Ygenwijs Magazine Editie 10

Page 1

Adviesprijs € 5,50 Editie 10 | Jaargang 4 | 2015

+

Ygenwijs Magazine | Editie 10 | Jaargang 4

Interview met: Folkert de Jong Pieter Stockmans KOEKWAUS

GEERTJE COUWENBERGH

“Soms willen we veel. Teveel. De hele wereld veranderen op verschillende manieren is erg ambitieus”


VERKRIJGBAAR IN ONZE WINKELS EN....BINNENKORT IN DE SUPERMARKT! FROZZ WINKELS ZIJN TE VINDEN IN: AMSTERDAM | AMSTELVEEN SchIPhOL | DEN hAAG | UTREchT | ROTTERDAM | BREDA | MAASTRIchT


Voorwoord

3

De bak in

Astrid, redactietalent, zat vol goede ideeën voor deze editie. Dominee 2.0 Folkert de Jong interviewen. De drijvende kracht achter Breekjaar, Anke van Donkersgoed, interviewen voor de onderwijsbylage. Mij de paardenbak insturen voor een reportage over mijn leiderschapskwaliteiten. Nu mag je mij wakker maken om te werken aan mijn persoonlijke ontwikkeling. Maar de gedachte dat de coach een viervoeter van serieus formaat zou zijn, maakte het toch wel wat spannender. Het viel nog niet mee om Merlijn, een Arabier werd me verteld, in beweging te krijgen. Hoe het me afging in de paardenbak, lees je verderop in deze editie. Je ontkomt er niet aan met leiderschap bezig te zijn. Zowel op de werkvloer als in je privéleven. ‘Innernemerschap’ noemt Geertje Couwenbergh dat. Als ‘innernemer’ bestaat er geen onderscheid tussen werk en privé. Het is niet werken om te leven, niet leven om te werken, maar werk maken van je leven. Fantastisch gedachtegoed. Wat Folkert de Jong, dominee 2.0 zal beamen. Folkert wil de kerk opnieuw uitvinden en weer laten aansluiten bij de tijd en onze generatie. Zonder geloof, geen hoop. En geen enkele generatie kan zonder geloof. Ik haal mijn geloof niet uit een religie, maar dat ik Folkert dapper vind staat buiten kijf. Zonder geloof in eigen kunnen hadden we de fantastische mijlpaal van deze, tiende, editie nooit bereikt. Bijzonder trots ben ik dan ook op team Ygenwijs dat we samen weer een bybel vol inspirerende, openhartige en wijze verhalen van GenY-ers mogen delen.

En, geloof het of niet, er gaan nog vele fantastische edities volgen. Veel leesplezier!

Sander Roovers Tekst Sander Roovers | Foto Tessa Wiegerinck


INHOUD

4

10

12

Y-generatie 10

Interview Geertje Couwenbergh

14

Het paard van Sander

18

5 opstekers voor beginnende

ondernemers 20

Zeker lezen, checken en bezoeken

Inspirerende organisaties 26

Casa 400

30

Folkert de Jong: Dominee 2.0

34

Inspirerende werkplekken NL

30


4 5

Inspirerend ondernemerschap 40 KOEKWAUS 44

Column Kelly Bakker

45

Column Tessa Wiegerinck

46 Burn-up 48

Soundtrack van mijn leven

Inspirerend & Wereldwijs 52

26

Closing the loop

56 Detox

34

58

Interview Pieter Stockmans

62

Inspirerende werkplekken

65

Verwacht in volgende editie

68 Mee-makers

OnderwijsbYlage 2

Voorwoord Mathias

3

Voorwoord Astrid

4

Interview Anke van Donkersgoed

8

Interview Claire Boonstra

10

Excellent, en dan?

12

Interview Sekano Ntoan

40


6


Ygentijdse Organisaties Wij geloven in de transformerende kracht van Generatie Y naar een wereld waarin iedereen werkt vanuit talent en passie. Dat kan vanuit ondernemerschap, maar net zo goed als young professional binnen een organisatie. Wij stellen jonge talenten namelijk in staat om hun kracht en kwaliteiten in te zetten om organisaties te helpen vernieuwen. Om bij te dragen aan eigentijdse organisaties die de aansluiting bij de tijd, doelgroep en markt (blijven) behouden. Dat doen we samen met YSE vanuit ons ‘Ygentijdse Organisatie’ concept. Wil jij als jong talent: • Jonge talenten van andere organisaties ontmoeten? • Leren van jonge talenten van aangesloten organisaties? • Jouw talenten inzetten om bij te dragen aan eigentijdse organisaties? • Bij een breed scala aan organisaties binnen kijken? Word dan Ygenwijs! Want als jij Ygenwijs wordt, krijg je: • De mogelijkheid tot deelname aan inhoudelijke themasessies en denktanksessies om vraagstukken van organisaties te kraken • Een online ecosysteem tot je beschikking waarin je leervragen kan stellen • Toegang tot vier Ygenwijs Events met inspirerende sprekers en workshops Jaarabonnement op het magazine Check www.ygenwijs.nl/ygentijdse-organisaties/ om lid te worden en voor meer informatie.

7


8


9

Y generatie


10

“De enige waarop je echt invloed hebt, ben je zelf” “Ik geef om dingen. Om bijna alles, eigenlijk. Ik geef om dieren, om onze natuurlijke omgeving en hoe we daar los van zijn geraakt. Ik geef om het leven in de zeeën, om de revolutionaire mogelijkheden van het eten van zeewier, om het potentieel van vrouwen. Ik geef om bomen en de slakken die mijn tuin opvreten. Ik geef om jou. Ik geef om walvissen en varkens en ganzen en bijen. Ik geef om mijn familie en vrienden en ik geef zelfs om mezelf. Ik geef om God en kunst en mensenrechten. Ik geef om elk wezen dat eenzaam is, bang, mishandeld, verward, vergeten, gestorven, ziek en nog niet geboren is. Soms wil ik mijn armen om de hele schepping slaan.” – Geertje Couwenbergh

Geertje Couwenbergh (1983) is

afgestudeerd cultureel antropoloog. Tijdens haar studie richtte zij in 2005 haar eigen onderneming ‘Potential Buddha’ op. Verbluft door het leven geeft Geertje Couwenbergh tegenwoordig onder haar eigen naam workshops, retreats, online cursussen, schrijft boeken en artikelen (onder andere voor Happinez) en heeft, naar eigen zeggen, van de verwarring van het leven haar werk gemaakt. In de toekomst gaat zij als Innerpreneur de wereld (verder) veroveren. Marloes sprak Geertje over haar eerste boek, Generatie Y, Innernemerschap en leven vanuit hartelijkheid.

10WHYS, de wysheidsrevolutie

10WYS, het eerste boek van Geertje verscheen in 2010. Geertje was zelf ongeveer 25 jaar toen ze dit boek schreef. Voor de generatie Y, door de generatie Y.Als lezer van haar boek herken je veel van de gevoelens in het boek. Je wilt alles graag goed doen. Letterlijk alles maar soms weet je niet hoe. Althans, diep van binnen weet je Tekst Marloes Nuijten | Foto’s Coco Broeken

het wel maar je vergeet het steeds. Je loopt vast in je patronen, je ingesleten overtuigingen, je wordt beïnvloed door alles om je heen, je raakt verward. 10WYS is een kleurrijk boek om blij van te worden. 10WYS omvat de serieuze aspecten van het leven vanuit een boeddhistisch perspectief in een nuchter en bovenal verhelderend jasje. Een boek wat je weer met beide benen op de grond zet. Een boek over radicale spiritualiteit, de magie van geld, de verschillende manifestaties van liefde, de glorie en shit van het leven, de pijn van weerstand bieden.10WYS bevat fantastische feel good recepten waaronder ‘soulful couscous’ en ‘loving brownies fort that broken heart of mine’. Een boek vol humor, lifestyle tips en kleine verrassingen. Waarom koos Geertje voor een boedhistisch perspectief?

Generatie Y is jong, individualistisch en hard op zoek naar betekenis en zingeving. Het boeddhisme spreekt de taal van het individu met haar mogelijkheden, verantwoordelijkhe-

den, is humanistisch en ondanks alles optimistisch. Een mooie match,” aldus Geertje. “Het leven is op alle fronten vergankelijk. Niets blijft zoals het is. En dat is eng. We proberen ons leven naar onze hand te zetten en denken dan gelukkig te zijn. We hebben geen invloed op wat ons overkomt, we kunnen onszelf niet beschermen. Het gaat erom dat jij met jouw mindset het vertrouwen hebt dat je volmaakt gelukkig kunt zijn in de stekelige wereld waarin we leven. Een mooie basis voor de Wysheidsrevolutie.” 10WHYS in vogelvlucht

Het boek is bedoeld als geheugensteuntje. Het is een herinnering aan alles wat we al weten en het meest hardnekkig vergeten. In het boek staan 10 grote levensthema’s centraal die samen het leven omvatten: Spiritualiteit, Geld, Liefde, Ik vs. De Wereld, Het lichaam , Creativiteit , Pijn , Kiezen ,Sexualiteit en De Zin. Onze ‘wijsheidspieren’ worden door Geertje op een ongedwongen manier aan de hand van deze thema’s getraind. »


11

“Ik ben de aanvoerder van de vergeetclub. Ik lees soms mijn boek ook terug en wordt dan vaak herinnerd aan wat ik zelf al wist en zelf heb geschreven nota bene�


12

10WYS is bedoeld als een touwtje om je vinger wat je herinnert aan wat je allang wist, een geheugensteuntje. Geertje vergeet het ook de hele tijd. “Ik ben de aanvoerder van de vergeetclub. Ik lees soms mijn boek ook terug en wordt dan vaak herinnerd aan wat ik zelf al wist en zelf heb geschreven nota bene. Je zult tijdens het lezen regelmatig ‘Ohja!’ momenten ervaren. Dat is het grootste compliment wat ik kan krijgen, de ‘Ohja-reactie’ van lezers. Dat is precies waarom ik het boek geschreven heb. Ben je ook wel eens verward?

Ontketen je eigen wijsheidsrevolutie en lees 10WYS, niet perse van voor tot achter. Blader er doorheen. Bekijk de humoristische plaatjes en lees de bijgeschreven tekstjes. Alleen daar word je al blij van. Verbaas je over je ‘ohja!’ momentjes, het is allemaal zo logisch want eigenlijk weet je het allemaal al. Geniet van de twee voeten waarmee je weer even op de grond staat, de heldere blik op de wereld. Je gaat het vast weer vergeten maar er komt een moment, dan denk je weer even aan 10WYS, blader je er doorheen en denk je ‘Ohja...

aandacht waarmee jij een avondje zal ‘netflixen’ opde bank zegt iets over de hoeveelheid aandacht waarmee jij al het andere doet. De vraag is hoe je alles onderdeel uit kan laten maken

“We zijn idealistisch maar om idealistisch te zijn heb je een sterke ruggengraat nodig” van je pad naar heelheid. Hoe krijg je de vaak bestaande scheiding tussen werk en privé weg en zorg je dat alles voelt als een eenheid? Het begint al met dingen uit liefde te doen, liefde en hartelijkheid als intentie. Generatie Y is de eerste generatie waarbij dit echt een rol is gaan spelen. We zijn

Innernemerschap

Begin dit jaar komt het vierde boek van Geertje Couwenberg uit. Na 10WYSde wysheidsrevolutie, Firma hier & nu,Hartcore; een pleidooi voor hartelijkheid als oplossing voor alles en Zin; Lust in je leven door schrijven is het nu tijd voor Innernemerschap. Een mooi vervolg in al een inspirerend en zingevend lijstje. Ondernemerschap, dat is wel bekend. Een term waarbij de link naar ‘werk’ snel gemaakt is. Innernemerschap is meer dan dat, veel meer. Innernemerschap is een manier van denken die perfect aansluit bij onze generatie Y en de wijsheidsrevolutie. Innernemerschap is zo min mogelijk onderscheid maken tussen alles wat je doet, zo min mogelijk onderscheid maken tussen al je levensgebieden.“In zen is er een gezegde: ‘hoe je iets doet is hoe je alles doet.’ Een nadenkertje. Hoe jij bijvoorbeeld de keuken opruimt dat zegt iets over jou, net zozeer hoe het iets zegt over hoe jij je werk doet. Zelfs wat je eet, doet, denkt en hoe je lief hebt zegt iets over het geheel. Als innernemer investeer je jouw aandacht in hóe je iets doet. Zelfs de hoeveelheid Tekst Marloes Nuijten | Foto’s Coco Broeken

een generatie die op zoek is naar zingeving, het ‘waarom’ je doet wat je doet. Innernemerschap gaat om een bredere interpretatie van spiritualiteit. Hoe kan ik niet alleen tijdens de yoga in liefde leven? Als innernemer bestaat er geenonderscheid tussen werk en privé. Innernemerschap is niet leven om te werken, niet werken om te leven maar werk maken ván je leven. Het gaat erom dat je doet waar jij achterstaat, wat niet automatisch betekent dat je altijd doet wat het leukste is.”

De verwende generatie

“Een nadeel van onze generatie in het algemeen is dat we verwend zijn. Wij kunnen veel leren van de generatie onder ons. De generatie onder ons is realistisch en pragmatisch ingesteld. Generatie Y, onze generatie, is de generatie van het idealisme, het werken vanuit talent en passie. We hebben de mogelijkheid ook gekregen om die kant van de medaille te ontdekken. De prijs van het verwend zijn is dat we als generatie zwak zijn, we zijn snel van onze stuk gebracht. We zijn idealistisch maar om idealistisch te zijn heb je een sterke ruggengraat nodig. Die ontbreekt wel eens. We mogen iets meer ballen krijgen. Moedig zijn we daarentegen wel. We durven het wel te proberen om onze idealen waar te maken. Dat is het leuke aan onze generatie, de bereidwilligheid, het zoekende, we zijn optimistisch, moedig en sterk. Met deze instelling hebben we als generatie veel bereikt, zijn we vele ervaringen rijker en heel wat illusies armer. “Een mooier moment voor Innernemerschap bestaat er niet. De ervaring die we als generatie hebben kunnen we meenemen in deze manier van denken. We kunnen ons streven om te handelen uit liefde en niet uit angst meenemen in het streven naar Innernemerschap. Als ook bij jou in alles wat je doet hartelijkheid de intentie is, als ook jij iets mag doen waar jij als persoon achter staat, ook al is dit niet altijd het leukste, zal ook jij tevreden kunnen zijn en heelheid in jouw leven ervaren. Of dat nu als Innernemer als ondernemer is of als Innernemer in een betaalde baan, het zal in één lijn zijn met alles wat je doet.” Tip van Geertje

Jij hebt misschien ook het gevoel dat je méér wilt doen, iets wil betekenen, een boodschap wil uitdragen. Misschien herken je de frustratie, zeker na het lezen van 10WYS dat je anderen om je heen zo vaak ziet ‘vergeten’, dat handelen uit hartelijkheid en niet uit angst je zoveel rust geeft bijvoorbeeld. “De enige manier waarop je iets kan betekenen is op persoonlijk niveau,” aldus Geertje. “De enige waarop je echt invloed hebt, ben je zelf. Het gaat om de besmetting die plaatsvindt. Je begint bij jezelf en anderen zullen dat zien, erover nadenken, geïnspireerd raken en wellicht volgen.


Waar moet je eigenlijk beginnen?

Soms willen we veel. Teveel. De hele wereld veranderen op verschillende manieren is erg ambitieus. We kunnen nu eenmaal niet alles in dit leven. “We zouden wel iets bescheidener mogen zijn, één iemand een goed gevoel geven is al heel veel! Kies 1 ding en doe dat helemaal. Dat zal effect hebben op alles. Focus is een vaker genoemd sleutelwoord en bewezen effectief. Door één ding goed te doen en met heel je toewijding heb je al veel invloed. Het is de kunst van het niet teveel willen.

Meer Geertje? Geertje is momenteel druk met ‘Innernemerschap’. Begin 2015 verschijnt haar manifest over deze nieuwe manier van denken over leven en werk. Wil jij werk maken van je leven? Volg dan haar facebookpagina en blijf op de hoogte. Wellicht heb jij als Ygenwijze een gouden tip hoe je werk en leven in één lijn kan krijgen.

“Innernemerschap is niet leven om te werken, niet werken om te leven maar werk maken ván je leven”

Marloes Nuijten

13


14

Het paard van Sander Ygenwijs oprichter Sander Roovers krijgt al tien edities lang een legioen aan vrijwilligers enthousiast met zijn vernieuwende, inspirerende visie. Welke leiderskwaliteiten schakelt hij in om dit ‘zooitje ongeregeld’ bij Ygenwijs te houden?

Merlijn geeft het antwoord. En ja, Merlijn is een paard, een arabier om precies te zijn. Gestald bij ‘paardencoach’, equine assisted coach, Marjolijn Meijer, is Merlijn een confronterende spiegel tijdens paardencoachsessies over onder andere leiderschap. Ygenwijzen zijn niet vies van een leerzame zelfreflectie, dus ging Sander langs bij Educatief Centrum Keulseweg, om Merlijn te temmen. Er zijn een aantal elementen bij het reflecteren op leiderschap vertelt Marjolijn, bijvoorbeeld hoe Sander contact legt, wat voor parcours hij maakt of hoe flexibel Sander is met coachen. De opdracht; maak een willekeurig parcours en leidt het paard er op jouw manier doorheen. Ambitieus

“Uh, een evaluatie graag..,” grimast Sander wrang. Hij schopt al sloffend het bakzand omhoog, als hij zich wat teleurgesteld naar Marjolijn toe draait. Merlijn, de witte arabier, staat stil. Een uitdagend parcours lonkt in zijn ooghoek, maar de pionnen, stokken en touwen maken het paard niet enthousiast. Het is een kunstig circuit Tekst en foto’s Astrid de Wolf

wat Sander heeft bedacht. Waar een ‘gemiddelde’ manager zijn stok plat op de grond legt, prikt Sander het hout met de punt in het zand. Aan het einde draait hij een touw bedachtzaam in een cirkel: “De stip op de horizon. Dit is het eindpunt van mijn parcours waar Merlijn met zijn voorpoten in moet staan.” Een ambitieuze filosofie, maar na twintig minuten heeft Merlijn naast

wat schijnbewegingen, niet veel meer bewogen dan zijn oren. Met zijn achterhand gedraaid naar Sander en het parcours, oogt de arabier alles behalve bevlogen. Sander staat vier meter verderop naast een pion. Hoewel de afstandelijkheid ongemakkelijk aanvoelt, is het een verkozen afstandelijkheid. Er komt geen enkel signaal vanuit Sander dat dwingend of overdreven motiverend klinkt en de rustende Merlijn vindt dat wel prima. Heel soms ontsnapt er een opwarmend geluid uit Sanders mond, zo zacht, dat het paard zijn naam eigenlijk niet eens kan horen. Het onbeteugelde paard en de charismatische Sander; het stroomt niet. “Vertel, wat gebeurt er Sander?” Marjolijn legt het antwoord bij hem. Aan zijn onzekere blik te zien, is Marjolijns vraag niet het verlossende antwoord waar Sander op hoopte. Hij weet het ook niet: “Ik begon met het maken van fysiek contact met Merlijn. Vanuit die connectie wilde ik hem zonder teugels en trucjes laten volgen. Mijn


idee was om samen steeds een stapje verder te gaan, maar het is duidelijk dat Merlijn andere plannen heeft. Ik dacht, als ik vast vooruit loop dan kan ik hem misschien inspireren om ook hier heen te gaan.” Stilzwijgend schudt Sander zijn hoofd, ontgoochelt over het feit dat het paard geen stap verzet, terwijl zijn karakteristieke coachkwaliteiten juist lijken te werken bij Ygenwijs. Sander en dé uitdaging

Om het gezichtsverlies te beperken naar Marjolijn, start Sander een gepassioneerde uitleg over hoe hij de roede Ygenwijze vrijwilligers leidt: “Met Ygenwijs creëer ik een uitdagend platform voor de vrijwilligers, maar uiteindelijk zijn ze op hun eigen enthousiasme aangewezen. Iedereen mag alles oppakken; ik ga ze niet bij het handje nemen. De lol, passie en gedrevenheid moet uit iemand zelf komen en dat verwacht ik eigenlijk ook bij Merlijn. Ik kan alleen maar laten zien waar ik sta, wat het platform Ygenwijs of dit parcours brengt en hopen dat het prikkelt om mee te doen.” Ondertussen verschijnen er twee snuivende neusgaten tussen de spijlen van het houten hek bij de ingang van de bak. Puk is een zwarte, nieuwsgierige shetlander die zich wél wil mengen met Sanders energie en filosofie. Terwijl Sander nog praat over werken vanuit passie, lijken zijn woorden te bevallen bij het shetje. Een tweede reflectieronde op Sanders leiderschap wordt door Puk op een natuurlijke manier ingezet. Maar in plaats van

zich te focussen op de gemotiveerde shetlander, draait Sander tegen de verwachting in meteen naar de gedesinteresseerde Merlijn. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, maar er verandert niet veel. De twee viervoeters staan wat te kwallen met elkaar. Puk speelt nog even mee met Sander en zijn parcours. De zwartha-

