5 minute read

‘God is meertalig’

door Elise Alberts, promovendus aan de PThU

Ik spreek LJ op een vrijdagmiddag in haar studentenhuis waar ze samen met andere mensen uit haar kerk woont. Ze is opgegroeid in een Brits-Nederlands gezin en heeft altijd in Nederland gewoond, waarmee ze een interessante casus is voor mijn onderzoek naar meertalige christenen. Hoewel LJ beide talen even goed beheerst, is ze lid van een Engelstalige kerk, leest ze de Engelstalige Bijbel, luistert ze naar Engelstalige praise en leest ze Engelstalige theologen. Het Nederlands, zo vertelt ze mij, voelt onecht en past niet bij haar beeld van God. De Heilige Geest klinkt spookachtig terwijl Holy Spirit warmte met zich meedraagt. Als we samen in gebed gaan, doet zij dat in het Engels en ik in het Nederlands. Toch zijn er ook momenten wanneer het Nederlands wél een rol speelt in haar geloofsleven – wanneer er toch Nederlandse woorden opkomen in gebed en wanneer ze met haar Nederlandstalige vrienden over het geloof praat. Ze vindt het zelf niet heel gek: ‘Hij [God] is meertalig’, zegt ze lachend.

Meertaligheid is wereldwijd de norm, niet de uitzondering: een meerderheid van de wereldbevolking groeit op met twee of meer omgangstalen. Sommigen groeien op met ouders die allebei een verschillende taal spreken. Anderen spreken één taal in het gezin, maar spreken op school en met hun vrienden weer een andere taal. Nog heel veel anderen weten feilloos te schakelen tussen de verschillende talen op de markt, werk en thuis. Het is dus lang niet vanzelfsprekend om eentalig opgevoed te worden. Ook in het geloofsleven betekent dit dat er meerdere communicatiemogelijkheden zijn om God te aanbidden of om samen met anderen Hem op te zoeken in bijvoorbeeld een kerkdienst of een bijbelkring. In evangelisatie wordt er vaak benadrukt dat het belangrijk is om de Bijbel te lezen in de ‘taal van je hart’; de taal die het meest intiem is en waarmee je het dichtst bij God kan komen. Maar, staat die taal van je hart altijd gelijk aan je moedertaal? En kun je meerdere hartentalen hebben?

Kabbelende beekjes

In mijn onderzoek stel ik de vraag wat voor impact meertaligheid kan hebben op je geloofsbeleving en hoe meertalige christenen door hun geloof navigeren. Bij LJ zagen we bijvoorbeeld dat een taal associaties met zich meedraagt die een ander beeld van God bevatten. Zo beschrijven mensen bijvoorbeeld dat het gebruik van een andere taal hen een andere blik op het geloof geeft. Voor een aantal Nederlandstaligen die ik heb gesproken in mijn veldwerk voelt het Engels, een taal die ze pas later in hun leven hebben geleerd, als meeromvattend en krachtiger. Dit resoneert beter met hun beeld van een almachtige God. In sommige gevallen kan een eerste taal zijn kracht verliezen doordat de woorden een bepaalde emotie met zich meedragen die niet (langer) past bij hoe mensen hun relatie met God beschrijven. Wanneer ik met Mausie, een vrouw van middelbare leeftijd met een Duits-Nederlandse achtergrond, een stukje uit de Bijbel lees in het Nederlands, – we lezen Psalm 23 – trekt ze een vies gezicht bij het vers over ‘kabbelende beekjes’. ‘Dat vind ik dan zo afgezwakt’, zegt ze.

Ook in de kerk kan meertaligheid verrijkend zijn. Denk aan een moment voor de gemeente om het Onze Vader op te zeggen in de taal die ze het liefst spreken; of het zingen van liederen in een andere taal, of dat nu Engels, Fries, Sranantongo of Koreaans is. Het spreken van een andere taal, zelfs voor een kort moment, kan een gevoel van veiligheid creëren en de verbinding versterken met elkaar en de wereldkerk. Het kan ook een dieper begrip van de Bijbel geven: veel christenen die ik spreek lezen de schriftlezing ook in meerdere talen. In Nederland biedt de groeiende invloed van de Engelse taal, iets waar veel Nederlanders huiverig voor zijn, juist kansen om God in twee talen te laten kennen. In mijn onderzoek kijk ik ook naar hoe men ruimte kan bieden aan meerdere talen in een kerkdienst.

Dagelijks leven

Het onderwerp ligt ook dicht bij mijn eigen hart. Zelf groeide ik op in een Nederlandstalig gezin, ging naar een Nederlandstalige kerk, maar leerde – zoals veel mensen in Nederland – al vroeg Engels te spreken. Tijdens mijn studie taalwetenschap vond ik het begrip meertaligheid erg fascinerend. Omdat ik mijzelf erin herkende, maar ook omdat ik de meertaligheid, en met name het gebruik van het Engels in Nederland om mij heen enorm zag toenemen. Zoals veel andere jongeren gebruikte ik het Engels ook in mijn dagelijks leven: ik luisterde naar Engelstalige muziek en las Engelstalige boeken. Toen ik later ook nog koos voor een Engelstalige kerk, kwam ik in contact met veel mensen van diverse taalachtergronden die gezamenlijk in het Engels God aanbaden. Het maakte mij nieuwsgierig naar de invloed van taal op de geloofsbeleving van die mensen, en hoe ze daar theologisch op reflecteren. In mijn PhD-project bij de PThU krijg ik de ruimte om met een taalwetenschappelijke én theologische bril naar dit fenomeen te kijken.

This article is from: