Dossier internationaal ondernemen “Roemenië is de ideale poort naar het oosten”
Gelegen in het nieuwe bedrijventerrein De Noordvaart in Nieuwpoort
26 kwaliteitsvolle units vanaf 225 m², uitbreidbaar tot 1.000 m²
Regenwaterhergebruik voorzien en voorbereid op zonnepanelen en laadpalen (e-ready)
Strategische ligging nabij E40/A18 en de IJzer – uitstekende bereikbaarheid
www.bries-nieuwpoort.be
Geen victorie, wel een kantelpunt
Op 30 september leverde de gemengde expertencommissie vergunningen haar advies af aan de Vlaamse Regering. Een lijvig rapport, doordrongen van gezond verstand, boordevol quick wins én fundamentele hervormingen die het Vlaamse vergunningenbeleid eindelijk werkbaar en rechtszeker kunnen maken. Voka leverde de voorbije maanden stevige input en ziet die nu duidelijk weerspiegeld in het eindresultaat. Maar hoewel het advies een belangrijk kantelpunt markeert, is de strijd nog lang niet gestreden.
De commissie vertrekt vanuit één centrale vaststelling: ondernemen in Vlaanderen is vandaag te vaak een sprong in het duister. Wie wil bouwen, uitbreiden of investeren, botst op een ondoorzichtig kluwen van regels, procedures en adviezen. De onzekerheid is groot, de wachttijden lang, de uitkomst vaak onvoorspelbaar. Dat kost ondernemers niet alleen tijd en geld, maar ondermijnt ook hun vertrouwen in de overheid. Precies daar wil het advies verandering in brengen: het legt de basis voor een vergunningenbeleid dat rechtszekerheid schept vóór, tijdens én na de procedure.
Initiatiefnemers moeten vóór het indienen van een aanvraag exact weten wat van hen verwacht wordt.
“Voor ondernemers betekent dit advies een sprankel hoop.”
— BERT MONS - GEDELEGEERD BESTUURDER
Daarom pleit de commissie voor een afdwingbaar recht op vooroverleg en voor een helder onderscheid tussen bindende wetgeving en niet-bindend beleid. Soft law mag nooit nog als harde weigeringsgrond worden toegepast. Tijdens de behandeling van dossiers moet de overheid sneller en transparanter werken, zonder aan zorgvuldigheid in te boeten. Het volledigheidsonderzoek mag maximaal 30 dagen duren, en bindende adviezen verdwijnen. Enkel de wet bindt. Bovendien krijgen vergunningverleners ruimte om ook de maatschappelijke en economische meerwaarde van een project in rekening te brengen, in plaats van enkel de risico’s.
Ook na de procedure moet de rechtsonzekerheid verdwijnen. Vandaag worden vergunningen te gemakkelijk vernietigd, vaak op basis van laattijdige of procedurele bezwaren. De commissie stelt terecht dat alleen wie tijdig en inhoudelijk heeft deelgenomen aan het proces nog beroep mag aantekenen, en enkel als hij werkelijk benadeeld is. De Raad voor Vergunningsbetwistingen moet zich voortaan beperken tot de wettigheid van de beslissing, niet langer tot de inhoud. Waar fouten opduiken, moet een snelle herstelbeslissing volstaan.
Ten slotte wijst de commissie op de nood aan een betere, slimmere regelgeving. Vlaanderen moet af van verouderde en onwerkbare instrumenten die vandaag elke vooruitgang verstikken. Er is nood aan flexibele ruimtelijke planning, aan bestemmingsneutraliteit voor bepaalde projecten en aan de schrapping of herziening van regels die hun doel voorbijschieten, zoals de Hemelwaterverordening of de VEN-toets.
Voor ondernemers betekent dit advies een sprankel hoop: eindelijk zicht op een systeem dat duidelijkheid biedt, investeringen aanmoedigt en besluitvorming versnelt. Minister-president Diependaele en minister Brouns kondigden al aan om snel werk te maken van de eerste concrete resultaten. Dat is goed nieuws, maar de échte test volgt nu. Want een advies verandert niets zolang het niet wordt omgezet in duidelijke, kordate regelgeving.
Voka roept de Vlaamse regering daarom op om het momentum niet te laten wegglippen. De richting is juist, de tijd is rijp, het draagvlak is er. Nog geen victorie dus, maar wél een kantelpunt. Als Vlaanderen nu doorpakt, kunnen we eindelijk evolueren naar een vergunningenbeleid dat ondernemen niet hindert, maar mogelijk maakt.
22
Interview
Wie voertuigbouwer MOL zegt, denkt daar meteen West-Vlaamse traditie en degelijkheid bij. Familiebedrijf in de eerste en tweede generatie, nu in de derde fase onafhankelijk geleid door een triumviraat na een managementbuy-out. MOL (Staden) kickt naar eigen zeggen op technische uitdagingen en productontwikkeling. Het bezorgde het bedrijf recent een megacontract vanwege Defensie.
08
Nieuw STEMlessenpakket moet leerlingen weer enthousiast maken
30
Dossier
Waelkens uit Oostrozebeke, dat al 100 jaar actief is in vlaggenproductie, groot formaat bedrukking en visuele communicatie, besloot in 2007 een productiefiliaal op te richten in Roemenië. De vestiging groeide intussen uit tot een volwaardige entiteit met zo’n 50 medewerkers.
