten die de Raad hanteert. Hierbij maakt de Raad gebruik van externe codes en richtlijnen waarvan periodiek de conformiteit wordt vastgesteld. 3.3.2 Optimale besteding van middelen

ZOA-Vluchtelingenzorg heeft kwaliteit van de bedrijfsvoering hoog in haar vaandel staan. De kwaliteit stond onder druk door de sterke groei die de organisatie in de afgelopen jaren doormaakte. Daarom is extra geïnvesteerd in de kwaliteit van de organisatie. Het versterken van de interne beheersing en controle is één van de strategische richtingen van de organisatie. De definitie voor interne beheersing die ZOA hanteert is: ‘het geheel van maatregelen dat er toe leidt dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen over de • effectiviteit en efficiency van onze procedures en activiteiten; • betrouwbaarheid van onze financiële rapportages; • naleving van relevante wet- en regelgeving.’ De maatregelen die ZOA heeft genomen zijn in te delen in de volgende categorieën: • kernwaarden van de organisatie; • inrichting van de organisatie; • inrichting van de bedrijfsprocessen; • procedures en richtlijnen (beleid); • ondersteunende systemen. ZOA´s kwaliteitsmanagement is gecertificeerd op basis van de ISO 9001:2008 norm. ZOA heeft applicaties ontwikkeld om haar bedrijfsprocessen te ondersteunen en documenteren. De applicaties worden in alle programmalanden van ZOA gebruikt, zodat processen wereldwijd eenduidig worden toegepast en uitgevoerd.

11 - jaarverslag 2010


Risicomanagement

Bij het uitvoeren van haar werkzaamheden loopt ZOA uitvoerings-, compliance- en veiligheidsrisico’s. De belangrijkste maatregelen die ZOA heeft getroffen om risico’s te verminderen, vindt u in paragraaf 8.2. Hier leest u ook meer over ZOA’s antifraude- en anticorruptiebeleid. Extern toezicht en evaluatie

Ten behoeve van de jaarrekening en ten behoeve van speciale projecten wordt externe controle uitgevoerd. De jaarrekeningen en speciale projecten worden extern beoordeeld. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. leidt de controle van de jaarrekeningen. ZOA´s werk wordt beoordeeld door verschillende externe auditoren (waaronder enkele van overheidsinstellingen) en geaccrediteerde auditoren. Daarnaast heeft ZOA een intern auditsysteem dat erop toeziet dat er effectief en efficiënt wordt gewerkt. 3.3.3 Relaties met belanghebbenden Achterban

De achterban van ZOA bestaat ondermeer uit: • Particulieren • Kerken • Scholen • Bedrijven en vermogensfondsen In hoofdstuk 7 van dit jaarverslag vindt u gedetailleerde informatie over de manier waarop de achterban wordt geïnformeerd en actief wordt betrokken bij ZOA’s werk, over de wijze van fondsenwerving en over de afhandeling van eventuele klachten. ZOA-Vluchtelingenzorg heeft kwaliteit en transparantie hoog in het vaandel staan. ZOA heeft het CBF-keurmerk en is lid van de Vereniging van Fondsenwervende Instellingen (VFI). Vrijwilligers

Vrijwilligers zijn een bijzondere categorie van de achterban. Zij hebben een belangrijke toegevoegde waarde voor de organisatie. Tijdens de landelijke collecte gaan rond de 17.000 collectanten de deuren langs. Andere vrijwilligers kunnen specifieke taken vervullen die ZOA anders relatief duur zou moeten inkopen, zoals schrijf- en redactiewerk, de opbouw van evenementen of accountancy ten behoeve van interne controle. Vrijwilligers en ambassadeurs ontvangen vier keer per jaar de ZOActief of de reguliere ZOA-periodieken. De afdeling Human Resource Management onderhoudt de contacten met vrijwilligers die beschikbaar zijn voor uitzending naar het buitenland (de Short Term Workers). Medewerkers

Gemotiveerde en betrokken medewerkers zijn essentieel voor ZOA om haar doelstellingen te realiseren. Medewerkers worden zowel formeel als informeel betrokken bij voor hen relevante onderwerpen. Op het hoofdkantoor vindt wekelijks een weekopening plaats waar relevante informatie wordt gedeeld. Deze informatie wordt vervolgens per emailnieuwsbrief gedeeld met de rest van de medewerkers wereldwijd. Institutionele donoren en overheden

ZOA heeft contacten met internationale collega-organisaties en institutionele donoren zoals de Nederlandse overheid en de Europese Unie. Per doelgroep heeft ZOA accountmanagers benoemd die relaties met de belanghebbenden onderhouden. Doelgroep

ZOA realiseert zich dat we werken met en voor mondige mensen, die door conflicten en rampen ongewild in een afhankelijke positie zijn terecht gekomen. We zijn constant op zoek naar manieren om hen de controle over hun eigen leven terug te geven, inclusief medezeggenschap over de hulpverlening. Dat doen we door hen intensief te betrekken bij de opzet, uitvoering en evaluatie van programma’s. Daarnaast willen we aan hen graag verantwoording van ons werk afleggen, zoals we dat ook naar onze donoren doen. In december 2010 heeft ZOA in dit kader het lidmaatschap van de Humanitarian Accountability Part-

12 - jaarverslag 2010


nership (HAP) aangevraagd. Belangrijke onderdelen van ‘accountability’ naar de doelgroep zijn duidelijke informatievoorziening vooraf over de doelen van de organisatie, actieve participatie van de doelgroep in alle fasen van een project, terugkoppeling over de resultaten en de aanwezigheid van formele kanalen waarlangs betrokkenen de organisatie feedback kunnen geven en kunnen klagen indien de organisatie haar toezeggingen niet nakomt. In Sri Lanka is een pilot voorbereid, waarbij de organisatie de doelgroep van tevoren duidelijker vertelt wat zij wel en niet kunnen verwachten. In de praktijk wordt de doelgroep al betrokken bij de evaluatie, maar binnen het pilotproject in Sri Lanka wordt dit ook geformaliseerd. In 2011 gaat ZOA werken aan de implementatie van de HAP-principes in de landen. 3.4 Samenwerkingsverbanden ZOA werkt samen met:

Toegevoegde waarde

Aard van ZOA’s deelname

Tear en Woord en Daad

• Samenwerking gebaseerd op gedeelde protestantse identiteit • Informatietoevoer en ondersteuning

• Consultatie tussen directeuren • Gedeelde verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van communicatie-uitingen voor scholen via Just Care

Red een Kind, Tear, Woord en Daad en Dorcas, in een noodhulpcluster

• Samenwerking gebaseerd op gedeelde protestantse identiteit • Gezamenlijke fondsenwerving voor noodhulpacties

• Samenwerkingsverband voor noodhulp

Save the Children Nederland, CARE Nederland, Healthnet TPO, in het Dutch Consortium for Rehabilitation

• Gezamenlijke aanvraag voor MFS2 voor financiering 2011 – 2015 • Vergroten van de kwaliteit van het programmavoorstel en uitvoering

• Penvoerder

CARE Nederland

• Kennisuitwisseling

• Partnerschap voor programmafinanciering

Tear Fund UK en Tear

• Gezamenlijke uitvoering van projecten in Congo

• Mede-uitvoerder

Aqua for All, Simavi, AMREF Flying Doctors

• Draagvlakversterking bij scholen in Nederland via het ‘wandelen voor water’ evenement

• Mede-uitvoerder van het evenement en van de activiteiten op basisscholen

Happy Gift

• Draagvlakversterking en bewustwording onder jongeren en studenten

• Faciliteren door aanlevering project- en landeninformatie

Kindernothilfe (Duitsland), Acet (Slowakije), Woord en Daad en Tear (Nederland)

• Bewustwordingscampagne in Europa m.b.t. HIV/Aids problematiek

• Mede-uitvoerder

Medair

• Samenwerking op het gebied van identiteit • Wederzijdse uitwisseling van medewerkers

• Samenwerkingsverband voor noodhulp

ZOA is lid van:

Toegevoegde waarde

Aard van ZOA’s deelname

CDN (Samenwerkingsverband van ZOA, Red een Kind en Woord en Daad, werkzaam in Myanmar)

• Samenbundelen van krachten voor noodhulp en wederopbouw na cycloon Nargis in deltagebied van Myanmar.

• Eén van de drie deelnemende organisaties

Dutch Consortium Uruzgan (DCU)

• Samenbundeling van activiteiten door samenwerking met Save the Children NL, Cordaid, Healthnet TPO en DCA-vet.

• Lid en mede-uitvoerder

EU-CORD, netwerk van 22 christelijke organisaties voor noodhulp- en ontwikkelingssamenwerking. EU-CORD vertegenwoordigt de leden bij bijeenkomsten van Voice en Concord.

• Lobby bij EU, vertegenwoordiging • Informatietoevoer • Standaardisering van kwaliteitsmanagement, benchmarking

• Lid

PSO (Netwerk voor capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden)

• Kennisuitwisseling en financiering

• Lid • Meerjaren leer-werk traject (LWT)

PRISMA

• Netwerk van christelijke organisaties • Gedeelde afvaardiging in samenwerking met ICCO • Beleidsafstemming • Draagvlakversterking • Toegang tot donoren als EO-Metterdaad

• Lid • Deelname bij activiteiten voor draagvlakversterking

Partos (parapluorganisatie van Nederlandse ngo´s voor ontwikkelingssamenwerking)

• Sectororganisatie: lobby naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Nederlands parlement • Kwaliteitsmanagement standaardisering en benchmarking • Kennisuitwisseling • Via Partos: EU-ngo liaison

• Lid

VFI

• Coördinatie, draagvlak en kwaliteit van fondsenwerving in Nederland

• Lid

IS-Academy (samenwerkingsverband met de Universiteit Wageningen, het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking en diverse andere NGO’s)

• Kennisontwikkeling en gezamenlijk onderzoek

• ZOA levert capaciteit, kennis en ervaring. De uitkomsten leveren informatie voor beleidsontwikkeling • ZOA financiert een PHD-onderzoekstraject in Uganda over voedselzekerheid

13 - jaarverslag 2010


4. Onze programma’s

14 - jaarverslag 2010


4.1 Doelgroep

ZOA ondersteunt gebieden waar de volgende groepen mensen leven: • vluchtelingen - mensen die gevlucht zijn voor geweld of (natuur)rampen en die daarbij naar een ander land gegaan zijn; • ontheemden - mensen die zijn gevlucht voor geweld of (natuur)rampen en die binnen de grenzen van hun eigen land zijn gebleven; • teruggekeerde vluchtelingen - mensen die gevlucht of ontheemd waren en weer teruggekeerd zijn naar hun oorspronkelijke woongebieden; • gastgemeenschappen – de oorspronkelijke bewoners van het gebied waar ontheemden, vluchtelingen of teruggekeerde vluchtelingen zich gevestigd hebben. Zij moeten de (vaak schaarse) middelen van bestaan delen met de vluchtelingen en ontheemden. De doelgroep in 2010

• In Ethiopië en Thailand werkt ZOA onder vluchtelingen. • In Sri Lanka, de Democratische Republiek Congo (DRC), Ethiopië, Liberia, Myanmar, Noord- en Zuid-Sudan werkt ZOA onder ontheemden. • In Sri Lanka, Cambodja, DRC, Afghanistan, Ethiopië, Burundi, Noord- en Zuid-Sudan, Uganda en Liberia werkt ZOA onder teruggekeerde vluchtelingen. • In Afghanistan, Burundi, Cambodja, DRC, Ethiopië, Sri Lanka, Sudan, Thailand en Uganda werkt ZOA ook onder gastgemeenschappen. In totaal bereikte ZOA in 2010 zo’n 1,9 miljoen mensen met haar programma’s. 4. 2 Werkomgeving

ZOA werkt in landen waar de samenleving in meer of mindere mate is ontwricht door oorlog, geweld of (natuur)rampen. ZOA werkt in zogenoemde fragiele staten, waar de overheid of het maatschappelijk middenveld vaak niet sterk genoeg is om op eigen kracht de bevolking te ondersteunen. ZOA heeft een aantal factoren geformuleerd die bepalend zijn bij het besluit of ZOA in een land gaat werken. Belangrijke factoren zijn het aantal vluchtelingen of ontheemden en de mate waarin de lokale overheid of lokale organisaties in staat zijn om de bevolking te ondersteunen. Een voorwaarde om in een land te kunnen gaan werken, is de financiële ruimte om een programma op te starten. 4.3 Aanpak

ZOA hanteert een hybride model. Dat betekent dat ZOA waar mogelijk samenwerkt met lokale organisaties. Als die er niet zijn, voert ZOA zelf projecten uit. ZOA bepaalt per situatie hoe ze het beste kan aanhaken bij wat er al is. Dat betekent dat ZOA in sommige landen samenwerkt met lokale overheden, in andere landen met boerengroepen of lokale organisaties en in andere situaties met voornamelijk eigen medewerkers. ZOA heeft in 2010 verder aangescherpt wat het mandaat van de organisatie is. ZOA wil zich in de eerste plaats richten op het versterken van voedselzekerheid en op economische ontwikkeling. Dit zijn twee aspecten waarmee ZOA de doelgroep helpt om weer op eigen benen te kunnen staan en in het eigen onderhoud te kunnen voorzien. Dit betekent niet dat ZOA projecten op het gebied van bijvoorbeeld water en sanitatie of onderwijs in bestaande programmalanden zal beëindigen. Bij het starten van nieuwe programma’s zal ZOA zich echter steeds meer gaan richten op de kern van haar mandaat: de ondersteuning van mensen bij het voorzien in hun levensonderhoud. Voor andere voorzieningen die in de programmagebieden nodig zijn, zal ZOA een lobby voeren bij andere organisaties of bij lokale overheden om hierin te voorzien. ZOA wil ook duidelijker aangeven voor welke periode de organisatie aanwezig zal zijn. Dit is een belangrijk punt dat naar voren kwam uit de tussentijdse evaluatie van MFS1, die in 2009 werd uitgevoerd. ZOA heeft daarvoor indicatoren geformuleerd op drie gebieden: basisvoorzieningen (bijvoorbeeld schoon water), samenhang in de lokale gemeenschap (bijvoorbeeld het functioneren van een boerengroep die gezamenlijk producten in- en verkopen of een ouder-docentencomité op een school) en als laatste vrede en stabiliteit (te meten in bijvoorbeeld aantal conflicten en berovingen).

15 - jaarverslag 2010


De ondersteuning en capaciteitsopbouw van lokale organisaties is daarbij een belangrijk aandachtspunt, zodat ZOA voor haar vertrek activiteiten aan deze organisaties kan overdragen. Daarnaast kent ZOA aandachtspunten voor alle projecten. Dit zijn: evenredige vertegenwoordiging en de positie van meisjes en vrouwen, hiv/aids en milieu. Waar mogelijk, krijgen deze onderwerpen een plek binnen de projecten. 4.4 Milieu

Veel problemen van de doelgroep worden veroorzaakt door hun grote afhankelijkheid van natuurlijke omstandigheden. Droogte, overstromingen en schaarste kunnen de grond onder de voeten van mensen wegslaan. Uitputting van grond of waterbronnen wordt tegengegaan door diversificatie van inkomstenbronnen. Ook besteedt ZOA aandacht aan bescherming van het natuurlijke leefmilieu van de doelgroep. ZOA ondersteunt de doelgroep met bijvoorbeeld houtbesparende oventjes (Ethiopië), leert de mensen irrigatiemethoden en methoden om water voor langere tijd op te slaan (Afghanistan, Cambodja, Congo, Myanmar, Sudan) en plant bomen (Ethiopië). 4.5 Resultaten en impact

In alle programmalanden meet ZOA de resultaten van het werk. Dit is niet in elk land even goed te meten. Vooral in gebieden waar mensen voortdurend in beweging zijn en waar veel onrust is, is het vaak moeilijk om na te gaan of de positie van de doelgroep echt is verbeterd. Het meten van impact gaat nog een stap verder. Dan gaat het erom aan te geven in hoeverre de levens van mensen duurzaam, op langere termijn, verbeterd zijn en in hoeverre die verbeteringen zijn terug te voeren op de activiteiten van de organisatie. Terecht vraagt de Nederlandse samenleving om transparantie over wat de resultaten zijn van het werk van organisaties zoals ZOA. Ook aan de MFS2-financiering is deze eis verbonden. Met het oog hierop, maar ook omdat ZOA als organisatie wil leren, streeft ZOA naar verbetering van de kwaliteit van resultaatmeting. Uniformiteit is daarbij belangrijk. In elk programmaland moeten dezelfde indicatoren gehanteerd worden, zodat ook duidelijk wordt wat ZOA als geheel bereikt. Het verbeteren van resultaatmeting is een belangrijk speerpunt voor 2011. 4.6 Monitoring en evaluatie

Bij monitoring (meten van de vooruitgang) en evaluatie gaat het er om of de doelgroep werkelijk verder is geholpen. Voor ZOA is het dan ook logisch om de mensen zelf bij monitoring en evaluatie te betrekken. Dat betekent dat ZOA in de eerste plaats aan de mensen vraagt wat zij willen bereiken en hoe de resultaten gemeten kunnen worden. Samen met de doelgroep stelt ZOA vast wat de ‘mijlpalen’ zijn, de momenten dat de resultaten gemeten moeten worden. De mensen verzamelen zelf gegevens waarmee kan worden nagegaan of ZOA met haar projecten op de goede weg zit. In Cambodja, waar ZOA zich voorbereidt op vertrek, is deze werkwijze al helemaal ingeburgerd. Er vinden regelmatig evaluaties plaats met de mensen. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar feiten en cijfers maar ook naar zogenaamde ‘zachte indicatoren’, aspecten die moeilijker zijn te meten. Een voorbeeld van een zachte indicator is of er een goed rechtssysteem is en of de stabiliteit is toegenomen. Dat soort aspecten wordt gemeten door daarover focusgroepdiscussies te organiseren. Het betrekken van mensen bij monitoring en evaluatie blijft een uitdaging. Of het altijd mogelijk is, hangt bijvoorbeeld af van het aantal beschikbare medewerkers in het veld. ZOA zoekt altijd naar nieuwe en betere manieren om de doelgroep bij de planning, uitvoering, monitoring en evaluatie van projecten te betrekken. Het lidmaatschap van ZOA van de HAP (Humanitarian Accountability Partnership), dat in 2010 werd aangevraagd, kan hierbij helpen. In 2011 wil ZOA de HAP-richtlijnen in de programmalanden implementeren, waarmee de positie van de doelgroep wordt versterkt. 4. 7 Kennis- en beleidsontwikkeling

De halfjaarlijkse Interregionale Meeting (IRM), een ontmoeting van de landendirecteuren en het management in Nederland, is een belangrijk onderdeel van de kennis- en beleidsontwikkeling. Voorafgaand aan deze ontmoeting geven landendirecteuren aan wat er besproken moet worden. Tijdens de ontmoetingen delen zij ervaringen en leren zij van elkaar. De geleerde lessen worden meegenomen in het beleid. Per programmaland kan het management zelf bepalen hoe die geleerde lessen worden uitgewerkt.

16 - jaarverslag 2010


Ook het vaststellen van sectoraal beleid gebeurt in nauwe samenwerking tussen het hoofdkantoor en de medewerkers in de programmalanden. Er worden stuurgroepen gevormd die zijn samengesteld uit mensen van het hoofdkantoor en uit de programmalanden. De afdeling Monitoring en Beleidsontwikkeling is hierbij de trekker. Voordat het sectoraal beleid wordt vastgesteld, wordt het besproken bij de IRM. Door de groei van de organisatie hebben programmalanden de laatste jaren steeds meer mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Er zijn meer specialisten aanwezig, waardoor de kwaliteit en de diepgang verbetert. In alle programmalanden wil ZOA programmatisch werken. Dat wil zeggen dat alle projecten geïntegreerd zijn en gericht zijn op de langetermijndoelstelling voor het specifieke programmaland. De supportteams op het hoofdkantoor helpen de programmalanden om dit in de praktijk vorm te geven. In 2010 zijn twee regionale workshops georganiseerd - één in Afrika en één in Azië – over programmatisch werken, planning, monitoring en evaluatie volgens het PME-framework. 4.8 Evaluatie van de doelstellingen voor 2010

De doelstellingen voor 2010 waren: • Het uitbreiden en intensiveren van het programma in Burundi, waarbij het werken met lokale partners centraal staat. • Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om programma’s te starten in Tsjaad, de Centraal Afrikaanse Republiek, Kenia en de Filippijnen. • ZOA zal, als penvoerder van het Dutch Consortium for Rehabilitation, het initiatief nemen voor het ontwikkelen van programmavoorstellen voor vijf landen, waarbij implementatie zal beginnen in januari 2011. • Op uitvoerend niveau worden nieuwe partnerschappen gevormd. De afdeling Programma’s investeert met name in het Dutch Consortium for Uruzgan en in de samenwerking met Tearfund UK en Tear in Nederland voor het programma in Congo. • ZOA doet onderzoek naar en ontwikkelt nieuwe werkmethoden om meer effectieve en efficiënte landenprogramma’s te ontwikkelen. Resultaten in 2010: • ZOA is in 2010 gestart met een landenprogramma in Burundi. ZOA werkt hier intensief samen met lokale partners. Daarnaast zijn twee ZOA-medewerkers in Burundi gaan werken: een landenvertegenwoordiger en een trainee. • Het eventueel opstarten van nieuwe programma’s in Tsjaad, de Centraal Afrikaanse Republiek, Kenia en de Filippijnen is in 2010 op de lange baan geschoven. Haïti en Pakistan kregen de prioriteit vanwege de rampen die daar plaatsvonden. De prioriteitenlijst van landen waar ZOA in de toekomst zou willen werken, blijft steeds veranderen - deze lijst wordt elk jaar opnieuw bepaald. • Aan het Dutch Consortium for Rehabilitation werd ongeveer tweederde van het aangevraagde bedrag vanuit MFS2 toegekend. Dat betekent dat de geplande programmavoorstellen in Burundi, Congo, Liberia, Sudan en Uganda kunnen doorgaan. De programma’s zullen wel kleiner van omvang zijn, omdat niet het volledige aangevraagde bedrag werd toegekend. • ZOA werkt verder aan het opbouwen van nieuwe partnerschappen. Naast het reeds bestaande Dutch Consortium for Uruzgan is in 2010 vooral het partnerschap met de Canadese organisatie CRWRC geïntensiveerd, vooral in Haïti en Pakistan. De samenwerking in Congo met Tear en Tearfund UK vindt vooral in Congo zelf plaats, zowel in uitvoering als in fondsenwerving richting institutionele donoren. • In 2010 vonden in Sri Lanka en Uganda regionale workshops plaats over programmatisch werken. In totaal veertig ZOA-medewerkers vanuit alle landenkantoren werden meer vertrouwd gemaakt met deze manier van werken en zij hebben hun vaardigheden verbeterd. Doelstellingen voor 2011 • De capaciteit van ZOA om te handelen bij noodsituaties is verbeterd; hulpverlening na rampen maakt deel uit van de programma’s. • Het systeem voor programma auditing is verbeterd. • In samenwerking met de unit Institutionele Donoren en Partners zullen ervaringen in het veld gebruikt worden in de contacten met donoren en andere partners om de belangen van de doelgroep te behartigen. • ZOA’s creativiteit om verbindingen te maken tussen programma’s en projecten is vergroot. • Vergroting van de interactie tussen de afdelingen Human Resource Management en Programma’s.

17 - jaarverslag 2010


5. Programmalanden

18 - jaarverslag 2010


Afrika 1. Burundi 2. Democatische Republiek Congo 3. Ethiopië 4. Liberia 5. Noord- en Zuid-Sudan 6. Uganda

Azië 7. Afghanistan 8. Cambodja 9. Myanmar 10. Thailand 11. Sri Lanka 12. Pakistan

Midden-Amerika 13. Haïti

7 12 9 13

10

5 3 4

8

11

6 2

1

19 - jaarverslag 2010


5.1 Afghanistan ZOA werkt al tien jaar in Afghanistan, onder vluchtelingen die terugkeren uit Iran en Pakistan en onder de Afghaanse gemeenschappen in Noord-, Centraal- en Zuid-Afghanistan. De stroom van terugkerende vluchtelingen neemt langzamerhand af. Het aantal internationale troepen dat in Afghanistan gestationeerd is, neemt ook af. Dat zorgt voor onzekerheid bij de bevolking. In Uruzgan, in Zuid-Afghanistan, neemt het aantal geweldsincidenten toe. De veiligheid voor medewerkers van ngo’s is verder afgenomen. Met name in het zuiden is een aantal gebieden waar ZOA werkt, lastig bereikbaar voor medewerkers. Dat maakt het moeilijk om de effecten van de hulpverlening te meten. Dit is een uitdaging waar ZOA in de komende tijd oplossingen voor wil bedenken. Positief is de goede samenwerking met lokale organisaties en met de Afghaanse lokale overheid. ZOA versterkt de capaciteiten van lokale organisaties en van lokale ambtenaren, met name op gebieden als (financiële) administratie, Engels en computervaardigheden. In het zuiden werkt ZOA via lokale partners aan verbetering van irrigatiesystemen en drinkwatervoorzieningen. In het noorden ondersteunt ZOA lokale ontwikkelingscomités in het kader van het National Solidarity Programma (NSP). Dit is een succesvol overheidsprogramma waarin de bevolking geld ontvangt voor ontwikkelingsprojecten die ze zelf uitkiezen. ZOA assisteert de mensen met bijvoorbeeld het schrijven van projectvoorstellen. Ook heeft ZOA supervisie over de werkzaamheden in de honderden dorpen waar deze projecten plaatsvinden. Afghanistan heeft regelmatig te kampen met overstromingen, vooral in het noorden. ZOA is in staat gebleken snel en adequaat hulp te verlenen. Dit heeft de goede naam van de organisatie onder de bevolking en de lokale overheden versterkt. Mir Afzal

Mir Afzal werkt sinds 2002 voor ZOA-Afghanistan. Toen het bewind van de Taliban ineenstortte in 2002, kwamen grote aantallen vluchtelingen naar Kabul, waar Mir toen woonde. Hij had al vele jaren ervaring met humanitair werk, en zocht naar mogelijkheden om deze vluchtelingen te helpen. ZOA werkte rond Kabul en Mir kon aan de slag bij het opzetten van projecten voor onderdak voor vluchtelingen. ‘ZOA is een kleine organisatie, vergeleken met andere internationale humanitaire organisaties, maar ZOA werkt zeer effectief. ZOA maakt verschil in de levens van mensen - zij kunnen weer een toekomst opbouwen door bijvoorbeeld projecten voor levensonderhoud.’ Meneer Hajaud

Meneer Hajaud (30) woont in Char Asiab. Hij draagt de zorg voor zijn gezin dat bestaat uit zeven personen. Dat valt niet mee, want hij heeft geen eigen land om te verbouwen. Hij probeert wat te verdienen met zijn werk als conciërge en bewaker van overheidskantoren. Meneer Hajaud hielp ZOA bij de opslag en distributie van zaden en gereedschappen voor een landbouwproject in Char Asiab. ZOA kon hem hier niet voor betalen, maar gaf hem wel de gelegenheid om mee te doen in het project. Meneer Haujad kreeg tien kuikens en werd getraind in het houden en fokken van kippen. Het biedt hem en zijn gezin perspectief op een nieuwe bron van inkomsten.

20 - jaarverslag 2010


‘Zij kunnen weer een toekomst opbouwen’

ZOA Afghanistan werkte in:

ZOA Afghanistan richt zich op: ZOA Afghanistans concrete resultaten o. a.:

ZOA Afghanistan werkt samen met: ZOA Afghanistans staf: ZOA Afghanistan ontving donaties van:

Noord: Jawzjan & Saripul provincies Centraal: Kabul province (Char Asiab district) Zuid: Uruzgan & Kandahar provincies Water en sanitatie, voedselzekerheid, capaciteits opbouw lokale (overheids-) organisaties • 180 onderkomens zijn gebouwd voor mensen getroffen door overstromingen • 23 mannen- en 27 vrouwengroepen kregen zaden en training om een moestuin te beginnen • 128 boeren ontvingen een training over de marketing van hun producten • 6 0 kwetsbare vrouwen kregen een naaicursus van drie maanden. Als oefenproject maakten zij in totaal 2100 schooluniformen voor meisjes, die ook aan meisjes zijn uitgedeeld. Noord: Village Community Development Committees Zuid: NERU, SADA, ANCC, ARPD 98 GTZ, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Nederlandse ambassade, PSO, ERF, MAIL (Afghaanse overheid), TEAR Australia, UN OCHA, ZOANederland

ZOA Afghanistans uitgaven in 2010:

€ 2.321.616

ZOA Afghanistans budget voor 2011:

€ 2.649.000

Doelstellingen voor 2010 • Het ZOA-team voor de centrale regio van Afghanistan – nu werkzaam in het Char Asiab district in de provincie Kabul – streeft ernaar haar activiteiten uit te breiden naar nieuwe districten en provincies, waar de bevolking nog geen toegang heeft tot projecten op het gebied van landbouw, levensonderhoud, irrigatie, water, sanitatie en hygiëne. • ZOA Afghanistan gaat door met het bieden van ondersteuning als projectgebieden worden getroffen door (natuur)rampen. Dit heeft ZOA Afghanistan ook in het verleden gedaan. Deze ondersteuning blijkt zeer waardevol, voor een deel omdat de doelgroep zich zo realiseert dat ZOA loyaal is in haar pogingen om hen te helpen. Daarnaast is ZOA bekend met deze gebieden en met de bevolking, wat de organisatie een voorsprong geeft bij het bieden van noodhulp Resultaten in 2010 • Het is niet gelukt om activiteiten naar nieuwe gebieden uit te breiden, omdat daar vooralsnog geen donorgelden voor zijn. Er is wel onderzoek gedaan in een nieuw district. Naar aanleiding daarvan is een voorstel gedaan. Vooralsnog heeft dit voorstel niets opgeleverd. Deze doelstelling blijft staan voor de toekomst. • In 2010 heeft ZOA mensen in Saripul die door rampen getroffen waren, ondersteund met de bouw van tijdelijke onderkomens. Na overstromingen in het noorden heeft ZOA ook bruggen en wegen gerepareerd. Hierdoor neemt het vertrouwen van mensen in ZOA verder toe. Mensen bellen ZOA bijvoorbeeld op om te waarschuwen voor onveilige situaties. Doelstellingen voor 2011 • In 2011 wil het ZOA-team starten met een nieuwe ronde van het National Solidarity Program. • In het zuiden wil ZOA-Afganistan het monitoringsysteem van de door de partners geïmplementeerde projecten verbeteren. • Voor Centraal Afghanistan wil ZOA nieuwe donoren vinden.

21 - jaarverslag 2010


5.2 Burundi ZOA is sinds 2007 betrokken bij Burundi. Vanaf dat jaar ondersteunde ZOA de Burundese organisatie MiParec. Sinds 2010 is ZOA ook met eigen medewerkers in Burundi aanwezig. Met een team van twee personen ondersteunt ZOA vier Burundese organisaties in Zuid-Burundi. Naast MiParec zijn dat CAPAD, CONSEDI en Reseau Burundi 2000 Plus. CAPAD is een nationale boerenfederatie die boeren organiseert op provinciaal en nationaal niveau. CONSEDI en Reseau Burundi 2000 Plus helpen boerenhuishuishoudens bij het verbeteren van hun landbouwproductie, terwijl MiParec zich bezighoudt met bemiddeling van met name grondconflicten tussen huishoudens. De rol van ZOA is het coördineren, ondersteunen en faciliteren van het werk van de vier partnerorganisaties. ZOA werkt in Burundi in twee gemeentes in de Makamba provincie, de meest zuidelijke provincie van Burundi. In dit gebied zijn in de afgelopen jaren grote aantallen vluchtelingen vanuit Tanzania teruggekeerd. Veel van hen zijn kinderen van Burundezen die in 1972 al uit Burundi vluchtten. Degenen die terugkeren, kunnen na al die jaren meestal geen aanspraak meer maken op het land dat ooit van hun ouders was. ZOA ontwikkelt een benadering waarbij teruggekeerde vluchteling en degene die de afgelopen decennia het land heeft bewerkt het land met elkaar delen. Het grondeigendom wordt daarbij vastgelegd. Vervolgens worden deze ‘koppels’ geholpen om hun voedselproductie te vergroten, hun voedselproducten beter te bewaren en, als er een overschot is, om een betere prijs te krijgen voor hun producten. In 2011 begint ZOA met een pilotproject in vier dorpen in Makamba. In elk dorp zullen vijftig tot honderd huishoudens worden ondersteund bij het verbeteren van hun voedselproductie. Emelyne Nibikora

Emelyne Nibikora (38) is weduwe en moeder van drie kinderen. Zij woont in Samvura en doet mee aan het project van ZOA en haar partners voor de verbetering van landbouw en daarmee van voedselzekerheid. ‘Ik was een klein kind toen we naar Tanzania vluchtten voor het geweld. 37 jaar heb ik daar in een vluchtelingenkamp gezeten. Daar heb ik mijn kinderen gekregen en ben ik mijn man verloren door een ziekte. In mei 2009 zijn we terug gegaan naar Burundi. Nu zijn we hongerig en hebben we soms twee tot drie dagen in de week geen eten. Mijn kinderen gaan naar school, maar ik heb geen geld voor pennen, boeken en schriften ... Het maakt me verdrietig dat ik mijn kinderen niet alles kan geven.’ De foto van Emelyne Nibikora staat op de voorkant van dit jaarverslag. Kibinakawa Dieudonné

Kibinakawa Dieudonné (39) is de voorzitter van MiParec, de Burundese organisatie voor vrede en verzoening waarmee ZOA in Burundi samenwerkt. ‘Ik ben slachtoffer geweest van geweld. Toen ik drie was verloor ik mijn vader door etnisch geweld. Op school was er altijd spanning tussen de Hutu’s en de Tutsi’s. Ik groeide op met haat en wilde toen ik ouder werd ook vechten. Maar ik werd moe van de haat. Nu ben ik voorzitter van MiParec. Met bijvoorbeeld het oplossen van de landproblematiek in Burundi kan MiParec bijdragen aan een blijvende vrede. Dat is nu mijn manier van vechten.‘

22 - jaarverslag 2010


‘Ik werd moe van de haat, nu draag ik bij aan vrede’

ZOA Burundi werkte in:

Provincies Gitega, Karuzi, Ruyigi en Makamba

ZOA Burundi richtte zich op:

Vredesopbouw, onderwijs, beroepstraining, microkredieten, HIV/Aids en voedselzekerheid

ZOA Burundi’s concrete resultaten:

ZOA Burundi werkte samen met:

ZOA Burundi’s staf: ZOA Burundi ontving donaties van:

• 6 8 mensen ontvingen een beroepstraining van 10 – 12 maanden: naaien, elektrotechniek, ICT, metselen en timmeren. • 6 0 verkiezingswaarnemers kregen training over stemrecht, burger- en mensenrechten • 2 centra waar mensen zich kunnen laten testen op HIV en Aids • Organisatie van 5 jongerenkampen, met 100 deelnemers per kamp • Organisatie van 10 sociaal-culturele bijeenkomsten, met meer dan 1000 bezoekers per bijeenkomst. • Ondersteuning van zes groepen (20 personen per groep) ter verbetering van hun inkomen, met kleinvee en landbouwmaterialen • Bouw van een moeder-en-kind unit (nog niet gereed eind 2010) Miparec, Consedi, Reseau Burundi 2000+, CAPAD, lokale en provinciale overheden, Ministerie van Landbouw, vredescomités op dorps- en gemeentelijk niveau 2 Ministerie van Buitenlandse zaken, PSO, ZOA Business Ambassadors

ZOA Burundi’s uitgaven in 2010:

€ 190.679

ZOA Burundi’s budget in 2011:

€ 705.000

Doelstellingen voor 2010 • ZOA Burundi streeft ernaar om in 2010 erkenning te krijgen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van Burundi. • ZOA Burundi wil samen met lokale samenwerkingspartners het programma voor Burundi voor 2011 en verder, voorbereiden. Resultaten in 2010 • Het proces voor erkenning loopt voorspoedig, maar kost meer tijd dan vooraf ingeschat. Er is een positieve bespreking geweest. De aanvraag is nu doorgegeven aan de diverse vakministeries voor landbouw en ruimtelijke ordening. ZOA probeert om de voortgang van het proces te bevorderen. • Het vormgeven van het programma voor 2011 is goed gelukt. De verschillende partnerorganisaties hebben actief bijgedragen aan de inhoudelijke voorbereiding van het programma. Zij vullen elkaar goed aan. Doelstellingen voor 2011 • ZOA Burundi wil in vier pilot-dorpen in de gemeentes Vugizo en Mawanda activiteiten starten op het gebied van landconflictoplossing, grondzekerheid, voedselproductie en financiële zelfvoorziening. • ZOA Burundi wil een meetbare vergroting bereiken van de oogst van het zaaiseizoen januari – februari 2011. • ZOA Burundi wil een meetbare verbetering bereiken van de financiële opbrengst van de oogst van het zaaiseizoen januari – februari 2011.

23 - jaarverslag 2010


5.3 Cambodja ZOA’s aanwezigheid in Cambodja vindt haar oorsprong in de grote aantallen ontheemden en vluchtelingen die de burgeroorlog in de jaren zeventig, tachtig en negentig veroorzaakte. In 1999 keerde vrede en rust terug in het land en werd de terugkeer van vluchtelingen voltooid. Sindsdien is enorme vooruitgang geboekt in de richting van stabiliteit, vrede, bestuur en organisatieniveau. Ook is de toegang tot basisvoorzieningen enorm verbeterd. Dit heeft ZOA tot de beslissing gebracht om het programma uit te faseren en verdere ontwikkeling over te laten aan andere organisaties. De belangrijkste uitdaging is nu om te bevorderen dat dergelijke organisaties voldoende capaciteiten hebben om het werk voort te zetten wanneer ZOA vertrekt. ZOA Cambodja streeft ernaar om alle activiteiten in 2012 over te dragen aan lokale organisaties. Long Vanda

Long Vanda (40) werkt sinds 2006 voor ZOA in Cambodja als projectmanager. Long is enthousiast over zijn werk. ‘Ik geniet van het werken voor boerenfamilies. Ze zijn enthousiast, en over een langere periode zien we ook echt verbeteringen. We hebben een groot aantal families – door onze projecten – uit de armoede kunnen halen. De onzekerheid over voedselproductie en voedselprijzen is een groot probleem voor veel Cambodjanen. Met onze projecten helpen we hen hun productie te verbeteren. Een groot aantal families produceert nu genoeg voedsel om ook nog wat te kunnen verkopen. Zo kunnen ze hun kinderen weer naar school sturen.’ Norm Duk en Til Saray

Het leven van Norm Duk (46), zijn vrouw Til Saray (47) en hun vier kinderen stond lange tijd in het teken van armoede en tegenslag. Sinds 1993 waren ze op de vlucht voor geweld. Ze verloren hun weinige bezittingen en toen werd Til ook nog ernstig ziek. In 2006 kon Norm Duk meedoen aan een project van CIDO, een partnerorganisatie van ZOA. Hij volgde trainingen waarbij hij informatie kreeg over landbouwmethoden en over het fokken van dieren. Hij kreeg ook zaaigoed, eendenkuikens en biggen. Vanaf dat moment hebben Norm en Til hard gewerkt om hun gezin een toekomst te geven. Zij leven nu niet langer in armoede. Norm is er trots op dat hij andere boeren in zijn omgeving ook kan helpen, door zijn kennis aan hen over te dragen.

24 - jaarverslag 2010


‘Zij leven niet langer in armoede’

ZOA Cambodja werkte in:

Provincie Otdar Meanchey

ZOA Cambodja richtte zich op:

Verbetering van de landbouw en verhoging van weerbaarheid bij rampen

ZOA Cambodja´s concrete resultaten:

• Tenminste 4000 gezinnen hadden minstens 20 procent meer landbouwopbrengst • 4 30 hand-tractor groepen functioneren goed bij het bewerken van het land • 210 groepen hebben alternatieve inkomsten door kleinvee of andere winstgevende activiteiten • In 71 dorpen zijn maatregelen genomen om de kwetsbaarheid bij bijvoorbeeld droogteperiodes te verkleinen, o.a. door kleinschalige irrigatiesystemen aan te leggen.

ZOA Cambodja werkte samen met:

Lokale en nationale NGO’s, dorpscomités en overheidsinstanties

ZOA Cambodja´s staf: ZOA Cambodja kreeg fondsen van: ZOA Cambodja´s uitgaven in 2010: ZOA Cambodja´s budget in 2011:

21 Europese Unie, ZOA Business Ambassadors, Läkarmissionen, PSO, ZOA-Nederland € 1.382.101 € 337.000

Doelstellingen voor 2010 • ZOA Cambodja wil doorgaan met het versterken van de capaciteit van elf lokale partnerorganisaties. • ZOA Cambodja hoopt door te kunnen gaan met het verbeteren van de landbouwproductie van de doelgroep en het ondersteunen van mensen door projecten op het gebied van levensonderhoud. • ZOA Cambodja wil de capaciteit op alle niveaus (de eigen organisatie, partnerorganisaties en overheden) versterken om het risico bij rampen te verminderen. Resultaten in 2010 • ZOA Cambodja blijft doorgaan met de capaciteitsversterking van haar lokale partnerorganisaties. Deze doelstelling blijft ook voor de toekomst staan. • ZOA Cambodja heeft veel mensen kunnen helpen door diversificatie van de landbouwproductie, door de distributie van zaden en het aanleggen van irrigatiesystemen. Door al deze projecten zijn mensen minder kwetsbaar geworden voor klimaatveranderingen. • ZOA Cambodja heeft lokale rampenmanagementteams opgezet. De begeleiding van deze teams gaat steeds door. Er is ook meer geld van donoren om de kwetsbaarheid van mensen voor rampen te verminderen. Doelstellingen voor 2011 De algemene doelstelling voor ZOA-Cambodja blijft: het versterken van de lokale maatschappij en de overheden om duurzame armoedevermindering te bereiken in de provincie Otdar Meanchey. Dat doet ZOA Cambodja door: • lokale groepen te ondersteunen bij het verkrijgen van betere landbouwopbrengsten en verhoogde weerbaarheid • lokale organisaties te ondersteunen en te trainen • de lokale overheden te ondersteunen bij maatregelen die armoedebestrijding bevorderen.

25 - jaarverslag 2010


5.4 Democratische Republiek Congo De onveiligheid, het geweld en de onrust in de Democratische Republiek Congo bleef in 2010 aanhouden. Daarmee neemt ook de moedeloosheid onder de bevolking toe. Na zestien jaar oorlog is er nog altijd geen stabilisering. De overheid in de hoofdstad Kinshasa wordt wel sterker, maar heeft niet genoeg invloed op het leger dat in afgelegen gebieden de rebellengroepen bestrijdt. De strijd tussen het leger en de rebellen is gewelddadiger geworden. De bevolking is daar het slachtoffer van, vooral in dunbevolkte gebieden waar minder controle is. De bevolking is blij dat de militaire aanwezigheid van de Verenigde Naties vooralsnog zal blijven. Die aanwezigheid schrikt gewelddadige groepen af, en daardoor kan ook het werk van ZOA in die gebieden doorgaan. In deze situatie, waar maar weinig lichtpuntjes zijn, zijn mensen blij met de aanwezigheid van betrouwbare, respectvolle ngo’s als ZOA. ZOA ondersteunt ongeveer 6500 huishoudens in Fizi, provincie Zuid-Kivu, bij het verbeteren van hun landbouwproductie. Zij kunnen meer voedsel produceren zodat er iets overblijft om te verkopen. Met die inkomsten kunnen ze gezondheidszorg en onderwijs betalen. Zo is ZOA een bondgenoot van de Congolezen in de strijd tegen de hopeloosheid. Christian Mulenda

Christian Mulenda, projectleider van ZOA in Congo, was ooit een vluchtelingenkind. In 1965 vluchtten zijn ouders en zijn broer uit Burundi naar Congo. Zijn eigen geschiedenis helpt hem om zich in te leven in de situatie van de mensen voor wie hij werkt. ‘Bij ZOA ervaar ik echte menselijkheid en gelijkwaardigheid. Er wordt echt naar de mensen geluisterd. ZOA behandelt de mensen niet als baby’s, voor wie je alles moet doen. ZOA zoekt naar mogelijkheden om mensen zelf verantwoordelijk te maken, zodat zij zelf de leiding nemen over hun ontwikkeling.’ Marcelline Modeste

‘Ik ben zestien jaar oud. Mijn vader leeft niet meer. Samen met mijn moeder woonde ik in een vluchtelingenkamp in Tanzania. We hadden veel moeilijkheden toen we terugkwamen in Congo. Ik kon niet naar school, want mijn moeder kon het schoolgeld niet betalen. Dankzij ZOA ga ik nu toch naar school! Ik hoop dat ik verder kan leren – dat ZOA leerlingen ook de mogelijkheid geeft om voortgezet onderwijs te volgen.’

26 - jaarverslag 2010


‘Dankzij ZOA ga ik nu toch naar school!’

ZOA DR Congo werkte in:

Zuid-Kivu, omgeving van Fizi

ZOA DR Congo richtte zich op:

Met name voedselzekerheid, daarnaast ook onderwijs

ZOA DR Congo’s concrete resultaten:

• 21 projectmanagementcomités zijn opgericht op dorpsniveau, ze kregen training en zijn actief aan de slag gegaan • 2566 kwetsbare huishoudens ontvingen gereedschappen, zaaigoed, cassavestekjes en training • 977 extreem kwetsbare huishoudens in negen dorpen kregen geld of kleinvee en training. • 7 onderwijscentra voor 1545 tieners ontvingen steun. De centra bevinden zich in drie gebieden waar vluchtelingen naartoe terugkeren: Baraka, Mboko and Sebele.

ZOA DR Congo werkte samen met:

Ministerie van Landbouw, districtsniveau Ministerie van Onderwijs Tearfund DMT (consortium partner in RAP project) Lokale partners: ASMAKU, GEADES, 8eme CEPAC, CEPROF

ZOA DR Congo’s staf: ZOA DR Congo ontving donaties van: ZOA DR Congo’s uitgaven in 2010: ZOA DR Congo’s budget in 2011:

19 Ministerie van Buitenlandse Zaken (DMV/HH), DGOS (België), ZOA-Nederland, Woord & Daad € 853.428 € 2.269.000

Doelstellingen voor 2010 Het opbouwen van lokale organisaties heeft de volgende resultaten opgeleverd: • er is een groei in voedselproductie tussen de 25 en 40 procent. De toegang tot voedsel is verbeterd en de voedselsystemen zijn stabieler; • 25 procent meer kinderen van vluchtelingen gaan naar school; • afname van geweld tegen vrouwen en meisjes, vredesopbouw en hiv/aidspreventie spelen een rol in voedsel- en onderwijsprojecten. Resultaten in 2010 • Er zijn 6500 gezinnen bereikt met projecten op het gebied van voedselzekerheid. Dankzij training en distributie van gereedschap en goed zaaigoed hebben zij hun landbouwproductie duidelijk kunnen opvoeren. • ZOA heeft de onderwijsdoelstelling voor haar programma in Congo ingeperkt, omdat er al veel goede ngo’s zijn die zich hierop concentreren. Wel is ZOA een programma gestart voor tienerkinderen van teruggekeerde vluchtelingen die nog nooit basisonderwijs hebben gehad. ZOA heeft ongeveer 1700 kinderen bereikt met dit programma. • Vredesopbouw en bewustwording over de positie van vrouwen en meisjes zijn een thema bij alle projecten. ZOA maakt mensen bewust over rolverdeling en laat vrouwen meespreken in projectcomités en draagt zorg voor goede vertegenwoordiging van meisjes in onderwijsprojecten. Hiv/aidspreventie wordt verzorgd door een partnerorganisatie die daarvoor financiering heeft gekregen. Doelstellingen voor 2011 • ZOA wil in 2011 een tweede programmagebied opstarten in de Noord-Kivu provincie, in het Lubero district. • ZOA streeft naar een verdubbeling van de doelgroep voor projecten op het gebied van voedselzekerheid: van 6500 gezinnen (39000 mensen) in 2010 naar 13000 gezinnen (78.000 mensen) in 2011. • ZOA wil goede besluitvorming op dorpsniveau, door dorpscomités, stimuleren door deze comités meer verantwoordelijkheden te geven. • ZOA wil in 2011 een landenkantoor openen in Goma, in het oosten van de Democratische Republiek Congo.

27 - jaarverslag 2010


5.5 Ethiopië ZOA werkt sinds 1994 onder vluchtelingen en ontheemden in Ethiopië. Deze mensen zijn erg kwetsbaar voor droogte en overstromingen. Nieuwe ontheemding en conflicten zijn dan het gevolg. ZOA helpt mensen zich beter voor te bereiden op noodsituaties zodat een volgende noodsituatie de mensen niet nog verder terugwerpt. Een positieve ontwikkeling voor intern ontheemden is dat de Ethiopische regering deze groep in 2009 formeel heeft erkend. Dat maakt de weg vrij voor ondersteuning van ontheemden en financiering van projecten ten bate van hen. In 2010 heeft ZOA in Ethiopië een doorstart moeten maken. Vier maanden lang was er geen financiering voor projecten, als gevolg van mismanagement door één of twee lokale stafleden. ZOA heeft richting de donoren openlijk erkend dat er fouten zijn gemaakt en heeft aangegeven welke stappen ondernomen zijn om het risico op herhaling te verminderen. ZOA heeft de doorstart goed kunnen maken, omdat de mensen in het veld tevreden zijn over ZOA’s werk en ZOA graag zien terugkomen. ZOA hecht belang aan een heldere en betrouwbare relatie met de doelgroep. In Ethiopië krijgt dat vorm doordat ZOA richting de doelgroep aangeeft welke projecten ZOA gaat uitvoeren, wat daarvan de planning is, wat de doelstellingen zijn en wanneer ZOA weer vertrekt. Dat schept duidelijkheid en vertrouwen en het zorgt voor een goede verstandhouding met de overheid en met lokale partners. Tigest Tejiwe, programma-adviseur

Het is werk vol uitdagingen. ‘Vaak zijn de noden van de mensen groter dan wat ZOA kan bieden. Dan gaan we lobbyen bij overheden of bij andere organisaties om betrokken te raken. Toch boeken we successen. Ik merk dat onze benadering werkt: we blijven trouw aan de gemeenschap en we betrekken de mensen bij alles. Als mensen dan gemotiveerd zijn, kunnen we echt verschil maken.’ Mahamed Hassen Esse

Het is afschuwelijk om je kind ernstig ondervoed te zien, en geen mogelijkheden te hebben om je kind te voeden. Slechts een jaar geleden was een van de zonen van Mahamed Hassen Esse ondervoed. ‘Toen kreeg ik gelukkig de kans om mee te doen met een moestuinproject van ZOA. Ik kreeg een training waar ik leerde hoe ik groenten kon verbouwen. Nu lukt het me om te zaaien en mijn eigen stekjes te kweken. Ik verbouw nu genoeg eten voor mijn gezin en ik heb zelfs nog wat over om te verkopen in het kamp.’ Mahamed wijst naar zijn kinderen: ‘Mijn zoons zien er nu goed uit. Wat een verschil met vorig jaar! Het is heerlijk om ze nu te zien rennen en spelen!’

28 - jaarverslag 2010


‘Het is heerlijk ze te zien rennen en spelen’

ZOA Ethiopië werkte in:

Gambella-regio: Pugnido vluchtelingenkamp, gemeentes Akobo en Itang (ontheemden) Somali-regio: Hartisheik ontheemdenkamp, Bokolmayo vluchtelingenkamp, inclusief omringende bevolking

ZOA Ethiopië richtte zich op:

Vermindering risico’s bij rampen, kleuteronderwijs, milieubescherming, voedselzekerheid, water en sanitatie

ZOA Ethiopië’s concrete resultaten o.a.:

• 1500 kleuters kregen onderwijs in kamp Pugnido • Twee door overstromingen getroffen dorpen in Itang ontvingen steun • Terugkeer van 57 ontheemde gezinnen vanuit kamp Hartisheik naar Babile • 6 000 houtbesparende oventjes verstrekt in kamp Bokolmayo

ZOA Ethiopië werkte samen met:

PAPDA, Save the Environment (SeE), Ethiopian Church Mekanu Yesu (EECMY)

ZOA Ethiopië’s staf: ZOA Ethiopië ontving donaties van:

59 Bureau for Population, Refugees and Migration (BPRM), PSO, UNOCHA, ZOA Business Ambassadors, ZOA-Nederland

ZOA Ethiopië’s uitgaven in 2010:

€ 838.535

ZOA Ethiopië’s budget in 2011:

€ 968.000

Doelstellingen voor 2010 • ZOA Ethiopië streeft ernaar 720 families te helpen bij het opzetten van landbouwactiviteiten waarmee zij in hun levensonderhoud kunnen voorzien. • ZOA Ethiopië wil 140 families helpen bij het starten of vergroten van kleine ondernemingen. • ZOA Ethiopië wil 340 families ondersteunen door energiebesparende technieken aan te bieden, zodat zij minder hoeven te besteden aan brandstoffen en tegelijk het uitputten van natuurlijke bronnen tegengaan. • ZOA Ethiopië wil voorzien in schoon drinkwater voor 150 families. Resultaten in 2010 • ZOA Ethiopië kon in 2010 720 families te helpen bij het opzetten van landbouwactiviteiten waarmee zij in hun levensonderhoud kunnen voorzien. • ZOA Ethiopië kon in 2010 70 families helpen bij het starten of vergroten van kleine ondernemingen. Het project kon niet worden afgemaakt vanwege problemen met de overheid. • ZOA Ethiopië kon 340 families (meer dan 500 personen) ondersteunen met energiebesparende technieken. • ZOA Ethiopië kon 150 families toegang geven tot schoon drinkwater. Doelstellingen voor 2011 • In de Somali-regio wil ZOA 1000 gezinnen van ontheemden ondersteunen bij hun terugkeer en re-integratie. • In de Gambella regio wil ZOA 3000 gezinnen van ontheemden en de omringende gemeenschappen helpen bij het verbeteren van de opbrengsten van hun akkers en van inkomsten uit andere activiteiten. • In de Gambella regio wil ZOA 3000 gezinnen van ontheemden en de omringende gemeenschappen betere toegang geven tot schoon drinkwater.

29 - jaarverslag 2010


5.6 Liberia Voor de teruggekeerde vluchtelingen en ontheemden onder wie ZOA in Liberia werkt, is er in 2010 niet veel veranderd. De ontwikkeling van het land en van de mensen wordt gehinderd door corruptie, werkloosheid, armoede en onzekerheid. Een van de belangrijkste werkvelden voor ZOA in Liberia is het voorzien in schoon water en het stimuleren van hygiëne. Een studiegroepprogramma voor hygiëne in stedelijke gebieden bereikte 25000 mensen in slechts vijf maanden. Een belangrijke innovatie was in 2010 de introductie van een nieuwe manier van het met de hand boren van putten. Met de nieuwe methode kan het grondwater dieper uit de grond gepompt worden. De pompen leveren meer en schoner water voor, per pomp, ongeveer 500 mensen. Op termijn wil ZOA alle werkzaamheden overdragen aan een in 2009 opgericht consortium van vijf lokale ngo’s, waaronder een door lokale ZOA-medewerkers opgerichte ngo. Deze ngo’s moeten in de toekomst in staat zijn om de projecten voort te zetten. Dankzij de vijfjarige financiering van MFS2 kan ZOA de uitfasering uitstellen tot 2015, zodat alle werkzaamheden op een verantwoorde manier overgedragen kunnen worden. Drake Sseyange

Drake Sseyange, programma-adviseur voor ZOA in Liberia, merkt op dat er positieve veranderingen plaats vinden in de levens van mensen voor wie ZOA werkt. ‘Tegenwoordig word ik bij de mensen thuis uitgenodigd. Het gaat beter met ze. Vroeger kon ik niet binnenkomen; ze schaamden zich voor hun armoede.’ ‘Het is van het grootste belang dat Liberia niet opnieuw in een conflict terechtkomt! Er is zo veel mogelijk in dit land: er zijn mooie stranden, een grote haven en grondstoffen als goud, diamanten en hardhout. Een mooie toekomst voor Liberia is mogelijk!’ Nacy Williams

Onderwijs is niet vanzelfsprekend voor Nacy Williams (26). Als jong meisje was ze naar school gegaan, maar door het uitbreken van de oorlog kwam ze niet verder dan het eerste jaar. De tegenslagen volgden elkaar snel op. Nacy moet nog huilen als ze vertelt dat haar vader en moeder in 1990 kort na elkaar overleden. Sindsdien woont ze bij haar grootmoeder. Samen met haar werkt Nacy vijf dagen per week op Rock Hill, waar zij brokken steen in kleine stukjes hakken. Het levert net genoeg op om eten te kunnen kopen. Dankzij ZOA kan Nacy nu weer naar school. Ze kreeg een beurs en ze zit nu in het tweede leerjaar van de Broculo school. Nacy is trots dat ze nu eindelijk kan lezen en schrijven. Nu ze weer naar school gaat, heeft ze weer toekomstdromen: later wil ze verpleegster worden.

‘Tegenwoordig word ik thuis uitgenodigd. Vroeger niet, ze schaamden zich voor hun armoede’

30 - jaarverslag 2010


ZOA Liberia werkte in:

Margibi and Montserrado counties – Todee District, Kakata District and Careysburg District, Greater Monrovia (Paynesville)

ZOA Liberia richt zich op:

Onderwijs, voedselzekerheid, water and sanitatie, capaciteitsopbouw lokale organisaties

ZOA Liberia’s concrete resultaten waren o.a.:

• installatie van 40 waterbronnen voor 20.000 mensen • 2 0 gemeenschappelijke toiletgebouwen gebouwd voor 3.200 personen • 2 0.000 familie hoofden ontvingen hygienevoorlichting • 5.000 families ontvingen zaden, werktuigen en landbouwtraining. • Houtbewerkingsbedrijven voor vrouwen opgezet en van materialen voorzien.

ZOA Liberia werkt samen met:

ZOA Liberia personeel: ZOA Liberia ontving donaties van:

ZOA Liberia uitgaven in 2010: ZOA Liberia budget voor 2011:

CARE USA, Save The Children UK, ACDI/ VOCA, UNICEF, The Development Consortium – Liberia (LNGO partner), Ministeries van Landbouw, Gezondheid en Sociale Zaken, van Land, Mijnen en Energie, en lokale autoriteiten 10 Aqua for All, CRWRC, DEL, Happy Gift, MFS Prisma, PSO, Save The Children, UNICEF, ZOA Business Ambassadors en ZOA-Nederland € 1.187.159 € 2.300.000

Doelstellingen voor 2010 • ZOA Liberia wil de voedselzekerheid van de doelgroep verbeteren door het verbeteren van de infrastructuur (scholen, coöperatieven, ontwikkeling van ondernemingen, enzovoort), door middel van: • Het opzetten van studiegroepen in 750 gemeenschappen • Het opzetten van 12 boerencoöperaties en het opzetten van 9 financieel zelfstandige boeren- of bosbouworganisaties • ZOA Liberia streeft naar verbetering van de toegang tot schoon drinkwater in twee gemeenschappen van vluchtelingen uit Sierra Leone, met als doel de afname van infectieziekten. • ZOA Liberia wil de onderwijsomstandigheden verbeteren door 200 kinderen de mogelijkheid te bieden om naar school te gaan. Resultaten in 2010 • ZOA Liberia heeft zich, bij het streven naar verbetering van de voedselzekerheid, vooral gericht op marketing. • In 500 gemeenschappen zijn studiegroepen op het gebied van landbouw opgezet, in 1000 gemeenschappen zijn studiegroepen op het gebied van hygiëne opgezet. • Er zijn 12 boerencoöperaties opgezet • 2 0.000 mensen in stedelijke gebieden hebben toegang tot schoon drinkwater, door de aanleg van 40 nieuwe waterputten. • ZOA Liberia heeft avondscholen opgezet in stedelijk Monrovia, waar 450 meisjes nu naartoe gaan. Daarnaast voert ZOA projecten uit op het gebied van vredesopbouw en conflictoplossing op zeven scholen. Doelstellingen voor 2011 • ZOA wil het consortium van zeven lokale partnerorganisaties die nu de meeste projecten namens ZOA in Liberia uitvoert, versterken. • ZOA wil de toegang tot basisvoorzieningen voor de doelgroep verbeteren door: • het voorzien in faciliteiten voor water en sanitatie, samen met hygiënetraining voor 2 grote stedelijke gemeenschappen in Monrovia (35.000 personen); • het verbeteren van voedselzekerheid in 30 plattelandsgemeenschappen in Margibi en Montserrado door training op het gebied van landbouw en ondernemerschap en door het voorzien in zaden- en gereedschappenpakketten; • het verbeteren van de voedselzekerheid (toename van voedingswaarde) van 2000 vrouwen in twee stedelijke gemeenschappen in Monrovia door tuinbouwtraining en door het voorzien in zaden, gereedschappen en kleinvee. • ZOA wil ondernemingsmogelijkheden voor boeren op het gebied van de verwerking van voedingsmiddelen verbeteren, door samenwerking met de groep ZOA Business Ambassadors voor Liberia.

31 - jaarverslag 2010


5.7 CDN Myanmar In de door de cycloon Nargis getroffen delta van Myanmar bouwen mensen langzaam hun levens weer op. ZOA ondersteunt hier – samen met Woord en Daad en Red een Kind via het Consortium of Dutch Ngo’s (CDN) de slachtoffers van deze cycloon die in mei 2008 ruim 100.000 slachtoffers eiste. Daarnaast ondersteunt ZOA via CDN mensen in de provincies Zuid Shan en Magway. CDN heeft in 2010 veel werk verricht om het watermanagement in de delta weer op orde te krijgen. Er zijn watervijvers (voor wateropslag), bedijking en sluizen aangelegd en hersteld om de polders weer veilig te maken en klaar te maken voor bebouwing. Daarnaast zijn vele tienduizenden kokospalmen geplant als natuurlijke bescherming voor de eilanden. Waar mogelijk werd het werk uitgevoerd door de mensen die als gevolg van de cycloon hun land zijn kwijtgeraakt. Zij werden per dag uitbetaald. In de Ayeyarwady-delta komt de fase van noodhulp ten einde. In Rakhine State, in het noorden van Myanmar, moest CDN echter opnieuw assisteren met noodhulp nadat aardverschuivingen grote gebieden onbewoonbaar hadden gemaakt en nadat er opnieuw een cycloon genaamd Giri had huisgehouden. CDN gaat vanaf begin 2011 samenwerken met het UN World Food Programme (WFP) en met de UN Food and Agricultural Orgnization (FAO) in projecten voor voedselzekerheid. Er is al veel zaaigoed beschikbaar gesteld en grond wordt weer bouwrijp gemaakt. Zo zal het voor steeds meer mensen mogelijk worden om weer in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Daarnaast zal CDN in samenwerking met UNICEF doorgaan om in de droge zone van het land vele waterputten te gaan boren om daarmee ongeveer 16.000 mensen toegang tot schoon drinkwater te bieden. De kinderen in Htane Kone Kyaw

De leerlingen van de basisschool in Htane Kone Kyaw zijn zo trots als een pauw op hùn watertank, die bij hun school is gebouwd. En terecht! Ze hebben enthousiast geholpen bij de bouw door met zand en stenen te sjouwen, zelfs de gymlessen werden daarvoor ingezet. Nu de tank klaar is, zijn ze er blij mee omdat ze niet meer ver hoeven te lopen voor water. Vooral in het droge seizoen zal dit veel verschil maken in hun dagelijks leven. Saw Jackson Klaipo

Saw Jackson Klaipo (63) werkt sinds 2008 voor CDN in Myanmar als programmacoördinator. Jackson was net gepensioneerd als overheidsambtenaar toen Myanmar getroffen werd door de cycloon Nargis. Kort na de ramp zocht CDN lokaal personeel. Jackson aarzelde niet en ging voor CDN werken. ‘Gods Woord zegt: “wat je gedaan hebt voor de minsten, heb je voor Mij gedaan”. Dat is wat mij motiveert om voor CDN te werken. Het is duidelijk dat het werk van CDN gericht is op de ‘allerminsten’, de aller-kwetsbaarste mensen. Zij zouden niet kunnen overleven zonder de hulp van organisaties als CDN.’

‘Kinderen hielpen enthousiast bij de bouw van een watertank voor hun school’

32 - jaarverslag 2010


CDN Myanmar werkte in:

CDN Myanmar richtte zich op:

Ayeyarwady-divisie, Labuta, Magway-divisie, Thayet-stad,Zuidelijke Shan-staat, Kalawstad, noordelijke Rakhine-staat, Mongdauw en Buthidaung-stad, Rakhine-staat (gebied getroffen door cycloon Giri), Pauktaw-stad Landbouw, voedselzekerheid, water en sanitatie

CDN’s Myanmar concrete resultaten:

• herstel van 18 drinkwaterreservoirs, 20 drinkwaterpunten (tanks, bronnen en putten) en 50 bronnen voor irrigatiewater • 6 000 gezinnen ontvingen landbouwmaterialen, ruim 29.000 kilo zaaigoed en mest is gedistribueerd • meer dan 3 kilometer dijken is hersteld, inclusief 5 sluizen • 7 cycloon-resistente opslagplaatsen zijn gebouwd • 2 religieuze gebouwen zijn hersteld • 2 94 ploegen en 294 buffels zijn aan boerenfamilies uitgedeeld, de boeren kregen training over de zorg voor hun buffels, van belang omdat er geen dierenarts in het gebied aanwezig is • In 29 dorpen zijn cursussen georganiseerd over het verkleinen van de kwetsbaarheid bij rampen. In elk dorp deden 50 mensen mee aan de cursus

CDN Myanmar werkte samen met:

Karen Baptist Church, Myanmar Landbouwdienst, Myanmar Heart Development Organisation

CDN Myanmar’s staf: CDN Myanmar ontving donaties van:

19 CGK, FAO, Kinder Not Hilfe, LIFT (Livelihoods and Food Security Trust Fund), New Zealand Aid, PSO, Red een Kind, Woord en Daad, ZOA Nederland

CDN Myanmar’s uitgaven in 2010:

€ 272.057

CDN Myanmar’s budget in 2011:

€ 411.000

Doelstellingen voor 2010 Delta: • CDN gaat zeven cycloonbestendige onderkomens bouwen in de delta. • CDN wil voortgaan met het distribueren van kleine landbouwgereedschappen aan ruim 5000 huishoudens. • CDN gaat 18 waterbassins schoonmaken en 7 nieuwe waterbassins aanleggen. • CDN gaat meer dan 300 waterbuffels en ploegen distribueren. • CDN gaat vele tienduizenden kokosnoten planten als natuurlijke bescherming van de polders. Zuid Shan en Magway provincies: • CDN zal vele tientallen waterputten gaan boren om ruim 2000 gezinnen van water te voorzien. Resultaten in 2010 Delta: • CDN heeft zeven cycloonbestendige onderkomens gebouwd en overgedragen aan de lokale bevolking. • CDN heeft kleine landbouwgereedschappen gedistribueerd aan 5000 huishoudens. • CDN heeft 18 waterbassins schoongemaakt en heeft 7 nieuwe waterbassins aangelegd. • CDN heeft meer dan 300 waterbuffels gedistribueerd inclusief ploegen en eggen. • CDN heeft vele tienduizenden kokosnoten geplant als natuurlijke bescherming van de polders. Zuid Shan en Magway provincies: • CDN heeft meer dan vijftig waterputten geboord om ruim 2000 gezinnen van water te voorzien. Rakhine provincie: • CDN heeft direct na de aardverschuivingen vele tientallen huishoudens geholpen met het schoonmaken van de met aarde bedolven rijstvelden en heeft aan de getroffen boeren zaaigoed beschikbaar gesteld om de draad weer op te kunnen pakken. Doelstellingen voor 2011 • CDN wil in de delta 241 boeren zaden, gereedschappen en training geven waarmee zij een hogere landbouwproductie kunnen verkrijgen. • CDN zal om de delta zeven vijvers voor wateropslag uitgraven waarmee meer mensen het hele jaar door toegang hebben tot drinkwater. • CDN zal in Zuid Shan provincie tien putten slaan en tanks installeren waarmee regenwater opgevangen kan worden, waardoor meer mensen het hele jaar door toegang hebben tot drinkwater. Magway provincie • CDN zal in Magway provincie, in de omgeving van scholen, vijftig putten slaan en tanks installeren waarmee regenwater opgevangen kan worden.

33 - jaarverslag 2010


5.8 Noord-Sudan Sinds 2004 werkt ZOA in Noord Sudan onder ontheemden en gastgemeenschappen. De laatste jaren vinden de activiteiten alleen plaats in Zuid Darfur omdat de werkvergunning van ZOA tot Darfur is beperkt. In 2010 is de onzekerheid voor de mensen in Darfur toegenomen. Ondanks de nieuwe plannen van de overheid om op een vreedzame manier een einde te maken aan het conflict in Darfur, is de veiligheidssituatie in de loop van het jaar verslechterd. De criminaliteit is toegenomen en er zijn oplaaiende gewapende conflicten tussen de overheid en diverse rebellenbewegingen. Er zijn autokapingen en geregeld worden expats gegijzeld. Ondanks deze onveilige situatie heeft ZOA haar werk goed kunnen doen. In de gebieden waar ZOA werkte, vonden geen directe conflicten plaats, zodat al het werk gewoon door kon gaan. De organisatie groeit, zowel in programmaomvang als in het aantal medewerkers. Vanaf 2010 financiert de Nederlandse ambassade een vierjarig programma, gericht op wederopbouw in Darfur op het gebied van onderwijs, water en voedselzekerheid. Met deze toename van beschikbaar geld heeft ZOA meer mogelijkheden om de door conflict getroffen gemeenschappen te ondersteunen bij de wederopbouw van hun bestaan. Abdulgasim Yahya Mohamedaein

Abulgasim Yahya Mohamedaein (33) is een van de ontheemden uit het kamp Mosi in Darfur die in 2010 deelneemt aan ZOA’s beroepstraining. Hij wordt opgeleid tot lasser. ‘Mijn droom voor de toekomst? Ik wil meer kennis opdoen, mijn eigen zaak op de Elshabi Markt in Nyala Town openen en trouwen. Als er een vredesakkoord is, blijf ik zaken doen in Nyala.’ Abdulgasim vluchtte in 2004 met zijn familie uit Hejair Tono Village, ongeveer 35 kilometer ten zuidoosten van Nyala. De kans die Abdulgasim kreeg door de training van ZOA geeft hem hoop voor de toekomst. ‘Ik verwacht dat er in de toekomst werk is in Darfur bij trainingsinstituten, technische scholen en in onze eigen bedrijven.’ Ismail Ishag Ahmed Yousif

Ismail Ishag Ahmed Yousif (49) is programmacoördinator voor ZOA in Nyala (Zuid Darfur). Hij komt uit het bergachtige Jebel Mara gebied in Darfur. Ismail rondde zijn agrarische studie af met een promotie tot doctor in de landbouw. Hij heeft veel ervaring bij ontwikkelingsorganisaties en bij het lokale ministerie van landbouw. Vanaf 2008 werkt hij voor ZOA. “Mijn motivatie om dit werk te doen is mijn wens om onze gemeenschappen en kwetsbare groepen te ondersteunen bij het weer verkrijgen van normale leefomstandigheden met onderwijs en overige basisvoorzieningen. Ik zie dat er een enorme behoefte is aan het opbouwen van kennis. Door mijn werk voor ZOA kan ik hieraan een bijdrage leveren!’

34 - jaarverslag 2010


‘Ik wil meer kennis opdoen, mijn eigen zaak openen en trouwen’

ZOA Noord-Sudan werkte in: ZOA Noord-Sudan richt zich op:

ZOA Noord-Sudan’s concrete resultaten o.a.: ZOA Noord-Sudan werkte met:

ZOA Noord-Sudan personeel ZOA Noord-Sudan ontving donaties van:

Zuid Darfur: Nyala, Ed Daein, Gereida en Joghana Onderwijs, voedselzekerheid, water and sanitatie, het verkrijgen van inkomsten in het kader van wederopbouw ZOA Noord Sudan bereikte in totaal 88.000 mensen Sudan Aid, Sudan Development & Charity Organisation, JMCO, Mubadiroon, CDF, ECDO, SECS en Ma’an 63 Ministerie van Buitenlandse Zaken, CHF, CRWRF, Darfur Community Peace and Stability Fund (DCPSF), FAO, Prisma (MFS), PSO, Red een Kind, Royal Netherlands Embassy, UNICEF, WFP en ZOA Nederland

ZOA Noord-Sudan’s uitgaven in 2010:

€ 2.556.732

ZOA Noord-Sudan’s budget voor 2011 is:

€ 4.000.000

Doelstellingen voor 2010 • ZOA Noord Sudan wil in 2010 de activiteiten uitbreiden naar de Blue Nile State, waarheen veel Sudanezen terugkeren uit kampen uit Ethiopië. In Zuid Darfur wil ZOA het werkgebied uitbreiden naar gebieden waarnaar ontheemden terugkeren: Adila en Kass. Ook in Gereida wil ZOA het programmagebied uitbreiden. • ZOA Noord Sudan wil de opbouw van het maatschappelijk middenveld versterken, om zo mensen uit lokale gemeenschappen de kans te geven om meer verantwoordelijkheid te nemen in ZOA’s projecten. Onderdeel hiervan is het opzetten van schoolfederaties, in samenwerking met Red een Kind. Resultaten in 2010 • ZOA Noord Sudan heeft in 2010 haar programmagebieden niet kunnen uitbreiden naar de Blue Nile State. De overheid gaf hiervoor vooralsnog geen toestemming. In oktober 2010 verkreeg ZOA na een langdurig proces een Permanente Registratie, waardoor het mogelijk is om ook buiten Darfur projecten te kunnen uitvoeren. In Darfur is het werkgebied wel uitgebreid: in Gereida zijn meer werkzaamheden verricht buiten de kampen, in Nyala is het werkgebied uitgebreid ten noorden van Nyala en in Ed Daein zijn meerdere nieuwe dorpen in het programma opgenomen. • ZOA Noord Sudan is in 2010 doorgegaan met capaciteitsopbouw van schoolbesturen, schoolfederaties en watercomités om de voortzetting van de projecten op langere termijn zo veel mogelijk te waarborgen in de lokale gemeenschappen. De nadruk lag op activiteiten die bijdragen aan vredesopbouw. Doelstellingen voor 2011 • ZOA Noord Sudan verwacht in 2011 ongeveer 125.000 mensen te kunnen bereiken. • In Zuid Darfur wil ZOA de activiteiten op hetzelfde niveau voortzetten als in 2010, waarbij ZOA zich geleidelijk wil richten op gemeenschappen die nog niet worden ondersteund. • ZOA Noord Sudan streeft ernaar een nieuw programma te openen in Noord Darfur vanuit de hoofdstad El Fasher. • Op basis van een verkregen opdracht van de Europese Unie zal ZOA Noord Sudan haar activiteiten uitbreiden naar Gedaref, een provincie in Oost Sudan.

35 - jaarverslag 2010


5.9 Zuid-Sudan In een land waar democratische verkiezingen gehouden kunnen worden, is een nieuwe toekomst mogelijk. Dat is het gevoel van de inwoners van Zuid-Sudan na de verkiezingen in april 2010. De verkiezingen lieten zien dat alle partijen het democratische proces accepteren. Vervolgens keken de mensen in Zuid-Sudan uit naar de volgende grote mijlpaal: het referendum over de afscheiding van Noord-Sudan, in januari 2011. Het feit dat er verkiezingen gehouden konden worden, betekent niet dat Zuid-Sudan veiliger is geworden. Er is regelmatig geweld tussen rivaliserende stammen. Als gevolg van jarenlange strijd tussen Noord- en Zuid-Sudan hebben veel Zuid-Sudanezen wapens in handen, waardoor stammenstrijd vaak leidt tot honderden doden. De overheid in Zuid-Sudan is nog zeer zwak. Er moet nog steeds veel verbeteren totdat deze overheidsinstellingen goed kunnen functioneren. ZOA ondersteunt daarom de gemeenschappen om op eigen benen te staan. ZOA streeft ernaar om families zo te ondersteunen dat ze niet alleen in hun dagelijkse levensonderhoud kunnen voorzien, maar dat er ook nog wat overblijft. Als een familie bijvoorbeeld meer groente verbouwt dan zij zelf kan eten, kunnen ze wat verkopen, en van dat geld basisvoorzieningen betalen zoals onderwijs en gezondheidszorg. ZOA heeft haar werkzaamheden in 2010 aanzienlijk kunnen uitbreiden. Door financieringen van de Europese Commissie en van BSF kon ZOA meer families bereiken met projecten op het gebied van levensonderhoud, hiv/aids, voedselzekerheid, water en sanitatie en onderwijs. Patrick Mabe

Patrick Mabe (41) is trots om als project manager deel uit te maken van het ZOA-team. Zo kan hij als Sudanees de bevolking helpen nadat ze zo intens hebben geleden onder de zware en lange oorlog die in zijn land woedde. “Nu er sinds 2005 vrede is ben ik erg optimistisch dat dit blijvende vrede zal zijn en dat de mensen eindelijk de mogelijkheid hebben om hun leven weer op de rails te krijgen en van een normaal leven te kunnen genieten. Mede dankzij de hulp van ZOA krijgen we nu eindelijk eerlijke kansen op een volwaardig leven, net als in andere delen van de wereld.” Odera Morris

Odera Morris (13 jaar) zit in groep 4 van de basisschool in Juba. Zoals bijna alle kinderen in zijn klas, lijkt hij eerder thuis te horen op een middelbare school. Maar het onderwijs in Zuid-Sudan heeft jaren stilgelegen tijdens de oorlog, en Odera is blij dat hij nu eindelijk naar school kan gaan. Van ZOA kregen Odera en zijn vier broertjes schooluniformen. Odera: ‘Ik wil ZOA bedanken voor de school, de meesters, de schoolbanken, de latrines en de schooluniformen.’ Odera heeft mooie toekomstplannen: ‘Later wil ik dokter worden en misschien wel minister van gezondheid!’

36 - jaarverslag 2010


‘Ik ben er optimistisch over dat het blijvende vrede is’ ZOA Zuid-Sudan werkte in: ZOA Zuid-Sudan richt zich op:

Juba, Terekeka, Lainya en Maridi Landbouw en inkomsten genererende activiteiten, water en sanitatie, onderwijs en HIV/Aids programma’s.

ZOA Zuid-Sudan’s concrete resultaten o.a.:

ZOA hielp 1387 families met het opzetten van inkomsten genererende activiteiten en lokale initiatieven voor sparen en investeren ZOA bereikte 71.626 mensen met informatie en voorlichting op het gebied van HIV/Aids ZOA trainde 1.221 volwassenen in lezen en schrijven, 14 studenten haalden hun diploma voor docent en 3,529 basisschoolleerlingen ontvingen schooluniformen, schoolboeken en/of schooltafels. 2000 families werden geholpen met het landbouwproject in Juba West.

ZOA Zuid-Sudan werkte samen met:

ASTAD, Compass, Confident Children out of Conflict (CCC), Episcopal Church of Sudan (ECS), Evangelical Presbyterian Church (EPC), Institute for Promotion of Civil Society (IPCS), Rural Development Initiative (RDI), Sudan Health Association (SUHA), SLDA, UNICEF

ZOAZuid-Sudan staf ZOAZuid-Sudan ontving donaties van:

72 Europese Commissie, EO Metterdaad, Ministerie van Buitenlandse Zaken, PSO, Basic Services Fund, Sudan Recovery Fund, Driestar College, UNICEF, IOM

ZOAZuid-Sudan uitgaven in 2010

€ 1.837.281

ZOA Zuid-Sudan budget voor 2011 (toegezegd)

€ 2.720.000

Doelstellingen voor 2010 • ZOA streeft naar de verbetering van leefomstandigheden van 3000 families in Juba West. • ZOA wil lokale partnerorganisaties en lokale overheden ondersteunen in Lainya, Juba en Terekeka. • ZOA wil het hiv/aidsprogramma in Lainya uitbreiden met een payam in Morobo county. • ZOA wil de onderwijs- en water- en sanitatieprogramma’s in Juba North uitbreiden met twee payams in Juba East. Resultaten in 2010 • ZOA heeft 14.109 mensen bereikt in Juba West, via projecten op het gebied van onderwijs (3.898 mensen), hiv/aids (3.605 mensen), ontwikkeling van de private sector (4.606 mensen) en landbouw en leefomstandigheden (2.000 mensen). • ZOA heeft twee partnerorganisaties ondersteund in Lainya County, twee in Terekeka County, twee in Juba West en één partnerorganisatie in Juba County. Drie van deze organisaties hebben in 2010 zelfstandig contracten gekregen van grote donoren. • Vanwege gebrek aan financiering was ZOA niet in staat om haar programma’s uit te breiden naar Morobo en Juba East counties. • ZOA is een groot water, sanitatie en anti-malaria project gestart in Terekeka. Doelstellingen voor 2011 • 3 5 waterputten gemaakt of onderhouden, plus 10 openbare en 300 privétoiletten gebouwd. • 18.300 personen hebben toegang tot schoon water; • 2 0 mensen worden getraind voor het onderhouden van waterpompen; • 6 0 hygiënepromotors getraind die 4300 mensen bereiken met informatie over hygiëne. • t waalf gemeenschappen ondersteunen bij het produceren van zaaizaad; • een groei van 25 procent van het aantal families dat verbeterde zaadvariëteiten gebruikt in Juba County; • ondersteuning van 800 gezinnen (waarvan 50 procent zeer kwetsbare gezinnen of vrouwen) bij het opzetten van een moestuin en stimuleren van het drogen van fruit; • 4700 mensen worden getest op HIV/Aids

37 - jaarverslag 2010


5.10 Sri Lanka 2010 was voor veel Srilankanen het jaar van terugkeer en wederopbouw. Eind 2009 werden ontheemden vrijgelaten uit kampen waar zij hun toevlucht hadden gezocht tijdens de burgeroorlog. In het oosten van Sri Lanka kunnen teruggekeerde vluchtelingen hun levens weer opbouwen. In het noorden ondersteunt ZOA terugkerende vluchtelingen nog met noodhulp. Zij zijn blij dat de burgeroorlog ten einde is en dat ze kunnen terugkeren. Tegelijk is er de harde realiteit: elke dag is een strijd om te overleven. De infrastructuur is verwoest, het water is vervuild en overal liggen nog mijnen. ZOA helpt mensen die zich hier hervestigen, in de eerste plaats door te voorzien in onderdak. In het oosten ondersteunt ZOA teruggekeerde vluchtelingen bij het voorzien in hun eigen levensonderhoud, bijvoorbeeld door het opzetten van kleine ondernemingen. ZOA werkt in Sri Lanka samen met een groot aantal lokale organisaties, waaronder een organisatie voor gehandicapte mensen. Veel mensen zijn verminkt door mijnen. ZOA wil juist deze mensen betrekken, om hen zo een kans te geven om een toekomst op te bouwen. In het oosten van Sri Lanka verwacht ZOA binnen drie tot vijf jaar de activiteiten aan lokale organisaties over te kunnen dragen. In het noorden van Sri Lanka zal ZOA’s aanwezigheid langer nodig zijn. Hier start ZOA in een nieuw district: Mullaitivu. Robert Antony Callesious

Toen Robert Antony Callesious (34) in 2004 voor ZOA ging werken als programmamanager, was dat op dat moment voor hem vooral een stap verder in zijn carrière. ‘Dit veranderde na verloop van tijd. Ik voelde me aangesproken door de werkwijze van ZOA. We zijn mensen niet aan het bekeren, maar we werken wel vanuit christelijke waarden. In de praktijk betekent dat dat we die christelijke waarden op een praktische manier willen laten zien door het werken voor de meest hulpbehoevende mensen.’ Mrs. Sasikumar

Mevrouw Sasikumar is weer thuis. Lange tijd leefde ze als ontheemde in haar eigen land, steeds weer moest ze haar schamele bezittingen bij elkaar pakken en weer verhuizen, op de vlucht voor oorlog. Nu er eindelijk vrede is, kunnen zij en haar familie weer terug naar huis. Ze vonden verwaarloosde akkers, kapotte putten, ruines en grond vol met mijnen. Mevrouw Sasikumar’s familie maakte een deel van hun grond weer klaar om er gewassen op te verbouwen en ze bouwden een onderkomen van leem. ZOA helpt de familie bij de wederopbouw, door het schoonmaken en herstellen van putten, het voorzien in hekken, het bouwen van tijdelijke onderkomens en latrines. Mevrouw Sasikumar heeft goede hoop dat ze haar drie kinderen weer voeding, kleding en onderwijs kan bieden.

38 - jaarverslag 2010


‘We werken voor de meest hulpbehoevende mensen’

ZOA Sri Lanka werkte in:

Jaffna / Mullaitivu, Mannar, Kilinochchi, Vavuniya / Anuradhapura, Trincomalee, Polonnaruwa, Batticaloa, Ampara

ZOA Sri Lanka richtte zich op

gemeenschapsopbouw; duurzaam levensonderhoud; tijdelijk onderdak; Water, sanitatie en hygiene; Uitdelen van voedsel en andere levensbenodigdheden in een noodhulpcontext.

ZOA Sri Lanka concrete resultaten o.a.:

• 2.989 families profiteerden van het herstel en bouw van waterbronnen en toiletgebouwen • 5.937 families ontvingen starterspakketten t.b.v. duurzaam levensonderhoud • 921 families profiteerden van geleverde tenten

ZOA Sri Lanka werktte samen met:

LEADS, YGRO, Familian, MARDAP, CPN, CRADA, RDS, WRDS, EKS, Kanda Sanvidanaya, Farmer & Fishermen Societies, GYSL en NCRDF. ZOA werkt ook met een netwerk van overheidsorganenen, VN-organen en andere internationale organisaties.

ZOA Sri Lanka staf: ZOA Sri Lanka ontving donaties van:

150 PSO, Europese Unie, ECHO, Ministerie van Buitenlandse Zaken, ZOA-Nederland, ZOA Business Ambassadors, USAID, UMCOR, AMCITIA, ICCO, KIA, AUSAID, JICA.

ZOA Sri Lanka uitgaven in 2010

€ 3.870.601

ZOA Sri Lanka budget voor 2011

€ 3.441.000

Doelstellingen voor 2010 • ZOA Sri Lanka zal betrokken zijn in het ondersteunen van 7000 – 10.000 terugkerende families in Noord Sri Lanka tussen 2010 en 2012. • ZOA Sri Lanka gaat voort met het ondersteunen van ontheemden bij hervestiging. De overheid opent voormalige LTTE-gebieden voor hervestiging van mensen. Omdat hier veel is vernietigd, zal het lang duren voordat mensen hier een stabiel leven kunnen opbouwen. • ZOA Sri Lanka wil haar focus veranderen: van noodhulp naar activiteiten voor het genereren van inkomen door het ondersteunen van nieuwe economische activiteiten en door het versterken van gemeenschappen. Resultaten in 2010 • ZOA Sri Lanka was betrokken bij de ondersteuning van ongeveer 30.000 terugkerende families in Noord Sri Lanka. Deze families werden ondersteund bij het genereren van nieuw inkomen, terwijl de dorpsraden van de dorpen waar deze families in leven, ondersteund worden met capaciteitsopbouw om als gemeenschap toekomstige problemen aan te pakken. • ZOA Sri Lanka helpt mensen bij hervestiging, maar was in 2010 ook werkzaam onder de laatste mensen die nog in de kampen verbleven. Een belangrijk onderdeel van het werk is het promoten van hygiënische leefomstandigheden om zo ziekten te voorkomen. ZOA Sri Lanka heeft mensen die zich vanuit de kampen hervestigden, geholpen door het schoonmaken en repareren van putten, het bouwen van tijdelijke onderkomens, het distribueren van pakketen voor levensonderhoud (bijvoorbeeld potten en pannen), het ondersteunen van mensen die als visser of boer willen werken en het ondersteunen van kleine ondernemingen. • Om over 3 tot 5 jaar verantwoord het landenprogramma te sluiten, heeft ZOA Sri Lanka in 2010 extra aandacht besteed aan capaciteitsopbouw van dorpsraden, lokale partnerorganisaties en lokale ontwikkelingsorganisaties. Doelstellingen voor 2011 • Voor de komende drie tot vijf jaar wil ZOA de mensen in Sri Lanka ondersteunen met hulp bij wederopbouw, eerst in het oosten, en vervolgens in het noorden. De ondersteuning richt zich vooral op het verwerven van een basisinkomen. • ZOA wil partnerschappen aangaan met nieuw gestarte ondernemingen in voormalige conflictgebieden in Sri Lanka, om zo ook de allerarmste bevolking een kans te geven om mee te profiteren van deze economische groei.

39 - jaarverslag 2010


5.11 Thailand ZOA werkt sinds 1984 onder vluchtelingen uit Myanmar die in Thaise kampen verblijven. 2010 was voor hen een jaar van onzekerheid. Met spanning werd uitgekeken naar de uitslag van de verkiezingen in Myanmar in november. De Thaise overheid verwachtte de vluchtelingen na de verkiezingen te kunnen repatriëren, maar voorlopig lijkt het zover nog niet te komen. De uitslag van die verkiezingen heeft geen directe positieve gevolgen voor de vluchtelingen die nu in Thailand verblijven. Tegelijkertijd is er vanuit het Thaise ministerie voor onderwijs de wil om de verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan vluchtelingen van ZOA en andere onderwijsorganisaties over te nemen. Dat zou betekenen dat de vluchtelingen hetzelfde recht op onderwijs krijgen als Thaise staatsburgers. ZOA organiseerde in november een onderwijsconferentie waarbij de verschillende Thaise overheidsinstanties en onderwijsorganisaties aanwezig waren. Tijdens deze conferentie zijn de dilemma’s met betrekking tot onderwijs voor vluchtelingen in de kampen besproken. ZOA streeft ernaar om binnen een aantal jaren alle activiteiten aan zowel internationale als lokale organisaties over te dragen. Een belangrijke stap in dit proces was de oprichting van U-sa Khanae Development Foundation in juli, een Thaise ngo die ZOA’s onderwijsprojecten kan overnemen. Een deel van de lokale medewerkers van ZOA zal de ruggengraat vormen van deze nieuwe organisatie. Zo kunnen de vluchtelingen erop vertrouwen dat het onderwijs gewoon door zal gaan, ook als ZOA vertrekt. Puk Saussay

Duangporn (Puk) Saussay (45) werkt sinds 1999 voor ZOA in Thailand, waarvan de laatste jaren als manager external relations. Puk werkt al twintig jaar voor vluchtelingen, eerst voor Indochinese vluchtelingen en later voor vluchtelingen uit buurland Myanmar. ‘Ik hoop dat ik met mijn ervaring kan bijdragen aan een verbetering van hun levensomstandigheden.’ Puk is blij met de resultaten van ZOA’s werk. ‘We richten ons op onderwijs en op de verbetering van leefomstandigheden. We zien mensen door deze projecten steeds onafhankelijker worden en meer zelfvertrouwen krijgen.’ Thomas Su

Thomas Su (49) vluchtte vier jaar geleden uit Myanmar naar Thailand. Hij kwam terecht in het vluchtelingenkamp Mae La. Hij praat niet graag over zijn land van herkomst. Hij laat alleen los dat de regels er streng zijn en dat er geen ruimte is voor eigen initiatief. In Myanmar was Thomas landbouwadviseur op de universiteit. Die vaardigheden gebruikt hij nu als trainer van zijn medevluchtelingen. Hij laat hen zien hoe je grond bewerkt en hoe groenten en andere gewassen geteeld kunnen worden. De landbouwgroepen werken op land buiten het kamp, in samenwerking met de lokale bevolking, zodat ook zij profiteren. Su is trots op zijn werk: ‘De Thai hebben nu niet alleen maar last van ons, we dragen nu ook ons steentje bij aan het welzijn van dit gebied!’

‘We zien mensen steeds onafhankelijker worden en meer zelfvertrouwen krijgen’

40 - jaarverslag 2010


ZOA Thailand werkte in:

Provincie Mae Hong Son: vluchtelingenkampen Mae Ra Ma Luang en Mae La Oon Provincie Tak: vluchtelingenkampen Mae La, Umpiem en Nupo Provincie Kanchanaburi: vluchtelingenkamp Dan Yong Provincie Ratchaburi: vluchtelingenkamp Tham Hin

ZOA Thailand richtte zich op:

Basisonderwijs, beroepsonderwijs, inkomensgenererende activiteiten.

ZOA Thailand’s concrete resultaten o.a.:

ZOA Thailand werktte samen met:

ZOA Thailand’s staf: ZOA Thailand ontving donaties van:

Ongeveer 140.000 inwoners van de zeven vluchtelingenkampen werden bereikt met beroepsonderwijs, training voor docenten, schoolmaterialen en herstel van schoolgebouwen. Coordination Committee for Services to Displaced People in Thailand (CCSDPT), Karen Refugee Council (KRC), U-sa Khanae Development Foundation (UKDF), Thai Ministry of Education en Thaise onderwijsinstituten 51 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Europese Unie, CBC/III, PRISMA, PSO, UNHCR, World Education, ZOA-Nederland

ZOA Thailand’s uitgaven in 2010

€ 3.881.169

ZOA Thailand’s budget voor 2011 (toegezegd)

€ 3.107.000

Doelstellingen voor 2010 • ZOA Thailand wil organisaties en netwerken ondersteunen om een duurzaam onderwijssysteem op te zetten. Het streven is te voorzien in onderwijs voor 43.000 studenten, 2000 onderwijzers en 120 mensen voor ondersteunende functies. • ZOA Thailand wil de ondersteuning voor beroepstrainingsprogramma’s overdragen aan een partnerorganisatie, waarmee de continuïteit gegarandeerd kan worden. • ZOA Thailand wil het inkomen van vluchtelingen verbeteren door kleinschalige, winstgevende landbouwprojecten op te zetten voor 160 deelnemers uit de kampen en 60 mensen uit lokale gemeenschappen. Resultaten in 2010 • De ondersteuning van organisaties en netwerken is volgens plan verlopen, ook de aantallen bereikte studenten, onderwijzers en ondersteunende medewerkers komen overeen met de plannen. • Het beroepstrainingsprogramma is met succes overgedragen aan ADRA, die vanaf januari 2011 alle projectactiviteiten volledig zelfstandig zullen uitvoeren. • De kleinschalige landbouwprojecten die ZOA Thailand uitvoert zijn zeer succesvol en worden door donoren en andere organisaties als model gezien voor vergelijkbare projecten voor levensonderhoud en duurzame ontwikkelingen. 337 huishoudens in drie kampen waren betrokken bij deze landbouwprojecten, 50 procent van de deelnemers bestond uit vrouwen en 10 procent uit mensen met een lichamelijke handicap. 40 Huishoudens waren Thaigezinnen uit de omgeving van de kampen. Doelstellingen voor 2011 • ZOA Thailand wil zich nog meer gaan richten op de Thaise gemeenschappen in de onmiddellijke nabijheid van de vluchtelingenkampen. ZOA Thailand wil het draagvlak in deze gemeenschappen voor de vluchtelingen versterken en de sociale kloof tussen de lokale mensen en de vluchtelingen overbruggen. ZOA wil dit doen door het opzetten van landbouwcoöperaties van vluchtelingen en lokale gemeenschappen. • De kwaliteit van het onderwijs aan de vluchtelingen uit Myanmar zal op het niveau gebracht worden van de in Thailand gehanteerde onderwijsstandaard. • ZOA en UKDF stellen een overeenkomst op waarin het proces van overdracht van ZOA aan UKDF staat uitgewerkt.

41 - jaarverslag 2010


5.12 Uganda De mensen in Pader in de Acholiregio in Noord-Uganda, krijgen steeds meer vertrouwen in de toekomst. Zij durven verder te kijken dan morgen of volgende week, er worden weer plannen gemaakt. Na lange tijd van onrust en geweld is er nu weer rust. In de afgelopen jaren hebben de rebellen van het Leger van de Heer geen aanslagen meer gepleegd. Het werk van ZOA is verankerd in de lokale gemeenschappen. Veel ZOA-medewerkers komen zelf uit de regio en weten daarom wat de mensen bezighoudt. In het Paderprogramma kon ZOA projecten uitvoeren op het gebied van voedselzekerheid, onderwijs en water en sanitatie. In het succesvolle programma is economische ontwikkeling van de landbouwsector steeds meer een speerpunt. Sinds eind 2009 werkt ZOA ook in Amudat, onder de inwoners van dat gebied: de Pokot. Amudat ligt in de Karamoja regio in het noordoosten. De situatie in dit gebied is complex. De regio wordt geteisterd door droogte, en in Amudat is de beschikbaarheid van eten, schoon water en onderwijs laag. Daarnaast roven de verschillende bevolkingsgroepen in Karamoja elkaars vee. Het Ugandese leger bestrijdt veedieven in dit gebied met harde hand. Vaak vallen daar ook onschuldige slachtoffers bij. Als antwoord op de voedselschaarste geeft ZOA training in landbouwtechnieken en introduceert gewassen die bestand zijn tegen het droge klimaat. Daarnaast verzorgt ZOA, samen met partnerorganisaties voorlichting over onderwerpen als kinder- en vrouwenrechten, milieu, toegang tot basisvoorzieningen en orde en veiligheid. Jane Twijukye, administrateur

‘De mensen in de dorpen waar ZOA werkt, hebben weer moed en zijn in staat om dingen te bereiken. De mensen die wij helpen, hebben zich georganiseerd en werken samen om hun leven te verbeteren. Ik ben trots dat ik al meer dan tien jaar voor ZOA mag werken, eerst voor ZOA Zuid-Sudan en nu in Uganda. Onze projecten zijn altijd zo ingericht dat we echt de mensen bereiken die het het meest nodig hebben.’ Achan Jacqueline

‘Mijn naam is Achan Jacqueline. Ik ben dertig jaar en werk als onderwijzeres op de Aruu Falls basisschool. Ik merk dagelijks hoeveel impact de twintig jaar van geweld door het Leger van de Heer nog altijd heeft, vooral op meisjes. Schooluitval onder meisjes is erg hoog, ook omdat de familie hen vaak tegenhoudt om onderwijs te volgen. Ik heb een training van ZOA gevolgd. Ik vond het inspirerend om te leren hoe je met ouders kunt communiceren, en hoe je met meisjes om moet gaan die geconfronteerd zijn met geweld en seksueel misbruik. Na de training was ik beter in staat om met meisjes over deze onderwerpen te praten. Ik voel me bekwaam als onderwijzeres en mijn zelfvertrouwen is gegroeid.’

‘Ik voel me bekwaam als onderwijzeres en mijn zelfvertrouwen is gegroeid’ 42 - jaarverslag 2010


ZOA Uganda werkte in: ZOA Uganda richtte zich op

ZOA Uganda’s concrete resultaten o.a.:

ZOA Uganda werktte samen met:

ZOA Uganda staf: ZOA Uganda ontving donaties van:

Pader, Agago and Amudat districten Voedselzekerheid duurzaam levensonderhoud en economische ontwikkeling, onderwijs en water sanitatie en hygiene • 2.400 boeren families ontvingen landbouw- en commerciele training, zaden en werktuigen. • 476 families van bijenhouders ontvingen training en materiaal om bijen te houden. • voor 11.173 schoolkinderen werden medezeggenschapsraden en School Management Committees opgezet en getraind • 12 schoolgebouwen zijn gebouwd • 5 huizen voor leerkrachten zijn gebouwd • 216 schoolbankjes voor drie leerlingen elk • 205 toiletten zijn geleverd • 6 dorpen ontvingen waterputten Christian Counselling Fellowship, Diocese of Kitgum, Fokapawa, Kwal Ryeko, Karamoja Diocese Development Services, Africa2000 Network, District Local Government, AT Uganda, UNADA. 58 MWH Foundation, CRWRC, Prisma (MFS), Driestar, PSO, ZOA Nederland, Liberty Foundation, FAO, Europe AID, Alpha Accountants, Aqua for All

ZOA Uganda uitgaven in 2010

€ 1.581.778

ZOA Uganda budget voor 2011

€ 2.231.000

Doelstellingen voor 2010 • ZOA wil teruggekeerde vluchtelingen ondersteunen met inkomensgenererende activiteiten. • ZOA wil een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de private sector door het herstellen van de (landbouw)productieketen voor 1350 boeren. • ZOA wil basisonderwijs opzetten voor 10.000 oorlogsslachtoffers. • ZOA wil de kwaliteit van leven van 10.000 oorlogsslachtoffers verbeteren door het repareren van faciliteiten voor water en sanitatie. Resultaten in 2010 • Teruggekeerde vluchtelingen zijn in staat geweest meer land te bebouwen. De landbouwopbrengst is daardoor vergroot. Door partnerorganisatie CCF krijgen met name meisjes de mogelijkheid om vaardigheden te ontwikkelen waarmee zij in hun onderhoud kunnen voorzien. • De private sector is verder ontwikkeld in 2010. Daarbij is vooral een mentaliteitsverandering belangrijk – van zelfvoorziening naar commerciële landbouw. Samen met partnerorganisaties blijft ZOA werken aan het verbeteren van kennis en vaardigheden van boeren. • ZOA heeft klaslokalen en huizen voor onderwijzers gebouwd, voorzien van schoolmaterialen en meubilair. Daarnaast zijn schoolbesturen en ouderraden getraind. Bovendien zijn de jeugdclubs die zich bezig houden met hiv-preventie en de promotie van onderwijs ondersteund. • Een groot aantal mensen heeft toegang tot nieuwe waterbronnen. Daarnaast hebben mensen zelf latrines gebouwd waarbij ZOA materialen leverde. Gemeenschappen hebben voorlichting gekregen over hygiëne. Doelstellingen voor 2011 • ZOA Uganda wil een derde programmagebied openen in het Nwoya district. Daar zijn nog relatief veel mensen die nog in kampen verblijven. Ook voedselzekerheid, onderwijs en toegang tot schoon water zijn minder ontwikkeld dan in omliggende districten. • ZOA wil de economische ontwikkeling van de landbouwsector (Agro Business Development) verder bevorderen, door boeren te stimuleren samen te werken op het gebied van grootschalige productie en marketing. • ZOA streeft naar een verdere groei van voedselzekerheid, verbeterde hygiëne en toegang tot schoon water en onderwijs voor gezinnen in Amudat, Pader en Nwoya. • In 2011 gaat ZOA door met capaciteitsversterking van de lokale partners. Specifieke aandacht gaat uit naar het creëren van werkgelegenheid voor kwetsbare groepen in de samenleving zoals vrouwen en meisjes en schoolverlaters.

43 - jaarverslag 2010


6. Noodhulp

44 - jaarverslag 2010


ZOA heeft vele jaren ervaring met de ondersteuning van mensen kort na een ramp. De laatste jaren maakt ZOA daarbij minder scherp onderscheid tussen noodhulp en wederopbouw. Noodhulp houdt in dat een organisatie dadelijk na een ramp in actie komt en zich richt op de gevolgen van de ramp. ZOA wil echter meer doen. Na de eerste fase van het uitdelen van noodhulppakketten, eten en onderkomens, wil ZOA ook bijdragen aan het herstelproces na de ramp. Dat wil zeggen dat ZOA mensen wil ondersteunen bij de wederopbouw van hun bestaan door zich voor een paar jaar, aan een beperkt gebied, te verbinden met als doel de gevolgen van de ramp teniet te doen. Disaster response dekt dan beter de lading dan de term ‘noodhulp’. ZOA hanteert een aantal richtlijnen bij het bepalen of er wel of niet disaster response geboden zal worden. ZOA heeft veel ervaring met het verlenen van hulp na natuurrampen als aardbevingen en overstromingen. Als zich ergens in de wereld zo’n ramp voordoet, zou ZOA daar hulp kunnen verlenen. ZOA kijkt echter ook hoe de capaciteit in het land zelf is. Soms is hulp van buitenaf niet nodig. In andere gevallen ondersteunt ZOA andere organisaties die beter in staat zijn om te helpen. Ten slotte is het ook belangrijk wat de achterban van ZOA verwacht. Zo verwachtte ZOA’s achterban dat ZOA hulp zou verlenen in Haïti na de aardbeving in januari 2010, een land buiten de gebruikelijke regio’s waar ZOA werkt. Omdat het land voor wat betreft de cultuur en dynamiek lijkt op landen in West-Afrika, waar ZOA ervaring heeft, en omdat het een situatie betrof waar ZOA’s ondersteuning meerwaarde kon bieden, heeft ZOA hier hulp geboden. De aanpak

ZOA maakt deel uit van een noodhulpcluster van vijf verwante organisaties samen met Tear, Dorcas, Red een Kind en Woord en Daad. In het draaiboek Noodhulpcampagnes is vastgelegd welke stappen worden ondernomen als een noodhulpcampagne van start gaat. Binnen 24 uur na een ramp stemmen de deelnemende organisaties onderling af wie wat kan doen, hoe veel geld er beschikbaar is, welke organisaties partners in het land hebben. Op basis daarvan besluit elke organisatie al dan niet mee te doen aan een noodhulpcampagne. In het land zelf wordt contact gelegd met partnerorganisaties of met andere bestaande contacten. Er wordt een team naar het land gestuurd, of een partnerorganisatie wordt vanuit Nederland aangestuurd. Noodhulpcampagne fondsenwerving

Binnen Nederland starten de deelnemende organisaties een campagne om geld in te zamelen. De gironummers van elk van de organisaties worden genoemd en de kosten van de fondsenwerving worden door de organisaties gedeeld. Advertenties verschijnen in kranten die door de achterban veel worden gelezen; het Nederlands Dagblad, het Reformatorisch Dagblad, de Trouw, de Provinciale Zeeuwse Courant en het Friesch Dagblad. Mediabenadering

In het draaiboek Noodhulpcampagnes is ook vastgelegd wanneer en hoe de media benaderd worden over noodhulpcampagnes. Als eerste stap verzenden de deelnemende organisaties een gezamenlijk persbericht. Daarna neemt een van de deelnemende organisaties de leiding bij de mediabenadering. Rapporteren van resultaten

ZOA rapporteert aan de donateurs hoe het gedoneerde geld is besteed. In sommige gevallen wordt het aan ZOA gedoneerde geld via partnerorganisaties besteed. De partnerorganisaties rapporteren dan aan ZOA welke projecten met ZOA-geld zijn gefinancierd. 6.1 Haïti Cleeford Dalce

Het huis van Cleeford Dalce is totaal verwoest door de aardbeving. Cleeford ontving een zeil en voedsel om de eerste tijd door te komen. Hij komt ook in aanmerking voor een huisje. Cleeford is blij met de werkwijze van CRWRC en ZOA. “Jullie kijken echt naar wat er al is. We hebben een dokter, we hebben technici, we hebben vrijwel alles. Maar het hing na de aardbeving als los zand aan elkaar. Door de beschikbare mensen en systemen in te schakelen heb ik het idee dat de mensen hier in Masson goede moed hebben gekregen en weer vooruit durven.”

45 - jaarverslag 2010


Op 12 januari wordt Haïti getroffen door een zware aardbeving van 7,0 op de schaal van Richter. Grote delen van de hoofdstad Port-au-Prince zijn verwoest en er vallen duizenden doden. ZOA-Vluchtelingenzorg start samen met Woord en Daad een noodhulpactie. Zij stellen direct € 250.000 beschikbaar, en starten een gezamenlijke fondsenwervingsactie. Hoewel Haïti niet tot het werkveld van ZOA behoort, besluit ZOA toch hulp te verlenen. ZOA kan meerwaarde bieden vanwege de ervaring van de organisatie met hulpverlening na rampen. ZOA is in staat om al in januari en begin februari vier mensen uit de pool van Short Term Workers uit te zenden. Zij stellen hun expertise ter beschikking aan lokale organisaties waarmee Woord en Daad al jarenlang samenwerkt. Daarnaast werkt ZOA samen met de Canadese organisatie CRWRC (Christian Reformed World Relief Committee) rondom het epicentrum van de aardbeving bij de stad Leogane. In totaal ontvangen beide organisaties ruim 8 miljoen euro van hun achterban, waarvan ruim 1,8 miljoen vanuit ZOA’s achterban en 6,3 miljoen vanuit Woord en Daad. ZOA heeft zich voor drie jaar gecommitteerd aan een wederopbouwprogramma. Er blijft één ZOA-medewerker in Haïti aanwezig om dit programma te ondersteunen. Woord en Daad en ZOA starten samen de website www.samenvoorhaiti.nl, waarop informatie wordt gegeven over de situatie na de aardbeving. Ook persoonlijke verhalen van hulpverleners en verslagen over de voortgang van de hulpverlening vinden een plaats op deze website. Ook brengen ze een gezamenlijke rapportage uit om aan de achterban verantwoording af te leggen van de besteding van de inkomsten. Deze rapportage is op 12 januari 2011 verschenen en gepresenteerd tijdens een achterbanbijeenkomst waar meer dan vierhonderd mensen aanwezig waren. De rapportage is ook te vinden op de samenvoorhaiti-website. 6.2 Pakistan Salim Johan

Mr. Salim Johan in Punjab in Noord-Pakistan. Door de overstroming in Pakistan werd zijn huis verwoest en moest hij, samen met zijn vrouw en zes kinderen, twee maanden lang op een dijk wonen, dicht bij de plaats waar zijn huis eerder stond. Hij ontving van I-LAP, de lokale partnerorganisatie van ZOA, een tent waar hij nu nog steeds in woont. Hij kreeg ook voedsel, zaden en kunstmest. Als Mr. Salim geen hulp had gehad waren hij en zijn gezin van de honger omgekomen. Salim Johan is nu lid van een boerengroep waar hij geld spaart dat hij vervolgens later weer kan lenen om zaden te kopen voor het volgende seizoen. Maar de zorgen zijn nog niet voorbij. Salim Johan en zijn gezin wonen nog steeds in een tent en ‘s nachts is het erg koud. Hij is bang dat zijn gezin ziek zal worden. Mr. Salim hoopt dat zijn situatie snel zal verbeteren. In augustus wordt Pakistan getroffen door grootschalige overstromingen. ZOA, Red een Kind, Woord en Daad en Dorcas besluiten een gezamenlijke noodhulpcampagne te starten. ZOA nam de leiding bij het organiseren van de fondsenwervingsactie voor de 14 miljoen mensen die getroffen zijn door deze ramp. In eerste instantie financierde ZOA een partnerorganisatie die de mensen van tenten voorzag. Daarna zijn ZOA-medewerkers zelf naar Pakistan afgereisd om een wederopbouwprogramma op te zetten voor kleine boeren die alles waren kwijt geraakt. Irrigatiesystemen worden hersteld en er zijn gereedschappen en zaden uitgedeeld. Dit programma zal drie jaar duren. ZOA werkt onder andere samen met de Canadese partner CRWRC, met wie ZOA al langer goede contacten onderhoudt. CRWRC steunde de afgelopen jaren het werk van ZOA in Liberia, Uganda en Sri Lanka, en ZOA ondersteunde het werk van CRWRC met geld en extra personeel in Haïti (2010).

6.3 Myanmar De mensen van San Nyin Wai

Aardverschuivingen in het noorden van de Rakhine Provincie hadden vergaande gevolgen voor de inwoners van het dorpje San Nyin Wai. De 302 families in deze gemeenschap zijn afhankelijk van de rijstteelt. Vijftien boeren verbouwen rijst, de rest van de gezinnen hebben zelf geen land en proberen te overleven als landarbeiders. De gemeenschap maakt gebruik van een waterbron die door aardverschui-

46 - jaarverslag 2010


vingen ernstig vervuild was geraakt. De mensen wisten niet hoe ze ziekten door besmet water konden voorkomen, veel van hen kregen diarree en cholera. CDN helpt de dorpsbewoners door het aanleggen van een nieuwe, diepe put die schoon water levert. Door training over het onderhoud van de put en over hygiëne kunnen de bewoners problemen in de toekomst voorkomen. Half juni wordt Myanmar getroffen door hevige regenval en overstromingen. Daardoor raken ruim 19.000 families ontheemd. In de nacht van 22 op 23 oktober dient de volgende ramp zich aan: de cycloon Giri raast over het land en eist zeker 75 levens. Nog eens 200.000 mensen raken ontheemd door de verwoesting die deze cycloon teweeg brengt. In diezelfde week bereiken ons berichten over meerdere natuurrampen in diverse landen. Het noodhulpcluster start een gezamenlijke actie voor Indonesië (tsunami en vulkaanuitbarsting), Thailand en Benin (overstromingen) en Myanmar. Het geld dat ZOA ophaalt, ruim € 30.000, is in Myanmar besteed aan de distributie van noodhulpgoederen, herstel of aanleg van drinkwatervoorzieningen en herstel van landbouwgrond.

47 - jaarverslag 2010


7. Fondsenwerving en voorlichting

48 - jaarverslag 2010


Het hoofddoel van de afdeling Fondsenwerving en Voorlichting is het betrekken van de achterban bij het werk van ZOA en bij de doelgroep in de landen. De afdeling streeft ernaar om mensen bewust te maken van de situatie van mensen in de landen waar ZOA werkt, en van het werk dat ZOA in deze landen doet. De afdeling wil de achterban inspireren door deze feitelijke informatie te verbinden aan een Bijbelse visie op zorg en verantwoordelijkheid voor het welzijn van de naaste. Ten slotte biedt ZOA mogelijkheden aan de achterban om persoonlijk betrokken te raken bij het werk van de organisatie. De betrokkenheid van de verschillende landenteams van de Business Ambassadors is daarvan een goed voorbeeld. Andere manieren om de situatie in een specifiek land onder de aandacht te brengen, zijn bijvoorbeeld campagnes en evenementen zoals Walk4Water en Wereldvluchtelingendag. Dat die verbinding bestaat, blijkt uit de activiteiten die mensen zelf ontplooien ten behoeve van ZOA. Zij voelen zich betrokken bij de organisatie of bij een specifiek land en weten ook anderen enthousiast te maken om zich in te zetten voor vluchtelingen en ontheemden. In dit hoofdstuk vindt u verschillende voorbeelden van dit soort particuliere initiatieven. Fondsenwerving en voorlichting gaan hand in hand. Fondsenwerving is geen doel op zich, voorlichting maakt er altijd deel van uit. Daarom is het onderscheid tussen fondsenwerving en voorlichting niet altijd zwart/wit te stellen. ZOA wil immers donateurs ook echt betrekken bij haar werk. Ontwikkelingen binnen de afdeling in 2010

In het afgelopen jaar ging veel tijd en energie naar grote noodhulpcampagnes voor Haïti en Pakistan. Dat legde grote druk op de afdeling Fondsenwerving en Voorlichting. Om ervoor te zorgen dat alle processen goed blijven lopen, is besloten om alle ondersteunende processen in 2011 te centraliseren. Ook de onderdelen marketing en communicatie en de particuliere fondsenwerving zijn gescheiden, waardoor er meer focus is op elke van deze onderdelen. 7.1 Communicatie en voorlichting

ZOA laat jaarlijks een onderzoek uitvoeren door het Christelijk Charitatief Peil (CCP) naar de naamsbekendheid en het imago van de organisatie en naar het geefklimaat van dat moment. De uitkomsten van het onderzoek helpen ZOA om gerichter bezig te kunnen zijn met voorlichting en fondsenwerving. Uit het onderzoek in 2010 bleek dat de achterban de organisatie zeer waardeert. ZOA krijgt als rapportcijfer een 7,9 ten opzichte van een 7,7 in 2009. Daarnaast is een overgrote meerderheid van de respondenten (81 procent) ook overtuigd van de doelmatigheid van de organisatie. Tegelijkertijd blijkt dat er onder de onderzochte groep geen goed beeld is van wat ZOA nu precies doet. Als onderdeel van de nieuwe vierjarige strategieperiode die in 2011 begint, start ZOA in 2011 met een proces van branding waarbij de organisatie richting de achterban een helderder beeld wil scheppen over haar werk. ZOA wil zich binnen christelijk Nederland sterker profileren als wederopbouwspecialist. Particulieren, kerken en scholen moeten zo een scherper beeld krijgen van het werk van ZOA. Daarnaast moet ZOA’s internationale netwerk van donoren, partners, bedrijven en vermogensfondsen groter worden en moeten de media ZOA weten te vinden als informatiebron. 2010 was het laatste jaar van de Doe Recht-campagne. In samenwerking met twee nieuwe reclamebureaus maakt ZOA in 2011 een begin met het vormgeven van een nieuwe campagne. ZOA hecht aan een goede relatie met de mensen die zich voor de organisatie inzetten als vrijwilliger of collectant. In 2010 werd er een voorlichtingsfilm over het werk in Sri Lanka gemaakt, gericht op deze groep mensen. De film is een manier om de betrokkenheid te verdiepen: zo ziet de vrijwilliger waar hij of zij het allemaal voor doet. Ambassadeursnetwerk

ZOA startte in 2008 met het ambassadeursnetwerk met een driejarige subsidie vanuit MFS1. Het doel van het netwerk was het vergroten van de zichtbaarheid van de organisatie bij de achterban en het activeren van de achterban. Het ambassadeursnetwerk bood ZOA’s achterban de mogelijkheid om zich op verschillende manieren voor ZOA in te zetten. ZOA maakt daarbij onderscheid tussen junior ambassadeurs (kinderen van acht tot twaalf jaar), young ambassadors (jongeren), volwassen ambassadeurs en Business Ambassadors. Omdat de subsidie eind 2010 stopte, komt er ook een eind aan het ambassadeursnetwerk. ZOA vindt het belangrijk om de mensen die via het ambassadeursnetwerk betrokken zijn geraakt bij ZOA, ook de mogelijkheid te bieden om voor ZOA actief te blijven. Via scholenprogramma’s blijven veel jongeren en

49 - jaarverslag 2010


kinderen actief voor ZOA. Daarnaast worden alle ambassadeurs uitgenodigd om zich als vrijwilliger in te zetten. ZOA biedt verschillende categorieën waarbinnen vrijwilligers actief kunnen worden - van collectant tot het bemannen van een kraam op een evenement. Het netwerk was vooral voor kinderen en jongeren een succes, omdat het goed aansloot bij het scholenprogramma van ZOA voor basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. Tussen 2008 en 2011 waren er in totaal 833 junior ambassadeurs (doelstelling: 1000) en 227 (doelstelling: 120) young ambassadors voor ZOA actief. Onder volwassen sloeg het concept minder aan. Er bestond onder deze groep onduidelijkheid over het begrip ‘ambassadeur’. Veel volwassenen uit de achterban willen zich graag voor ZOA inzetten, maar niet als ambassadeur. Desondanks zijn er in de periode tussen 2008 en 2011 243 volwassen ambassadeurs actief geweest (doelstelling: 345). Een nadeel bleek te zijn dat deze groep te groot was om individueel goed te begeleiden. In een nieuwe opzet voor vrijwilligers streeft ZOA naar een minder grote groep mensen, waarbij deze kleinere groep intensiever begeleid wordt. Zie paragraaf 7.2 voor meer informatie over ZOA Business Ambassadors. Act Positive Campagne

In samenwerking met Tear, Woord en Daad, Kindernothilfe (Duitsland) en ACET (Slowakije), startte ZOA in 2008 een campagne om jonge mensen bewust te maken van de gevolgen van hiv en aids in ontwikkelingslanden. De vijf organisaties kregen hiervoor een driejarige subsidie van de EU. 2010 was het laatste jaar en ook het hoogtepunt van de Act Positive campagne. De Act Positive Award werd in het leven geroepen. Deze prijs is op 1 december, Wereld Aidsdag, uitgereikt aan een jongere die zich sterk heeft gemaakt voor de strijd tegen hiv/aids. De verkiezing die aan de uitreiking vooraf ging, genereerde veel aandacht. Winnares Brenda Mugabona kreeg meer dan 3000 stemmen. In 2010 werd ook een scholentour gehouden in Nederland, waarbij in de aanloop naar Wereld Aidsdag workshops werden gegeven over hiv/aids. Frances Faramega vertelde de jongeren hoe het is om in Zimbabwe seropositief te zijn. Haar verhaal werd in een ‘social media documentaire’ ook via internet onder de aandacht van het Nederlandse publiek gebracht. Een hoogtepunt van het jaar was de internationale conferentie voor jongeren die in Nederland werd georganiseerd. Als besluit van de conferentie reisden de deelnemers naar Brussel om daar met Europarlementariërs te spreken en om de handtekeningen aan te bieden. De samenwerking binnen deze internationale campagne is ZOA goed bevallen. Het internationale aspect geeft de campagne voor jongeren meer allure. Leerpunten waren dat doelstellingen te optimistisch waren gesteld. Zo zijn er geen miljoen, maar 100.000 handtekeningen ingezameld. Daarnaast kwam de doelstelling voor een lobby richting de EU pas in het laatste jaar op gang, omdat deze doelstelling niet goed vertaald was in activiteiten. De hoofddoelstelling: het vergroten van basiskennis over hiv/aids en het wegnemen van vooroordelen hierover onder jongeren in Europa, is echter wel gehaald. De doelstelling was het bereiken van 245.000 jongeren. Gezamenlijk bereikten de vijf organisaties 280.000 jongeren met de Act Positive campagne. Wereldvluchtelingendag

Op 20 juni is het de jaarlijkse Wereldvluchtelingendag. In 2010 heeft ZOA deze dag aangegrepen om extra aandacht te vragen voor de situatie van vluchtelingen wereldwijd, door middel van een advertentieomslag om het Nederlands Dagblad, een brief aan kerken en een ludiek filmpje dat via de e-mail werd verspreid. Via de verschillende kanalen bereikte ZOA in totaal 38.500 mensen. Daarnaast nam het aantal bezoeken aan de website toe met tien procent. Rondom Wereldvluchtelingendag werden medewerkers van ZOA drie keer geïnterviewd voor de radio en verschenen er vijf artikelen over vluchtelingen en ZOA’s werk in kranten. Op zondag 20 juni is in Nederland èn wereldwijd voor vluchtelingen gebeden, en is in diverse kerken voor ZOA gecollecteerd. In totaal ontving ZOA ruim € 8.600 aan inkomsten. Vermeldenswaard is de betrokkenheid van een aantal leveranciers van ZOA, die een groot deel van de campagnekosten voor hun rekening namen.

50 - jaarverslag 2010


Sociale media

Sinds september 2010 is ZOA actief op de sociale media Twitter, Facebook en Youtube. Via deze media wil ZOA verschillende doelgroepen bereiken, namelijk donateurs, de media, medewerkers en scholen. Door sociale media in te zetten hoopt ZOA haar naamsbekendheid te vergroten, het werk van ZOA onder de aandacht te brengen en de achterban te laten groeien. Het is nog te vroeg om gedetailleerde informatie te kunnen geven over de concrete resultaten hiervan. Wel is al gebleken dat het communiceren van vacatures via sociale media goed werkt, het zorgt voor meer hits op de website. Het gebruik van sociale media, en het integreren hiervan binnen de gehele organisatie, is nog in ontwikkeling. Voor 2011 streeft ZOA naar het vergroten van het aantal volgers, vrienden en contacten op de diverse sociale media. Informatie voor de achterban

ZOA probeert de verschillende groepen binnen haar achterban zo goed mogelijk te bedienen met gerichte informatie. • ZOA-Nieuws is gericht op donateurs en verschijnt vijf keer per jaar; • ZOA-Magazine is gericht op donateurs, bedrijven, scholen en media en verschijnt twee keer per jaar; • ZOActief is gericht op vrijwilligers en verschijnt vier keer per jaar; • ZieZOA is gericht op kinderen en verschijnt twee keer per jaar; • het E-zine is gericht op donateurs en wordt twaalf keer per jaar via e-mail verspreid; • het ZOA Business Ambassadors E-zine is gericht op ZOA Business Ambassadors en wordt vier keer per jaar via e-mail verspreid. De mailings ZOA-Nieuws en ZOA-Magazine zijn een voorbeeld van het samengaan van voorlichting en fondsenwerving. De respons van de particuliere achterban op deze mailings was in 2010 ruim 800.000 euro. Daarnaast informeert ZOA de achterban en andere belangstellenden via een aantal websites: • w ww.zoa.nl, voor algemene informatie over de organisatie en het werk van ZOA. De website biedt ook de mogelijkheid om online te doneren; • w ww.walk4water.nl, over het evenement Walk4Water; • w ww.kruidnotenactie.nl, over de kruidnotenactie; • w ww.samenvoorhaiti.nl, een website van ZOA en Woord en Daad met informatie over het werk in Haïti. Het is mogelijk via de ZOA-website geld over te maken. Het aantal giften via de website is sterk toegenomen. Op deze wijze kwam in 2010 ruim 300.000 euro aan particuliere inkomsten binnen. Lespakketten: Just Care en WWkidz-boek Dorst

Just Care is een lespakket van drie organisaties samen, bedoeld om jongeren van 14 tot 16 jaar vanuit Bijbels perspectief bewust te maken van armoedeproblematiek en hen aan te moedigen tot gedragsverandering. Tear draait sinds 2010 niet meer mee in deze projectgroep, maar ZOA en Woord en Daad hebben het initiatief voortgezet. In 2010 zijn bestaande lesbrieven doorontwikkeld en geactualiseerd. Medio 2010 is Just Care geëvalueerd op basis waarvan de projectgroep in 2011 een nieuwe richting zal inslaan. Er waren in 2010 elf middelbare scholen structureel betrokken bij Just Care. Zeventig middelbare scholen vroegen eenmalig lespakketten op bij Just Care. De grote aantallen zijn te verklaren doordat het lespakket rond HIV/Aids gratis werd aangeboden door de EU-subsidie.

51 - jaarverslag 2010


Voor kinderen in de basisschoolleeftijd is ZOA betrokken bij de WWkidz-boekenserie. Deze serie is een gezamenlijk initiatief van Woord en Daad, ZOA en uitgeverij Columbus. In oktober 2010 verscheen het zevende deel van de serie, Dorst. Het boek geeft een inkijkje in de levens van kinderen in NoordUganda en beschrijft de waterproblematiek waarmee zij te maken hebben. Bij ieder WWkidz-boek verschijnt ook een lespakket dat gebruikt kan worden op basisscholen. Bij het boek Dorst zijn in 2010 vijf lespakketten verkocht. Adverteren

In het kader van de [r]echtcampagne die van 2007 tot 2010 gelopen heeft, heeft ZOA een voorlichtingsfilm over het werk van de organisatie laten maken. Deze voorlichtingsfilm is als Socuteraspot vertoond op Nederland 1, 2 en 3 in de aanloop naar de collecteweek. Daarnaast is in de aanloop naar de collecteweek en na de collecteweek geadverteerd in een aantal landelijke dagbladen. In december heeft ZOA een advertentiecampagne opgezet in landelijke en regionale media. Deze campagne is gericht op het vergroten van de naamsbekendheid in christelijk Nederland en het ondersteunen van de fondsenwerving. Mede hierdoor heeft ZOA in december 1,9 keer zoveel inkomsten ontvangen als het gemiddelde in de overige maanden. Mediabenadering

ZOA wil haar naamsbekendheid in Nederland vergroten. Concreet streeft de organisatie ernaar dat zestig procent van christelijk Nederland ZOA kent, dat media ZOA goed weten te vinden voor informatie vanuit de landen waar ZOA werkt en dat ZOA in de media overkomt als een organisatie die niet alleen helpt met noodhulp, maar vooral ook met wederopbouwprojecten. De afdeling Fondsenwerving en Voorlichting richt zich op landelijke, regionale en lokale media, op websites, sociale media en (christelijke) tijdschriften. Deze media worden waar mogelijk proactief benaderd. Als zich bijvoorbeeld een ramp voordoet in een land waar ZOA werkt, benadert ZOA de media met de mogelijkheid om ZOA-medewerkers in het betreffende land te interviewen. ZOA profileert zich richting de media als een organisatie die kennis van zaken heeft met betrekking tot de landen waar ZOA werkt. Vooral christelijke media als het ND en het RD gaan regelmatig op dit aanbod in. ZOA biedt daarnaast de mogelijkheid aan journalisten om kennis te maken met het werk van de organisatie in de verschillende programmalanden. 7.2 Fondsenwerving

In 2010 zijn de voorbereidingen getroffen voor het nieuwe strategiedocument voor de periode 2011 2015. Fondsenwerving speelt daarin een belangrijke rol. Er is nagedacht over wat goed gaat en over wat er beter kan. Een belangrijk aandachtspunt is de mate waarin ZOA afhankelijk is van institutioneel geld (subsidies vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken of vanuit het medefinancieringsstelsel). Het is van groot belang dat ZOA’s werk niet al te zeer afhankelijk is van die bronnen. Daarom zal ZOA nog meer nadruk leggen op donordiversificatie – het spreiden van de financiële risico’s door donorgelden te verkrijgen uit diverse bronnen. Dit betekent in de praktijk dat er een sterkere focus komt op een aantal onderdelen van de fondsenwerving. Er is kritisch gekeken naar de beste manier om particuliere fondsenwerving uit te voeren. Particuliere fondsenwerving, fondsenwerving vanuit kerken, major donors en nalatenschappen zullen vanaf 2011 onder een vlag vallen. Zo heeft een persoon het overzicht over alle particuliere donors, waardoor deze groep effectiever benaderd kan worden. Er komt ook een sterkere nadruk op de fondsenwerving onder Amerikaanse fondsen en stichtingen. Een andere praktische uitwerking van het streven naar donordiversificatie is de extra aandacht voor het netwerk van partnerorganisaties. In 2010 is al gestart met het verdiepen van de relatie met partnerorganisaties. Zo heeft ZOA een workshop georganiseerd voor leden van EU-CORD rond fondsenwerving en branding. Die investering in het versterken van de relaties heeft in 2010 al veel opgeleverd. Er is veel samengewerkt (onder andere met CRWRC in Haïti en Pakistan) en geldstromen kwamen gemakkelijker vrij.

52 - jaarverslag 2010


Fondsenwerving particuliere donateurs

Onder particuliere donateurs verstaat ZOA alle donateurs die als privé-personen geld geven, behalve de major donors (donateurs die meer dan 1000 euro per jaar geven) en de mensen die een gift geven bij de huis-aan-huiscollecte. ZOA communiceert met deze donateurs onder andere via mailings (ZOA Nieuws en ZOA Magazine), e-mailnieuwsbrieven, de website, via telemarketing en evenementen. Het totaal van particuliere donateurs dat in 2010 heeft gegeven is, na aftrek van de uitstroom, met 1.500 toegenomen tot ruim 40.000 donateurs. De reguliere inkomsten (exclusief noodhulp) zijn gedaald van € 2.481.500 in 2009 naar € 2.436.700 in 2010. Particuliere donateurs hebben in 2010 echter € 1.059.800 aan noodhulp gegeven. Wanneer deze extra inkomsten worden meegerekend is er sprake van een stijging van 34 procent. Major donors en nalatenschappen

Major donors zijn donateurs die meer dan duizend euro per jaar geven. Zij worden persoonlijk benaderd en de afdeling streeft ernaar een persoonlijke relatie met deze donateurs op te bouwen. ZOA speelt daarbij een adviserende rol, die door donateurs wordt gewaardeerd. Een aantal van deze donateurs wil ook graag een bedrag aan ZOA nalaten. ZOA informeert de major donors over haar werk en hoopt hen daarmee te overtuigen om een bedrag aan ZOA na te laten. De persoonlijke benadering, waarbij ZOA een relatie opbouwt met gevers, lijkt vruchten af te werpen. Samen met andere goede doelen presenteert ZOA zich ook op de website nalaten.nl, waar mensen informatie krijgen over de goededoelenorganisaties waaraan zij geld zouden kunnen nalaten. Scholen

In 2010 was opnieuw een groot aantal scholen betrokken bij ZOA. Scholen kunnen lesmateriaal gebruiken, zelf acties organiseren of meedoen aan bestaande acties. Voorbeelden van acties die op scholen zijn georganiseerd om geld op te halen voor ZOA zijn lessenmarathons van twaalf of zelfs 24 uur, veilingen, concerten en de verkoop van oliebollen. Een evenement waar veel basisscholen aan meedoen is ‘Wandelen voor water’, een sponsoractie voor leerlingen uit de groepen 7 en 8. Hieraan namen in 2010 24 scholen deel, waarmee 1477 leerlingen werden bereikt. Een zeer succesvol initiatief dat elk jaar wordt georganiseerd, is de sponsornacht op Scholengemeenschap De Driestar in Gouda. Ook dit jaar werd dit evenement georganiseerd door een groep enthousiaste leerlingen. De opbrengst van de sponsornacht was maar liefst € 90.350. Kerken

Een trouwe en betrokken kern binnen ZOA’s achterban bestaat uit kerken. Die trouw en betrokkenheid kwamen in 2010 tot uitdrukking in de snelle en gulle reactie op de noodhulpcampagnes voor Haïti en Pakistan. In totaal mochten we 1,1 miljoen euro van kerken ontvangen voor noodhulp. In 2010 zijn 754 kerken actief betrokken bij ZOA. Deze kerken geven minstens een keer per jaar een gift. Een mooie stijging ten opzichte van de 655 kerken die in 2009 actief bij ons werk betrokken waren. Betrokkenheid kan ook op een rechtstreekse manier, zoals bijvoorbeeld een kerkelijke gemeente uit Alblasserdam betrokken is bij een kerk in Liberia en rechtstreeks contact heeft met de lokale dominee. ZOA wil meer kerken stimuleren om de verbinding te leggen met een kerk in een programmaland – ZOA streeft ernaar dat in 2011 ten minste tien kerken op die manier betrokken zijn bij het werk van de organisatie.

