Archeologiein Nederland

AWN Vallei
Eemland
Acht jaar landelijk bestuur Henk Hegeman blikt terug




AWN Vallei
Eemland
Acht jaar landelijk bestuur Henk Hegeman blikt terug
AWN actueel van het bestuur 2
‘Vondsten uit de vijver’ 3
Casus Huissen 4
Acht jaar Landelijk Bestuur van de AWN 6
Op zoek naar ’t Huys te Leeuwen 10
eXpeditie 12
Vrijwilliger aan het woord:
Eva Hopman 13
Onderzoek naar oude rivierlopen bij Wijk bij Duurstede vervolgd 14
Het is goed te merken dat de afdelingen AWN weer ‘open’ zijn. lezingen en vergaderingen zijn weer fysiek. Digitale bijeenkomsten blijven een welkome aanvulling. Lezingen kunnen bijvoorbeeld door een veel breder publiek worden gevolgd en een afspraak is gemakkelijker te maken.
Door de corona-perikelen en het vele werk dat het maken van overzichten vergt, is gekozen voor een iets andere, bredere, opzet, namelijk een impressie aan de hand van jaarverslagen over 2018, 2019 en 2020 van de AWN-afdelingen/werkgroepen en overzichten van het landelijk bestuur.
Het jaaroverzicht kijkt niet alleen terug, maar ook naar de toekomst en geeft mooi weer wat AWN-leden betekenen voor de Nederlandse archeologie.
Illustratieverantwoording
Anna Astrakhan 13 boven | AWN Afdeling Nijmegen e.o. (JV 2016) omslag achter, boven, omslag achter, onder, 4 | AWN Vallei en Eemland omslag voor, onder, 2 links, 3 links- en rechtsonder | Ad Brand 11 links- en rechtsboven | eXpeditie 12 links en rechts | Heemkundekring Uden 2 rechts | Heemkundevereniging Leeuwen 10 onder | Henk Hegeman omslag voor, boven, 6, 7 links en rechts, 8 links- en rechtsboven en onder | Gerben Joustra 14, 15 boven en onder | Yoeri Laros 3 boven | Nationaal Archief 10 boven | Peter Seinen 11 onder | Aldwin Wals 13 onder
De AWN heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij contact met de AWN opnemen.
Een digitale versie is hier te raadplegen: https://www.awn-archeologie.nl/wp-content/uploads/2022/05/Jaaroverzicht-AWN2018-2020-2.pdf.
Tip: stuur de link, met een persoonlijk aanbiedingsbriefje, naar andere erfgoedorganisaties, gemeenteambtenaren, gemeenteraadsleden en colleges van B&W.
De Raad voor Cultuur (RvC) heeft een advies uitgebracht: Archeologie bij de tijd, aanbevelingen voor aanpassingen: https://www. raadvoorcultuur.nl/documenten/adviezen/ 2022/02/10/archeologie-bij-de-tijd).
Onze eerste reactie: het is een helder rapport. Echter de RvC-aanbevelingen hebben een wat marginaal karakter. De kernelementen ‘decentralisatie en marktwerking’ staan niet ter discussie. Het rapport richt zich op: meer middelen en betere inrichting, terwijl het advies eigenlijk zou moeten zijn de twee kernelementen door de Tweede Kamer nog eens tegen het licht te laten houden. Winst is de aanbeveling om per provincie een beleidscommissie in te stellen, met naast een adviserende ook een toezichthoudende taak.
Een nationaal onderzoekscentrum archeologie lijkt een goede zaak. Wel moet, primair, goed vastgelegd worden wat de verstoorder dreigt te vernietigen zodat niet de toevallige agenda van een onderzoeksinstelling leidend is.
De aanbevelingen ten aanzien van participatie gaan de goede kant op. Bij certificering wordt bepleit publieksparticipatie verplicht te stellen en vrijwilligersorganisaties (structureel) te ondersteunen. Dat laatste was precies wat wij bepleitten.
Het archeologisch netwerk Groot Reuvens Overleg buigt zich nu over het advies. Als lid daarvan volgt de AWN dat op de voet.
Verdrag van FARO – voortgang in een proces van ondertekening en ratificatie
Hoe kan erfgoed mensen verbinden met een plek en hun gevoel van thuis geven? En wat is het maatschappelijk belang van archeologie daarbij?
De Uitvoeringsagenda Faro is een ‘ambitiedocument’ in opbouw, van en voor de erfgoedzorg in Nederland. Het bestaat uit een visie op de uitgangspunten van het Verdrag van Faro en geeft aan hoe erfgoedzorgers daar zelf invulling aan willen en kunnen geven. Maar het is ook een pleidooi, gericht aan de rijksoverheid om ze daar waar mogelijk in te ondersteunen.
Eind dit jaar wordt het document aangeboden aan de staatssecretaris van OCW. Dit ministerie nam het initiatief tot het opstellen van de agenda om te bekijken hoe we straks in Nederland invulling kunnen geven aan de uitgangspunten van het verdrag.
Vanuit het ‘vrijwilligersperspectief archeologie’ werkt de landelijke AWN mee aan drie ‘werksessies’ over ‘ondersteuning erfgoed en netwerkvorming’, één van de thema’s binnen de Uitvoeringsagenda Faro.
Meedenken en doen? Kijk op https://faro. cultureelerfgoed.nl/welcome en mail vicevoorzitter@awn-archeologie.nl.
In de vorige aflevering van AWN Magazine, rubriek ‘Vrijwilliger aan het woord’, noemde Hanneke van Alphen deze trechterbeker. Deze kan gedateerd worden tot 1500-1600 (na Christus, en niet zoals per abuis vermeld, uit de zestiende eeuw voor Christus).
Wilma van den Heuvel
‘Vondsten uit de vijver’
In 1990 werd AWN-afdeling 14 ‘Vallei en Eemland’ door de Amersfoortse stadsarcheologen in de gelegenheid gesteld om een kleine opgraving te doen in de oude binnenstad.
De voorgevel van het pand Vijver 26 moest blijven staan omdat deze opgenomen zou worden in de nieuwbouw. Het te onderzoeken terrein besloeg 90 m2 en kon alleen met een minigraver bereikt worden. Maar omdat die ruim twee meter van de muren vandaan moest blijven, bleef slechts een oppervlak van ongeveer 30 m2 beschikbaar om open te leggen. Toch kwamen er veel sporen tevoorschijn, waaronder een waterput, muurresten, afvalkuiltjes en een beerput. Deze laatste, daterend uit de late zeventiende tot in de negentiende eeuw, bevatte veel vondsten, die uitgebreid besproken en getoond worden in het boek. Het aardewerk en het glas zijn beschreven volgens het Deventer systeem, een methode om gesloten vondstcomplexen zoals beerputten landelijk met elkaar te kunnen vergelijken. Een theepot en een glazen potje, beide uit de negentiende eeuw, zijn in het systeem als nieuwe types geregistreerd.
