AWN Magazine 2019, 1

Page 1


Archeologiein Nederland

jaargang 3 februari 2019

Afgevaardigdendag

Tapijt van Vlaardingen Helinium genomineerd voor indrukwekkend project 13

INHOUDVAN HET BESTUUR

AWN ACTUEEL

AWN actueel van het bestuur 2

Uitnodiging ALV 2019 3

Afgevaardigdendag 2018 4

Nieuws van de vereniging 7

Melden van AWN-onderzoeken onder nieuwe Erfgoedwet 8

Romeinse weg 10

Vrijwilliger aan het woord:

Berdie de Ruiter 12

Helinium met Tapijt van Vlaardingen genomineerd voor vrijwilligersprijs 13

Brochure over metaaldetectie in de maak 14

Nieuws van de afdelingen 15

Illustratieverantwoording

AWN 7 boven | AWN Zuid-Veluwe en Oost-Gelderland omslag voor, 8-9, 15, omslag achter | William ten Brink 7 onder | Henk Hegeman 10 links, 11 | Marijn Lockefeer 3-6 | Jeroen Loopik 10 rechts | Berdie de Ruiter 12 | Stichting Tapijt van Vlaardingen 2, 13 | Bayke de Vries 14

De AWN heeft getracht alle rechthebbenden van het beeldmateriaal te achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij contact met de AWN opnemen.

Periodiek onderhoud AWN-Statuten Ontwikkelingen in het veld maken het noodzakelijk om onze verenigingsstatuten (voor het laatst gewijzigd op 5 oktober 2011) op onderdelen te herzien. Deze herziening is vervolgens door het landelijk bestuur aangegrepen om dan maar gelijk de totale tekst weer eens tegen het licht te houden. De opdracht die het bestuur zichzelf heeft gegeven bij de herziening was drieërlei: (1) de nieuwe statuten moeten in overeenstemming zijn met de huidige praktijk, (2) de tekst moet goed leesbaar zijn (waar mogelijk jargon vermijden) en (3) de statuten moeten verder vereenvoudigd worden.

De belangrijkste wijziging in de statuten betreft de onderverdeling van de leden. In de praktijk worden leden sinds begin 2018 op een andere wijze ingedeeld dan de ledencategorieën die in de huidige statuten worden genoemd. Deze onevenwichtigheid is in het wijzigingsvoorstel gerepareerd door vanaf nu slechts twee ledencategorieën te onderscheiden, namelijk leden en ereleden. Een eventuele nadere differentiatie wordt in de toekomst geregeld in het huishoudelijk reglement. Doordat er geen onderscheid meer wordt gemaakt in de leden zullen ook geassocieerde leden stemrecht verkrijgen op de ledenvergadering; in de bestaande statuten werd dit aan hen onthouden (artikel 9 lid 3).

Daarnaast zijn de beroepsprocedures vereenvoudigd, door de rol die de ledenvergadering daarin speelde in eerste instantie te verleggen naar het landelijk bestuur. Er kan dus nog wel degelijk beroep worden aangetekend tegen een beslissing van het bestuur, maar deze wordt (eerst) procedureel afgehandeld binnen het bestuur. Natuurlijk staat het leden daarna nog altijd vrij hierover een agenda- en daarmee bespreekpunt op de agenda van de ledenvergadering aan te vragen.

Voor het overige betreffen de wijzigingen cosmetische aanpassingen, aanpassingen naar de praktijk, vereenvoudigingen en een logischer volgorde van de artikelen.

Het voorstel tot wijziging van de verenigingsstatuten zal besproken worden op de komende ledenvergadering van zaterdag 13 april 2019 in Enschede. De huidige statuten schrijven voor dat voorstellen tot wijziging uiterlijk twee maanden voor de ledenvergadering waarop de voorstellen behandeld worden in hoofdlijnen in het tijdschrift van de

vereniging opgenomen worden. In de agenda van de ledenvergadering zal naar deze publicatie verwezen worden (artikel 32 lid 2). Publicatie in AWN Magazine 1, jaargang 3 (februari 2019) voldoet hier aan.

Voorstellen tot wijziging zullen minstens twee maanden voor de ledenvergadering aan de leden ter inzage gelegd worden bij de afdelingssecretariaten en desgevraagd aan de leden gezonden worden. Voor de voorgestelde statutenwijziging is goedkeuring van tenminste tweederde van de (in Enschede) aanwezige stemgerechtigde leden vereist.

Voor eventuele vragen en opmerking kunt u contact opnemen met Henk Kluitenberg (landelijk secretaris AWN) of Harmen Spreen (landelijk penningmeester AWN). Hun contactgegevens vindt u in het colofon op pagina 15 onder ‘Adressenlijst landelijk bestuur’.

Oproep ledenwerving

De AWN is voor haar activiteiten sterk afhankelijk van leden. Ledenwerving staat dan ook centraal op de agenda van het landelijk bestuur. Maar ledenwerving is het meest effectief als het gebeurt vanuit de afdelingen, door enthousiaste leden die potentiële nieuwe leden kunnen overtuigen om lid te worden van de AWN. Op de laatste Afgevaardigdendag is een speciaal voor dit doel ontwikkelde presentatie getoond, die afdelingen kan ondersteunen bij het werven van leden. Ook zijn diverse ledenwerfartikelen beschikbaar. Afdelingen met vragen hierover kunnen deze stellen via prcommunicatie@awn-archeologie.nl.

Een belangrijke doelgroep voor ledenwerving vormen mensen die archeologische musea bezoeken. Het is daarom belangrijk om als AWN goed zichtbaar te zijn in deze musea, bijvoorbeeld door ons daar te presenteren via folders, maar zeker ook door actiever met deze musea samen te werken. Soms zorgen afdelingen hiervoor, maar dit gebeurt echter niet altijd. Daarom is binnen de AWN een netwerk van correspondenten actief die contact onderhouden met archeologische musea. Dit netwerk kan echter nog verbeterd worden. Op een recente oproep van het landelijk bestuur aan de correspondenten werd zeer slecht gereageerd. Vanuit de werkgroep PR &Communicatie zal de oproep nogmaals worden uitgestuurd en we hopen dit keer natuurlijk op meer reacties!

Uitnodiging: ALV op 7 april 2019 in Enschede

Het landelijk bestuur heeft het genoegen om u uit te nodigen voor de 68e Algemene Ledenvergadering. Alle leden zijn welkom.

Programma

09.30 - 10.00 uur Ontvangst met koffie, thee en krentenwegge

10.00 - 10.05 uur

10.05 - 10.15 uur

10.15 - 10.30 uur

Dagopening door coördinator Paul van Wijk

Welkomstwoord door Kees de Rooij, voorzitter van AWN-afdeling 19, Twente

Toespraak door Hesther Maij, gedeputeerde Cultuur van de provincie Overijssel

10.30 - 10.35 uur Opening van de ALV door de voorzitter, Gajus Scheltema

10.35 - 12.30 uur ALV (zie agenda hieronder)

12.30 - 12.35 uur

Toelichting op het middagprogramma door coördinator Paul van Wijk

12.35 - 13.30 uur Lunch

13.30 - 16.00 uur

16.00 - 17.00 uur

Middagprogramma, georganiseerd door afdeling 19, Twente

Afsluiting met een hapje en een drankje

Op de landelijke website www.awn-archeologie.nl kunt u in de loop van maart nadere informatie vinden, waaronder de wijze van aanmelding voor de ledenvergadering (uitsluitend via e-mail). Dan zal ook de complete uitnodiging worden getoond met daarin de locaties, de route en het middagprogramma. Na aanmelding krijgt u via e-mail de stukken toegestuurd. Ze worden daarnaast ook op de landelijke website geplaatst.

Voor inlichtingen en vragen kunt u terecht bij landelijk secretaris Henk Kluitenberg, tel. 0317 · 613 050 en e-mail h.kluitenberg @caesar-advies.nl.

Agenda

01 Opening door AWN-voorzitter Gajus Scheltema

02 Mededelingen, ingekomen stukken en vaststelling van de agenda

03 Eventuele uitreiking van de Bronzen Legpenning(en)

04 Verslag van de 67e ALV van de AWN op zaterdag 7 april 2018 in Vlaardingen

05 Jaarverslag 2018 van het landelijk bestuur en van de bestuurlijke werkgroepen

06 Financiën

07 Begroting 2020

08 Statuten en Huishoudelijk Reglement

09 Organisatiestructuur AWN

10 Verkiezing bestuursleden herbenoeming van Paul Flos als bestuurslid voor de periode 2019-2023 statutair aftredend (na twee bestuursperioden) is Wim Schennink

11 Locatie ALV 2020

12 Jaarverslag en financieel verslag van het AWN-Archeologiefonds 2018 (ter informatie)

13 Rondvraag

14 Sluiting

Het programma en de agenda voor de ALV zijn onder voorbehoud.

Excursie naar het Educatief Archeologisch Erf in de Broekpolder.

Afgevaardigdendag 9 november 2018

Jaarlijkse bijeenkomst landelijk bestuur en afdelingen

Elk jaar wordt een afgevaardigdendag georganiseerd, waarbij het landelijk bestuur en afgevaardigden van de afdelingen met elkaar in gesprek gaan over het reilen en zeilen van de AWN. Ook dit jaar vond de dag plaats op het hoofdkantoor van de RCE in Amersfoort. De AWN’ers werden hartelijk welkom geheten door Susan Lammers, directeur van de RCE.

2018 was een bijzonder jaar voor de RCE: de instantie vierde haar honderdjarig bestaan. Deze bijzondere gelegenheid werd dan ook onder de aandacht gebracht in het welkomstwoord van Lammers. Het honderdste jaar van de RCE brengt niet alleen een fors subsidiebedrag met zich mee, maar nodigde ook uit tot nadenken over de doelen die de organisatie voor zichzelf stelt. De RCE baseert zijn beleid op enkele pijlers, waarbij het beschermen en in stand houden van ons erfgoed de meest bekende zal zijn. Hiernaast wil de RCE echter ook een grotere rol gaan spelen in de verbindende waarde die erfgoed met zich mee kan brengen. Dit laatste aspect kreeg zelfs kort aandacht in de troonrede.

Bij deze pijlers zijn vrijwilligers – en daarmee de AWN – uiteraard intensief betrokken. Het zijn daarnaast ook de vrijwilligers die een ‘waakhondfunctie’ hebben; zij zitten in de juiste positie om in de gaten te houden of de uitvoering van plannen rondom archeologie goed verloopt. Susan Lammers benadrukte dat ze de samenwerking met de AWN waardevol vindt en nodigt ieder-

een uit om de plannen van de RCE kritisch te (blijven) volgen en aan de bel te trekken indien nodig. ‘Maar,’ zei ze, ‘Wees overtuigd van onze goede bedoelingen.’

Succesvolle samenwerkingen

Samenwerkingen met instanties als de RCE, maar ook met andere organisaties en werkgroepen, blijft voor de AWN een belangrijk onderdeel. Immers is het soms gemakkelijker om het draagvlak voor de archeologie te vergroten als daarbij de handen ineen geslagen worden en er samengewerkt wordt. Twee praktijkvoorbeelden van een succesvolle samenwerking werden gepresenteerd door Fred van den Beemt (afdeling Noord-Nederland) en Hetty Laverman (afdeling Naerdincklant).

Van den Beemt vertelde hoe er in de loop der jaren een goede verstandhouding is ontstaan tussen zijn AWN-afdeling en de lokale detectoramateurs. Het gevolg van deze goede band is dat metaalvondsten over het algemeen keurig bij hen gemeld worden, inclusief gegevens over de context. Een prachtig voorbeeld is de melding van de ‘goudschat van Loppersum’: 49 gouden munten uit het Heilige Roomse Rijk. Nadat de vondst gemeld is door de vinder, is er een samenwerkingsproject ontstaan tussen de AWN, MUG Ingenieursbureau, de Historische Vereniging Loppersum, het Noordelijk Archeologisch Depot en de gemeente Loppersum, met als resultaat onder andere een tentoonstelling over de schat.

Jaarlijkse

De afgevaardigdendag is de uitgelezen kans om ervaringen te delen en vragen aan het bestuur voor te leggen.

Hetty Laverman liet zien waartoe samenwerking met gemeente, musea en andere organisaties (VVV, Fietsgilde, Universiteit van Amsterdam) kan leiden: ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘Hoogtepunten van de Gooische archeologie’ in museum Hofl and zijn er in deze zomer allerlei activiteiten georganiseerd, waaronder een leergang geologie, een cultureel erfgoedfestival, een keur aan interessante bezigheden voor jong en oud op de Open Monumentendag, een archeologiedag voor kinderen en een fietstocht door het gebied in samenwerking met het Fietsgilde. Verder is er een digitale tentoonstellingsgids ontwikkeld bij bovengenoemde expositie, is er een leskoff er gemaakt voor basisscholen en staat er een basiscursus archeologie (via het Huis van Hilde) op stapel.

Verenigingsstructuur

Op de afgevaardigdendag van 2017 was de verenigingsstructuur een belangrijk vergaderpunt, en ook dit keer stond het onderwerp op de agenda. Bestuurslid Renger van den Hoef vertelde dat de structuur hoe dan ook verduidelijkt en verbeterd moet worden, alleen is het momenteel nog de vraag hoe dit het beste gedaan kan worden. Er zijn meerdere opties die overwogen zijn, waaronder de mogelijkheid dat er een indeling gemaakt wordt die gebaseerd is op de correspondenten van de AWN. Een andere optie is dat er een verdeling komt die gebaseerd is op provincie. De verschillende afdelingen binnen een provincie zouden in dat geval meer als werkgroepen gezien kunnen worden, die gestimuleerd worden om meer met elkaar en andere organisaties samen te gaan werken. In de praktijk zal dit ook betekenen dat de hoeveelheid afdelingen waarschijnlijk zal verminderen. Tenslotte is er nog de optie dat de afdelingenstructuur helemaal komt te verval-

Onder het genot van een broodje werd er tijdens de lunch verder gediscussieerd door de afgevaardigden.

len. De huidige afdelingen zullen in dat geval als werkgroepen verder gaan. Het voordeel hiervan is dat de structuur binnen de afdelingen niet of nauwelijks aangetast zou worden.

Uit de discussie tijdens de afgevaardigdendag van 2017 bleek al dat de meningen over dit onderwerp verdeeld zijn, en ook nu was er geen unaniem oordeel over wat de beste optie zou zijn. Waar enkele afdelingen bijvoorbeeld aangaven dat zij een indeling op basis van provincie een goed idee vinden, waren er ook leden die aangaven dat zij dit niet zagen zitten. Om een beter beeld te krijgen van wat AWN’ers een geschikte oplossing zouden vinden is er een enquête in het leven geroepen.

Ledenwerving

De afgelopen jaren heeft de AWN een groei in ledenaantal meegemaakt. Om deze groei door te zetten is het van belang om aandacht te blijven besteden aan het werven van nieuwe leden. Ledenwerving was dan ook een speerpunt tijdens de afgevaardigdendag.

Het model om nieuwe leden aan te trekken zou omschreven kunnen worden als piramidevormig. Men begint door een breed publiek kennis te laten maken met archeologie middels (relatief laagdrempelige) lezingen, open dagen en activiteiten. Een deel van de mensen die hieraan meedoet zal daarna graag uitgebreider kennis willen maken met archeologie. Voor hen is het interessant om op de hoogte gehouden te worden en via de AWN mee te doen met opgravingen, cursussen en nieuwe vaardigheden aan te leren. Binnen deze groep zullen enthousiastelingen zitten die vervolgens graag de archeologie uitdragen naar buiten toe en misschien zelfs willen doorstromen tot op het bestuurlijke niveau van de AWN.

Bestuursleden uit het hele land kwamen bijeen op het hoofdkantoor van de RCE voor de jaarlijkse afgevaardigdendag.

De brede basis van deze piramide kan niet alleen bereikt worden middels AWN-activiteiten. Ook archeologische musea kunnen hierin een rol spelen. Bezoekers van deze musea zijn immers al geïnteresseerd in geschiedenis en vormen daardoor een interessante doelgroep. Het is dan wel van belang dat de AWN zichtbaar is in dergelijke musea, zodat potentiële nieuwe leden ons weten te vinden. Binnen de vereniging zijn enkele museumcontactpersonen aangesteld die zich hiermee bezighouden. Zij onderhouden het contact met ‘hun’ museum en controleren onder andere of hier nog genoeg promotiemateriaal aanwezig is. Omdat uit de besprekingen bleek dat niet bij iedereen bekend is wie deze museumcontactpersonen zijn, zal hiervan een lijst doorgemaild worden.

Online zichtbaarheid

De AWN kan op verschillende manieren online opgezocht worden. Elke dag komen er zo’n 500 bezoekers op de website en de Facebookpagina terecht. Daarnaast zijn we op Twitter en LinkedIn te vinden, met een netwerk van respectievelijk 1600 en 1300 volgers. Een goed begin, maar verdere professionalisering is nodig, betoogde Ad Brand. Met name de Facebookpagina is momenteel weinig actief, al heeft juist dit medium de potentie om makkelijker contact te leggen en te onderhouden met leden en andere belangstellenden voor de archeologie. Het budget om de kwaliteit van de AWN-pagina’s te verbeteren is aanwezig, en het is dan ook de bedoeling dat hier de komende tijd stappen in gezet worden. Naast de landelijke AWN-website heeft elke afdeling ook de mogelijkheid om een eigen pagina op te zetten. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden in hetzelfde format dat ook voor de algemene AWN-site gebruikt wordt. Een succesvol voorbeeld is de website van afdeling 23 – Archeologische Vereniging Kempen en Peelland. Afgevaardigde Ruud Hemelaar vertelde dat de website aanvankelijk beheerd werd zonder dat men precies wist hoe het werkte en wat ze ermee wilden bereiken. Onlangs is de website hervomd, waarbij de hulp werd ingeschakeld van een professionele partij. Centraal stonden hierbij de volgende eisen: de website moest een visitekaartje voor de afdeling vormen, een handig en duidelijk communicatiemiddel zijn, en een overzichtelijke archieff unctie hebben. Dat de hervorming nut heeft bleek toen de afdeling een oproep online zette om mee te doen aan een project. Met succes: men meldde zich via de website aan. Hoewel het keer op keer lastig blijkt te zijn om mensen met archeologische belangstelling te binden aan de AWN, heeft deze methode dus succes gehad.

Met het oog op ledenwerving en het vergroten van het draagvlak voor (regionale) archeologie, is het dus zeker interessant om de afdelingswebsites goed bij te houden. Hoewel veel afdelingen in meer of mindere mate online actief zijn middels een eigen website, bleek dat niet elke afdeling bekend is met hoe deze het beste opgezet en onderhouden kan worden. Daarom zal over dit onderwerp een handleiding worden rondgestuurd, wat het hopelijk makkelijker maakt om afdelingswebsites beter te runnen.

Ad Brand vertelde over de zichtbaarheid van AWN op internet en social media. Hij pleitte voor een actiever gebruik van Facebook.

Resultaten

Uit de afgevaardigdendag blijkt dat er binnen de AWN hard aan de weg getimmerd wordt als het gaat om samenwerkingen met andere organisaties. Goed nieuws, want uit ervaringen van afdelingen met een goed netwerk blijkt dat dit loont. Het contact met musea is een aandachtspunt voor de afdelingen; als dit contact aangehaald wordt, kan dit niet alleen leiden tot een betere samenwerking maar ook tot het eff ectiever werven van nieuwe leden. Ledenwerving kan daarnaast ook gestimuleerd worden door de online pagina’s van de AWN en haar afdelingen te professionaliseren en vervolgens goed bij te houden.

De verenigingsstructuur blijft vooralsnog een vraagstuk waarvoor nog geen definitieve oplossing is bedacht. De enquête die hiervoor in het leven geroepen is zal uitkomst moeten bieden. De resultaten die hieruit voortkomen zullen meegenomen worden op de aankomende ALV, waar de verenigingsstructuur opnieuw een agendapunt zal zijn.

VAN DE VERENIGING NIEUWS

Bijna zeventig jaar Westerheem nu online

Tot 2017 gaf de AWN zes keer per jaar het tijdschrift Westerheem uit: sinds 1952 maar liefst 65 jaargangen van elk zes nummers. Deze enorme schat aan informatie is nu online beschikbaar via de website van de AWN, www.awn-archeologie.nl. U vindt dit Westerheem-archief via ‘Onze Bladen’ in het hoofdmenu. Hier kunt u alle nummers van Westerheem digitaal doorbladeren, lezen en met een simpele zoekfunctie doorzoeken. Ook kunt u printen en jaargangen downloaden. Registers, zoals die door de jaren heen in druk verschenen, helpen u ook nu waar nodig nog op weg.

Uiteraard zal de belangstelling voor artikelen van bijvoorbeeld studenten en andere onderzoekers primair liggen bij nog steeds actuele artikelen uit het recente verleden. Maar wie vooral op zoek is naar AWN-nostalgie komt in onze digitale archieven ook ruimschoots aan zijn of haar trekken. Geniet bijvoorbeeld van de heldere opdracht die dr. A. Bijvanck, hoogleraar aan de Universiteit Lei-

den en voorzitter van de Rijkscommissie voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, de pas opgerichte AWN in het eerste nummer van Westerheem (januari 1952) meegaf: ‘Naast geestdrift en overleg zullen de leden van de nieuwe vereniging veel doorzettingskracht nodig hebben. Waar belangstelling voor oudheidkundige vondsten aanwezig is, moeten zij leiding geven en aanvuren. Verder moeten zij verzamelen en aantekenen wat wordt ontdekt. De neiging, die nu eenmaal bij velen bestaat, om het gevondene achter te houden moeten zij tegengaan. Vooral zullen zij veel onverschilligheid, gebrek aan inzicht, tegenwerking wellicht moeten trachten te overwinnen.’