Ondernemers verschijnt tweewekelijks en wordt gratis toegestuurd aan alle leden van Voka West-Vlaanderen. ISSN 1378-9511 Verantwoordelijke uitgever: Bert Mons, Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, redactie.ondernemerswvl@voka.be, www.voka.be/west-vlaanderen
Fotografen: Stefaan Achtergael, Michael Cambien, Dries Decorte, Kurt Desplenter, Filip Lanszweert, Sammy Sanders, Michel Vanneuville, Carlo Verfaille, Els Verhaeghe
Journalisten: Karel Cambien, Stef Dehullu, Dirk De Moor, Roel Jacobus, Filip Lanszweert, Joyce Mesdag, Elise Noyez, Bart Vancauwenberghe, Dirk Vandenberghe Druk: INNI GROUP
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
“De zachte smaak is altijd ons handelsmerk geweest”
Al sinds 1935 roostert de familie Hanssens haar koffie traag en met zorg. 4 generaties later ademt Grootmoeders Koffie nog altijd dezelfde warmte en West-Vlaamse nuchterheid. “We zijn stelselmatig geëvolueerd van de kleine branderij van grootvader Nestor tot een moderne, duurzame onderneming”, verklaren vader Patrick en zoon Nicolas Hanssens.
Grootmoeders Koffie staat synoniem voor 90 jaar ambacht en familiepassie
We schrijven 1935 als Nestor Hanssens-De Brabandere voor het eerst een koffie lanceert met in het logo een koffiedrinkende grootmoeder. “Vanaf dag één kenmerkte de koffie zich door een zacht karakter”, vertelt Patrick. “Het was één van de redenen waarom veel Fransen informeerden naar ‘le café avec la petite grand-mère’. Op dat moment besliste Nestor om het merk Grootmoeders Koffie – intussen een erkend Vlaams streekproduct – te dopen.”
Wereldexpo
De belangrijkste mijlpalen liepen altijd parallel met de komst van een nieuwe generatie. “Hoewel de start wat werd gefnuikt door de Tweede Wereldoorlog, kregen we nadien snel een nieuw elan toen koffie weer ruimer beschikbaar werd. De deelname aan de Wereldexpo van 1958 gaf ons extra bekendheid. Toen mijn ouders Luc en Rita instapten, richt-
Vinciane Pattyn, Patrick Hanssens, Rita Bevernage, Luc Hanssens, Nicolas Hanssens en Benjamin Hanssens.
ten ze zich meer op de horecamarkt, in een tijd waarin koffiezetapparatuur en espressotoestellen hun opmars begonnen.”
“Zodra mijn echtgenote Vinciane en ikzelf de fakkel overnamen, hebben we meer ingezet op marketing”, vervolgt Patrick. “De meest recente mijlpaal was de komst van onze zonen Nicolas en Benjamin. Onze derde zoon, Thomas, koos bewust voor een ander pad als zelfstandige in de tuinen houtsector. De intrede van Nicolas en Benjamin viel samen met onze plannen om het gebouw te moderniseren. Net toen we onze omgevingsvergunning indienden, brak corona uit. Intussen werken we sinds 2023 in een volledig nieuw gebouw.”
Coureur Espresso
Een constante in de evolutie van Grootmoeders Koffie is de stelselmatige uitbreiding van de doelgroepen. “Overgrootvader Nestor richtte zich op kleinere winkels”, pikt Nicolas in. “Mijn grootouders Luc en Rita legden zich later toe op de zelfstandi-
“Binnenkort willen we de koffiebranderij uitbouwen met betere technologie, een geoptimaliseerd intern transportsysteem en meer opslagruimte.”
Koffie als beleving
Jaarlijks ontvangt de familie Hanssens circa 4.500 mensen voor een bedrijfsbezoek.
“De nieuwe accommodatie geeft ons meer uitstraling en voldoet aan alle duurzaamheidsvereisten”, aldus Patrick.
“Met de ontdekkingsshop en showroom konden we de beleving nog versterken.
Bezoekers kunnen er onze koffies en toestellen uitgebreid testen en proeven.
Meetings houden we bewust tussen de shop en de productie, zodat mensen het ambachtelijke brandproces live kunnen zien en ruiken.”
ge supermarkten, altijd met rechtstreeks contact met de klanten. Onder impuls van mijn ouders hebben we ons meer gericht op bedrijven en de kantorenmarkt. De grootste klemtoon van Benjamin en mij ligt voorlopig bij het tweede merk, Coureur Espresso. De koffie smaakt iets pittiger, maar de afdronk blijft zacht. We houden zelf van fietsen en merkten intussen dat veel sporters en supporters onze combinatie tussen energie en ambacht waarderen.”
Een ander belangrijk idee van Nicolas en Benjamin, uitgewerkt in samenspraak met hun ouders, was de lancering van een webshop iets meer dan 5 jaar geleden. “Daarnaast kunnen we niet om de evolutie van steeds professionelere koffiemachines heen. Ik hou mij vooral bezig met het advies van de juiste toestellen aan klanten. Wij fabriceren eigenlijk een half afgewerkt product: het correct gebruik van de machine is cruciaal
om een goede koffie te krijgen. Om die kennis door te geven, organiseren we ook barista-opleidingen. Intussen hebben we capsules ontwikkeld die compatibel zijn met onder meer Senseo en Nespresso. We vinden het onze plicht om het juiste toestel op de juiste plaats te adviseren en verkopen daarom machines van verschillende merken. We groeien bovendien sterk in de markt van bonenkoffie, want bij die bereidingswijze blijft het aroma het best bewaard.”
De familie blijft in het gebouw investeren. “Binnenkort willen we de koffiebranderij verder uitbouwen met betere technologie, een geoptimaliseerd intern transportsysteem en meer opslagruimte voor ruwe koffie. Het doel is om de voor- en naprocessen van de ambachtelijke branding te automatiseren, zonder de ziel van het vak te verliezen. De kennis van het branden geven we letterlijk van vader op zoon door: van staalanalyse over smaken herkennen tot trends volgen op internationale beurzen”, besluiten vader en zoon. (BVC - Foto’s Kurt)
Productie en logistiek voelen elke afwezigheid op de werkvloer
In de dagelijkse werking leidt ziekteverzuim tot hoge werkdruk bij collega’s en moeilijkheden om de planning te respecteren. Dat legt een studie van SD Worx Jobs bij 200 organisaties in de industrie, voeding en logistiek tussen april en juni 2025 bloot. Uit de bevraging blijkt dat 65% van de organisaties in de industrie, voeding of logistiek de effecten ervaren van verzuim op de werkvloer. Kortdurende afwezigheden (minder dan één maand) worden als de grootste uitdaging ervaren: meer dan de helft (51%) duidt dit aan. 390
Onder nemers magazine
Verstraete.team kondigt belangrijke stap aan
Na meer dan 3 decennia aan het roer geeft Francis Verstraete de dagelijkse leiding van zijn klasse 8-bouwbedrijf door aan Bart Masschelein en Toon Declercq. Zij zullen als co-CEO’s de toekomst van Verstraete.team vormgeven. Zelf neemt Francis voortaan de rol van Chief Vision Officer (CVO) op zich. Tegelijkertijd treedt met Sebastiaan en Elisabeth Verstraete ook een nieuwe generatie toe tot het familiebedrijf.
Kilometer gaan ondernemers Steven Vandersteene (bestuurder van Vandersteene HVAC uit Rekkem) en Delphine Van Hoecke (bestuurder van PR-en communicatiebureau Loud and Clear uit Harelbeke) afleggen in april 2026. Ze nemen deel aan de Marathon des Sables, één van de zwaarste races ter wereld. Ze koppelen daar een actie aan in het kader van natuurherstel.
LVD lanceert collaboratief cobot-buigsysteem
LVD, toonaangevend fabrikant van plaatbewerkingsapparatuur uit Gullegem, breidt zijn aanbod uit met Ricobb, een collaboratief cobotbuigsysteem dat compatibel is met alle LVD-afkantpersen die sinds 2001 werden geïnstalleerd. De oplossing werd ontwikkeld door LVD Robotic Solutions (LRS), de roboticaen automatiseringsdivisie van het bedrijf. “Met Ricobb bieden we plaatbewerkingsbedrijven een flexibele en betaalbare manier om hun buigcapaciteit te vergroten”, klinkt het bij LVD. “Het systeem helpt om het tekort aan vakmensen op te vangen, maakt onbemande productie mogelijk en laat bedrijven snel inspelen op veranderende productiebehoeften.” Ricobb is ontworpen voor gebruiksgemak en vraagt slechts een minimale opleiding. “Dankzij de intuïtieve, op pictogrammen gebaseerde interface zijn geen geavanceerde programmeerkennis of complexe instellingen nodig. Enkel de grijppunten en plooiposities worden aangeleerd. Via eenvoudige, stapsgewijze instructies registreert Ricobb de handelingen en voert hij ze vervolgens volledig autonoom uit. Het resultaat: een betrouwbare, constante output en een maximale benutting van de afkantpers.”
Nieuw STEM-lessenpakket moet leerlingen weer enthousiast maken
Vierde opeenvolgende daling van aantal STEM-leerlingen
Het aandeel leerlingen dat voor STEM-onderwijs kiest, daalt voor het vierde jaar op een rij en was in de afgelopen 10 jaar nooit lager. Om meer jongeren enthousiast te maken voor STEM-richtingen lanceren de Vlaamse Ondernemers (een samenwerkingsverband tussen 21 werkgevers- en sectororganisaties) een lessenpakket voor de eerste graad in het secundair onderwijs. Het wordt gratis ter beschikking gesteld aan alle scholen via het platform van uitgeverij Plantyn.
Het aandeel leerlingen in het secundair onderwijs dat een STEM-richting volgt, daalt voor het vierde jaar op een rij. Dat blijkt uit de nieuwste versie van de STEM-monitor over het afgelopen schooljaar 2024-’25. Het aandeel jongeren in een STEM-richting bedraagt 35,5% van alle leerlingen in het secundair onderwijs. Dat is het laagste cijfer in 10 jaar tijd. Nochtans is het de ambitie van de Vlaamse overheid om het aandeel STEM-leerlingen te doen groeien naar meer dan 40% tegen 2030. De dalende cijfers zijn niet enkel een onderwijsvraagstuk, maar ook een maatschappelijke en economische uitdaging. STEM-profielen zijn immers cruciaal voor de toekomst van onze economie, arbeidsmarkt en samenleving.
Samen met uitgeverij Plantyn ontwikkelden de Vlaamse Ondernemers een lessenpakket dat in alle Vlaamse scholen kosteloos gebruikt kan worden in de eerste graad
(A- en B-stroom). De Vlaamse Ondernemers zetten daarmee hun schouders onder het promoten van STEM bij jongeren.
Versnelling hoger voor STEM
Via het lessenpakket ontdekken leerlingen STEM aan de hand van 8 concrete beroepen: van chemicus tot lasser. Ze maken daarbij ook kennis met de STEM-competenties, zoals probleemoplossend denken, samenwerken, ontwerpen, testen, verbeteren,... Het lessenpakket bouwt verder op een educatieve game die de Vlaamse Ondernemers vorig schooljaar ontwikkelden. Die draait om de organisatie van een muziekfestival: een grootschalig evenement waar STEM-profielen zeker welkom zijn.
De Vlaamse Ondernemers is een samenwerkingsverband tussen 20 sector- en werkgeversorganisaties: Voka (Vlaams netwerk van ondernemingen), Agoria Vlaanderen
(technologische industrie), Cimabel (tabaksproducten), Comeos (handel en diensten), Denuo (circulaire economie), Embuild Vlaanderen (bouw), Energia (raffinage en energieoplossingen), essenscia vlaanderen (chemie en life sciences), FBAA (autobus- en autocarondernemers), Febetra (transport en logistieke diensten), FEBIAC (gemotoriseerde wegvoertuigen), Federgon (hr-diensten), Fedustria Vlaanderen (textiel, hout en meubel), Fevia Vlaanderen (voeding), inDUfed (glas, papier en karton), Staalindustrie Verbond (staal), TRAXIO (mobiliteitsprofessionals), Vlaamse Havenvereniging (havengemeenschappen), Vlozo (private zorgondernemers) en WF-FE (internationale handel, vervoer en logistiek).
Samen roepen ze de Vlaamse Regering op om een versnelling hoger te schakelen en te werken aan een ambitieus STEM-offensief, waarbij structurele keuzes worden gemaakt. Ze doen 3 beleidsaanbevelingen: maak van STEM een echte beleidsprioriteit met sturende keuzes, veranker structurele samenwerking met bedrijven in het STEM-onderwijs en trek de kwaliteit en aantrekkelijkheid van STEM-richtingen substantieel op.
Je hebt een vraag over ondernemen, een reglementering, een moeilijke managementbeslissing? Stop dan even met Googelen en laat ons helpen.
Vraag van de week
Wat betekenen de nieuwe EU-handelsakkoorden met Mercosur,
Mexico en Indonesië voor Vlaamse exporteurs?
In een wereld waar geopolitieke stormen elkaar snel opvolgen, blijft internationale handel een bron van groei en veerkracht. De Europese Commissie zette recent grote stappen in 3 belangrijke handelsdossiers — Mercosur, Mexico en Indonesië — die nieuwe perspectieven bieden voor Vlaamse bedrijven.
Mercosur: Europese exportkansen in Zuid-Amerika
Op 3 september 2025 keurde de Europese Commissie de definitieve tekst van het EU-Mercosur-handelsakkoord goed. Daarmee start het ratificatietraject bij de 27 lidstaten en het Europees Parlement, wat betekent dat het akkoord ten vroegste in 2027 in werking kan treden. 91% van de EU-export naar Mercosur zal geleidelijk tariefvrij worden, wat vooral voordelen oplevert voor sectoren als auto’s, voeding, textiel en chemie. Ondanks politieke terughoudendheid in o.a. Frankrijk en Polen, biedt het akkoord een duidelijke marktdiversificatie buiten de VS en China – een strategische troef voor Vlaamse exporteurs.
Mexico-akkoord: bredere toegang tot de Noord-Amerikaanse markt
Het in januari 2025 afgeronde akkoord met Mexico moderniseert het bestaande handelsverdrag en schrapt vrijwel alle invoerheffingen. Daarnaast opent het de markt voor diensten, investeringen en over-
Ook een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen! vraaghet@voka.be
heidsopdrachten. Voor Vlaamse kmo’s in machinebouw, chemie, technologie en textiel biedt dat meer kansen én transparantie bij Mexicaanse aanbestedingen. De ratificatie door het Europees Parlement en de Mexicaanse Senaat volgt later dit jaar.
Indonesië: de poort naar Zuidoost-Azië
Eind september 2025 bereikten de EU en Indonesië een politieke doorbraak in hun vrijhandelsakkoord (IEU-CEPA). Na vertaling en parlementaire goedkeuring kan ook dat ten vroegste in 2027 van kracht worden. Meer dan 98% van de invoertarieven verdwijnt, met vlottere douaneprocedures en erkenning van EU-certificaten. Vlaanderen exporteert vandaag slechts 620 miljoen euro per jaar naar Indonesië, maar met 280 miljoen inwoners en een snelgroeiende middenklasse biedt het land enorme kansen, vooral in technologie, voeding, logistiek en milieu-innovatie.
Enkele tips voor Vlaamse ondernemers
In tijden van handelsspanningen is diversifiëren geen luxe, maar noodzaak. Deze akkoorden versterken de positie van Vlaamse bedrijven wereldwijd, op voorwaarde dat ze zich tijdig voorbereiden op de nieuwe marktkansen.
• Bereid je export voor: stem strategie, certificering en logistiek af op de toekomstige akkoorden.
• Verken nieuwe markten: identificeer partners via Voka - Kamer Van Koophandel WestVlaanderen en Flanders Investment & Trade (FIT).
• Denk vooruit: wie nu anticipeert, staat sterker wanneer de akkoorden vanaf 2027 van kracht worden.
Verslag van de Voka Zomerstages
Deze zomer gingen 25 West-Vlaamse politici aan de slag in West- Vlaamse ondernemingen. Tijdens de zomerstages van Voka West-Vlaanderen krijgen parlementsleden een unieke inkijk in de werking van ondernemingen uit diverse sectoren, gaande van technologie en maakindustrie tot zorg en dienstverlening. Elke stage wordt op maat uitgewerkt. Voka West-Vlaanderen hoopt zo beleidsmakers te inspireren en concrete noden van ondernemers in de regio beter op de politieke agenda te krijgen.
Brecht Warnez bij Lybover
Vlaams parlementslid Brecht Warnez bracht een bezoek aan Lybover in Waregem, het familiebedrijf van Hans Boels, Voka-regiovoorzitter Zuid-West-Vlaanderen. Tijdens de rondleiding kreeg hij inzicht in hoe Lybover bijdraagt aan het verankeren van productie in Europa, met innovatie en klantgerichtheid als centrale pijlers. In een aansluitend rondetafelgesprek kwamen thema’s aan bod zoals administratieve lasten, internationaal ondernemerschap en de nood aan een stabiel wetgevend kader. Tot slot kreeg Warnez een demonstratie van enkele geavanceerde technologieën, waaronder toepassingen in virtual reality.
Belastingbetaler betaalt topprijzen voor matige kwaliteit
In de discussie over de begrotingsonderhandelingen blijft de vraag hangen of de inspanningen nu vooral aan de inkomstenkant, dan wel aan de uitgavenkant moeten gebeuren. De betogers zien het alvast vooral aan de inkomstenkant. Hun voorstellen, van miljonairstaks, over het terugschroeven van lastenverlagingen voor bedrijven tot het aanpakken van flexijobs en managementvennootschappen, komen allemaal neer op hogere belastingen. Daarbij gaan ze nogal vlot voorbij aan het feit dat we in België vandaag al de hoogste overheidsinkomsten en -uitgaven hebben. En dat de ontsporing duidelijk aan de uitgavenkant zit.
Sinds de laatste keer dat de Belgische begroting in evenwicht was (in 2007), zijn
de totale overheidsinkomsten met 1,9% van het bbp toegenomen, of 11 miljard in euro’s van vandaag. De overheidsuitgaven zijn in die periode met 7,1% van het bbp gestegen. In euro’s van vandaag komt dat overeen met 45 miljard aan extra jaarlijkse uitgaven. En ondertussen wordt zelden of nooit de vraag gesteld of al die uitgaven wel nodig zijn. De totale Belgische overheidsuitgaven lopen dit jaar op tot 354 miljard euro, of bijna 56% van het bbp. Na Frankrijk, Finland en Oostenrijk hebben we daarmee de vierde hoogste overheidsuitgaven van Europa. En onder druk van de vergrijzing, toenemende rentelasten en extra noden bij defensie zullen die overheidsuitgaven de komende jaren nog verder oplopen. Ondanks die hoge overheidsuitgaven lijkt
er toch van alles fout te lopen binnen die overheid: onbetrouwbaar openbaar vervoer, de afnemende kwaliteit van het onderwijs, de achterstand bij justitie, de schrijnende toestanden in de gevangenissen…
De combinatie van hoge overheidsuitgaven en falend beleid klopt niet. Al te zelden wordt de vraag gesteld naar wat de overheid met haar uitgaven bereikt, hoeveel kwaliteit zij daarmee aflevert. En dat blijkt in België nogal tegen te vallen. Zeker in het kader van de begrotingsoefening moet die vraag meer dan ooit gesteld worden.
Apzi-Voka verwelkomt plannen omvorming N31 en bouw Hollands Complex
Apzi-Voka West-Vlaanderen reageert tevreden op de plannen om de N31 om te vormen tot een Vlaamse hoofdweg en het Hollands Complex in Zwankendamme te realiseren. Dat er in het Geïntegreerd Investeringsprogramma (GIP) niet alleen middelen zijn voorzien voor studiewerk, maar ook al voor de uitvoering van het Hollands Complex vanaf 2027, is volgens de ondernemersvereniging een belangrijke stap vooruit.
De N31 is vandaag een van de belangrijkste ontsluitingswegen voor de haven van Zeebrugge. De 18 kilometer lange expresweg werd aangelegd in de jaren 70 en vormt samen met de A11 en de A17/E403 het ruggengraatnetwerk voor de havenlogistiek. Na de voltooiing van de nieuwe AX en het ongelijkvloers maken van de kruispunten in 2017-2018, blijft enkel het tracé tussen de A11 en de Kustlaan nog wachten op een grondige herinrichting. “Dat laatste stuk is vandaag de bottleneck in de ontsluiting van de haven. De herinrichting is daarom essentieel voor de verkeersveiligheid, de doorstroming én de toekomstige bereikbaarheid van de haven”, stelt Apzi-Voka.
De geplande omvorming tot Vlaamse hoofdweg – met 2x2 rijstroken, een middenberm, verhoogde maximumsnelheid tot 90 km/u en gescheiden fietsinfrastructuur via de nieuwe F31 – moet de verkeersstroom vlotter en veiliger maken. Belangrijk
“De N31 is al meer dan 50 jaar de slagader van de haven van Zeebrugge. Nu is het moment om het laatste ontbrekende stuk aan te pakken.”
is ook dat het Hollands Complex zal instaan voor de ontsluiting van Zwankendamme, de bedrijven in en langs de Transportzone en de toekomstige Nieuwe Sluis Zeebrugge (NSZ). “Deze werken zijn cruciaal om de haven bereikbaar te houden tijdens en na de bouw van de Nieuwe Sluis. De N31 zal dan de levensader blijven voor de logistieke keten van de achterhaven”, klinkt het.
Compensatie voor bedrijven Apzi-Voka benadrukt wel dat de uitvoering van het project een directe impact heeft
op omliggende bedrijven. Die moeten correct en billijk gecompenseerd worden, bij voorkeur via ruimtelijke compensatie in natura. “Bedrijven die terrein verliezen door de aanleg van het Hollands Complex moeten kunnen rekenen op aangepaste en bijkomende gronden om hun activiteiten te behouden en verder te ontwikkelen. Enkel zo blijft de economische continuïteit verzekerd”, aldus Apzi-Voka.
Daarnaast vraagt de ondernemersvereniging dat parallel met de infrastructuurwerken ook werk wordt gemaakt van de revitalisering van de Transportzone. “Met het Hollands Complex komt er een zuidelijke invalsweg naar de zone. Dat biedt een unieke kans om deze logistieke cluster te moderniseren en af te stemmen op de economische noden van de 21ste eeuw. We mogen die kans niet laten liggen. De Transportzone moet ook langs de nieuwe toegangsweg vlot en veilig bereikbaar zijn.”
Apzi-Voka besluit: “De N31 is al meer dan 50 jaar de slagader van de haven van Zeebrugge. Nu is het moment om het laatste ontbrekende stuk aan te pakken. De toekomst van onze haven, onze mobiliteit en onze werkgelegenheid hangen ervan af.”
Rik Vera
toont waarom bedrijven ‘curiositeit’ maar beter omarmen
In een wereld waarin verandering de enige constante is, wordt nieuwsgierigheid een sleutel tot overleven. Dat is de centrale boodschap van auteur en keynote speaker Rik Vera, die tijdens de nieuwjaarsreceptie in Brugge komt spreken over zijn nieuwe boek ‘Net Curiosity Score’. “Nieuwsgierigheid is geen luxe: ze bepaalt of een bedrijf blijft leren of langzaam sterft.” (BVC - Eigen foto’s)
“Nieuwsgierigheid is een cruciale motor van vernieuwing”
Waarom is nieuwsgierigheid volgens u zo belangrijk in een bedrijfscontext?
“In een snel veranderende, kennisgedreven wereld zijn 5 Engelse C’s cruciaal: compassion, collaboration, critical thinking, creativity en curiosity. Toen ik mijn bibliotheek vol businessboeken doornam, viel het me op dat nieuwsgierigheid daar haast nergens in voorkomt. Nochtans is ze een van de sterkste drijfveren van bedrijfsvoering. We zien vandaag dat veel ondernemingen net gestructureerd zijn om risico’s te vermijden, terwijl geen risico nemen óók een risico is.”
Heeft de digitalisering daar iets mee te maken?
“Zeker. Sinds 2010 vormt digitale transformatie de heilige graal, terwijl ze intussen een commodity is geworden. We mogen het kind niet met het badwater weggooien: het echte onderscheid zit nog altijd in menselijk contact. AI is niet intelligent op zich, ze bootst enkel menselijke intelligentie na. Pas als wij ze slim gebruiken, wordt ze dat ook.”
Wat gebeurt er als bedrijven nieuwsgierigheid verliezen?
“Dan dreigen ze fouten te maken zoals Nokia. Herinner je de woorden van Jean-Luc Dehaene: ‘We zullen het probleem wel aanpakken als het zich stelt.’
Die houding, een mix van vooringenomenheid, cynisme en arrogantie, heeft Nokia de das omgedaan. Creativiteit is het tegengif: ze houdt ons nieuwsgierig, open en bereid om nieuwe paden te verkennen.”
U maakt een onderscheid tussen verschillende vormen van nieuwsgierigheid. Kunt u dat uitleggen?
“Ten eerste is er de kinderlijke nieuwsgierigheid, die zonder specifieke reden. Kinderen stellen wekelijks honderden keren de ‘waarom’-vraag. Ze leren zo ‘outside-in’ denken, iets wat ook bedrijven kunnen gebruiken. De tweede vorm is specifieke nieuwsgierigheid, waarbij je gaat testen of een veronderstelling klopt. Dat leidt tot experimenten en dus tot innovatie. Dan is er de nieuwsgierigheid
tussen mensen die leidt tot betere samenwerking, betere sales en marketing, omdat het mens en klant centraal zet.”
Hoe kunnen bedrijven inschatten in welke mate ze nieuwsgierigheid toelaten?
“Dat kan door het meetbaar te maken. Ik heb nieuwsgierigheid vertaald in 3 vragen die elk bedrijf zichzelf moet stellen. Ten eerste: hoe groot is de kans dat medewerkers met een nieuw idee durven komen?
Ten tweede: hoe groot is de kans dat dat idee effectief een positief onthaal krijgt?
En tot slot: in welke mate stimuleert de organisatie nieuwsgierig gedrag? De antwoorden vormen samen een Net Curiosity Score, cruciaal voor bedrijven die écht innovatief willen zijn.”
Luisteren naar je nieuwsgierigheid brengt je als ondernemer vooruit. Ondervind je chaos onderweg?
Laat dat geen reden tot paniek zijn. Integendeel, net door de juiste structuur te vinden en je focus te bewaren, groei je verder. Met andere woorden: om te innoveren heb je creativiteit én focus nodig. Dat komen de sprekers van onze nieuwjaarsrecepties op 13 januari in La Brugeoise (Brugge) en 20 januari in Kortrijk Xpo je met plezier uitleggen. Een voorsmaakje.
Elke Geraerts
legt de vinger op de wonde van onze tijd
“Focus is de sleutel tot welzijn en duurzame productiviteit”
Tijdens de nieuwjaarsreceptie in Kortrijk spreekt Elke Geraerts over de kracht van focus in een wereld vol prikkels. Met inzichten uit haar bedrijf
Better Minds en haar boek
‘Focus is het nieuwe goud’ toont ze hoe ondernemingen en medewerkers hun aandacht kunnen trainen. Ze pleit voor minder ruis, minder mails en meer authentieke intelligentie, met vaardigheden zoals kritisch denken, empathie en verbinding.
Waarom is focus vandaag het nieuwe goud?
“Met onze organisatie Better Minds zetten we ons al 12 jaar in voor meer welzijn en leiderschap binnen ondernemingen. We merken telkens opnieuw hoe moeilijk mensen het hebben om hun aandacht vast te houden. Ze komen voortdurend in aanraking met prikkels uit talloze kanalen die allemaal om aandacht schreeuwen. In die context is focus geen evidentie meer, maar wel een echte noodzaak voor wie duurzaam wil presteren.”
Hoe komt het dat we zoveel moeite hebben om ons te concentreren?
“De manier waarop we vandaag werken, houdt nauwelijks rekening met de capaciteit van ons brein. Veel mensen sporten om hun lichaam fit te houden, maar weinigen trainen hun brein om energiek te blijven. Nochtans is dat cruciaal om geconcentreerd en productief te kunnen werken. We worden overspoeld door afleiding, waardoor authentieke intelligentie – onze menselijke vorm van AI – belangrijker dan ooit wordt. Kritisch denken, empathie en verbinding met anderen zijn de vaardigheden die ons onderscheiden. Zolang we elkaar blijven bombarderen met mails, blijft focus een zeldzaam goed. Eigenlijk hebben we als samenleving dringend nood aan een mentale reset.”
Hoe slaag je er zelf in om dagelijks de focus te houden?
“Sinds ik mijn boek ‘Mentaal Kapitaal’ schreef, ga ik daar veel bewuster mee om,
maar ook voor mij blijft het een uitdaging. Iedereen klaagt over een torenhoge werkdruk, maar we veroorzaken die druk vaak zelf door inefficiënt te werken. Daarom stimuleren we bij Better Minds een cultuur die focus waardeert. Als iemand vraagt om even ongestoord te kunnen werken, verdient dat respect in plaats van een scheve blik of het stigma van ‘Einzelgänger’. Ook bedrijven kunnen nog stappen zetten in hoe ze thuiswerk organiseren en werknemers helpen hun concentratie te bewaren.”
Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen voor bedrijven en de samenleving vandaag?
“We krijgen tegenwoordig voortdurend crisissen en onvoorziene situaties op ons bord. In zo’n context is het niet eenvoudig, maar wel essentieel om de controle over ons brein te houden. Dat thema komt ook terug in mijn nieuwe boek ‘Mentaal Kapitaal voor Jongeren’, waarmee co-auteur Marie Loop en ikzelf ouders en leerkrachten willen helpen om de schermen pampercultuur te doorbreken. We moeten jongeren opnieuw leren omgaan met prikkels en tegenslagen, zodat ze veerkrachtiger worden. In een wereld die almaar sneller draait, is mentale rust een enorme troef.”
Nieuwe leden
Het Voka-netwerk blijft uitbreiden! Dit zijn enkele nieuwe leden van de afgelopen maanden.