Ook wordt ingegaan op de bewoners uit vroeger tijden die hun afval daar weggegooid hebben. Zo woonden er onder anderen slagers, een timmerman, een schoenmaker, wevers, spinners en ook twee ‘clopjes’, dames die stilletjes langs de deuren van de gelovigen gingen om ze op te roepen voor de in die tijd illegale mis. Vanzelfsprekend wordt het verloop van de opgraving zelf ook beschreven, die gepaard ging met veel wateroverlast en plotselinge tijdsdruk.
Verhuizingen
Vanaf de negentiger jaren is steeds met tussenpozen gewerkt aan de uitwerking van het onderzoek. Dit vanwege nieuwe projecten die zich aandienden en door verhuizingen van zowel onze werkruimte als van leden van de toenmalige groep.
Toen corona met de bijbehorende sluiting van onze werkruimte in een gemeentepand een feit werd, is door de auteur alle informatie mee naar huis genomen en uitgewerkt. Veel tekst, nog in getypte vorm, bestond uit ‘opzetjes’ en was in meerdere versies aanwezig, gegevens waren niet volledig en digitale foto’s ontbraken. Toch is het gelukt om er een mooi vormgegeven geheel van te maken.
Het boek Vondsten uit de Vijver (80 pagina’s) werd tijdens de Nationale Archeologiedagen op vrijdag 17 juni gepresenteerd. Het is voor € 10 te verkrijgen in Amersfoort aan de Westsingel 46 (het adres van de stadsarcheologen) tijdens kantooruren en op onze werkavond daar, vrijdags van 19.30-22.00 uur. Ook kan men het bestellen bij de secretaris van Vallei en Eemland: awn.afd14@gmail.com (plus € 4,10 verzendkosten).
Verantwoording
Over de auteur
Wilma van den Heuvel is lid van AWN-Afdeling Vallei en Eemland
Een groep aardewerk afkomstig uit de beerput. Het waterpassen in de beerput.
Er zijn tal van partijen in onze samenleving die hun plannen voor de inrichting van de openbare ruimte gerealiseerd willen zien. De lezers van dit Magazine zullen kunnen beamen dat de archeologie, het ondergrondse erfgoed, hierbij vaak het onderspit delft. Het behartigen van de archeologische belangen is daarom echt een noodzaak. Wat kan de AWN doen als er een (onrechtmatige) verstoring van het bodemarchief dreigt? Of als er vanwege een eerder afgegeven omgevingsvergunning een opgraving niet of slechts gedeeltelijk uitgevoerd zal worden? Het is in ieder geval belangrijk om de argumenten van de verschillende partijen (de ‘verstoorder’, de opdrachtgever van een project, archeologen) boven tafel te krijgen. Dat werd duidelijk uit het gesprek dat Hetty Laverman en Robert Hirschel van de landelijke Werkgroep Belangenbehartiging hadden met Jaap Kool en Robert van Heeringen van de Stichting ArbitrArch. Leo ten Hag (redactie) was erbij om verslag van dit gesprek te doen.
De Stichting Arbitrage en advies bij Archeologische Projecten is een onafhankelijke stichting die bij archeologische projecten betrokken partijen de mogelijkheid biedt om, buiten de rechter om, problemen sneller, deskundiger en goedkoper op te lossen door het inschakelen van onafhankelijke en onpartijdige deskundigen (arbiters of adviseurs). De betrokken partijen moeten de buitensluiting van de rechter samen afspreken en dit schriftelijk vastleggen in een geschillenoplossing/-adviesclausule. Partijen komen overeen een bestaand of toekomstig probleem voor te leggen aan een panel van één of meer deskundigen voor arbitrage, bindend advies of raadgevend advies. Een of beide partijen leggen een concrete zaak voor aan ArbitrArch en kunnen ook ieder één arbiter/adviseur uit de lijst van arbiters/adviseurs voordragen, zij worden benoemd door ArbitrArch. Op hun beurt kiezen zij een voorzitter/jurist. De uitspraak van het arbitragepanel is,
AWN’ers van verschillende afdelingen assisteerden bij de opgraving in Huissen (2014).
met uitzondering van een raadgevend advies, bindend. ArbitrArch oefent geen invloed uit op de uitspraak.
Argumenten boven tafel
Eén van de voordelen van arbitrage, bindend advies of raadgevend advies is dat partijen min of meer worden gedwongen om hun standpunt en de onderbouwing daarvan expliciet te formuleren. Op deze wijze, zeggen Jaap Kool en Robert van Heeringen, krijgen partijen ook inzicht in hun eigen argumenten, die anders vaak impliciet blijven en niet goed doordacht en/of onderbouwd worden. Als de bevindingen van een arbitragezaak of advieszaak gepubliceerd (mogen) worden ontstaat er een vorm van jurisprudentie, waarmee het ook voor anderen mogelijk wordt inzicht te krijgen in de wijze waarop partijen denken over hun belangen en die van anderen over de inrichting van de openbare ruimte. Ook wordt besluitvorming en de afweging die daaraan ten grondslag ligt voor iedereen zichtbaar.
Casus Huissen
ArbitrArch heeft in 2020 en 2021 verschillende vragen afgehandeld. Vier in opdracht van de Minister van OCW. Eén daarvan, de casus Huissen-Loovelden, wordt besproken door Robert van Heeringen. Een uitvoerige beschrijving van deze casus is overigens te vinden op de website van ArbitrArch.
In 2014 heeft ADC ArcheoProjecten, samen met leden van de AWN, een Romeins grafveld opgegraven ten zuiden van de Loostraat in Huissen. Dit was een vervolg op het in 2012 uitgevoerde proefsleuvenonderzoek waarbij een zeer rijk elitegraf werd aangetroff en. De vondst van dit graf zorgde voor de problemen die uiteindelijk aan een arbitragepanel voorgelegd zouden worden.
Sinds de jaren negentig bestaan bij de gemeente Huissen (sinds 2001 gemeente Lingewaard) plannen om woningen te realiseren binnen het plangebied Loostraat-Zuid. Het is bekend dat dit gebied een hoge archeologische verwachting heeft. Bij een archeologisch onderzoek blijkt de aanwezigheid van onder andere een Romeins grafveld.
1999 Het archeologisch onderzoeksbureau adviseert om een waardenstellend onderzoek uit te voeren, aangezien op basis van het eerdere onderzoek het grafveld niet goed kan worden gekarakteriseerd. Dat onderzoek vindt niet plaats.
2009 Voorafgaand aan de vormgeving van de ontwikkelingsplannen voor het gebied wordt een ‘Maatregelenplan Archeologie’ opgesteld. Op 16 juni 2009 stemt het college van B&W met dit plan in.
2011 Gemeente Lingewaard en een ontwikkelaar sluiten een realisatieovereenkomst, waarin op het Maatregelenplan gebaseerde afspraken over de omgang met archeologische waarden worden gemaakt.