“Met Ygenwijs creëer ik een uitdagend platform voor de vrijwilligers, maar uiteindelijk zijn ze op hun eigen enthousiasme aangewezen” rige volgeling loopt zwalkend een zelfverzonnen route, wél richting Sander, maar op het laatste moment waaiert hij toch weer de andere kant op. Logisch, Sander heeft vooral oog voor de nog altijd stilstaande Merlijn. Het is een vrije vertaling, maar in zowel het ‘Paards’ als Nederlands wordt de bak gevuld met moeizaam gebries. Een beetje verslagen en gefrustreerd zoekt Sander steun in een tweede evaluatie ronde. “Arg.. Het is zwaar frustrerend dat ze niet volgen. Ik kan dus geen leiding geven,” puft Sander. “Interessant, is dát waar het om gaat?”, vraagt Marjolijn scherp. Ja, vindt Sander. Hij hurkt neer naast Puk,

een teken dat hij de strijd laat varen in deze coachsessie. Marjolijn ziet zijn lichaamstaal en vraagt Sander wat hij zou willen doen. “Ik wil niet laf zijn, maar ik ben er wel klaar mee.” Sander mag een rondje te lopen door de wei verderop, misschien is er wel een ander paard? “Hij zit goed in zijn proces volgens mij,” grapt een collega van Marjolijn, die Sander tegen het lijf liep op weg naar de andere paarden. De kleine wandeling naar het grasveld, heeft niet bepaald verkoelend gewerkt. “Ik krijg ze niet te pakken. Ik ga afronden,” zegt Sander terwijl hij zich wendt tot het opruimen van de pionen. “Ik wil niet manipuleren, maar juist inspireren. Als ik de paarden niet vanuit die motivatie kan overhalen, ‘fair enough’. Mijn visie kan gewoon niet worden omgezet in goed leiderschap..” Marjolijn hoort de onnodige veroordeling in Sanders stem over zijn ‘gefaalde’ leidersfiguur. Zij weet; er is geen goed of fout bij een coachsessie met paarden. Het maakt je geen betere leider, als het paard wél meeloopt. Merlijns gedrag is niets meer dan een moment van zelfreflectie voor Sander. Om die essentie terug te halen, vraagt Marjolijn: “Wat laat Merlijn jou zien?” “Merlijn staat stil, omdat.. Omdat ik als leider heel vrijblijvend ben. Ik spreek niet uit wat ik eigenlijk van hem verwacht, omdat ik hem écht niet wil forceren om dingen te doen die hij niet wil. Het resultaat is alleen dat Merlijn mij niet ziet als leider”, »

15


16

“Ygenwijs is mijn DNA”

de frustratie klinkt nog steeds in zijn gekozen woorden. Vertaling naar leiderschap

“Hoe zou je dit zelf vertalen?”, vraagt Marjolijn. “Ik voel een heel duidelijke tweestrijd nu. Aan de ene kant wil ik Merlijn, maar ook de vrijwilligers bij Ygenwijs, niet forceren met mijn hoge verwachtingen. Mijn ideaalbeeld, is echt mijn ideaalbeeld. Ik heb die hoop, die wens, dat mensen zich net zo willen inzetten voor Ygenwijs als ik. Daarin gedraag ik mij heel vrijblijvend als leider, maar loop ik wel tegen die tweestrijd aan; ik wens meer dan dat ik uitspreek. Ygenwijs is mijn DNA. Onbewust vind ik het moeilijk om mensen niet de volle capaciteit te zien benutten van deze beweging. Als ik weg stap, bijvoorbeeld bij Merlijn, noTekst en foto’s Astrid de Wolf

dig ik mensen uit om zelf te zien wat het parcours, Ygenwijs of ik te bieden hebben.” Sander gooit de bak bevrijdend open, klaar. Sander laat zijn parcours, visie en opdracht los. Hij went zich verslagen tot Merlijn om hem terug naar de wei te brengen. Een triomfantelijk lachje vergezeld Sanders gezicht naar de wei, Merlijn loopt mee! Hij maakt een paar andere afslagen, maar hij volgt Sander. Sander twijfelt aan tafel nog steeds of hij nou heel gefrustreerd is dat Merlijn niet liep, of dat hij trots moet zijn op de doorbraak richting de wei. Marjolijn stelt hem gerust met haar positieve feedback: “Sander is een visionair. Prachtig. Het is niet goed of fout dat het paard niet meeloopt, het gaat

erom hoe het paard reageert op zijn handelen. Merlijn zag niet het nut om uit zichzelf het parcours te lopen en Sander zal echt niets inzetten om hem te dwingen. Hij vindt die persoonlijke motivatie zó belangrijk dat mensen volkomen vrij zijn onder zijn leiderschap.” Afhankelijk zijn van iemands persoonlijke drijfveer, werkte dit keer niet perse in Sanders voordeel. Teugelvrijheid vraagt om eigen verantwoordelijkheid en meesterschap. Precies zoals bij Ygenwijs.

Astrid de Wolff


17


18

opstekers voor beginnende ondernemers Terugkijkend is het altijd makkelijker. Dus daarom, voor iedereen die net met een onderneming is begonnen of wil beginnen, 5 opstekers. Zaken die je gewoon even moet weten, zodat je je er geen zorgen meer over hoeft te maken!

Je hoeft niet te weten waar je aan begint.

Ik heb me op 20 juni 2011 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. En er staat van alles bij de activiteiten, behalve coachen. Had geen idee dat ik dat ooit ging doen. Sterker nog, ik was nogal negatief over coaches. Dat wilde ik juist níet worden. Ik vond het altijd van die types die zelf hun leven maar half begrijpen, maar wel de hele wereld willen uitleggen hoe het zou moeten zijn. Dat nooit. Maargoed, da’s dus niet gelukt. En ik vind het nog superleuk ook. Je hoeft niet te kiezen

Mijn grootste ‘probleem’ toen ik met ondernemen begon: ik kon niet kiezen. Ik maakte films, gaf filmtrainingen, ontwikkelde creatieve concepten en begeleidde brainstorms. Ook gaf ik teambuildingsessies. En ik ontwierp websites. En ik was handig met html dus bouwde er ook nog een paar. En ik maakte prezi’s en nieuwsbrieven. En ik coachte, nadat ik mijn vooroordeel had overwonnen. Tekst Sigrid Boelens

Ik kon dus niet kiezen. En kreeg vaak te horen dat ik onhandig was. “Je kunt echt beter een keuze maken. Dan kun je daar al je energie in steken. En wordt het ook wat begrijpelijker.” Het was ook verwarrend, bovenal voor mezelf, en mijn website was een onmogelijke optelsom van alles. Maar toch ben ik blij dat ik toen niet heb gekozen (lees: dat ik het me totaal niet is gelukt om te kiezen). Want na verloop van tijd kwam ik erachter dat al die dingen die ik leuk vond een gemeenschappelijke deler hadden: ik werd ingehuurd om het verhaal te vinden. Het verhaal van een individu, zodat hij/zij zichzelf beter begrijpt. Het gemeenschappelijke verhaal van een team, zodat ze elkaar beter leren kennen en samen hun verhaal kunnen aanpassen als dat nodig is. Het verhaal van een bedrijf of onderneming, zodat ze die kunnen vertellen in een bedrijfsfilm, een nieuwsbrief, op hun website en in de afbeeldingen die ze gebruiken. Ik begrijp dus nu, terugkijkend, beter wat ik doe. Wanneer jij ook niet

kan kiezen, begin dan gewoon met alles een beetje. En kijk na een tijdje of er niet toevallig een overlappend stukje in zit. Wat kan helpen om je kracht te ontdekken: vraag mensen waarom ze je voor iets inhuren of waar ze aan het eind van de samenwerking het meest tevreden mee zijn. En verzamel de antwoorden. Zo viel mij op dat iedereen vaak zei ‘je omschrijft met de juiste woorden exact wat er speelt, waardoor we het beter begrijpen en weten welke keuzes we moeten maken.’ Je hoeft het dus echt niet allemaal zelf te ontdekken. Anderen kunnen vaak veel beter zien wat je doet dan jij zelf. Je ziet ‘t niet aankomen

Een belangrijke doorbraak voor mijn ondernemerssucces was een onbetaalde presentatie voor veertig studenten aan de andere kant van het land. Hij sloeg in als een bom en er kwamen allerlei vervolgtrainingen en coachtrajecten uit. Maar ik zag dat toendertijd helemaal niet aankomen. Sterker nog: ik was een invaller voor


19

iemand anders en ik werd pas twee dagen van tevoren gevraagd of ik wilde komen. Ze hadden geen idee wie ik was en wat ik deed, maar ze hadden een gat in het programma en waren allang blij dat iemand tijd had en wilde komen. En ik had in die tijd niet zo heel veel te doen, dus ik zei ja en heb de avond van tevoren heel snel de oefening in elkaar gezet (die bleek perfect te werken, ik gebruik ‘m nog steeds voor ongeveer elke training). Heb je dus nu geen idee of het je gaat lukken en is je agenda voor de komende week of maand nog helemaal leeg? Dat zegt helemaal niets. Wie weet wat jij over twee dagen staat te doen! Missers zijn doodnormaal en wachten hoort erbij

Mijn allereerste zelf ontwikkelde training. Ik had ‘m helemaal uitgeschreven en meerdere nieuwe oefeningen gemaakt. Vervolgens een wervende tekst opgesteld en die door minstens vijf vriendinnen laten lezen. En na tachtig keer bijschaven plaatste ik het, trillend van de zenuwen, op mijn website. Vervolgens checkte ik

ongeveer om de minuut mijn inbox. Maar helaas. Nul inschrijvingen. Nul. Niet eens een mailtje. He-le-maal niks. Geen enkele reactie. De wereld draaide gewoon door. Maar gelukkig was het geen voorbode voor de rest van mijn trainingen. Dus maak je niet druk wanneer er een keer iets niet lukt. En het belangrijkste wat ik ervan geleerd heb: je kunt beter wachten op de vraag, dan tegen heug en meug van alles te organiseren. Wat niet betekent dat je niets mag bedenken en ontwikkelen, je hoeft het alleen niet ook meteen uit te voeren. Je kunt het beter bewaren voor het moment dat met iemand zit te kletsen die het nodig heeft. En dat betekent dus heel veel wachten. Ik heb dagen, weken, zelfs maanden gewacht. Klaargezeten voor de eerste vragen, de eerste kansjes. Om gek van te worden. Maar het was het waard. En ik had achteraf die tijd stiekem ook nodig. Om over mezelf te leren, te ontdekken wat wel en niet werkt en om te ervaren dat ik dit écht heel graag wil.

Het wordt leuker dan je kunt bedenken!

Echt. Ik had nooit kunnen bedenken dat mijn werk kon bestaan uit het eten van taart en het praten met mensen en groepen, het vertellen van mijn verhaal en het bloggen over mijn grootste uitdagingen en daarbij behorende lessen. En dat mijn meest vervelende eigenschap, de hele tijd van alles voelen, mijn belangrijkste waarde bleek te zijn. Ik ben dus ook heel blij dat ik geen ondernemersplan heb geschreven, geen commerciële strategie heb uitgedacht en geen gestructureerde stappen heb gezet. Want dan was het zonder twijfel veel minder leuk geworden dan het nu is. Dus laat je verrassen, maak zo weinig mogelijk plannen en sluit niets uit. It’s gonna be amazing!

Sigrid Boelens


20

Zeker lezen, checken en bezoeken

Zeker lezen 1 Lezen Verkocht! – Daniel H. Pink

Verkopen doen we allemaal volgens Daniel Pink. Of we nu ideeën pitchen of ons huisgenootje overhalen op maandag eens geen gehaktballen te eten. Daniel deelt in dit boek zijn ideeën rondom verkopen anno 2015.

2 Als je wilt winnen, moet je niet willen winnen – Eric Bartels

3 Het nieuwe succes – Arianna Huffington

Fijne titel voor een managementboek. Waarin Eric uitgebreid onderzoek naar meesterleiders deelt en verklapt wat meesterleiders onderscheidt van nietmeesterleiders.

Geschreven door de oprichtster van The Huffington Post. Net als de website is ook dit boek een aanrader. Waarin ze oproept tot een herdefiniëring van wat succesvol vandaag de dag betekent.


21

Zeker checken www.yournalism.nl

www.youngpoets.nl

beta.fray.it

Platform voor onderzoekjournalistiek waar jij bepaalt waar onderzoek naar wordt gedaan.

Originele en inspirerende gedichten en verhalen van jonge dichters. Laat je verwonderen door woordkunstenaars.

Wil je jouw talenten aanbieden en/of zoek je talenten van anderen? Dan is Fray wat je zoekt.

Zeker bezoeken Unplug de dag

Filmavond TAMGY

23 april 2015 Dag vol inspiratie en handvatten om samen met je manager te werken aan 0% burnout en 100% werkgeluk.

5 maart 2015 Kom de documentaire ‘Talking About mY Generation’ bekijken en ga de dialoog aan met andere generaties over de thema’s idealisme, ondernemerschap en social media.

www.unplugdedag.nl

http://goo.gl/AKhi7u

Themasessie ‘Maatschappelijk ondernemen’

16 maart 2015 Tijdens deze sessie wordt de brug gelegd tussen de uitdagingen van de overheid en de kwaliteiten van de Generatie Y. Laat je inspireren hoe jij als jong talent bijdraagt aan een eigentijdse overheid. www.ygenwijs.nl


The good news is that it’s more shockproof than steel. The bad news is you can’t park it next to a panda.

But hey, how many pandas are there? And

the most skilled craftsmen we’ve met. And

there’s more good news. Your Blackstar

believe us, we’ve met a few. So we combined

bike is completely unique. Since no piece of

their bamboo frame with the best bicycle parts

bamboo is the same. That’s

we could find. Resulting in

why we asked our friends in

your perfect ride. If it weren’t

Ghana to build it. They’re

for those @#% pandas. Order your bike at blackstarbikes.nl


23



Inspirerende organisaties


26

Casa Waarom werken jullie hier? Hans: “Ik werk hier, omdat ik heel

lang voor verschillende hotelketens heb gewerkt en ik vond het niet meer leuk om steeds allemaal beperkingen opgelegd te krijgen. Bij veel hotelketens mag of kan niets omdat de regeltjes het niet toelaten en dat werkt zo vertragend. Dat maakt Casa 400 heel bijzonder, we kunnen hier alles doen wat ons goed lijkt, er zit geen enorm management op of allerlei richtlijnen omdat we geen keten zijn. Soms maken we fouten en dat kan ook gewoon, dat maakt het heel leuk. Daarbij is de combinatie studenten en hotelgasten heel uniek.” Anne-Mieke: “Ik ben hier begonnen als stagiaire, het was een best geheimzinnig profiel. Er was namelijk nog geen HR afdeling en die moest er wel komen. Dat ben ik als stagiaire gaan doen en dat leek me heel gaaf om te kunnen doen. Vooral de vrijheid straalde er echt van af. Je mocht er zelf je eigen interpretatie aan geven. Ondertussen ben ik bijna 5 jaar in dienst.”» Tekst Marieke Grondstra | Foto’s Casa 400


27

Tekst Marieke Grondstra | Foto’s Casa 400


Wat maakt het zo bijzonder? Hans: “De geschiedenis is heel bij-

28

zonder en leeft heel erg en heeft veel invloed op de cultuur.” Anne-Mieke: “We hebben allemaal het gevoel dat we de droom van de oprichters echt leven. Hans: De vier studenten die het hebben opgericht in de jaren 50 waren tussen de 18 en 20 jaar oud en hadden de droom dat ze studentenhuisvesting konden verbinden aan een hotel. Er was toen ook al sprake van een tekort aan betaalbare woonruimte voor studenten. Ieder ging met 25 gulden naar de KVK en dat was het startkapitaal van Stichting Casa Academica. Ze hebben ontzettend veel verschillende leningen en subsidies gekregen om Casa 400 mogelijk te kunnen maken. Sinds 2010 zitten we op deze locatie. Ik ben de vierde directeur, dus iedereen blijft wel heel lang hier werken. De rest van het personeel is relatief jong.”

Om iets nieuws te gaan zoeken. Daar krijgen we weer nieuwe mensen voor in de plaats. Zodat het niet vastroest. Hier zit iedereen in zijn comfortzone, er is weinig angst om dingen fout te doen. De ruimte is er om dingen te testen.” Anne-Mieke “Het is soms moeilijk voor mensen om hier weer weg te gaan omdat de cultuur zo warm is. Er werken hier 110 mensen. Ongeveer 70% is onder de 30. We communiceren heel veel over social media, via whatsapp, facebook, we sturen geen memo’s of iets dergelijks. Intern werken we met google drive, we delen veel met elkaar. We vinden het ook goed als werknemers reageren op social media van gasten. Empowerment van medewerkers vinden we heel

Hoe is het werken met jonge mensen? Hans: “We vinden het

leuk om met jonge mensen te werken.” Anne-Mieke: “Het is ook wel gebleken dat jonge mensen zich kunnen identificeren met de droom van de oprichters. Hun input is heel vernieuwend. Het is wel grappig dat je jonge mensen binnenhaalt die hier een kans kunnen krijgen en die dingen kunnen uitproberen. Alles kan hier.” Hans: “Als het fout gaat dan lossen we het samen op. We hebben hier veel stagiaires en jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt. Wat we ze hier bijbrengen zijn bepaalde basisvaardigheden in de hotellerie en de Casa 400 normen en waarden. De vraag “wanneer los je het zelf op en wanneer haal je er iemand bij” leren ze hier te beantwoorden. Ze worden zelfredzaam. Ze ontwikkelen zich heel erg hier, dat kun je echt goed zien bij de stagiaires. Anne-Mieke is er het voorbeeld van dat je snel kan doorgroeien. Je kan snel carrière maken. Maar we zijn geen keten dus ze kunnen niet heel veel verder na 5 jaar, we proberen ze niet vast te houden, maar stimuleren ze weer verder te gaan. Tekst Marieke Grondstra | Foto’s Casa 400

belangrijk. We hoeven haast nooit iets te corrigeren, het stimuleert juist om zelfredzaam te zijn. Interne communicatie is in principe via Facebook. De gasten vinden het hier heel leuk: we scoren hoog op de goede sfeer en hoge service, en we krijgen goede reviews. We doen veel aan reputatiemanagement. Het personeel scoort heel hoog. Voornamelijk op vriendelijkheid, spontaniteit, en proactiviteit.” Hans: “Onze medewerkers doen veel uit zichzelf: rozenblaadjes op het bed als er een getrouwd stel is, cadeautjes bij bijzondere gelegenheden en dergelijke regelen ze allemaal zelf. Bij de receptie is heel veel ruimte en weinig procedures. We vertrouwen medewerkers erop dat ze goed kunnen inschatten wat er nodig is. Flexibiliteit wordt erg gewaardeerd.”

Hoe komen jullie aan nieuwe medewerkers? Hans: “We hebben nooit problemen

om nieuwe mensen te krijgen. Al kan het merk Casa 400 nog wel beter neergezet worden in de arbeidsmarkt en binnen de hotellerie. We zijn nog niet zo heel bekend overal. Het is nu veel mond-op-mond reclame, er zijn veel ambassadeurs die soms zelfs na jaren weer terug komen. We werken veel met stagiaires die vaak ook hier blijven werken als ze klaar zijn met hun studie.”

