Witteveen+Bos nieuws 115

Page 1

Nieuws

Dubbele innovatie bij tunnelbouw Groningen

Om klaar te zijn voor toenemend verkeer rondom de stad Groningen wordt de zuidelijke ringweg gemoderniseerd. Dit deel van de ringweg wordt ingrijpend aangepast. Het verkeer kan elkaar straks over drie niveaus kruisen. Onder meer door innovatieve tunnelbouw met twee tunnels, die elkaar kruisen en gestapeld worden gerealiseerd.

Rijkswaterstaat is de opdrachtgever bij dit project. Het consortium Herepoort is de opdrachtnemer, waarbij Witteveen+Bos is ingeschakeld voor de engineering. Het Julianaplein wordt omgebouwd tot een ongelijkvloerse kruising met twee tunnels, die elkaar kruisen. Deze oplossing is gekozen ten faveure van de variant met twee fly-overs. Ondergrondse tunnels maken een groen knooppunt mogelijk, dat fraai landschappelijk kan worden ingepast en bovendien de verkeershinder voor de omgeving beperkt.

Bij de engineering moest met tal van factoren rekening worden gehouden. Zowel vanuit de constructie als vanuit de geologische geschiedenis. In het ontwerp is rekening gehouden met zettingen, omdat niet op alle gewenste locaties voorbelasting mogelijk is. De buitenwanden van de tunnels zijn voorzien van tandconstructies om zo zettingsverschillen te voorkomen. Deze techniek is normaal meer gebruikelijk bij zinktunnels, maar is nu ook toegepast in deze landtunnels als kwaliteitsborging.

Constructieberekening in langs- en dwarsrichting De ondergrond in dit deel rond stad Groningen kent een complexe opbouw; vanwege de geologische geschiedenis en de bovenlagen vanuit de aanleg van de N7 en A28. Dit betekent dat de ondergrond en de belastingen over de lengte van de tunnels aanzienlijk variëren. Dit is ondervangen met een dwarsprofiel ter plaatse van het hart van iedere tunnelmoot. Bovendien wordt ook ieder mooteinde gemodelleerd.

Uit de Plaxis-berekening kwamen ook verplaatsingen over de breedte van de tunnelvloer naar voren. Bij de constructieberekeningen is daarom in langs- én dwarsrichting beschouwd. Voor de langsanalyse is gekozen voor een 3D-staafmodel, waarbij de staven elastisch zijn ondersteund en de mootvoegen scharnierend zijn gemodelleerd. Ook is een seismische analyse uitgevoerd in langs- en dwarsrichting.

Ingenieuze prefab wapening

Zoals vermeld vragen de kruisende en gestapelde tunnels om een complex en uitgebreid wapeningssysteem. Dit heeft de ingenieurs van Witteveen+Bos volop uitgedaagd om hun ervaring met 3D-ontwerpen in te zetten. Het resultaat is een slim prefab ontwerp. Door de wapeningen op een voorbouwlocatie in serie te vlechten, kan sneller, efficiënter en met optimale kwaliteit worden gebouwd. Nog een zeer belangrijk voordeel: de fysieke belasting voor de betonvlechters is duidelijk lager. Onder meer omdat ze hun werk staand kunnen doen.

Beheer en doorontwikkeling MKI-instrument DuboCalc

Rijkswaterstaat gunt het beheer en de doorontwikkeling van het aanbestedingsinstrument DuboCalc voor de komende zeven jaar aan Netcompany, met Witteveen+Bos als partner.

DuboCalc is software die wordt gebruikt om snel en eenvoudig de duurzaamheid en milieukosten van ontwerpvarianten van grond-, weg- en waterbouwwerken (GWW) te berekenen. De gehele levenscyclus komt daarbij in beeld, vanaf de winning van de grondstoffen tot en met onderhoud en sloop. Dit resulteert in een MKI-waarde (milieukostenindicator), die aannemers met het meest milieuvriendelijke ontwerp een gunningsvoordeel geeft. Rijkswaterstaat beheert het instrument, dat standaard wordt toegepast in grote tenders. DuboCalc is gevuld

met levenscyclusinformatie van materialen, waarmee het ontwerp online kan worden gesimuleerd. Daarvoor maakt DuboCalc gebruik van de Nationale Milieudatabase.

In deze opdracht zal Witteveen+Bos bijdragen aan het beheer van oudere DuboCalc-versies, die beschikbaar zullen blijven om berekeningen te kunnen blijven maken, in lijn met contracten uit het verleden. Daarnaast leveren we de inhoudelijke kennis voor de doorontwikkeling naar een nieuwe versie van DuboCalc. Voor de LCA-kennis die Witteveen+Bos als partner zal inbrengen, is onder andere regelmatige afstemming met gebruikers en de Nationale Milieudatabase nodig. Hoofdaannemer Netcompany verzorgt de softwareontwikkeling.

+ maarten.schaffner@witteveenbos.com

115
+ maurice.schroer@witteveenbos.com
Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
Beeld: The Imagineers

Monitoringsysteem Fehmarnbelttunnel

De Fehmarnbelttunnel is een permanente en rechtstreekse weg- en spoorverbinding tussen Scandinavië en het Europese vasteland onder het water van de 20 kilometer brede Fehmarnbelt. De verbinding gaat van Puttgarden in Duitsland naar Rødbyhavn in Denemarken en is momenteel in aanbouw.

In 2011 werd het afgezonkentunnelconcept gekozen als de beste optie voor deze verbinding. De organisatie Femern A/S werd opgericht om de verbinding te plannen, financieren en realiseren. Het ontwerpteam dat Femern A/S hierbij ondersteunt bestaat uit een joint venture tussen Ramboll, Arup en Tunnel Engineering

Consultants (TEC, een samenwerking van Witteveen+Bos en RHDHV). Dit team leverde het referentieontwerp en is nu betrokken als adviseur van Femern A/S in de bouwfase.

Als onderdeel van dit contract ontwikkelt een team van ingenieurs van Ramboll, Arup en TEC, allen gespecialiseerd in monitoring van civiele constructies, monitoringconcepten om de prestaties en het gedrag van de tunnel te meten en analyseren. Specifieke aandachtspunten zijn de effecten van de zetting van de ondergrond, vervormingen van de tunnelvoegen, de belastingen in de tandconstructies tussen de tunnelsegmenten en het ontstaan van corrosie.

Specifiek van belang zijn de effecten op locaties waar de tunnel kruist met een overgang tussen harde grondlagen en slappe klei. In dit project werken we nauw samen met onderzoekers van de TU Delft die gespecialiseerd zijn in specifieke nieuwe monitoringtechnologieën. We streven naar het beste totaalconcept voor dit unieke project. Momenteel werkt ons team aan de toepassing en tests van sensoren in de proefstortelementen en de voorbereiding van belastingstesten voor de kalibratie van het monitoringsysteem.

+ floris.besseling@witteveenbos.com

Met innovatieve systeemanalyse naar klimaatrobuust Eelderdiep

Langjarige grond- en oppervlaktewatermodellering, analyse van de ecologische waterkwaliteit én uitgebreide landschapsanalyse zijn voor het eerst gecombineerd om te komen tot een integrale systeemanalyse. Witteveen+Bos heeft deze innovatieve aanpak mogen toepassen op het beeksysteem Eelderdiep, in opdracht van en in nauwe samenwerking met Waterschap Noorderzijlvest.

De resultaten zijn bedoeld om inzicht te krijgen in de natuurlijke werking van het watersysteem, zowel kwalitatief als kwantitatief. Op basis van dit inzicht wil Waterschap Noorderzijlvest samen met gebiedspartners nagaan hoe een klimaatrobuust Eelderdiep eruit kan zien en hoe het realiseren van de KRWdoelen (Kaderrichtlijn Water) hand in hand kan gaan met de eigenschappen van het watersysteem.

Deze integrale systeemanalyse is een nieuwe stap in de ruime ervaring van Witteveen+Bos met systeemanalyses ten behoeve van de ecologische waterkwaliteit. Om te komen tot deze analyse hebben specialisten van verschillende vakdisciplines samengewerkt. Bovendien is gebruik gemaakt van de kennis en ervaring binnen waterschap Noorderzijlvest.

Om deze complexe analyse op een toegankelijke manier te kunnen gebruiken voor het gesprek binnen en buiten het waterschap, is gekozen voor een andere vorm van rapportage dan een regulier rapport. De integrale systeemanalyse wordt gepresenteerd in een ArcGIS Storymap: een online aantrekkelijk visueel verhaal. Deze manier van presenteren van de resultaten helpt om niet alleen vakexperts en beleidsmakers, maar ook stakeholders en andere geïnteresseerden op een leuke, laagdrempelige en inhoudelijke wijze kennis te laten maken met de werking en eigenschappen van het Eelderdiep watersysteem.

+ karianne.van.der.werf@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
Beeld: Alfred Oosterman

Alde Feanen: via een digital twin naar gezonde biodiversiteit

De onderwaternatuur in veel meren van nationaal park de Alde Feanen in Eernewoude was ernstig verstoord. In opdracht van de Provincie Fryslân heeft Witteveen+Bos een belangrijke bijdrage geleverd aan het ecologisch herstel van de onderwaternatuur. Computersimulaties van de individuele meren met behulp van big data en een digital twin speelden een sleutelrol in het herstellen van de biodiversiteit.

Ondergedoken waterplanten zijn een essentiële sleutel tot een gezonde biodiversiteit. Deze vegetatie faciliteert de aanwezigheid van meer vissoorten en werkt ook stimulerend op de aanwezigheid van vele soorten insecten, insectenlarven, watervlooien en andere kreeftachtigen.

De Alde Feanen kampte al decennialang met troebel water. Hierdoor kon zonlicht onmogelijk doordringen tot de bodem. Zonlicht is een belangrijke voorwaarde voor de groei van ondergedoken waterplanten. Wij hebben een hydrologische en ecologische systeemanalyse uitgevoerd om de oorzaak van het troebele water te achterhalen.

Bij deze analyse is intensief gebruik gemaakt van PCLake. PCLake is een high-end, open source simulatiesoftwareapplicatie om een digitale twin te maken van een bestaand meer. Door alle relevante parameters in te voeren en de ecologische ontwikkelingen te simuleren en te analyseren, konden we de oorzaak van de ongewenste waterkwaliteit vaststellen én de oplossing vinden.

Omslagpunt

Ondiepe meren kennen op hoofdlijnen twee mogelijke ecologische toestanden: troebel en algenrijk of helder en plantenrijk. De complexiteit schuilt in het feit dat beide omslagpunten voor elk meer verschillen;

afhankelijk van parameters als oppervlakte, waterdiepte, bodemsamenstelling, verblijftijd, oevertype en biotische processen.

Door simulaties uit te voeren met PCLake kan de ligging van de omslagpunten voor elk meer worden bepaald. In combinatie met (domein)kennis van de water- en stofstromen, van de bodemkwaliteit en van de samenstelling en interacties met het voedselweb, kan geanalyseerd worden welke maatregelen nodig zijn voor het realiseren van een duurzame omslag naar een heldere en plantenrijke toestand.

Voedselweb

Uit de hydrologische en ecologische systeemanalyse van de meren in de Alde Feanen bleek dat het troebele en plantenarme water niet (meer) werd veroorzaakt door externe invloeden. Het probleem lag in hoofdzaak aan een ongunstige samenstelling van het voedselweb, waarin bodemwoelende en watervlooienetende vissen (voornamelijk brasem) domineerden.

Handje helpen

Om de biodiversiteit terug te laten keren, was meer nodig dan het verbeteren van de waterkwaliteit, zo bleek uit de berekeningen met PCLake en de aansluitende analyse van onze specialisten. Besloten werd om de natuur een handje te helpen. De visstand in de wateren is éénmalig drastisch uitgedund, tot een niveau dat bodemwoelende en watervlooienetende vissen het water niet meer troebel konden houden.

Aanvullend zijn de wateren geënt met (resten van) ondergedoken waterplanten uit andere wateren, zodat er voldoende zaden, sporen en vegetatieve resten aanwezig

GRIP OP KOSTEN EN DOORLOOPTIJD

zijn om een goede waterplantenontwikkeling mogelijk te maken. Ook zijn enkele meren gebaggerd om overtollige sliblagen te verwijderen.

Diversiteit aan vogels, vissen en insecten Na deze menselijke interventie heeft de enorme veerkracht van de natuur ervoor gezorgd dat alle meren helder en plantenrijk zijn geworden, een situatie die tot op de dag van vandaag in stand is gebleven en die gepaard is gegaan met een sterke toename van de biodiversiteit.

Vele soorten ondergedoken waterplanten zijn teruggekeerd. Bovendien is de visstand veranderd van een door brasem gedomineerde gemeenschap naar een gemeenschap met onder meer snoek, zeelt, blankvoorn en baars. Op en rond de meren zijn sinds het afvissen bovendien steeds vaker knobbelzwanen en krakeenden aanwezig, die als plantenetende vogels profiteren van het herstel. Tegelijk is er een spectaculair herstel van watergebonden insecten zichtbaar, zoals meerdere libellensoorten.

+ marcel.klinge@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
De aanpak in de Alde Feanen is een voorbeeld hoe dataverwerking en -analyse krachtige instrumenten kunnen zijn bij het verbeteren van de waterkwaliteit en het stimuleren van de biodiversiteit. Inzetten van PCLake zorgt voor grip op de kosten en de doorlooptijd bij waterverbeteringsprojecten. De ervaring van Witteveen+Bos met PCLake en waterverbeteringstrajecten maakt dat wij in staat zijn om de duur en het kostenniveau van hydrologische en ecologische systeemanalyse vooraf verregaand inzichtelijk te maken. De aanpak in de Alde Feanen biedt kansen bij vergelijkbare uitdagingen op het gebied van waterkwaliteit in heel Nederland. Het kan helpen bij het realiseren van onder meer de Kaderrichtlijn Water doelen in 2027 en de Europese biodiversiteitsstrategie 2030.

Vegetatiemonitoring Marker Wadden dankzij deep learning

Op initiatief van Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat zijn in het Marker Meer natuureilanden opgetrokken uit zand, klei en slib. Witteveen+Bos is betrokken geweest bij het ontwerp, de aanleg en natuurontwikkeling van de eerste eilanden. Om de ontwikkeling van de begroeiing te kunnen volgen, heeft Witteveen+Bos bovendien de kracht ingezet van remote sensing met dronebeelden.

Waar openbaar beschikbare satellietbeelden een maximale grondresolutie bieden van 0,5 meter, zijn beelden gemaakt door de drone met 5 cm grondresolutie beduidend nauwkeuriger.

Startpunt voor de zoektocht naar meer precisie vormden de dronebeelden van de Marker Wadden gemaakt door de collega’s van Boskalis, die voor dit onderzoek beschikbaar zijn gesteld door opdrachtgever Deltares. ‘Bij het monitoren van vegetatie met remote sensing wordt veelal gebruik gemaakt van satellietbeelden’, vertelt Frank Klein Schaarsberg, data-analist bij Witteveen+Bos. ‘Deze beelden geven vanwege hun grondresolutie een meer globale indruk. De betrekkelijk kleinschalige vegetatie op de Marker Wadden, zeker in de eerste jaren, vraagt om een meer nauwkeurige analyse.’

Maatwerkmodel

Afgestemd op de beschikbare beelden heeft Frank met zijn team een maatwerk model ontwikkeld om vegetatie te herkennen. Bij het ontwikkelen van de software is gebruikgemaakt van deep learning. Vanuit een database met honderden afbeeldingen leert de software de begroeiing op de dronebeelden te herkennen.

‘Het model ziet uitknipsels uit de dronebeelden van de Marker Wadden waarin precies is geannoteerd welke soorten te zien zijn. Het model gebruikt deze afbeeldingen om structuren in het beeld te koppelen aan vegetatie. Door het model vervolgens de gehele Marker Wadden ‘te laten zien’ geeft het een kaartbeeld van de meest waarschijnlijke vegetatie in het gebied op de opnamedag van het dronebeeld.’

Breed bruikbare techniek

De ontwikkeling van de begroeiing is gevolgd op basis van kaarten voor de jaren 2018, 2020 en 2021, waarbij werd toegespitst op de meest voorkomende vegetatiesoorten, waaronder wilgengroei. ‘Deze hogeresolutiebeelden, of de bijpassende analysetechniek is bruikbaar voor vele vormen van lokale monitoring vanuit de lucht. Denk hierbij aan wegdek, oevers, duinen, et cetera. Eigenlijk overal waar details belangrijk zijn’, besluit Frank Klein Schaarsberg.

Witteveen+Bos stapt in bij succesvol zeegrasproject

In het verleden waren de zeegrasvelden in de Waddenzee en de Zuidwestelijke Delta duizenden hectaren groot. Ze vervulden een fundamentele rol voor de natuur en stimuleerden ook de economie. Door de aanleg van waterwerken, opkomst van wierziekten en verslechterende waterkwaliteit is zeegras in de meeste Nederlandse wateren verdwenen. Al decennialang zijn er diverse initiatieven om zeegrasvelden te herstellen. In diverse projecten en samenstellingen is hier aan gewerkt door onder meer Rijkswaterstaat, de Waddenvereniging, Radboud Universiteit Nijmegen en vrijwilligers.

Het recente en succesvolle project - in opdracht van Rijkswaterstaat - richt zich op continueren van een succesvolle aanpak in de Waddenzee, waarbij een substantiële toename van zeegras is gerealiseerd nabij het eiland Griend in de Waddenzee. Onder meer dankzij een nieuwe methode waarbij zeegraszaden met een kitspuit in de bodem worden geïnjecteerd, die vervolgens succesvol uitgroeien tot planten. In Zeeland, specifiek in het Grevelingenmeer, blijkt dat zeegras kan overleven in dit water. Om definitieve terugkeer en expansie te bereiken, is echter verder begrip van het systeem en het ecologisch functioneren nodig. Het terugbrengen van zeegrasvelden in het Veerse Meer staat nog in de kinderschoenen.

+ marloes.van.der.kamp@witteveenbos.com

DRR-missie naar Kazachstan

In Kazachstan komen overstromingen steeds vaker en in sterkere mate voor. In 2022 werd het land opnieuw getroffen. Tegen de achtergrond van klimaatveranderingen willen de Kazachse

Het DRR Team heeft samengewerkt met een nieuw gevormde interdepartementale werkgroep van de Kazachstanse overheid. Gezamenlijk is in kaart gebracht wat het land nodig heeft om beter bestand te zijn tegen overstromingen. Dit gebeurde onder meer tijdens kennissessies en een veldbezoek naar de Oeral-rivier. Op basis van de uitkomsten worden plannen gemaakt voor de vervolginzet van het DRR Team.

Deze recente missie is uitgevoerd in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in samenwerking met Rieks Bosch van Ecocoast Consultancy.

+ michel.zuijderwijk@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
+ frank.klein.schaarsberg@witteveenbos.com
Samen met de Rijksuniversiteit Groningen, The Fieldwork Company en Altenburg & Wymenga gaat Witteveen+Bos zich inzetten om de aanwas van zeegras te vergroten in de Grevelingen en het Veerse Meer. Het Dutch Risk Reduction Team (DRR Team) levert op verzoek van buitenlandse overheden hoogwaardige expertise om de gevolgen van watergerelateerde rampen te voorkomen of te verkleinen. Michel Zuijderwijk heeft als expert Modellering en remote sensing deelgenomen aan de recente DRR-missie naar Kazachstan. autoriteiten hun kennis op het gebied van watermanagement verbreden, met name op het vlak van risicobeheersing.

Out of the box: kunstenaars betrekken in projecten

Het afgelopen jaar heeft Witteveen+Bos voor de gemeente Den Haag de totstandkoming van de Omgevingsvisie mogen begeleiden. Binnen dat project hostten we twee kunstenaarsinitiatieven: Urban Data Forest en Repairing with Lichen. De twee projecten, die beide inspelen op het herdefiniëren van de relatie tussen stad en natuur, werden uitgewerkt in de concrete context van de Omgevingsvisie Den Haag. De resultaten van deze zogenaamde S+T+ARTSresidenties werden in het najaar 2022 gepresenteerd, onder meer in MAXXI Rome en ZKM Karlsruhe.

Het gaat om de Nederlandse uitwerking van het Europese S+T+ARTS-programma, onder de noemer ‘Repairing the Present’, om te komen tot oplossingsrichtingen voor de Europese Green Deal. S+T+ARTS is een initiatief van de Europese Commissie om nieuwe vormen van innovatie op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie naar voren te brengen.

DNA-dataopslag

Grow Your Own Cloud is een kunstcollectief uit Parijs, opgericht door Cyrus Clarke en Monika Seyfried. Het idee dat zij een stap verder hebben uitgewerkt tijdens hun residentie gaat over DNAgegevensopslagmethoden in bomen. Onder de naam Urban Data Forest willen zij de data cloud opnieuw vormgeven, door in Den Haag ‘s werelds eerste biologische datacentrum te creëren. Stel je voor: je data worden niet in een onbekende doos ergens op een industrieterrein opgeslagen, maar in de bomen van het plaatselijke park! Op kleine schaal is het al mogelijk om data in synthetisch DNA op te slaan (een liedje bijvoorbeeld), maar er staat de komende jaren heel veel te gebeuren in relatie tot de opslagcapaciteit. Urban Data Forest houdt zich alvast bezig met de ethische, technische, maatschappelijke en milieuvragen die deze vorm van dataopslag oproept. Twee typen ‘data forest’ werden uitgewerkt, het Living Archive en het Breathing Museum.

Daarin wordt nagedacht over de relatie tussen mensen en data, om te laten zien wat voor sociale binding met een plek hierdoor kan ontstaan en tot welke nieuwe beroepen dit zal leiden. Voor Witteveen+Bos heeft GYOC hun visie verbeeld in een video, die in de kantoren van Witteveen+Bos zal worden getoond.

Microwildgroei introduceren

De Australische microbioloog en kunstenaar Penelope Cain maakt ons bewust van de schoonheid van intersoortelijke gemeenschappen in bedreigde landschappen. In haar project ‘Repairing with Lichen’ staat korstmos centraal. Korstmos is een symbiose tussen algen en schimmels. Het project richt zich op biodiversiteit in steden en het concept van micro-rewilding. De aanwezigheid en ontwikkeling van korstmossen vertelt iets over de lucht en leefkwaliteit van de omgeving. Door het concept van microwildgroei te introduceren in de minst natuurlijke gebieden van de stad, geeft Penelope het publiek de mogelijkheid en betrokkenheid om natuur uit te nodigen zich te vestigen in de stad. Ze filosofeert over het waar mogelijk loslaten van controle in groenbeheer en laat de schoonheid van korstmossen ervaren. Om de korstmossen te begrijpen, heeft ze deze onder een sterke microscoop gescand en naar een 3D-omgeving vertaald. Hiermee kan zowel de korstmos van binnen beter ervaren worden, als ook de groei ervan in de buitenruimte, want korstmossen groeien op millimeterschaal per jaar. Rond het hoofdkantoor van Witteveen+Bos worden korstmostegeltjes van Penelope geplaatst.

Eveline Buter, directeur bij Witteveen+Bos: ‘Het is ontzettend inspirerend om te zien wat er kan gebeuren als onze technische wereld en de artistieke aanpak van kunstenaars zo intensief bij elkaar komen. Dat past bij ons streven naar een diepgaandere en meer concrete vorm van wederzijdse inspiratie tussen kunst en ingenieurswerk. Deze residenties waren een verkenning, voor ons en voor deze kunstenaars, waar we allemaal veel van

geleerd hebben. In december sloten we de samenwerking af met een bijeenkomst, waar de resultaten van de kunstenaars gepresenteerd zijn.’

Participatief kustonderzoek

Ook voor de gemeente Den Haag waren de residenties een experiment. Berit Piepgras, participatieadviseur bij de gemeente Den Haag, en Eveline Kokx, projecttrekker voor de omgevingsvisie Den Haag 2050, hebben de samenwerking met de kunstenaars als waardevol en prettig ervaren: ‘Deze twee projecten en het bijhorende participatieve kunstonderzoek zijn zinvolle aanvullingen op de andere onderzoeken die we bij de gemeente uitvoeren rondom de omgevingsvisie Den Haag 2050. We werken door middel van verschillende onderzoeksmethoden aan die omgevingsvisie. Zo formuleren en verkennen we samen met veel verschillende belanghebbenden een brede variëteit aan mogelijke toekomsten van deze stad, bijvoorbeeld door brainstormsessies en digitale enquêtes. Het artistic research van S+T+ARTS heeft in dit palet zijn eigen plek. Dergelijke projecten zijn zeer waardevol voor het gesprek over de toekomst en de moeilijke keuzes, die hiervoor gemaakt moeten worden, omdat ze het voorstellingsvermogen echt prikkelen. We kijken er naar uit de visualisaties van deze projecten toegankelijk te maken voor het grotere publiek.’

Dit project is medegefinancierd door het Directoraat-generaal Communicatienetwerken, Content en Technologie van de Europese Commissie in het kader van subsidieovereenkomst LC01641664. Het is begeleid door In4Art. Naast Witteveen+Bos en de gemeente Den Haag hebben meerdere instanties en bedrijven meegewerkt aan het formuleren van de uitdaging, de selectie en het voeden met expertise van de beide projecten. Meer informatie is te vinden op www.starts.eu of www.in4art.eu.

+ communications@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws januari 2023

Rijke geschiedenis, mooi toekomstperspectief

Aan het woord is Jeroen Melcherts, hoofd van het Geurlab van Witteveen+Bos. Ons bedrijf is al decennia actief op gebied van geuronderzoek en emissiemetingen. Eind jaren zeventig vloeiden deze activiteiten voort uit onze werkzaamheden voor waterschappen, waarbij geurhinder een thema werd bij het ontwerp en de bouw van rwzi’s.

Uiteenlopende opdrachtgevers ‘Inmiddels bedienen we verschillende sectoren zoals afvalverwerking, voedingsmiddelenproductie, bierbrouwerijen, composteringsbedrijven, chemie en de agrarische sector’, aldus Jeroen. ‘We werken zowel voor de publieke als de private sector. De focus ligt op de industrie, waarbij de projecten voor W+B-begrippen kleinschalig van omvang zijn: een gemiddeld projectbudget is bescheiden. Onze contacten leveren regelmatig nieuwe business op voor onze collega’s. Ook met die bijvangst dragen we bij aan de groei van Witteveen+Bos.’

Het Geurlab, een van de drie geaccrediteerde geurlabs in Nederland en aanvankelijk gevestigd aan de Van Twickelostraat in Deventer, verhuisde begin 2020 naar de Hanzeweg 45 in Deventer. Op dit bedrijventerrein voelen Jeroen en z’n collega’s zich prima op hun plek. ‘Onze nieuwe thuisbasis is goed bereikbaar en we kunnen efficiënter gebruik maken van de beschikbare ruimtes. Neem bijvoorbeeld onze meetbus, die we gebruiken om metingen te verrichten in het hele land. We kunnen deze nu vlakbij ons magazijn parkeren, waardoor in- en uitladen een fluitje van een cent is.

Olfactometers

In het nieuwe pand konden de ruimtes optimaal worden ingedeeld. De centrale ruimtes in het Geurlab zijn de panelruimte en de bedieningsruimte, waarin twee olfactometers staan opgesteld, die door een analist worden bediend. ‘In ons Geurlab wordt de geurconcentratie van de lucht in de geurzakken bepaald. Dit gebeurt door deze bemonsterde lucht te verdunnen via de olfactometers (een verdunningsapparaat) en aan te bieden aan een geurpanel. Mijn collega Sjoerd Veenstra is begin jaren negentig nauw betrokken geweest bij het ontwerp en de bouw van onze eerste eigen olfactometer. Onze kwaliteit is goed geborgd: al onze meet -en analysewerkzaamheden zijn (RvA) geaccrediteerd.’

Wie snuffelt aan de reeds geanalyseerde geurzakken, die netjes aan de ‘waslijn’ hangen, leert dat het Geurlab een brede range van geuren bemonstert en analyseert. Aan een van de 60 liter-zakken is via het teflon-slangetje een geursample te ruiken met een duidelijke mestgeur. Meerdere geuren, zoals dat van mengvoeder en compost, komen bekend voor, maar er zijn ettelijke geuren die niet thuis te brengen zijn. ‘Met name de industrie stoot een veelvoud aan stoffen uit, met elk een eigen karakter’, zegt Jeroen. ‘Behalve geur, wat overigens onze grootste business is, meten we ook luchtdebiet, en bijvoorbeeld concentraties aan (totaal) koolwaterstoffen, zuurstof en ammoniak. We meten hoofdzakelijk aan de bron, veelal op hoogte, in de schoorsteen, waarbij we in de regel gedurende drie keer een half uur onze monsters nemen. We kunnen ook geurmetingen verrichten op afstand van vermoedelijke bronnen. Deze metingen zijn vrij complex, omdat we rekening moeten houden met windrichting en andere parameters.’

‘We kunnen ook modelberekeningen uitvoeren, simulaties, waarmee we de impact van een bedrijf of afzonderlijke emissiebron op de omgeving kunnen bepalen. Dergelijke berekeningen kunnen gebruikt worden om te bepalen of het verstandig is om een nieuwe woonwijk te ontwikkelen in de nabijheid van een bedrijf of industrieterrein.’

Symbiose

Zoals gezegd draagt de bijvangst van het Geurlab bij aan de groei van Witteveen+Bos. Deze symbiose geldt ook voor de inbedding van de activiteiten van het lab met het brede advieswerk van ons bedrijf. Jeroen: ‘Hierdoor is het Geurlab meer dan alleen een commercieel meetbureau met een eigen geurlaboratorium. We kunnen deze expertise aanvullen met onze bedrijfsbrede inzichten op gebied van beleid en regelgeving, vergunningverlening en procestechnologie. We hebben scheikundig technologen, stromingsdeskundigen en ecologen die de effecten van (industriële) emissies op de luchtkwaliteit door middel van metingen en berekeningen in beeld brengen. Ook kunnen we adviseren bij de keuze voor een bepaalde (geur)reducerende techniek en de kosteneffectiviteit van geurreducerende maatregelen, zoals luchtfilters/-wassers, in kaart brengen. Daarmee leveren we een heel duidelijke meerwaarde aan onze klanten.’

Nieuw Noord Zandvoort Klimaatbestendig en biodivers

De gemeente Zandvoort heeft Witteveen+Bos in 2021 de opdracht gegeven om de wijk Nieuw Noord klimaatadaptief te maken. In deze wijk is zowel de riolering als een groot deel van de verharding aan het eind van de levensduur. Aanpassingen aan het riool om wateroverlast aan te pakken zijn gecombineerd met oplossingen voor hittestress en versterken van de biodiversiteit. Onder meer door elementen van de duinflora naar de wijk te brengen.

De wijk wordt gekenmerkt door overwegend hoogbouw en een overdadige variatie aan verharding en straatmeubilair. De herinrichting biedt ook kansen voor straten met meer groen en meer eenheid in uitstraling. Zo krijgt ook de sociale samenhang en de leefkwaliteit een positieve impuls.

Ontwerp met de natuur. De wijk Nieuw Noord ligt pal tegen een Natura 2000-duingebied. Om dit element te versterken hebben we op een aantal locaties het karakter van de duinen ingebracht. Onder meer door plantensoorten uit de duinen ook in de wijk te planten en fiets- en wandelpaden aan te laten sluiten op het duingebied. In de nieuwe opzet wordt het regenwater van de wegen en daken ingezet om het groen in de wijk te bevochtigen. Door een wadi te realiseren wordt het hemelwater langer vastgehouden en geleidelijk in de bodem opgenomen. Door de groene omgeving wordt hittestress tegengegaan.

Flexibel ontwerp. De variatie in verharding is zo ontworpen dat bij nieuwe inzichten en/of wensen het type bestrating zonder veel inspanningen en kosten kan worden aangepast aan de vorm en intensiteit van de mobiliteit. Bij het ontwerp is ook geanticipeerd op de ambitie van de gemeente Zandvoort om de wijk los te koppelen van aardgas, door in het ontwerp ruimte te reserveren voor een toekomstig warmtenet.

Participatief ontwerpen. De inwoners van Nieuw Noord en andere stakeholders zijn op meerdere momenten betrokken bij het ontwerpproces. Deze participatieve aanpak heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het krijgen van inzicht in de bestaande wateroverlast en hittestress, het formuleren van oplossingen, en de wensen rond het vergroenen van de wijk.

+ edwin.de.langen@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
Met de toenemende druk op de beschikbare openbare ruimte door industrialisering, woningbouw, landbouw en infrastructuur neemt de kans op overlast toe. Dat geldt niet alleen voor geluid, maar ook voor geur. Het Geurlab van Witteveen+Bos ziet dan ook ruimte voor groei. ‘We hebben als altijd een goedgevulde portfolio, het blijven aantrekken van klanten blijkt geen probleem. We zien wel uitdagingen op gebied van het aantrekken van personeel.’
+ jeroen.melcherts@witteveenbos.com

Stadsdeel Harderwijk

Blueprint circulaire stad

De gemeente Harderwijk heeft Witteveen+Bos in 2021 de opdracht gegeven om een gebiedsvisie te ontwikkelen met focus op circulariteit, voor een deel van de stad. Flexibiliteit in de ontwikkeling van het gebied en het sluiten van grondstofkringlopen zijn centrale thema’s in deze gebiedsvisie. Bij het opstellen zijn meerdere duurzame ontwerpprincipes (DOP’s) toegepast:

Ontwerp met de natuur. In het stadsdeel is een sprengkop aanwezig van circa 1.000 m² met een vast stuwpeil. Op basis van het principe ‘Ontwerp met de natuur’ brainstormen we hoe we deze sprengkop waardevol kunnen integreren in de inrichting van het gebied. Een van de serieuze opties is watergangen in de vorm van wadi’s, die gerealiseerd worden naast wandel- en fietspaden.

Multifunctioneel ontwerp. Steden staan vol fysieke objecten (woningen, kantoren, hallen, enz.) die gebouwd zijn om een bepaalde behoefte of functie te vervullen. Het zit in de aard van de mens om deze objecten te slopen zodra de behoeften veranderen, terwijl de materialen nog niet einde levensduur zijn. De lineaire bouweconomie legt zo een zware last op grondstoffen en CO₂-uitstoot.

Flexibel ontwerp. Een van de dominante kenmerken van een stad is de dynamiek van continue ontwikkeling. Het duurzame principe ‘Flexibel ontwerp’ biedt houvast. In deze visie kan de bouwfasering flexibiliteit bieden voor de langere termijn. Een circulaire stad kenmerkt zich door het vermogen om grip te houden op de veranderende behoeften en uiteenlopende levensduren op verschillende ‘lagen’ van de stad

Circulair ontwerp. Naast functionele levensduur is ook ruimtelijk schaalniveau voor het sluiten van kringlopen van belang. Kringlopen van materiaalstromen zoals bouwmaterialen, energie en water kunnen worden gesloten op meerdere schaalniveaus: wijk, stad, regio of land et cetera.

Trias. Op welk schaalniveau kringlopen gesloten kunnen worden, hangt af van de specifieke kenmerken van een gebied, zoals de kosten- en ruimte-efficiëntie. Dit geldt voor alle materiaalstromen. Energie kan door hernieuwbare bronnen elders worden opgewekt. Bouwmaterialen kunnen worden geoogst uit vastgoed dat zijn functie heeft verloren en opgeslagen op een centrale plek. Ook hemelwater wordt bij voorkeur zo lang mogelijk vastgehouden in een wijk.

WERKEN MET DOP’S

Binnen projecten helpt de set van zeven duurzame ontwerpprincipes (DOP’s) ons om te komen tot duurzame oplossingen. Zo kunnen we onze opdrachtgevers inspireren met duurzame alternatieven voor oplossingen waarin duurzaamheid minder is meegewogen. De ontwerpprincipes zijn handvatten voor een denkrichting, geen kant-en-klare oplossingen. De DOP’s zijn flexibel en creatief in te zetten op de manier die past bij het desbetreffende project of vraagstuk. De uitdaging zoeken langs de zeven duurzame ontwerpprincipes biedt grote voordelen: betere ontwerpen en meer impact voor en door alle stakeholders betrokken bij een project.

Dreefzicht Haarlem

Vrije ruimte voor stadshistorie en groen

De Haarlemmerhout is het oudste Rijksmonument van Nederland. Om de positie van het historische bos en de omgeving te versterken, zijn in de Beheervisie Haarlemmerhout 2009 doelen geformuleerd om de landschappelijke, natuurlijke, recreatieve en cultuurhistorische waarden te stimuleren. In opdracht van de Gemeente Haarlem heeft Witteveen+Bos het ontwerp en de uitvoeringsbegeleiding verzorgd voor het gebied rondom Dreefzicht Haarlem.

De gebiedsontwikkeling spitst zich met name toe op het kruispunt Hendriklaan en Koningin Wilhelminalaan. Om de doelen uit de Beheervisie te realiseren zijn zowel in het plan- als ontwerpproces twee duurzame ontwerp principes (DOP’s) toegepast: participatief ontwerp en ontwerp met natuur. In het nieuwe ontwerp is de rijke geschiedenis van dit deel van Haarlem geaccentueerd door de historische zichtassen en entrees centraal te stellen.

In de bestaande situatie ligt het zwaartepunt op de diverse verkeersstromen, waarbij - in het verlengde - veel ruimte wordt gereserveerd

voor geparkeerde auto’s. De wens vanuit de gemeente Haarlem is om het eind van de Dreef nadrukkelijk(er) om te vormen tot een ontmoetingsplek voor fietsers en voetgangers. Op de locatie waar auto en voetganger elkaar kruisen zijn voet-/fietspad en weg naar gelijk niveau gebracht.

De historische vrijstaande lindeboom is een markant element in de Haarlemmerhout. In de huidige situatie wordt de linde omgeven door eentonige bestrating. In het nieuwe ontwerp is een riante cirkelvormige bank bemeten rondom deze statige boom en krijgt jaarronde, kleurige en onkruidarme ‘green to colour’ flora duidelijk meer ruimte.

Een van de ontwerpdetails die vanuit stakeholderparticipatie vorm heeft gekregen is het behoud van de historische bomen. Als aanvulling op groenbescherming voorziet het ontwerp in bijplanten van linden. De entree is zo vormgegeven dat bezoekers het bos als het ware binnenstappen, zoals ook in vroeger tijden.

+ donald.boing@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
ingrid.bolier@witteveenbos.com
+

De drie ingenieurs- en adviesbureaus Witteveen+Bos, Bilfinger Tebodin en Antea Group bundelen hun kennis en ervaring op het gebied van elektriciteitsnetwerken in de nieuwe projectorganisatie E-MERGE. Door het bijeenbrengen van hun expertises kunnen de bureaus effectiever bijdragen aan de energietransitie en oplossingen bieden voor de landelijke elektriciteitsvoorziening. E-MERGE gaat de komende jaren aan de slag voor netbeheerder TenneT.

Begin september ondertekenden vertegenwoordigers van de bovengenoemde bedrijven en TenneT de overeenkomst met een looptijd van minimaal vier jaar.

‘Het initiatief tot samenwerking was eigenlijk vanzelfsprekend,’ stelt directeur Eveline Buter van Witteveen+Bos. ‘Onze organisaties werken al tientallen jaren met elkaar samen in grote complexe projecten.

Voor ons drieën was TenneT al een belangrijke opdrachtgever op het gebied van de energietransitie. TenneT uitte in de raamovereenkomst de wens om projecten waar mogelijk integraal en regionaal te organiseren. Deze wens vormde voor ons aanleiding om de goede samenwerking tussen onze bureaus te consolideren in een breed inzetbare projectorganisatie.’

+ rianne.albers@witteveenbos.com

Witteveen+Bos heeft voor het project Zuidasdok in Amsterdam een bureaustudie naar de bodemkwaliteit uitgevoerd, inclusief een studie naar het voorkomen van Japanse duizendknoop, een invasieve exotische plant. Voor het uitvoeren van de schouw heeft Witteveen+Bos samengewerkt met een gespecialiseerde onderaannemer. De schouw bestaat uit twee delen. Allereerst een visuele inspectie door een specialist, die alle zichtbare bovengrondse groeilocaties registreert en inmeet.

Voor het tweede deel van de schouw is gekozen voor de detectie van ondergrondse worteldelen met een speurhond. Deze is getraind op het herkennen van de geur van de plantenwortels en herkent dus alleen de ondergrondse delen. Het tweede deel van de schouw is als proef ingezet. De hond is aangeslagen op verschillende plekken waar geen bovengrondse delen van de plant aanwezig zijn. Deze locaties worden de komende jaren gemonitord en onderzocht om meer inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid van deze detectiemethode.

+ roij.scholten@witteveenbos.com

KORAALGROEI DOOR 3D-PRINTEN

Witteveen+Bos South-East Asia en JTC Corporation ontwikkelden koraalfundamenten van beton met behulp van 3D Concrete Printing (3DCP). De fundamenten worden ingezet om de groei van koraalriffen te stimuleren. Startpunt vormde het bestuderen hoe natuurlijke koraalriffen

+ shaun.wu@witteveenbos.com

DATAGEDREVEN INFRASTRUCTUREEL ASSETMANAGEMENT

Assetmanagementspecialist Oxand en Witteveen+Bos sloten in september 2022 een strategische overeenkomst: de partijen gaan samenwerken aan infrastructureel assetmanagement en de vernieuwings- en renovatieopgave (VenR) in Nederland. De gezamenlijke ambitie is om bij te dragen aan het veilig bereikbaar houden van Nederland. Bovenal door het duurzaam instandhouden van infrastructurele assets zoals bruggen, tunnels en viaducten en, in de toekomst, van energie-infra. Oxand en Witteveen+Bos staan opdrachtgevers op operationeel en strategisch niveau bij met waardevolle, efficiënte en visueel bruikbare adviezen.

+ ben.strating@witteveenbos.com

VOORTZETTING SAMENWERKING MET AARTEC ENGINEERING

Witteveen+Bos en AARTEC Engineering hebben onlangs hun succesvolle samenwerking op het gebied van industriële besturingen voor machines en installaties verlengd tot einde 2024. De partijen werken sinds 2018 samen, onder meer aan projecten bij waterzuiveringsinstallaties en drinkwaterproductie. Bij de nieuwe overeenkomst ligt de nadruk op het configureren en genereren van elektrotechnische schemapakketten, waarbij ook nieuwe sectoren worden bediend. Ook omdat in de markt toenemende behoefte is aan standaardisering en engineering in het softwarepakket Eplan.

+ marc.scheres@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
groeien, waarna deze data is gecodeerd in het ontwerpalgoritme. Vervolgens zijn acht unieke patronen gegenereerd. Ieder geprint koraalfundament kan op maat worden aangepast aan het natuurlijke patroon van het koraalrif. Zo draagt deze inventieve technologie bij aan het stimuleren van de biodiversiteit.
E-MERGE aan de slag voor hoogspanningsnetwerk TenneT Inzet snuffelhond tegen Japanse duizendknoop

Virtueel straten herinrichten met de InfraShaper

De digitale tool InfraShaper van Witteveen+Bos genereert een 3D-omgeving van een bestaand gebied, gecombineerd met een Google Maps Streetview Overlay.

Bij het herinrichten van bestaande wegen onderzoeken gemeentes en provincies vaak meerdere varianten van wegprofielen. Dit is een tijdrovend proces. Bovendien komen de wegprofielen vaak uit handboeken met bijbehorende richtlijnen, maar ontbreekt de link met de bestaande situatie. Witteveen+Bos heeft nu een webapplicatie beschikbaar voor gemeentes, provincies en andere overheden. Na selectie van kaart en straat verschijnt een 3D-weergave van de bestaande situatie. In deze 3D-omgeving kunnen de verschillende wegprofielen in de bestaande situatie worden geprojecteerd.

Vroeg inzicht in hoeveelheden en kosten Hierdoor kunnen eenvoudig meerdere wegprofielen met elkaar worden vergeleken, inclusief de globale hoeveelheden, materialen en kosten. Denk aan benodigde hoeveelheden (rood) asfalt, betontegels en bomen. Dit gebeurt op schetsontwerpniveau, waardoor al vroeg inzicht ontstaat in hoeveelheden en kosten.

De InfraShaper combineert het huidige straatbeeld met een Google Maps Streetview Overlay. Dit biedt als voordeel dat het verschil tussen de huidige en toekomstige situatie direct zichtbaar is. Ook helpt deze ‘overlay’ bij burgerparticipatie. De vergelijking tussen ‘oud en nieuw’ maakt het herkenbaar en inzichtelijker voor omwonenden en andere stakeholders.

InfraShaper inzetbaar voor álle straten De 3D-bouwstenen van de wegprofielen kunnen voor iedere straat worden ingezet als de juiste ontwerprichtlijnen beschikbaar zijn. Denk aan richtlijnen als: in deze straat moet het wegprofiel 30 cm van de kadastrale grenzen beginnen, het trottoir moet tenminste 120 cm breed zijn, et cetera. Als de wegprofielen en regels bekend zijn, kunnen de modellen worden gebruikt voor elke straat binnen het beoogde gebied.

De kracht van ontwerpend onderzoeken

De afgelopen twee jaar heeft Witteveen+Bos binnen de voucherregeling Ruimtelijk Ontwerp van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie gewerkt aan drie projecten met impact op de openbare ruimte.

Drie keer is samen met de opdrachtgevers en vaak ook met de inwoners een project gestart om duurzame robuuste gebiedsontwikkeling vorm te geven. Drie keer een ontwerpvraagstuk dat raakt aan de actuele uitdagingen in Nederland op gebied van klimaat, energie, wonen en landelijk gebied.

Oude Turfvaart verbindt: kansen voor een nieuwe rol voor historische turfvaart in Groningen, Drenthe en Friesland? Het inrichten van een klimaatrobuust watersysteem is kostbaar. In samenwerking met Waterschap Noorderzijlvest is met betrokken stakeholders gekeken wat de meerwaarde van waterverbindingen via de oude turfvaarten kan zijn op het gebied van landbouw (waaronder natuurinclusieve kringlooplandbouw) en recreatie (zoals actieve vrijetijdsbesteding met fietsen, wandelen en varen) en waterkwaliteit en benodigde watervraag. Het historische watersysteem biedt hiermee inspiratie: water als hoofdinfrastructuur in de dorpen en water als route door het landelijk gebied.

Sprengenbeken: met generatiedenken naar gebiedsgericht waterbewustzijn in Loenen. Sprengenbeken zijn een karakteristiek element in het landschap van de Veluwe, als erfenis van een cultuurhistorisch productielandschap. In het projectgebied de Loenense Beek heeft Witteveen+Bos samen met Waterschap Vallei en Veluwe ‘generatiedenken’ ingezet. Het resultaat van twee generaties in gesprek laten gaan (eerst afzonderlijk en daarna mét elkaar), is een breed scala ruimtelijke bouwstenen, die als creatieve input dient voor de bredere gebiedsgerichte aanpak van het Voorsterbeeksysteem.

Stroomstart: een serious game over circulariteit in gebiedsontwikkelingen. Witteveen+Bos heeft samen met de gemeente Breda de serious game Stroomstart ontwikkeld om projectteams op een toegankelijke manier overzicht te bieden hoe integraal te sturen op circulariteit in gebiedsontwikkelingen. Met de serious game Stroomstart krijgen projectteams spelenderwijs inzicht in hoe ze in elke fase van gebiedsontwikkeling kunnen sturen op circulariteit. In het spel, dat er in zowel fysieke als digitale variant is, krijgen deelnemers de opdracht om primair grondstofgebruik te beperken door bepaalde maatregelen te kiezen. Elke maatregel heeft een andere impact op bijvoorbeeld klimaatadaptatie, energiegebruik en/of het leefmilieu.

+ rosanne.schrijver@witteveenbos.com

Duurzame taludtrappen: op maat geprint

Samen met Weber Beamix hebben wij een flexibel ontwerp voor 3D-geprinte betonnen trappen ontwikkeld. Een eenvoudig en snel toe te passen oplossing voor trappen op locaties als dijktaluds, stations, langs (spoor)wegen en kanalen.

De oplossing bestaat uit een parametrisch ontwerp in combinatie met de mogelijkheden van de 3D-printfabriek in Eindhoven. Het resultaat is een precies op maat gemaakte trap die binnen twee weken geleverd kan worden. Het grote voordeel van de trappen is de CO₂-besparing: er is geen wapeningsstaal nodig en er wordt minder beton gebruikt omdat de trappen een open, nietmassieve doorsnede hebben. Daarnaast is er geen bekisting nodig, waardoor de MKI-waarde van de trap meer dan 50 % lager is dan een conventionele taludtrap.

Voor het Havenbedrijf Rotterdam hebben we in het project Theemswegtracé voorgesteld om drie taludtrappen te printen en daardoor ruim 1 ton CO₂ te besparen. De opdrachtgever kwam met plezier een kijkje in de fabriek nemen op het moment dat de trappen werden geprint.

+ erik.bosman@witteveenbos.com
+ marijn.bruurs@witteveenbos.com
Witteveen+Bos Nieuws januari 2023

Staatsliedenbuurt Schiedam: pilot voor natuurvermeerderende stedenbouw

Witteveen+Bos heeft voor de gemeente Schiedam ontwerpend onderzoek verricht voor de Staatsliedenbuurt. In het verkennende onderzoek hebben we ons gericht op de ecologische aspecten van stadsontwikkeling (extra woningen) in deze buurt. Met andere woorden, is woningbouw te verenigen met het stimuleren van biodiversiteit?

Het doel van natuurvermeerderende stedenbouw is om met gebiedsontwikkeling meer natuur en biodiversiteit te creëren dan er voor de planontwikkeling was. Deze werkwijze onderscheidt zich van traditionele gebiedsontwikkelingen doordat de stedenbouwkundige opgave (extra woningen in de wijk) vanaf de eerste planvorming geïntegreerd is met de ecologische ambitie (meer biodiversiteit).

In deze werkwijze is de ecologische ambitie leidend voor de stedenbouwkundige keuzes die gemaakt moeten worden met betrekking tot positionering van bouwvolumes, het type

bebouwing, de wijze waarop ontsluiting verzorgd wordt en de inrichting van de openbare ruimte. Het levert een fundamenteel ander plan op vergeleken met traditionele gebiedsontwikkeling waar ecologie vaak een sluitpost is.

In de Staatsliedenbuurt zijn de woningen veelal gedateerd, scoren laag op energieprestatie (isolatie) en er is sprake van een eenzijdig woningaanbod. Een bijdrage van het Rijk maakt het mogelijkheid om een deel van de woningen te verduurzamen en een aanzienlijk deel te vervangen door nieuwbouw.

Dit geeft een flinke impuls aan de leefbaarheid voor mensen in de Staatsliedenbuurt. Met oog op deze transformatie is dit het uitgelezen moment om het gebied niet alleen aantrekkelijker te maken voor mensen, maar ook een gunstige impact te hebben op flora en fauna in het gebied en de directe omgeving.

+ louisa.van.den.brink@witteveenbos.com

We zijn hard op weg naar een circulaire bouw- en infrasector. Vanaf 2030 zullen alle overheidsaanbestedingen circulair zijn. Losmaakbaarheid van bouwwerken is een belangrijke sleutel om hoogwaardig hergebruik zonder waardeverlies mogelijk te maken.

Om deze ontwikkeling te stimuleren en tot meer modulaire ontwerpen te komen, heeft Witteveen+Bos een meetmethode doorontwikkeld waarmee de mate van losmaakbaarheid van GWW-werken kan worden getoetst. De tool is uitgebreid in opdracht van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie. De methode toetst op welke manier producten met elkaar zijn verbonden, hoe toegankelijk die verbindingen zijn, op welke manier producten in een object zijn opgebouwd en of producten elkaar doorkruisen. Daarbij staan we stil bij de levensduur van alle producten en bij hoe vaak de producten in het ontwerp voorkomen. Ten slotte toetst de meetmethode op welke manier het object met het omliggende netwerk (een essentieel aspect in de GWW!) verbonden is. De meetmethode draagt zo bij aan het identificeren van losmaakbare onderdelen in het ontwerpproces en aan verbeterpunten waarmee het ontwerp kan worden geoptimaliseerd. De meetmethode met bijbehorende tool komt beschikbaar vanaf de Week van de Circulaire Economie (6 t/m 11 februari 2023).

+ wiebke.scheepens@witteveenbos.com

PILOT O3-STEP FILTER

Afgelopen zomer zijn we begonnen met de langdurige pilottest van het O3-STEP filter op RWZI Horstermeer van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Het filter is een nageschakelde extra zuiveringsstap in de afvalwaterzuivering die bestaat uit een combinatie van ozonisatie (oxidatie met ozon, O3) en filtratie over een denitrificerend granulair actiefkool (GAK) filter (1-STEP®). Een punt van zorg bij inzet van ozon is de omzetting van bromide naar de potentieel kankerverwekkende stof bromaat. Uit metingen blijkt echter dat de concentratie van het door ozonisatie gevormde bromaat afneemt tot onder meetbare waarden in het GAK-filter. Het hoofddoel van de O3-STEP filter pilotinstallatie is om aan te tonen dat de combinatie van beide technieken (ozon en GAK) medicijnresten kan verwijderen uit RWZI-effluent. De combinatie van ozonisatie en GAK-filtratie heeft hierbij meerdere voordelen: een langere gebruiksperiode (standtijd) van het actiefkool, het verwijderen van een bredere groep van medicijnresten met een hoog rendement en een verlaging van de benodigde ozondosering ten opzichte van toepassing van ozonisatie zonder GAK.

+ veerle.luimstra@witteveenbos.com

INTEGRALE AANPAK WADDENZEEDIJK

Wetterskip Fryslân gaat de komende jaren een groot deel van de Waddenzeedijk versterken. Omdat dit gebied meerdere functies voor meerdere stakeholders vervult, wil het waterschap het project integraal en participatief benaderen. Witteveen+Bos heeft deze wens vertaald naar een ruimtelijk kwaliteitskader op basis van de kennis en wensen van de stakeholders, met aandacht voor waterveiligheid, natuur, landbouw en leefomgeving. De dijk strekt zich uit over een lengte van 47 kilometer: van Koehool tot Lauwersmeer. Uit de laatste veiligheidstoetsing blijkt dat delen van de dijk met het oog op de toekomst zijn afgekeurd, omdat de bekleding en de stabiliteit van de dijk op sommige delen te wensen overlaat. Het gaat om een groot gebied met meerdere functies: niet alleen om een dijk, maar ook een brede strook rondom de dijk, waaronder waardevolle kwelders, landbouwpolders en eeuwenoude dorpen zoals Paesens en Moddergat. Gezien de brede scope van het dijkversterkingsproject heeft Wetterskip Fryslân gekozen voor een integrale benadering. Witteveen+Bos heeft hiervoor een aanpak ontwikkeld waarbij de omgevingspartijen (het waterschap, de provincie Friesland, Rijkswaterstaat, gemeente Noardeast-Fryslân, gemeente Waadhoeke en de landbouw- en terreinbeherende organisaties) mede-eigenaar zijn geworden van het project.

+ martijn.franssen@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
HOE TOETS JE DE LOSMAAKBAARHEID VAN BOUWWERKEN IN DE GWW?

BODEMSANERING YARA SUCCESVOL AFGEROND

Medio 2022 heeft de DCMR Milieudienst Rijnmond ingestemd met het laatste evaluatieverslag waarin de resultaten van de bodemsanering op het voormalige bedrijfsterrein van Yara Nederland in de Botlek zijn beschreven. Daarmee is de bodemsanering met succes afgerond. Witteveen+Bos heeft vanaf februari 2017 voor dit bodemsaneringsproject toezicht gehouden op de milieukundige aspecten van het project op het bewuste terrein. Deze werkzaamheden hebben we uitgevoerd in opdracht van het aannemingsbedrijf Mourik Infra BV. De precieze saneringslocatie is bekend onder de naam ‘D2’. Yara, een internationale producent van meststoffen, had deze locatie in gebruik en wilde deze terugleveren aan het Havenbedrijf Rotterdam. Echter, de locatie was tijdens de bedrijfsvoering van een ander bedrijf verontreinigd met een ontvettingsmiddel. Als onderdeel van de teruglevering moest de verontreiniging zoals verplicht in de pachtovereenkomst worden gesaneerd. Uit de variantenstudie bleek dat een mogelijke aanpak kon bestaan uit bronverwijdering. In 2017 is de bron van de verontreiniging - de zone met hoge concentraties aan PER in de grond - binnen een damwandkuip tot een diepte van ruim 5 meter weggegraven en afgevoerd. Vervolgens heeft Witteveen+Bos in de periode 2017-2022 via monitoring van de grondwaterkwaliteit beoordeeld of de voorspelde concentratieafname in het grondwater volgens verwachting verloopt. Het uitdovende effect van de bronverwijdering werd tijdens deze vijf jaar durende monitoring goed zichtbaar. Ook in de pluimzone is de trend van de gemiddelde concentratie afnemend, tot beneden de wettelijke interventiewaarde. Het bevoegd gezag kon daarom instemmen met het behaalde saneringsresultaat.

+ bjent.van.der.enden@witteveenbos.com

MARKTONDERZOEK LANTAARNPAALLADEN

Door laadinfrastructuur te integreren in bestaande masten van de openbare verlichting ontstaat minder verrommeling in de openbare ruimte en wordt er gebruikgemaakt van het bestaande netwerk. Witteveen+Bos zocht, in opdracht van Ubitricity (onderdeel van Shell) en samen met APPM Nederland en The New Drive, uit of dit in Nederland en België mogelijk zou zijn. Voor Nederland blijkt het lastig te zijn. Het elektriciteitsnet voor lichtmasten in Nederland levert doorgaans te weinig vermogen en is alleen beschikbaar wanneer de verlichting aan moet staan. In België zijn de lichtmasten veelal direct op het laagspanningsnet aangesloten, dat ook nog eens bovengronds loopt. Daardoor lijkt de toepassing van lantaarnpaalladen in België gemakkelijker te realiseren. Naast de technische aspecten belichtten we ook organisatorische aspecten, zoals huidige concessies, eigenaarschap van het net en de masten en duurzaamheidsambities van de gemeenten. Het onderzoek geeft Ubitricity concrete handvatten om te bepalen waar zij het product het best kunnen lanceren.

TenneT TSO is netbeheerder in Nederland en Duitsland en heeft daarmee een cruciale rol in de energietransitie. Het bedrijf houdt zich onder meer bezig met de netaansluiting van verschillende windparken die in de komende jaren worden gebouwd. Daarvoor zijn (offshore) transformatorstations en transportkabels nodig.

Het realiseren van deze assets brengt een vraag naar materialen als staal, koper, aluminium en kunststoffen met zich mee. De productie en verwerking van deze materialen heeft een milieuimpact, zoals de uitstoot van broeikasgassen. Ook het gebruik van deze assets leidt direct en indirect tot impact op het milieu door emissies en verliezen van opgewekte elektriciteit.

TenneT heeft doelstellingen geformuleerd voor de reductie van broeikasgassen (science-based targets) en milieu-impact in brede zin. Om hier concrete invulling aan te geven, is gekozen om te sturen op milieu-impact in alle nieuwe offshore tenders.

Daarvoor is TenneT een samenwerking aangegaan met Aratis en Witteveen+Bos. Wij hebben de milieu-impactreferentieberekeningen verzorgd. Aratis implementeert de berekeningen in het duurzaamheidsprogramma van TenneT en vertaalt deze naar praktische toepassingen in de tenders voor onder meer de offshore activiteiten in Nederland en Duitsland.

verlagen

De aanpak voor het verlagen van de milieu-impact richt zich op het stimuleren van de gehele keten, waarbij is begonnen met de directe leveranciers van TenneT. Zij worden gestimuleerd de goederen en/of diensten tegen een zo laag mogelijke milieuimpact aan te bieden. Hiervoor wordt op basis van referentieontwerpen een levenscyclusanalyse (LCA) gedaan, waar de verschillende milieu-effecten (zoals klimaatverandering, eutrofiëring, verzuring) inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Deze milieueffecten worden vervolgens in een ‘single score indicator’ vertaald, volgens de wegingen in de Milieu Kosten Indicator (MKI). Deze MKI wordt bepaald voor verschillende denkbare scenario’s voor de samenstelling en herkomst van materialen in een transformatorplatform of bijvoorbeeld een transportkabel.

Het gebruik van de MKI in tendercriteria heeft veel potentie voor bredere toepassing in projecten van TenneT. Het bedrijf kan zo nog nadrukkelijker sturen op verlaging van de milieu-impact in de gehele keten.

Gezien de aanstaande groei van het aantal windparken op zee, zal Witteveen+Bos de referentieberekeningen aan transformatorstations en transportkabels bij grote offshore energieprojecten voorzetten. Dit geldt ook voor onshore kabeltracés.

+ bas.roelofs@witteveenbos.com

Amsterdam, bekend van zijn grachten met vele bruggen en sluizen, heeft de uitdagende taak deze objecten veilig te laten functioneren en te onderhouden. Voor in totaal 48 beweegbare bruggen en sluizen stelt Witteveen+Bos samen met Pilz en Hollandia de instandhoudingsadviezen op.

De scope is divers, van iconische objecten zoals de Magerebrug en de Amstelschutsluizen tot objecten buiten het centrum. Voor het opstellen van de instandhoudingsadviezen is een multidisciplinair team ingezet, bestaande uit civieltechnici, elektrotechnici en werktuigbouwkundigen. De instandhoudingsadviezen worden opgesteld in het Amsterdam Inspectie Portaal (AIP), dat de fysieke toestand en risico’s van de objecten eenduidig vastlegt.

Ook worden hier de geadviseerde maatregelen met planjaar voor de komende 10 jaar in opgenomen, en waar nodig ‘Nader Onderzoek’ voorgeschreven. De ‘Nader Onderzoeken’, zoals duikinspecties, functionele veiligheidstesten en nadere analyses, worden komend jaar opgepakt. Met de informatie uit de instandhoudingsadviezen beschikt gemeente Amsterdam over een actueel beeld van haar areaal, inclusief advies. Deze informatie is de input voor de programmeurs die het Meerjarenonderhoudsplan opstellen. Hiermee is Amsterdam in staat om tijdig in te grijpen, zodat risico’s worden beheerst en achterstallig onderhoud wordt voorkomen.

+ justin.sap@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
joost.kerpels@witteveenbos.com
+
bruggen en sluizen Amsterdam
Instandhoudingsadviezen
De milieu-impact van netwerkaansluitingen

Integraal 3D Leidingontwerp

De ondergrondse ruimte raakt door welvaart en technische innovatie steeds voller met riolering, waterleidingen en data- en elektriciteitskabels. Schade bij grondwerkzaamheden ligt hierdoor op de loer en vrije ruimte lokaliseren wordt steeds lastiger. Onze digitale tool Integraal 3D Leidingontwerp biedt snelheid en accuratesse bij infrastructurele opgaven en helpt met het behouden van de regie in de ondergrond.

Al in het voorbereidings-/ontwerpproces - nog voordat de graafwerkzaamheden starten - is 3D inzicht beschikbaar over waar in de bodem plek is voor nieuw in te passen leidingen. Clashes met bestaande kabels, leidingen en andere objecten in de ondergrond, zoals boomwortels, ondergrondse vuilcontainers en laadpalen zijn hierdoor beter en eerder te detecteren.

De tool werkt met datasets van bestaande kabels, leidingen, grondwaterstanden, locaties van bestaande bomen en beheert de onderlinge raakvlakken. Aan de hand van parameters (gewenste diepte ligging, diameter, sleufbreedte, etc.) worden haalbare en veilig uitvoerbare varianten uitgewerkt. Alle parameters voldoen aan de landelijke normen en richtlijnen.

Actueel 3D-ontwerp

Integraal 3D Leidingontwerp berekent de minimaal benodigde gronddekking van de leidingen en berekent ook de meest optimale ligging en hoogte. Uit deze data wordt in korte tijd een actueel ondergronds stelsel ontworpen en gedimensioneerd.

De tool voorziet bovendien in de gewenste uitvoeringstechniek en bijbehorende ontgravingsprofielen voor de ondergrondse infrastructuur. Dit zorgt voor minder overlast en minder graafwerkzaamheden en is daarmee kostenefficiënt. Het model is gedurende het ontwerpproces eenvoudig aan te passen, dit maakt het ontwerp flexibel. Vervolgens berekent de tool de (besteks)hoeveelheden voor het opzetten van de kostencalculatie.

Dankzij de vroegtijdige en kwalitatieve clashdetectie draagt Integraal 3D Leidingontwerp bij aan kostenbesparing. Door meer grip op de kostencalculatie in de ontwerpfase, maar ook omdat herstel- en faalkosten worden teruggedrongen.

+ ries.de.jonge@witteveenbos.com

Natuurinclusief ontwerp voor Evides

Personalia

Met ingang van 1 juli 2022 is Rob van den Boomen aangesteld als nieuwe managing director van het Witteveen+Bos frontoffice in Dubai. Hij volgt daarmee Daniël Dusseljee op, die deze functie voor hem vervulde. Rob’s internationale ervaring sluit goed aan op een aantal van de grote uitdagingen waar het MiddenOosten voor staat, zoals waterschaarste, milieustress en klimaatbestendigheid.

Xaief

Arny

Vanwege

Witteveen+Bos

Volgens dit principe heeft Witteveen+Bos, samen met Evides Waterbedrijf en Buro Kade, een ontwerp gemaakt voor een nieuw onthardingsgebouw voor de drinkwaterproductielocatie Ouddorp van Evides. Buro Kade heeft een eenvoudig, functioneel gebouw ontworpen dat aansluit bij de vormgeving van de bestaande bebouwing en de omgeving. Witteveen+Bos heeft het interieur (installaties etc.) van het gebouw voor haar rekening genomen, in nauwe samenspraak met Evides.

Daarnaast hebben de inzichten van onze ecologische experts het ontwerp natuurinclusiever gemaakt. Zo wordt er een gecombineerd sedumdak en duindak toegepast en is er ruimte voor een vleermuisbunker en nestkast voor tapuit (zangvogel). ‘Natuurinclusief bouwen heeft de toekomst’, aldus Charlotte Mekel van Witteveen+Bos. ‘We helpen geïnteresseerde bedrijven graag op weg met onze expertise.’

DUURZAME DILEMMA’S

We voelen met z’n allen de urgentie om de klimaatdoelen te halen, maar met makkelijke oplossingen alleen komen we er niet. We willen auto’s laden, maar de netcapaciteit schiet tekort. We willen onze woningen verduurzamen, maar kunnen dat door de hoge energierekening niet betalen. Deze en andere tegenstrijdigheden stonden centraal tijdens ons symposium Duurzame Dilemma’s. Op 15 november vierden we zo het éénjarig bestaan van ons innovatiekantoor in Groningen. Daar werkt Witteveen+Bos samen met het Energy Transition Centre en andere partners samen aan innovaties in de energietransitie. Een dag lang inzoomen op Duurzame Dilemma’s leverde inspirerende en waardevolle inzichten op. Met als rode draad de urgentie om als markt en wetenschap ook oplossingen te bedenken voor de verborgen nadelen van een snelle energietransitie.

+ lynn.vosman@witteveenbos.com

DIGITALE NIEUWSBRIEF

Redactieadres Witteveen+Bos Nieuws Postbus 233, 7400 AE Deventer, telefoon 0570 69 79 11 communications@witteveenbos.com, www.witteveenbos.com

Het Witteveen+Bos Nieuws verschijnt enkele keren per jaar. Jaargang 31, januari 2023.

Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden van het beeldmateriaal in deze uitgave te achterhalen. Laat het ons weten als u denkt dat uw materiaal zonder voorafgaande toestemming is gebruikt.

is ook digitaal beschikbaar. U kunt zich hiervoor aanmelden via onze website www.witteveenbos.com/nl/nieuws. Wilt u uw abon
nement op deze papieren editie opzeggen? Stuur dan een e-mail met uw naam en adres naar
ONTVANGEN? Het Witteveen+Bos Nieuws
-
communications@witteveenbos.com.
Witteveen+Bos Nieuws januari 2023
Ellen Weerman is per half juni 2022 aangesteld als vestigingshoofd in Den Haag, nadat haar voorganger Michel Berghuis zijn carrière buiten Witteveen+Bos voortzette. Ezechiëls werd met ingang van 1 juli 2022 benoemd tot vestigingshoofd van ons kantoor in Breda. Hij neemt de rol over van Ingrid Bolier, die hierdoor de ruimte krijgt om zich naast haar projecten bij Witteveen+Bos, te richten op haar promotieonderzoek. Lengkeek, senior geotechnical engineer bij Witteveen+Bos, behaalde op 17 juni 2022 zijn PhD aan de Faculteit Civil Engineering & Geosciences van de TU Delft. Zijn promotieonderzoek richtte zich op het verbeteren van twee aspecten van de globale stabiliteitsbeoordeling van dijken in Nederland: de modellering van organische grondsoorten, en dijkversterking met behulp van damwand langsconstructies. de groei in het aantal thema’s waar de afdeling Finance bij is betrokken, heeft de directie besloten om Hendrik Heuker per 1 januari 2023 te benoemen tot afdelingshoofd Finance. Hij volgt daarmee Jeffrey Hinnen op, die zich meer gaat bezighouden met strategische onderwerpen. ontwerpt aan de hand van duurzame designprincipes, zoals ‘Ontwerp met de natuur’. We gebruiken daarbij natuurlijke processen om het ontwerp te versterken. Werken met de natuur in plaats van tegen de natuur.
+ charlotte.mekel@witteveenbos.com
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.