10 minute read

Onze tijd vraagt vitaliteit

Gezond en vitaal blijven, dat willen we allemaal. Dus veel in beweging, gezond eten, sociaal actief. Vitaliteit, levenslust, omvat meer. Er zin in hebben om van alles te ondernemen. Niet bij de pakken neerzitten. Een oplossing zoeken voor lastige situaties. Jezelf en anderen stimuleren. Vitaliteit lijkt bijna een opdracht in onze samenleving: wees energiek, ondernemend en veerkrachtig, klaar voor de toekomst. Veel senioren blijven tot op hoge leeftijd vitaal. Ze behouden ook hun vitaliteit, maar die krijgt een ander perspectief.

De nadruk op vitaliteit in de betekenis van levenslust, mondigheid en zelfstandigheid is betrekkelijk nieuw. In de eerste helft van de vorige eeuw waren andere eigenschappen belangrijker. Gehoorzaamheid, je plaats kennen, je voegen naar de algemene normen, weten hoe het hoort. Kort na de Tweede Wereldoorlog kwam het begrip ‘mondigheid’ op. Psychologen en pedagogen gingen ervan uit dat, als mensen in allerlei situaties een eigen mening konden vormen, er een natuurlijk tegenwicht zou ontstaan tegen autoritaire en agressieve leiders. Zo langzamerhand ontwikkelden wij ons van een gehoorzaam mens tot een individu met een eigen mening en met een groter gevoel voor eigenwaarde. De afbraak van de verzorgingsstaat vroeg ook van senioren meer initiatief en meer zelfredzaamheid. In onze snel veranderende maatschappij zijn die eigenschappen nog steeds hard nodig.

Advertisement

Mondigheid en zelfredzaamheid

Mondig zijn, dat vraagt nogal wat. Op de hoogte zijn van wat er speelt en daar een mening over hebben. Vroeger stemden wij politiek traditioneel: VVD, PvdA, KVP, AR. Nu moet je daar over nadenken. Past deze traditionele stroming nog bij mij? Er wordt ons ook gevraagd naar onze mening over windmolens in de polder en de nieuwbouw in ons dorp. En ieder van ons vraagt zich af: “Hoe ga ik om met duurzaamheid? Minder of geen vlees eten? De kachel een graadje lager? Laat ik mijn stem horen op een inspraakbijeenkomst?” Usama, gevlucht uit Irak, slaakt een zucht. “Een

sterke leider zou die knopen snel doorhakken, hier in Nederland moet ik overal zelf een mening over vormen.” Hij weet dat goede autocratische leiders heel zeldzaam zijn. Renée Jones-Bos, oudambassadeur van Nederland in Rusland, vertelde in het tv-programma Buitenhof dat veel Russen nauwelijks in staat zijn om een eigen politieke mening te vormen. Zij zijn daar niet voor toegerust, dat hebben ze niet geleerd.

Dat leerproces zit inmiddels wel aardig verankerd in onze opvoeding. We leren van jongs af aan een eigen mening te vormen. Margreet: “Als ik Jesse ’s avonds naar bed breng, praten we altijd nog even over de afgelopen dag. Wat heeft hij gedaan, wat is er gebeurd? En was dat leuk of niet?” Op de basisschool wordt dat geoefend in een kringgesprek. Op school werken kinderen samen aan een project en houden een spreekbeurt. Zo leren zij stapje voor stapje een mening vormen, plannen maken, initiatief nemen en samenwerken. Die vaardigheden zijn de bouwstenen voor ondernemingslust en vitaliteit.

Vitaliteit, is dat te leren?

Natuurlijk ligt dat ondernemende gedrag niet iedereen. Is levenslust een eigenschap die je hebt of die je niet hebt? Het hedendaagse trainingsaanbod, vooral voor het bedrijfsleven, suggereert dat levenslust aan te leren is. Dat lijkt misschien wat optimistisch, in korte tijd een nieuwe levenshouding aanleren. Maar de onderwerpen die in zo’n training aan bod komen, kunnen je wel aan het denken zetten. Het gaat in de eerste plaats vaak over zelfkennis. Wat voor persoon ben je? Janny: “Ik ben niet zo’n ondernemend mens, ik kan wel goed ordenen en nagaan welke ideeën realiseerbaar zijn. Als anderen het initiatief nemen en de kar trekken, dan draag ik vervolgens graag mijn steentje bij in de uitvoering.”