Wat is het profiel van jullie gasten? Anne-Mieke:

“We hebben een enorme mix: veel gasten zijn tussen de 20 en 40. Ze komen veel via touroperators of reisbureaus. En we hebben ook veel zakelijke gasten, die wel redelijk jong zijn. Veel vaste gasten vooral. We hebben gasten die hier al vier jaar elke week komen. Zoals vanochtend hadden we een van onze vaste gasten die altijd vraagt om een wake-up call, en hij hoorde de telefoon niet dus ging de stagiaire hem toch zelf wakker maken. Die betrokkenheid is echt mooi om te zien.” Hans: “We maken elke week een profiel van een vaste gast en wie dat zijn en wat ze doen zodat iedereen daar op kan anticiperen. Dat doen ze bij de receptie en dan proberen ze zo veel mogelijk te weten te komen over deze gast. En dan bedenken ze vanzelf alles al en regelen ze het. Dat heb ik bij andere hotels niet zo meegemaakt.” Hoe ziet de toekomst er uit? Hans: “Ik hoop dat we de komende

jaren blijven groeien als organisatie en dat we de beste werkgever worden binnen de hotellerie.” Anne-Mieke: “Dat we echt de naam krijgen dat we in de hotellerie een uitzonderlijke werkgever zijn. Dat zijn we al, de medewerkers hebben enorm veel plezier in hun werk. Het is een soort familie die samen hetzelfde doel nastreeft.” Hans: “We zijn bezig om een tweede vestiging te openen. In september openen we een vernieuwend horeca


en retail concept en wie weet wat er nog meer op de planning staat.”

vaak studentenborrels. Daarbij werken hier ook veel studenten parttime.

Hoe zit het precies met de studentenhuisvesting? Anne-Mieke: “We hebben 151 kamers

Waarom past generatie Y hier zo goed? Anne-Mieke: “Volgens mij passen de

die permanent hotel zijn en 369 kamers die in de zomer van studentenkamer naar hotel worden omgebouwd, 2 keer per jaar hebben we die ombouw. Dat is de beste teambuilding die je maar kan hebben. Iedereen helpt mee en doet wat moet gebeuren. We zijn net met een storytelling project begonnen waar we onze gasten veel meer betrekken met onze historie en waar veel meer gemengd wordt met de studenten. De studenten mogen een favoriet persoonlijk object fotograferen die dan in de zomer in de kamer blijft hangen en daar kan de hotelgast die in die kamer logeert dan het verhaal bij opzoeken. Het gaat van een knuffel tot een muziekinstrument. Op elke kamer hangt dan zo’n poster met het verhaal online erbij op

eisen van generatie Y heel goed bij het profiel van Casa 400. Y is heel erg op zoek naar het zelf kunnen doen en ruimte en flexibiliteit. Dat vinden ze hier veel meer dan bij andere hotels. Hier hebben we wel kaders maar ook heel veel ruimte. Ik denk dat wij echt een organisatie zijn waar Y heel erg kan excelleren. We moeten wel waken dat ze niet te hard werken zodat ze geen burn-out krijgen. Je gaat als een gek, je vindt alles leuk, dan wil je ook met alles te maken hebben. Dan ben je wel veel met je werk bezig, ik heb daar helemaal geen last van. Ik ben

structuur hier is heel organisch. Iedereen kent elkaar en praat over van alles en nog wat met elkaar. Werk en privé lopen altijd door elkaar.” Wat wil je meegeven aan de lezers van Ygenwijs? Hans: “Meer aan de managers van

organisaties: omarm generatie Y! Ik krijg heel veel energie en inspiratie van generatie Y: het houdt me jong en creatief!” Anne-Mieke: “Een wijze les: je moet durven om risico’s te nemen in je carrière. Ga het gewoon doen. En als je er achterkomt dat het niets is dan is het ook een goeie les. Je weet het niet van te voren: toon lef!

www.bringyourown.nu”

Hoe vinden de studenten het dat ze in de zomer moeten vertrekken? Hans: “De studenten vinden

het wel moeilijk om weg te gaan maar dat is ons verdienmodel. Al hebben ze dan toch vier maanden geen kosten. Dat regelt zich altijd wel. We hebben wel als doelstelling dat we er willen zijn voor de jonge student die nog geen netwerk heeft in Amsterdam. Die krijgen toch iets meer hulp hier, er is altijd management dat hier rondloopt en als de jonge studenten dan iets willen vragen kunnen ze altijd ergens terecht. We hebben veel meer meiden dan jongens (2/3e meiden) De ouders vinden het vaak heel spannend wanneer de kids naar Amsterdam gaan om te studeren. De ouders zijn vaak heel enthousiast over ons. Daarbij heb je als startende student meteen 368 huisgenoten. Je deelt een keuken met zijn dertigen. Het is een heel veilige omgeving. Wat ook vaak gebeurt is dat studenten die hier in Casa 400 hebben samengewoond met zijn vieren een huis zoeken en bij elkaar blijven wonen. Is wel zo gezellig! Verder organiseren we van alles hier, studenten geven hier vaak feesten, er wordt vaak live muziek gemaakt door studenten in de lobby en we hebben

altijd bereikbaar, ik lees overal mijn mail. Maar dat is voor mij normaal. Ik ben gewoon heel erg toegewijd aan mijn werk. We maken er samen iets van. We leveren allemaal een bijdrage. We hebben echt de luxe dat we kunnen kiezen hoe we willen werken.” Hans: “We hebben een bijzonder bedrijf. Gisteravond hebben we getraind in het open water: we hebben gezwommen bij Ijburg, we doen mee met de Amsterdam City Swim. Dat is voor ALS, vanaf het scheepvaartmuseum door de gracht. We zoeken daar sponsoren voor en dat gaat super goed. Dat soort dingen doen we heel veel. Sponsorlopen en dergelijke. We hebben ook een sportschoolabonnement waar je heel goedkoop aan deel kunt nemen. We hebben veel borrels en feestjes en doen ons best om de successen te vieren. Mensen kijken niet naar elkaar op of op elkaar neer, we hebben respect voor elkaar. De

Naam: Hans Vugts (General Manager) en Anne-Mieke Mulder (HR Manager) Website: www.hotelcasa400.nl

Marieke Grondstra

29


30

“Op zoek naar het licht willen we allemaal, maar wat is prediken over licht, als de kerk zelf heeft gezondigd?” De zware toga wordt voorruit geschopt, waardoor het kleed lijkt te dansen over de grote grijze tegels van de kerkvloer. Zakkend zonlicht kleurt de gevouwen handen met vervaagde glas-inlood kleuren. Het oude gezicht toont schaduwlijnen van lange avonden vol Bijbelstudies en orgelspel. Als dit plaatje past bij jouw stereotype predikant, dan wordt het tijd om weer eens die (pijnlijke) houten banken op te zoeken. Maak kennis met Folkert de Jong (29); dominee 2.0.

De kerk, daar ga je niet zomaar tegenin. Niet zonder een middeleeuws spektakel vol zwaaiende hooivorken en brandende bijbels. “Dat is niet meer nodig hoor”, glimlacht Folkert argeloos met de Domkerk Utrecht op de achtergrond. Hij kan het weten. Twee jaar geleden, in juli 2012, rees een groep van twintig jonge dominees op uit de ochtendgloren met een scherp geformuleerd manifest in de hand. De boodschap; een cultuuromslag in de protestantse kerk. Het gat tussen het geloof en de hedendaagse Tekst en foto’s Astrid de Wolff

mentaliteit vroeg om een brug en de jonge predikanten wilden die wel bouwen. Folkert is één van die vernieuwers van dominee 2.0. Missie

Folkert grabbelt meteen naar zijn smartphone bij de vraag; wie ben jij? “Mijn Twitteraccount vat het keurig samen; ‘jonger dan de gemiddelde dominee, kerk opnieuw uitvinden en een ‘ProtestansteKerkHipster’.” Hij zegt het zo trots en strijdlustig, dat de beschrijving een extra dimensie krijgt.

Folkert is net even anders, net even iets kleurrijker dan zijn voorgangers. Deze korte karakterschets is zijn missie: “De dominees 2.0 zijn ambitieus, hoopvol en realistisch, terwijl een deel van de oudere generatie predikers nét even iets anders te werk gaan. Sommige zijn zo gewend aan het doembeeld van een leeglopende kerk, dat ik een berustende houding bij hen zie.” Ook jongvolwassen hebben behoefte aan zingeving en, in tegenstelling tot de oude garde, voelt Folkert zich »


31

“Geen geloof? Als ik sciencefiction moet schrijven zou het daar over gaan”

Folkert de Jong (29); dominee 2.0.


32

alles behalve machteloos met het Christendom als strijdwapen. Luisterend naar Folkerts verhaal, lijk het wel of het aanpassingsvermogen van de kerk een groter probleem is, dan de desinteresse van de jongeren. “De verhalen van de bijbel zijn er om ons te inspireren, zelfs nú nog. Eén van de moeilijkheden voor jonge dominees zijn de gewoontes en verwachtingen die er zijn van predikers. Een deel van de gevestigde orde ziet het als hoofdtaak om de Bijbelverhalen te vertellen in de klassieke vorm zonder een vertaling naar de hedendaagse problematiek of jongeren. De drijfkracht van dominee 2.0 zit juist in het persoonlijk maken van het verhaal. Het is niet vreemd dat jongeren hun affiniteit verliezen met het geloof als ze zichzelf niet in kunnen vinden in de gesproken taal.”

“‘Liturgische’ kleuren, ik wil het er niet over hebben” “Voor wie predikt de kerk?”, vraagt Folkert met prikkende ogen. Hij draait zich om en tuurt door de Dom. Er struinen wat toeristen rond, driftig drukkend op hun touchscreens. Een prachtig orkestje van vijf grijzende zangers, trekt evenveel nog grijzere luisteraars. Het machtige bouwwerk trekt mensen, maar deze aanbidding van een vaste vorm is niet het daadwerkelijke christendom. Folkert draait zich terug, “Ik wil juist preken voor de mensen die er niet zijn. Voor de mensen die hoop en inspiratie kunnen halen uit echte verhalen, wereldverhalen. Niet een gedateerd monoloog tussen vier muren, maar een levend dialoog over de persoonlijke waarde van geloof. Er zijn prachtige levensverhalen, dáár gaat het over”, vuurt Folkert scherp. “Liturgische kleuren, wat? Ik wil het er niet eens over hebben.” Filosofie

Folkert is een activist. Zijn enthousiasme over het christendom is aanstekelijk en zijn onbewuste gebarentaal tijdens het praten, maakt hem een boeiende verschijning voor zowel jongeren als ouderen. Dat is ook zijn kracht: “Ik wil de kerk dienen, maar wel op mijn manier. Het gevoel van onvrede was mijn reden voor dominee 2.0, onvrede omdat we niet geaccepteerd werden. We hadden de indruk Tekst en foto’s Astrid de Wolff

dat we te weinig ruimte kregen. Ik, mijn vrienden, wij allemaal groeien op zonder geloof als eerste levensbehoefte. Geloof is gewoon minder belangrijk geworden, maar dat hoeft geen bedreiging te zijn. Jonge dominees kennen deze geseculariseerde wereld. Voor de manifestatie van dominee 2.0 maakte de kerk geen gebruik van onze kennis, onze kwaliteiten. Wij weten als geen ander hoe we een brug kunnen slaan, dus ik voelde de roep: accepteer ons.” Nu, twee jaar later, spreken de Trouw en in het Reformatorisch Dagblad van ‘de laatste adem die is uitgeblazen voor Dominee 2.0’. Folkert maakt zich er niet druk om, hij ziet dat de brandbrief zijn werk al aardig heeft gedaan: “De cultuuromslag die wij beoogden, is goed opgepakt. Er zijn steeds meer pioniers plekken, waar dominees, persoonlijke kwaliteiten en geloof prima samen gaan. Ik ben zelf net aangenomen als dominee en ik voel de vrijheid om mijzelf te zijn als prediker. Die ruimte wilde ik voelen in de kerk, in mijn geloof, anders kon ik me er niet thuis voelen. Dankzij de strijdlust van dominee 2.0 en de brandbrief, is er wel degelijk een punt gemaakt in het protestants christendom. Maar er komen vast weer nieuwe uitdagingen.” Aan Folkerts ogen te zien, is hij nog niet uitgestreden.

“Voor wie predikt de kerk nog?” Een nieuwe missie is subtiel hoorbaar als hij praat over de tegenstrijdigheden van de boodschap van de kerk. “De boodschap was, op zijn negatiefst: ‘Wees welkom, we zijn allemaal op zoek naar licht.’ Het gevolg was lege banken. Op zoek naar het licht willen we allemaal, maar wat is prediken over licht, als de kerk zelf heeft gezondigd? Mensen zijn niet dom, de woorden van de kerk voelden, of voelen, niet als een eerlijke waarheid.” Eerlijke waarheid, wat is puur geloof dan? Het bezielde orkest? De majestueuze kerk? Folkerts échte verhalen? Folkert kan de vraag alleen voor zichzelf beantwoorden: “Hoop geven én door de opstanding van Jezus. Zelfs na de dood, weer leven vinden, dat geeft mij pure hoop.” Na de opstanding is Jezus herrezen, met lichaam en al. Folkert haalt diep adem bij de vraag hoe hij zou reageren als het lichaam

van Jezus wordt gevonden: “Dan is voor mij de mooiste boodschap van het christendom voorbij.” En zonder geloof..? “Als ik sciencefiction ga schrijven, gaat het daar over. Geen geloof, betekent geen hoop. Geen hoop betekent geen geloof in je naasten. Daar kun je zeer zeker niet in leven.”

“Ik wil juist prediken voor de mensen die er niet zijn” Maar als je hoop in het leven afhangt van het feit of Jezus wel of niet is opgestaan, heb je dan wel vertrouwen in jezelf? Folkert kijkt door de kerk, zoekend naar een antwoord: “Jezelf vertrouwen, dát vind ik belangrijk. Vertrouwen dat je mag zijn wie je bent, zoals God je gemaakt heeft. Het lijkt mij moeilijker om op te groeien in een gezin waar geld en prestige het belangrijkst zijn, dan een familie die kiest om Gods woord te dienen,” proest Folkert hoofdschudden. “Jezus geeft hoop, de hoop die elke generatie nodig heeft in een leven.” Het is stipt vijf uur. Een oude man glijdt moeizaam over de grote grijze kerkvloer. De verlaagde zon kleurt zijn rimpelige gezicht met vervaagde glasin-lood kleuren. “Het is vijf uur, opstaan, de kerk gaat nu sluiten”, klinkt de schorre mannen stem. Demonstratief blijft hij staan in een hoek, wachtend op ons vertrek. “Biertje in de stad dan maar”, lacht Folkert. Dát is nou een dominee 2.0.

Astrid de Wolff



34

Inspirerende werkplekken

Foto’s Jasper van Bladel


35

Dat Breda niet alleen met carnaval een gezellige stad is, is wijdverbreid bekend. Dat er in Breda inspirerende organisaties zitten met dito werkplekken, wellicht iets minder. Wij gingen langs bij TCC, Yonego, Netvlies en CM. Alle vier gevestigd in Breda, inspirerend en succesvol.

Foto’s Jasper van Bladel


36

Foto’s Jasper van Bladel


37

Meer foto’s van deze inspirerende werkplekken? Check: ygenwijs.nl/ inspirerende-werkplekken

Foto’s Jasper van Bladel


38


Inspirerend

ondernemerschap


40

Zussen zetten Y-generatie op de kaart in Den Bosch met ‘KOEKWAUS’ Als je het woord KOEKWAUS hoort, denk je misschien wel even aan de film New Kids Turbo. Maar het is sinds een paar maanden ook de naam van een bijzondere winkel in het hart van Den Bosch, opgericht door de zussen Laura (29) en Marlou (28).

Dat de twee samen een onderneming zijn gestart, is niet bepaald een verrassing te noemen. Ze hebben een hele goede band en bovendien altijd al de droom gehad om samen te ondernemen. “Eigenlijk hebben we dat altijd al gewild, samen een bedrijf beginnen”, zegt Laura. “Marlou is erg creatief en ik heb meer een commerciële achtergrond, dus we vullen elkaar goed aan.” Koekwaus. Wat?

KOEKWAUS is het resultaat. Bij KOEKWAUS, gevestigd in een statig pand in de Vughterstraat, kunnen starters, ondernemers en studenten een ‘stukje’ van de winkel huren om hun producten te verkopen. Zij betalen een maandelijkse fee en dragen daarnaast een klein percentage van de verkopen af. Inmiddels staat de winkel vol met een scala aan producten: van lampen, kaarten en Italiaanse producten tot kleding en meubels. Marlou en Laura kregen inspiratie voor hun winkel door de opkomst van conceptstores. “In allerlei grote Tekst Kelly Bakker | Foto’s Coco Broeken

steden zag je conceptstores verschijnen, behalve in Den Bosch. Of in ieder geval niet zoals wij ze graag zouden zien. Er bevindt zich in deze stad veel creativiteit maar toch hebben wij het idee dat Den Bosch altijd een beetje achterloopt, niet alleen qua evenementen en activiteiten, maar ook qua winkelaanbod. Daarom hebben we besloten om het zelf te gaan doen, onze eigen winkel openen. We wilden een soort platform creëren voor alle creatievelingen en starters uit Den Bosch om zo onder de aandacht te brengen de stad allemaal te bieden heeft.” In het diepe

Nadat de twee zussen het juiste pand vonden, ging het snel. “We hebben eerst maandenlang van alles op papier gezet, maar toen we tegen dit pand aanliepen, hebben we meteen de knoop doorgehakt. Je moet een keer beginnen en in de praktijk loop je veel eerder tegen zaken aan, die je op papier niet kan inschatten. We hebben veel contacten gelegd en zijn zo met mensen in contact gekomen die ons concept interessant vonden. Toen we open gingen, hadden we maar een stuk of twaalf huurders. Het is lastig in het begin, omdat je iets probeert te ‘verkopen’ wat er nog niet is. Dus je moet anderen enthousiasmeren voor jouw plan en jouw ideeën. Daarom

waren we ook heel erg blij met de eerste ‘huurders’. Nu staat er echt een winkel, waardoor het makkelijker is om te laten zien wat wij te bieden hebben.” Aanpassen

Daar waar voor de twee de focus eerst heel erg op Den Bosch lag, is dat nu breder getrokken. Laura: “We merkten op een gegeven moment dat Den Bosch toch wat te klein werd voor de winkel, het productaanbod wisselde daardoor te langzaam. Terwijl dat juist onze kracht is, we moeten blijven vernieuwen qua producten om KOEKWAUS aantrekkelijk te houden. In het begin wilde ik niet van het Den Boschconcept afstappen, het was immers de basis van onze winkel, een van de redenen waarom we zijn gestart. Maar je loopt soms tegen scenario’s aan die je niet op voorhand kan voorspellen en dan moet je dingen kunnen bijstellen of aanpassen. Inmiddels weten wij dat onze klanten vooral naar KOEKWAUS komen omdat ze het een leuke en inspirerende winkel vinden en niet zozeer vanwege de visie die erachter zit.” Proberen

Marlou en Laura houden zich wat betreft het ‘aannemen’ van huurders aan een voorwaarde: Ze moeten erin »


41

“We gaan er misschien niet rijk van worden, maar we zijn in elk geval wel gelukkig�


42

Dat de twee samen een onderneming zijn gestart, is niet bepaald een verrassing te noemen. Ze hebben een hele goede band en bovendien altijd al de droom gehad om samen te ondernemen. “Eigenlijk hebben we dat altijd al gewild, samen een bedrijf beginnen”, zegt Laura. “Marlou is erg creatief en ik heb meer een commerciële achtergrond, dus we vullen elkaar goed aan.”

sieraden en diverse leuke activiteiten van andere Bosschenaren. Op die manier willen we ook namens KOEKWAUS bijdragen aan nieuwe initiatieven in onze stad.” Hard werken

Het ondernemen bevalt de zussen tot nu toe erg goed. “Je hebt zoveel vrijheid en je bent altijd bezig met wat je het liefste doet.

Buffer

Laura praat inmiddels over KOEKWAUS alsof ze de winkel al heel lang hebben. “Maar zo was het in het begin niet hoor”, zegt ze. “In de eerste week zaten we hier als twee trotse pauwen om ons heen te kijken. Je bent er zo lang mee bezig en toen was het ineens echt en gingen de deuren open. Nu wordt het ‘normaler’ en krijg je steeds meer routine. Maar nog steeds kunnen we om ons heen kijken en denken, wow, dit hebben wij gewoon samen neergezet.” Beiden werken nog parttime in de horeca, voor wat financiële zekerheid. “Gelukkig is dat heel flexibel werk en goed te combineren met KOEKWAUS. Het kost altijd tijd om iets op de bouwen en wij vinden dat we, vooral in het begin, ook veel moeten investeren om iets moois neer te kunnen zetten. Daarnaast halen we veel energie uit de winkel, dus kost het werken daarnaast ook minder moeite.” Verder kijken

De twee denken ondertussen na over wat ze nog meer met de naam KOEKWAUS kunnen. “We hebben al t-shirts, rompertjes en tassen met ons logo erop en breiden dit steeds verder uit met nieuwe producten. Daarnaast zijn we bezig met een stukje horeca in de winkel, workshops en komt er binnenkort een wijnproeverij aan. We willen meer zijn dan alleen een winkel en KOEKWAUS daarom ook inzetten voor andere doeleinden. Ook buiten de winkel zijn we bezig om KOEKWAUS op de kaart te zetten. Zo organiseren we half september in samenwerking met Burning Paper een gezellige markt op een zondagmiddag midden in de stad. Met muziek, drankjes, kramen met kleding, Tekst Kelly Bakker | Foto’s Coco Broeken

We zitten vaak op één lijn, waardoor we snel kunnen schakelen. We staan open voor elkaars ideeën en vertrouwen elkaar. Daarom hoeven we ook niet steeds te overleggen als een potentiële huurder bij een van ons aanklopt. We kunnen los van elkaar bepalen of het past binnen KOEKWAUS. Bij twijfel proberen we het gewoon uit en als het niet verkoopt dan gaat het weer weg.” ‘We hebben nog geen dag spijt gehad van het ondernemen maar tegelijkertijdhebben we nog nooit zo hard gewerkt”, vervolgt Laura even later. “Je voelt namelijk wel constant de druk om te vernieuwen en ‘on top of mind’ te zijn. Je trekt niet meer op vrijdagmiddag om 17.00 uur de deur dicht om weekend te vieren. Je bent er elke dag mee bezig. Daarom is het belangrijk dat we hier helemaal achter staan. Het kost veel tijd en energie en je moet geduld hebben. Doordat je zelf 24/7 met de winkel bezig bent,

denk je al snel dat andere mensen dat ook zijn. Je gaat ervan uit dat als ze één keer in je winkel zijn geweest en enthousiast zijn, ze elke week terugkomen. Maar zo werkt het niet. Het heeft tijd nodig voor mensen om je winkel te herkennen en op te nemen in hun rijtje met favoriete winkels.’ Het is duidelijk dat de zussen hun droom hebben verwezenlijkt. “Onze generatie vindt het denk ik nog belangrijker om iets te doen wat we echt leuk vinden en waar we energie van krijgen, dan dat we bakken met geld verdienen. Want hoe lang houd je dat vol? Dit houd ik veel langer vol, dat weet ik zeker. We gaan er misschien niet rijk van worden, maar zijn wel gelukkig.”

Hoe is de naam KOEKWAUS tot stand gekomen? “Omdat we begonnen met een Bosch concept, wilden we ook een echte Bossche naam voor de winkel. Een naam die herkenbaar zou zijn voor alle Bosschenaren. We hebben toen het Bosch woordenboek erbij gepakt. Toen Marlou ‘KOEKWAUS’ zei wisten we beiden meteen dat dit het zou worden. En achteraf ben ik daar heel blij mee. KOEKWAUS blijft hangen en maakt mensen nieuwsgierig. We horen dagelijks mensen op straat praten over onze naam die vervolgens naar binnen lopen omdat ze benieuwd zijn wat ze bij ons aantreffen. En dat is het leuke aan KOEKWAUS, dat weet je nooit. Wij zullen er altijd voor zorgen dat we blijven verbazen en de winkel volstaat met mooie nieuwe producten. Dus tot snel in KOEKWAUS!”

Kelly Bakker



44

Werk is net als een relatie

Ze zeggen dat je aan een relatie moet blijven werken om deze goed te houden. Je moet elkaar blijven uitdagen en bovenal tijd en energie in elkaar steken. Soms is het echter ook fijn om iets zonder je partner te ondernemen. Wat mij betreft geldt dit ook voor werk anno nu.

We leven in een snelle wereld, waar technologische ontwikkelingen zich in een razend tempo opvolgen en we steeds meer digitaal leven. Juist daardoor hebben veel mensen weer behoefte aan menselijk contact.

Volgens mij wordt het een van de key factors voor het werken in 2015. Een droombaan hebben is leuk, maar als je dit met niemand kunt delen, verliest het snel zijn glans. Ik heb het altijd al gezegd: geluk in het werk lukt niet als je geen geluk in het ‘echte’ leven hebt gevonden. Verhouding

Hoewel hard werken soms veel voldoening geeft (zoals het stappen met vrienden, zonder je partner) vind ik het ook wel eens jammer dat het zo’n belangrijke plek heeft ingenomen in onze maatschappij. Y’tjes begrijpen gelukkig al veel beter dan hun voorgangers dat plezier in het werk in veel gevallen meer voldoening geeft dan de hoogte van het salaris. Ook voelen we minder druk om te presteren. Maar er zijn momenten dat de verhouding werk/leven voor mij wat scheef aanvoelt. Dan denk ik: Wanneer heb ik nou voor het laatst eens een goed gesprek met iemand gevoerd? Of ben ik niet meer bijgekomen van het lachen? Ik zou het niet weten, ik was aan het werk. Samen zijn

Maar ook op het werk zelf schoot het contact met mensen er wel eens bij in. Dan kreeg ik een hele aardige bedankmail, maar dan vergat ik te antwoorden omdat andere dingen op dat moment belangrijker waren. En dan bedenk je je na drie weken dat een reactie nu wel erg ‘mosterd na de maaltijd’ is. Dit jaar gaan die mails voorrang krijgen. Net zoals dat (eigenlijk maar hele korte) gesprekje met mijn collega over haar zieke kat. Of het samenkomen met generatiegenoten en andere inspirators. Bij Ygenwijs maakten we een goed begin door op 15 januari te proosten op elkaars geluk, succes en gezondheid. Ik kon er niet bij zijn. Vanwege werk. Tja, zoals ik aan het begin al zei: Werk is net als een relatie; hard blijven werken. Kelly Bakker

Tekst | Kelly Bakker


45

Wakker worden van de vuilniswagen Ik word wakker van de buurvrouw die haar voordeur dichttrekt. Gisteren was de vuilniswagen mijn wekker, vandaag is het de buurvrouw, morgen misschien wel de vogels. Heerlijk vind ik het zonder wekker en vooral, ik doe het zo goed op wakker worden wanneer mijn lichaam of hoofd het tijd vindt. De koffie die naast mijn bed staat (jaja, luxe!) drink ik vandaag terwijl hij nog warm is. Ik denk dat ik dat toch lekkerder vind dan die steenkoude koffie van gisteren. Ondertussen maak ik plannen. Wat wil ik allemaal doen vandaag? In ieder geval schrijven en de foto’s van 2 shoots bewerken. Misschien dan nog een blogje met de foto’s van 1 van die shoots. Maar, bedenk ik me, ook die facturen wil ik maken vandaag en een stukje extra administratie ga ik doen. Fenomeentje wanneer ik erg op tijd wakker wordt. Dan voel ik zelfs de behoefte om dingen te doen die ik normaal het liefst uit de weg ga. Of het nou de administratie, de orde op mijn bureau of de was is.

Ik begin met een koude douche (echt, probeer t eens een week) en daarna het papierwerk. Vervolgens ontbijt ik met een mooi artikel erbij waarna ik zo door vlieg naar mijn photoshop. Wanneer ik vervolgens halverwege mijn blogpost ben kriebelt het. Ik moet iets anders doen. Samen met een vriendin rauzen op trampolines blijkt te werken als een dolle. Ondanks de duizelingwekkende salto’s (oké oké, halve salto’s) wordt mijn hoofd er donders scherp van. Terwijl ik van de ene naar de andere trampoline vlieg vormen zich mooie zinnen en bedenk ik me dat ik heel blij en energiek wordt van het intensieve bewegen tussendoor. Geen vaste werktijden, geen pauzes op geplande momenten, geen verplichtingen. Wel verantwoordelijkheden, een boel zaken die afgehandeld moeten worden én een heleboel vrijheid. In die vrijheid alle ruimte om het te doen zoals ik het wil doen, natuurlijk, ik ben eigen baas. Maar mensen (en bazen) kom op, laat je eens wakker maken omdat de

buurman naar de wc gaat en laat je werk eens voor wat het is om een stukje te gaan hinkelen. Ja, die vuilniswagen waar ik wakker van werd kwam ook

pas rond 11 uur langs rijden. In coma tot wanneer dat de meesten al minstens 2 uur aan het werk zijn. Het zijn maar mooi twee uur extra om die productiviteit, creativiteit en blijheid tot het hoogste niveau te trekken. Tessa Wiegerinck

Tekst | Tessa Wiegerinck


46

Burn up: hoe laad je jezelf op na een burn-out? Opgebrand zijn, het gevoel hebben niet meer te kunnen, ‘leeg’ zijn: kenmerken van iemand die tegen een burn-out aanzit of er al een te pakken heeft. Werk kan behalve salaris en plezier ook vervelende bijwerkingen hebben. Het gevoel hebben je ambities niet waar te kunnen maken binnen de vaste kaders van onze samenleving: het overkomt een steeds groter deel van de beroepsbevolking.

Gelukkig is het er nog niet van gekomen, maar steeds meer anderen om mij heen ontwikkelen op mijn leeftijd wél al een burn-out. Decennia geleden was dat alleen nog voorbehouden aan eind dertigers/begin veertigers, omdat zij toen midden in hun arbeidsleven verkeerden. Vaak doemden vragen op als: heb ik bereikt wat ik wil bereiken? En zo niet, kan ik dat dan alsnog bereiken? Tegenwoordig beginnen jonge twintigers zich deze vragen al te stellen: Wat wil ik met mijn leven? En waar wil ik in de wereld aan bijdragen? Tijdens gesprekken met mijn ouders en hun leeftijdsgenoten komt regelmatig naar voren dat ze helemaal niet zo bezig waren met deze zingeving met betrekking tot werk toen zij zélf begin twintig waren. Wat is er in die jaren veranderd?

Tekst Mathias de Graag

We weten teveel en daardoor te weinig

De jongste generaties groeien op met de hele wereld aan hun zijde. Een account op Twitter, Facebook, Instagram en het internet zélf zorgen voor het verkleinen van ieders belevingswereld. Ze zien wat er allemaal mogelijk is, wat andere leeftijdsgenoten in andere landen doen, wat er juist níet mogelijk is en wat voor ellende er tegelijkertijd plaatsvindt in brandhaarden op de wereld. Het geeft stress. Heel veel keuzestress. Wat moet ik nu doen na mijn middelbare school? Er is zoveel! En wat als iets niet lukt? Ben ik dan mislukt? Nee, ik wil niet mislukken! Verkrampt door de hoeveelheid aan keuzes begint menig tiener aan zijn of haar eerste vervolgopleiding. Zonder eerst goed na te denken waar ze precies voor kiezen. En dat is helemaal niet erg. Het kan gebeuren dat je er later pas achterkomt dat iets wel of niet bij je past. Dat is eigenlijk vrij essentieel voor het leven zelf. Misschien is het daarom ook wel de doodsteek voor de jongste generaties dat het kabinet de nieuwe lichting studenten opzadelt met een lening waardoor studenten minder snel de moed hebben om te stoppen met een studie. Je móet nu wel direct een goede keuze maken. En dat in tijden waarin de wereld barst van de mogelijkheden.

Een voedingsbodem voor een intern conflict: wat moet ik doen? Werkloosheid en sociale status

Facebook barst van de vakantiegangers. Er zijn nauwelijks mensen die posten dat ze werkloos op de bank zitten. Je zou bijna geloven dat sommigen heel het jaar door vakantie vieren. Waarom dat zo lijkt? Misschien selectieve perceptie van mijn kant, maar ik verdenk de Facebookers er ook van dat ze aan selectieve publicatie doen. Er wordt erg veel waarde gehecht aan de digitale, sociale status. ‘Kijk eens wat ik doe met mijn leven! I love my life!’ Nog weinig mensen voorbij zien komen die de torenhoge afwas toch echt een keer zat zijn en die tegen hun zin in aan het wegwerken zijn. En dat vervolgens op Facebook zetten. We willen graag dat het goed met ons gaat. Maar hoe vaak ben jij je sportschoenen aan het fotograferen voor Instagram, omdat je je relatiebreuk eruit wil sporten? Laat de miserie toe

Hoewel ik zelf nog nooit last heb gehad van een burn-out, heb ik wel momenten gehad dat ik het even niet zag zitten. Wellicht dat ik daardoor in het verleden iets teveel miserie heb toegelaten op Facebook (grappig hoe je dat kunt controleren door je eerste jaar eens te bekijken op het smoe-


47

lenboekje van Zuckerberg), maar je ongeluk weg eten met biologisch voedsel en dan vrolijk beweren dat het je he-le-maal gelukkig maakt, is weer een ander uiterste. Beide is niet aan te raden. Ga meer in het midden zitten is mijn advies. Wees eerlijk over je ups en downs, maar overdrijf het niet. Het leven kent pieken en dalen. Omarm dat en loop er niet voor weg. Het leven is niet bedoeld als ĂŠĂŠn rechte lijn omhoog of omlaag. Leef je leven op een genuanceerde manier. Dat staat je toe om ook eens om je heen te kijken en te zien dat het allemaal niet zo erg gesteld is met je. En vergeet niet dat je leven een constante stroom van geluksmomenten is: bij geluksmomenten horen rotmomenten zoals wit bij zwart hoort. Gelukkig is er ook nog iets als het grijze midden. Luxe

Als je in Nederland iemand wijst op de betrekkelijk veilige luxepositie waarin wij als land zitten, dan zul je ongetwijfeld iemand horen klagen dat hij of zij er niets van merkt. En dan hoeft deze persoon nog geen ongelijk te hebben: ieder persoon maakt zijn of haar eigen geluk en ellende mee en bepaalt ook zelf de mate waarin hij of zij zich daardoor positief of negatief laat beĂŻnvloeden. Maar als je nu eens over je schouder kijkt hoeveel ellende er eigenlijk op de wereld is en terugkijkt op

jouw situatie: is die dan zo erg? Kun je dan niet een beetje meer relativeren? Je bent gezond, kan helder nadenken, hebt leuke vrienden, misschien heb je ook nog werk en je kan op vakantie: wat wil je nog meer zou je zeggen? Mij helpt het in ieder geval om mijn situatie in een ander daglicht te zetten en langzaam weer te gaan voor de doelen die ik voor ogen heb. Gebruik je inzichten die je hebt verkregen doordat je aangesloten bent op de hele wereld: bijna nergens anders op de wereld is het relatief gezien zo veilig als in Nederland. Ik zeg relatief, omdat de incidenten de uitzonderingen zijn op de regel. Je goede gezondheid is alles

Ben je niet ziek of heb je relatief weinig onder de leden? Prijs jezelf dan gelukkig. Er zijn maar weinig mensen zoals jij. Gebruik dit in je voordeel: je kan wat betekenen voor jezelf en anderen: geen reden om jezelf in een burn-out te storten.

Mathias de Graag


48

De soundtrack van mijn leven als ondernemer Stel nou dat mijn leven als ondernemer verfilmd zou worden. Welke muziek zou er dan op de soundtrack te horen zijn? Welke nummers passen perfect bij de fasen in het ondernemerschap die ik aan het doormaken ben? Ik kan niet zonder muziek. Waar ik ook ben, ik heb altijd muziek bij me. Thuis vaak de radio en als ik aan het werk ben luister ik naar Spotify. Stilte is niet aan mij besteed. Muziek hoort bij mij en ook bij het ondernemer zijn. Hieronder de soundtrack van mijn ondernemende leven. En zoals elke film, hier en daar misschien wat aangedikt.

Een optimistische start

Al jaren droom ik van het ondernemende leven. Het volste vertrouwen had ik erin. In die droom zag ik het ook al helemaal voor me. “Oh every time I close my eyes. I see my name in shining lights yeah. A different city every night alright. I swear the world better prepare. For when I’m a billionaire” Billionaire – Travie Mccoy feat. Bruno Mars

werkgever. Toen ik voor mezelf begon ging die vlieger niet meer op. Ik was op mezelf aangewezen. “Afrit 22? Nooit van gehoord...” “You wanna show the world, but no one knows your name yet. Wonder when and where and how you’re gonna make it. You know you can if you get the chance.” One Step at a Time – Jordin Sparks Die eerste offerte

Dat vond ik wel een ding. Iemand heeft vertrouwen getoond in mijn diensten en nu moet ik er een prijskaartje aan hangen. €35, €50, €75? Wat is een gangbaar uurtarief? En ga ik daar van rondkomen? “It’s not about the money, money, money. We don’t need your money, money, money. We just wanna make the world dance. “ Price Tag – Jessie J [feat. B.o.B.] Wie kent mij nou eigenlijk?

In loondienst was het makkelijk. Ik liftte mee op de naam van mijn Tekst Martijn Bloksma

Op m’n bek gaan hoort erbij

Ik werd wakker, pakte mijn

smartphone en las het mailtje. De offerte was niet akkoord. Al mijn hoop was op die opdracht gevestigd. Wat moet ik nu? Is dit wel het leven voor mij? Moet ik niet weer op zoek gaan naar een baan? Mijn gedachten blijven in een neerwaartse spiraal en het is moeilijk om nog positief te denken. “Its just one of those days. When you don’t wanna wake up. Everything is fucked. Everybody sux.” Break Stuff - Limp Bizkit Maar ik raapt mezelf bij elkaar

En sta weer op. Met negativiteit kom ik nergens. Tijd voor positieve gedachtes. En accepteren dat dit nu mijn leven is. Het leven van een ondernemer gaat nu eenmaal niet altijd over rozen. Maar het is aan mij om er een succes van te maken. “It’s my life. It’s now or never. I ain’t gonna live forever. I just wanna live while I’m alive.” It’s My Life – Bon Jovi


49

En dan valt alles op z’n plek

Nu wil ik meer

Een grote opdracht valt. De rest van het jaar ben ik onder de pannen. Ook andere opdrachtgevers krijgen er lucht van en willen gebruik maken van mijn diensten. Het loopt lekker. Het leven is weer mooi.

Het loopt goed met Afrit 22. Tijd om verder te kijken en misschien uit te breiden. Iemand aan nemen of inhuren? Hele andere vragen dan de vragen die ik aan het begin van dit avontuur had. Maar 1 ding is zeker:

“Oh, this has gotta be the good life. This has gotta be the good life. This could really be a good life, good life.” Good life - One Republic

I want it all (give it all) I want it all I want it all and I want it now! I want it all - Queen

en we zijn nu druk met het zoeken van een hotel. Een kleine twee jaar ondernemerschap in een soundtrack verpakt. “New York, concrete jungle where dreams are made of. There’s nothin’ you can’t do. Now you’re in New York. These streets will make you feel brand new. Big lights will inspire you. Let’s hear it for New York” Empire State of Mind – Jay-Z [feat. Alicia Keys] (explicit)

Een krijger gewapend met een laptop

Na een tijdje kijk ik terug. Ik ben een ander mens geworden. Sterker, slimmer en harder. Een krijger gewapend met een laptop. Met het gevoel dat ik de hele wereld aan kan. “Made me learn a little bit faster. Made my skin a little bit thicker. Makes me that much smarter. So thanks for making me a fighter.” Fighter – Christina Aguilera

Tijd voor de aftiteling

“Als het dit jaar goed gaat dan gaan we een weekje naar New York.” Zei ik eerder dit jaartegen mijn vrouw. De tickets zijn inmiddels geboekt

Martijn Bloksma


50


51

Inspirerend & Wereldwijs


52

“De stichting moet als doel hebben om zichzelf overbodig te maken” “Wij zijn er niet om onszelf onmisbaar te maken. Wij willen het probleem van afgedankte telefoontjes die ergens niets liggen te doen, echt oplossen.” Grensverlegger Joost de Kluijver is duidelijk over zijn stichting. “Zodra we grote stappen hebben gemaakt in de richting van die oplossing, zijn we waar we willen met Closing The Loop.” Ygenwijs sprak met De Kluijver in Amsterdam over zijn initiatief om afgedankte telefoons een nieuw leven te geven.

Zeven jaar geleden begon De Kluijver als consultant. Hij ging toen binnen de consultancy de duurzame kant op, omdat hij dat toen de meest interessante dienstverlening aan bedrijven vond. Dat was leuk, maar voor een bedrijf met een grote club managementconsultants was duurzaam werken blijkbaar geen rendabele business: er werd geen prioriteit gegeven aan de duurzame tak binnen het bedrijf waarvoor hij wekte. Hij besloot weg te gaan en zocht naar een plek waar zijn ambitie de ruimte kreeg. Joost: “Ik ben daarna bij een stichting

gaan werken, het Global Reporting Initiative. Die hebben de duurzaamheidsverslagleggingsregels opgesteld. Als je als groot bedrijf een duurzaamheidsrapport opstelt, dan gebruik je hun spelregels. 75% van de wereld gebruikt hun richtlijnen. Een interessante club waar hoop te leren is. Het was vooral vanuit de NGO-kant leuk om te zien hoe zo’n stichting werkt. Maar het was ook echt een stichting. Er werkten daar mensen die al heel lang

bij de organisatie werken en er een tunnelvisie aan overhouden hebben. Ze wilden niet meer buiten hun eigen kaders denken. Net zoals dat gebeurt in normale bedrijven eigenlijk. Maar ze waren ook een beetje verbeten: de commerciële wereld is slecht en je moet niet met bedrijven samenwerken. Dat was uiteindelijk ook niet waar ik paste.”

“Mijn doel is niet om de stichting heel groot te maken, maar om het probleem op te lossen” Joost: “Het lijkt van mijn kant een beetje wispelturig, maar ik zocht eigenlijk een combinatie van die twee. En die heb ik toen bij toeval gevonden met een vriend van mij. Het begon met een bedrijf van telefoonhergebruik, daar ben ik toen als derde bijgekomen om de zakelijke tak op te

Tekst Mathias de Graag | Foto’s Closing The Loop

zetten. Het bedrijf kocht telefoons in Nederland van consumenten en bedrijven om die een tweede leven te geven. Het waren gebruikte toestellen die soms kapot zijn, maar heel vaak nog prima bruikbaar. Het initiatief was met name bedoeld om in Azië en Afrika de toestellen een tweede leven te geven. Daar zijn telefoons vaak niet even goed betaalbaar voor de mensen, ze gaan daar vaak nog een stuk zuiniger om met de toestellen. Ze kunnen echt nog jaren met een toestel doen waarvan wij hier zeggen: die is kapot. Dat er bijvoorbeeld een barst in het scherm zit of dat de batterij niet meer zo goed is. Die kan je heel simpel repareren en dan nog jaren mee laten gaan. Een commerciële propositie dus met een duurzame, sociale insteek. Daar ben ik in 2009 begonnen. Nadat ik dat anderhalf jaar had gedaan, vroeg ik me af wat er met de toestellen gebeurt als ze dáár aan hun einde van hun levensloop zijn. En daar wisten weinigen vanaf. Ze gaven het weg aan de overheid of lieten het in een schuurtje liggen of op straat.


53

Maar wat er daarna mee gebeurde, was niet bekend. Toen las ik een aantal onderzoeken en ben naar een paar conferenties geweest. Ik zag dat er heel veel bekend was over het probleem: dat je telefoons niet kan recyclen in Afrika. Telefoons worden verbrand en gedumpt, omdat mensen niet weten wat ze ermee moeten doen. Terwijl we ermee omgaan alsof het zomaar in het water gegooid kan worden. Er was niets bekend over wat je dan wél moet doen om bijvoorbeeld in Afrika een meer duurzaam gebruik

in te voeren als het om telefoons gaat. Hoe je die telefoons van Afrika naar Nederland krijgt bijvoorbeeld.” Joost: “Het is uiteindelijk een afvalpro-

bleem en daar in Afrika wordt afval heel anders bekeken dan hier. Als daar afval ligt, dan is dat niet lelijk, maar zo ziet het straatbeeld er gewoon uit. Degenen die hier kunnen recyclen in Europa, grote bedrijven die enorme fabrieken hebben staan waar telefoons naartoe kunnen om de metalen uit te halen: daar moeten die telefoons uit

Afrika naartoe. Die bedrijven kunnen zelf niets in Afrika, omdat dat vrij informeel werken is daar. Ze hebben een vrij intransparante markt en dat vinden de Europeanen eng. En daarbij: de Afrikanen hadden geen toegang tot de Europese markt. Producenten van mobiele telefoons snappen niet wat er gebeurt met de telefoons in Afrika, want als een nieuw toestel eenmaal verkocht is, heeft het daarna nog vier of vijf levens en dan heb je echt geen flauw idee waar het terecht is gekomen. En dat is nu precies »

Tekst Mathias de Graag | Foto’s Closing The Loop


54

hetgene dat ik erg leuk vond. Om een link te leggen met de kennis die ik had, de problemen die de maatschappij en het bedrijfsleven ermee heeft en de uitdaging om daar iets aan bij te dragen. Daar ben ik simpelweg mee aan de slag gegaan. Wel in combinatie met de commerciële propositie, het inkopen en verkopen in Afrika, maar het was toen ook juist goed om het te combineren. Die contacten versterkten elkaar wel. Ik heb me volledig gestort op de afvalpropositie, want dat wil ik gewoon heel graag gaan uitbouwen.”

zouden verdienen. We proberen juist een start te maken met een oplossing die structureel is. Dat betekent niet dat wij het gaan doen, wij zijn klein. Maar we hebben wel de contacten en we hebben de mogelijkheid om links te leggen en kennis te delen tussen

Joost:

organisaties die elkaar in eerste instantie niet zouden spreken. Hopelijk redden we het in een jaartje of vijf maar ik denk eerder een jaar of tien. Er zijn nu alleen nog maar partijen die recyclen in ontwikkelde landen

“Wat is nu de stichting? Dat is Closing the Loop. Het idee is om het afval zo veel mogelijk te recyclen. Ik heb daar een bedrijfje bij opgezet: Closing the Loop B.V. om de stappen te kunnen zetten voor het vercommercialiseren

van mijn idee en om investeerders erbij te betrekken. We hebben vanaf het begin gezegd dat de stichting als doel moet hebben om zichzelf overbodig te maken. Dat je voorkomt wat je bij veel stichtingen ziet: dat ze zichzelf ermee juist onmisbaar proberen te maken, waardoor je eigenlijk een heel wrange situatie krijgt. Kijk naar alle grote NGO’s zoals UNICEF. Zij leven bij de gratie dat de stichting blijft bestaan. Wat best een merkwaardige situatie is in mijn ogen. Wij wilden juist voorkomen dat wij een groot imperium zouden bouwen en dat wij dan alleen maar dozen aan het schuiven waren en daar geld mee

“Ik heb geen drang om te managen, ik ben niet iemand die mensen onder zich wil hebben”

in Europa en Amerika, maar hopelijk gaan zij ook investeren in Afrika om ook daar te gaan recyclen. Als tweede hopen we dat de infrastructuur die nodig is om in te zamelen verbetert, zodat we alles op een goede manier logistiek kunnen regelen. Uiteindelijk kunnen we dan ook in Afrika wat we in Europa goed kunnen. En dat is dan in samenwerking met NGO’s maar ook met bedrijven en overheden, maar dat is voorlopig nog een eng verhaal vind ik zelf. Een derde bijkomende reden is om bewustzijn te creëren bij de burger, de consument.” Joost: “Ik heb niet de ambitie om

Tekst Mathias de Graag | Foto’s Closing The Loop

langer dan vijf jaar aan iets werken. Ik denk dat het goed is om iets op te bouwen, daar trots op te zijn, als het om een bedrijf gaat te verkopen of om andere investeerders te vinden die het project naar een hoger niveau kunnen tillen. Ik heb geen drang om te managen, ik ben niet iemand die mensen onder zich wil hebben. Ik heb ooit 25 man personeel gehad en dat vond ik al veel te veel. Groei betekent ook meer mensen en dat is voor niet echt een doel. Ik zie heel graag dat iets effect heeft, dat als ik iets start, dat het probleem daarachter dan ook direct wordt aangepakt. Mijn doel is niet om de stichting heel groot te maken, maar om het probleem op te lossen. En dat de partijen die een rol daarin spelen de tools krijgen om dat probleem aan te kunnen pakken. En die wil is er wel bij zulke partijen, maar als je het bijvoorbeeld over Nokia hebt,

probeer dan maar eens een organisatie met alleen in Finland al 20.000 man te veranderen door duurzamer te gaan werken. Dat kost enorm veel tijd, Dan hebben we het dus eerder over periodes van tien jaar in plaats van vijf. Tegen die tijd is de stichting hopelijk een kennisbank waar wat kennis gehaald kan worden.”

Mathias de Graag


55

Tekst Mathias de Graag | Foto’s Closing The Loop


56

“Ik voelde met de dag meer rust in mijn lichaam” In mijn omgeving hoor ik het woord steeds vaker vallen; ‘detoxen’. Het woord ligt in lijn met een reeks andere nieuwe termen die steeds meer gewoon worden. Termen als: superfoods, glutenvrij, amandelmelk en tarwegras. In het leven van Y-ers om mij heen, waarin het hebben van stress inmiddels dagelijkse kost is, zie ik een behoefte ontstaan waarin steeds meer gezocht wordt naar bewustwording. Op verschillende vlakken. Maar dus ook op het gebied van voeding en gezondheid. Ygen ervaring

Zelf maak ik ook deel uit van deze beweging. Nadat ik er via verschillende boeken over voeding en blogs op het internet achterkwam hoe de industriële voedingsindustrie in ons land in elkaar zit, heb ik in de afgelopen drie jaar mijn voedingskeuzes drastisch aangepast en daar voel ik me erg goed bij. De uitspraak ‘de beste dokter staat in de keuken’ is één van mijn nieuwe overtuigingen geworden. Na het wennen aan mijn nieuwe eetstijl klonk een week detoxen op Ibiza dan ook als een goede, nieuwe uitdaging voor mij. Afgelopen mei heb ik zo’n detox challenge mogen beleven en het was een fantastische ervaring. Ik voelde me sterker dan ooit na deze week

en vloog met een nieuw opgeladen lijf terug naar Nederland. Dit goede gevoel maakte me nieuwsgierig. Wat doet een detox met je lijf? En waarom is men hier ooit mee begonnen? Voor Ygenwijs ga ik op onderzoek uit en in gesprek met de detox-coach van mijn Ibiza reis; Corina de Groot. Het bestaat al járen

In geschriften uit 2500 v. Chr lezen we al over detoxen. Het is een eeuwenoud ritueel. Zo’n 400 v. Chr sprak men voor het eerst over ‘auto intoxicatie’. Auto intoxicatie is een zelfvergiftiging, meestal veroorzaakt door chronisch verkeerde voeding of een verkeerde levenswijze. Er werd ontdekt dat de vertering soms niet helemaal juist of niet volledig verliep waardoor er toxinen konden ontstaan. Vandaag de dag is daar geen ontkomen meer aan. We zijn omringd door toxische overbelasting. Ons eten wordt tegenwoordig extreem bewerkt en volgestopt met kunstmatige toevoegingen en de bekende ‘e-nummers’. Dit zijn onnatuurlijke stoffen die ons lichaam niet herkent. Ons lijf moet hard werken om zich te verdedigen op de aanval van deze stoffen en om ze af te kunnen breken. Een gevecht dat het lijf vaak verliest en zo ontstaat er vervuiling van het lichaam en ontstaan er lichamelijke klachten. Ernstige ziektes, maar ook klachten als vermoeidheid, lusteloosheid, lage weerstand, darmklachten en huidproblemen.

Tekst Jiska de Wit | Foto’s Jiska de Wit en Corina de Groot

Door de industrialisatie zijn we omringd door toxische stralingen waar we de hele dag aan worden blootgesteld. De giftige processen die nodig zijn om bijvoorbeeld ons eten in plastic in te pakken waardoor onze voeding nog meer chemische stoffen draagt zijn hier een voorbeeld van. Veel van de ingrediënten in medicijnen die ons worden voorgeschreven zijn net als onze voeding en de industrialisatie onbewust boosdoeners die ons lichaam vervuilen. Maar, onze drukke leefstijl en de stress die daarbij komt kijken zijn misschien nog wel meer toxisch dan de voeding, industrialisatie en medicijnen bij elkaar. Als een lijf onder hoge emotionele spanning of stress staat kan het niet tot rust komen. Belangrijke organen als de darmen, nieren en lever blokkeren dan en raken uitgeput. Het maakt dan niet uit hoeveel gezonde biologische voeding en genezende kruiden je tot je neemt, als je darmen hun werk niet goed kunnen doen wordt hier niets van in het lichaam opgenomen. Stress haalt alle kracht uit een lijf en verstoort zijn natuurlijke processen. Na al deze inzichten was het voor mij hoog tijd om mijn lichaam eens flink te ontzien en te reinigen. Lichamelijk en mentaal. Tijd voor een detox. Niet één wijze

Detoxen kan op verschillende manieren. Er zijn bijvoorbeeld detoxkuren waarbij je mag eten, maar dan alleen maar plantaardige voeding. Bij de meeste kuren eet je niet en drink je alleen sappen, zoals de detoxkuur van Corina waaraan ik meedeed op Ibiza.


Je hebt ook kuren waarbij helemaal niets gegeten wordt, beter bekend als ‘vasten’.Deze variaties komen voort uit verschillende overtuigingen van wat het best is voor een lichaam. Hierin is het belangrijk te voelen waar je zelf behoefte aan hebt als je gaat detoxen. Voor de één is het weglaten van al het dierlijke voedsel een enorme opgave en merkt dan al veel verschil, terwijl een ander pas een reinigend gevoel ervaart bij helemaal geen voeding. Los van voeding zijn er ook andere lichte vormen van detoxen. Een voorbeeld hiervan is het schoonmaken van je huis. Wanneer we opruimen brengen we structuur aan en creëren we rust en balans in ons huis en in onszelf. Ook het verzorgen van onze huid met natuurlijke, voedende producten valt onder een detox. De huid is ons grootste orgaan en alles wat je ermee in aanraking brengt wordt opgenomen en je lichaam ingezogen. Vandaar het welkomstcadeau wat ik bij aankomst op Ibiza ontving. Een tasje met daarin allemaal lekkere biologische producten voor huid en haar. We zouden ons lichaam die week op alle vlakken verzorgen en verwennen, van binnen en van buiten. In het tasje zat ook een ‘tongschraper’. Een onbekend hulpmiddel voor mij. Corina liet me zien hoe ik dit apparaatje die week twee keer per dag moest gaan gebruiken. Je zet hem op het achterste van je tong en trekt hem door naar voren, het speeksel met de viezigheid wat eraan blijft zitten spoel je af. Dit zou de detox gaan ondersteunen, aangezien je alle gifstoffen die op je tong achterblijven wegschraapt. De detoxkuur die Corina aanbiedt bestaat uit alleen (biologische) sappen en soep. Deze methode kiest Corina, omdat de spijsvertering zo nauwelijks hoeft te werken en het hele lijf van binnen tot rust kan komen. De sappen zitten boordevol gezonde groentes. Soms worden de sappen aangevuld met klei en supplementen. Klei is een zeer goede ondersteuning voor de detox. Het ontlast bijvoorbeeld de lever en nieren en beschermt de darmen. De supplementen bevatten extra geconcentreerde vitaminen en

mineralen. Zo krijgt het lichaam een echte vitamineboost. Een dag op Ibiza

Je begint de ochtend om 7.00 uur met: een glas lauw water met versgeperste citroen op bed, om 7.30 uur: een morningshake met klei en supplementen, 8.30 uur: een morning work-out (oa yin yoga), 10.00 uur: een ontbijt juice. Om 11.00 uur maak je een stille wandeling om de ochtend rustig af te sluiten. De middag begin je om 13.00 uur met: een lunch juice (meestal groen), om vervolgens om 16.00 uur een afternoonshake met klei en supplementen te nemen en om 17.00 uur sluit je de middag af met een

ontstond er in mijn overvolle hoofd ruimte. De constante druk die erop had gestaan werd losgelaten. Ik kreeg ruimte voor inzichten en kon helder naar mezelf kijken en reflecteren op de afgelopen periode. Het voelde heerlijk. Toen ik vertrok voelde ik me sterk en vol goede energie. Ik had zin om mijn dagelijkse leven weer op te pakken en de uitdaging aan te gaan om deze ‘mindset’ vast te houden. Een paar maanden verder kan ik zeggen dat dit me redelijk afgaat. Voor mij is het duidelijk: detoxen werkt.

Ook zin gekregen in een detox van Corina? De detox op Ibiza bij Corina en haar partner Monique is een aanrader. Op hun website vind je verdere informatie: detox-reloadholidays.com Maar detoxen kan ook gewoon thuis in Nederland. Lees op corinacatharina.com over haar aanbod in detoxen en ook voor persoonlijk voedingsadvies.

afternoon work-out. ‘s Avonds neem je dan nog rond 19.00 uur een detox soep om de dag uiteindelijk af te sluiten met probiotica. Je bedtijd zal niet veel later dan 22.00 uur zijn. Dit detoxen en tot innerlijke rust komen, vond plaats in een luxe villa op een prachtige verstilde plek van het eiland. De combinatie van de omgeving, de lekkere sappen en de work-outs waren de ideale omstandigheden om de complete rust te ervaren die nodig is voor het detoxen. Ook een mentale kwestie

Omdat mijn eetgewoontes al redelijk gezond waren lag de focus van mijn detox vooral op het mentale gedeelte. Ik had een zeer stressvolle periode achter de rug waardoor mijn lichaam erg gespannen en geblokkeerd was. Ik voelde met de dag meer en meer rust in mijn lijf komen. Voorzichtig

Jiska de Wit

57


58

“Ik publiceer niets als ik niet ben doorgedrongen tot het diepere verhaal” “Het lijkt dat ik een uitgestippeld pad volg in mijn leven, dat ik een bepaalde ambitie heb om de grote expert te worden of iets dergelijks, maar dat is eigenlijk niet zo. Ik ben er heel toevallig ingerold. Ik doe veel dingen in mijn leven op basis van mijn intuïtie. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de wereld buiten mijn eigen kleine wereldje onder de kerktoren zoals ze dat hier in België zeggen,” aldus journalist Pieter Stockmans. Stockmans (35) doet aan Ygenwijs uit de doeken hoe hij opereert als journalist in het Midden-Oosten.

“Het is eigenlijk begonnen in Zuid-Amerika, ik was vroeger maar weinig bezig met het Midden-Oosten. Mijn eerste reisbestemmingen buiten Europa waren Bolivia en Peru toen ik 17 jaar was. Ik heb daar een maand lang rondgereisd. Die reis heeft mij wel gevormd tot de journalist die ik nu ben. Het was echt mijn allereerste confrontatie met de wereld buiten Europa. Met de confrontatie dat er grote groepen mensen in deze wereld leven die niet dezelfde levensstandaard hebben als wij in het westen. Dat deze mensen toch op hun eigen manier een waardig leven leiden, inspireerde mij. Ik ben in heel arme regio’s geweest waar kinderen meer dan een uur door de bergen moesten lopen om naar school te gaan. Tot dan had ik bij dat soort dingen nog nooit stilgestaan. Dit heeft mijn interesse in de wereld wel aangescherpt. Amnesty International

In de eerste helft van mijn twintiger jaren ben ik vrij regelmatig naar Tekst Mathias de Graag

Zuid-Amerika terug gegaan. Ik bezocht onder andere Cuba, Ecuador en Mexico. Daarna ben ik rechten gaan studeren. Eigenlijk heel lang tegen mijn zin, omdat ik daar het Belgische recht moest gaan bestuderen terwijl ik meer over het internationale recht te weten wilde komen. Dat was oersaai. Ik heb toen vijf jaar afgezien. In mijn derde jaar kon ik pas internationale vakken kiezen. Ik heb toen gelijk alles gekozen wat ik maar kon kiezen op het gebied van internationaal recht. Mensenrecht, Europees recht, internationaal ontwikkelingsbeleid: het gaf mij een beter beeld van de wereld. Tijdens mijn studententijd was ik helemaal niet bezig met het Midden-Oosten. Dat is pas begonnen toen ik afgestudeerd was. En toen was ik al 26. Ik had er wel iets over geleerd bij het vak Internationale Politiek, waar het Israëlisch-Palestijns conflict aan bod was gekomen. Maar wel heel summier. Na mijn studie ben ik bij Amnesty International terecht gekomen. Ook pas op mijn 26e. Daar zochten ze

mensen voor het team Israël-Palestina, het vredesteam. Geen half werk

Een van mijn karaktertrekken is dat als ik eenmaal in iets vastbijt, ik ook niet meer loslaat. Ik ben niet iemand die shopt van het ene doel naar het andere. Als ik één doel kies, dan ga ik daar ook vol voor. Ik wil niets half doen. Half werk kan ik van mijzelf niet verdragen. Dat was ook op de universiteit al zo. Of ik doe iets rampzalig slecht omdat het mij tegenstaat en omdat ik mij er niet voor kan motiveren (dit was vijf jaar lang het verhaal met mijn studie) óf ik geef mij voor de volle honderd procent, omdat mij iets echt boeit en interesseert. Dan kruip ik in het andere uiterste. Toen ik internationale rechtsvakken kon kiezen op de universiteit, studeerde ik niet alleen uit boeken, maar ook op het internet zocht ik naar bijkomende informatie en boeken. Daar was ook sprake van bij mijn betrokkenheid bij Amnesty International. Ik ben onmiddellijk afgereisd naar Israël en Palestina, omdat ik


eigenlijk niets wil doen of zeggen zonder dat ik dat zelf gezien heb. Dat is iets dat ik heel belangrijk vind. Ik help andere mensen hun mening te vormen over dit soort landen en thema’s. Zodat ze er zelf niet naartoe hoeven te gaan. Maar ikzelf wil iets gezien hebben. Ik las veel over het conflict aldaar en wist dat er wel iets mis was, maar die eerste twee keer dat ik daar was, kan ik echt moeilijk beschrijven. Het gevoel dat je dan krijgt. Je voelt een diepere dimensie. Je gaat beseffen wat een conflict betekent in een mensenleven. Je gaat verder dan alleen maar puur het opdoen van kennis. Kennis kun je opdoen in boeken en artikelen, maar als je mensen leert kennen die het conflict dag in dag uit beleven, wiens leven bepaald wordt

in Israël zelf leven en die ook te maken krijgen met discriminatie en onrecht. Wat ik geleerd heb in het vierde en vijfde jaar dat ik naar Palestina ging, is dat ik me toen pas begon te focussen op de Palestijnen in Israël zelf. Toen

heb ik eigenlijk mijn paradigma eigenlijk veranderd. Ik zag dat het gebied uit meerdere gebieden bestond. Het Israëlisch leger heeft in die gebieden verschillende controlesystemen.