Van alle jaargangen Westerheem ontbreekt nu alleen nog die van 2005 in ons digitale archief, evenals enkele jaarregisters. Die worden zo snel mogelijk toegevoegd.

Binnenkort komt ook de eerste jaargang van Archeologie in Nederland en AWN Magazine online beschikbaar.

Enquête over betere structuur organisatie AWN

In de afgelopen jaren is het landelijk bestuur van de AWN druk bezig geweest met externe relaties en de belangenbehartiging voor de Nederlandse archeologie. Hierin hebben we verschillende successen mogen vieren. Uiteraard is het ook belangrijk om intern te kijken naar de organisatorische en be-

stuurlijke kracht van de AWN als landelijke vereniging. Hoe groter deze kracht, hoe beter het bestuur alle AWN-werkgroepen kan faciliteren op het gebied van contact met de lokale overheid, subsidies en educatie. Maar ook hulp bieden bij geschillen en PR&C zaken zoals nieuwsbrieven en ledenwerving. Wij wil-

len én kunnen veel voor de leden van onze vereniging betekenen. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is natuurlijk wel dat we elkaar kunnen vinden. Hoe weet een werkgroep wat wij voor hen kunnen doen? En hoe weet het bestuur wat er bij de werkgroep leeft? De vraag rijst of de huidige AWN structuur ons nog in staat stelt om alle leden optimaal te kunnen faciliteren.

Tijdens de Afgevaardigendag, vorig jaar november in Amersfoort, is daarom een landelijke enquête aangekondigd waarmee we het draagvlak voor eventuele wijzigingen in de structuur van de AWN in kaart willen brengen. Deze enquête wordt per e-mail naar zo veel mogelijk leden verzonden en is te vinden op de homepage van de AWN-website. Uw mening als lid van de AWN is belangrijk voor de vereniging. Neem daarom alstublieft vijf minuten de tijd om de vragen in deze enquête te beantwoorden. Wij verzamelen en analyseren alle antwoorden en presenteren onze toekomstplannen tijdens de Algemene Ledenvergadering, die op 13 april in Enschede wordt gehouden.

Jan Verhagen

Melden van AWN-onderzoeken onder nieuwe Erfgoedwet

Met de invoering van de Erfgoedwet op 1 juli 2016 kregen verenigingen voor amateurarcheologie een zelfstandige plek in de wetgeving. Waar voorheen in bepaalde gevallen gravend onderzoek kon worden gedaan na toestemming van de RCE en onder haar opgravingsbevoegdheid, is nu alleen nog een melding noodzakelijk. In welke gevallen dit kan, is nader geregeld in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Besluit Erfgoedwet Archeologie. Het proces van uitwerking van de regels loopt nog steeds. Tijd voor een tussenstand.

Bij invoering van de nieuwe Erfgoedwet werd voor opgravende instanties, zoals archeologiebedrijven en sommige gemeenten, de toe te kennen opgravingsbevoegdheid vervangen door een te verwerven certificaat. Het opgravingsverbod werd opnieuw verwoord als zijnde van toepassing op niet gecertificeerde (rechts) personen. Hierop zijn echter ook uitzonderingen mogelijk. In de wet is het verder simpel gehouden en aangegeven dat de uitzonderingen verder worden bepaald in een AMvB. Voor deze uitzonderingen is de AMvB Besluit Erfgoedwet Archeologie (BEA) opgesteld (zie kader).

Zelf bewaken

Door de invoering van de Erfgoedwet veranderde de formele positie van verenigingen voor amateurarcheologie. In de oude situatie moest toestemming worden gevraagd om een opgraving te mogen uitvoeren. In de nieuwe situatie is er sprake van een meer

zelfstandige verantwoordelijkheid. Dit brengt met zich mee dat verenigingen ook zelf moeten bewaken dat ze aan de gestelde voorwaarden voldoen.

Die voorwaarden zijn in grote lijnen geformuleerd (zie kader), maar in de uitwerking bleken diverse praktische zaken nog onduidelijk te zijn. Deze moeten dus nog worden gedetailleerd. Zo was de wijze van melding bij de invoering van de wet nog niet geregeld. Enkele afdelingen van de AWN hebben dit aanvankelijk opgelost door een eenvoudig eigen formulier aan de RCE-consulent van het betreff ende gebied te sturen. Later kwam de RCE met het verzoek om dit via ‘eHerkenning’ rechtstreeks in Archis in te voeren, zoals archeologiebedrijven dat ook doen.

Aanloopproblemen

Dit heeft nogal wat aanloopproblemen gehad, maar nu is de te volgen weg duidelijk. Voor ons als AWN houdt dit op hoofdlijnen het volgende in:

Gebruik van eHerkenning is gebonden aan natuurlijke personen, maar wel namens onze vereniging ‘AWN, Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie’, gekoppeld aan ons KvK-nummer.

Het is van belang dat er binnen elke AWN-afdeling die zelfstandig onderzoek doet minimaal één door het afdelingsbestuur aangewezen persoon is die de invoer in Archis doet. Deze persoon zal daarvoor gaan beschikken over een zogenaamd eHerkenningsmiddel.

Zelfstandige AWN-opgraving op een vrijgegeven deel van Park Reehorst in Ede in 2016.

Aanvragen van een eHerkenningsmiddel kan bij verschillende bedrijven. De AWN werkt we met CreAim-Reconi. Er is een beperkt bedrag aan kosten aan verbonden. Deze worden gedragen door het Landelijk Bestuur.

Tussen de aanvraag en het beschikbaar hebben van het eHerkenningsmiddel zitten doorgaans slechts enkele dagen. Het eHerkenningsmiddel is op naam, is gekoppeld aan het eigen e-mailadres en werkt met een wachtwoord.

Als AWN hebben we een korte handleiding gemaakt waarin is aangegeven hoe je stap voor stap het E-herkenningsmiddel kunt aanvragen en hoe het na de honorering van de aanvraag verder gaat. Voor deze handleiding kun je contact opnemen met Jan Verhagen, voorzitter.awn17@google.com.

De RCE is bereid om een speciale Archis3-cursusbijeenkomst te organiseren voor leden van de AWN die in Archis zullen gaan werken. Daarover zal het Landelijk Bestuur contact opnemen met degenen die een E-herkenningsmiddel hebben verkregen.

Lastig

Behalve de wijze van melden via Archis zijn er ook andere punten die onder de nieuwe wet nog nader moeten worden geregeld. Zo is de Erfgoedinspectie bezig met het opstellen van een ‘Toetsingskader opgravingen door verenigingen voor amateurarcheologie’. Als AWN hebben we gereageerd op een eerste concept. Een aandachtspunt betreft de gevallen waarin we mogen graven. Naar de geest van de wet zouden we zeggen: in die gevallen waarin het bodemarchief ongezien verstoord dreigt te worden. Maar er spelen verschillende randvoorwaarden en de afstemming op de procedures van de omgevingsvergunning is lastig, ook voor de inspectie. Ook de reeds lang lopende discussie over het doen van archeologische grondboringen komt hierbij weer naar voren. Dit is momenteel punt van overleg tussen AWN en RCE. Zodra er meer duidelijkheid is, komen we hierop terug in AWN Magazine.

Warm en droog weer bij de AWN-opgraving in Park Reehorst te Ede.

Besluit Erfgoedwet Archeologie (BEA) in een notendop

In het BEA staan onder andere universiteiten, metaaldetectie en verenigingen voor amateurarcheologie als uitzonderingen op het opgraafverbod genoemd. Hiervoor moet men echter wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Voor verenigingen voor amateurarcheologie gelden vooral de volgende voorwaarden:

Van het te onderzoeken terrein moet zijn vastgesteld dat nader archeologisch onderzoek niet vereist is.

Het onderzoek mag niet in opdracht van een derde plaatsvinden.

Het onderzoek mag niet plaatsvinden op een beschermd archeologisch monument.

Aanvang en de eerste bevindingen van het onderzoek moeten tijdig worden gemeld bij de RCE.

De verrichte onderzoekshandelingen en de aangetroffen vondsten moeten worden gedocumenteerd. De vondsten moeten ook worden geconserveerd.

Binnen twee jaar na voltooiing van de opgraving worden vondsten en documentatie overgedragen, meestal aan het depot van gemeente of provincie.

Er wordt een rapport met resultaten opgesteld dat binnen twee jaar na afloop van de opgraving wordt overlegd aan de RCE, het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente en het betreffende archeologisch depot.

Over de auteur Jan Verhagen is sinds 1980 lid van AWN. Momenteel is hij voorzitter van afdeling 17 – Zuid-Veluwe en Oost-Gelderland. Hij werkt als buitenpromovendus van de Vrije Universiteit aan een proefschrift over Romeinse waterwerken in de Rijn-Maas delta.

Een in Archis aangemeld AWN-onderzoekje in Bennekom in april 2018, na een melding van puinvondsten bij de gemeente.

Frans Pouwel

Romeinse weg

Romeins

Valkenburg opnieuw vol verrassingen

Iedereen met een zwak voor archeologie zal het meteen herkennen, zeker als je een AWN’er bent. Je ziet een aantal mensen in oranje hesjes, een graafmachine en een hoop opgeworpen zand en het eerste wat je denkt is: een opgraving! Zeker als dit gebeurt in een omgeving waar echt wat te verwachten valt. Zo ook afgelopen najaar, toen ik de verbindingsweg nam tussen de A44 en Katwijk, een weg die dwars door ‘Romeins Valkenburg’ (De Weerdkampen) loopt. Nieuwsgierig geworden ben ik ter plekke meteen op onderzoek uitgegaan.

Een van de hoogtepunten: de Romeinse weg. In de eerste weken was het nog maar de vraag of die ook gevonden zou worden. Uiteindelijk werd het een stuk van ruim 120 meter.

Ik sprak met projectleider Jeroen Loopik, die senior KNA-archeoloog is bij ADC ArcheoProjecten. Hij nam de tijd om uit te leggen wat er gebeurde en bevestigde dat er archeologisch onderzoek plaatsvond naar Romeinse resten van bebouwing en mogelijk zelfs de Romeinse limesweg. Ik ben gepensioneerd en heb tijd genoeg, dus ik vroeg hem of het mogelijk was om als vrijwilliger mee te helpen. En hoewel Jeroen niet kon garanderen dat er altijd wat te doen was, mocht ik toch langskomen!

Publiek ervaart tijdens de open dag hoe de Romeinen hun palen zo diep in de grond kregen.

Ongekend compleet

De opgraving Weerdkampen grenst aan het opgravingsgebied van een grootschalig onderzoek dat al in de jaren tachtig is uitgevoerd. Tijdens dit eerdere onderzoek, dat de naam Marktveld kreeg, zijn de restanten aangetroff en van onder andere een klein fort, een grafveld, een nederzetting en de Romeinse weg. Deze resten waren niet de enige overblijfselen uit de Romeinse periode in de omgeving. In de jaren veertig werden direct onder de huidige kerk al de funderingen van een castellum gevonden en richting de brug over de Rijn naar Leiden is ruim 30 jaar later ook een nederzetting aangetroff en, de Woerd genaamd. Al met al geeft dit ons een ongekend compleet beeld van het Romeinse leven van toen.

De verwachting voor de opgraving waar ik aan mee mocht doen was hoog en gelukkig werden we niet teleurgesteld. Onder de vele vondsten zijn ook een aantal topvondsten, zoals een stuk muur met specie waarop een lineaire schildering zichtbaar is (uitzonderlijk in West-Nederland), een bronzen versiersel met een Minervakopje erop en een prachtig versierde terra sigillata schaal. Zelf heb ik een bouwoff er gevonden, een kommetje met hoogstwaarschijnlijk een off er tot voorspoed voor het huis, een compleet drinkbekertje en een groot deel van een walviswervel, dat mogelijk als bord is gebruikt. Natuurlijk waren er ook momenten dat ik – zoals Jeroen Loopik van ADC al had gewaarschuwd – niet veel meer kon doen dan kijken wat er gebeurde, maar ook dat was ontzettend interessant en leerzaam. Van het interpreteren van grondsporen en het aanleggen en afwerken van coupes tot het meekijken bij de aanleg van een put of vlak en het veiligstellen van vondsten: er was van alles te zien. Van de houten constructie, die in de Romeinse tijd ook al onder het maaiveld lag, is het meeste teruggevonden. Honderden houten palen staan nog steeds in de bodem, en geloof me: dat is een enorm indrukwekkend gezicht!

Landelijk nieuws

Eén van de pijlers van de provincie Zuid-Holland is het betrekken van het publiek bij archeologie. Vandaar ook dat we als vrijwilligers meewerkten aan de voorbereiding en uitvoering van open dagen, die de provincie organiseerde toen de ontdekking van de Romeinse weg volop in het landelijk nieuws was geweest. Daar was duidelijk grote behoefte aan, want binnen een paar dagen waren de 1100 beschikbare plaatsen al gereserveerd. Mede dankzij het prachtige weer en de goede organisatie werd het een groot succes. Er waren rondleidingen langs de meest aansprekende plekken op het opgravingsterrein, met als hoogtepunt natuurlijk de Romeinse weg die op dat moment al over zo’n 75 meter lengte open lag, en bezoekers kregen de mogelijkheid om vondsten te bekijken. Naast veel informatie over de opgraving zelf konden bezoekers ook zien hoe er in de Romeinse tijd riet werd gevlochten. Voor de echte waaghalzen was er zelfs de mogelijkheid om zich een Romeins kapsel aan te laten meten…

Aanrader

Ik kan echt iedereen aanraden om, zodra de mogelijkheid zich voordoet, als vrijwilliger aan een opgraving mee te werken. Fysiek kan het soms best zwaar zijn, de weersomstandigheden zijn lang niet altijd ideaal, er is niet altijd werk en je kunt niet zomaar even kiezen wat je wel of niet wilt doen. Realiseer je echter dat alles wat je doet bijdraagt aan de voortgang van de opgraving. Ik ben Jeroen Loopik en zijn collega’s van ADC dankbaar dat ik bij deze opgraving mocht aanschuiven. Ik realiseer me dat er fl ink wat druk bestond om het werk binnen de geplande tijd af te ronden, waardoor er vaak weinig tijd was voor begeleiding. Als vrijwilliger moet je altijd proberen om archeologen niet voor de voeten te lopen. Dat is soms best moeilijk, maar ook daar krijg je gaandeweg wel een gevoel bij. Dat de hulp van vrijwilligers gewaardeerd wordt, is in elk geval duidelijk. Ook ná de opgravingen nog, toen alle vondsten, vers uit de grond van de Weerdkampen, bij ADC in Amersfoort gewassen moesten worden. Ook hier deden natuurlijk weer AWN’ers aan mee!

Over de auteur

Frans Pouwel is actief als vrijwilliger in de archeologie en lid van AWNafdeling Leidschendam-Voorburg.

Vrijwilliger aan het woord: Berdie de Ruiter

Een ‘waterig’ bestaan

Ik ben van het bouwjaar 1955 en opgegroeid in het Haagse Moerwijk, tegen Rijswijk en Wateringen aan. In mijn jeugd begon ik met het verzamelen van pijpenkoppen die daar bij bouwprojecten uit de grond kwamen. Daarnaast had water altijd al een grote aantrekkingskracht: met bootjes roeien en wrikken op de sloten in het Westland en op de kanalen in de stad. De oude groenteveiling van Wateringen was daarbij veelal de uitvalsbasis. Platbodemschepen zoals de Westlander waren aan het uitsterven, maar nog net niet verdwenen. Zo kon je op het jaagpad langs de Erasmusweg nog een schuitje tegengekomen dat door een lange boom in een sleuf in het voor of dek werd voortgeduwd, het zogenaamde wegen of ‘truilen’ van Westlanders, op weg naar de veiling met groente en fruit. Water is sindsdien niet meer uit mijn leven verdwenen. Zowel als bewoner van de IJssel, maar ook op professioneel vlak, als havenmeester voor de gemeente Arnhem, speelt het water voor mij een belangrijke rol. Mijn eerste zelfstandige woning was een 20 meter

lange tjalk uit 1901, waarmee we weer terugkomen op mijn liefde voor geschiedenis. Duiken was met mijn ‘waterig’ bestaan niet zo’n vreemde zijstap. Als je de interesse voor historische schepen combineert met duiken, wil je al snel lid worden van de Landelijke Werkgroep voor Archeologie Onderwater. Maar hoe kom je aan een project waar je energie in wil steken, dat liefst niet te ver van huis is en duiktechnisch goed uitvoerbaar en veilig? Na een gesprekje met de stadsarcheoloog van Arnhem besloot ik met Rik Joziasse, mijn duikmaat, een poging te wagen om de verloren gewaande wrakdelen van de boomstamkano uit Meinerswijk te gaan zoeken.

Verloren kano’s

In de periode 1975-1978 waren er bij baggerwerk drie wrakjes gevonden: twee punterachtige bootjes en één ‘boomstamkano’ zoals die toen te boek stond. Na overleg met de gemeente Arnhem en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed mochten we zelf de wrakdelen (2,5 meter onder het zand!) uit deze verstoorde site opgraven. Wat een mooi avon-

Watergerelateerde opgravingen hebben Berdie de Ruiters voorkeur.

tuur was dat! Uiteindelijk leidden onze inspanningen tot het nieuwe inzicht dat de ‘kano’ een onderdeel van een schipmolen is geweest. Daarmee lijkt het eerste archeologische bewijs geleverd dat dit soort schipmolens werkelijk in de Nederlandse rivieren zijn gebruikt. Na de vondst van een bijpassende molensteen met gelijke datering, op een steenworp van het wrakje is dat wel héél erg waarschijnlijk geworden.

Bijzonder was ook de zoektocht naar Romeins materiaal in de afgraving de Bijland nabij Herwen en Aerdt op verzoek van archeoloog Jan Verhagen, voorzitter van AWN afdeling 17. Met assistentie van andere duikers zijn er grofweg 40 duiken gemaakt, helaas zonder Romeinse vondsten. Toch was deze samenwerking tussen LWAOW en Afdeling 17 voor mij een geweldig leuke en leerzame ervaring.

Mooie verhalen boven water brengen

Op dit moment onderzoeken we de resten van de Eldersluis in de Grift, waarschijnlijk het eerste speciaal als trekvaart aangelegde kanaal in Nederland. Het is tussen 1603 en 1611 tot stand gekomen, aan het begin van het Twaalfjarig Bestand. De Grift is aangelegd in een polderlandschap, haaks op de natuurlijke afwatering in oost-westelijke richting.

Het doorkruiste de Linge en liep van de Waal bij Lent naar de Rijn bij Elden. Na Maurits van Nassau is veel later ook Napoleon met zijn kanonnen langs deze route door de klei van de Betuwe getrokken. De historische Grift is bijna uit het landschap verdwenen, maar in het Wiel bij ’t Zwaantje, nabij Elden, zijn nog resten te vinden van twee oude sluisdeuren. Achter deze deuren ligt een ware legpuzzel aan baksteen als laatste bewijs van de in 1711 verspoelde schutsluis, die zo belangrijk was voor ontsluiting van het achterland en de beveiliging van de Betuwe tegen de onstuimige Rijn. Mijn mooiste vondst? Zonder twijfel zijn dat de zeven kanonnen van de Rooswijk, op de Noordzee in de Goodwin Sands tussen Ramsgate en Deal in 2017. Je bent dan de eerste die na 300 jaar deze kanonnen aanraakt. Wat een belevenis!

William ten Brink

Helinium met Tapijt van Vlaardingen genomineerd voor vrijwilligersprijs

Het zijn spannende tijden voor afdeling 8, AWN’s Archeologische Werkgroep Helinium in Vlaardingen, en alle andere vrijwilligers die keihard werkten en nog steeds werken aan het dertig meter lange Tapijt van Vlaardingen. Rond deze tijd wordt bekend of Helinium de nominatie voor de ‘Meer dan handen Vrijwilligersprijs’ voor dit indrukwekkende project heeft mogen omzetten in een echte bekroning. Bekendmaking van de winnaars en uitreiking van de prijzen in verschillende categorieën vinden plaats rond het uitkomen van dit AWN Magazine, op 15 februari door staatssecretaris Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De ‘Meer dan handen vrijwilligersprijzen’ worden sinds 2011 jaarlijks uitgereikt aan bijzondere en inspirerende (lokale) organisaties en projecten.

Bayeux

Hoewel bordurende archeologen en historici nog een betrekkelijk nieuw fenomeen zijn, is het niet voor het eerst dat vrijwilligers naald en draad ter hand nemen voor een indrukwekkend project. Zo kwam medio vorig jaar na 14 jaar werken door ongeveer 30 vrijwilligers de Flevowand gereed, een borduurwerk van 60 meter lang en een halve meter hoog waarop de geschiedenis van het oude Zuiderzeegebied wordt verhaald. In het Oost-Vlaamse Assenede werken vrijwilligers van de lokale erfgoedvereniging nog aan een honderd

meter lang tapijt waarop het 750 jaar oude liefdesgedicht Floris ende Blancefloer, wordt geborduurd: 85 taferelen over een verboden liefde in gekleurde wol op Vlaams linnen. Deze en andere projecten vinden hun oorsprong in de ‘Moeder van Alle Tapijten’, het vermoedelijk uit 1068 daterende Tapijt van Bayeux. Dit borduurwerk is 70 meter lang en een halve meter hoog en beeldt de geschiedenis uit van de slag bij Hastings in 1066, toen Willem de Veroveraar vanuit Normandië Engeland binnenviel en de Angelsaksische koning Harold versloeg.

Dezelfde steek

Helinium had ook nadrukkelijk dit Tapijt van Bayeux als voorbeeld voor ogen toen de afdeling het idee opperde om ter gelegenheid van de 1000-jarige herdenking van de Slag bij Vaardingen het ‘Tapijt van Vlaardingen’ te borduren. Zelfs de bijzondere borduursteek van Bayeux werd in Vlaardingen toegepast. Vele tientallen proeflapjes getuigden ervan, dat vrijwilligers eerst intensief moesten oefenen met deze voor hen nog onbekende steek.

Gelukkig hoefden de Vlaardingers niet blanco te beginnen. Er bestonden al vier getekende panelen over de Slag bij Vlaardingen in de stijl van Bayeux, voor een eerdere herdenking vervaardigd door illustrator John Rabou. Goed voorbeeld doet goed volgen. In het voorjaar van 2017 werden via sociale

media en pers belangstellende vrijwilligers voor het project geworven. Een ‘kopgroep’ koos na het opstellen van een projectplan het te gebruiken linnen, de wolsoort en natuurlijk de kleuren. Op 9 november 2017 werd de eerste steek gezet.

Sociale functie

De bedoeling van het Tapijt van Vlaardingen is uiteraard om de geschiedenis en de cultuur van Vlaardingen aandacht te geven en te laten voortleven door het maken, in stand houden en exposeren van een historisch zo verantwoord mogelijk wandtapijt. Het project had vooral in de afgelopen periode echter ook een sociale en culturele functie. Het borduren van het Tapijt was nadrukkelijk een groepsaangelegenheid. De deelnemers, uiteindelijk meer dan tachtig, kwamen uiteraard vooral om te borduren, maar omdat er veel gepraat en verteld werd over de slag en omdat de borduurgroep betrokken werd bij tal van activiteiten in het kader van Vlaardingen 1018, werden betrokkenheid en kennis van historie vergroot.

Inmiddels zijn alle activiteiten ondergebracht in de Stichting Tapijt van Vlaardingen. Want het werk is nog niet gedaan. Voor de viering van 750 jaar stadsrechten Vlaardingen in 2023 moet ook dit belangrijke historische feit nog in het Tapijt verwerkt worden. Best kans dat ‘Vlaardingen’, in elk geval in lengte, ‘Bayeux’ ooit nog eens zal evenaren.

Brochure over metaaldetectie in de maak

Het project PAN, Portable Antiquities of the Netherlands, bereidt met steun van de AWN en de organisaties voor detectorhobbyisten DDA en Coinhunters Company, de uitgave voor van een informatiebrochure met een gedragscode over metaaldetectie. Daarin moet de grote waarde van zoekers voor de archeologie worden benadrukt, maar ook het belang van spelregels, afspraken en wetten. De brochure kan onder meer via verkopers van metaaldetectoren worden verspreid. Zo beschikken mensen die nieuw zijn in deze snelgroeiende hobby en er nog weinig tot niets van afweten, gelijk met hun gloednieuwe detector ook meteen over alle relevante informatie.

Gedragscode

De brochure is een vervolg op bijeenkomsten die PAN eerder met de betrokken organisaties had over vondstmeldingen (‘wat en waar melden'). ‘Toen kwamen we niet tot een actie, maar ik vind wel dat dit moet worden afgesloten met een concreet product’, aldus dr. Stijn Heeren, coördinator van PAN. In Engeland heeft een soortgelijke brochure voor detectoramateurs de vorm van een gedragscode, die onderschreven wordt door instanties, grondeigenaars, en detectorclubs. ‘Wellicht

kunnen we onze brochure de ondertitel “Gedragscode verantwoorde metaaldetectie” meegeven’, aldus Heeren. De AWN heeft de afgelopen jaren op eigen initiatief al een eigen flyer verspreid via winkels voor metaaldetectie-apparatuur. Het landelijk bestuur van de vrijwilligersorganisatie ondersteunt het initiatief van PAN voor een brochure en zal haar leden die zoeken met een metaaldetector adviseren de gedragscode te volgen.

Spanning na een piep

Metaaldetectie is inmiddels een populaire hobby in Nederland. Naar schatting lopen er inmiddels tussen de 3000 en 7000 mensen met enige regelmaat buiten met een detector, vaak in de hoop op iets ouds of iets waardevols en altijd met de spanning die volgt op een veelbelovende piep van de detector. Op zijn minst halen detectoramateurs rommel uit de bodem, waaronder ook voor het milieu bar slechte metalen als lood en zink. Wie vondsten van archeologische waarde doet (en meldt), draagt bovendien bij aan onze kennis over het verleden. Metaaldetectie is dus goed, spannend en belangrijk, maar zeker niet vrijblijvend. De brochure moet ervoor zorgen dat detectoramateurs de regels niet alleen kennen, maar ook volgen.

Het boekje presenteert daarom eerst een uitgebreid overzicht van alle wetten en regels voor metaaldetectie op basis van Erfgoedwet, Algemene Plaatselijke Verordeningen en gemeentelijke erfgoedverordeningen. Dat is overigens minder saai dan het klinkt, want de materie wordt voor gebruikers uiterst toegankelijk gemaakt met behulp van aansprekende voorbeelden. Aparte aandacht is er (bijna vanzelfsprekend) voor wapens en munitie. Andere hoofdstukken besteden onder meer aandacht aan voorbereiding, omgang met archeologische vondsten (schoonmaken, vervoeren en bewaren) en melden (hoe en waar). Ten slotte geeft de brochure en uitgebreid overzicht van verenigingen, forums en instanties op het gebied van archeologie, metaaldetectie, vondstmeldingen en determinatie. Het is nog niet bekend wanneer de brochure uitkomt.

VAN DE AFDELINGEN NIEUWS

AWN Arnhem bouwt schuttersput WOII

De werkgroep WOII van AWN-afdeling 17 –Zuid-Veluwe en Oost-Gelderland heeft eind vorig jaar in een bosgebied bij Oosterbeek een schuttersput aangelegd nabij de plek waar eerder restanten van geallieerde schuttersputten uit september 1944 (Slag om Arnhem) werden ontdekt. De aanleg werd uitgevoerd op verzoek van grondeigenaar Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK), die ook het bouwmateriaal ter beschikking stelde. Inspiratie voor de opbouw van de nieuwe schuttersput werd gevonden in een Infantry Manual van het Engelse War Office uit 1944, waarin een ‘two-man weapon slit’ werd beschreven. Vanwege de toegankelijkheid en de veiligheid (diepte) werden de maten van de nieuwe schuttersput aangepast.

In 2017 was de Arnhemse AWN-afdeling al op zoek geweest naar sporen uit de Tweede Wereldoorlog op het landgoed Oorsprong in Oosterbeek. Dit veldonderzoek resulteerde in een rapport op basis waarvan het GLK archeologische locaties beter kan beschermen. In het verlengde van dit onderzoek zocht GLK naar een manier om de bezoekers van het landgoed op een gepaste wijze te informeren over de aanwezigheid van de sporen uit de oorlog. De AWNafdeling stelde zelf voor om een schuttersput te reconstrueren.

Nadat de positie van de put op basis van militaire overwegingen (zichtlijnen) was

vastgesteld, is met een diepzoeker de ondergrond op de aanwezig van metalen voorwerpen onderzocht. Terwijl de schuttersput op diepte werd gebracht zijn de twee lange zijwanden in elkaar getimmerd. De planken voor de korte wanden werden op de juiste breedte gebracht in verband met de gewenste tapse vorm. Na op diepte te zijn aangekomen werden met vereende krachten de twee langswanden geplaatst. Vervolgens zijn de kopwanden ingevuld. Tot slot is alles aangevuld tot de goede diepte en zijn de wanden afgevuld.

De gereconstrueerde schuttersput en een informatiepaneel informeren bezoekers van landgoed Oorsprong voortaan over zichtbare sporen uit de bijzondere septemberdagen van 1944. De inventarisatie die de werkgroep WOII van de AWN regio Arnhem hiervan maakte verscheen ook als verslag. Dat behandelt de eerste fase van het onderzoek waarin historisch onderzoek naar de gevechtshandelingen in het gebied samengaat met een gedetailleerde analyse van verkenningsluchtfoto’s, aangevuld met de registratie van resten van schuttersputten zoals die vandaag de dag nog in het landschap zichtbaar zijn (Martijn Reinders/Werkgroep WO2 AWN 17 (2018), ‘Project Landgoed Oorsprong. Historie en archeologie van schuttersputten langs de Oorsprongbeek te Oosterbeek’, in opdracht van Geldersch Landschap & Kasteelen).

De prachtig gereconstrueerde schuttersput in het bos bij Oosterbeek, een idee van AWN-afdeling 17.

AWN-publicatie met historisch onderzoek naar alle gevechtshandelingen.

Adressenlijst landelijk bestuur

Alg. voorzitter H.G. (Gajus) Scheltema, Jan Muschlaan 35, 2597 TP ’s-Gravenhage, tel. 06 · 2896 0729, e-mail: voorzitter@awn-archeologie.nl

Vice-voorzitter W. (Wim) Schennink, Vossenberglaan 29, 6891 CJ Rozendaal (Gld), tel. 026 · 361 03 34, e-mail: Schennink-dekker@hetnet.nl

Alg. secretaris H. (Henk) Kluitenberg, Grebbeweg 24-A, 3911 AW Rhenen, tel. 0317 · 613 050, e-mail: h.kluitenberg@caesar-advies.nl

Alg. penningmeester H.J. (Harmen) Spreen, De Pauwentuin 19, 1181 MP Amstelveen, tel. 020 · 453 70 21, e-mail: hspreen@xs4all.nl, IBAN: NL40INGB0000577808, t.n.v. penningmeester AWN

Alg. bestuurslid R. (Renger) van de Hoef, Bloemaartsbeemd 16, 5121 SW Rijen, tel. 06 · 1546 2460, e-mail: rengervandehoef@gmail.com

Bestuursleden

Veldwerkeducatie C. (Channa) Cohen Stuart, Lindeboom 45, 4101 WG Culemborg, tel. 06 · 4505 9916, e-mail: channacs@me.com

LWAOW W. (Willem) de Rhoter, Noordersingel 74, 8917 BB Leeuwarden, tel. 06 · 2376 0356, e-mail: rhoterw@hetnet.nl

PR en Communicatie P.H.A. (Paul) Flos, Avenbeeck 91, 2182 RV Hillegom, tel. 06 · 2434 3859, e-mail: prcommunicatie@awn-archeologie.nl

Hoofdredacteur Archeologie in Nederland en AWNMagazine W.G. (William) ten Brink, Valutaboulevard 87, 3825 BS Amersfoort, tel. 06 · 4613 9670, e-mail: william.ten.brink@archeologienl.nl

Belangenbehartiging J.P. (Paul) van Wijk, Reggestraat 11, 7523 CP Enschede, tel. 053 · 431 40 41, e-mail: pw566@hotmail.com

Projecten en externe relaties H. (Henk) Hegeman, Gerrit Rietveldlaan 59, 2343 MB Oegstgeest, tel. 06 · 3308 4721, e-mail: hehehegeman@gmail.com

Kijk op www.awn-archeologie.nl voor: – de contactgegevens en het activiteitenoverzicht van de 24 regionale afdelingen van AWN – nabestellen AWN-uitgaven

AWN-lidmaatschapen 2018

A basislidmaatschap € 55,00

B jongerenlidmaatschap 14 t/m 27 jaar € 30,00

C huisgenootlidmaatschap

€ 25,00

Basisleden en jongerenleden hebben de volgende rechten:

– Toezending van de tijdschriften Archeologie in Nederland en AWN Magazine (5 maal per jaar)

– AWN-verzekering (tot en met 75 jaar) bij AWNactiviteiten en AWN-opgravingen

– Toegang tot de landelijke en de afdelingsactiviteiten van de AWN

– Toegang tot de Algemene Ledenvergadering met stemrecht

Huisgenootleden hebben alleen de drie laatstgenoemde rechten. Een huisgenootlidmaatschap kan alleen gekoppeld worden aan een basislidmaatschap op hetzelfde adres.

Lidmaatschappen gelden per kalenderjaar en kunnen op elk gewenst moment ingaan. Bij een aanmelding vóór 1 augustus worden de reeds verschenen edities (maximaal 3) van onze tijdschriften nagezonden. Een ná 31 juli ingaand lidmaatschap geeft recht op 60% korting, tenzij de eerder dat jaar verschenen tijdschriften nagezonden moeten worden.

Na aanmelding wordt u ingedeeld bij de afdeling waar uw woonplaats onder valt, tenzij u graag bij een andere afdeling wilt worden ingedeeld. Dit kunt u bij uw aanmelding aangeven.

Meer informatie over lidmaatschappen: H. Kluitenberg, landelijk secretaris AWN, Grebbeweg 24-A, 3911 AW Rhenen, tel. 0317 · 613 050 (tijdens kantooruren, na 10.30 uur), e-mail: h.kluitenberg@ caesar-advies.nl

Voor het nasturen van tijdschriften kunt u contact opnemen met de landelijk secretaris, H. Kluitenberg (zie hierboven).

De AWN is een algemeen nut beogende instelling (ANBI).

AWN MAGAZINE

De archeologie in Nederland is voortdurend in ontwikkeling. Sinds bij wet is vastgelegd dat archeologisch onderzoek moet plaatsvinden voordat de bodem verstoord wordt, vinden er meer projecten plaats dan ooit. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor nieuwe onderzoekstechnieken waarbij niet gegraven hoeft te worden. Ook oude opgravingen blijken vaak nog een schat aan informatie te bevatten. De kennis die archeologisch onderzoek oplevert, leert ons over de vele duizenden jaren bewoning door de mensen die voor ons kwamen. Wie waren deze mensen? Wat aten zij, hoe woonden ze en wat voor kleding droegen ze? Wat kunnen we herleiden van hun gewoonten en rituelen? Het archeologisch onderzoek van de Nederlandse bodem leidt voortdurend tot nieuwe ontdekkingen en inzichten.

De AWN is de belangenorganisatie voor belangstellenden in de archeologie, archeologiebeoefenaars en archeologievrijwilligers. De vereniging wil een schakel zijn tussen archeologie en publiek en tussen archeologie en beleid en ziet het als haar maatschappelijke taak om archeologie als bron van kennis over ons verleden te laten leven in het heden en te behouden voor de toekomst. Dit doet de AWN door bij te dragen aan de kennis over archeologie, die kennis uit te dragen en publieke betrokkenheid te bevorderen, en door de belangen van het archeologisch erfgoed te behartigen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.