Verantwoording
Literatuur
Website ArbitrArch: www.arbitrarch.nl
Bazelmans, J. en M. Wispelweij, Over gemeenten, archeologie en ruimtelijke ordening. Een onderzoek naar de belangenafweging rond
2012 Bij archeologisch onderzoek blijkt de archeologische waarde van het gebied veel hoger te zijn dan verwacht. De gemeente herziet haar standpunt en verbindt, op advies van de regioarcheoloog en de RCE, aan het verlenen van een omgevingsvergunning aanvullende eisen voor archeologisch onderzoek. Dit leidt onder andere tot hogere kosten voor de ontwikkelaar. 2013 De ontwikkelaar tekent formeel bezwaar aan tegen deze eisen.
2014 Definitief archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd, gefinancierd door de ontwikkelaar.
De verstoorder betaalt
Het principe van ‘de verstoorder betaalt’ lijkt hiermee te zijn opgevolgd, maar was dat terecht? En wie is in deze casus eigenlijk de verstoorder: de ontwikkelaar of de gemeente Lingewaard als opdrachtgever? Volgens ArbitrArch mocht de gemeente Lingewaard, uitgaande van voortschrijdend inzicht, in alle redelijkheid aanvullende voorwaarden ten aanzien van archeologisch onderzoek stellen. De ontwikkelaar deed daarentegen terecht een beroep op de eerder gemaakte afspraken (het Maatregelenplan uit 2009).
De gemeente had een duidelijker afweging moeten maken tussen de archeologische belangen en die van de ontwikkelaar. Op basis van de jurisprudentie van de Raad van State en van de Hoge Raad mocht de gemeente voorrang geven aan de gewijzigde inzichten ten aanzien van de archeologische waarden, maar had zij de extra kosten voor de ontwikkelaar moeten vergoeden. Algemeen gesteld vindt ArbitrArch het zeer wenselijk dat een gemeente een formeel vastgesteld archeologiebeleid heeft dat periodiek wordt herijkt. Belangrijk is daarbij de vraag, welke visie een gemeenteraad op het archeologisch beleid heeft en hoe en door wie hij zich hierbij laat adviseren. Van situaties zoals bij Huissen kan worden geleerd. Openbaarheid van deze besluiten en de afweging daaronder is daarvoor wel een voorwaarde. Casussen van ArbitrArch kunnen daarin voorzien.
Rol van de AWN
Volgens ArbitrArch nemen belanghebbende partijen niet altijd graag het initiatief voor een arbitrage/advies Bij de behandeling van de casus ‘Huissen’ wilde de gemeente Lingewaard bijvoorbeeld niet meedoen. Geen van de partijen wordt graag als ‘de verstoorder’ gezien. AWN’ers, als de ‘ogen en oren van de archeologie’, signaleren met regelmaat dreigende verstoringen van het bodemarchief. In overleg met ArbitrArch zou de Werkgroep Belangenbehartiging kunnen kijken of partijen bijeen gebracht kunnen worden om zo een uitwisseling van standpunten en argumenten tot stand te brengen. Een vroegtijdig vaststellen van de verschillende belangen en vooral de onderbouwing daarvan kan de uiteindelijke uitvoering van ruimtelijke plannen voor alle partijen meer acceptabel maken.
archeologie bij gemeenten: www.cultureelerfgoed.nl/publicaties/publicaties/2021/ 01/01/onderzoek-belangenafwegingarcheologie-bij-gemeenten-cga-rce
Over de auteur
Leo ten Hag is hoofdredacteur van Archeologie in Nederland en het AWN Magazine
Leo ten Hag
Na twee termijnen van vier jaar gediend te hebben heeft Henk Hegeman het Landelijk Bestuur verlaten. Tijdens de Algemene Ledenvergadering op 11 juni 2022 namen we afscheid van hem. Een mooie aanleiding voor een terugblik op Henks jaren bij de AWN.
Wanneer en wat was de aanleiding om lid te worden van de AWN? Ik ben in 1991 lid geworden. Geschiedenis was bij ons thuis altijd een belangrijk gespreksonderwerp. De directe aanleiding om lid te worden was een restauratieproject vanuit de Rijksgebouwendienst waar ik toen werkzaam was, in het RMO in Leiden. De confrontatie met de rijke archeologische collectie fascineerde me en bracht me in contact met bevlogen archeologen. Zij adviseerden mij lid te worden van de AWN. Zo werd ik opgenomen in het gezelschap van AWN-Rijnstreek in hun werkruimte, toen nog in Leiden. Als een nog onervaren leek wordt je dan al snel gevraagd penningmeester te worden. Ook die functie heb ik twee maal vier jaar vervuld. Besturen brengt vaak spanningen met zich mee en die moeten er bij de belangrijke thema’s ook zijn. De bestuursleden zijn inmiddels allemaal goede vrienden geworden hoor!
Wat waren je specifieke taken bij AWN Rijnstreek?
Je volgt je primaire belangstelling en dat is toch de belangenbehartiging van de archeologie in de ruimtelijke ordening bij gemeenten. In mijn werk bij de Rijksgebouwendienst had ik veel van doen met de spelers in dit veld. Er schortte nogal wat aan het zorgvuldig handelen van gemeenten in de bouwprojecten in die tijd en eigenlijk is dat nog steeds zo. Ik initieerde periodiek overleg tussen onze lokale AWN’ers en de voor erfgoed verantwoordelijke ambtenaren in enkele gemeenten in de Duin- en Bollenstreek: Teylingen (Voorhout, Sassenheim en Warmond) en vervolgens in Lisse, Noordwijkerhout en Hillegom. Ook had ik contacten in onder andere Katwijk, Zuidplas en Zwammerdam.
Ik merkte dat onze lokale AWN’ers moesten wennen aan het meer ambtelijke overleg met al die “regeltjes”. Ze waren liever bezig met puzzelen, plakken en lijmen van scherven, tot aan het soms restaureren van complete potten of schalen toe. En met het determineren, uitwerken van en rapporteren over de honderden dozen met onuitgewerkte eigen opgravingen (zelf opgraven mocht toen nog). Maar zelfs onze metaaldetectoristen ontdekten de gezelligheid bij deze gemeentelijke overleggen, vooral ook achter-
Bezoek aan het zeebodem-onderzoekschip van de Universiteit van Gent (22 augustus 2018).
af even in de kroeg. Door het leren kennen van de ambtenaren en zeker bij het signaleren van projecten over en weer ontstond een synergie. Erfgoedambtenaren sturen nu bijvoorbeeld vaak de uitgekomen advies- en prospectierapporten ter beoordeling rechtstreeks naar de AWN-correspondenten.
Kun je een paar projecten noemen waar je bij betrokken was voordat je toetrad tot het landelijk bestuur?