Mijn eerste bezoek aan Libanon was eigenlijk met een heel open blik. Mijn ingang was de familie van die betreffende vriend. Ik verbleef daar. Van daaruit bezocht ik het land. Niet met journalistieke bedoelingen. Tijdens mijn eerste keer in Libanon heb ik veel mensen leren kennen, omdat ik als soloreiziger met een open blik door het land heb gereisd. Dan sta je open voor de dingen die op je afkomen. In Libanon heb ik vrienden gemaakt die

door het conflict, krijg je eigenlijk pas gevoelsmatig begrip voor de situatie. Dan voel je het conflict bijna aan in plaats van kennen. Ik ben om die reden dan ook vijf jaar lang teruggegaan naar Israël en Palestina.

Israël, de bezette gebieden en Gaza hebben allemaal andere controlesystemen. Ik besefte dat mijn focus op het Midden-Oosten die ik vijf jaar lang had, heel reductionistisch was geweest. Ik ging mezelf de vraag stellen waarom ik zo’n beperkte focus had. En toen keek ik ook over de grens: ik bezocht Libanon. Ik had een vriend die getrouwd was met een Libanese. Hij heeft mij uitgenodigd om Libanon te bezoeken; ik kon bij hem overnachten. Als ik kansen zie om een land beter te leren kennen, dan kan ik die wel heel snel grijpen. Wat ik heel belangrijk vind is dat als de kansen zich voordoen, ik een land niet alleen maar als anonieme toerist wil leren kennen. Daar ben ik heel impulsief in. Typisch Pieter is: hij wil alles. Als er twee dingen zijn die ‘gewone’ mensen niet zouden kunnen

vandaag de dag nog altijd mijn vrienden zijn. Dat is vijf jaar geleden. Op deze manier bouw ik een basis op ik waardoor ik tijdens mijn volgende bezoeken meer professioneel kan werken. Ik wil eerst een land een beetje aanvoelen voordat ik er professioneel mee bezig kan zijn. Door deze werkwijze heb ik uiteindelijk ook contact gekregen met Palestijnse vluchtelingen in Libanon. Libanesen hebben de historische vrees dat hun land wordt overgenomen door Palestijnen. Dat speelt nu nog. Ik ben het land gaan bestuderen en heb veel gelezen over de burgeroorlog in Libanon en wat de rol van de Palestijnen hierin was. Toen ben ik me pas gaan realiseren dat Palestijnen niet enkel slachtoffers zijn. Zij hebben ook in de buurlanden van Palestina een aantal nare dingen »

Te kleine focus

Iets wat ik nu beschouw als fout, is dat ik vijf jaar lang alleen heb gefocust op de Westerlijke Jordaanoever. Dat is een fout die veel bezoekers aan Palestina maken: focussen op de bezette gebieden. Maar daarmee begaan ze de fout die ook veel beleidsmakers maken, namelijk: denken dat als je twee staten creëert, het probleem daarmee oplost. Maar dan vergeet je de zes miljoen Palestijnse vluchtelingen die buiten de bezette gebieden leven. En de een miljoen Palestijnen die

“Een van mijn karaktertrekken is dat als ik eenmaal in iets vastbijt, ik ook niet meer loslaat”

combineren, omdat het te moeilijk is, te vermoeiend, je moet je ervoor in teveel bochten wringen, dan ga ik dat wél combineren. En ik mat mezelf af. Het is echter niet altijd gezond. Ik zie kansen en wil die grijpen. Open blik

Tekst Mathias de Graag | Foto Xander Stockmans

59


60

gedaan om de strijd voor Palestina te voeren. Toen realiseerde ik me dat de Palestijnen zélf ook veel schade hebben aangebracht. Maar de dieper liggende tragiek daarvan is eigenlijk dat als je een volk zijn land afneemt, het volk dwingt om in de buurlanden een soort uitvalbasis te maken om land terug te winnen. Dat is de diepere tragiek van het Midden-Oosten. Dat inzicht heb ik pas gekregen toen ik Libanon bezocht. Dat voel je niet als je alleen door Palestina reist. Daar ontmoet je Palestijnen die nog in hun eigen land wonen. In Libanon ontmoet je Palestijnen die graag in het land zijn, maar niet terug kunnen naar hun eigen land. Door dit inzicht ontwikkel je een veel genuanceerder beeld van wat er allemaal gebeurt.

misvattingen in mijn artikelen. En tegelijkertijd wil ik dieper graven in de ziel van de mensen doordat ik iemand mee heb die in die wereld thuis is. Het is en blijft niet mijn wereld. Ik wil die wereld wel begrijpbaar maken voor een groot publiek, maar mijn wereld is het niet. En dat zal het ook nooit gaan worden.

“Zo overwin ik de taalbarrière en zet ik mijn zwakte om in een sterkte”

Arabische Lente

Toen de zogenoemde Arabische ‘Lente’ uitbrak, vroeg een Palestijnse vriend of ik mee wilde op een lange reis door het Midden-Oosten. Egypte, Tunesië, Jordanië, Palestina en Libanon. Ik heb daar welgeteld twee seconden over na moeten denken. Als iemand mij zo’n vraag stelt, zeg ik bijna altijd ja. Hoe groot is de kans dat je dat ooit nog eens in je leven gaat doen? Reizen door het Midden-Oosten met een vriend... Als je als westerling de arabische wereld wilt leren kennen, dan kun je dat het beste doen met een arabier. Ik wil de fout vermijden die veel westerse journalisten maken door óver de arabieren te schrijven. Ik schrijf over arabieren mét een arabier die ook over zijn eigen wereld schrijft. Zo probeer ik te vermijden dat ik te oriëntalistisch ben. Daar waak ik voor. En ik wil altijd, ook nu ik de jihadbeweging onderzoek, samenwerken met iemand die mij meer uitleg kan geven over hoe ik dingen moet zien uit die arabische cultuur. Ik werk dan ook regelmatig met universitair geschoolde onderzoekers die zulke onderwerpen zelf onderzoeken. Ik wil mij zo indekken voor mogelijke

Taalbarrière

Ik spreek geen Arabisch. Dat verwijt ik mijzelf wel elke reis. Dat ik eigenlijk nog nooit begonnen ben om de talen daar te leren. Maar ik heb een aantal excuses daarvoor. Maar natuurlijk zijn dat geen echte excuses. Ik heb een tijd lang gefocust op het Italiaans, omdat ik die taal wilde leren. Dat heeft me wel geholpen toen we in Lampedusa onderzoek deden. Ik was laatst nog in Italië met een vluchtelingenfamilie uit Syrië. Ik ben toen heel Italië doorgereisd en dan helpt mijn Italiaans wel. Mijn focus op migratie in de regio van de Middellandse zee, daar heb ik mijn Italiaans goed bij gebruiken. Het is mij in mijn hele journalistieke carrière nog maar één keer echt gebeurd dat ik er alleen voor stond tijdens mijn reizen in het Midden-Oosten. Ik was toen in Tunesië. Ik was er al eens geweest,

Tekst Mathias de Graag | Foto Xander Stockmans | Foto Wannes Nimmegeers

maar ben nog een keer in mijn eentje teruggegaan. Ik spreek Frans, maar waar ik was, spraken ze dat nauwelijks. Dan wordt mijn werk wel lastiger. Je merkt dat je echt niet doordringt tot het diepere niveau. Mensen staan je wel te woord in gebrekkig Engels en Frans, maar de taalbarrière zorgt ervoor dat je niet dieper graaft naar essentiële informatie. Ten tweede: ze zien jou als westerse journalist als iemand waartegen ze bepaalde dingen wel gaan zeggen en andere zaken weer niet. Als je met een arabier meereist, zullen ze jou niet meer alleen zien als een westerse journalist aan wie ze bepaalde dingen niet kunnen vertellen. Als ik met arabische collega’s afreis, probeer ik samen met hen altijd dichtbij het punt te komen dat we één van hen zijn. Dit geldt ook voor ons onderzoek naar de jihadbeweging in Jordanië. Nu kunnen we natuurlijk niet een van hen worden, maar omdat niet ik, maar mijn collega een baard heeft hebben we een lichte voorsprong. Geloof het of niet, maar in die gemeenschap telt dat mee. Als arabieren iemand zien met een baard, dan schept dat toch een soort vertrouwen. En omdat mijn collega ook kennis heeft van de jihad, van A tot Z, heeft hij een voorsprong ten aanzien van het contact met arabieren. Als je met zo iemand reist, wordt zoiets als de jihad op de een of andere manier toch toegankelijk. Als westerse journalist zou ik nooit in mijn eentje de jihadbeweging kunnen onderzoeken. Ik kan nooit echt goed tot de kern komen zonder ingewijden. Dan schrijf ik er ook niet over. Dan doe ik meer slecht dan goed. Dan ga ik dingen herhalen die al honderd keer geschreven zijn. Dat is niet mijn rol. Ik wil iets nieuws brengen. Als ik dat alleen kan brengen terwijl ik samen reis met een universitaire onderzoeker, dan doe ik dat. Zo overwin ik de taalbarrière en zet ik mijn zwakte om in een sterkte. Ik ga nooit iets publiceren en doen alsof het


geloofwaardig is, als ik niet ben doorgedrongen tot het diepere verhaal. Geluk gedurende de reis

Als ik als journalist reis, dan is dat geen doel, maar een middel. Een middel om de echte kennis te halen waar deze zit. En je moet buiten je comfortzone zijn, wil je deze kennis halen. En om de wereld begrijpbaar te maken. Dat is echt een inspanning die je moet doen als journalist. Je moet dat regelmatig doen. Als mens is reizen voor mij het doel. Veel mensen zijn op zoek naar iets. Naar een bepaalde eindbestemming. Naar geluk. Ze moeten een bepaalde reis afleggen metaforisch gezien om het te maken in hun leven. Om geluk te vinden. Ik ga ervan uit dat het geluk in de reis zit en niet in de eindbestemming. Dan beleef je veel meer plezier aan het reizen zelf dan aan het resultaat. Als je een artikel gepubliceerd ziet in een mooi magazine, dat doet plezier. Dat brengt geluk. Omdat je al dat werk in tastbare vorm ziet verschijnen. Maar toch kijk ik met een soort nostalgie terug op de reis. En als ik terug ben in Leuven, in mijn comfortabele omgeving dan kijk ik terug op de momenten dat we in de meest oncomfortabele situaties zaten. In Jordanië en in Libanon hebben we in vrij penibele situaties gezeten.Op dat moment denk je: shit, wat ben ik aan het doen? Maar als je er achteraf op terugkijkt, dan kijk je daarop terug met nostalgie omdat je voelt dat je uit je comfortzone bent gestapt. En dat je je zelf hebt verrijkt doordat je niet bang bent. Dat je je angst hebt overwonnen en de grens bent overgestapt waardoor je je eigen wereld vergroot. En dat vind ik mijn plicht als journalist om die kennis door te geven en dat vind ik ook mijn plicht als mens: om mijn wereld te vergroten. Ik kan het voor mijzelf niet verantwoorden dat er daarbuiten een immens grote wereld ligt die door mij niet gekend is. Ik kan het niet verantwoorden. Die

wereld is daar gewoon. Ik kan hier niet blijven. Ik kan niet aan het einde van mijn leven komen en zeggen dat ik niet alles heb gedaan om de wereld zoveel mogelijk te kennen. De wereld is ons gegeven. En wij zijn in die wereld gestapt, dus we moeten die leren kennen. Gastvrij

Arabieren hebben respect voor westerlingen die in hun eentje naar hun land afreizen. Als je een krantenwinkeltje binnenloopt, heb je zo een gesprek van twee uur. Iemand komt naar je land uit nieuwsgierigheid. Door met mensen te praten op straat, leer je het Midden-Oosten kennen. Veel intensiever dan wanneer je boeken leest. Als je met mensen praat, komt die ge-

schiedenis tot leven. Elke inwoner van het Midden-Oosten heeft een verhaal. In Egypte heb ik meerdere keren bijvoorbeeld ingang proberen te vinden in de sloppenwijken wat heel moeilijk is voor buitenstaanders. Mensen staan heel sceptisch tegenover anderen in die verwaarloosde wijken. Als je daar als buitenstaander binnenkomt, is het niet heel vanzelfsprekend dat je daar

andere mensen. Die personen waarvan ik weet dat die belangrijk zijn voor mij, daar probeer ik een band mee op te bouwen. Ik probeer dan ook meerdere keren terug te gaan. Wat ik ook heb geprobeerd en wat niet veel mensen doen, is na het winnen van het vertrouwen van mensen: is teruggaan en dat verschillende keren doen, zodat je verschillende fases in hun leven meemaakt. Je kan de dynamiek van zo’n wijk nooit begrijpen door een of twee interviews af te nemen. Mensen laten niet in hun persoonlijke leven kijken. Dat krijg je pas als je uitgenodigd wordt bij mensen thuis. Dat probeer ik altijd te bereiken. Dat is misschien binnendringen in de privé-levenssfeer van mensen, maar ik doe dat nooit opdringerig. Ik ga dat ook niet opdringen aan mensen waarvan ik voel dat ze daar niet comfortabel mee zijn. Maar ik probeer wel altijd te polsen of de mogelijkheid er is. Zo probeer ik te reizen. Arabieren zijn gastvrij. Zij voelen het als een plicht om een vreemdeling te helpen. Dat is cultureel bepaald. Daar wil ik zo min mogelijk misbruik van maken. Ik heb echt wat geleerd van de arabieren. Zelf heb ik een Syrische vluchteling onderdak geboden in mijn appartement. Een bed en een dak boven hun hoofd: dat is het minst dat ik kan doen. Ik heb er geen probleem mee als iemand in een soortgelijke situatie tijdelijk bij mij verblijft. Waarom zou ik het niet doen als ik het kán doen?

“Ik ga ervan uit dat het geluk in de reis zit en niet in de eindbestemming” ook echt contact krijgt. Je wordt een beetje wantrouwig bekeken. Maar ook daar had ik een ingang. Ik kende iemand die mij kon introduceren bij

Mathias de Graag

61


62

Airbnb | San Francicso | Verenigde Staten

Je bent er onwijs fan van omdat je voor een habbekrats op de meest gave plekken waar ook ter wereld kan verblijven. Het kan ook dat je er radicaal tegen bent, omdat het oneerlijke concurrentie is. We hoeven waarschijnlijk niet te discussiĂŤren of de inrichting van hun hoofdkantoor inspirerend is.

Foto’s Michelle Drewes


63

Coca-Cola | Toronto | Canada

In de top tien van de best bewaarde geheimen, zou zomaar eens het Coca-Cola recept kunnen staan. Of ze het recept op het kantoor in Toronto bewaren, zijn we nog niet achter. Als goedmakertje wel de foto’s van hoofdkantoor in Canada.

Foto’s Steve Tsai Photography


64


65

De volgende editie mag je op 28 mei 2015 verwachten Met o.a. 1 dag offline en (hopelijk) Boyan Slat


66

Abonnement op

?

Check ygenwijs.nl/abonnement


67

Colofon Hoofdredacteur

Webredactie

Drukwerk

Mathias de Graag

Jeroen Lesuis

Redactie

TV-redactie

Q-Promotions te Tilburg

Astrid de Wolff en Mathias de Graag

Sanne Heymann

Schrijftalenten

Sigrid Boelens, Marloes Nuijten, Martijn Bloksma, Kelly Bakker, Tessa Wiegerinck, Astrid de Wolff, Jiska de Wit, Mathias de Graag Eva Ummelen, Marieke Grondstra Vormgeving

Loes Loonen Foto’s

Tessa Wiegerinck, Coco Broeken en Jasper van Bladel

Uitgever

Sander Roovers Advertenties

Mathias de Graag Tips, opmerkingen, feedback en klachten

Mathias de Graag Redactieadres

Koningsplein 217 5038 WJ Tilburg Telefoonnummer: 088-4040445 Email: wijzijn@ ygenwijs.nl

Alle meemakers zijn te bereiken door te mailen naar ‘voornaam’@ ygenwijs.nl

Sla deze pagina om voor een volledig overzicht van de mee-makers Partner

Ygenwijs Magazine verschijnt vier keer per jaar. De volgende editie mag je verwachten op 28 mei 2015. Alles uit deze editie mag worden overgenomen, met vermelding van Ygenwijs en de bronvermelding (schrijver en/of fotograaf). Abonnement

Een jaarabonnement (4 edities) op het magazine kost €22,in Nederland. In België €34,- Bij het afsluiten van het abonnement, ontvang je de eerstvolgende editie op je deurmat. Het abonnement wordt niet automatisch verlengd. We zullen na het ontvangen van de vierde editie netjes vragen of je je abonnement wilt verlengen. Inspiratie is er om te delen. Daarom bieden wij het uiteraard aan om een abonnement cadeau te doen. Het cadeauabonnement kost eveneens €22,- en bevat vier edities. Ook dit abonnement loopt automatisch af. Vragen en opmerkingen kan je altijd delen: Telefoon: 088-4040445 Email: wijzijn@ygenwijs.nl Voor meer informatie, en het afsluiten van een abonnement, ga je naar www.ygenwijs.nl/abonnement Jaargang 4 | editie 10 | 2015


Mee-makers

68

Anniek Elastique

Bob Egberink

Diecke de Wit

Blogger

Blogger

Blogger

Eva Ummelen

Frank Deuring

Gidi Heynens

Redactie

Blogger

Blogger

Hans van Leersum

Itamar Sharon

Jane Alblas

Jiska de Wit

Kelly Bakker

Blogger

Jennifer van den Akker

Jeroen Lesuis

Redacteur

Redacteur

Redacteur

Redacteur

Jasper van Bladel

Marieke Grondstra

Marloes Nuijten

Mart Bloem

Martijn Bloksma

Redacteur

Filmmaker

Blogger

Martje van de Poll

Astrid Wolff

Redacteur

Anneloes van Brummelen

Lola Boerwinkel

Blogger

Fotograaf

Blogger

Redacteur

Mee-makers editie 10 Ygenwijs

Blogger

Online Marketeer

Dorianne Oerlemans

Redacteur

Anouk Pilon

Blogger

Blogger


69

Mathias de Graag

Eindredacteur

Petra Kruijt

Merel Kuipers

Blogger

Blogger

Wendy Reijnhoudt

Renee Penris

Roxanne Coelman

Sabine van Baal

Sander Roovers

Illustrator

Blogger

Mee-denker

Aanvoerder

Michael van Loenen

Blogger

Miriam Kater

Blogger

Coco Broeken

Fotografe

Redacteur

Rebecca van de Kar

Sandra Bats

Sandra Feijen

Loekie Bluijs

Sharona Lautoe

Sigrid Boelens

Tefke van Dijk

Redacteur

Blogger

Blogger

Columniste

Redacteur

Redacteur

Tessa Wiegerinck

Tim de Jong

Loes Loonen

Sanne Heymann

Wouter van Loon

Maartje Koppen

Fotografe

Mee-denker

Vormgever

Ygenwijs TV

Blogger

Blogger

Redacteur

Mee-makers editie 10 Ygenwijs


Adviesprijs € 5,50 Editie 10 | Jaargang 4 | 2015

+

Interview met: Sekano Ntoane Claire Boonstra

ANKE VAN DONKERSGOED “Ik wil niets liever dan jongeren helpen hun authenticiteit weer op te graven”



2

Voorwoord Acht jaar lang rijd ik al met dezelfde trein. De trein van Venlo naar Den Haag en van Den Haag naar Venlo. Dit jaar iets minder vaak, omdat ik inmiddels iets centraler in Nederland ben gaan wonen. Voorheen pendelde ik op en neer van Tilburg naar Dordrecht en van Dordrecht naar Tilburg. Vandaag mag ik dit ritje weer eens overdoen. Terwijl ik dit voorwoord tik, ben ik op weg naar Dordrecht na een dag werken op de redactie in Tilburg. De laatste hand wordt gelegd aan de editie die nu voor jullie ligt. Als langstudeerder toch wel een gemengd gevoel: we schrijven voor jullie een onderwijsbylage. Dat gemengde gevoel komt niet omdat ik niet van schrijven houd, maar omdat het begrip ‘onderwijs’ mij een bittere nasmaak geeft inmiddels. Groep 1: de klas die ik twee jaar heb moeten volgen, het veranderen van basisschool, de middelbare school waar ik aan het einde van klas 3 de verkeerde profielkeuze maakte, waardoor ik bleef zitten in de vijfde van het VWO, en nóg een keer, waardoor ik naar het havo moest, waar ik vervolgens voor zakte, om uiteindelijk terecht te komen op vavo; het volwassenonderwijs. Waarna ik de opleiding voor de journalistiek koos waar ik nu al voor het achtste jaar op zit. En nog steeds zonder dat hbo-diploma. Het doet pijn, zeker omdat ik weet dat ik meerdere jaren goed heb mee kunnen draaien met de juiste motivatie. Naarmate de jaren verstrijken, wordt die motivatie erg op de proef gesteld. Is deze studie mijn hoge studieschuld wel waard? Is dit het vak dat ik mijn leven lang uit wil oefenen? Zijn de mensen in mijn sector wel écht het soort mensen waar ik mee wil samenwerken? Vragen die toch vrij essentieel zijn als je serieus bezig bent met wat je doet. En dat ben ik. Dat zijn wij. Wij bij Ygenwijs. Natuurlijk zijn niet alle nare ervaringen toe te schrijven aan de verschillende scholen: ik ben niet de makkelijkste. Ik ben kritisch en eigenwijs. Drie dagen geleden nog een vrij pittige discussie gehad op Facebook met een van mijn docenten: met mijn 28 jaar zou ik tegen anderen niet kunnen zeggen hoe je om zou moeten gaan met liefdesrelaties. ‘Ik zou net komen kijken’ aldus de betreffende docent. Daar heeft hij wellicht een punt: ik heb nog wat jaren te gaan, maar dat betekent niet dat ik mijn visie op bepaalde vlakken niet zou mogen delen met de wereld. We leven immers (nog) in een land met vrijheid van meningsuiting. En daar maak ik als journalist graag gebruik van. Waar ik nog meer graag gebruik van maak? Van de mogelijkheid om mij te ontwikkelen. Wat voor mij betekent dat ik de tijd wil nemen voor de meest belangrijke zaken in mijn leven. In een snelle wereld waarin techniek een steeds grotere rol speelt, krijg ik zélf steeds meer behoefte aan een inhoudelijke, filosofische invulling aan mijn bestaan. Helaas is daar anno 2015 steeds minder ruimte voor in ons Nederlandse onderwijssysteem: twee universiteiten stoppen met de faculteit Filosofie. De studie brengt te weinig geld in het laadje. Nu kan ik hier met veel woorden gaan beschrijven wat ik daarvan vind, maar om de relevantie van abstract denken in ons bestaan aan te tonen, sluit ik mijn voorwoord af met de volgende woorden: “I fear the day that technology will surpass our human interaction. The world will have a generation of idiots.” – Albert Einstein

Als het aan mij ligt, geldt dit niet voor mijn generatie. Voor generatie Y. Veel wijsheid gewenst bij het lezen van onze onderwijsbylage!

Mathias de Graag


Voorwoord Ik heb er een fles prikwijn bij gepakt. En een sigaret. Niet, omdat ik vanuit deze roes een legendarisch sprookje voor jullie kan schrijven over onderwijs. Nee, ik drink en hijs voor pure moed. Ik zit in mijn afstudeerperiode. Iedereen die het nu in zijn hoofd haalt, om mij te vragen

naar ‘school’, jaag ik in koele bloede mijn gehoorzone uit. Het moment dat docenten van mij af willen, en ik van hun, is aangebroken. Is dat school!? Voor het typen van dít voorwoord, zoek ik dus mijn kalmte en kracht in ‘shotjes geestverruiming’. Drie sigaretten en twee wijntjes later...

Ik inhaleer diep. Spoel die smerige teersmaak weg met bittere bubbels. Het helpt. Ik vang de spiegeling van mijn boze blik in de doorzichtige wijnfles voor mij. Tot nu toe heeft school mij altijd verteld wat ik moet leren. Zij is verantwoordelijk voor mijn proces, voor mijn slechte humeur en lage zelfvertrouwen. Ik kijk mijzelf aan en vraag: Wat is school? Zou ik niet beter kunnen kijken naar wat ik mijzelf te bieden heb en hoe ik bij die kwaliteit denk te komen? Ik denk terug aan de inspirerende gesprekken die ik had voor deze bYlage. Stuk voor stuk waren het visionairs, die profetisch antwoord gaven op mijn vraag: “Wat is leren?” Door naar hen te luisteren en te kijken, durf ik mijzelf toe te spreken in het bollende glas van de fles: “Ík ben verantwoordelijk voor mijn leren, mijn ‘onderwijs’.” Niet alleen deze sleutelfiguren doen het, zelfs mensen in mijn directe omgeving nemen de verantwoording voor hun eigen proces! Een vriend, 27 jaar, ziet het. Hij gaat blokken op zijn basgitaar in plaats van zijn studie. Mijn vader begrijpt het. Als directeur van een Big Picture Learning School, geeft hij kinderen de kans -om binnen de regels van het systeem- een persoonlijke leerweg te creëren. Mijn zus doet het. Zij heeft in december besloten om te stoppen met school, in haar derde jaar. Ze wil tekenen. Mijn moeder leeft het. Deze huisvrouw schreef een boek over aliens. Dát. Leer. Je. Niet. Op. School. En ik? Ik studeer bijna af. Stom genoeg, ben ik daar helemaal niet zo trots op. Althans, niet op dat gesigneerde snotdoekje. Ik had liever aan mijzelf bewezen, dat ik het heft over mijn leerweg in eigen handen had genomen. Net als de mensen in deze bYlage. Net als de mensen in mijn directe omgeving. Zij weten het antwoord en hebben het lef om zichzelf te vragen; welke manier van leren voelt goed voor mij en maakt mij trots als mens? Ik ben ook trots. Misschien een beetje ‘schoolziek’, maar wel heel leergierig! Ik tik deze laatste studiepunten nog even af en ga dan op mijn werkelijke studie over! Proost!

Astrid de Wolff

3


4

Whiskymixer en wespenmepster. Spreek jij deze tongenbrekers ook fout uit? Applaus voor jou, want fout is goed bij het alternatieve tussenjaar, Breekjaar. De onderwijswereld krijgt een nieuwe, persoonlijke dimensie dankzij deze lesmethode, die wordt gekenmerkt door het breken van angsten, het beleven van de wereld en het bouwen van zelfvertrouwen. Ygenwijs reist af naar Utrecht voor een Breekdag, een snelcursus Breekjaar.

Bewust een stap terug met ‘Breekjaar’ “Ik voel me radeloos”, de uitdrukking

van Elle’s gezicht versterkt haar woorden. Het is nog vroeg in de ochtend en Elle is één van de Breekdag meelopers. Het interview over waarom ze naar deze dag is gekomen, stroomt voor geen meter. Elke vraag krijgt twee verschillende antwoorden. Elle wil onafhankelijk zijn én een veilig gevoel ervaren, maar ze wil ook wel naar het buitenland of nog beter; zichzelf ontdekken in Nederland. Het vraagt een verdraaid goede journalist om hier iets uit te halen. Gelukkig is de vertaling naar de diepere laag te horen bij de Breekjaarcoaches. Anke van Donkersgoed (26), één van de vijf Breekjaar-oprichters, schiet in de lach bij het horen van dit voorval. “Prachtig, zo’n versnipperde geest is het vakgebied van Breekjaar”, haar vingers lijken meteen te gaan tintelen. Anke was een soort ‘Elle’ voordat ze flauwviel op de werkvloer bij haar oude job. Eén simpele vraag van een nietsvermoedende huisarts, heeft geleidt tot Ankes persoonlijke groeispurt, bewustwording en zelfs tot Breekjaar:

“Hoe ziet je persoonlijk leven eruit, Anke?”

Een baan, veel vrienden, haar leven was toch perfect? Maar de innerlijke verwarring was wakker geschud met haar val: “Ik was mijzelf kwijtgeraakt in Tekst en foto’s Astrid de Wolff

de snelheid van de dag, daardoor was ik totaal niet meer aangesloten op mijn eigen motivatie.” Weekeinden in het klooster, reizen, yoga en andere uitdagingen hielpen Anke bij de inhaalslag om haar flow weer op te pakken. Tijdens die levenservaringen is het gaan borrelen van binnen. Verbazing inspireerde haar: “Het is te zot voor woorden om jezelf zo kwijt te raken. Zeker toen ik stap voor stap de voordelen ging ervaren van het aangesloten zijn op je persoonlijke kwaliteiten, wilde ik niets liever dan jongeren helpen om hun authenticiteit weer op te graven.” De blonde schone heeft een innerlijke manifestatiekracht waarmee ze dag in nacht kan veranderen en samen met vier soortgelijke inspirators werd Breekjaar vorig jaar geboren. Spoedcurcus Breekjaar

De dag gaat verder. “En nu die vinger zo hoog mogelijk jongens!”, juicht Breekjaarcoach Lucas Defares naar de nerveuze meelopers. Tegen de muur van de omgebouwde gymzaal, staan 14 jongeren op hun tenen tegen het baksteen te schuren om zo hoog mogelijk te komen. Het hoogste punt wordt verzegeld op de wand met plakband. Als iedereen weer op de hielen staat, zegt Lucas: “Wat nou als ik vertel dat jullie allemaal minimaal drie centimeter hoger kunnen?” Hij speelt met de kracht van visualisatie en positiviteit.

Door je voor te stellen dat je nóg hoger kunt, lukt het ook. Opnieuw worden alle nerveuze okseltjes de lucht in gegooid, en warempel, iedereen zit er boven. Deze beeldspraak legt in één daad de visie van Breekjaar uit; weer leren zien tot wat je allemaal in staat bent en vertrouwen op wie jij bent. Breekcoach Anna Grebel (32), vertelt over haar worsteling met het huidige schoolsysteem aan de meelopers: “In het onderwijs krijgen we mee dat fouten slecht zijn. Fouten voorkom je door keuzes te maken vanuit je linker hersenhelft in plaats vanuit intuïtie of talent. Studenten worden getraind om verstandige beslissingen te nemen, maar intussen resulteert dit ‘te doordachte’ systeem wel in 30.000 uitvallers per schooljaar. We leren luisteren naar goedbedoelde adviezen, behalve naar onze eigen waarheid.” Meeloper Elle, knikt onbewust mee. Suzy (24) is één van de levenslustige Brekers van dit pioniersjaar, maar zo kwam ze niet binnen vorige zomer. Na twee vastgelopen studies, was ze verlamd van twijfel. Ook haar moeilijkheden lijken op Elles’ keuzestress. Suzy vult Anna aan: “Tijdens mijn studies werd niet gekeken naar individuele behoeftes en kwaliteiten. Ik moest altijd ondermaats of bovenmaats presteren, om te passen in het onderwijs. Bij opdrachten waar ik ondermaats kon presteren, »


Wat biedt Breekjaar? Het is een avontuurlijke zoektocht naar jezelf die structuur krijgt door intensieve persoonlijke coachsessies, twee maanden reizen in het buitenland, workshops, proefstuderen, maatschappenlijkwerk en nog vele andere vrije opdrachten. Het sleutelwoord is wel, je haalt er uit wat je erin stopt. Meer informatie is te vinden op www.breekjaar.nl. Zo veel!? Ja toekomstige Brekers.. 8400 euro is een smak geld. Toch is het zeker geen elitehobby! Brekers zijn verplicht om naast de drie dagen ‘school’, te werken om dat bedrag bij elkaar te sprokkelen. Ook zijn er nog opties voor fondsen. Mocht geld het enige probleem zijn dat je tegenhoudt, vraag dan een persoonlijk gesprek aan met één van de Breekjaar coaches. Het tussenjaar is voor iedereen bedoelt en het team denkt met hart en ziel mee aan een passende oplossing! Breker Suzy zegt erover: “Het is veel geld, maar niet te veel. Ik ben erg creatief geworden in bijvoorbeeld ruilhandel met andere vrienden.”

Fotocredits: Breker Suzy Polanco

75


6

werd ik laks en lui. Vakken die bovenmaats waren voor mij, zorgden voor onwijs veel stress en angst. Doordat ik in beide gevallen niet trots was op mijn werk en handelen, voelde ik mij dommer en dommer. De frustratie liep zo hoog op dat ik dacht; ik moet toch iets kunnen?” Waarom Breekjaar?

Waar wil jij nou hard voor werken? Op die vraag had Suzy, maar ook de Breekcoaches en nu de meelopers, geen antwoord. De groep zit filosoferend in de kring op de houten banken te luisteren naar Anna die vertelt hoe Breekjaar helpt bij deze twijfel en zoektocht: “Breekjaar breekt angsten en verwachtingen, oftewel de mentale blokkades. Breekjaar zoekt opnieuw die connectie tussen lichaam en brein, waardoor er naast verstandige keuzes, ook ruimte komt voor je eigen waarheid. De reden waarom Brekers deze bewustwording oppakken, is omdat er een onvoorwaardelijk vertrouwen is. Echt alles is oké zelfs stoppen met Breekjaar. Wij hebben respect voor ieders persoonlijk pad, want als dat jouw keuze is, dan is het niet goed of fout. Hooguit een mooie leerles of een stap naar een volgende stap.” Deze manier van werken nodigt uit om echt naar jezelf te kijken, maskers te laten vallen en jezelf binnenstebuiten te keren. Je wordt weer een individu, in plaats van een massaproduct van een studie. Anke, Anna, Lucas en de huidige Brekers, dragen deze wijsheid en handelen er ook naar. Een terugblik op de ‘verdwaalde’ Suzy, laat haar realiseren hoe veel Breekjaar haar heeft gebracht: “Ik moest terug naar mijn basis, zonder maskers durven kijken naar wat ik te bieden heb. Keuzes maken vanuit mijn hart, ik had het niet durven hopen, maar dat is nu onderdeel van mijn leven. Ik ben een leuk mens, ik mag falen, want dat is leven.”

Aan de andere kant, er zou bij het onderwijs toch een alarmbel moeten rinkelen als deze frustratie door de schoolgangen galmt: “Ik weet niet wat ik wil.” Breekjaar speelt in op de groeiende behoefte van jongeren die merken dat ze meer uit zichzelf kunnen halen, dan dat ze doen. Onderwijssystemen zijn vaak zo gebouwd, dat er geen ruimte is om te kijken naar jou als persoon. Het gemiddelde van de massa, dat is de maatstaf in veel gevallen. Studenten vergeten wie ze zijn en passen zich aan. Breekjaar ziet niet het nut van jezelf aanpassen, in een maatschappij die toch steeds verandert. De enige vertrouwde basis waarmee je de wereld in kan, ben je

“Breekjaar breekt angsten en verwachtingen, oftewel de mentale blokkades” zelf. En juist daar is zo weinig waardering voor in de huidige schoolsystemen. Breekjaar is daarin een inspirator. Onderwijs van de toekomst is professioneel én persoonlijk, legt Anke uit. “Het leren van mindmappen, presenteren en snel lezen zijn bijvoorbeeld belangrijke professionele vaardigheden, maar de connectie tussen brein en lichaam om te kunnen werken vanuit je persoonlijke kracht is zo waardevol. De professionele vaardigheden biedt Breekjaar ook,

Is Breekjaar de lang verwachte oplossing?

Zowel Breker Suzy, als oprichtster Anke, komen afzonderlijk tot de dezelfde conclusie. Breekjaar is zowel vernieuwend als terug naar de roots. Aan de ene kant gaat het alternatieve tussenjaar om de basisbehoefte van ieder mens. Luisteren naar jezelf, je gezien voelen, je veilig voelen en leven vanuit je persoonlijke kracht. Een ongelofelijk simpel concept eigenlijk. Tekst en foto’s Astrid de Wolff

De “Breekjaarbubbel”

Een sceptische meeloper zegt uit het niets: “Het heeft wel een heel hoog kampgehalte”. Hoewel de meeste meelopers zijn woorden als positief op vatten, zit er een waardevolle kritische noot in zijn oordeel. Een jaar lang leeft een Breker in een wereld gevuld met een bijna surrealistische openheid, meelevendheid, vrijheid en positiviteit. Hoe voorkom je een inzinking als Breekjaar voorbij is? Breker Suzy (24) weet het al: “Ik heb zoveel zelfvertrouwen opgeëist en toegeëigend afgelopen jaar, dat ik me geen zorgen maak over de toekomst. In elke situatie, hoe vervelend ook, weet ik dat ik op mijzelf kan vertrouwen. Ik voel me echt baas van mijn eigen leven. Dat eeuwige gevoel, dat ik mij aan een ander moet bewijzen is weg. Ik voldoe al en kan altijd op mijzelf terug vallen”, zijn de wijze woorden van de ervaringsdeskundige. Anke heeft nog een andere manier om de Breekjaarbubbel langzaam leeg te laten lopen. “We zijn nu erg hard bezig met projecten om in contact te komen met ondernemers. Zo kunnen de studenten de connectie makkelijker gaan maken tussen Breekjaar en werken. Ook is iedereen nu bezig met een plan dat inspeelt op vraag: hoe wil ik doorgroeien? Maar het allerbelangrijkste voor mij, is Suzy’s antwoord op deze kwestie; alle studenten ervaren meesterschap over hun eigen leven.” Ankes ogen verzinken in een droomstand. Het lijkt alsof Anke zich opeens realiseert dat Breekjaar heeft meegeholpen aan zoiets kostbaars.“Eigenlijk zou iedereen dit proces moeten doorlopen”, zegt de energieke Suzy tegen de vermoeide meelopers. Wat een hoop vernieuwende informatie en confronterende inzichten voor één dag. De slingers en de piratenvlaggen hoeven we niet uit de gymzaal te ruimen, die schijnen er altijd te hangen. Elle kijkt verdoofd de zaal door, haar opties afwegend. Elle wil nog steeds reizen, of in Nederland blijven. Maar één ding weet ze wel, Breekjaar is iets voor haar.

maar zijn meer een praktisch extraa tje. Breekjaar is vooral gericht op het maken van mensen, die weer leren vertrouwen op hun onderbuik.”

Astrid de Wolff



“School is uitvinden hoe je in elkaar zit, niet hoe je het beste past binnen de standaard”

8

Achter een hoge struik, torent een nog hoger klimrek. Het is een vreemd aanzien, de minimale oprit is meer een glijbaan dan voortuin. Het speelfort staat in groot contrast met de goed gekapte sprietjes bij de buren. Maar het is dan ook de voortuin van Claire Boonstra, de pionier achter Operation Education (OE). Haar buitenissige keuze voor dit klimrek, draagt een onbewuste boodschap uit. De grenzen van een tuin, hoeven geen invloed te hebben op de vormgeving. Deze simpele beeldspraak is net als Claire’s missie in het onderwijs: vernieuwen en inspireren en de grote mogelijkheden ontdekken, ook al zijn er nog grenzen.