Herken ook de signalen als het even minder goed gaat. Waar komt dat gevoel vandaan? Heb je het te druk? Kun je moeilijk nee zeggen, als je iets gevraagd wordt? Of heb je juist te weinig uitdaging? Marianne: “Wij verhuisden naar een appartement in Rosmalen. Kleinere woning, geen tuin, precies zoals we wilden. Na een poosje voelde ik me toch niet zo prettig. Ineens begreep ik dat ik te weinig omhanden had.” En wat als je gewoon nooit zoveel energie hebt? Meestal ben je actiever dan je denkt. Lid zijn van een club van HEVO, draagt bij aan het succes van die club en daarmee aan de vitaliteit van de hele vereniging. Een praatje met de buurvrouw draagt bij aan de saamhorigheid van je wijk. Denk er eens over na wat je allemaal wel doet en wat er goed gaat. Een derde punt dat uit de hoek van trainingen en cursussen aangedragen wordt is: blijf je ontwikkelen. Volg een cursus, zoek een nieuwe hobby, ga eens iets doen waar je tegenop ziet. Ander puntje: ‘ertoe doen’ is belangrijk voor ieder mens. Deze behoefte houdt niet op als je ouder wordt. Hoe kun je daar aan werken? Door belangstelling te tonen, iets voor een ander te betekenen, aandacht geven, een compliment, samen iets doen. Dat ondersteunt ieders vitaliteit.

Tenslotte, voor vitaliteit heb je energie nodig. Dingen die je leuk vindt om te doen geven energie, je wordt er vrolijk van. Ga bij jezelf eens na waar je energie van krijgt. Is dat een wandeling door de polder, een boek lezen, in de tuin werken of een taart bakken?

Senioren en vitaliteit

Van ons, senioren, wordt verwacht dat wij mondig, ondernemend en veerkrachtig blijven. Dat we de regie over ons leven houden. Dat betekent dat we op de hoogte moeten blijven. De krant, de tv, boeken en tijdschriften, familie en vrienden leveren amusement en gezelligheid maar ook informatie. Het is belangrijk betrokken te blijven bij de mensen, verenigingen en thema’s die je belangrijk vindt. Als dat fysiek wat moeilijker wordt, kan de techniek helpen. Zorg dat je vertrouwd raakt met moderne communicatiemiddelen als bijvoorbeeld Whatsapp, Teams, Skype of Facebook.

Van senioren wordt ook verwacht dat zij zelf gaan nadenken over vragen als: “Waar wil ik oud worden? Wat zijn de financiële consequenties van een nieuwe levensfase? Welke zorg en ondersteuning is er in mijn omgeving beschikbaar? Wil ik, als dat aan de orde is, gereanimeerd worden? Welke acties moet of kan ik nu al ondernemen?” Het is goed om deze ideeën te delen met familie en vrienden en eventuele zorgverleners.

Veel ouderen gaan bewust hun laatste levensfase in. Zij willen hun autonomie bewaren. Zij denken na over de kwaliteit van leven op basis van eigen normen en waarden. Ze nemen zelf - met hun naasten - een beslissing over eventuele behandelingen en de laatste zorg. In de geriatrie wordt aan deze vroegtijdige zorgplanning, met een Engels woord Advance Care Planning (ACP) steeds meer aandacht besteed.

Marjan Vonk

COMMISSIE OMZIEN:

In dit themanummer van HEVO-magazine gaat het om vitaliteit. Een complex begrip dat in de kern gaat om ‘welzijn’. Iemand kan zo fit als een hoentje zijn qua fysieke gezondheid, maar zich toch eenzaam voelen. Bijvoorbeeld na verlies van een partner of door ziekte. De Commissie Omzien (hierna CO) zet zich in voor HEVO-leden die al dan niet tijdelijk in een kwetsbare positie verkeren. Door ziekte, mobiliteitsverlies of overlijden van een naaste.

‘Je zou onze activiteiten kunnen zien als een Rosmalense variant op ‘naoberschap’’, aldus Frank Langelaan. Janny Heuveling, coördinator van de CO, vult hem aan met ‘maar we zijn er voor alle leden die behoefte hebben aan een goed gesprek, of meerdere, over hun leven. Steeds vaker wonen familieleden verder weg dan vroeger, zijn de buren fijne mensen, maar een stuk jonger en druk met hun werk en gezin. Kortom, omzien naar elkaar is anno 2022 anders dan in de tijd dat HEVO werd opgericht, maar omzien naar elkaar wordt wel steeds belangrijker.’

HEVO’s ‘naboarschap’

HEVO heeft al vanaf de oprichting oog gehad voor het wel en wee van de leden. Zo gebeurt ziekenbezoek vermoedelijk al zeker meer dan 60 jaar. Aandacht voor rouwverwerking is er naar schatting inmiddels een jaar of 20. De vrijwilligers die dit doen hebben speciale trainingen gehad. Daarnaast probeert de CO ook de juiste vrijwilligers te werven. Janny: ‘Niet iedereen kan dit doen. Iemand moet oprecht geïnteresseerd zijn in andere mensen. Zich kunnen inleven en vooral heel goed kunnen luisteren. Misschien is nog de lastigste eis om waardenvrij te kunnen communiceren. De ander zit namelijk niet op jouw mening of ego te wachten.‘

De CO heeft iets meer dan 10 vrijwilligers die zich inzetten voor de leden. De afgelopen 2 jaar was het vanwege corona lastig om het werk goed te doen. En dat terwijl er juist zo veel behoefte was aan contact. ‘Een beetje dubbel. Alle betrokkenen, dus zowel vanuit de commissie als de leden zelf, zaten qua leeftijd in een kwetsbare groep. De meeste mensen wilden daarom geen vreemden bezoeken of ontvangen. Gelukkig is dat nu voorbij.’