Ja hoor, ik zal een paar markante toelichten:
Reconstructie Romeinse villa
Vanaf 2008 werkte de provincie Zuid-Holland aan de ontwikkeling van een Provinciaal Archeologisch Centrum (PAC). Er werd gekozen voor de locatie in Alphen a/d Rijn, naast het Archeon. Ik werd als bouwkundig projectmanager door het bestuur van AWNRijnstreek aangewezen om toe te treden tot het projectteam, gecoördineerd door het Erfgoedhuis Zuid-Holland. Ik heb daar een collega-architect bij betrokken. Het resultaat was een prachtige reconstructie van de Romeinse villa met stalgebouw en auditorium. In het stalgebouw zijn de archeologische musea van Alphen en de provincie gehuisvest. De AWN-Rijnstreek kreeg de villa ter beschikking. De originele villa is overigens blootgelegd in 1960 op de locatie ‘De Bult’ in Rijswijk.
Omstreden selectiebesluit
In 2008 speelde het selectiebesluit voor een archeologisch vervolgonderzoek bij Nieuw Rijngeest-Zuid in Oegstgeest, het gebied rondom het Corpus Museum. Het advies van het betrokken archeologisch bureau aan het College van B&W van Oegstgeest was, even kortgezegd: we weten inmiddels genoeg van deze Merovingische nederzetting, dus geef de grond maar vrij voor uitbreiding
van het BioScience Park van de Universiteit van Leiden. De provincie was een geheel andere mening toegedaan, maar door de decentralisering van bevoegdheden naar de gemeenten kon B&W van Oegstgeest besluiten om het uitgebrachte advies over te nemen. De gemoederen liepen hoog op. De provinciaal archeoloog wilde niet meer communiceren met het adviesbureau. Het kwam tot een hard gesprek in het raadhuis van Oegstgeest tussen mij en het adviesbureau. Uiteindelijk werd het bureau opzij gezet en konden zeven jaar lang meer dan vijfhonderd studenten hun eerste veldwerk op dit terrein realiseren. In 2009 mocht ik ook veertien dagen meedoen met de studenten, Als ‘klap op de vuurpijl’ werd in 2014 het onderzoek afgesloten met de inmiddels internationaal beroemde “Schaal van Oegstgeest”, als eerste ‘gepieperd’ door een AWN’er.
Voorbarig advies teruggedraaid
De locatie van de Burcht van Alkemade in de omgeving van Warmond was nog onbekend. Matthieu Fannee van het Historische Genootschap Warmelda kwam bij mij met een verzoek om te helpen een archeologisch onderzoek te bewerkstelligen bij de aanleg van een jachthaven dichtbij het treinstation Sassenheim. Door archiefonderzoek was de hoge verwachting ontstaan dat juist op die plek de burcht moest zijn gelegen. Echter ook hier weer had het archeologisch bureau geadviseerd dat verder onderzoek niet nodig was. De gevonden bakstenen waren wellicht van oudere boerderijen daar, dus de gemeente had hier al de bouwvergunning afgegeven. Ook hier kon de provincie niet helpen vanwege het gedecentraliseerd bevoegd gezag. Uiteindelijk heb ik in 2012 contact opgenomen met de RCE. Die hadden niet veel tijd nodig om de archiefstukken te bestuderen, waarna twee veldarcheologen van de RCE bij de eigenaar van de toekomstige
Oplevering van de werkruimte van AWN Rijnstreek in Archeologiehuis Zuid-Holland (23 augustus 2011).
Veldonderzoek door de RCE: de Burcht van Alkemade (15 november 2012).
Grondradaronderzoek naar het tracé van de Limesweg, Valkenburg, Zuid-Holland (21 augustus 2021).
EMI onderzoek op het strand nabij de Uitwatering (25 mei 2021).
jachthaven alsnog toestemming kregen voor onderzoek in situ. De jachthaven was al voor meer dan de helft ontgraven. Toch werden nog structuren gevonden op de plaats waar op de RAFluchtfoto de ronde structuur was aangegeven: twee concentrische grachten met daar binnen een met klei opgehoogd plateau met een diameter van veertig meter en een pakket middeleeuws baksteenpuin.
En dan je periode in het landelijk bestuur. Hoe kwam dit zo op je pad? En wat was je taak binnen het bestuur?
Ik kende Tonnie van de Rijdt al vanaf haar aantreden als landelijk voorzitter Al snel nadat ik met pensioen was gegaan vroeg ze mij of ik ook landelijk bestuurder wilde worden, waarschijnlijk vanwege mijn netwerk binnen de erfgoedwereld, waaronder de RCE. Ik ambieerde geen bestuursfunctie, maar wilde eigenlijk gewoon mijn werkervaring, opgedaan als procesmanager bij de Rijksgebouwendienst, voortzetten. Van ‘trekken en duwen’ aan problemen in mijn restauratieprojecten naar ‘trekken en duwen’ aan kansen in ‘bijzondere projecten’ binnen de AWN. Drie van deze bijzondere projecten wil ik hier graag noemen.
Onderzoek naar de Brittenburg Na het onderzoek in de jaren zestig van de vorige eeuw naar de Brittenburg onder leiding van de nog jonge Eric Ketelaar, zijn we met een hernieuwde zoektocht naar de Brittenburg begonnen. De eerste contacten werden gelegd op 3 augustus 2015 met de organisatie van een vooralsnog kleine bijeenkomst. We begonnen met ‘crowdfunding’ bij onder anderen de Provincie Zuid-Holland. Ook de lezing ‘Vijf eeuwen fascinatie op en rond een Romeins fort’ door prof. dr. Ketelaar was een belangrijk startmoment. Een feit is dat de Brittenburg heeft bestaan. In ieder geval zijn de fundamenten/basementen van een bouwwerk bij extreem laag water in de late middeleeuwen zichtbaar geweest op een bepaalde plek nabij de Uitwatering van Katwijk. De tentoonstelling in Museum Meermanno “Het Raadsel van de Brittenburg” prikkelde ons nog meer. Het inmiddels meer uitgebreide AWN Projectteam heeft deze onderzoeken inmiddels uitgevoerd:
1 het maritieme ‘subbottomprofiling’ onderzoek, in situ gestart op 22 augustus 2018 heeft slechts de Rijnstromen uit de Romeinse tijd kunnen indiceren.
2 op 8 februari 2019 de tentoonstelling van Tom Buijtendorp: De Brittenburg. Het mysterieuze Romeinse Fort bij Katwijk, mede naar aanleiding van zijn boek: Brittenburg. Verdronken hoeksteen van het Romeinse Rijk.
3 Het tweede zogeheten Electromagnetische Inductie-onderzoek vond plaats op 25 mei 2021 op het strand. Het derde geofysische onderzoek met grondradar was gericht op het vinden van het limeswegtracé tussen het castellum van Valkenburg en de Uitwatering. Dit onderzoek werd op 21 augustus 2021 uitgevoerd door de begin 2019 door Peter Seinen, Ruud Hemelaar (beiden AVKP) en mij opgerichte landelijke Werkgroep In-
novatieve Meettechnieken in de Archeologie (inmiddels omgedoopt tot Werkgroep Geofysische Meettechnieken in de Archeologie (met een eigen bestuur).
