5 minute read

Beste publicatie 2022

Elk jaar wordt er op de Wetenschapsdag een artikel uitgeroepen tot de beste publicatie van het ASz. Dit jaar was Hánah Lelieveld-Rier de gelukkige. Zij schreef met haar collega’s de winnende publicatie getiteld ‘Association Between Geriatric Assessment and Post-Chemotherapy Functional Status in Older Patients with Cancer’. Reden genoeg om met Hánah in gesprek te gaan over het onderzoek dat aan de mooie publicatie ten grondslag lag.

Wat is je ervaring met het doen van onderzoek?

“Het geeft je persoonlijke profiel binnen je vakgebied een extra dimensie. Het geeft je ook de kans om een expert te worden binnen een bepaald gebied. Om die reden vind ik het een zeer waardevolle toevoeging aan de patiëntenzorg. Ik heb er veel van geleerd en veel plezier van gehad. Wel is het altijd een uitdaging om dit naast de drukke klinische taken te doen. Het is heel fijn als daar aandacht en ondersteuning voor is.”

Wat motiveert je om onderzoek te doen?

“Dat het onderzoek leidt tot meer begrip en misschien ook beleidsveranderingen betreffende wat de patiënt doormaakt en hoe zijn uitkomsten hierdoor beïnvloed worden. Bijvoorbeeld voor oudere oncologische patiënten die chemotherapie krijgen, is de oncologische effectiviteit heel belangrijk. Tegelijkertijd is het belangrijk hoe zij de behandeling doorstaan en welke factoren bijdragen aan het wel of niet afmaken van de behandeling. Dit vormde voor mij de directe motivatie voor het onderzoek dat in het Albert Schweitzer ziekenhuis heeft plaatsgevonden. Ik blijf het liefst onderzoek doen waarbij de patiënten de uitkomsten ervan direct in de spreekkamer kunnen merken.”

Hoe is deze studie ontstaan en wat in het onderwerp?

“De aanleiding was een specifieke casus. Een oudere patiënt onderging chemotherapie in verband met een solide maligniteit. Na het afronden van de therapie was de patiënt ziektevrij en heeft nog jaren geleefd. Maar hij hield ook ernstige klachten over aan de chemotherapie. Hij had valneiging en pijn door chemotherapie-gerelateerde polyneuropathie en dit beïnvloedde de jaren daarna zijn zelfstandigheid en kwaliteit van leven.

Vooraf is het soms moeilijk in te schatten hoe de patiënt de behandeling zal verdragen. Daar wilden wij meer over te weten komen en dat werd het onderwerp van onze studie: de CHARMING-studie (Change of geRiatric morbidity and Muscle mass in elderly patIents with maligNant disease undergoinG palliative and adjuvant chemotherapy). De studiepopulatie bestond uit patiënten van 65 jaar of ouder die chemotherapie moesten ondergaan (ongeacht welke maligniteit). Het achterliggende klinische probleem van deze patiënten is dat zij soms grote risico’s hebben op comorbiditeit, en verlies van zelfstandigheid en kwaliteit van leven door de chemotherapie. Het is moeilijk om vooraf deze risico’s goed in kaart kan brengen en te voorspellen wie hier last van gaat krijgen. Zelfs een goede conditie bij de start van de behandeling zegt niet alles. De studie onderzocht de prognostische waarde van een geriatric assessment voor het beantwoorden van deze vraag. De patiënten ondergingen voor de start en na het afronden van de behandeling een geriatric assessment, waarna de uitkomsten van het assessment werden gerelateerd aan oncologische effectiviteit (overleving) en achteruitgang van zelfstandigheid en fysiek functioneren. Hieruit bleek dat afwijkingen bij een korte geriatrische screening (de G8-score) geassocieerd waren met oncologische progressie en achteruitgang van fysiek functioneren binnen een jaar na de chemotherapie.”

Welke obstakels ben je bij het onderzoek tegengekomen en hoe heb je ze aangepakt?

“Een lastig probleem bij het begin van de studie was de infrastructuur voor alle onderzoeken en de inclusie van de patiënten. Dit vereiste een nauwe samenwerking tussen de afdeling geriatrie en interne geneeskunde, zowel door verpleegkundigen als door artsen. Allereerst moesten de patiënten gescreend worden voor de studie, dit werd uiteindelijk via de multidisciplinaire overleggen (MDO’s) gedaan. Vervolgens moesten de oncologen de patiënten includeren, waarna zij een geriatrisch onderzoek moesten ondergaan op de polikliniek geriatrie. Het was een logistieke uitdaging om te proberen afspraken te combineren bij patiënten die al veel op hun bord hadden. Uiteindelijk is dit met inzet van iedereen gelukt en werden er zelfs verpleegkundigen beschikbaar gesteld die het geriatrisch assessment afnamen.”

Wat vond je het allerleukste moment in dit onderzoek?

“De publicaties zijn natuurlijk grote hoogtepunten, maar vooral de successen op de polikliniek zijn ontzettend mooi. Zoals bijvoorbeeld toen wij 100 patiënten hadden geïncludeerd en er taart was op de polikliniek geriatrie. Of de trots die ik voelde toen er verpleegkundigen werden geschoold om de assessments af te nemen. Dat vroeg een enorme inzet van zowel de afdeling geriatrie als interne geneeskunde en het was heel mooi om dit voor elkaar te krijgen.”

Wordt de G8 screening tool nu afgenomen voorafgaand aan chemotherapie?

“Niet structureel, hij wordt nog steeds veel afgenomen in onderzoeksverband. Wel zijn er in het veld van de geriatrische oncologie de afgelopen tien jaar grote stappen gezet, waar de G8 een deel van is. Er is de afgelopen jaren meer bewijs uit gerandomiseerde trials gekomen over de meerwaarde van geriatrisch assessment voor het inschatten van haalbaarheid en toxiciteit van chemotherapeutische behandelingen en daar heeft de CHARMING-studie aan bijgedragen.”

Zo oordeelde de commissie over de winnende publicatie “Dit heldere artikel, voortgekomen uit een goede samenwerking tussen geriatrie en oncologie, gaat in op gepaste zorg bij de geriatrische patiënt. Het past zeer goed binnen het thema ‘zinnige zorg’. Een simpele screening toegepast bij ouderen, kan waardevolle informatie opleveren bij beslissingen over chemotherapie. Met een groeiende groep ouderen, kan dit leiden tot besparing van invasieve behandelingen.”

Meer weten over het onderzoek?

Het volledige artikel is afgelopen jaar gepubliceerd in The oncologist. Referentie: Rier HN, Meinardi MC, van Rosmalen J, Westerweel PE, de Jongh E, Kitzen JJEM, van den Bosch J, Trajkovic M, Levin MD. Association Between Geriatric Assessment and Post-Chemotherapy Functional Status in Older Patients with Cancer. Oncologist. 2022 Nov 3;27(11):e878e888. doi: 10.1093/oncolo/oyac131. PMID: 35861263; PMCID: PMC9632320. (https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35861263/)

Hánah Lelieveld-Rier werkt als oncoloog in het Amphia Ziekenhuis. Haar opleiding tot internist-oncoloog heeft ze onder andere gevolgd in het Albert Schweitzer ziekenhuis.

This article is from: