
4 minute read
NEGEN MAANDEN AA AA AF
from WIJ 2 2023
Negen maanden op, negen maanden af – je hoort het zo vaak, maar van tevoren denk je toch: dat zullen we nog wel eens zien. Als dat kind er eenmaal uit is, ben ik zó weer de oude. Valt dat even tegen …
Lees het eerlijke verhaal van columnist Roxanne.
WAT WAS IK BLIJ dat de bevalling erop zat, die eerste keer. Nu zou mijn leven weer beginnen! Ik kon weer lopen in plaats van waggelen – wat zeg ik, misschien zelfs wel fanatiek sporten. Die oncharmante zwangerschapsleggings kon ik ritueel verbranden en ik zou in no time weer in mijn normale kleding passen. En ik kon wijn drinken, véél wijn, om te compenseren voor alle wijn die ik de afgelopen negen maanden had laten staan.
DAT LIEP EVEN ANDERS. Het hielp vast niet mee dat mijn eerste bevalling nogal dramatisch verliep. Ik kwam niet uit het ziekenhuis als een stralende nieuwe moeder met een blakende baby, maar als een lijkbleke plofkip met ernstige bloedarmoede en een kapotte blaas (al wist ik dat laatste toen nog niet). En een blakende baby, dat wel.
GOED, IK HAD HEUS NIET VERWACHT dat ik direct na de bevalling weer een marathon zou kunnen lopen (ha, alsof ik dat überhaupt ooit zou kunnen), maar dat ik er zó aan toe zou zijn viel me toch vies tegen. De eerste weken kon ik in mijn eentje al nauwelijks de trap op komen, laat staan met mijn toch niet heel fors uitgevallen dochter in mijn armen. Ik was zo slap als een vaatdoek, na de minste inspanning zo duizelig dat ik bijna flauwviel.
IN DE KRAAMWEEK ONTDEKTE mijn alerte kraamverzorgende bovendien dat er iets niet helemaal klopte aan de stand van mijn baarmoeder. De verloskundige kwam langs voor controle en mijn blaas bleek 1,5 liter plas te hebben verzameld. Die deed dus niet meer wat-ie moest doen. Ik kreeg een tijdje een katheter, zo’n zak aan mijn been, maar dat was natuurlijk geen doen. Omdat mijn blaas kennelijk helemaal de kluts kwijt was, moest ik mezelf nog maandenlang elke vier uur katheteriseren. Zes keer per dag een staafje in je plasbuis duwen, tussen het kolven, borstvoeden en alle newborndingen waar je in die weken druk mee bent door. Ja, dat had ik me toch anders voorgesteld. Aan wijn drinken kwam ik niet eens toe.
MAAR HÉ, HET ANDERE UITERESTE is ook geen pretje. Vaker hebben vrouwen juist last van urineverlies, al dan niet tijdelijk. Moeder J: “Dat ik mijn plas niet meer kan ophouden, vind ik toch wel het vervelendste van alles.” Dat hele wcgebeuren is sowieso een ding als je net bent bevallen. Als je pech hebt, kom je met een zwaargehavend ‘onderkantje’ of aambeien uit de strijd en dan kan een simpele boodschap een heuse marteling zijn. S: “Blij dat niemand me van tevoren had verteld dat je na je bevalling een bekertje water over jezelf heen moet gieten tijdens het plassen zodat het niet zo brandt daar beneden.” Gewoon zítten kan in de kraamweek al een kwelling zijn. E: “Dat ging alleen op van die bevroren zakjes appelstroop, dat viel wel wat tegen.”
EN DAN HET BLOEDVERLIES. Alsof je lichaam even negen menstruaties inhaalt in zes weken tijd. Angstaanjagend grote stolsels zijn daarbij niet ongebruikelijk. Die hilarisch grote kraamverbanden uit je kraampakket blijk je écht nodig te hebben. En als je cyclus eenmaal weer op gang komt, gaat de rode tsunami vrolijk door. C: “De eerste menstruaties na de bevalling waren bij mij veel heftiger dan daarvoor.”
JE BEGRIJPT: DIE KRAAMTRANEN waar iedereen het over heeft, zijn echt niet alleen van vreugde. Ik heb wat af gejankt. Alles leek tegen te zitten, maar mijn kind was gezond en ik had het geluk dat borstvoeding geven lukte. Dat is niet iedereen gegeven en vanzelf gaat het al helemaal niet. C: “Ik moest kolven, kolven, kolven om de productie op gang te krijgen. En wat deden mijn tepels pijn aan het begin.” Ook zonder de gevreesde tepelkloven is het die eerste weken echt even tanden op elkaar elke keer dat de baby aanhapt.
OM MAAR NIET TE ZWIJGEN over die stuwing. Of zoals J. van mijn Centering Pregnancy-groepje het omschrijft: “Ik had wel gehoord over stuwing, maar tien nachten amper kunnen slapen van de pijn van ontplofte borsten is niet zoals ik het me had voorgesteld.” Zelf werd ik daarbij nogal overvallen door het feit dat die dingen ’s nachts lekten als een gek. Ik lag in het begin niet zelden badend in de melk te slapen – voor zover ik al sliep natuurlijk. En als het geen melk is, is het wel zweet – of babyspuug – waar je in ligt te marineren. Medemoeder E.: “Dat nachtelijk zweten was de hel. Ligt de baby net lekker te slapen, moet je eruit om te douchen en een droog hoeslaken neer te leggen.”
O JA, EN NOG EVEN OVER DIE BORSTEN: in de eerste weken is je voorgevel indrukwekkender dan ooit. Maar als ze eenmaal zijn leeggezogen (ja dat klinkt goor, maar daar komt het wel op neer) blijft daar weinig van over. J: “Mijn borsten zijn for life veranderd.” J2: “Ik herken mijn tieten niet meer terug.” C: “Het zijn theezakjes geworden.” Ook je buik bouncet waarschijnlijk niet op wonderbaarlijke wijze terug zoals het geval lijkt bij de Doutzens van deze wereld. C: “De mijne is zeven maanden later nog een en al blubber.”
MENTAAL DUURT HET OOK EVEN voordat je weer de oude bent. De zogenoemde zwangerschapsdementie kan je ook na de bevalling achtervolgen. Alsof de baby een deel van je IQ heeft ingepikt. Ook irritant: dat anderen alles op je hormonen gooien. C: “NEE het komt niet door mijn hormonen, ik ben altijd slecht geweest in het onthouden van namen!” S: “Als ik iets vertel over hoe het gaat, beginnen mensen steevast over hormonen, tot mijn werkgever aan toe: ‘Jaaaa, maar je zit natuurlijk nog barstensvol met die hormonen!’ Aaargh.”
EN ALSOF JE NA NEGEN MAANDEN dragen, bevallen en vervolgens borstvoeden nog niet genoeg hebt geleden en opgeofferd voor dat kleine nachtbrakertje, word je op de koop toe nog half kaal ook. Thanks hè, Moeder Natuur. Maar het mooie is: ze heeft er ook voor gezorgd dat je dit alles zó weer vergeet. Voor je het weet verlang je naar nog een baby.