53 - jaarverslag 2010


Een goede manier om de verbinding met kerken te maken, is door de inzet van Business Ambassadors. Zij vertellen in hun eigen gemeente over het werk van ZOA en kunnen zo hun kerk enthousiast maken voor wat ZOA doet. ZOA wil duidelijk maken dat er voor kerken verschillende manieren zijn om betrokken te raken. Kerken kunnen ZOA een vaste plek op het collecterooster geven, meedoen met bestaande acties, gebed vragen voor ZOA of een gemeentedag organiseren met het werk van ZOA als thema. De verschillende mogelijkheden zijn beschreven in een speciale folder voor kerken die in 2010 verscheen. Bedrijven en ZOA Business Ambassadors Network

Bedrijven vormen een aparte doelgroep waarop ZOA zich met fondsenwerving richt. ZOA steekt tijd in het opbouwen van relaties met betrokken bedrijven. De ondernemers worden door middel van rapportages op de hoogte gehouden van de besteding van het gedoneerde geld. Er is ook de mogelijkheid voor ondernemers om (op eigen kosten) met eigen ogen te zien hoe hun geld besteed is. Het ZOA Business Ambassadors Netwerk biedt ondernemers de mogelijkheid om intensiever betrokken te raken bij het werk van ZOA. Zij denken mee over de besteding van hun donaties en zij zetten hun kennis en ervaring in bij projecten in een aantal programmalanden. De frisse kijk van de ondernemers wordt daar zeer gewaardeerd. Niet alleen door geld, maar ook door hun mentaliteit kunnen ondernemers veel voor elkaar krijgen. Zo was het in 2010 dankzij de ondersteuning van een aantal ondernemers mogelijk om ontheemden in de Somali-regio in Ethiopië te repatriëren naar hun oorspronkelijke woongebieden en hen daar te ondersteunen bij de nieuwe start. De Business Ambassadors betrekken ook hun eigen netwerk in Nederland bij ZOA’s werk. In 2010 waren daarvan mooie voorbeelden, zoals het ZOA-zaalvoetbaltoernooi op initiatief van een Business Ambassador van het Congo-team, en een ZOA-campingdag in Hardenberg, georganiseerd door het Ethiopië-team. Deze twee initiatieven brachten geld op voor Congo en Ethiopië, en bovendien aandacht in de lokale media. Bij een ander initiatief, een concert met organist Martin Mans en pianist Jan Vayne, kwam de opbrengst helaas niet boven de kosten uit, omdat er minder belangstellenden kwamen dan verwacht. Het in oktober geplande business seminar over ‘extreem ondernemen’ kon helaas niet doorgaan, omdat er te weinig aanmeldingen waren. Het vorige seminar in 2009 was een groot succes. Wellicht was de periode van anderhalf jaar tussen de beide seminars te kort. Daarnaast speelt de financiële crisis een rol, en de trend dat wekelijks seminars en conferenties worden georganiseerd voor dezelfde doelgroep. Institutionele Donoren en Partnerorganisaties

De afdeling Institutionele Donoren en Partnerorganisaties: • streeft naar verbetering van fondsenwerving in en voor de programmalanden; • controleert de kwaliteit van voorstellen en rapportages; • onderhoudt contacten met institutionele donoren en met partnerorganisaties buiten Nederland; • onderhoudt contacten met fondsenwervende partnerorganisaties in Nederland. Institutionele donoren zijn overheidsinstellingen die projecten financieren. ZOA ontvangt geld van onder andere de Nederlandse, Amerikaanse en Australische overheid, en onderhoudt contacten met Canadese en Britse overheden. Ook de EU en de VN vallen onder institutionele donoren. De waarde van de contracten die door de inspanningen van de afdeling konden worden afgesloten, is in 2010 met ruim veertig procent gestegen. Er werden nieuwe richtlijnen voor inkoop ingevoerd, in overeenstemming met richtlijnen van donoren. De uitkomsten van een uitgebreid assessment van ZOA door ECHO in 2010 waren positief. De vertrouwensstatus (P-status) die ZOA bij ECHO heeft, is opnieuw voor drie jaar vastgelegd. Dat betekent dat ZOA minder vaak hoeft te rapporteren, omdat ECHO oordeelt dat ZOA zich goed aan de richtlijnen houdt. ZOA heeft in 2010 de consultatieve status aangevraagd bij de economisch-sociale raad van de VN. Antwoord daarop is nog niet ontvangen. Bij toekenning hiervan krijgt ZOA de mogelijkheid deel te nemen aan vergaderingen over bijvoorbeeld de millenniumdoelen. Partnerorganisaties zijn verwante niet-gouvernementele organisaties in binnen- en buitenland. In Nederland zijn dat organisaties als Red een Kind en Woord en Daad, en in het buitenland bijvoorbeeld

54 - jaarverslag 2010


CRWRC en Tearfund UK, waar ZOA in Haïti en Pakistan (CRWRC) en in Congo (Tearfund UK) mee samenwerkt. De contacten met partnerorganisaties dienen verschillende doelen. In een aantal programmalanden voert ZOA projecten uit in samenwerking met partnerorganisaties. Samen met partnerorganisaties dient ZOA ook projectaanvragen als consortium in bij institutionele donoren, wat de kans van slagen vergroot. Daarnaast kunnen partnerorganisaties toegang geven tot overheden in hun land van herkomst, waardoor ZOA via die weg nieuwe fondsen kan aanboren. ZOA streeft in de samenwerking naar een wederkerige relatie. In 2010 heeft ZOA meer aandacht besteed aan het leggen van nieuwe contacten en het versterken van bestaande contacten met partnerorganisaties. ZOA heeft in 2010 het lidmaatschap aangevraagd van ICVA (International Council of Voluntary Agencies), een vereniging van organisaties voor noodhulp, gevestigd in Geneve. Het lidmaatschap van deze organisatie biedt ZOA een ingang bij de VN, waarbij ZOA kan meepraten over beleidsontwikkelingen binnen de vluchtelingenorganisatie van de VN (UNHCR) en andere humanitaire organisaties van de VN (UNOCHA en WFP). Ook biedt het lidmaatschap toegang tot een breder, wereldwijd netwerk van hulporganisaties. Acties Derden

Onder partnerorganisaties vallen ook de ‘acties derden’. Dit zijn organisaties die zelf fondsen werven en de opbrengst deels of helemaal aan ZOA doorgeven. Een aantal voorbeelden: in Amsterdam en Leiden werden Happietaria’s georganiseerd door vier christelijke studentenverenigingen. De opbrengst van deze tijdelijke restaurants was bestemd voor onderwijsprojecten in Sudan en voor een water- en sanitatieproject in Myanmar. Via Wilde Ganzen / Zendtijd voor Kerken ontving ZOA geld voor projecten in Afghanistan en Liberia. Een ander voorbeeld is de actie die stichting ‘Draagt Elkanders Lasten’ adverteerde rond kerst 2009 gedurende een maand met gesponsorde advertenties. De opbrengst daarvan, € 330.000, werd in 2010 aan ZOA gedoneerd voor een project in Liberia. Vermogensfondsen en stichtingen

Sinds een aantal jaren richt de afdeling Fondsenwerving zich op vermogensfondsen en stichtingen. Het gaat hierbij om fondsen en stichtingen die door een vermogend privé-persoon zijn opgericht of die door derden zijn opgericht met een nagelaten vermogen. ZOA zoekt naar vermogensfondsen die gelijke doelen nastreven. Door zo’n samenwerking met ZOA probeert een stichtingsbestuur groepen mensen te helpen, die ze statutair tot haar doelgroep rekent. Het kost vaak moeite om deze ‘gelijkgestemde’ vermogensfondsen en stichtingen te vinden, omdat zij niet altijd openbaar opereren. ZOA vindt daarom de meeste nieuwe vermogensfondsen via reeds betrokken ondernemers en bestuurders van fondsen. Ook in het buitenland richt ZOA zich steeds meer op vermogensfondsen en stichtingen als potentiële bronnen van inkomsten. In 2010 deed ZOA onderzoek naar mogelijke ingangen naar trust funds en foundations in Amerika. Het opbouwen van relaties met fondsoprichters of –bestuurders is – zeker in een ander land - een langetermijnproces. Een consultant in Amerika onderzoekt op dit moment hoe deze organisaties effectief benaderd kunnen worden. 7.3 Campagnes en evenementen

Campagnes en evenementen zijn goede voorbeelden van initiatieven waarbij fondsenwerving en voorlichting hand in hand gaan.

55 - jaarverslag 2010


Huis-aan-huiscollecte

ZOA heeft in 2010 extra geïnvesteerd in de organisatie van de huis-aan-huiscollecte. Dat resulteerde in een toename van zo’n duizend collectanten, naar bijna 17.000. Ook de opbrengst van de collecte is in 2010 hoger dan de jaren daarvoor; € 942.355 in 2010 tegenover € 923.928 in 2009. Een dalende trend lijkt daarmee gekeerd. Sinds september 2010 houdt een medewerker zich twee dagen in de week bezig met een effectieve organisatie van de collecte en het werven van collecte-contactpersonen. Deze investering zal zich in 2011 moeten uitbetalen in een opnieuw hogere opbrengst van de collecte. Walk4Water

In 2010 organiseerde ZOA voor de vierde keer het evenement Walk4Water, op een nieuwe locatie: het Kootwijkerzand. Deelnemers aan deze sponsorloop krijgen een lege jerrycan mee die halverwege de route wordt gevuld met water. Op deze manier ervaren zij wat het is om, net als veel vluchtelingen in Afrika en Azië, elke dag kilometers te moeten lopen voor water. Naast het wandelevenement is er ook een leuk dagprogramma met verschillende voorlichtingsactiviteiten en stands. In totaal namen er 720 mensen deel aan het evenement, waarmee de ambitie van duizend deelnemers nog niet is gehaald. Wel is er opnieuw een stijging van het aantal deelnemers ten opzichte van 2009. De opbrengst van Walk4Water ging in 2010 naar een project voor water en sanitatie in Myanmar. De stichting Aqua for All leverde een bijdrage van 84.000 euro, dit was een verdubbeling van de opbrengst van Wandelen voor Water. Door nieuwe regels vanuit de overheid werden de sponsoropbrengsten van het Walk4Water-evenement niet verdubbeld. In totaal brachten de sponsorloop Walk4Water samen met de scholenactie Wandelen voor Water het prachtige bedrag op van € 170.000 voor het project in Myanmar. Kruidnotenactie

De kruidnotenactie was in 2010 een groot succes. Voor het succes van deze actie is ZOA helemaal afhankelijk van de inzet van de achterban. Scholen en particulieren kunnen dozen met zakjes kruidnoten bestellen, die zij vervolgens kunnen doorverkopen. Per verkochte zak levert dat ongeveer 1 euro op. Er deden in 2010 aanmerkelijk meer scholen mee dan in voorgaande jaren (111 basisscholen, ten opzichte van 76 in 2009 en 25 scholen voor voortgezet onderwijs ten opzichte van 9 in 2009). De doelstelling was het verkopen van 75.000 zakken kruidnoten, er werden in totaal 95.180 zakken verkocht. De opbrengst was bestemd voor het werk van ZOA in Ethiopië. Dit zal in 2011 worden besteed. 7.4 Klachten

ZOA gaat zorgvuldig om met klachten vanuit de Nederlandse achterban. ZOA hanteert daarvoor een klachtenprocedure. • Klachten worden binnen twee werkdagen afgehandeld. Mensen die een klacht hebben ingediend, krijgen telefonisch of schriftelijk een reactie. • Klachten worden centraal geregistreerd. Ieder kwartaal wordt een klachtenrapportage opgesteld. • De klachtenrapportage wordt binnen het managementteam besproken, en waar nodig wordt de input vanuit de klachten meegenomen in de ontwikkeling van het beleid. In 2010 ontving ZOA-Nederland 75 klachten. • 24 procent daarvan had betrekking op de periodieken en E-zines (de hoeveelheid post, een nieuw giftverzoek, een mailtje met een filmpje); • 13,5 procent had betrekking op telemarketing (ongewenste telefoontjes, onduidelijkheid over wie er belt); • 13,5 procent had betrekking op de huis-aan-huiscollecte (gedrag van de collectant, collecteren door jonge kinderen); • 10,5 procent had betrekking op donaties (onzorgvuldig databasebeheer, misverstanden); • 10,5 procent had betrekking op de kruidnotenactie (onjuist of niet geleverd); De overige 28 procent had betrekking op verschillende onderwerpen (onder andere een poll op internet, noodhulpactie voor Haïti: onduidelijkheid of de donatie goed terechtkomt). In 2010 ontving ZOA een aantal klachten over de welkomstbrief die nieuwe donateurs ontvangen. In die brief kondigde ZOA een nieuw giftverzoek aan. Veel ontvangers vonden dat vervelend. ZOA heeft als gevolg van de klachten het welkomstproces veranderd en een andere welkomstbrief geschreven voor nieuwe donateurs, waarin de nadruk meer op het bedanken ligt.

56 - jaarverslag 2010


57 - jaarverslag 2010


8. Kwaliteitscontrole, verantwoording en evaluatie

58 - jaarverslag 2010


Bij alles wat ZOA doet, voldoet de organisatie aan de eisen die zij zichzelf heeft gesteld en die van buitenaf gesteld worden. In hoofdstuk 3 van dit jaarverslag wordt beschreven welke procedures en richtlijnen ZOA hanteert (paragraaf 3.3.2) en aan welke externe kwaliteitsstandaarden en codes de organisatie zich committeert (paragraaf 3.1). De volgende afdelingen zijn ingericht en de volgende activiteiten zijn ondernomen om de kwaliteit van werken te waarborgen: • interne auditafdeling die de financiën en de organisatie controleert • afdeling Monitoring en Beleidsontwikkeling (MP4) die beleid ontwikkelt en de implementatie daarvan beoordeelt • audits van de afdeling Human Resources die de personele processen hebben beoordeeld • externe programmaevaluaties • ISO-audits • CBF-keur en de code Wijffels In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste resultaten van de diverse onderzoeken opgenomen. Hieruit kunnen wij tevens leerpunten formuleren omdat wij blijven streven naar de hoogste kwaliteit in ons werk. Code Wijffels

In 2010 heeft ZOA de werking van de code Wijffels binnen haar organisatie geëvalueerd. Geconcludeerd is dat de in de code Wijffels genoemde zaken op de juiste wijze tot uitdrukking komen. De belangrijkste verbeteringen die nog kunnen worden gemaakt zijn: • het meer expliciet maken van de toezichthoudende rol in de agendering van de vijf deelgebieden uit de code (doelstelling, besteding van middelen, fondsenwerving, vrijwilligers, en functioneren van de organisatie); • meer nadrukkelijke zelfevaluatie van de Raad van Toezicht, inclusief het functioneren van de individuele leden; • het beter op elkaar afstemmen van de verschillende informatiestromen (programmatische, financiële, personele, etc) binnen de organisatie en richting de Raad van Toezicht. In 2011 zullen stappen worden gezet om deze verbeteringen te implementeren 8.1 Kwaliteitsmanagement

In 2010 heeft ZOA interne audits en evaluaties op belangrijke onderwerpen uitgevoerd. Ook is de organisatie van buitenaf op kwaliteit beoordeeld. Er is onder andere een externe evaluatie uitgevoerd van MFS1. ISO-audits

ZOA’s kwaliteitsmanagementsysteem voldoet aan de ISO-normen sinds 2008. In 2010 is het kwaliteitsmanagement van ZOA nog eens kritisch beoordeeld. Uit de uitgevoerde audits blijkt dat het beoordelen van processen en procedures binnen het programmatisch deel van ZOA’s werk nog te weinig ontwikkeld is. Tot nog toe werd in interne audits vooral aandacht gegeven aan financieel-organisatorische aspecten. In 2010 is een begin gemaakt met de uitbreiding van het interne auditprogramma met gerichte inhoudelijke programma-audits.Scherper is geformuleerd wat de kwaliteitsstandaard is voor een goed programma en welke indicatoren daarbij horen. De supportteams helpen de programmalanden bij het bereiken van die kwaliteitsstandaard. Signs of Hope 2007 – 2010

De evaluatie van het strategieplan Signs of Hope begon in 2009 met een midtermevaluatie. Uit die evaluatie kwam een aantal verbeterpunten naar voren, die zijn besproken in 2009. In 2010 zijn die punten verder aangescherpt en als veranderpunten geformuleerd voor de strategieperiode 2011 – 2014. De volgende punten zijn geformuleerd: • ZOA richt zich op een kleiner aantal sectoren in de programmalanden (zie hoofdstuk 4 voor meer informatie); • ZOA werkt, waar mogelijk via of in nauwe samenwerking met lokale ngo’s (zie hoofdstuk 4 voor meer informatie);

59 - jaarverslag 2010


• ZOA hanteert een programmatische benadering, waarbij alle projecten met elkaar zijn verbonden, en gericht zijn op dezelfde langetermijndoelstelling voor het specifieke programmagebied (zie hoofdstuk 4 voor meer informatie); • ZOA schept bij aanvang in een programmaland meer duidelijkheid over de duur van het programma (zie hoofdstuk 4 voor meer informatie); • ZOA werkt aan verbetering van de naamsbekendheid onder institutionele donoren (zie paragraaf 7.2 voor meer informatie). Uit de midtermevaluatie van het strategiedocument Signs of Hope voor de periode 2007 – 2010 kwamen drie aanbevelingen naar voren: 1. ZOA zou meer systematisch moeten nadenken over haar christelijke identiteit en de implicaties daarvan in het werk. 2. ZOA moet het aantal sectoren voor interventie in alle programmalanden beperken. 3. ZOA zou haar mandaat, als organisatie die zich richt op wederopbouw, moeten versterken. Het gesprek over identiteit verdient blijvend aandacht. Op alle niveaus wordt hierover gesproken. Met name in de programmalanden zijn lokale medewerkers vaak niet christelijk. Ook een aantal landendirecteuren is niet christelijk, waarbij zij wel de uitgangspunten van ZOA respecteren. ZOA onderkent het belang van verduidelijking van wat haar identiteit betekent in het veld. In 2010 is een Code of Conduct geschreven, waarin is vastgelegd wie en wat ZOA is en waar de organisatie voor staat. Hoe dat in de praktijk wordt toegepast, kan per situatie verschillen. De tweede en derde aanbeveling over het aantal sectoren en het mandaat van ZOA, hangen met elkaar samen. Deze twee aanbevelingen hebben geleid tot een accentverschuiving in het nieuwe strategiedocument. In 2010 zijn werkgroepen gevormd die deze aanbevelingen hebben meegenomen bij het vaststellen van een nieuw strategiedocument voor de periode 2011 – 2014. Eindevaluatie MFS1

Voor de periode 2007-2010 ontving ZOA subsidie van de overheid in het kader van het medefinancieringsstelsel (MFS1). In 2010 liet ZOA een externe evaluatie uitvoeren door COMMON naar de kwaliteit van de uitvoering, monitoring en evaluatie van de programma’s die hiermee gefinancierd zijn. Uit de evaluatie bleek dat ZOA nog te weinig op uitkomsten evalueert en te veel is gericht op de uitvoering van geplande activiteiten. De vraag naar het effect van interventies op de lange termijn wordt niet altijd goed beantwoord. Zo geeft ZOA in Sudan schooluniformen aan meisjes om hen te stimuleren om naar school te gaan. De meisjes die naar school gaan worden echter niet over een langere periode gevolgd. Het langetermijneffect van het verstrekken van de schooluniformen wordt dus niet gemeten. Een belangrijke conclusie is dat de afdeling Monitoring en Beleidsontwikkeling zich nog kritischer zou moeten opstellen ten opzichte van de programma’s. In de programmalanden moet het programmatisch werken in de praktijk beter vorm krijgen. De uitkomsten van de evaluatie zijn in 2010 al opgepakt. Er zijn twee regionale workshops gehouden. Een in Sri Lanka voor de ZOA-landen in Azie. De tweede is in Uganda gehouden, voor de ZOA landen in Afrika. Vanuit alle ZOA landen hebben programma-adviseurs en/of programma-managers deelgenomen aan een van deze workshops, naast enkele medewerkers van ZOA Nederland. In totaal hebben veertig personen deelgenomen. Uitkomsten controle Internal Audit Department

De internal audit department heeft in 2010 programmalanden bezocht en controles uitgevoerd. De doelstelling van de controles was het testen van de betrouwbaarheid, toereikendheid en effectiviteit van de interne beheersingsmaatregelen en daaruit voortvloeiend de betrouwbaarheid van de financiële rapportages. In het algemeen kan worden geconcludeerd dat ZOA haar interne organisatie goed heeft georganiseerd. De belangrijkste aanbevelingen die de interne accountant aan het management van ZOA heeft gedaan zijn: • het meten van de impact van projecten kan worden verbeterd door het nauwgezetter volgen en documenteren van de projectactiviteiten gedurende de uitvoering van het project; • de effectiviteit van het ondersteunen van lokale partners kan worden verbeterd door de ondersteuningsactiviteiten directer te koppelen aan de bij aanvang van de samenwerking uitgevoerde risicoanalyse;

60 - jaarverslag 2010


• verhoog het fraudebewustzijn bij de programmamedewerkers door middel van trainingen en een fraudepreventie toolkit. Het management van ZOA geeft in 2011 extra aandacht aan deze onderwerpen. Human Resources Audits

ZOA hecht grote waarde aan kwaliteitsverbetering van HR-processen, zoals HR-beleid, HR-administratie en arbeidsvoorwaarden. Ieder jaar houdt ZOA een HR-audit in twee landen. In 2010 zijn deze audits gehouden in Zuid-Sudan en in Thailand. De processen die daarbij zijn doorgelicht zijn: • Processen die te maken hebben met de instroom van personeel, zoals wervings- en selectieprocedures en het inwerken van nieuw personeel. • Processen die gericht zijn de doorstroom van personeel, zoals evaluatie- en beoordelingssystematiek en persoonlijke ontwikkeling van personeel. • Processen die gericht zijn op de uitstroom van personeel, zoals het houden van exitgesprekken, het analyseren van deze gesprekken en het verbeteren van processen. Uit deze en voorgaande audits kwam naar voren dat in de hectiek van het werk HR-processen, zoals evaluatie- en beoordelingsgesprekken, het actueel houden van arbeidsvoorwaarden, en het correct archiveren van personeelsdossiers aandachtspunten zijn die om verbetering vragen. Per land wordt een termijn gesteld waarin de conclusies en aanbevelingen moeten worden opgevolgd. 8.2 Risicomanagement Algemene risico’s bij de uitvoering van werkzaamheden

ZOA loopt risico’s bij de uitvoering van haar werkzaamheden. Wij zijn ons bewust van deze risico’s, die een grote impact kunnen hebben op de organisatie wanneer hier onvoldoende aandacht aan wordt besteed. Risicomanagement is dan ook geformaliseerd binnen de bedrijfsprocessen van de organisatie. Risico’s, inclusief de genomen mitigerende maatregelen, worden op een gestructureerde wijze vastgelegd. De belangrijkste risico’s zijn: Omschrijving

Risico

Impact

Hoog/Middel/Laag

Hoog/Middel/Laag

Genomen mitigerende maatregelen

1) Uitvoeringsrisico’s • kwaliteit van de uitvoering • budgetoverschrijdingen

M

M

• Strak toezicht op naleving van interne procedures • Projecten groter dan € 400.000 worden integraal gecontroleerd, kleinere steekproefsgewijs

2) Compliancerisico’s • niet voldoen aan regels van institutionele donoren • Strak toezicht op naleving van interne procedures om te voldoen aan de door de donor gestelde eisen

L

H

• Projecten groter dan € 400.000 worden integraal gecontroleerd, kleinere steekproefsgewijs

3) Veiligheidsrisico’s • Onzekere politieke situaties • Werken in (post-) conflictgebieden

H

H

• Continu up-to-date houden van veiligheidsprotocollen o.b.v. voortgaande scanning van het veiligheidsrisico ter plaatse • Periodiek lokaal overleg met VN, NL-ambassade en andere NGO’s • In kritieke situaties verscherpt toezicht door hoofdkantoor.

Jaarlijks wordt een gedetailleerde analyse gemaakt van de risico’s waarbij deze ook worden gekwantificeerd. De uitvoeringsrisico’s bestonden in 2010 hoofdzakelijk uit mogelijke budgetoverschrijdingen veroorzaakt door lagere inkomsten voor algemene activiteiten en het betalen van lokale belastingen. Deze risico’s met een waarde van € 580.000 konden door besparingen op algemene kosten in Nederland worden opgevangen zodat deze risico’s geen invloed hebben gehad op de programma-activiteiten.

61 - jaarverslag 2010


Het in 2010 aanwezige compliancerisico van € 450.000 had hoofdzakelijk betrekking op een project in Ethiopië dat al in 2007 was afgerond. Door een verkeerde aanbestedingsprocedure in 2003 weigerde de donor in eerste instantie het toegezegde bedrag te betalen. Na overleg met de donor werd in 2011 een groot gedeelte alsnog betaald. Veiligheidsrisico’s waren in 2010 het grootst in Afghanistan en de Democratische Republiek Congo. Door de continue dreiging van rebellen zijn extra veiligheidsmaatregelen zoals de beschikbaarheid van extra (beveiligde) vervoersmiddelen, communicatieapparatuur en evacuatieprocedures noodzakelijk. Ook worden alle medewerkers van ZOA getraind in het goed omgaan met risicovolle situaties. De risico’s voor evacuatie zijn gekwantificeerd op ongeveer € 120.000. Financiële risico’s

Naast de hiervoor genoemde risico’s die natuurlijk ook financiële consequenties hebben, zijn er ook meer algemene financiële risico’s bij ZOA te onderkennen: • risico’s op tegenvallende inkomsten • risico dat een grote donor het beleid van de organisatie beïnvloedt • continuïteitsrisico in geval van grote calamiteiten Om deze risico’s te beheersen is het financiële beleid van ZOA erop gericht om meer onbestemde giften van particuliere donoren te ontvangen. Dat maakt een flexibele inzet van middelen in de landenprogramma’s mogelijk. Daarnaast wordt gezorgd voor een zo divers mogelijke portfolio van donoren, zodanig dat het wegvallen van een grote donor geen grote gevolgen heeft voor de continuïteit van een landenprogramma of voor de organisatie als geheel. Tot slot reserveert ZOA middelen in een continuïteitsreserve om een gezond tegenwicht te bieden aan algemene financiële risico’s en aan de specifieke risico’s van de programma’s die worden uitgevoerd. Anti-fraude en anticorruptie

ZOA heeft een anti-fraude- en corruptiebeleid wat bijdraagt aan het voorkomen van en snel reageren op (signalen van) fraude en corruptie. In 2010 hebben een viertal gerichte fraudeonderzoeken plaatsgevonden op basis van signalen uit de organisatie. Bij drie van de vier onderzoeken zijn externe accountants ingeschakeld. In een tweetal situaties kon fraude worden bewezen en zijn de betrokken medewerkers ontslagen. In beide zaken betrof het een bedrag van ongeveer € 750. Maatregelen zijn getroffen om in de toekomst dit soort zaken te voorkomen. Bij één melding kon fraude niet worden bewezen. De vierde melding is nog in onderzoek. Imagorisico’s

De organisatie hecht aan een goede naam. Goede informatievoorziening naar alle belanghebbenden is daarin cruciaal (zie hoofdstuk 7). Verder zijn we alert op signalen in het publieke domein. Per situatie beoordelen we of het wenselijk is te reageren. Twee voorbeelden van mogelijke imagorisico’s in 2010: In 2010 woedde een publieke en politieke discussie over de salarissen van directeuren van goededoelenorganisaties. ZOA heeft zich hierin terughoudend opgesteld en besloot slechts te reageren op directe vragen. Die vragen kwamen vooral telefonisch of per email vanuit onze achterban. Omdat deze discussie geregeld terugkomt, is een standaardreactie geformuleerd. In het jaarverslag is de informatie terug te vinden, vragenstellers wordt daarop ook gewezen. Over de hulpverlening in Haïti verschenen ook kritische geluiden, met name over het lage percentage noodhulpgeld dat al was gebruikt. In reactie op deze berichten is een bericht op de website geplaatst waarin de voortgang van de hulpverlening en de besteding van de gelden nog eens extra werd toegelicht. Over het eerste jaar hulpverlening in Haïti is ook een informatieavond en een publieksrapportage voorbereid (verschenen in januari 2011).

62 - jaarverslag 2010


8.3 Reflectie en evaluatie

In de afgelopen jaren heeft ZOA veel tijd en geld geïnvesteerd in processen en systemen die de kwaliteit van het werk moeten garanderen. Alle afdelingen functioneren optimaal en rapportages worden volgens de jaarlijks terugkerende cyclus tijdig aangeleverd. Alle procedures en processen zijn gestandaardiseerd en zijn ook in alle programmalanden geïmplementeerd. ZOA is in de afgelopen jaren niet alleen gegroeid in omvang, maar ook in professionaliteit. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de organisatie in 2010 in staat was om een succesvolle financieringsaanvraag in het kader van MFS2 te doen, waarmee financiering voor de komende vijf jaar is veiliggesteld. Er blijven echter nog steeds mogelijkheden om verder te professionaliseren en nog effectiever te werken, met name in de programmalanden. Nieuwe programmalanden

ZOA hanteert, bij de opstart van programma’s, steeds dezelfde strategie. Eerst wordt er ter plaatse een gedegen onderzoek uitgevoerd, op basis waarvan een plan wordt opgesteld. Pas als financiering is veiliggesteld voor een of twee jaar, maakt ZOA een start in het land. De ervaringen in de nieuwe programmalanden hebben geleerd dat dit een goed gebruik is en dat ZOA zo mogelijk nog voorzichtiger zou moeten zijn bij het opstarten van nieuwe programma’s. De hoofdvoorwaarden moeten zijn dat er een gedegen planning is en dat de financiering vooraf in orde is. In de landen waar ZOA in de afgelopen twee jaar een nieuw programma gestart heeft, blijkt de groei van die programma’s langzamer te gaan dan verwacht. Hoewel de doelstellingen in de Democratische Republiek Congo, Myanmar en Uganda behaald worden, was verwacht dat de groei sneller zou gaan. Zelfs al heeft ZOA internationaal een goede reputatie bij donoren, we concluderen dat ZOA dan nog moet bouwen aan haar reputatie bij diezelfde donoren in nieuwe programmagebieden. De ervaring leert dat het twee tot drie jaar duurt om het vertrouwen van donoren te winnen. Het programma in Ethiopië in 2010

ZOA-Ethiopië heeft in 2010 een moeilijk jaar doorgemaakt. ZOA heeft hier fouten gemaakt en niet op tijd of niet stevig genoeg ingegrepen op problemen, waardoor een moeilijke situatie ontstond. Via omwegen kwamen er bij ZOA klachten binnen over projecten waarover de doelgroep niet tevreden was. Er bleek ook onduidelijkheid te zijn over de besteding van geld door lokale stafleden. De zwaarte van die klachten is niet goed ingeschat, waardoor niet op tijd op is ingegrepen. Daardoor kreeg een probleem dat goed opgelost kon worden, verdergaande consequenties. Onder donoren ontstond een negatieve sfeer met betrekking tot ZOA, waardoor er vier maanden lang geen financiering voor projecten was. ZOA constateerde dat er fouten zijn gemaakt op drie niveaus: • HR-procedures: de cyclus van aannemen en functionerings- en beoordelingsgesprekken is niet goed gevolgd. • Het gewicht van de negatieve signalen van betrokkenen bij de projecten is niet goed genoeg ingeschat. • Er is niet duidelijk genoeg gecommuniceerd over de oplossingen die al waren doorgevoerd voor problemen binnen de programma’s. Toen de ernst van de situatie duidelijk was, is adequaat ingegrepen. De financieel directeur heeft samen met een externe accountant een onderzoek gedaan naar de aard van de beschuldigingen tegen ZOA. De algemeen directeur heeft twee bezoeken aan Ethiopië afgelegd, waarbij hij ontmoetingen heeft gehad met alle betrokkenen, waaronder ook donoren. Daarnaast zijn bezoeken afgelegd aan donoren in Geneve en Washington. Ten slotte werd een nieuwe interim landendirecteur aangesteld. Dankzij deze ingrepen heeft ZOA het vertrouwen van donoren weer terug kunnen winnen. Na een aantal moeilijke maanden, besloot de UNDP om het programma weer te financieren. Per 1 februari 2011 is een nieuwe landendirecteur benoemd. De lessen die ZOA heeft geleerd uit de situatie in Ethiopië zijn meegenomen in het nieuwe strategische plan voor 2011 – 2014. Een belangrijk leerpunt is dat de communicatie over ZOA’s mandaat, doelstellingen en planning voor een specifiek programma richting de doelgroep van groot belang is.

63 - jaarverslag 2010


Partnerschappen

ZOA maakt deel uit van diverse partnerschappen en samenwerkingsverbanden met organisaties binnen Nederland en op Europees en internationaal niveau. In 2010 is opnieuw de toegevoegde waarde van samenwerking gebleken. • In 2010 tekende ZOA een Memorandum of Understanding met de Canadese organisatie CRWRC. Deze organisatie was een belangrijke partner, waarmee ZOA in 2010 samenwerkte in Haïti, Pakistan, Liberia en Uganda. • ZOA heeft in 2010 het lidmaatschap aangevraagd van ICVA (International Council of Voluntary Agencies) in Geneve. Het lidmaatschap van deze organisatie biedt ZOA een ingang bij de VN, waarbij ZOA kan meepraten over beleidsontwikkelingen binnen de UNHCR, UNOCHA en IASC. • Red een Kind, Tear, Woord en Daad, Dorcas en ZOA werkten - in wisselende samenstelling - succesvol samen bij noodhulpcampagnes voor Haïti, Pakistan en Myanmar. Zie ook hoofdstuk 6, Noodhulp. • Het Dutch Consortium for Rehabilitation, een samenwerkingsverband van ZOA, Save the Children Nederland, CARE Nederland en HealthNet TPO, waarvan ZOA de penvoerder is, was succesvol in haar aanvraag in het kader van MFS2. Zie ook hoofdstuk 10, het directieverslag. • Kindernothilfe, Acet, Woord en Daad, Tear en ZOA sloten hun gezamenlijke bewustwordingscampagne over hiv/aids af met een groot aantal succesvolle activiteiten in 2010. Zie ook paragraaf 7.1 over de Act Positive campagne. ZOA heeft zich in 2010 bezonnen op de inhoud van haar lidmaatschap van Prisma, een samenwerkingsverband van christelijke ontwikkelingsorganisaties. ZOA ziet de meerwaarde van dit lidmaatschap op het vlak van lobby, identiteit en bezinning. Prisma heeft, in samenwerking met de ICCO-alliantie, een financieringsaanvraag in het kader van MFS2 ingediend. ZOA heeft een aanvraag ingediend via het Dutch Consortium for Rehabilitation en participeert daarom niet in de financieringsaanvraag van Prisma, mede vanwege het verschil in mandaat van de deelnemende organisaties in de twee consortia. ZOA zoekt naar een nieuwe manier om het lidmaatschap van Prisma vorm te geven, waarbij de nadruk ligt op het deelnemen aan activiteiten op het gebied van lobby en bezinning. Het vormgeven van een nieuw juridisch kader voor dit lidmaatschap zal in 2011 worden afgerond. Een overzicht van alle partnerschappen en samenwerkingsverbanden waarvan ZOA lid is, of waaraan ZOA deelneemt, is te vinden in hoofdstuk 3 ‘Profiel’.

64 - jaarverslag 2010


9. Ondernemingsraad Een nieuw or-lid Sandra Vogd (donor account manager) werd in 2010 gekozen als nieuw or-lid. ‘Ik vind het belangrijk om betrokken te zijn bij de organisatie, meer dan alleen via mijn dagelijks werk. Ik vind het belangrijk om te weten wat er leeft onder collega’s en om te zorgen voor een goede wisselwerking tussen de directie en de medewerkers. Als or-lid krijg je een andere inkijk in de organisatie, dat maakt de functie interessant. Voor mijn collega’s ben ik een aanspreekpunt. Ik vind het leuk om te merken dat ze mij als or-lid weten te vinden. Ik wil ook graag, als ik op bezoek ben in een van de programmalanden, het werk van de or daar onder de aandacht brengen.’

ZOA-medewerkers die werken onder een Nederlands contract worden vertegenwoordigd door de ondernemingsraad. De ondernemingsraad adviseert de directie en betrekt de medewerkers bij organisatorische en beleidsmatige ontwikkelingen binnen de organisatie. De or heeft vijf leden. Drie leden vertegenwoordigen de medewerkers in Nederland en twee leden vertegenwoordigen de medewerkers in Afrika en Azië. In 2010 werd een vacature voor een or-lid namens de Nederlandse medewerkers vervuld. Er is nog een vacature voor een or-lid namens de medewerkers in het buitenland. De or beschouwt de leden van de managementteams in de programmalanden ook als de achterban die hij vertegenwoordigt, ongeacht of deze collega’s op een Nederlands of op een lokaal contract werkzaam zijn. Degenen die op een lokaal contract voor ZOA werken worden juridisch gezien niet door de or in Apeldoorn vertegenwoordigd. Desondanks vindt de or het belangrijk om op de hoogte te zijn van wat de managementteams bezighoudt. Besproken onderwerpen: • De or heeft de directie geadviseerd over het eventueel invoeren van een dertiende maand tegen inlevering van vrije dagen. De or heeft een enquête gehouden onder het personeel over dit onderwerp, en de uitslag daarvan gedeeld met de directie. Daaruit bleek dat de directie er goed aan zou doen om medewerkers een keuzemogelijkheid te geven. • De directie heeft de or een instemmingsmemo met betrekking tot een Code of Conduct voorgelegd. De or heeft die instemming gegeven. • Een voorstel van de directie met betrekking tot een vergoeding voor medische kosten van een tweejaarlijkse keuring van medewerkers is besproken. De or heeft hiermee ingestemd. • De jaarrekening over 2009, de resultaten over 2009 en de begroting voor 2011 heeft de or ter informatie gekregen. • Algemene terugkoppeling van het MT aan de or over de halfjaarlijkse IRM. Evaluatie

De meerwaarde van de or bleek in 2010 met name bij de discussie over het al of niet invoeren van een dertiende maand. De or heeft hierbij aangevoeld dat de mening hierover onder de medewerkers verdeeld was. Op advies van de or heeft de directie de medewerkers een keuzemogelijkheid geboden. Het blijft een uitdaging om medewerkers te betrekken bij het werk van de or. Met name voor medewerkers in het buitenland zijn de onderwerpen waar de or zich mee bezighoudt, vaak te veel verwijderd van hun dagelijkse realiteit. Een teken van groeiende betrokkenheid was het feit dat er voor het eerst een verkiezing voor een nieuw or-lid is gehouden. In tegenstelling tot andere jaren, waren er in 2010 twee gegadigden voor een vacature. Het verspreiden van gebruikersvriendelijke memo’s, naast de notulen, blijkt een goede manier om medewerkers beter op de hoogte te houden van het werk van de or. Deze zogenaamde OR-TALKS worden ook naar de programmalanden gestuurd.

65 - jaarverslag 2010


10. Verslag van de directie

66 - jaarverslag 2010


Het afgelopen jaar was voor ZOA een jaar van afsluiten en herbezinnen. Mede naar aanleiding van de midtermevaluatie van het strategiedocument Signs of Hope in 2009 is nagedacht over het nieuwe strategiedocument voor 2011 – 2014. Uit de evaluatie bleek dat deze goed werkt en past bij ZOA. De aanpak van ZOA kenmerkt zich door een programmatische benadering. ZOA richt zich op een programmagebied en formuleert voor dat gebied een hoofddoelstelling. Alle projecten die worden gepland en uitgevoerd zijn geïntegreerd en dragen bij aan die hoofddoelstelling. Uiteindelijk gaat het erom de lokale bevolking te helpen op eigen benen te staan, zodat zij in hun eigen bestaan kunnen voorzien. Het gaat er om ‘tekenen van hoop’ te creëren op plaatsen waar wanhoop mensen lange tijd in de greep heeft gehouden. Die tekenen van hoop kan ZOA in de programmalanden bieden, dankzij de sterke verbondenheid met een trouwe achterban in Nederland. Ondanks de financiële crisis hebben donateurs weer meer gegeven dan in voorgaande jaren. Het is een zeer bemoedigend teken dat in tijden van bezuiniging, onze achterban niet wil bezuinigen op de ondersteuning van kwetsbare mensen in nood. 10.1 Strategie

Uit de evaluatie van het strategiedocument Signs of Hope voor de periode 2007 – 2010 die in 2009 gehouden is, bleek dat het systeem voor beleidsontwikkeling, goed functioneert. Alle procedures lopen naar behoren en rapportages, plannen, besprekingen en evaluaties worden op tijd uitgevoerd. Dit werd ook geconstateerd in de ISO-audit in 2010. Uit de evaluatie kwamen drie aanbevelingen naar voren, die zijn meegenomen bij het vaststellen van een nieuw strategiedocument voor de periode 2011 – 2014: 1. ZOA kan haar christelijke identiteit meer gestructureerd door laten werken in haar programma’s. 2. ZOA moet het aantal sectoren voor interventie in alle programmalanden beperken. 3. ZOA zou haar mandaat als organisatie die zich richt op wederopbouw, moeten versterken. In hoofdstuk 8 ‘Kwaliteitscontrole, verantwoording en evaluatie’ wordt meer diepgaand ingegaan op de uitkomsten van de evaluatie van Signs of Hope. Veel tijd is vervolgens besteed aan het uitdenken en vaststellen van de strategie voor de komende vier jaar. Op hoofdlijnen gaat ZOA verder op de koers die is uitgezet in het vorige strategiedocument; het nieuwe document verschilt op accenten van het vorige. De nadruk ligt sterker op het werken via lokale partners, het zogenoemde hybride model. Dat betekent dat, waar mogelijk, ZOA in programmagebieden werkt via lokale partnerorganisaties en/of overheden. Dit is wel afhankelijk van de lokale situatie; niet overal is er een sterk maatschappelijk middenveld of een sterke overheid aanwezig. In het nieuwe strategiedocument zal de nadruk ook nog meer liggen op de ‘core-business’ van ZOA: het ondersteunen van mensen zodat ze opnieuw kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud. ZOA streeft ernaar dat mensen steeds minder afhankelijk zijn van wat ngo’s aan diensten leveren, en weerbaarder tegen tegenslagen die – zowel op persoonlijk niveau als in gemeenschappen - kunnen plaatsvinden. Een derde accentverschuiving is dat ZOA waar mogelijk met verwante organisaties wil werken in consortia. Binnen zo’n consortium komt verschillende expertise bij elkaar. Een consortium staat ook sterker bij het aanvragen van fondsen. Zo had het Dutch Consortium for Rehabilitation (bestaand uit ZOA, Save the Children Nederland, CARE Nederland en HealthNet TPO) in 2010 succes bij de aanvraag in het kader van MFS2. 10.2 Medefinancieringsstelsel - MFS2

Nederlandse ontwikkelingsorganisaties kunnen (voor een deel) worden gesteund door financiering vanuit de overheid. Het medefinancieringsstelsel van het Ministerie van Buitenlandse Zaken geeft daarvoor een aantal criteria. Voor de periode 2011 – 2015 konden Nederlandse organisaties een financieringsaanvraag doen. Het Dutch Consortium for Rehabilitation, waarvan ZOA de penvoerder is, heeft financiering gevraagd voor programma’s in vijf landen: Burundi, Congo, Liberia, Sudan en Uganda. In 2010 is veel tijd gestoken in het opstellen van een financieringsvoorstel dat aan de MFS-criteria voldeed. 65,7 procent van het aangevraagde bedrag is toegekend. Dat betekent dat het consortium de voorgestelde programma’s niet volledig kan uitvoeren. Elke organisatie binnen het consortium maakt daarin

67 - jaarverslag 2010


een eigen overweging. Een aantal organisaties heeft besloten om niet in elk van de vijf landen projecten te gaan uitvoeren. ZOA heeft besloten kleinschaliger programma’s uit te voeren, maar om dat wel in elk van de vijf landen te doen. Onderdeel van het financieringsvoorstel was een voorstel voor een controlestructuur om de kwaliteit van het werk van het consortium te garanderen. Nu de MFS-financiering toegekend is, is een stuurgroep aan de slag gegaan om deze structuur op te zetten. De afspraken, doelstellingen en indicatoren zijn hierin vastgelegd. Daarnaast zijn thema’s benoemd en coördinatoren aangesteld. De financiering vanuit het MFS beslaat vijftien procent van ZOA’s inkomsten. Daarmee is ZOA een organisatie die sterker afhankelijk is van een trouwe achterban en van donateurs, dan van financiering vanuit de overheid. ZOA hecht dan ook veel waarde aan de verbinding met de achterban. 10.3 Noodhulp

Naar aanleiding van de noodhulp die ZOA in 2010 verleende in Haïti en Pakistan, heeft de organisatie de noodhulpstrategie verder aangescherpt. Voorheen verleende ZOA alleen noodhulp in programmalanden waar de organisatie al werkzaam was en in nieuwe landen via een noodhulpcluster. Bij de noodhulp in Haïti en Pakistan ging ZOA verder. In deze landen was ZOA nog niet werkzaam, maar na de natuurrampen in 2010 zijn ZOA-medewerkers ernaar toe gegaan om lokale organisaties bij te staan met specifieke kennis over noodhulp en wederopbouw na rampen. In beide landen committeert ZOA zich voor een periode van drie jaar, met een beperkt aandachtsgebied. Het begrip noodhulp in ZOA’s context is opnieuw gedefinieerd: niet alleen als het lenigen van de eerste nood, maar ook wederopbouw in de eerste jaren na een ramp, waarbij ook gewerkt wordt aan grotere weerbaarheid tegen eventuele toekomstige rampen. 10.4 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Het is niet meer dan vanzelfsprekend dat ZOA maatschappelijk verantwoord opereert. Dat komt naar voren in milieumaatregelen op het hoofdkantoor in Nederland: het gebruiken van fair trade-producten, FSC-gecertificeerd papier, milieubewust afvalbeheer, het gebruik van groene stroom en maatregelen om CO2-uitstoot te compenseren. ZOA functioneert ook als platform voor bedrijven en ondernemers die zelf maatschappelijk verantwoord willen werken. Ondernemers die lid zijn van het ZOA Business Ambassadors Network kunnen met hun expertise en financiële middelen projecten initiëren of op een hoger plan tillen. Voor de bedrijven is dit een waardevolle ervaring, voor ZOA is het een uitgelezen mogelijkheid om te kunnen profiteren van de expertise van ondernemers. 10.5 Medewerkers

ZOA werkt met het zogenaamde hybride model als het gaat om de samenwerking van lokale partners. Dit houdt in dat ZOA waar mogelijk werkt via lokale partners en met lokale medewerkers. Om die reden bestaat een belangrijk deel van ons werk uit het opbouwen van de capaciteit van lokale organisaties. Dit stelt bijzondere eisen aan onze medewerkers. Het betekent ook dat in ieder land de teams weer een andere samenstelling en omvang hebben. De meeste medewerkers worden lokaal geworven. De samenstelling van de managementteams is gevarieerd. Gemiddeld komt een derde uit het land zelf, een derde uit Nederland en een derde uit andere landen. Om de banden aan te halen met velen die in het verleden voor ZOA hebben gewerkt is in oktober een ontmoetingsavond georganiseerd tussen medewerkers en oud-medewerkers. Ruim tweehonderd gasten maakten deze avond tot een groot succes. In 2010 is een gedragscode (Code of Conduct) voor het personeel geïmplementeerd om explicieter ZOA’s waarden en normen te promoten. De intentie van de code is om goed bestuur, transparantie en accountability te bevorderen. Ook is het gericht op het beschermen en promoten van de rechten van medewerkers en vrijwilligers in de uitvoering van hun werkzaamheden.

68 - jaarverslag 2010


Het traineeprogramma, dat in 2009 startte om jonge mensen een kans te geven werkervaring op te doen, wierp in 2010 de eerste vruchten af. Vijf trainees konden doorstromen naar een junior-functie. Een prachtige kans voor jonge mensen om een werkplek te vinden en ook voor ZOA om gemotiveerde en getalenteerde jongeren aan zich te binden. Belangrijke ontwikkelingen binnen de organisatie worden ook in de Ondernemingsraad besproken om te waarborgen dat de belangen van het personeel goed worden afgewogen. In hoofdstuk 9 is het verslag van de ondernemingsraad opgenomen. 10.6 Vrijwilligers

Vrijwilligers hebben een belangrijke toegevoegde waarde voor ZOA. Vrijwilligers kunnen heel specifieke taken vervullen die ZOA anders relatief duur zou moeten inkopen, in verband met de tijdelijkheid van een opdracht (bijvoorbeeld een specialist op telecommunicatiegebied of een financieel specialist). Ook springen vrijwilligers bij in korte periodes van drukte, bijvoorbeeld voor de collecte of bij noodhulpacties. Voor het benaderen van collectanten is een landelijk netwerk opgezet van regiocoördinatoren die weer plaatselijk coördinatoren aansturen. Vanuit het hoofdkantoor krijgen deze vrijwilligers de ondersteuning die zij nodig hebben voor een goede uitvoering van hun werkzaamheden. Daarnaast wordt er vanuit het hoofdkantoor aandacht besteed aan het motiveren van al deze collectanten. In 2010 zijn vier vrijwilligers uit de Short Term Pool uitgezonden naar Haïti om te ondersteunen bij hulpverlening die op gang kwam na de grote aardbeving op 12 januari 2010. Voor alle leden in de Short Term Pool zijn twee trainingsavonden georganiseerd om hen voor te bereiden op een eventuele uitzending naar het buitenland. Categorie

Aantal vrijwilligers

Vrijwilligers op het hoofdkantoor

15

Collectanten

17.000

Vrijwilligers betrokken bij het organiseren van de huis-aan-huis collecte

550

Vrijwilligers beschikbaar voor het buitenland

25

10.7 SWOT-analyse

In het kader van de jaarlijkse beoordeling van de positie van ZOA in haar omgeving is een interne- en externe analyse gemaakt om de sterke en zwakke punten van de organisatie, en de kansen en bedreigingen uit de omgeving waarin zij werkt, in kaart te brengen. Hieronder zijn de belangrijkste punten opgenomen en kort toegelicht. Sterke punten van ZOA-Vluchtelingenzorg 1. Gedegen organisatie: ZOA heeft een goede balans tussen de formele en informele organisatie waardoor zij slagvaardig kan opereren in landen die onstabiel zijn. 2. Hybride programma/aanpak: doordat ZOA projecten uitvoert weet zij precies wat er gebeurt in de landen en is zij in staat om samen met lokale partners effectieve programma’s uit te voeren. 3. Toewijding en passie bij zowel de medewerkers als de achterban leveren een positieve bijdrage aan het bedienen van de doelgroep. Zwakke punten van ZOA-Vluchtelingenzorg 1. Onvoldoende capaciteit voor het schrijven van goede projectvoorstellen om de institutionele fondsen beter te benutten. 2. In de programmalanden is het verloop van personeel vrij hoog wat ten koste kan gaan van de kwaliteit (kennis en ervaring) in de programma’s. 3. Financiering van landenkantoren: er is een onbalans tussen de looptijd van een landenprogramma (drie tot vijf jaar) en de beschikbare financiering (veelal korter dan een jaar).

69 - jaarverslag 2010


Kansen uit de omgeving 1. Economische ontwikkeling in fragiele omgevingen wordt door donoren gezien als een belangrijk element voor stabiliteit. 2. Het internationale netwerk van ZOA biedt mogelijkheden voor nieuwe samenwerkingsverbanden die bijdragen aan effectievere en efficiëntere programma’s. 3. Groei van de maatschappelijke aandacht voor efficiency en effectiviteit biedt de organisatie de mogelijkheid om zich te onderscheiden. Bedreigingen uit de omgeving 1. De veiligheidssituatie in de landen waar ZOA werkt, beïnvloedt de kwaliteit van het werk. Hoe instabieler de politieke situatie is, des te moeilijker het wordt om de organisatie effectief en efficiënt te laten functioneren. 2. Contracten met institutionele donoren worden steeds meer gericht op de juridische aspecten waardoor meer moet worden geïnvesteerd in compliance management. 3. De aandacht van publiek en media voor hulpverlening bij conflicten en rampen is vaak zeer kort en gericht op specifieke doelen. Hierdoor zijn minder middelen beschikbaar voor ‘forgotten crises’. Genomen maatregelen naar aanleiding van de analyse • Extra capaciteit is aangetrokken om de landen te ondersteunen bij het maken van projectvoorstellen voor institutionele donoren. • Onderzoek wordt gedaan naar een nieuw financieringsmodel voor de landenprogramma’s waarbij financiering wordt afgestemd op de langere termijn behoeften van de landen en de fondsenwervende mogelijkheden. • Onderzoek zal worden gedaan naar het beter borgen van de kwaliteit, kennis en ervaring in de processen van de organisatie om de mogelijke gevolgen van een hoog verloop te compenseren. • ZOA speelt een actieve rol in het zoeken naar nieuwe samenwerkingsverbanden om de effectiviteit en efficiency in de sector als geheel te verhogen. • De resultaten van de onder punt 2 en 3 genoemde onderzoeken zijn meegenomen in het nieuwe strategieplan Signs of Hope 2011-2014. 10.8 Doelstellingen en resultaten

Doelstellingen voor 2010: • ZOA streeft naar continue kwaliteitsverbetering, deels door ISO-certificatie in minstens drie programmalanden • ZOA wil de positie van de doelgroep versterken door hen nauw te betrekken bij planning, monitoring en evaluatie • ZOA hoopt institutionele fondsenwerving te doen groei door het introduceren van donor account management • ZOA streeft naar de verbetering van projectvoorstellen door het introduceren van projectteams die aanvullende ondersteuning bieden • ZOA zal een nieuw strategiedocument opstellen voor de periode 2011 – 2014 • ZOA hoopt MFS2 financiering te krijgen voor de periode 2011 – 2015 Resultaten in 2010: • De ISO-certificatie in de programmalanden heeft vertraging opgelopen. Hoewel in de landen de procedures en systemen op orde zijn, heeft certificatie geen prioriteit gekregen, met name door de aandacht die uitging naar de noodhulpsituaties in Haïti en Pakistan. De certificatie blijft een streven voor de toekomst. • In 2010 is het lidmaatschap van de Humanitarian Accountability Partnership aangevraagd. ZOA verwacht met behulp van de HAP-richtlijnen de positie van de doelgroep verder versterken. De betrokkenheid van de doelgroep in planning, uitvoering en evaluatie van de projecten is ook beschreven in de in 2010 opgestelde Code of Conduct . • In 2010 is donor account management ingevoerd. Donorcontacten zijn gerubriceerd en per rubriek voert een accountmanager de regie. Doordat in 2010 donoren met grotere regelmaat zijn benaderd en geïnformeerd, zijn de inkomsten ook toegenomen. • Om projectvoorstellen te verbeteren, wordt per voorstel een projectteam op ad hoc basis samenge-

70 - jaarverslag 2010


steld. In zo’n projectteam zitten mensen met specifieke kennis van het betreffende land en/of de sector waarop het voorstel betrekking heeft. De inzet van deze projectteams heeft geleid tot een toename van de inkomsten. Ongeveer eenderde van de aanvragen wordt goedgekeurd. ZOA streeft naar goedkeuring van tweederde van alle aanvragen. • Alle besprekingen om een nieuw strategiedocument voor de periode 2011 – 2014 op te stellen, zijn gevoerd. In 2011 wordt het strategiedocument geschreven en formeel goedgekeurd. • ZOA heeft MFS2 financiering verkregen voor de periode 2011 – 2015. ZOA heeft 65,7 procent van het gevraagde bedrag gekregen. Dat betekent dat de programma’s waarvoor ZOA financiering had aangevraagd, kunnen doorgaan, maar in afgeslankte vorm. (Zie ook paragraaf 10.2) Doelstellingen voor 2011 • De programmatische benadering zal in 2011 worden vernieuwd en worden toegepast in alle programma’s. • In de landen waar ZOA zowel met eigen medewerkers als via partnerorganisaties werkt (het hybride model), willen we in 2011 groeien naar een jaarbudget van minimaal 3 tot 4 miljoen euro. • ZOA wil in 2011 haar donorportfolio versterken, niet alleen in omvang, maar ook in kwaliteit; met meerjarenovereenkomsten en een groter aantal donoren. • De afgelopen jaren is het organisatorische en financiële management sterk verbeterd. In 2011 willen we de verbeteringsslag doorzetten, dit jaar met de focus op kwaliteitsverbetering van onze programma’s en de betrokkenheid van de doelgroep bij het werk.

71 - jaarverslag 2010


11. Verslag van de Raad van Toezicht

72 - jaarverslag 2010


ZOA hecht eraan een nauwe band te hebben met de maatschappij waarin zij geworteld is. De organisatie ontleent haar bestaansrecht aan haar achterban. De Raad van Toezicht is met name een orgaan waarin die achterban vertegenwoordigd is. De leden vertegenwoordigen de maatschappij en bieden expertise vanuit verschillende werkvelden. Zo heeft de Raad, naast zijn formele verantwoordelijkheid, daadwerkelijk iets toe te voegen aan de organisatie en kan hij de bestuursvoorzitter van advies dienen.

Nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht: Harry Paul ‘In november bezocht ik samen met een aantal medewerkers van ZOA een vluchtelingenkamp in Thailand. Ik ontmoette een vrouw die daar al 24 jaar woont. Zo’n ontmoeting zet je eigen leven in perspectief; wat zijn mijn zorgen in vergelijking met 24 jaar leven in een vluchtelingenkamp?’ Sinds juni 2010 is Harry Paul (49) voorzitter van de Raad van Toezicht van ZOA-Vluchtelingenzorg. Paul was in 2010 inspecteur-generaal van de Inspectie van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer. Vanaf 1 februari 2011 is hij werkzaam bij Topconsult van de Algemene Bestuursdienst, in welke functie hij betrokken is bij enkele grote reorganisaties in de Rijksdienst. Door zijn werk, heeft Paul een breed netwerk binnen de overheid en het bedrijfsleven. ‘ZOA is voor ons geen onbekende. Mijn vrouw organiseert al jarenlang de huis-aan-huiscollecte in ons dorp. Daarnaast kennen wij ZOA van de sponsornacht die Scholengemeenschap De Driestar jaarlijks houdt. Mijn ontmoetingen met de organisatie van ZOA, met de medewerkers en de leiding zijn heel positief. Ik ben onder de indruk van de betrokkenheid en de inzet van mensen. Ik vind het een eer om als voorzitter van de Raad van Toezicht te mogen bijdragen aan het werk van ZOA!’

11.1 Verhouding directie en Raad van Toezicht

De dagelijkse leiding van de organisatie ligt bij het bestuur, waarvan de directeur de voorzitter is. De Raad van Toezicht heeft enkele formele bevoegdheden, zoals de benoeming van de bestuurder en het goedkeuren van de begroting, en houdt toezicht op hoofdlijnen. De verhouding tussen het bestuur en de Raad van Toezicht is deels formeel en op afstand; de dagelijkse deelbeslissingen liggen bij de directeur. De verhouding heeft ook een informele kant: de Raad van Toezicht en het bestuur hebben dezelfde motivatie: het verbeteren van de positie van de doelgroep. De Raad van Toezicht kan de directie naar behoefte ook adviseren. ZOA voldoet aan de richtlijnen die in de Code Wijffels zijn gegeven voor de verhouding tussen besturen en toezicht houden. Een belangrijk aspect dat de Code benoemt, is transparantie. Een voorbeeld daarvan is de vacature voor de nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht, die is geadverteerd in landelijke kranten. Hierdoor werd een open en transparante procedure gegarandeerd. 11.2 Besproken onderwerpen in 2010

De Raad van Toezicht vergaderde vijf keer in 2010. Daarnaast is er regelmatig tussentijds overleg tussen de directeur en de voorzitter. De Raad heeft in 2010 gesproken over de volgende onderwerpen: • goedkeuring van de jaarrekening over 2009; • de begroting en het jaarplan voor 2011; • de evaluatie van het strategiedocument Signs of Hope; • het nieuwe strategiedocument voor 2011 – 2014; • MFS2; • het directieverslag; • het salaris en nevenfuncties van de directeur; • het business plan; • het WRR-rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’; • strategische keuzes met betrekking tot samenwerking met partnerorganisaties; • de keuze voor uitbreiding naar nieuwe gebieden; • de keuze voor uitbreiding binnen bestaande programmalanden; • de kwartaalrapportages van de directeur; • nieuwe voorzitter Raad van Toezicht.

73 - jaarverslag 2010


11.3 Remuneratie- en auditcommissie

De raad heeft twee commissies die werken conform het daarvoor geldende reglement. De remuneratiecommissie houdt zich bezig met de benoeming van de directeur en voert ook de functioneringsgesprekken met de directeur. De commissie bepaalt ook het salaris van de directeur. De auditcommissie richt zich vooral op de versterking van de interne controlefunctie. De auditcommissie heeft in 2010 vier keer vergaderd, waarvan één maal in de aanwezigheid van de externe accountant. 11.4 Samenstelling van de Raad van Toezicht Naam

Nevenfuncties

Drs. W. Zoeteweij, voorzitter (tot 1 juni 2010)

1 oktober 2000 – 1 oktober 2009, niet herkiesbaar

De heer Zoeteweij is gevestigd als zelfstandig organisatieadviseur en heeft de volgende nevenfuncties: • commissaris bij Crystal Marbles BV te Almere • lid Raad van Advies, Bisnez management te Bergambacht • lid Raad van Toezicht, Gemiva-SVG groep te Gouda • lid Tenderboard Rijkswaterstaat • lid bestuur stichting Schreuders Gouda

Dr. Ir. H. Paul, voorzitter (sinds 1 juni 2010)

1 juni 2010 1 juni 2015 herkiesbaar

Dhr. Paul was tot 1 februari 2011 inspecteur-generaal bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Vanaf 1 februari 2011 is hij werkzaam bij Topconsult van de Algemene Bestuursdienst. Hij heeft de volgende nevenfuncties: • lid van het bestuur van Driestar Educatie • lid van de raad van advies van de International Fellowship of Evangelical Students (IFES) • lid van het Obadja-beraad

Drs. W.J. Adema RA MBA*

1 september 2002 – 1 september 2011, niet herkiesbaar

De heer Adema is voorzitter van de Raad van Bestuur van het Ziekenhuis St. Jansdal te Harderwijk en heeft de volgende nevenfuncties: • voorzitter Raad van Commissarissen Centramed B.A., Onderlinge Waarborgmaatschappij, te Den Haag • voorzitter stichting Dutch Hospital Data, te Utrecht • penningmeester St. Vermogensbeheer Hoogeland Zorg te Beekbergen

J.W. Boogerd*

1 november 2006 – 1 november 2011, herkiesbaar

De heer Boogerd is gepensioneerd bankier en heeft de volgende nevenfuncties: • lid gemeenteraad Maarssen • voorzitter Stichting Ontwikkelingsproject Maarssen-Outjo

Drs. B. Brand MCM*

1 september 2008 – 1 september 2013, herkiesbaar

De heer Brand is lid van het College van Bestuur van de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle en heeft de volgende nevenfuncties: • bestuurslid Stichting Gereformeerd Studentenpastoraat Zwolle • lid algemeen bestuur SURF

Mw. Mr. I. Verbeek trad af in 2010

1 september 2001 – 1 september 2010, niet herkiesbaar

Mevrouw Verbeek is juridisch adviseur en leidinggevende bij DAS Rechtbijstand.

Ing. K.A. de Vries MEd.

1 december 2007 – 1 december 2012, herkiesbaar

De heer de Vries is docent aardrijkskunde Christelijke Scholengemeenschap “Prins Maurits” (Middelharnis). Hij heeft de volgende nevenfuncties: • penningmeester kiescommissie SGP, Borssele. • lid van de schaduwfractie van de SGP-ChristenUnie raadsfractie in Borssele.

Mw. Drs. A.W. Westerveld, arts, MPH

1 januari 2005 – 1 januari 2010, herkiesbaar

Mevrouw Westerveld is arts APGZ (Algemene Preventieve Gezondheidszorg) GGD Fryslân te Leeuwarden.

* Lid van Auditcommissie

De nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht zijn niet strijdig met de belangen van ZOA. Selectie en benoeming van leden en financiële vergoeding

Als er een vacature is voor een lid van de Raad van Toezicht, bepaalt een selectiecommissie, bestaand uit leden van de Raad, welke competenties nodig zijn als aanvulling op de Raad. Deze selectiecriteria worden per openvallende vacature vastgelegd. De vacature wordt openbaar gemaakt en de selectiecommissie en de directeur beoordelen de kandidaten. Op basis van deze gesprekken wordt een kandidaat benoemd.

74 - jaarverslag 2010


Leden van de Raad van Toezicht krijgen geen financiële vergoeding voor hun werkzaamheden. Kosten die zij maken in het kader van hun functie als bestuurslid kunnen zij declareren volgens dezelfde regels die gelden voor ZOA-werknemers. 11.5 Salaris en nevenfuncties van de directeur

Binnen de Raad van Toezicht is in 2010 over het salaris van de directeur gesproken, onder andere naar aanleiding van de maatschappelijke discussie die in 2010 gevoerd werd over de hoogte van de salarissen van directeuren van ontwikkelingsorganisaties. De Raad van Toezicht is van mening dat de hoogte van het salaris enerzijds moet getuigen van goed werkgeverschap en billijkheid. Het salaris moet passen bij de verantwoordelijkheid van het werk van de directeur. Anderzijds is ZOA een organisatie die afhankelijk is van giften, wat noopt tot bescheidenheid. ZOA geeft volledige openheid over de hoogte van het salaris van de directeur – zie hiervoor het financieel jaarverslag, hoofdstuk 12, pagina 78. De Raad van Toezicht heeft op advies van de remuneratiecommissie het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloning en de hoogte van andere bezoldigingscomponenten vastgesteld. Het beleid wordt periodiek geactualiseerd. De laatste evaluatie was in 2007, de volgende is gepland in 2011. Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloning volgt ZOA-Vluchtelingenzorg de Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van VFI en de Code Wijffels (zie www.vfi.nl). De Adviesregeling geeft aan de hand van zwaartecriteria een maximumnorm voor het jaarinkomen. De weging van de situatie bij ZOA-Vluchtelingenzorg vond plaats door de remuneratiecommissie. Dit leidde tot een zogenaamde BSD-score van 495 punten met een maximaal jaarinkomen van € 140.046. De voor de toetsing aan VFI-maxima relevante werkelijke jaarinkomens van de directie bedroegen in 2010 voor de heer J.M. Mooij € 87.739. Deze beloning bleef binnen de VFI-maxima. De hoogte en de samenstelling van de bezoldiging wordt in de jaarrekening toegelicht in de toelichting op de staat van baten en lasten. Naast het jaarinkomen maken ook betaalde sociale verzekerings- en pensioenpremies deel uit van de bezoldiging.

De directeur geeft jaarlijks inzicht in de nevenfuncties die hij vervult. In 2010 waren dat: • Bestuurslid van EU-CORD in Brussel • Bestuurslid van het Bakker de Jong Fonds in Zeist • Voorzitter van het bestuur van ECM Nederland in Deventer (tot juli 2010) • Voorzitter van het bestuur van het 65+-fonds te Deventer (tot juli 2010) ZOA ontleent veel meerwaarde aan het lidmaatschap van de directeur van EU-CORD. Nauwe banden met de EU en met de besturen van andere lidorganisaties zorgen dat ZOA rechtstreeks toegang heeft tot belangrijke informatie. Daarnaast is ZOA goed gepositioneerd in het bijbehorende relatienetwerk van EU-CORD. ZOA kan daardoor andere organisaties gemakkelijker benaderen over specifieke aangelegenheden, en kan ook zelf gemakkelijker benaderd worden. Elk jaar beoordeelt de Raad van Toezicht of de nevenfuncties niet in conflict zijn met de verantwoordelijkheden als directeur. De Raad heeft geoordeeld dat de nevenactiviteiten van de directeur zich goed verhouden tot zijn verantwoordelijkheden voor ZOA. 11.6 Evaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht Evaluatie van aanbevelingen uit 2009

De Raad van Toezicht evalueert een keer per jaar het eigen functioneren. Uit de evaluatie van 2009 kwamen drie aanbevelingen voort. In 2010 is de Raad met deze aanbevelingen op de volgende wijze aan de slag gegaan: • De Raad van Toezicht streeft naar een meer programmatische betrokkenheid door middel van themabijeenkomsten en uitgebreide tussentijdse rapportages. De Raad van Toezicht wil voorkomen dat een te grote afstand ontstaat tussen de Raad en het dagelijks bestuur. Hoewel de dagelijkse gang van zaken onder de verantwoordelijkheid van het bestuur valt, willen de leden van de Raad van Toezicht de overwegingen en afwegingen van het bestuur kunnen begrijpen. Er is besloten dat elk van de leden ten minste een keer in de twee jaar een veldbezoek aflegt om

75 - jaarverslag 2010


voeling te houden met de dagelijkse praktijk van ZOA’s werk. Daarnaast laat de Raad zich informeren door middel van presentaties door ZOA-medewerkers. • Om effectiever te kunnen vergaderen wordt een agendacommissie ingesteld. Het agendacomité heeft een jaaragenda vastgesteld waarbij is aangegeven welke vaste onderwerpen (zoals de rapportage van de auditcommissie, het bespreken van het personeelsbeleid, de jaarrekeningen en jaarplannen) worden besproken. Per vergadering is ook een vast thema vastgesteld. • De Raad van Toezicht wil bepalen wat het niveau van de algemene reserves is in relatie tot het risicoprofiel van de organisatie in 2010. • De Raad heeft in 2010 een beter zicht gekregen op de hoogte van de algemene reserves. Zo is duidelijker geworden hoe groot de buffer is bij onvoorziene kosten of bij tegenvallende financiering. De Raad denkt mee over hoe de reserves kunnen aangroeien en hoe, bij het starten van nieuwe projecten, het juiste evenwicht gevonden kan worden tussen externe middelen en giften. Evaluatie van de Raad van Toezicht in 2010

Ook in 2010 heeft de Raad van Toezicht het eigen functioneren geëvalueerd. Daaruit kwam naar voren dat • het van belang is dat de Raad scherp definieert waar de eigen taken en verantwoordelijkheden liggen ten opzichte van die van het bestuur; • de Raad van Toezicht, als het gaat om de kwaliteit en expertise van de individuele leden, moet aansluiten op de professionele organisatie van ZOA-Vluchtelingenzorg; • het nog niet goed genoeg gelukt is om vorm te geven aan het vertegenwoordigen van ZOA’s achterban. Speerpunten voor 2011

Op basis van de aandachtspunten die naar voren kwamen uit de evaluatie van de Raad van Toezicht heeft de Raad de volgende speerpunten voor 2011 geformuleerd: • De Raad van Toezicht moet het onderscheid tussen besturen en toezicht houden helder voor ogen houden. De Raad moet zich richten op kritisch toezicht houden op hoofdlijnen en niet te veel op details willen controleren. • De Raad streeft ernaar om van toegevoegde waarde te blijven voor het bestuur. Bij het benoemen van nieuwe leden zal dan ook zorgvuldig worden geoordeeld of zij competenties hebben die aansluiten op wat de organisatie nodig heeft. • De Raad moet systematisch nadenken over mogelijkheden om de achterban beter te vertegenwoordigen. De Raad wil voeling houden met de achterban.

76 - jaarverslag 2010


77 - jaarverslag 2010


12. Jaarrekening

78 - jaarverslag 2010


79 - JAARVERSLAG 2008


12.1 Algemene beschouwing 12.1.1 Algemene ontwikkelingen

Het jaar 2010 is financieel sterk beïnvloed door de twee noodhulpacties voor Haïti en Pakistan. De gerealiseerde groei aan inkomsten is dan ook nagenoeg volledig aan deze acties toe te schrijven. ZOA is dankbaar dat haar eigen achterban zo sterk heeft gereageerd op de grote nood. In DR Congo, Ethiopië en Liberia is minder programmageld besteed dan gepland. Diverse donoren zijn voorzichtig met het investeren in deze landen wat directe gevolgen heeft voor de omvang van het betreffende landenprogramma van ZOA. Door de acuut grote nood in Afghanistan en Sri Lanka kwamen daarentegen onverwacht meer middelen beschikbaar. In Nederland zijn de programmakosten voor draagvlakversterking en monitoring en evaluatie licht gestegen. Het CBF-percentage en de kosten voor Administratie en Beheer zijn gedaald ten opzichte van het budget door strakke bewaking van de kosten. Overzicht van donor inkomsten over de laatste 3 jaren

Besteed aan doelstelling in % van bestedingen

x € 1.000.000 93% 25

92% 91%

20

90% 15

17,819

17,314

18,611

10

88%

1,362 1,588

2,009

87% Subsidies

5

0

89%

Acties derden 6,642

6,599

8,504

2008

2009

2010

86%

Eigen fondsenwerving 2008

12.1.2 Ontwikkeling van het nettoresultaat en de algemene reserves

Ten opzichte van het budget is de ontwikkeling van het nettoresultaat (de mutatie in de reserves) als volgt (* € 1.000) Gebudgetteerd resultaat

125

Lagere kosten in Nederland

340

Hogere koersresultaten en overige baten

284

Vrijval voorziening programmaverplichtingen

250

Extra bijdrage aan projecten in programmalanden

-60

Lagere bijdrage landen uit algemene middelen

-29

Overige resultaten

-96

Gerealiseerd resultaat

814

Ten opzichte van het budget zijn in Nederland minder kosten gemaakt. Dit voordelige verschil van ongeveer € 340.000 is tezamen met de overige baten € 284.000 (het saldo van rentebaten en koersresultaten in Nederland) ingezet voor niet door externe fondsen gedekte programma-activiteiten. Een deel van het gerealiseerde resultaat (€ 274.000) wordt in 2011 en 2012 direct weer ingezet in de programmalanden om lopende programma’s goed te kunnen afronden. De extra reservering voor de programmalanden is noodzakelijk om de reeds gestarte activiteiten te kunnen afronden. Vanwege de (eind-) fase waarin de betreffende programma’s zich bevinden zijn hiervoor minder externe fondsen beschikbaar waardoor ZOA genoodzaakt is deze uit algemene middelen te financieren.

80 - jaarverslag 2010

2009

2010


In relatie tot de risico’s die ZOA loopt, zijn deze reserves aan lage kant. ZOA probeert dan ook jaarlijks uit het nettoresultaat, het overschot of tekort dat resteert nadat aan alle verplichtingen is voldaan, middelen aan de reserves toe te voegen. Het gerealiseerde overschot van € 540.000 is dan ook volledig aan de reserves toegevoegd. Zie voor meer informatie de toelichting bij de reserves. 12.1.3 Beleggingen

ZOA heeft relatief veel liquide middelen. Dit wordt veroorzaakt door vooruitbetalingen van donoren. Aangezien deze op korte termijn moeten worden ingezet voor projecten zijn geen middelen beschikbaar om langdurig te beleggen. Om deze reden is er voor gekozen om tijdelijk overtollige middelen op een renterekening bij een van de twee huisbankiers (Rabobank en ING Bank) te stallen. Gemiddeld hebben we in 2010 2% rente ontvangen over uitstaande gelden. Een uitgebreide beleggingsstrategie is niet noodzakelijk. Wel zijn de banken schriftelijk gewezen op het verantwoord beleggen van de middelen die wij via de renterekeningen ter beschikking stellen. 12.2 Jaarrekening 2010

ACTIVA

31 december 2010

31 december 2009

BALANS PER 31 DECEMBER 2010

Materiële vaste activa: Gebouw

280.849

Kantoorinventaris en -apparatuur

198.561

181.765

Transportmiddelen in programmalanden

270.708

207.974

302.169

750.118

691.908

2.850

4.061

3.739.508

3.642.362

Liquide middelen

12.923.954

10.163.027

Totaal Activa

17.416.430

14.501.358

Voorraden Vorderingen

PASSIVA

31 december 2010

31 december 2009

Reserves en fondsen Continuïteitsreserve Algemeen

3.056.671

2.516.365

Voorfinanciering

1.000.000

1.000.000

Financiering activa

752.968

695.969 4.809.639

4.212.334

Bestemmingsreserve Programmagarantie

303.566

209.993

Noodhulp

625.144

462.385

Overige

401.823

441.842 1.330.533

1.114.220

Fondsen voor Wederopbouw projecten

1.422.572

Noodhulp projecten

3.190.070

1.398.336 2.030.772 4.612.642

3.429.108

10.752.814

8.755.662

Schulden op korte termijn

Totaal Passiva

Belastingen en sociale premies

101.705

88.634

Personeelskosten

113.484

103.259

Vooruitontvangen

3.749.745

2.994.006

Overige schulden en transitoria

2.698.682

2.559.797 6.663.616

5.745.696

17.416.430

14.501.358

81 - jaarverslag 2010


BATEN

Werkelijk 2010

Budget 2010

Werkelijk 2009

Huis aan huis collecten

942.355

1.015.000

923.928

Nalatenschappen

276.281

200.000

223.940

7.285.661

5.529.000

5.450.639

Baten uit eigen fondsenwerving

Contributies, donaties, giften en schenkingen

8.504.297

6.744.000

6.598.507

1.361.631

600.000

1.204.162

18.611.005

18.176.738

18.119.119

Rentebaten

140.900

0

195.114

Koersresultaten en overige baten

143.547

0

19.816

28.761.380

25.520.738

26.136.718

Baten uit acties van derden Subsidies van overheden

SOM DER BATEN

LASTEN

Werkelijk 2010

Budget 2010

Werkelijk 2009

Besteed aan doelstellingen Wederopbouw Eigen programma’s/ projecten Verstrekte steun/subsidies aan lokale partners

16.305.838

18.105.00

1.323.555

0 17.629.393

14.407.368 397.713 18.105.000

14.805.082

STAAT VAN BATEN EN LASTEN

Noodhulp Verstrekte steun via hulporganisatie ter plaatse

2.347.547

1.500.000

1.593.810

Direct verstrekte hulp

1.823.863

2.098.000

4.054.578

Voorbereiding en coĂśrdinatie vanuit Nederland Voorlichting/bewustwording Totaal besteed aan doelstelling

4.171.410

3.598.000

5.648.387

1.250.758

1.353.585

1.178.440

1.305.627

1.228.218

1.225.581

24.357.188

24.284.803

22.857.490

Werving baten Kosten eigen fondsenwerving

939.377

Kosten acties van derden

11,0 %

1.079.365

80.528

Kosten verkrijging subsidies

101.064

279.595

1.107.541

4,1%

SOM DER LASTEN OVERSCHOT/-TEKORT

Per saldo onttrokken/toegevoegd aan:

14,5 %

55.548

318.319 1.299.500

Beheer en Administratie

955.067

16,0 %

206.180 1.498.748 1.223.198

4,5%

1.216.795 1.083.462

4,3%

26.764.229

27.006.749

25.157.747

1.997.151

-1.486.011

978.971

Werkelijk 2010

Budget 2010

Werkelijk 2009

Fondsen Hulpverleningsfondsen: Wederopbouw projecten Noodhulp projecten

24.235

-112.500

628.357

1.159.298

-1.498.089

-164.312

1.183.533

-1.610.589

464.045

Reserves Continuiteitsreserve

540.306

124.578

386.239

Financiering activa

56.999

0

-60.820

Programmagarantie

93.573

0

6.282

Noodhulp

162.759

0

15.047

Overige bestemmingsreserve

-40.019

TOTAAL MUTATIE RESERVES EN FONDSEN

82 - jaarverslag 2010

0

168.177

813.618

124.578

514.926

1.997.151

-1.486.011

978.971


KASSTROOMOVERZICHT

Volgens de directe methode: Werkelijk 2010

Budget 2010

Werkelijk 2009

Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangsten Uit eigen fondsenwerving Uit acties van derden Subsidies Overige

8.504.297

6.744.000

6.598.507

1.361.631

600.000

1.204.162

19.808.526

18.176.737

16.090.822

-254.481

0

25.884

29.419.973

25.520.738

23.919.376

Betalingen Programma- en coördinatiekosten Fondsenwerving, administratie en beheerskosten

23.957.888

24.284.803

2.290.509

2.721.946

22.916.582 2.191.589

-26.248.397

-27.006.749

-25.108.171

3.171.576

-1.486.011

-1.188.794

Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investerings activiteiten: Investeringen in materiele vaste activa

-534.278

-400.856

Desinvesteringen in materiele vaste activa

131.418

13.151

1.211

2.026

Aanwending voorraden voor projecten Mutatie geldmiddelen

2.760.927

-1.486.011

1.574.473

Liquide middelen 31 december

12.923.954

10.163.027

Liquide middelen 1 januari

10.163.027

11.737.501

Mutatie geldmiddelen

2.760.927

-1.486.011

-1.574.474

De toename van de liquide middelen wordt voornamelijk veroorzaakt door ontvangen noodhulpgelden ten behoeve van Haïti en Pakistan waarvan een groot deel in 2010 nog niet is besteed. Daarnaast is de post ‘vooruitontvangen van donoren’ sterk gestegen door onder meer een vooruitbetaling van de Australische overheid (AUSAID) ten behoeve van projecten in Sri Lanka. De overige ontvangsten zijn negatief door voorfinanciering van projectfondsen. RATIO’S Solvabiliteit

Werkelijk 2010

Budget 2010

62%

60%

Werkelijk 2009 60%

Reserves en fondsen

10.752.814

8.755.662

Totaal vermogen

17.416.430

14.501.358

Liquiditeit Vlottende activa minus voorraden Kortlopende schulden

250%

200%

240%

16.663.462

13.805.389

6.663.616

5.745.696

In het budget 2010 is rekening gehouden met de volledige besteding van gelden voor Sri Lanka. Hiervan is per 31 december 2010 nog ongeveer € 500.000 beschikbaar. De opbrengst van de nieuwe noodhulpacties voor Haïti en Pakistan bedroeg ruim 2.6 mln. wordt grotendeels na 2010 besteed. Samen met de dotatie aan de reserves leidt dit tot een sterke verbetering van de liquiditeit en solvabiliteit.

83 - jaarverslag 2010


Toelichting bij de jaarrekening over 2010 Algemeen

De jaarrekening is opgesteld volgens de Richtlijn 650 Fondsenwervende Instellingen (herzien in 2011). De wijziging in de herziene richtlijn heeft geen invloed op vermogen en resultaat van ZOA-Vluchtelingenzorg Verslaggevingperiode

Bij deze jaarrekening is uitgegaan van een verslagperiode van een jaar. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor zover niet anders is vermeld, zijn activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Ontvangsten en uitgaven zijn toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Transacties in vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de geldende wisselkoers per de transactiedatum. Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta zijn per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. Niet-monetaire activa en passiva in vreemde valuta’s die tegen historische kostprijs zijn opgenomen, worden naar euro’s omgerekend tegen de geldende wisselkoersen per transactiedatum. De bij omrekening optredende valutakoersverschillen zijn als resultaat in de staat van baten en lasten opgenomen. Gebruik van schattingen

Om de jaarrekening te kunnen opstellen, is het nodig dat de algemeen directeur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die invloed hebben op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa, verplichtingen, baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Afrondingen

Door afronding op hele euro’s kunnen kleine verschillen voorkomen. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa

De gebouwen, verbouwingen, inventaris, apparatuur en vervoermiddelen in programmagebieden worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Er worden slechts onderhoudsuitgaven gedaan als zij de economische gebruiksduur van het object verlengen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. • Gebouwen : 31/3 % • Verbouwingen : 10 % • Inventaris en apparatuur : 25 % • Transportmiddelen in programmagebieden : 331/3 % Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Vorderingen en overlopende activa

Vorderingen worden gewaardeerd op de nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de inbaarheid van de vorderingen.

84 - jaarverslag 2010


Reserves

De continuïteitsreserve is gevormd om de continuïteit te waarborgen in geval van (tijdelijke) sterk tegenvallende opbrengsten. De beperkte bestedingsmogelijkheid van de bestemmingsreserves is door het bestuur bepaald. Dit is geen verplichting; het bestuur kan deze beperking zelf opheffen. Overige reserves betreffen reservemiddelen die resteren na de eerder genoemde bestedingen. Fondsen

Fondsen betreffen middelen die zijn verkregen met een door derden aangegeven specifieke bestemming. Personeelsbeloningen/pensioenen

Verplichtingen in verband met bijdragen aan pensioenregelingen op basis van toegezegde bijdragen worden als last in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarover de bijdragen zijn verschuldigd. Schulden

Onder de overige schulden zijn onder meer de programmaverplichtingen opgenomen. ZOA gaat (subsidie)verplichtingen aan in de gebieden waar zij werkzaam is. Vaak betreft dit verplichtingen voor meerdere jaren. Van een (subsidie)verplichting is sprake nadat het bestuur een besluit terzake heeft genomen en dit kenbaar heeft gemaakt aan de (subsidie)ontvanger, veelal de doelgroep vertegenwoordigd door een lokale organisatie of overheid, waardoor een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting ontstaat. Deze verplichting wordt op de balans als schuld opgenomen wanneer de totale contractwaarde van donoren onvoldoende is om deze programmaverplichtingen te dekken. Verplichtingen die betrekking hebben op jaren na één jaar na de balansdatum, worden verwerkt onder de langlopende schulden. Grondslagen voor de resultaatbepaling

Alle opbrengsten worden voor het bruto bedrag onder de baten opgenomen, tenzij dit hoofdstuk uitdrukkelijk anders vermeldt. Kosten die nodig zijn om bepaalde baten te realiseren, worden in de staat van baten en lasten als last gepresenteerd. Baten uit eigen fondsenwerving

Baten waarvoor een specifieke bestemming is aangewezen, worden apart in de toelichting op de staat van baten en lasten toegelicht. Van deze baten wordt maximaal 22% aangewend ter dekking van voorlichtings-, wervings-, beheer- en administratiekosten. Nalatenschappen

Nalatenschappen worden opgenomen in het boekjaar waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Voorlopige uitbetalingen in de vorm van voorschotten worden in het boekjaar waarin ze worden ontvangen verantwoord als baten uit nalatenschappen, voor zover deze niet al in een voorgaand boekjaar zijn verantwoord. Contributies, donaties, giften en schenkingen

Contributies, donaties, giften en schenkingen worden verantwoord in het jaar waarin zij worden ontvangen, met uitzondering van ontvangsten die kunnen worden toegerekend aan een periode waarin een bepaalde mailingactie heeft plaats gevonden. Giften van een zaak in natura worden gewaardeerd tegen de reële waarde in Nederland. Baten uit gezamenlijke acties

De baten uit gezamenlijke acties worden verantwoord in het jaar waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld, met dien verstande dat ontvangen voorschotten in ieder geval worden verantwoord in het jaar waarin ze zijn ontvangen. Baten uit acties van derden

De ontvangen bijdragen van andere fondsenwervende instellingen worden als ‘baten uit acties van derden’ verantwoord voor het door de instelling ontvangen bedrag. Verwerking vindt plaats in het jaar waarin de bate uit de actie van derden is ontvangen dan wel door die derde is toegezegd. Onder acties van derden vallen uitsluitend acties waarvoor ZOA-Vluchtelingenzorg geen risico draagt.

85 - jaarverslag 2010


Subsidies van overheden

Exploitatiesubsidies komen ten gunste van de staat van baten en lasten van het jaar waarin de gesubsidieerde bestedingen komen of waarin de opbrengsten zijn gederfd dan wel het exploitatietekort zich heeft voorgedaan. Subsidies in natura

De ontvangen subsidies in natura, veelal voedsel en hulpgoederen, worden gewaardeerd tegen de waarde vermeld in het aan de goederen gerelateerde contract. Indien het contract hierin niet voorziet, worden de goederen gewaardeerd tegen de waarde in het economisch verkeer op de plaats van ontvangst. Wanneer aan de goederenontvangst geen contract ten grondslag ligt en een betrouwbare waardevaststelling ontbreekt, wordt de transactie niet in de staat van baten en lasten verantwoord. Kosten

Omdat belanghebbenden ook inzicht willen hebben in de omvang en samenstelling van de kosten van de eigen organisatie, is in de toelichting een specificatie van deze kosten gegeven conform het model C van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Bestedingen aan doelstelling

Onder bestedingen aan de doelstelling wordt verstaan de in het boekjaar betaalbaar gestelde bedragen in samenhang met de doelstellingen en de aan het boekjaar toe te rekenen uitvoeringskosten. In de bestedingen, gepresenteerd onder de doelstellingen wederopbouw en noodhulp, zijn onder meer begrepen subsidies aan lokale partners, ingekochte hulpgoederen en voedsel, kosten van ingezet personeel, transportkosten, lokale huisvestings- en kantoorkosten. Verder zijn daarin ook opgenomen de aanschafkosten van de transportmiddelen, kantoorinventaris et cetera, die na beĂŤindiging van het programma ter beschikking worden gesteld aan de lokale partner. Kosten fondsenwervende organisatie

Alle kosten van activiteiten die ten doel hebben mensen te bewegen geld te geven voor ĂŠĂŠn of meer van de doelstellingen, worden aangemerkt als kosten werving baten. Dit houdt in dat de kosten voor propaganda, publiciteit en public relations tot de kosten van werving baten worden gerekend, tenzij sprake is van voorlichtingskosten. Regelmatig is sprake van gemengde activiteiten: voorlichting en fondsenwerving tegelijk. In die gevallen wordt het deel van deze kosten dat betrekking heeft op de voorlichtingsactiviteit daaraan toegerekend. Op basis van de specifieke voorlichtingsdoelen wordt per situatie vooraf bepaald welke verdeelsleutel wordt gehanteerd. Kosten beheer en administratie

Kosten van beheer en administratie zijn de kosten die ZOA-Vluchtelingenzorg maakt in het kader van de (interne) beheersing en administratievoering en die niet worden toegerekend aan de doelstelling of de werving van baten.

86 - jaarverslag 2010


Toelichting op de balans per 31 december 2010 MateriĂŤle vaste activa Gebouwen

Inventaris en apparatuur

Transport middelen

Totaal 2010

Totaal 2009

Stand per 1 januari 2010 Aanschafwaarde

803.114

1.014.729

1.099.874

2.917.717

2.530.013

Cumulatieve afschrijving

500.945

832.965

891.899

2.225.809

1.779.311

Boekwaarde

302.169

181.764

207.975

691.908

750.702

8.655

130.697

403.927

543.279

400.856

Mutaties in de boekwaarde: Investering Desinvestering Afschrijvingen

0

28.331

103.088

131.419

13.151

29.975

107.865

322.911

460.751

459.649

0

22.296

84.805

107.101

13.151

-21.320

16.797

62.733

58.210

-58.794

Afschrijvingen desinvesteringen Saldo

Stand 31 december 2010 Aanschafwaarde

811.771

1.117.095

1.400.712

3.329.578

2.917.717

Cumulatieve afschrijving

530.922

918.534

1.130.003

2.579.460

2.225.809

Boekwaarde

280.849

198.561

270.708

750.118

691.908

De investeringen in 2010 hadden voornamelijk betrekking op transportmiddelen in het buitenland. De activa in Nederland hebben voor ongeveer 40% betrekking op de doelstelling en 60% op de bedrijfsvoering. Activa in de programmagebieden staan 100% ten dienste van de eigen activiteiten gericht op de doelstelling. In totaal is de verdeling als volgt:

Gebouwen

Inventaris en apparatuur

Transport middelen

Totaal 2010

Totaal 2009

In gebruik voor de doelstelling

115.265

120.261

207.708

506.234

In gebruik voor de bedrijfsvoering

165.584

78.300

0

243.884

258.134

280.849

198.561

207.708

750.118

691.908

433.774

ZOA heeft alleen het gebouw in Apeldoorn (Nederland) in eigendom. De actuele waarde hiervan is op 5 november 2010 door een onafhankelijke taxateur getaxeerd op â‚Ź 850.000. In de programmalanden wordt de benodigde huisvesting gehuurd. Voorraden Aanschafwaarde Voorzienigheid voor incourantheid Boekwaarde

31-12-2010

31-12-2009

2.850

4.061

0

0

2.850

4.061

87 - jaarverslag 2010


Vorderingen 31-12-2010

31-12-2009

- Europese Unie

312.364

889.632

- Ministerie van Buitenlandse zaken

741.945

775.304

Nog te ontvangen giften/donaties:

- PSO

82.743

117.718

- VN organisaties

189.970

324.828

- USAID-BPRM

325.354

0

- MRRD (Afghaanse Overheid)

262.956

366.374

96.814

100.419

- Overige Donoren

601.692

481.344

Te ontvangen interest

127.319

98.933

Te ontvangen Fonds op Naam

210.000

140.000

Te ontvangen Nalatenschappen

100.000

- PRISMA/ICCO

Diverse vorderingen en vooruitbetaalde kosten programma’s

440.316

194.018

Overige vorderingen en vooruitbetaalde kosten

248.035

153.792

3.739.508

3.642.362

Onder de post ´Nog te ontvangen giften/donaties´ staan de nog te ontvangen bijdragen van donoren. Deze financiële bijdragen hebben betrekking op al uitgevoerde en door ZOA voorgefinancierde projecten of delen daarvan. Onder de post overige donoren is opgenomen een vordering op CRWRC van €116.000 en een vordering op BSF van €181.000.

Liquide middelen 31-12-2010

31-12-2009

10.661.895

7.476.420

Saldi in euros Nederland Programmalanden

948.372 11.610.267

910.286 90%

8.386.706

83%

Saldi in vreemde valuta Nederland Programmalanden

67.971

95.218

1.245.716

1.681.103

1.313.687

Totaal

12.923.954

10%

100%

1.776.321

10.163.027

17%

100%

Het beleid van ZOA is erop gericht om liquide middelen zoveel als mogelijk aan te houden in euro’s. Contracten met institutionele donoren maken het noodzakelijk dollarposities aan te houden. Indien mogelijk worden valutaposities zoveel mogelijk omgezet in euro’s waardoor valuta risico’s worden verminderd. De hoge banksaldi worden veroorzaakt door ontvangen noodhulpgelden en vooruitbetalingen van institutionele donoren voor projecten die in 2011 uitgevoerd gaan worden. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de organisatie.

88 - jaarverslag 2010


Reserves en fondsen Reserves

Overzicht van de mutaties in de reserves 31-12-2009

Toevoegingen

Onttrekkingen

31-12-2010

Algemeen

2.516.365

540.306

0

3.056.671

Voorfinanciering

1.000.000

0

0

1.000.000

695.969

56.999

0

752.968

4.212.334

597.305

0

4.809.639

Programmagarantie

209.993

248.783

155.210

303.566

Noodhulp

462.385

162.759

0

625.144

Overige

441.842

0

40.019

401.823

1.114.220

411.542

195.229

1.330.533

Continuïteitsreserve

Financiering activa

Bestemmingsreserve

Reserves algemeen

Het beleid van ZOA-Vluchtelingenzorg is erop gericht een reservepositie te handhaven die een gezond tegenwicht biedt aan algemene financiële risico’s van de organisatie en aan de specifieke risico’s van de programma’s die worden uitgevoerd. Om de risico’s op de korte termijn te dekken, en om zeker te stellen dat de organisatie ook in de toekomst aan haar verplichtingen kan voldoen, heeft het bestuur een streefbedrag vastgesteld voor de continuïteitsreserve van maximaal 100% (VFI-richtlijn ‘Goede doelen’: 150%) van de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie. Dit percentage is gebaseerd op het risicoprofiel van de organisatie, de omgeving waarin zij werkt en de genomen interne beheersingsmaatregelen. Zie voor een nadere toelichting op het risicoprofiel en de interne beheersing het betreffende hoofdstuk in het jaarverslag. Werkelijk 2010

Berekende reserve

Budget 2011

Berekende reserve

Werkkosten van de organisatie - Salariskosten Nederland

100%

2.825.275

2.825.275

2.959.027

- Expat salarissen

100%

2.111.037

2.111.037

2.352.269

2.352.269

- Salarissen lokaal personeel

50%

3.334.609

1.667.305

2.453.076

1.226.538

- Kantoorkosten niet gerelateerd aan programma

50%

285.472

142.736

158.734

79.367

- Overige fondsenwervingskosten

100%

86.320

86.320

123.515

123.515

2.959.027

Gewenst nivo

6.832.672

6.740.715

Werkelijke continuïteitsreseve

4.809.639

5.178.230

70,4%

76,8%

Op dit moment heeft de continuïteitsreserve nog niet het gewenste niveau bereikt. Daarom zullen de komende jaren overschotten op de exploitatie ten gunste van deze reserve komen. Het niveau van de reserves is een continu aandachtspunt. Het is belangrijk dat ZOA haar beleid blijft toetsen, zowel met het oog op de organisatierisico’s als ook naar aanleiding van de maatschappelijke discussie over vermogens van ´goede doelen´. Op dit moment blijft ZOA ruim binnen de normen die door de VFI zijn gesteld.

Continuïteitsreserve Algemeen

In deze reserve worden middelen apart gezet voor zover de totale continuïteitsreserve lager is dan het gewenste niveau. Indien deze reserve het gewenste niveau heeft bereikt wordt het meerdere opgenomen onder de overige reserves.

89 - jaarverslag 2010


Voorfinanciering

De reserve voorfinanciering is in het leven geroepen omdat het regelmatig voorkomt dat programma’s en (deel)projecten moeten worden gestart zonder dat de (toegezegde) financiële middelen zijn ontvangen. Deze reserve maakt voorfinanciering van programma’s of (delen van) projecten mogelijk. Financiering activa

In overeenstemming met de gewijzigde RJ650 is de bestemmingsreserve Financiering Activa opgenomen onder de continuïteitsreserve. De vergelijkende cijfers per 31-12-2009 zijn in overeenstemming met deze wijziging aangepast. Deze reserve geeft aan welk gedeelte van het vermogen is vastgelegd in materiële vaste activa en voorraden. Mutaties in deze activaposten leiden tot een wijziging van de reserve financiering activa. De mutatie van de reserve financiering activa komt rechtstreeks ten gunste/laste van de algemene continuïteitsreserve. Bestemmingsreserves

Op de bestemmingsreserves rusten geen verplichtingen. De beperkte bestedingsmogelijkheid is aangegeven door het bestuur. Hierna worden de specifieke bestemmingsreserves nader toegelicht. Programmagarantie

De door het Bestuur bestemde reserve Programmagarantie heeft betrekking op specifieke programmarisico’s waarvoor een garantie is afgegeven aan het landenprogramma. Programma’s worden door relatief grote donors gefinancierd en het wegvallen van een dergelijke financiering zou, bij het ontbreken van garanties, grote consequenties hebben voor de continuïteit en duurzaamheid van de programma’s. De risico’s kunnen ook te maken hebben met de werkgebieden waarin ZOA actief is. Het is mogelijk om – ook als daar niet direct externe financiering voor is - programma’s toch uit te voeren, door interne (voor)financiering vanuit deze reserve. Per 31 december zijn de volgende garanties verstrekt: 2010

2009

0

155.210

Landenprogramma Afganistan

114.102

0

Landenprogramma Burundi

15.000

0

Landenprogramma Cambodja

141.136

0

Overige

33.328

54.783

303.566

209.993

Landenprogramma Sri Lanka

De bestemmingsreserve Sri Lanka is niet langer noodzakelijk en is overgeboekt naar de Noodhulpfondsen ter versterking van de slagvaardigheid bij rampen en conflicten. De programma garantie Afghanistan wordt gebruikt voor de opstart van het nieuwe NSP programma in 2011. Voor Cambodja is een reservering gevormd ten behoeve van de uitfasering in 2011 en 2012. Deze reservering zal gebruikt worden voor het afwikkelen lopende verplichtingen waarvoor geen externe financiering beschikbaar is. Reserve noodhulp

Deze reserve ontstaat op initiatief van het bestuur van ZOA-Vluchtelingenzorg en niet op basis van bestemde giften van begunstigers. De bestemming noodhulp is bewust aan dit deel van het vermogen gegeven omdat noodhulp een kerntaak van de organisatie is. Door deze reserve is ZOA-Vluchtelingenzorg ook financieel in staat om, onafhankelijk van het verloop van noodhulpacties, tijdig te reageren op hulpvragen. Daarbij geldt wel dat financiering vanuit het noodhulpfonds in principe het karakter van voorfinanciering heeft. Achteraf wordt de financiering zoveel mogelijk gecompenseerd door bestemde giften die ZOA ontvangt in het kader van noodhulpacties. Overige

Hieronder zijn de reserves opgenomen die in de landen zijn gevormd ten behoeve van specifieke doelen. Dit betreft met name reservering om vervanging van activa in de toekomst mogelijk te maken. Fondsen

De fondsen bestaan uit nog te besteden middelen die door begunstigers of donors met een bepaald doel zijn gegeven. Doordat de fondsen van donors niet altijd op gelijkmatige tijden beschikbaar worden gesteld, kan een fluctuerend beeld in het inkomstenpatroon ontstaan. Dat is vooral terug te zien in het vastgelegd vermogen. Om de vluchtelingen toch de beloofde hulp te kunnen bieden, worden overschotten en tekorten zoveel mogelijk verrekend binnen de fondsen en, indien mogelijk, binnen gelijksoortige projecten. Als er dan alsnog een bedrag overblijft, wordt dit ten laste of ten gunste van de reserves gebracht.

90 - jaarverslag 2010


31-12-2009

Ontvangen gelden Acties Derden

Eigen Fondswerving

Besteed aan projecten

Bijdrage uit algemene middelen

31-12-2010

Wederopbouw projecten Afghanistan

16.148

7.918

50.569

73.517

769

1.887

0

0

11.268

5.856

-185

5.227

Cambodja

34.219

35.787

168.033

161.767

7.208

83.480

Congo

50.333

0

72.596

77.746

-10.162

35.021

Burundi

Ethiopië

136.039

5.000

103.862

58.596

-26.135

160.170

Liberia

370.705

348.587

79.064

381.711

22.844

439.489

Myanmar

9.606

67.200

225.542

272.057

11.500

41.791

Sri Lanka

182.560

0

84.436

184.568

2.500

84.928

0

0

9.260

9.668

3.790

3.382

67.374

70.662

135.529

205.880

12.166

79.851

Noord Sudan Zuid Sudan Thailand

-147

0

77.830

64.756

-9.096

3.831

Uganda

368.214

24.312

305.462

473.947

-23.811

200.230

J.M. Bogman Fonds

140.000

0

70.000

0

0

210.000 50.000

SVH Fonds

0

0

50.000

0

0

23.285

0

0

0

0

23.285

1.398.336

559.466

1.443.451

1.970.069

-8.612

1.422.572

Afghanistan

38.174

0

0

4.546

0

33.628

Bangladesh

0

0

0

-35.263

0

35.263

Congo

92.672

0

0

82.414

1.140

11.398

Ethiopië

18.961

0

0

1.927

0

0

223.181

1.616.866

287.300

28.575

544.705

910.817

516.112

Myanmar

27.156

4.436

24.083

0

0

55.675

Sri Lanka

1.521.659

0

5.898

1.046.565

6.000

486.992

Noord Sudan

66.547

0

0

51.000

0

15.547

Uganda

37.716

0

238

36.220

0

1.734

Thailand

4.800

0

0

4.724

0

76

194.512

30.000

12.479

225.000

0

11.990

2.030.772

802.322

2.570.381

2.220.545

7.140

3.190.070

Nederland (voorlichting)

Noodhulp projecten

Haïti Pakistan

Indonesië / Philipijnen

17.034 1.552.747

0

967.985

Wederopbouwprojecten

Deze reserve bestaat uit nog te besteden gelden voor programma’s die verkregen zijn uit bestemde giften van particulieren en organisaties of uit subsidies van de overheid tenzij aan deze gelden een contractuele verplichting ten grondslag ligt. Ontvangen maar nog niet bestede middelen zijn in dat geval opgenomen onder de Kortlopende Schulden. De fondsen op naam worden besteed in overleg met de donateurs zodra de bedragen zijn ontvangen. Het J.M. Bogman fonds wordt gevuld uit notariële schenkingen waarvan de afwikkeling op een later tijdstip plaatsvindt. Noodhulpprojecten

Deze reserve bestaat uit nog te besteden gelden voor noodhulpprogramma’s die verkregen zijn uit bestemde giften van particulieren en organisaties of subsidies van de overheid tenzij aan deze gelden een contractuele verplichting ten grondslag ligt. Ontvangen maar nog niet bestede middelen zijn in dat geval opgenomen onder de Kortlopende Schulden. Deze reserve bestaat grotendeels uit de ontvangen bijdragen van particulieren voor de noodhulp in Haïti en Pakistan. Er is voor gekozen de opbrengsten uit de noodhulpacties in te zetten op de langere-termijn-hulpverlening (wederopbouwfase) aan de slachtoffers. Hiervoor is gekozen om een verantwoorde besteding te garanderen. Analyse van de mutaties

Het fonds wederopbouw projecten is, doordat de inkomsten en bestedingen vrijwel gelijk zijn gebleven aan 2009, nauwelijks gewijzigd. Het fonds noodhulpprojecten is door de rampen in Haïti en Pakistan sterk gestegen. Uit Bangladesh kwam een bedrag terug omdat het project daar niet volledig is afgemaakt. Voor deze vrijgekomen middelen zal een alternatief project worden gezocht.

91 - jaarverslag 2010


Kortlopende schulden Kortlopende schulden

Vooruit ontvangen 31-12-2010

31-12-2009

Belastingen en sociale premies

101.705

88.634

Europese Unie

Personeelskosten

113.484

103.259

VN organisaties

3.749.745

2.994.006

867.589

715.287

44.582

59.582

1.551.263

1.569.823

AUSAID

819.309

0

235.248

215.103

Overigen

229.384

565.436

6.663.616

5.745.696

3.749.745

2.994.006

Vooruitontvangen donorbedragen Crediteuren Programmaverplichtingen Transitoria buitenland Overige schulden en transitoria

Vooruit ontvangen Donorbijdragen

Ministerie van Buitenlandse Zaken Prisma/ICCO PSO

31-12-2010

31-12-2009

1.451.712

1.568.125

62.669

306.364

1.094.355

492.857

0

32.209

92.315

29.015

Belastingen en sociale premies

Deze post betreft nog verschuldigde belastingen en sociale premies per het einde van het verslagjaar. Personeelskosten

Deze post betreft de verschuldigde bedragen voor vakantiegeld inclusief sociale lasten per het einde van het verslagjaar. De rechten van personeel op de niet nog niet opgenomen vakantiedagen zijn hier als verplichting opgenomen. De pensioenregeling van ZOA-Vluchtelingenzorg is te kenmerken als een beschikbare premieregeling. Daarom is een voorziening conform IAS 271 niet noodzakelijk. Vooruit ontvangen Donorbijdragen (subsidies)

Reeds ontvangen bijdragen die na het verslagjaar worden besteed, zijn hier als een verplichting opgenomen. ZOA-Vluchtelingenzorg heeft deze bijdragen ontvangen op basis van programmavoorstellen en contracten en heeft daarom een bestedingsverplichting. Als ZOA haar verplichtingen niet nakomt, moeten de bedragen aan de donor worden teruggestort. De bijdrage van het ministerie van Buitenlandse Zaken is in tegenstelling tot vorig jaar voor balansdatum ontvangen. Hierdoor is de verplichting per 31 december 2010 aanmerkelijk hoger. Crediteuren

Onder de crediteuren zijn de reguliere verplichtingen aan leveranciers opgenomen, zowel in de landenprogramma’s als in Nederland. Programmaverplichtingen

Deze verplichtingen komen voort uit de risico´s met betrekking tot het implementeren van projecten in gebieden waar ZOA werkt. Verschillende omstandigheden (veiligheid, weersomstandigheden, gebrek aan hulpbronnen, etc.) kunnen er toe leiden dat vertraging optreedt in de realisatie van de geplande doelen. Dit kan leiden tot een tekort aan beschikbare budgetten voor de nog te realiseren werkzaamheden. Een extra bijdrage is dan noodzakelijk om het programma en haar doelen te realiseren en de doelgroep duurzame resultaten aan te bieden. Transitoria buitenland

Deze verplichtingen betreffen verplichtingen binnen het landenprogramma zelf met betrekking tot deze programma´s. Overige

De overige schulden en transitoria betreffen overige transitoria die niet onder de hierboven gegeven verdeling van kortlopende schulden konden worden gerubriceerd. Niet uit de balans blijkende verplichtingen per 31 december 2010

De niet uit de balans blijkende verplichtingen hebben betrekking op: Huurcontracten in de landen waar ZOA werkzaam is: Verplichtingen korter dan een jaar bedragen: Verplichtingen langer dan een jaar: Totaal:

31-12-2010

31-12-2009

€ 147.000

€ 112.000

€ 62.000

€ 246.000

€ 209.000

€ 358.000

Co-financieringsverplichtingen

Co-financieringsverplichtingen zijn verplichtingen om, naast de door een donor ter beschikking gestelde gelden, ook gelden uit andere fondsen in te zetten voor specifiek benoemde projecten. ZOA heeft per 31-12-2010 een totale verplichting van ongeveer € 1.330.000 (2009: € 250.000) voor projecten in Sri Lanka, Zuid Sudan, Thailand, Congo en Uganda. Hiervan is ongeveer € 890.000 (2009: € 0) reeds afgedekt door externe financiering.

92 - jaarverslag 2010


Compliance risico’s

Bij de uitvoering van hulpverleningsprojecten voor institutionele donoren moet ZOA aan gedetailleerde regelgeving voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen. Per balans datum voert ZOA gesprekken met de Europese Unie betreffende het niet voldoen aan specifieke eisen voor een inkooptransactie. Het betreft de volgende inkoop: • In Thailand zijn schoolboeken aangeschaft voor € 190.000. De aanschaf van deze schoolboeken heeft niet plaatsgevonden door middel van Internationale aanbesteding. Op initiatief van ZOA is de bevindingen gerapporteerd en besproken met de EU delegatie. Omdat deze zaak nog in behandeling is en er geen uitspraak gedaan kan worden over mogelijke financiële gevolgen is voor dit specifieke punt geen voorziening opgenomen. Verwerking donor contracten.

In beginsel worden verplichtingen verantwoord bij het afsluiten van het contract. Omdat de uitvoering van een contract met een lokale partner in Pakistan onzeker is, is slechts € 35.000 van het contract van € 200.000 als verplichting opgenomen.

Toelichting bij de staat van baten en lasten 2010 Baten Algemeen Procentuele verdeling van baten Baten uit eigen fondsenwerving Aandeel in acties van derden Subsidies Overige

Werkelijk 2010 30

Budget 2010

Werkelijk 2009

26

25

5

7

8

64

67

66

1

0

1

100

100

100

Om optimaal te kunnen inspelen op de wensen van de doelgroep in onze programmagebieden, streeft ZOA naar minimaal 30% baten uit eigen fondsenwerving. Verder hanteert ZOA de richtlijn dat een bijdrage van één subsidiegever voor één landenprogramma niet groter mag zijn dan 35% van dat programma om te grote donorafhankelijkheid te voorkomen. Analyse

Door de werving voor noodhulpprojecten in Haïti en Pakistan zijn de baten uit eigen fondsenwerving sterker gegroeid dan gebudgetteerd. Deze groei is zeer waarschijnlijk gebaseerd op eenmalige, extra giften waardoor naar verwachting de inkomsten eigen fondsenwerving 2011 lager zal zijn. Aandacht voor structurele groei van deze inkomstenbron blijft daarom noodzakelijk. In de meerjarenplanning wordt gerichte aandacht gegeven om groei van dit percentage te realiseren. Baten uit eigen fondsenwerving Herkomst

Werkelijk 2010

Budget 2010

Werkelijk 2009

Huis-aan-huis collecte

942.355

1.015.000

Mailingacties

902.549

900.000

867.645

Nalatenschappen

276.281

200.000

223.940

2.062.890

1.450.000

1.296.080

- Kerken en scholen

1.801.075

1.035.000

1.121.709

- Bedrijven, fondsen en overige

1.244.588

744.000

1.179.486

Donateurs

1.274.559

1.400.000

985.719

8.504.297

6.744.000

6.598.507

923.928

Giften en schenkingen - Particulieren

Waarvan met specifieke bestemming

Werkelijk 2010

Budget 2010

Werkelijk 2009

Wederopbouw programma’s/projecten

1.443.451

1.804.000

1.870.149

Noodhulpprojecten

2.648.609

600.000

532.855

93 - jaarverslag 2010


Analyse

Ook hier is de invloed van de acties voor Haïti en Pakistan zichtbaar. De algemen giften zijn vrijwel constant gebleven en de stijgingen kunnen volledig worden verklaard uit de extra noodhulpgelden. Baten uit acties van derden

De hier verantwoorde bedragen betreffen de opbrengsten uit acties door fondsenwervende instellingen in Nederland ten behoeve van programma’s en projecten van ZOA-Vluchtelingenzorg. Het betreft ook bijdragen van internationale organisaties of van buitenlandse donors in de private sector. Subsidies van overheden

Dit betreft projectbijdragen van de Nederlandse overheid, de Europese Unie en organisaties van de Verenigde Naties als UNHCR, UNDP, UNICEF, WFP en dergelijke Het is niet altijd in de begroting te voorzien of en in welke mate in de loop van het boekjaar donoren daadwerkelijk bereid zijn een bijdrage te leveren aan de noodsituaties in de werkgebieden van ZOA. Een deel van de in het verslagjaar ontvangen financiële middelen zal na het verslagjaar worden besteed. Als hierbij sprake is van bijdragen van donoren op basis van een contractueel overeengekomen bestedingsverplichting, zijn de nog te besteden middelen verantwoord onder ´Kortlopende schulden´ onder de post ´Vooruit ontvangen donorbijdragen´. Werkelijk 2010 Ministerie van Buitenlandse Zaken BUZA-capaciteitsopbouw (via PSO) MFS-wederopbouw MFS-onderwijs (via PRISMA) Nederlandse overheid EU

Budget 2010

Werkelijk 2009

4.748.408

4.573.088

855.970

765.099

3.989.113 816.816

2.795.696

2.189.086

2.844.555

2.069.397

1.473.456

1.648.491

10.469.471

9.000.729

9.298.975

3.269.814

3.745.905

4.196.396 2.713.499

VN-organisaties

2.221.248

2.557.341

Overige institutionele donoren

2.650.473

2.872.761

1.910.249

18.611.005

18.176.737

18.119.119

Analyse

De hoogte van de inkomsten van institutionele donoren is nagenoeg gelijk gebleven. Verschuivingen tussen donoren worden veroorzaakt priorisering van deze donoren ten aanzien van de keuze voor gebieden en sectoren waarin zij werkzaam willen zijn. ZOA doet een beroep op institutionele donorgelden wanneer deze prioriteiten aansluiten op het programma van ZOA. In de bijlage is een overzicht van de inkomsten per institutionele donor opgenomen. Koersresultaten en overige baten

Koersverschillen komen voort uit de herwaardering van de banksaldi in buitenlandse valuta. Dit betreft vooral US dollars. Door de omrekening naar euro’s treden waarderingsverschillen op. Deze waarderingsverschillen hebben te maken met de fluctuaties in het koersverloop van de dollar. Deze waarderingsverschillen vindt u in de jaarrekening terug onder de post overige baten. Wanneer de dollar in waarde stijgt ten opzichte van de euro ontstaan er positieve waarderingsverschillen. Daar staat tegenover dat de financiering in euro’s (besteding in dollars) een negatief effect heeft op de bestedingsruimte. Bij stijgende waarde van de dollar moet ZOA over de dollarvoorraad een waarderingswinst boeken. Deze dollars hebben betrekking op projectbijdragen die al wel ontvangen zijn maar die nog moeten worden besteed. De bestedingsruimte in dollars voor de projecten wordt door de waardemutatie in principe niet aangetast.

94 - jaarverslag 2010


Toelichting bij de staat van baten en lasten 2010 Lasten Kostenstructuur ZOA-Vluchtelingenzorg

Werkelijk 2010

Programmakosten in het buitenland

81,4%

Budget 2010

Werkelijk 2009

80,4%

81,3%

Programmakosten in Nederland (Voorlichting)

4,9%

4,5%

4,9%

Programmacoördinatie in Nederland

4,7%

5,0%

4,7%

91,0%

89,9%

90,9%

Fondsenwervingskosten

4,9%

5,5%

4,8%

Kosten beheer en administatie

4,1%

4,5%

4,3%

100,0%

100,0%

100,0%

Totaal besteed aan de doelstelling

Totale kosten van de organisatie

ZOA streeft er naar minimaal 88% van haar middelen te besteden aan de doelstelling. Het aandeel fondsenverwervingskosten en kosten van beheer en administratie is ten opzichte van voorgaande jaren verminderd. Door dalende kosten bij gelijkblijvende omzet is het percentage wederom gedaald. Mede hierdoor heeft ZOA-Vluchtelingenzorg op dit moment een gezonde kostenstructuur. De indicator ‘totaal van de doelbestedingen / totaal van de ontvangsten’, in 2010 84,7% (2009: 87,5%) is iets verslechterd. De oorzaak ligt in het feit dat een deel van in 2010 ontvangen noodhulp gelden pas in 2011 zullen worden besteed.

Wederopbouw- en noodhulpprogramma’s

De wereld van de humanitaire hulpverlening is erg dynamisch. Dat heeft niet alleen invloed op de eigen van ZOA activiteiten maar ook op het beleid van belangrijke donoren voor de landen waar ZOA werkt. In het overzicht van de bestedingen per land blijkt dat er mede daardoor grote verschillen zijn tussen geplande en gerealiseerde omvang van de hulpverlening. Overzicht per land Werkelijk 2010 Afghanistan

2.321.616

Budget 2010

Werkelijk 2009

1.838.093

3.006.510

Belangrijkste oorzaak afwijking ten opzichte van budget Extra financieringen donoren

Bangladesh

-35.263

0

28.000

Burundi

190.679

200.000

121.900

1.382.101

1.320.450

968.544

Congo

853.428

1.848.518

560.699

Ethiopie

838.535

1.216.410

2.141.881

Haïti

287.301

0

0

Hulpverlening na aardbeving

Indonesië

198.000

0

28.596

Hulpverlening na aardbeving

1.187.159

1.546.911

1.199.052

272.057

573.646

496.288

20.000

0

0 1.552.215

Cambodja

Liberia Myanmar Nepal Noord Sudan

Restitutie van partner, projet maar deels uitgevoerd

Vertraging in financiering door externe donoren Problemen met financiering donoren / reorganisatie

Vertraging in financiering door externe donoren Eenmalige bijdrage aan project van Mission East

2.556.732

2.304.072

Pakistan

516.112

0

0

Hulpverlening watersnood

Philipijnen

27.000

0

18.000

Hulpverlening watersnood

Sri Lanka

3.870.601

2.916.643

3.774.641

Thailand

3.881.169

3.695.889

4.008.698

Uganda

1.581.778

1.443.389

1.164.051

Zuid Sudan

1.837.281

2.187.651

1.373.970

Overige Subtotaal landen NL - voorbereiding/coördinatie NL - voorlichting/bewustwording Totaal besteed aan doelstelling

14.517

611.328

10.424

21.800.803

21.703.000

20.453.469

1.250.758

1.353.585

1.178.440

1.305.628

1.228.218

1.225.581

24.357.188

24.284.803

22.857.491

Budget voorzichtig bepaald; overgang naar wederopbouw

Niet aan één land toerekenbaar

Uitvoering MFS1 programma 'draagvlakversterking’

95 - jaarverslag 2010


Wederopbouw

Programma’s / projecten in het kader van de wederopbouw doelstelling die door de organisatie zelf of in samenwerking met (lokale) partners worden uitgevoerd.

Noodhulp Verstrekte steun via hulporganisaties ter plaatse

Het onder deze post verantwoorde bedrag werd besteed aan het Thailand-Burmese Border Consortium (TBBC) in Thailand ten bate van de Birmese vluchtelingen aan de Thai-Birmese grens. Tevens werd aan Haïti , Indonesië, Pakistan en de Philipijnen via andere (lokale) hulpverlenings-organisaties bijgedragen in de hulpverlening.

Direct verstrekte hulp

Rechtstreekse hulp in noodsituaties door inzetten van personeel, financiële middelen en goederen. Voorbereiding en coördinatie vanuit Nederland

Hier worden de kosten verantwoord van de clusters voor de programmalanden (support teams) en Noodhulp. Deze afdelingen zijn verantwoordelijk voor ondersteuning van beleid, management en verantwoording (intern en extern) in de programmalanden. Voorlichting / bewustwording

Kosten die gemaakt worden om over de vluchtelingenproblematiek voorlichting te geven in het algemeen en aan de achterban in het bijzonder. Werving baten

Het overgrote deel van de opbrengsten van ZOA komt uit de bron `Institutionele donoren´. Deze opbrengsten zijn in de Staat van Baten en Lasten verwerkt onder de post ´Subsidies van overheden´ in overeenstemming met RJ650.418. De kosten die de organisatie maakt voor de werving van deze bijdragen zijn relatief laag.

Kostenpercentage totale fondsenwerving Werkelijk 2010 Eigen fondsenwerving Acties derden

Budget 2010

939.377

1.079.365

Werkelijk 2009 955.067

80.528

101.066

55.548

279.595

318.318

206.180

1.299.500

1.498.749

1.216.795

Kostenpercentage eigen fondsenwerving

11%

16%

14%

Kostenpercentage totale fondsenwerving

5%

6%

5%

Subsidies Totale kosten fondsenwerving

Het percentage kosten eigen fondsenwerving (het ‘CBF-percentage’) is procentueel gedaald in 2010 door de, naar verwachting eenmalige, noodhulpacties voor Haïti en Pakistan. Exclusief deze opbrengsten bedraagt het CBF-percentage 15,7%. ZOA hanteert een vaste norm van maximaal 16%. Beheer en Administratie

Kosten van beheer en administratie zijn de kosten die de organisatie maakt in het kader van de (interne) beheersing en administratievoering en die niet worden toegerekend aan de doelstelling of de werving van baten. Vanwege het vaste karakter van deze kosten variëren deze kosten nauwelijks in de afgelopen jaren.

96 - jaarverslag 2010


Toelichting lastenverdeling 2010 2010

Doelstelling

Eigen programma’s/ projecten Subsidies aan lokale partners Organisatiekosten in het veld

Fondsenwerving

Kosten van beheer en Subsidies administratie

Totaal 2010

Budget 2010

Totaal 2009

18.000.856

20.712.409

18.441.250

2.347.547

3.671.102

1.500.000

1.991.523

162.675

508.157

0

486.356

2.455.716

2.610.369

2.230.643

Wederopbouw

Noodhulp

15.960.357

1.661.188

1.323.555

345.481

Salarissen en sociale lasten

Voorlichting

Coördinatie Eigen

Derden

379.312

585.396

782.349

208.232

60.267

122.361

697.111

Pensioenkosten

40.696

54.388

14.476

4.190

8.506

48.461

170.717

202.580

155.069

Overige personeelskosten

51.738

53.200

24.863

3.572

7.250

58.221

198.843

262.191

239.604

559.047

0

116.101

0

675.148

620.792

585.594

Directe kosten (campagnes, telemarketing etc.)

Reis- en verblijfkosten Huisvestingskosten Kantoorkosten

85.776

76.521

27.702

9.081

18.437

42.674

260.190

294.969

262.869

6.948

31.355

16.213

1.622

3.294

24.183

83.615

69.255

92.682

115.612

28.625

81.389

966

1.962

Controlekosten en jaarrekening Overige algemene kosten Totaal

17.629.393

4.171.410

56.918

285.472

321.512

294.354

157.300

157.300

0

105.782

40.148

224.320

7.456

830

1.685

22.673

297.113

412.299

272.023

1.305.627

1.250.758

939.377

80.528

279.595

1.107.541

26.764.228

27.006.376

25.157.747

In deze kosten is een bedrag van € 460.750 (2009: € 459.649) aan afschrijvingen verwerkt.

Kostentoerekening Kosten worden toegerekend aan de doelstelling, werving baten en beheer en administratie. Bij de toerekening is de aanbeveling ‘Kostentoerekening Beheer en Administratie’ van het VFI gevolgd. Op basis van de volgende maatstaven heeft de toerekening plaatsgevonden: A)

B) B1) B2)

Kosten eigen organisatie in het buitenland e onder deze post verantwoorde bestedingen betreffen met name de personeelskosten van uitgezonden veldwerkers D alsmede de kantoorkosten ter plekke. Deze bestedingen houden direct verband met de programma-uitvoering in de landen (buiten Nederland) waar ZOA-Vluchtelingenzorg werkzaam is. Kosten eigen organisatie buitenland worden volledig toegerekend aan de doelstelling. Kosten eigen organisatie in Nederland Onder kosten eigen organisatie in Nederland worden twee soorten bestedingen onderscheiden: Direct toewijsbare uitvoeringskosten Kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de doelstellingen en de volgende direct toewijsbare uitvoeringskosten: • Voorbereiding en coördinatie ten aanzien van wederopbouw (voornamelijk de kosten van de programma-afdeling, de landen-supportteams) en noodhulp (voornamelijk de kosten van de noodhulpdesk) • De directe kosten in verband met voorlichting en bewustwording • De directe kosten van baten eigen fondsenwerving, acties van derden en subsidies worden direct aan de betrokken post toegewezen. Indirect toewijsbare uitvoeringskosten Hieronder worden verstaan bestedingen die deels, en indirect, toegerekend zijn aan de doelstellingen via bedrijfseconomische criteria (werkplekken, inzet van personeel, etcetera) en volgens een bestendige gedragslijn. Deze kosten betreffen de kosten van de afdelingen directiebureau, bedrijfsvoering, algemene kosten en kosten van het bestuur. Niet toegerekende kosten zijn verantwoord onder de Kosten beheer en administratie.

97 - jaarverslag 2010


De kosten die uiteindelijk onder kosten van Beheer en administratie worden verantwoord zijn: Omschrijving

%

Toelichting

Kosten van bedrijfsvoering - algemeen - financiën - facilitaire zaken - ICT

rato 50 rato rato

Personeelszaken

100

Directie (incl, secretariaat)

op basis van werkplekken 50% is directe ondersteuning landenprogramma’s op basis van werkplekken op basis van werkplekken

95

Raad van Toezicht

5% is verwerving van subsidies

100

Normstelling beheers- en administratiekosten

Op basis van de aard van de organisatie zoals beschreven in hoofdstuk 3 en 8 van dit jaarverslag heeft de directie de norm voor de beheers- en administratiekosten vastgesteld op 6%. Bij het meerjarenoverzicht en –prognose op bladzijde 101 wordt de ontwikkeling in de tijd van deze indicator weergegeven. Bezoldiging Raad van Toezicht en Directie

ZOA heeft een onbezoldigde Raad van Toezicht. De leden van de raad ontvangen voor hun werkzaamheden geen vergoeding. Gemaakte kosten kunnen worden gedeclareerd conform de regels die ook gelden voor ZOA medewerkers. In 2010 is voor ongeveer € 1.000 aan onkosten gedeclareerd welke door de leden als gift zijn teruggestort op de bankrekening van ZOA. De positie en bevoegdheden van de algemeen directeur (enig bestuurder) zijn met een managementstatuut geregeld. De directie is eindverantwoordelijk voor de totale operationele organisatie. Budget 2010

2010 Naam bestuurder

J.Mooij

Functie

Algemeen Directeur

Dienstverband

Loondienst

Aard van het dienstverband (looptijd) Aantal uren per week Part-time percentage

2009

onbepaald

onbepaald

onbepaald

40

40

40

100%

100%

100%

1/1 - 31/12

1/1 - 31/12

1/1 - 31/12

87.739

86.018

86.244

7.019

6.881

6.697

Eindejaarsuitkering

787

787

768

Totaal jaarinkomen

95.545

93.686

93.708

7.325

5.294

7.079

13.810

15.316

13.603

116.680

114.296

114.390

periode Bezoldiging (EUR) Bruto loon/salaris Vakantiegeld

Sociale verzekeringspremies Pensioenpremie

Het salaris van de directeur is gebaseerd op het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren (BBRA1984), schaal XVI. Het jaarinkomen van de directie blijft binnen het maximum van € 140.046 volgens de VFI Beloningsregeling. Voor een toelichting op het beleid en de uitgangspunten voor de directiebezoldiging verwijzen we naar hoofdstuk 10 van het jaarverslag. Aan de directie zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt. Aantal personeelsleden

Per 31 december 2010 had ZOA-Vluchtelingenzorg 686 (2009: 777) medewerkers in dienst.

Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Zie volgende pagina. Resultaatverdeling

Het resultaat is verdeeld conform het overzicht in de Staat van Baten en Lasten.

98 - jaarverslag 2010


Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: de Raad van Toezicht van Stichting ZOA Vluchtelingenzorg

Wij hebben de in dit verslag op pagina 81 tot en met 98 opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting ZOA Vluchtelingenzorg te Apeldoorn gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de grondslagen voor financiĂŤle verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de directie

De directie van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met Richtlijn 650 voor fondsenwervende instellingen van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving. De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiÍle verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting ZOA Vluchtelingenzorg per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Richtlijn 650 voor fondsenwervende instellingen van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving. Den Haag, 29 april 2011 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

Origineel getekend door P.J.B. Koets RA

99 - jaarverslag 2010


BIJLAGEN Budget 2011

BATEN

Budget 2011

Werkelijk 2010

Budget 2010

1.015.000

942.355

1.015.000

250.000

276.281

200.000

Baten uit eigen fondsenwerving Huis aan huis collecte Nalatenschappen Contributies, donaties, giften en schenkingen

6.185.000

Aandeel in acties van derden Subsidies Rentebaten Koersresultaat en overige baten SOM DER BATEN LASTEN

7.285.661

5.529.000

7.450.000

8.504.297

6.744.000

1.321.677

1.361.631

600.000

22.454.859

18.611.005

18.176.737

30.000

140.900

0

0

143.547

0

31.256.536

28.761.380

25.520.738

Budget 2011

Werkelijk 2010

Budget 2010

Besteed aan doelstellingen Wederopbouw Eigen programma’s/ projecten

22.877.563

16.305.838

0

1.323.555

Verstrekte steun/subsidies aan lokale partners

22.877.563

18.105.000 0 17.629.393

18.105.000

STAAT VAN BATEN EN LASTEN

Noodhulp Verstrekte steun via hulporganisatie ter plaatse

1.500.000

2.347.547

1.500.000

Direct verstrekte hulp

2.285.066

1.823.863

2.098.089

Voorbereiding en coördinatie vanuit Nederland Voorlichting/bewustwording Totaal besteed aan doelstelling

3.785.066

4.171.410

3.598.000

1.760.822

1.250.758

1.353.585

920.039

1.305.627

1.228.218

29.343.491

24.357.188

24.284.803

Werving baten Kosten eigen fondsenwerving

1.270.396

Kosten acties van derden Kosten verkregen subsidies

939.377

17,1%

1.079.365

76.612

80.528

101.064

244.228

279.595

318.319

1.591.236

Beheer en Administratie

11,0%

1.186.543

3,7%

SOM DER LASTEN OVERSCHOT/-TEKORT

1.299.500 1.107.541

4,1%

16,0%

1.498.748 1.223.198

4,5%

32.121.270

26.764.229

27.006.749

-864.734

1.997.152

-1.486.011

Per saldo onttrokken/toegevoegd aan: Fondsen Hulpverleningsfondsen: Opstartkosten Wederopbouw projecten Noodhulp projecten

0

0

0

0

24.235

-112.500

-1.233.325

1.159.297

-1.498.089

-1.233.325

1.183.533

-1.610.589

Reserves Algemene continuïteitsreserve

368.591

540.306

124.578

Financiering activa

0

56.999

0

Programmagarantie

0

93.573

0

Noodhulp

0

162.759

0

Overige bestemmingsreserve

0

-40.019

0

TOTAAL MUTATIE RESERVES EN FONDSEN

100 - jaarverslag 2010

368.591

813.618

124.578

-864.734

1.997.151

-1.486.011


Meerjarenoverzicht en -prognose (in duizenden euro’s) ZOA heeft bepaald wat de financiële indicatoren zijn die de kwaliteit van een landenprogramma bepalen. Hierin is naar voren gekomen dat een optimaal landenprogramma een omvang heeft van ongeveer € 3.500.000 en een bezetting heeft van 3 à 4 expats aangevuld met lokale staf. Een landenprogramma met deze omvang is effectief te managen en in staat om tegenvallers op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van de slagvaardigheid van de organisatie. ZOA streeft er naar om elk landenprogramma naar dit niveau te brengen. In de meerjarenprognose is als doelstelling opgenomen dat een landenprogramma met € 250.000 per jaar groeit. Gecombineerd met het aantal landen waar ZOA werkzaam wil zijn en de door het bestuur vastgestelde acceptabele kostenpercentages kan de meerjaren ambitie worden bepaald. Bij de meerjarenprognose is geen rekening gehouden met de bedragen die vanuit het Nederlandse Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking ten behoeve van het Dutch Consortium for Rehabilitation direct worden doorgestort naar de alliantiepartners.

Bedragen x € 1.000 UITGANGSPUNTEN

Werkelijk 2008

Werkelijk 2009

Werkelijk 2010

Budget 2011

Schatting 2012

Schatting 2013

Schatting 2014

Schatting 2015

Aantal programmalanden

10

11

12

12

12

12

12

12

Doelbestedingen (x € 1.000)

2.362

2.087

2.030

2.445

2.750

3.000

3.250

3.500

Percentage inkomsten niet-subsidies

32%

34%

36%

35%

35%

35%

35%

35%

Norm eigen fondsenwervingspercentage (CBF)

16%

16%

16%

16%

16%

16%

16%

16%

Norm totaal fondsenwervingspercentage

5%

5%

5%

6%

6%

6%

6%

6%

Norm administratie en beheerskosten

4%

4%

4%

6%

5%

5%

5%

5%

Om de continuïteitreserve op het gewenste niveau te krijgen wordt in de komende jaren jaarlijks € 500.000 toegevoegd. Zie ook de toelichting op de continuïteitsreserve. Er zal jaarlijks € 100.000 worden gereserveerd ter financiering van nieuwe programma´s. BATEN

Werkelijk 2008

Werkelijk 2009

Werkelijk 2010

Budget 2011

Schatting 2012

Schatting 2013

Schatting 2014

Schatting 2015

Baten uit eigen fondsenwerving en aandeel acties derden

7.698

8.018

10.150

9.870

11.550

12.600

13.650

14.700

Subsidies

18.624

18.119

18.611

21.387

21.450

23.400

25.350

27.300

SOM DER BATEN

26.322

26.137

28.761

31.257

33.000

36.000

39.000

42.000

LASTEN

Werkelijk 2008

Werkelijk 2009

Werkelijk 2010

Budget 2011

Schatting 2012

Schatting 2013

Schatting 2014

Schatting 2015

Besteed aan doelstellingen Totaal besteed aan doelstelling

23.623

22.857

24.357

29.343

29.030

31.718

34.406

37.094

Werving baten

5,2%

1.363

4,6%

1.217

4,5%

1.300

5,1%

1.591

5,8%

1.912

5,8%

2.089

5,9%

2.266

5,8%

2.443

Beheer en Administratie

4,3%

1.142

4,1%

1.084

3,8%

1.107

3,8%

1.187

4,4%

1.458

4,4%

1.593

4,4%

1.728

4,4%

1.863

SOM DER LASTEN OVERSCHOT/-TEKORT

26.128

25.158

26.764

32.121

32.400

35.400

38.400

41.400

194

979

1.997

-864

600

600

600

600

-1.233

100

100

100

100

Per saldo onttrokken/ toegevoegd aan: Fondsen

-199

Reserves

393

515

814

369

500

500

500

500

TOTAAL MUTATIE RESERVES EN FONDSEN

194

979

1.997

-864

600

600

600

600

464

1183

101 - jaarverslag 2010


Overige indicatoren

Werkelijk 2008

Werkelijk 2009

Werkelijk 2010

Budget 2011

Schatting 2012

Schatting 2013

Schatting 2014

Schatting 2015

Fondsenwervingspercentage (CBF)

15%

14%

11%

17%

13%

13%

13%

13%

Percentage besteed aan doelstelling

90%

91%

91%

91%

90%

90%

90%

90%

Doelbesteding in percentage van inkomsten

90%

88%

85%

94%

88%

88%

88%

88%

Solvabiliteit

51%

60%

62%

60%

55%

59%

60%

60%

60

62

66

59

64

64

63

63

193%

240%

250%

200%

210%

225%

230%

235%

Survival ratio in dagen Liquiditeit

Overzicht institutionele donoren per categorie in 2010 Baten uit acties van derden donor

Subsidies van overheden Werkelijk 2010

CRWRC

donor

Werkelijk 2010

14.388

DMH/HH

LAKER MISSIONEN

338.419

DMH/VG

2.795.696

Totaal acties van derden Buitenland

352.807

BUZA-Education

2.069.397

AQUA FOR ALL

72.200

EO-METTERDAAD

240.354

WILDE GANZEN

16.189

Draagt Elkanders Lasten

330.000

Woord & DAAD

230.000

3.170.372

BUZA-Capacity-building

855.970

RNE-Afghanistan

696.247

RNE-Noord Sudan

881.789

Totaal Ministerie van Buitenlandse Zaken ECHO

10.469.471 652.959

HAPPY GIFT

71.094

EUROPEAID

2.616.855

RED EEN KIND

48.987

Totaal EUDONOREN

3.269.814

Totaal acties derden Nederland

1.008.824

Totaal acties derden

1.361.631

Baten uit overige donoren (via eigen fondswerving) donor

Werkelijk 2010

Ministry of Rural Rebabiliation & Development (MRRD / Afghanistan)

201.702

Ministry of Agriculture, Irrigation and Livestock (Afghanistan)

102.539

Australia Government Aid Programme (AUSAID)

178.227

Bureau of Population Refugees & Migration (BPRM)

312.949

Department for International Development (DFID) of the United Kingdom

284.418

ST. EXPLOITATIE DIACONESSENARBEID ‘DE WIJK’

13.000

STICHTING TURING FOUNDATION

40.000

UNHCR-Thailand

53.000

UNICEF-Thailand

30.286

UNICEF-Sudan

63.660

Totaal

Totaal GOV DONOREN UNICEF-Liberia

Food and Agriculture Organisation (FAO) International Organization for Migration (IOM)

13.373 569.870

158.861 45.109

United Nations Development Programme (UNDP)

938.029

United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA)

402.060

Totaal VN DONOREN

2.221.248

Church Mission Society Ireland (funded by UNDP)

180.645

MWH Foundation

398.261

Christian Reformed World Relief Committee

318.401

Red een Kind (funded by MFS)

109.488

United Methodist Committee On Relief (UMCOR)

259.568

Other

304.275

Totaal subsidies overigen TOTAAL Subsidies

102 - jaarverslag 2010

1.079.835

1.570.638 18.611.005


Afkortingen BuZa CAPP CBF CBO CARE CDC CRWRC ECHO EU-CORD FAO ICCO ISO MFS OFDA PRISMA RNE UNHCR UNOCHA USAID VFI WFP ZIS

Ministerie van Buitenlandse Zaken Country Annual Policy Plan (jaarlijks landenbeleidsplan) Centraal Bureau Fondsenwerving Community Based Organisation Internationale organisatie voor noodhulp en wederopbouw Community Development Committee Christian Reformed World Relief Committee European Community Humanitarian Office Europese koepel van organisaties in noodhulp en ontwikkelingssamenwerking Food and Agriculture Organisation of the United Nations Interkerkelijke organisatie voor ontwikkelingssamenwerking International Organisation for Standardisation Medefinancieringsstelsel Office of U.S. Foreign Disaster Assistance Koepel van christelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking Royal Netherlands Ambassy Vluchtelingenbureau van de VN United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs U.S. Agency for International Development Vereniging Fondsenwervende Instellingen World Food Programme ZOA Informatie Systeem

Colofon Š2011

ZOA-Vluchtelingenzorg Jaarverslag 2010

ZOA-Vluchtelingenzorg Postbus 4130 7320 AC Apeldoorn Nederland Telefoon : 055 3663339 Telefax : 055 3668799 E-mail : info@ZOA.nl Website : www.ZOA.nl Bankrelaties:

Rabobank Noordwest-Veluwe, Nederland. Rekeningnummer: 38.75.12.012 IBAN: NL02 RABO 0387 5120 12 SWIFT adres: RABO NL 2U ING Rekening: 550 Raad van Toezicht ZOA-Vluchtelingenzorg:

Dr. ir. H. Paul, voorzitter Drs. W.J. Adema J.W. Boogerd Drs. B. Brand Ing. K.A. de Vries Drs. A.W. Westerveld Directie:

J. Mooij, MBA, algemeen directeur Drs. A.J.M. de Jong RA, plaatsvervangend directeur

Redactie:

Arnoud de Jong, Ewout Suithoff, Inge van der Weijden (tekst), Els Sytsma (eindredactie) Mark Verhelst, Albert Wolters: financieel verslag Design:

Frivista - (y)our mission, Amersfoort Druk:

Drukkerij De Bunschoter Beeldmateriaal:

www.folkertrinkema.com, m.u.v. p. 27: ZOA, p. 29: Dirk Jan Verkuil, p. 44: Jaco Klamer, pagina’s 51-57: Marnix Kievit (Walk4Water) en ZOA. Gegevens mogen geheel of gedeeltelijk worden overgenomen, mits met bronvermelding en mededeling aan ZOA-

Inschrijfnummer K.v.K.: 41009723

Vluchtelingenzorg. ZOA-Vluchtelingenzorg ontvangt graag een exemplaar van de betreffende publicatie.

103 - jaarverslag 2010


Postbus 4130 | 7320 AC Apeldoorn | Nederland T: +31 55 3663339 | F: +31 55 3668799 | E: info@zoa.nl | www.zoa.nl

104 - jaarverslag 2010


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.