
4 minute read
Terug in Utrecht
Het voelde als thuiskomen. De opening van het academisch jaar van de PThU vindt al jaren plaats in de Utrechtse Janskerk, maar op deze vrijdag 31 augustus wisten docenten en studenten zich aanstaande medebewoners van de kerk.
Het welkom was deze middag dan ook hartelijk. De Utrechtse onderwijswethouder Eelco Eerenberg (D66) zag in zijn openingswoord de komst van de universiteit duidelijk als een aanwinst voor zijn stad: ‘Als gemeente kijken we naar de toekomst. Dat doen we graag samen met een instelling die zich bezighoudt met de grote vragen van het leven.’ Hij vertelde hoe zijn inbox volstroomt met berichten van mensen die weinig vertrouwen hebben in de instituties: ‘De vraag: wat gun ik de ander, maakt steeds vaker plaats voor: wat is er voor mij? Zo kunnen we geen stad, zo kunnen we geen samenleving zijn.’ Sociale cohesie is belangrijk, benadrukte hij, en hij putte daarbij uit een taalveld dat nauw aansloot bij dat van de aanwezigen: ‘barmhartigheid’, ‘het brengen van een offer’… ‘U kunt de volgende generatie helpen hier een beetje beter in te worden’, verwachtte Eerenberg.
De wethouder was zijn toespraak begonnen met een duidelijk statement: ‘Uw universiteit is terug in Utrecht.’ Hij refereerde daarmee natuurlijk aan het eerdere verblijf van de PThU (2007-2012) in onder meer deze stad en wellicht ook aan de kerkelijke opleiding van de Nederlandse Hervormde Kerk, die daaraan vooraf ging. In zijn bijdrage dook kerkhistoricus van de PThU nog wat verder de geschiedenis in, namelijk naar het begin van de achtste eeuw. Utrecht is de stad van Willibrord, de man met wie de theologie in Nederland begon, aldus Gert van Klinken. Hij schetste de eerste aartsbisschop op het huidige Nederlandse grondgebied als een buitenstaander: ‘Hij doet denken aan mensen die nieuw bij de kerk komen. Ze nemen hun eigen taal mee.’

Taalveld
Van Klinken legde daarmee een link met het thema van deze middag. In een forum onder leiding van masterstudent Dorien Keus poogden Nicolien Luitwieler (predikant in Willemstad en promovendus aan de PThU), Ruth Six (predikant in Nieuwegein-Noord) en theoloog des vaderlands Kees van Ekris het lastige begrip ‘diepgewortelde spiritualiteit’ te duiden. In een wereld waarin iedereen weer wat anders gelooft en veel mensen zoekende zijn, wordt van spirituele leiders, zoals predikanten, steeds meer verwacht, zei Luitwieler. Diepgewortelde spiritualiteit maakt mogelijk dat ze zich staande houden. Ze benadrukte hoe belangrijk het is om de taal van de ander te spreken. Een goed voorbeeld daarvan is de taal die paus Franciscus in toespraken ten overstaan van moslims gebruikt, vertelde ze. Six merkt dat haar gemeenteleden het moeilijk vinden om hun geloof te verwoorden. ‘Gemeenteleden willen woorden aangereikt krijgen. De woorden die ze hebben meegekregen, werken niet altijd meer.’ Ook zijzelf is zich voortdurend bewust van het belang van relationele taal, zei ze: ‘Wat heb ik eigenlijk te zeggen tegen mensen in een ander taalveld?’
Van Ekris bewoog zich het afgelopen jaar in maar liefst tien verschillende werelden, ieder met een eigen taal en traditie, waaronder het theater, de marechaussee op Schiphol en de Bunnikside van FC Utrecht. Deze confrontaties met andere taalvelden zijn ontregelend, aldus Van Ekris: ‘Ze voorkomen dat ik gemakkelijke antwoorden geef. Maar ze dagen mij ook uit om de beste theologie uit mijn eigen traditie beschikbaar te stellen.’ Hij noemde als voorbeeld dat hij een dag meeliep met FC Utrecht-fan Michel: ‘Hij leidde me rond in zijn wijk, waar de huizen inmiddels zo duur zijn dat de eigen bewoners ze niet meer kunnen betalen. Ik hoorde bij hem een kyrie: zie mij, ontferm je over mij.'

Een introïtus hoorde hij in het clublied: ‘Zondag is ons daggie.’ Hij kwam dit jaar in aanraking met allerlei diepreligieuze thema’s, vertelde hij: ‘Onze kwesties zijn de kwesties van de samenleving.’
Plusjes
Tijdelijk rector Klaas Spronk stond in zijn ‘fata en data’ stil bij de actualiteit. De universiteit telt momenteel 236 studenten. Het hopelijk tijdelijk ontbreken van een eigen zelfstandige bachelor maakt dat de PThU dit jaar niet profiteert van de opvallende stijging van het aantal eerstejaars theologiestudenten in Nederland. Wel kan de universiteit mooie plusjes noteren bij de masterstudenten (10% meer) en de zij-instromers (40% meer). Goed nieuws was er ook van het onderzoeksfront: ‘De visitatiecommissie stak ons een hart onder de riem met de mededeling dat we op de goede weg zijn. De energie spat er bij de PThU vanaf, aldus de commissie.’ Spronk kondigde een jaarlijkse Willibrordlezing aan, die traditie en toekomst moet verbinden.