Kasteel Valkenburg in Limburg
Op een ‘kennis-indoorbijeenkomst’ in 2017 bij de Rijksgebouwendienst werd mij door een bouwhistoricus, als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TU Delft, gevraagd of de AWN mee wilde helpen bij de uitwerking van een archeologisch onderzoek naar kasteel Valkenburg in Limburg. Dit citizen science-project betreft een combinatie van archeologisch en bouwhistorisch onderzoek, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van de resultaten van het door Jaap Renaud (de eerste professor in de kasteelarcheologie) uitgevoerde onderzoek. Helaas moesten de werkzaamheden in maart dit jaar door de coördinator, Peter Seinen, ‘on hold’ worden gezet vanwege de verbouwing van het Groot Tuighuis in Den Bosch, waar de uitwerking plaats vond. De immense collectie is overgebracht naar het provinciaal depot in Heerlen. Overwogen wordt de verdere uitwerking, ook professioneel, af te ronden in een werkruimte op het kasteelterrein.
ArcheoHotspot in de bibliotheek
Als laatste wil ik graag noemen de oprichting van de AWN ArcheoHotspot in Oegstgeest, de eerste hotspot die is gevestigd in een bibliotheek. In maart van dit jaar zijn we begonnen met het inventariseren van de Romeinse baksteenstempels uit de provincie Zuid-Holland.
(Het dossier, verslagen, notities en rapporten van alle projecten zijn op aanvraag beschikbaar bij mij via een emailbericht: hehehegeman@gmail.com)
Henk, je hebt nu afscheid genomen van het landelijk bestuur. Blijf je nog wel actief binnen de AWN?
Ja zeker, maar dan ook voor gebouwd erfgoed. Wel zal ik me meer richten op onze regio Rijnland in Zuid-Holland. Ik blijf natuurlijk wel beschikbaar als vraagbaak voor onze leden. Het landelijk bestuur vroeg mij ook of ik een opvolger kon aanwijzen. Ik vind echter dat zo iemand spontaan moet opkomen: iemand die een bijzonder project heeft geïnitieerd en dan gevraagd wordt dit ook landelijk te gaan oppakken. Zo is het met mij ook gegaan.
Henk, hartelijk dank voor dit gesprek en namens de redactie wens ik je alle goeds voor de toekomst. Hopelijk kunnen we nog lang gebruik maken van je kennis en ervaring.
Verantwoording
Over de auteur
Leo ten Hag is hoofdredacteur van Archeologie in Nederland en het AWN Magazine
Peter Seinen
De Werkgroep voor Geofysische Meettechnieken in de Archeologie (WGMA) van de AWN voert bodemonderzoeken uit met behulp van bodemradar en elektrische weerstandmeters. Dit doen we voor vrijwilligersorganisaties met een klein budget. Het betreft altijd projecten die voldoende interessant zijn maar waarvoor weinig geld beschikbaar is en die anders nooit uitgevoerd zouden worden.
De voorgeschiedenis
De eerste vermelding van ’t Huys te Leeuwen stamt uit de leenakteboeken van het kwartier Nijmegen, waar voor het jaar 1417 een belening wordt beschreven: ‘Thuys to Lewen, met den twee voorgeborchten, met graven ende bongerden, ende met sestich hollantsche mergen landts daerto geheorende’ . De historie van ’t Huys staat uitvoerig beschreven op de website van Heemkundevereniging Leeuwen en wordt door Peter Fontijn uitgewerkt tot een boek genaamd: Het Huis te Leeuwen en zijn bewoners . Om zoveel mogelijk informatie over vroegere bebouwing te verkrijgen werd de Werkgroep voor Geofysische Meettechnieken in de Archeologie verzocht om een niet-verstorend onderzoek rond de huidige bebouwing uit te voeren. Na een uitvoerig vooronderzoek werd in april van dit jaar het onderzoek uitgevoerd.
Het onderzoek richtte zich op het gebied dat direct rond de huidige bebouwing ligt. Het groene vlak stelt het zeventiende-eeuwse poorthuis voor, met aansluitend in rood de negentiende-eeuwse aanbouw. Beide gebouwen bestaan nu nog. Het grijze vlak stelt de nu verdwenen zeventiende-eeuwse aanbouwen voor. De tekening van Schoenmaker geeft een idee hoe het poorthuis (uiterst links op de tekening) en de verdwenen aanbouwen er toen uitgezien hebben. De blauwe vlakken stellen de meetvlakken voor, waarop het bodemradaronderzoek heeft plaatsgevonden. De geselecteerde vlakken waren betrekkelijk klein omdat de begroeiing in de tuin de toegankelijkheid sterk beperkte.
De posities van de meetvlakken met een overzicht van de gemeten radarreflecties en de diepte waarop deze gemeten zijn wordt weergegeven in de overwegend blauwe vlakken. De rode en blauwe kleuren geven respectievelijk sterke en zwakke reflecties weer. De metingen leverden heldere reflectiepatronen op die echter lastig te interpreteren waren. Er zitten dus zeker structuren in de bodem, maar het is de vraag waardoor die worden veroorzaakt.
Tekening van ’t Huys te Leeuwen door Andries Schoemaker rond 1732. Het nu nog bestaande poorthuis is aan de linkerzijde te zien.
Kaart met ’t Casteel te Leeuwen rond 1800. Het opstarten van de bodemradar voor de meting.
Het nauwkeurig uitzetten van de meetvlakken.
Vlak-1 aan de zuidzijde
Het zuidelijke Vlak-1 laat scherp afgebakende reflecties zien, die aangeven dat er structuren van onbekende aard in de bodem zitten. De positie en oriëntatie van de reflectiepatronen passen echter niet bij wat van de muurfundering van de aanbouwen uit de zeventiende eeuw verwacht wordt. Mogelijk zijn het resten van een voorganger van de zeventiende-eeuwse aanbouw.
Vlak-2 aan de oostzijde
Het oostelijke Vlak-2 laat eveneens heldere reflecties zien. De reflectiepatronen zijn aan de oostelijke zijde scherp begrensd, maar hebben wederom niet de vorm en de positie die verwacht kan worden van de muurfundering van de zeventiende-eeuwse aanbouw. Mogelijk hebben we hier weer te maken met een vroegere bebouwing of een structuur binnen de aanbouwen. Er bestaat ook de mogelijkheid dat we te maken hebben met de resten van een keldergewelf. De ruwe meetdata, de zogenaamde radardiagrammen (niet getoond), geven aanwijzingen voor scherp
Een overzicht van de radarreflecties onder de genoemde meetvlakken geprojecteerd op de huidige kadasterkaart.
begrensde holle ruimtes onder het oppervlak. Over veel kastelen in Nederland, zo ook over ’t Huys te Leeuwen, bestaan spannende verhalen over tunnels die nog herontdekt moeten worden. Volgens een eeuwenoud gerucht zou een onderaardse vluchttunnel leiden naar een monumentale boerderij in de buurt. Bovendien kan de huidige bewoonster van ’t Huys het mogelijke begin van de tunnel in de kelder van het poorthuis aanwijzen. Hoewel de interpretatie van onze reflectiepatronen als een tunnel ons wat ver gezocht lijkt, behoort een keldergewelf wel degelijk tot de mogelijkheden.
De eveneens heldere reflecties van Vlak-3 zouden wel kunnen passen bij een muurfundering van de zeventiende-eeuwse aanbouwen. Om hierover een beter gefundeerde uitspraak te kunnen doen had het meetvlak eigenlijk wat breder moeten zijn, maar dat liet de beschikbare ruimte op het terrein helaas niet toe.
Het onderzoek heeft veel stof tot nadenken gegeven, maar de voorgangers van het huidige ’t Huys te Leeuwen geven hun geheimen maar moeizaam prijs.
Wie belangstelling heeft om zelf actief te worden met geofysische technieken kan meer informatie vinden op de AWN website op de pagina voor werkgroepen (https://www.awn-archeologie. nl/werkgroep/wgma).
Website Heemkundevereniging Leeuwen. http://www.heemkundeverenigingleeuwen.nl/HuisteLeeuwen.htm
Over de auteur
Peter Seinen werkt als vrijwilliger voor de Stichting Mergor in Mosam (onderwaterarcheologie) en de AWN Afdeling Kempen en Peelland. Hij is lid van de WGMA
Hoe bereik je de jeugd met verhalen over archeologie? Ad Brand en Paul Flos van de landelijke werkgroep PR&C vroegen de mensen achter eXpeditie naar hun visie en activiteiten op dit gebied. En wat zij eventueel voor de AWN kunnen betekenen.
Jeugddocumentaire-serie over archeologie
Dankzij de tv-serie ‘Het verhaal van Nederland’ staan de Nederlandse archeologie en geschiedenis de laatste maanden volop in de kijker. Vanuit professionele hoek is er nogal wat kritiek op de inhoud van de afleveringen, maar volgens Luc Amkreutz – conservator prehistorie bij het RMO en sinds kort bijzonder hoogleraar Public Archaeology aan de Universiteit van Leiden – laat de serie vooral zien dat er volop mogelijkheden zijn voor ‘vervolgprojecten die dieper op bepaalde perioden en gebieden in (…) gaan’. De jeugddocumentaire-serie ‘eXpeditie’ die binnenkort wordt gelanceerd past hier perfect in.
Verandering kijkcultuur
eXpeditie is een initiatief van filmmaker Robin Peeters (Mosasaurusfilm) en publiekshistoricus Kris Förster (KF inHeritage). eXpeditie begon in 2008 als tv-serie over de archeologie van Limburg, maar heeft de laatste jaren een complete gedaanteverwisseling ondergaan. Robin Peeters: ‘De kijkcultuur is de laatste jaren zo drastisch veranderd, dat wij er be-
wust voor hebben gekozen om tv achter ons te laten en de serie toe te spitsen op een online kijkend publiek. Te meer omdat we graag de jeugd willen bereiken; die kijkt nagenoeg geen traditionele tv meer en bereik je vrijwel alleen online.” eXpeditie is dan ook een ‘crossover’ tussen de wereld van geschiedenis, archeologie en cultureel erfgoed enerzijds en de digitale (kijk)cultuur van (met name) jeugd en jongeren anderzijds. eXpeditie distribueert haar content via het eXpeditie-platform, bestaande uit een YouTube-kanaal, diverse social media platforms en de online en offline platforms van partners van eXpeditie.
Kris Förster: ‘Elke eXpeditie-aflevering heeft betrekking op een bepaald archeologisch, historisch of paleontologisch thema en vertelt door middel van online storytelling het achterliggende verhaal op een aansprekende, evocatieve wijze. Zowel het format als de distributiewijze van eXpeditie sluiten naadloos aan bij de kijkcultuur van onze doelgroep, die kan worden gekenmerkt door woorden als: online kijken, korte dynamische afleveringen en tot de verbeelding sprekende onderwerpen.’
Waar ‘Het verhaal van Nederland’ met zevenmijlslaarzen door de Nederlandse geschiedenis liep en elke aflevering een complete tijdsperiode behandelt, focussen de afleveringen van eXpeditie juist steeds op
meer afgebakende thema’s: de vuursteenmijnen van Zuid-Limburg, een Vikingkamp bij het mysterieuze Ascloha, de Limes, het ontstaan van Holland, grafcultuur, de Mosasaurus, de hellehond van De Lutte (Twents volksverhaal), de zoektocht van Eugène Dubois naar de missing link, enzovoort. De serie wordt binnenkort gelanceerd. De eerste afleveringen kunt u alvast bekijken op www.expeditie. tv.
Momenteel zijn er afleveringen in productie (of reeds gereed) die zich afspelen in de provincies Limburg, Zuid-Holland en Overijssel. eXpeditie wil graag uitgroeien tot een landelijke serie, zodat thema’s uit alle provincies – het liefst ook de Nederlandse overzeese delen en Vlaanderen – kunnen worden behandeld.
De makers van eXpeditie roepen AWN’ers dan ook graag op om ideeën voor aansprekende thema’s met hen te delen, zodat eXpeditie over een aantal jaren een volledige staalkaart van de rijkdom van de Nederlandse archeologie kan laten zien. Heeft u een idee? Stuur het de makers toe via expeditie @mosasaurusfilm.nl.
Over de auteurs
Ad Brand en Paul Flos zijn lid van het landelijk bestuur en van de Werkgroep PR&C
Van alles wat
Toen ik moest beslissen wat ik wou gaan studeren, wist ik het niet zo goed. Tijdens een open dag bezocht ik introductie-lezingen over allerlei uiteenlopende onderwerpen. Van alle lezingen en indrukken die ik die dag heb meegemaakt, bleef die van de studie Archeologie het meeste hangen. Achteraf gezien was dat misschien niet zo gek: als kind keek ik voortdurend naar de grond en vond de meest interessante steentjes, beestjes en andere glimmende dingen die ik tot in detail bewonderde. Ik ben de studie gaan volgen en heb inmiddels al een tijdje mijn diploma voor de Research Master Art History & Archaeology. Wat ik zo leuk vind aan archeologie is dat er zoveel verschillende disciplines bij komen kijken: eigenlijk moet je van alles
wat weten, zoals scheikunde, biologie, geologie, maar ook sociologie en psychologie komen aan bod.
Dankzij mijn studie heb ik de mogelijkheid gehad om in allerlei landen te kunnen helpen bij interessante opgravingen, zoals in Italië, Schotland (onder andere in Orkney), Frankrijk, Tsjechië, Duitsland, Rusland en natuurlijk Nederland. Ik heb daar kunnen zien hoe ze in andere landen met archeologisch erfgoed omgaan en hoe daar wordt ingespeeld op interesse vanuit de samenleving en lokale bevolking. Ik denk dat Nederland daar nog wel wat van kan leren. In de latere jaren van mijn studie en ook bij mijn Masterscriptie heb ik hier ook onderzoek naar gedaan: wat
kun je doen om archeologie beter beschikbaar te maken voor ‘niet-archeologen’. Uiteindelijk is archeologie van iedereen, maar zij is nu soms nog te verborgen.
Het diploma heb ik inmiddels vooral voor de sier; hoewel ik geen spijt heb van mijn studie, ben ik niet als archeoloog gaan werken. Ik werk al jaren in een juwelierszaak en ben inmiddels ook zelf goudsmid in mijn eigen onderneming, genaamd Walkuri. De fascinatie voor glimmende dingen is blijkbaar goed blijven hangen! Dat wil echter niet zeggen dat archeologie uit mijn leven is verdwenen. Mijn werk is voornamelijk geïnspireerd door archeologische artefacten en sieraden van vroeger. Ik probeer mij tevens de technieken van onze voorouders meester te maken. Onder andere het zilverwerk van de Vikingen, maar ook het goud van de Etrusken bieden mij meer dan genoeg inspiratie voor de komende jaren. In het smeden heb ik mijn passie gevonden en ik hoop er nog lang mee door te kunnen gaan.
Daarnaast ben ik al lange tijd secretaris van de Archeologische Vereniging Noord-Nederland: dat is de AWN-afdeling voor de drie noordelijke provincies (Afdeling 1). Ik vind het leuk om het directe aanspreekpunt voor de vereniging te zijn en te helpen bij het organiseren van projecten en het inschakelen van vrijwilligers bij opgravingen. Ik vind het soms wel jammer dat ik steeds minder tijd heb om zelf bij opgravingen te kunnen helpen. Recent heb ik nog wel kunnen helpen bij de opgravingen in Adorp, waar een wierde werd opgegraven. Daarbij kwamen veel meer vondsten naar boven dan verwacht. De vondsten worden tot heden nog gewassen in het depot, onder andere door onze actieve leden. Voor de komende jaren hebben wij nog veel meer plannen om onze leden te betrekken bij lokale archeologie, waaronder verschillende cursussen en workshops. Wellicht zie ik jullie daar!
Gerben Joustra
In 1999 heeft Gerben Joustra nog een foto gemaakt van een bouwput bij de westelijke flats in De Geer 1. Daarop is in profiel de rivierbedding te zien van de Romeinse rivier uit de periode na 250 na Christus.
Tijdens de zesentwintigste Archeodag op 22 april werd in de Grote Kerk in Wijk bij Duurstede het lijvige rapport Graven naar de wortels van Dorestad. Wijk bij Duurstede-De Geer in de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen gepresenteerd. In dit rapport staan de resultaten van de opgravingen vanaf de late jaren zestig tot aan 1994 beschreven. Met onze karteergroep doen we al jaren onderzoek naar oude rivierlopen in de omgeving van Wijk bij Duurstede. In het AWN Magazine van juni 2021 (aflevering 2) heb ik hier verslag van gedaan. We hopen met ons onderzoek onder andere het tracé van de Romeinse limesweg vast te kunnen stellen.
Kromme Rijngebied intensief onderzocht
Het Kromme Rijngebied behoort in archeologisch opzicht tot één van de best onderzochte regio’s in Nederland. Naar aanleiding van bouwplannen van de gemeente Wijk bij Duurstede begon in 1967 een grootschalige opgraving door de ROB. De opgravingen gingen vrijwel continu door tot in 1994. De laatste grote opgraving vond plaats op het terrein De Geer, ten noordwesten van Wijk bij Duurstede. De aanleiding was de voorgenomen bouw van een woonwijk op deze locatie. Ik heb aan deze opgravingen in de jaren negentig samen met nog een aantal leden van de AWN deelgeno-
men. Dat het ruim twintig jaar heeft geduurd alvorens er een rapport over verscheen is een gevolg van de ontstane onzekerheden tijdens de overgang van de ROB naar geprivatiseerde opgravingsbureaus. Er heeft toen geen datering van de in kaart gebrachte rivierlopen onder de Wijkse gemeente door plaats gevonden. En het is juist langs de oevers, op de oeverwallen, waar voor de indijking van de veranderlijke rivierlopen werd gewoond.
De Geer: unieke vindplaats
Vanwege het feit dat De Geer bijna drieduizend jaar onafgebroken bewoond is geweest mag het, volgens archeoloog Jan van Does-
Studenten van de Rijksuniversiteit Utrecht gaan aan de slag met de Van der Staay-boor.
De Archeobrigade aan het werk: de begroeiing wordt weggezaagd zodat het monument weer zichtbaar wordt.
De e Ar Archcheoeobrbrigigadade e aa aan he het t we werkrk: de beegr grooeeiiiing ng worordt dt wegeggegezazaagagd zo zodadat t h heet t mo monunumement nt weeeer r zi zichchtbtbaaaar r wo wordrdtt.
burg, een unieke vindplaats worden genoemd. Als één van de weinige locaties in Nederland is De Geer bovendien tussen circa 240/270 en de vijfde eeuw in gebruik gebleven. Eén van de belangrijkste redenen voor het gebruik van De Geer als woongrond is de aanwezigheid van een smalle strook relatief hoog gelegen grond aan de westzijde van het gebied. Waarschijnlijk betreft het hier een oeverwal van de voor-Romeinse Rijn. In de eerste eeuw na Christus is De Geer door de bewoners overigens verlaten. Het vermoeden bestaat dat hier sprake is geweest van een gedwongen verhuizing: de Romeinen wilden hier een weg aanleggen en de strook grond ten westen daarvan vrijhouden van bewoning. De limesweg (via militares) heeft waarschijnlijk gelopen vanuit de locatie waar een castellum wordt vermoed. Dit castellum kan gelegen hebben ter hoogte van de kleiputten van de steenfabriek Roodvoet, in de uiterwaarden ten noorden van Rijswijk. Bij baggerwerkzaamheden in de jaren zeventig en tachtig kwamen hier veel Romeinse bouwmaterialen en militaire uitrustingstukken naar boven. Van hieruit liep de limesweg in noordwestelijke richting, langs De Geer, om uiteindelijk castellum Fectio te bereiken.
Resultaat van een boring in een dichtslibbend verlaten rivierprofiel, met afwisselende zand- en leemlaag.