“I have to do this.” Nog geen twee jaar geleden staarde Claire door de tranen heen naar haar TEDTalk publiek. Ondanks wat omwegen, bijvoorbeeld een functie als topvrouw bij Layer, is Claire nooit vergeten hoe graag ze schooltje speelde als jong meisje. In haar vijftien minuten op het internationale podium, heeft ze met niets meer dan pure passie een organisatie uit de grond geknald die vandaag de dag levendiger is dan een schoolplein vol peuters. Claire’s verhaal zorgde voor kippenvel in onderwijsland. Ze vroeg om hulp, riep om inzichten, om zo een schoolsysteem te creëren gericht op persoonlijke waarde in plaats van prestaties. De duizend mailtjes die volgden, gaven Tekst Astrid de Wolff

Claire twee inzichten: “Eén: er gebeurt al heel veel op het gebied van onderwijs vernieuwing. Twee: Waarom wist ik daar niets van?” Wat is er dan aan de hand in onderwijsland?

“Toen ik als twintiger voor mijn afstuderen een speech mocht doen, deed ik mijn verhaal over de gevraagde kwaliteiten in vacatures voor mijn vakgebied. Mijn verontrustende conclusie; de gevraagde capaciteiten waren helemaal niet aanbod gekomen tijdens mijn studie. Het was voor mij toen al zo duidelijk dat school erg weinig te maken heeft met écht leven. Deze realisatie heeft me altijd bezig gehouden. Ik zag en zie, hoe

jongeren niets meer dan een toetsresultaat zijn in ons onderwijssysteem. ‘Teaching to the test’, zo noemen we dat. Studenten leren alleen de kern en zijn gericht op een standaard eindproduct. Deze methode en maatstaven verlammen eigenheid, creativiteit en persoonlijke talenten helemaal. Studies zijn gericht op prestaties die bij iedereen hetzelfde getoetst worden, terwijl school zich beter zou kunnen richten op het creëren van persoonlijke waarde. Zó kunnen jongeren leren hun persoonlijke kwaliteiten te brengen aan onze samenleving. Operation Education is een militaire operatie, met een knipoog, wij willen het oude systeem laten kantelen.”


9

Wat doet Operation Education binnen deze kanteling?

“OE biedt vooral een platform aan bestaande ideeën. Visionairs in het onderwijs zijn al jaren bezig met fantastische projecten, maar zoals bij de meeste creatievelingen, is een plek grijpen op het podium niet de sterkste eigenschap. Na mijn TEDTalk en die overstroming aan reacties en mailtjes, werd ik me er pas van bewust hoeveel prachtideeën er al bestonden in Nederland. De content was er al, maar deze verhalen bereikten blijkbaar niet het publiek. Operation Education richt zich vooral op het urgent maken van onderwijsvernieuwing, door bestaande systemen een platform naar buiten te geven. Wij laten zien wat er allemaal al bestaat aan het publiek. Door onszelf zichtbaar te maken, kunnen we pas een kanteling in het onderwijs maken.”

“School is uitvinden hoe je in elkaar zit, niet hoe je het beste past binnen de standaard” Wat houdt het nieuwe leren in?

“Leren is.. Wat er voor jongeren nodig is om zich zinvol te voelen, dát zou het uitgangspunt in het onderwijs moeten zijn. Mensen moeten gelukkig zijn met al hun rariteiten. Ze moeten de kans krijgen om persoonlijke kwaliteiten te uiten om zo te leren leven met wie zij zijn. Scholen mogen studenten gaan zien in al hun gekkigheden

en niet een systeem in hand houden dat geen ruimte biedt voor die eigenheid. Naar mijn idee is de nieuwe manier van leren gebaseerd op twee begrippen: vertrouwen en verantwoordelijkheid. School is uitvinden hoe je in elkaar zit, niet hoe je het beste past binnen de standaard.” Wat betekent deze vernieuwing voor ons handelen?

“Belangrijk is dat, zeker in het begin stadium, pionierstudenten en scholen zich verantwoorden over hun kwaliteit. Het gebrek aan deze vaardigheid, is vaak het grote struikelblok voor de overheid of voor scholen. Maak duidelijk wat je kan, kom met een plausibel en haalbaar verhaal. De tendens dat de grenzen van buitenaf (overheid en/of school) te streng zijn om die experimentele vrijheid te voelen, is in zekere zin waar. Toch ben ik er van overtuigd geraakt door alles wat ik heb gehoord en gezien, dat er nog heel veel ruimte is voor scholen om te groeien. Zelfs nog binnen de bestaande grenzen. Als studenten, scholen en leraren beter leren verantwoorden waarom de verandering werkt, komt er ook meer vertrouwen vanuit schoolsystemen en overheidseisen. Het is logisch vanuit het oogpunt van onze maatschappij, dat je moet kunnen verantwoorden hoe je je vrijheid gaat indelen. Er zal dan vanzelf meer vertrouwen ontstaan die werkt als een opwaartse spiraal.”

Hoe ziet de school ´van de toekomst´ eruit?

“Er zijn zoveel verschillende innovatieve visies over schoolsystemen en Operation Education is er dus niet op uit om hét ideale onderwijs te ontwikkelen. Iedereen leert tenslotte anders. Er is dus geen ideale manier. Op korte termijn zou het een mooi doel zijn, om het onderwijs meer ruimte te geven om te groeien in hun eigen identiteit. Veel scholen, zeker vernieuwende scholen, zitten in een spagaat. Elke school wordt beoordeeld langs dezelfde lat, terwijl er niet één dezelfde checkbox kan zijn voor deze grote verschillen in visies. Eigenlijk is het hetzelfde verhaal als bij studenten; er kan geen standaard eindbeoordeling worden geleverd, als de persoonlijke kwaliteit per school zo veel verschilt.”

Astrid de Wolff


10

Excellent, en dan? Studenten die gemiddeld hoger scoren dan een zes, krijgen van medestudenten al snel het etiket ‘streber’ opgeplakt en de hoge scholen en universiteiten noemt deze groep ‘excellente studenten’. Maar wat wordt er nu echt van je verwacht als je excellent genoemd wordt? En wat kun je ermee doen wanneer je in het hokje van de excellente studenten wordt geplaatst?

Elke drie jaar wordt internationaal gekeken hoe een groot aantal landen ervoor staat met betrekking tot het onderwijs op de gebieden taal, wiskunde en natuurwetenschappen. Nederland blijkt er vooral goed in te zijn om de slechtst scorende leerlingen op een redelijk hoog niveau te krijgen ten opzichte van de andere landen, maar steekt er aan de bovenkant niet echt bovenuit. Blijkbaar wordt er met de ‘excellente’ studenten niet veel gedaan. De laatste jaren is hier langzaam verandering in gebracht, door op hoge scholen en universiteiten te beginnen met honors programs die studenten met een bepaald gemiddelde naast hun studie kunnen volgen. In veel gevallen betekent dit het volgen van extra vakken, maar aan de Universiteit van Tilburg hebben ze het anders aangepakt. Als student met het excellente etiket, heb ik dit zelf mogen ervaren. De Universiteit van Tilburg kent drie universiteitsbrede excellentieprogramma’s: Tilburg Centre of Entrepreneurship (TCE) om het ondernemerschap te stimuleren, Discourses on Europe waarin op een wetenschappelijke manier naar Europa wordt gekeken, en Outreaching, waarbij de focus meer op de maatschappij en het toepassen van kennis wordt gelegd. Ik heb zelf voor dit laatste programma gekozen, omdat ik behoefte had aan een extra uitdaging die afweek van de standaard studiesituatie. Daarom sprak de praktijkgerichte invalshoek van het Outreaching programma mij aan. Ik denk dat Outreaching een goed voorbeeld is van een andere, ygenwijze manier om met excellente studenten om te gaan. Een van de coördinatoren van het programma vertelde me dat het doel van Outreaching is om studenten te leren anders te denken, zodat zij mogelijk de problemen van de toekomst kunnen oplossen. Om dit te bewerkstelligen, richt het programma zich op drie niveaus: het ik, een enge definitie van het wij, en een brede definitie van het wij. Ten eerste zullen studenten zichzelf moeten ontwikkelen om de toekomstige leiders van de maatschappij te worden. Daarom krijgen ze tijdens het twee jaar durende programma, waarin de voertaal Engels is, tools aangeboden om dit te doen. Vandaar dat de studenten zelf een internationale stage regelen voor in de zomer, zodat zij zich op professioneel gebied kunnen ontwikkelen of meer besef bij zichzelf kunnen creëren van de ongelijkheid op de wereld door sociale projecten te ondernemen. Zelf heb ik ervoor gekozen om twee stages te lopen, om zo beide doelen te kunnen realiseren. Vorige zomer heb ik mijzelf ontwikkelt door stage te lopen bij Ygenwijs, en deze zomer help ik mee aan een ontwikkelingsproject in Oeganda. Andere onderdelen waarmee Outreaching persoonlijke ontwikkeling stimuleert, is het aanbieden van trainingen door Krauthammer over onder andere het geven van feedback en het voeren van moeilijke gesprekken, en het bieden van een persoonlijke coach waarmee alle kansen, ontwikkelingen en problemen die op je pad komen door het volle programma besproken kunnen worden. Om je als persoon te kunnen ontwikkelen, heb je een veilige, inspirerende en uitdagende omgeving nodig. Deze probeert Outreaching te creëren met de wij in enge zin door een groep van maximaal vijftig ambitieuze studenten te selecteren die samen een community vormen die ze zelf moeten structureren. Commissies worden gevormd, leiders worden gekozen en binnen deze kaders wordt iedereen gerespecteerd in zijn of haar groei. Ook wordt er Tekst Eva Ummelen


11

op deze manier een netwerk gevormd dat mogelijk in de toekomst goed van pas kan komen. Het groepsgevoel wordt versterkt door de studenten zelf een studiereis te laten organiseren, waarbij gedeeltelijke sponsoring door de Universiteit veel mogelijkheden biedt. De eerste groep studenten ging naar New Delhi, het jaar daarna vloog naar Vietnam en ik ben met mijn jaar naar Bangkok gereisd. In die tien dagen leer je over het bedrijfsleven in een totaal andere cultuur, de armoede die daar aan de orde van de dag is en gewoontes te respecteren die heel anders zijn dan de onze, dus ook je persoonlijke ontwikkeling staat niet stil. Daarbij is het organiseren van zo’n reis een perfecte mogelijkheid om uit te vinden hoe het met je organisatorische kwaliteiten zit. Een ander programmaonderdeel dat met de studentengroep wordt ondernomen, is het aangaan van een onderzoeksproject met een organisatie. In groepen van ongeveer zes man, doen de studenten in samenwerking met een organisatie onderzoek naar iets waar in die organisatie behoefte aan is. Zelf heb ik bijvoorbeeld met vijf anderen onderzocht wat de gevolgen van de opkomst van de digitale media zijn voor kranten. Dat je als excellente student deze kansen krijgt, is natuurlijk prachtig. Daarom vindt Outreaching dat de studenten best iets terug mogen doen voor de maatschappij. Dit wordt gerealiseerd door de studenten community projecten

"En trouwens: moet niet iedereen de kans krijgen om zich persoonlijk te ontwikkelen als ze de ambitie hebben om dat te doen?" te laten organiseren. Een aantal studenten uit het eerste jaar hebben een kookboek geschreven voor Alzheimer patiënten en vorig jaar is stichting DICE opgericht om de leefomstandigheden van kinderen in ontwikkelingslanden te verbeteren. Ook proberen de studenten inspiratie te halen uit ondernemers waar ze tegenop kijken of uit onderwerpen die ze aanspreken. Door zogenoemde masterclasses te organiseren en bij te wonen, horen de studenten inspirerende verhalen op verschillende gebieden en kunnen zo bijvoorbeeld ideeën opdoen voor een community project. Ik wil niet zeggen dat de opzet van Outreaching dé manier is om het meeste uit excellente studenten te halen, maar het is een manier om excellente studenten andere vaardigheden te laten ontwikkelen dan theoretische kennis. En als er van excellente studenten wordt verwacht dat ze zich onderscheiden en de leiders van de toekomst zijn, is het dan ook niet nodig om ze andere vaardigheden te laten ontwikkelen naast hun studie? En trouwens: moet niet iedereen de kans krijgen om zich persoonlijk te ontwikkelen als ze de ambitie hebben om dat te doen?

Eva Ummelen


12

“Passie zaaien, is passie oogsten” Als kleine jongen van zes jaar was Sekano Ntoane (27) veelvuldig op het voetbalveld en in de judoschool te vinden. Op deze jonge leeftijd wist hij niet dat sport zo’n grote rol in zijn leven zou vervullen. De passie voor de sport van zijn toenmalige judoleraar was de grootste reden van zijn bezoek aan de sportschool. De judoleraar maakte een feestje van de lessen, waardoor de jonge Sekano het enorm naar zijn zin had.

In de jaren die volgden kwam het talent van Sekano zelf bovendrijven. Rond zijn twaalfde jaar was Sekano elke dag in de judoschool te vinden. En als hij niet voor judo aan het trainen was dan was hij aan het fitnessen of hardlopen. Hij raakte verslaafd. De combinatie van adrenaline en het gelukshormoon endorfine die vrij komen bij beweging voedde deze verslaving. “Ik voelde dat ik goed voor mijn lichaam zorgde en sport maakte mij vrij in mijn hoofd, vrij van gedachtes, het geeft zoveel ruimte. Tijdens het sporten voelde ik me groeien en sterker worden. Ik kreeg zelfvertrouwen. Van dat gevoel wilde ik meer!” Studie

Na zijn middelbare school besloot hij fysiotherapie te gaan studeren. Gevoed door zijn liefde voor sport voelde dit als een logische stap. “Ik wilde mensen helpen om beter te worden met sportprestaties door bijvoorbeeld met blessures aan de slag te gaan. Maar tijdens die opleiding kwam ik er al snel achter dat het vak van fysiotherapeut daar nauwelijks over gaat. De kans is veel groter dat je in bijvoorbeeld de ouderenzorg terecht komt. Ik kwam erachter dat dat niet was wat ik wilde. Ik miste de drive van het sporten en de dynamiek.” Hij besloot naar de HALO te gaan. (Haagse Academie voor Lichamelijke Tekst Jiska de Wit | Foto’s Marc Nolte

Opvoeding) Dé sportopleiding van Nederland. Sekano had er niet bij stilgestaan dat je daar voornamelijk als docent opgeleid wordt. “Ik ging die opleiding vooral doen omdat ik daar met sport bezig kon zijn en met de gedachte misschien een judo of fitnesstrainer te worden.” Geboren docent

Net als op bij de opleiding fysiotherapie, bleek de sportopleiding anders te zijn dan Sekano’s verwachtingen. Alleen pakte het deze keer wel positief uit. Direct in het eerste jaar moest hij stage lopen. “Op dat moment kom je er snel achter of het docentschap voor je is weggelegd. Ik voelde gelijk dat het klopte. Het contact met de kinderen voelde zo goed. Ik was ontzettend enthousiast.’ De docent in hem was aangewakkerd. “Ik kwam op de HALO voor de sport; mijn focus was beter, sneller en sterker worden. Maar ik vond er iets heel anders, het menselijke aspect; het maken van contact en verbinding via sport. Ik kwam erachter dat ik daar naar op zoek was geweest.” In het laatste jaar van zijn opleiding is hij een baan gaan zoeken. Hij werd aangenomen voor een tijdelijke functie op een mavo-school in het centrum van Rotterdam. Een zwarte mavo school. Voorheen had hij stages op havo-vwo scholen gelopen, blanke

scholen. Hij werd geconfronteerd met het verschil tussen de verschillende scholen. De sfeer op een zwarte school is volgens Sekano het best te omschrijven als ‘primair’. “Hiermee bedoel ik dat de leerlingen hartstikke eerlijk zijn en nooit andere bijbedoelingen hebben. Je weet precies waar je aan toe bent met deze kinderen, dat vind ik mooi. Maar voor deze leerlingen gelden ook ‘de wetten van de straat’. Dat betekent dat het sterkste kind de meeste rechten heeft. Degene met de grootste mond heeft gelijk. Zo zijn ze het gewend.” De aanpak van een docent dient anders te zijn dan op een blanke school. Het is enorm belangrijk om te investeren in de relatie met de leerlingen. Als er een goede band is tussen docent en leerling en de sfeer goed is in de klas, kan er fijn gewerkt worden. Als die relatie er niet is zullen de leerlingen niet snel meedoen. De vanzelfsprekendheid van opletten en meedoen in de les is er niet. ‘Omdat de docent het zegt’ is geen goede reden. Lesgeven in een achterstandswijk Nadat zijn tijdelijke functie op deze school erop zat is Sekano in 2010 afgestudeerd aan de HALO en ging hij opnieuw op zoek naar een baan. Al snel kwam hij terecht op de ‘Melanchthon school’. De vmbo-school waar hij nog steeds »


83

“ Het contact met de kinderen voelde zo goed. Ik was ontzettend enthousiast�


14

lesgeeft. Wederom een zwarte school, in een achterstandswijk in Rotterdam. Deze omgeving zag Sekano juist als een extra uitdaging, zijn ervaring op de vorige school had hem geënthousiasmeerd. “Ik wil dat mijn leerlingen op een goede manier in de maatschappij komen. Ik denk dat mijn vak, bewegingsonderwijs, daar een heel groot aandeel in heeft.” Bewegingsonderwijs kan veel leren over hoe je met elkaar om hoort te gaan en hoe je je gedraagt in een groep, vertelt Sekano. De leerlingen moeten aan elkaar zitten, jongens en meisjes. Ze duwen, trekken, hangen. Als iemand je een klap geeft, wel of niet expres, wat doe je dan? Ze moeten winnen, scoren. Hoe ga je om met verlies? Andere leerlingen zijn sneller en sterker, of juist zwakker, hoe stel je je naar elkaar op? “In zulke situaties komen ze bij mij in de les terecht. Ze leren hun eigen gedrag kennen en moeten zoeken naar manieren om met dit soort basale dingen om te gaan. Ik denk dat een leerling daar de rest van zijn leven iets aan heeft. Misschien is deze ervaring wel essentiëler dan goed kunnen denken en ingewikkelde theorieën kunnen snappen. Deze lessen in zelfkennis hebben ze nodig om gelukkig samen te kunnen leven en functioneren in

Tekst Jiska de Wit | Foto’s Marc Nolte

de maatschappij.” Voorbij de wetten van de straat Sekano beoordeelt zijn leerlingen het zwaarst op inzet en ontwikkeling. Natuurlijk vindt hij het belangrijk dat ze vaardigheden opdoen en prestaties neerzetten, maar zijn leerlingen weten dat het voor hem daar niet om gaat.

“In deze klas gelden de wetten van de straat” Hij vertelt dat hij die week bij mooi weer met zijn leerlingen is gaan rennen rondom de Kralingse plassen. Hij laat de snelle, grote jongens er niet vlug vandoor gaan en presteren, maar hij laat ze de kleinere, langzamere kinderen meenemen. Ze moeten elkaar op sleeptouw nemen, aanmoedigen tot doorzetten en helpen. “Ik prijs die jongens daarna ook helemaal de hemel in. Zodat ze snappen dat het daarover gaat. Ik word daar vrolijk van.” De uitdaging om in de les de focus van het presteren af te krijgen en verbinding te maken met elkaar is op een zwarte school groter dan op een blanke school. Het primaire gegeven van ‘de wetten van de straat’ komt

extreem omhoog in de gymles. Er is daarom enorm veel orde nodig. De regels moeten heel duidelijk zijn en de lessen gestructureerd.Maar, geeft Sekano nogmaals duidelijk aan, respect krijg je door verbinding met de leerlingen te maken. Ze moeten een goed gevoel hebben en vertrouwen hebben in de goede bedoelingen van de docent. “Ik ga een relatie aan met elke leerling. Vriendschap is niet het goede woord, vriendschap is gelijkwaardig en dat is zeker niet wat deze relatie moet zijn. Maar er is wederzijds vertrouwen. Een leerling moet op mij kunnen vertrouwen en voelen dat ik het beste met hem/haar voor heb. Als ze dat niet weten of voelen zullen ze niet meedoen in de les. Dat goedrecht is eigenlijk ook wel logisch.” Zijn bevlogen en liefdevolle manier van vertellen en lesgeven is een feestje voor elke leerling. Precies zo’n feestje als de lessen van de gepassioneerde judoleraar ooit voor de kleine Sekano waren geweest. Daar is het zaadje geplant.

Jiska de Wit


15

Tekst Jiska de Wit | Foto’s Marc Nolte


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.