Alle leden kennen toch de Commissie Omzien?

Als een commissie al zo veel jaar bestaat, dan ga je er soms vanuit dat iedereen wel weet wat die commissie doet. ‘Elk jaar komen er zo’n 200 nieuwe leden bij HEVO bij. Die nemen vaak actief deel aan een van de 40 clubjes. De CO is niet zo zichtbaar, dus veel mensen weten niet wat we

‘NOABERSCHAP’ BINNEN HEVO

doen’, zegt Janny. ‘Trouwens, ook mensen die al langer lid zijn, kennen ons vaak helemaal niet.’ Verder werken we als CO samen met bijvoorbeeld Farent uit ’s-Hertogenbosch. Je hoeft zo niet altijd zelf het wiel uit te vinden, en kunt gebruik maken van de kennis en ervaring van een professionele organisatie.’

Rouwen is een lang proces

HEVO zoekt als bekend is dat een partner of dierbare van een lid is overleden na een maand of 3 contact met hem of haar. ‘Na 3 maanden is bij veel mensen het bezoek minder geworden. Ook het besef is sterker dat er een nieuwe levensfase is aangebroken, waarin iemand zelf verder moet en daar vorm aan geven’, aldus Frank. ‘Wij bieden dan aan om een keer langs te komen voor een gesprek of een wandeling te maken. Soms zeggen mensen dat dat niet nodig is. Degenen die er wel voor open staan, hebben soms aan één gesprek voldoende. Met anderen zijn er meer gesprekken en ontstaat een bijzondere band.’ Janny vult dit aan met: ‘Rond rouwen zijn veel taboes die je vaak niet met je kinderen of buren wilt bespreken, maar met ons als ‘buitenstaander’ wel.’ Hun ervaring is dat sommige mensen jarenlang iets met zich mee dragen, dat pas op late leeftijd naar buiten komt. Daarom vinden ze de nieuwe campagne van Sire ook zo treff end: ‘De dood. Praat erover, niet eroverheen.’ De CO ziet haar rol vooral als onafhankelijk luisterend oor. Maar kan als iemand dat wil ook adviezen geven of een duwtje over een drempel. ‘HEVO heeft ook ouderenadviseurs die op verzoek bij mensen langskomen. Zij zijn thuis op het terrein van welzijn, zorg en wonen. Desgewenst helpen ze ook om de belastingaangifte in te vullen, toeslagen aan te vragen enzovoort.’

Hoe breng je mensen bij elkaar?

De CO is ervan overtuigd dat binnen HEVO leden meer voor elkaar zouden kunnen betekenen. Uit de ledenadministratie van HEVO blijkt dat ruim 55% ouder is dan 75 jaar. Een leeftijd waarop het lijf vaak wat meer begint te piepen en te kraken. En de behoefte aan sociale contacten juist toeneemt. ‘Niet alle leden zijn actief binnen een van de meer dan 40 clubjes. Toch weten we dat er leden zijn die af en toe naar het theater zouden willen gaan, maar niet alleen. Of het leuk zouden vinden om een stuk te gaan fi etsen of een terrasje te doen. Of naar de Matthäus-Passion te gaan of om een spelletje te doen. Niet met een groep, maar gewoon met 1 of 2 andere mensen. Hoe koppel je die dan aan elkaar? Niemand wil tenslotte met naam en telefoonnummer op een prikbord hangen.’ Uit ervaring en onderzoek blijkt dat veel mensen schroom hebben om te bekennen dat ze eenzaam zijn of eenzamer worden. Bij de bezoeken van de CO kan hierover ook een advies worden gegeven.

In ontwikkeling: HEVO Academie

Dit najaar gaat waarschijnlijk de HEVO Academie van start. Voor de CO betekent dit dat lezingen of activiteiten meer gestroomlijnd aangeboden kunnen worden. Een soort paraplu om activiteiten van de verschillende commissies te stroomlijnen en overlap te voorkomen. ‘Je bent nooit te oud om te leren en je te ontwikkelen, ook niet op persoonlijk vlak’, aldus Frank.

bezoeken van de CO kan hierover ook een advies worden gegeven.

‘Omzien naar ‘Omzien naar elkaar wordt elkaar wordt belangrijker’ belangrijker’

Margreet Vossen

Behoefte aan bezoek of gesprek?

Lijkt het u fi jn als een van de vrijwilligers van de CO bij u langskomt? Of zoekt u een ‘maatje’ om samen iets te kunnen doen? Bel dan met de voorzitter CO, Jenny van Rooij, 073 – 521 37 32. In overleg met u lukt het vast om iemand te vinden die bij u past!

This article is from: