Beek%20handleiding%20 %203e%20graad

Page 13

NAVERWERKING IN DE KLAS

KRINGGESPREK EN EXTRA OPDRACHTEN Van het moment dat u na het beekonderzoek terug in de klas bent, kunt u een klassikale nabespreking houden. Aan de hand van het ingevuld werkboekje wordt het programma van het beekonderzoek overlopen en worden vragen beantwoord waar nodig. U kunt dan tevens de extra opdrachten, tips en tekstjes met de leerlingen doen en bespreken. De volgende opdrachten en weetjes worden extra aangeboden:

WATER Voor in de klas: Wat is beter voor het leven in de beek: koud of warm water? Waarom?

Koud water is beter, omdat dan meer zuurstof in het water Aanwezig blijft. Hoe warmer, hoe minder zuurstof. Denk maar aan een hete zomerdag, dan heb je precies geen lucht. Zo is dat ook in de beek! Stroomsnelheid is de afstand die het water aflegt per tijdseenheid en geeft aan hoe snel het water op een bepaalde plaats stroomt. Voor in de klas: Bereken nu welke afstand het stokje aflegde per seconde. Afstand = 10 meter Tijd = …….. seconden Stroomsnelheid = afstand (in meter) gedeeld door tijd (in seconden) = …….. m / s

WATERPLANTEN Met waterplanten bedoelen we alle planten die in of op het water groeien. Zo kun je op het water kroos en waterlelies zien drijven. Op de bodem van de beek groeit waterpest. En aan de waterkant groeien riet, lisdodde en gele lis

U kan dit soort weetjes samen in de klas lezen. 13


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.