Jubileum 055 jaar
Progressieve politiek op de Veluwe
55 jaar D66 Apeldoorn Editie 1, periode 1966 – 1982
Periode 1966 - 1982
Jubileum 055 jaar
Jan Onnes in 1975
Jan Onnes deed veel meer dan D’66 Apeldoorn
Historie D66 Apeldoorn
6
Oprichter in 1967, opheffer in 1974 Een interview met één van de oprichters van D’66 Apeldoorn levert, zoals verwacht, veel meer gespreksstof op dan alleen van onze lokale politieke partij. Van beken en sprengen tot Dorpsraad Ugchelen. Hij was actief op veel terreinen en heeft veel in gang gezet. Aan het woord: Jan Onnes (1938). De oprichting van D’66 Apeldoorn werd aangekondigd op 15 februari 1967. Op de dag dat de Tweede Kamerverkiezingen plaatsvonden en D’66 met zeven zetels als nieuwkomer de Kamer binnenkwam. De initiatiefnemers Jan Onnes, Hans Schut en Simon Hein keken de uitslag op tv bij Hans Schut in Eerbeek. Ze besloten direct een afdeling in Apeldoorn op te richten. Geïnteresseerden werden uitgenodigd voor woensdag 22 februari 1967 om 20.00 uur in hotel-restaurant De Keizerskroon.
Precies iets voor jou
Zo werd op de dag dat ‘Het Land van Maas en Waal’ van Boudewijn de Groot op nummer 1 stond in de Top 40 en Soeharto in Indonesië de macht overnam van Soekarno, de afdeling Apeldoorn van D’66 opgericht. Jan Onnes kijkt met enige weemoed terug op die tijd. “Ik was opgegroeid in Groningen, had daar gestudeerd en kwam in november 1966 uit dienst. Mijn omgeving sprak me aan over de politieke beweging D’66. Kunstschilder Henri de Wolf deed dat
Periode 1966 - 1982
De oproep voor de oprichtingsvergadering in 1967
Jubileum 055 jaar
Herinneringen aan een historische periode …
… of twee schoenendoosjes
Foto: BNA Photographic / Alamy Stock Photo
Het was een chaotische tijd. In 1972 gaven de drie progressieve partijen PvdA, D’66 en PPR aan het Nivon de opdracht het discussieproject Samen Over Leven breed landelijk uit te rollen. Het was het partijpolitieke antwoord op het Rapport aan de Club van Rome van het MIT dat de grenzen aan de economische groei liet zien. De eerste kringloopwinkels ontstonden. Het was de periode dat ik het land rondreisde om twijfelende afdelingen ervan te overtuigen dat D’66 nodig was als Klimaatpartij (toen nog ‘Milieu’) en dat onze samenleving wel soberder, maar daarom niet kwalitatief minder zou zijn. Ik werd daarin gesteund door Herman Bode van de Industriebond NVV! Het was ook de periode van de oliecrisis die Joop den Uyl de uitspraak ontlokte, dat de bomen nooit meer tot in de hemel zouden groeien. En de periode waarin minister van Economische Zaken Ruud Lubbers de bevolking opriep de gordijnen te sluiten en ‘s avonds de thermostaat een uur eerder laag te zetten om energie te sparen. En wat weet u nog van de autoloze zondag als antwoord op het benzinetekort? Het is verbazingwekkend om vast te stellen hoe snel daarna de klimaatproblematiek achter de neoliberale horizon is verdwenen. Er was de periode dat D’66 geen landelijk secretariaat meer had en het ledenbestand van 240 trouwe, betalende leden zich in een schoenendoos op mijn werktafel bevond. Ik had later nog een schoenendoos. Daar bewaarde ik de brieven in van de D’66-ers die hun lidmaatschap opzegden of uitlegden waarom zij voor de opheffing van de partij waren. Daar waren nogal wat gekozen volksvertegenwoordigers bij, partijgenoten met een dubbel lidmaatPeriode 1966 - 1982
schap van D’66 en PvdA. Eens aanhangers van de Progressieve Volkspartij. Jammer dat ik moest lezen dat wat als idealisme was begonnen, omsloeg naar opportunisme. Terug naar Apeldoorn. De opheffingsALV liet ruimte voor een sprankje hoop. Er waren vijf leden die de afdeling niet onmiddellijk wilden opheffen. Misschien hoopten zij op nieuwe motivatie … en er kwamen weer gemeenteraadsverkiezingen aan. En toen was daar, tegen alle verwachtingen in, toch weer Jan Terlouw die in 1976 opriep 66 duizend handtekeningen te verzamelen en 1666 nieuwe leden te werven. Hij raakte een snaar bij velen en hoewel hij een totaal andere stijl van politiek bedrijven had dan Hans van Mierlo, bracht hij D’66 opnieuw tot bloei. En tot op de dag van vandaag blijft hij ons wijzen op onze verantwoordelijkheid om onze verspillingssamenleving bij te sturen tot een duurzame samenleving en moeder aarde leefbaar te maken en te houden voor de generaties na ons. Ik zou zeggen: Afdeling Apeldoorn van D’66 gefeliciteerd! Ga aan het werk. Er is een hoop te doen. Succes! Ruby van Essen oud-partijvoorzitter van D’66
Historie D66 Apeldoorn
Op 16 september 1974 besloot de algemene ledenvergadering van de afdeling Apeldoorn van D’66 om de lier aan de wilgen te hangen. Nog voor het beroemde ‘opheffingscongres’ van 23 september in Marcanti in Amsterdam. Het congres waar een Eerste Kamerlid een opheffingslied aanhief, dat werd meegezongen door een flink aantal D’66-ers dat vond dat de D’66-verantwoordelijkheid voor het kabinet-Den Uyl de gemeentelijke afdelingen niet raakte. De afdeling Apeldoorn was niet de enige die zichzelf ophief.
25
Jubileum 055 jaar
Uitgesproken fractievoorzitter Saskia van der Loo-de Steenwinkel:
Tussen 1978 en 1983 zette Saskia de Steenwinkel samen met Rob Rijnhout D’66 met verve opnieuw op de Apeldoornse kaart. De koopavond in de binnenstad werd op hun initiatief ingesteld. Bovendien vroegen ze aandacht voor de natuur op de Veluwe, die toen werd bedreigd door de ‘zure regen’. Ook de plastic vuilniszak werd ingevoerd, als vervanging van de zinken afvalemmer. Saskia en Rob werden in het voorjaar van 1978 in de gemeenteraad gekozen, na een woelige tijd waarin de afdeling D’66 Apeldoorn tijdelijk was opgeheven. Halverwege de jaren zeventig was Saskia door Doeke Eisma en Floris Plate enthousiast gemaakt voor D’66. Doeke kende ze uit haar studententijd in Utrecht. Na de handtekeningenactie van Jan Terlouw, eind 1976, werd Saskia lid.
Een plakgevecht
In 1978 voerde Saskia actief campagne voor D’66. Daarover herinnert zij zich nog een anekdote. “Bij mij aan de Vonderlaan woonde meneer Folmer. Hij was oogarts en had zijn praktijk aan de Koninginnelaan. Hij was een fervent VVD’er. Midden in de nacht plakte hij VVD-posters over de D’66-verkiezingsposters, die ik in mijn tuin had opgehangen. Dat deed ik vervolgens weer bij hem,” lacht Saskia. “De avond voor de verkiezingen ben ik met een grote rol D’66-affiches naar zijn praktijk gegaan en heb die helemaal dichtgeplakt. De volgende dag vond ik een briefje in mijn brievenbus.” Saskia pakt het briefje uit haar archiefdoos en leest voor: “Geachte mevrouw Van der Loo, van harte gefeliciteerd met uw raadszetel. Het was een fijne verkiezingsactie in het voor ons anders zo rustige straatje. Het bracht kleur, fleur en veel plezier. Hetgeen dunkt me als humor gezien moet worden. Zoiets mag nooit aanleiding zijn voor rancuneuze gevoelens. Want dat is de bedoeling niet. Mijn praktijk zag er vanmorgen feestelijk uit. Met vriendelijke groet, Charles Folmer.” Periode 1966 - 1982
Misplaatste arrogantie
Na de benoeming in 1978 van Saskia en Rob als raadsleden voor D’66, wordt Lies Mulderij al snel als fractieassistent aangesteld. (In 1983 volgt Lies Saskia op in de raad, nadat Saskia een baan had gekregen in Den Haag.) Met z’n drieën beleven ze veel avonturen, maar Saskia had weinig ervaring met het raadswerk. “Het was een spannende tijd”, vertelt ze. “Vooral de PvdA was in die tijd het voorbeeld van misplaatste arrogantie. Porringa en De Graaff, toen beiden PvdA-wethouder, luisterden gewoon niet.”
Met veel humor
Ondanks hun onervarenheid schuwden Saskia en Rob de grappen niet. Saskia: “Elk jaar waren er de algemene beschouwingen, waar volgens mij niemand naar luisterde. Toen heb ik, midden in mijn beschouwingen, een stuk uit Koning van Katoren voorgelezen, het beroemde jeugdboek van Jan Terlouw. Niemand die het heeft opgemerkt. Zelf vond ik het nogal geestig.” Ook Rob hield wel van een grapje. Op een gegeven moment riep hij alle voetbalclubs bij elkaar in het Hof van Gelre om hen te vertellen dat alle amateurclubs moesten fuseren. Iedereen geloofde dit verhaal, en de bestuurs-
Historie D66 Apeldoorn
“Ik ben bezig met rechtvaardigheid”
31