Van der Staay-boor
In het AWN Magazine aflevering 2, 2021 (p. 89), heb ik beschreven hoe wij de oude rivierlopen in kaart proberen te brengen. Dit onderzoek gaat door totdat wij alle puzzelstukjes volledig hebben. Bij onze werkzaamheden werden we onlangs geassisteerd door studenten en hun begeleiders van de Rijksuniversiteit Utrecht. In het kader van een practicum veldwerk hebben zij een zestal boringen gezet met behulp van de zogenoemde Van der Staay-boor. Deze boor bestaat uit twee in elkaar geschoven buizen. De binnenste buis komt tijdens het boren omhoog en zuigt zo als het ware een kolom grond omhoog. Met deze boor kan tot een diepte van zeven meter worden gegaan. Of de met de Van der Staay-boor genomen monsters echt geschikt zijn zullen we nog moeten beoordelen.
Bij ons vervolgonderzoek zullen we ons laten leiden door de bevindingen uit bovengenoemd rapport Graven naar de wortels van Dorestad. Wellicht kunnen we aansluiting vinden bij het stuk Romeinse limesRijn uit de periode tot 250 na Christus bij Scholengemeenschap Revius. En kunnen we misschien bepalen waar eventueel de resten van een Romeinse militaire versterking zouden kunnen liggen.
Literatuur
Jan van Doesburg (2021), ‘En de archeoloog hij groef voort… Wijk bij Duurstede-De Geer in de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen’, in: Het Kromme-Rijngebied. Tijdschrift van de historische kring ‘Tussen Rijn en Lek’, nr. 56-1 , 1-9
J. van Doesburg en S. Heeren (red) (2022), Graven naar de wortels van Dorestad. Wijk bij Duurstede-De Geer in de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen , Amersfoort (RAMrapport 260).
Over de auteur
Gerben Joustra is fysisch geograaf en lid van de AWN Werkgroep Wijk bij Duurstede (prospecting group)
Adressenlijst landelijk bestuur
Alg. voorzitter H. (Hiske) Land, e-mail: voorzitter @awn-archeologie.nl
Vice-voorzitter en Belangenbehartiging H.M. (Hetty) Laverman-Berbée (Naarden), tel. 06 · 2361 8314, e-mail: vicevoorzitter@awn-archeologie.nl
Alg. secretaris N.T.D. (Norbert) Eeltink (Hengelo), e-mail: secretaris@awn-archeologie.nl
Alg. penningmeester H.J. (Harmen) Spreen, (Amstelveen), tel. 020 · 453 70 21, e-mail: pm@awnarcheologie.nl, IBAN: NL40INGB0000577808, t.n.v. penningmeester AWN
Bestuursleden
Veldwerkeducatie C. (Channa) Cohen Stuart (Culemborg), tel. 06 · 4505 9916, e-mail: channa@awnarcheologie.nl
LWAOW J. (Jeroen) ter Brugge, e-mail: vz_lwaow@ awn-archeologie.nl
PRenCommunicatie P.H.A. (Paul) Flos, e-mail: prcommunicatie@awn-archeologie.nl en A. (Ad) Brand (Amersfoort), e-mail: practiviteiten@awnarcheologie.nl
WGMA A. (Ad) Brand (Amersfoort), e-mail: wgma@ awn-archeologie.nl
Hoofdredacteur Archeologie in Nederland en AWN-Magazine L.H.W. (Leo) ten Hag, (Nijmegen) tel. 06 · 3036 3100, e-mail: ain_am@awn-archeologie.nl
Projectenenexternerelaties vacant
Kijk op www.awn-archeologie.nl voor:
– de contactgegevens en het activiteitenoverzicht van de 24 regionale afdelingen van de AWN
– nabestellen AWN-uitgaven
AWN-lidmaatschappen
A basislidmaatschap € 55,00
B jongerenlidmaatschap 14 t/m 27 jaar € 30,00
C huisgenootlidmaatschap € 25,00
Basisleden en jongerenleden hebben de volgende rechten:
– Toezending van de tijdschriften Archeologie in Nederland en AWN Magazine (viermaal per jaar) en eenmaal per jaar een premiumboek
– AWN-verzekering (tot en met 75 jaar) bij AWNactiviteiten en AWN-opgravingen
– Toegang tot de landelijke en de afdelingsactiviteiten van de AWN
– Toegang tot de Algemene Ledenvergadering met stemrecht
Huisgenootleden hebben alleen de drie laatstgenoemde rechten. Een huisgenootlidmaatschap kan alleen gekoppeld worden aan een basislidmaatschap op hetzelfde adres.
Lidmaatschappen gelden per kalenderjaar en kunnen op elk gewenst moment ingaan.
Bij een aanmelding vanaf 1 augustus: 50% korting, u ontvangt dan de laatste twee nummers van onze tijdschriften en het premiumboek. Vanaf 1 december is het lidmaatschap GRATIS (slechts één maand, maar wel met toezending van onze december-tijdschriften).
U kunt zich aanmelden als lid via het aanmeldingsformulier op onze website: https://www.awnarcheologie.nl/lid-worden.
Na aanmelding wordt u ingedeeld bij de afdeling waar uw woonplaats onder valt, tenzij u graag bij een andere afdeling wilt worden ingedeeld. Dit kunt u bij uw aanmelding aangeven.
Opzegging dient voor 1 januari te geschieden.
Vragen over lidmaatschap, doorgeven adreswijziging en nasturen tijdschriften
H. (Henk) Kluitenberg Grebbeweg 24-A, 3911 AW Rhenen, tel. 0317 · 613 050 (na 10.30 uur), e-mail: h.kluitenberg@caesar-advies.nl
De AWN is een algemeen nut beogende instelling (ANBI).
De archeologie in Nederland is voortdurend in ontwikkeling. Sinds bij wet is vastgelegd dat archeologisch onderzoek moet plaatsvinden voordat de bodem verstoord wordt, vinden er meer projecten plaats dan ooit. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor nieuwe onderzoekstechnieken waarbij niet gegraven hoeft te worden. Ook oude opgravingen blijken vaak nog een schat aan informatie te bevatten. De kennis die archeologisch onderzoek oplevert, leert ons over de vele duizenden jaren bewoning door de mensen die voor ons kwamen. Wie waren deze mensen? Wat aten zij, hoe woonden ze en wat voor kleding droegen ze? Wat kunnen we herleiden van hun gewoonten en rituelen? Het archeologisch onderzoek van de Nederlandse bodem leidt voortdurend tot nieuwe ontdekkingen en inzichten.
De AWN is de belangenorganisatie voor belangstellenden in de archeologie, archeologiebeoefenaars en archeologievrijwilligers. De vereniging wil een schakel zijn tussen archeologie en publiek en tussen archeologie en beleid en ziet het als haar maatschappelijke taak om archeologie als bron van kennis over ons verleden te laten leven in het heden en te behouden voor de toekomst. Dit doet de AWN door bij te dragen aan de kennis over archeologie, die kennis uit te dragen en publieke betrokkenheid te bevorderen, en door de belangen van het archeologisch erfgoed te behartigen.