ASH management
Moorsele
Inge Ramboer & Stijn Roggeman
Begeleidt organisaties in strategie, organisatiedesign en leiderschapsontwikkeling. Helpt structuur, samenwerking en richting te versterken en realiseren de beweging en impact die ertoe doen.
www.ashmanagement.be
AUTOGLAS BRUGGE
Loppem
Dirk & Gilles Vanmassenhove
Lokaal familiebedrijf en jouw specialist voor een nieuwe autoruit, blindering of ADAS-kalibratie. Het biedt een levenslange garantie en werken enkel met Europese producten. Glasbreuk verzekerd? Dan regelen zij alles voor jou! www.autoglasbrugge.be
CO DESIGN
Diksmuide
Ciprian Olteanu
Helpt technische bedrijven hun fouten te verminderen en samenwerking te verbeteren. Oprichter Ciprian Olteanu combineert 20 jaar 3D-ervaring met coaching op maat voor duurzame groei.
www.codesignglobal.eu
Lichtvis
Brugge
Wouter Vancraeynest & Ivo Dancet
Schoolboekhandel die scholen ontzorgt bij de distributie van leermiddelen. Daarnaast heeft Lichtvis Brightbook ontwikkeld, een auteurstool waarmee leerkrachten en trainers in bedrijven zelf digitale cursussen kunnen aanmaken en beheren. www.brightbook.io - www.lichtvis.be
Deseure Bouwonderneming Kortemark
Willem Deseure & Hanne Rondelez
Gespecialiseerd in woning- & appartementsbouw, alsook in grond- & betonwerken. Met jaren ervaring en diverse sterke vakteams realiseert het projecten met precisie en duurzaamheid in zijn regio en ver daarbuiten. www.deseurebouwonderneming.be
ACA Customs
Zeebrugge
Pierre Evrard
AEO-gecertificeerd douaneagentschap dat full service biedt voor import- en exportformaliteiten, containertransport, expertiseadvies en gezondheidscontroles, met ruime ervaring in de voedingssector. www.aca-customs.com
Abeellogies
Tielt
Kelly Maes
Kelly Maes zorgt met veel plezier voor een zorgeloos verblijf in de vakantiewoning Abeellogies te Tielt tot 16 personen. Alle bed-, bad- en keukenlinnen liggen klaar bij aankomst. Arbeiders die langere periode dienen te verblijven? Dat kan bij voorkeur tussen november en maart. www. abeellogies.be
Beyaert Investment NVWim Beyaert NV
Zwevegem
Axel & Wim Beyaert
Totaalaannemer met een duale aanpak. Villabouw & totaalrenovatie, alsook residentiële projectontwikkeling. Gevestigd in Zwevegem, en actief in West- en OostVlaanderen. www.wimbeyaert.be
Portalis Logistics
Zeebrugge
Pierre Evrard
Belgisch douanekantoor gespecialiseerd in invoer van vlees, vis en aanverwante producten. Begeleidt importeurs van verse en diepgevroren dierlijke producten bij elke stap via havens Zeebrugge, Antwerpen en Rotterdam. www.portalis.be
Grunhus en Deforche Construction Group ontwikkelen tuinkamer
Grunhus uit Roeselare en Deforche Construction Group uit Izegem lanceren samen een nieuw product, een veelzijdige tuinkamer. “Met Feror hebben we een concept bedacht dat elke tuin naar een hoger niveau tilt. De constructie, opgebouwd uit staal en glas, creëert het perfecte buitengevoel, terwijl je geniet van de warmte en het comfort van binnen”, zeggen Brecht Devolder (Grunhus) en Jeroen De Cock (Deforche Construction Group).
Brecht Devolder gaf 5 jaar geleden zijn carrière een nieuwe wending door van zijn hobby – het plaatsen van kwalitatieve serres in cederhout – zijn beroep te maken. Zijn eenmanszaak Grunhus kreeg meteen veel opdrachten, aangezien veel mensen in de coronaperiode investeerden in hun buitenruimte. Tegelijk begon hij na te denken over de verdere uitbouw van zijn onderneming. “Als bedrijf moet je blijven vernieuwen. Ik wilde vooral het gat in de markt vinden met een product dat er nog niet was en dat zowel tijdloos, multifunctioneel als robuust was.”
4 jaar ontwikkeling
Met zijn ideeën trok Brecht naar Deforche Construction Group, met een lange geschiedenis in serretechnologie, die voornamelijk actief is in de bouw van kassen en professionele glasdakconstructies. Dat bedrijf was toevallig op zoek naar een uitbreiding
“De technische knowhow hebben we in huis, maar we wilden deze keer een product ontwikkelen dat opvalt omwille van zijn design.”
— JEROEN DE COCK
richting de particuliere markt. “Het idee van Brecht kwam echt op het juiste moment en uiteindelijk werkten we 4 jaar samen om het concept op punt te stellen”, vertelt Jeroen De Cock. De uitdaging zat vooral in het esthetische aspect. “De technische knowhow hebben we in huis, maar we wilden deze keer een product ontwikkelen dat opvalt omwille van zijn design.”
Batterij
Vandaag is het product klaar voor de lancering. Feror verlegt de grenzen van de klassieke serre. “Het is een ruimte die op verschillende manieren kan worden gebruikt: als serre om planten te kweken, maar ook als eetkamer, lounge, thuiskantoor, of als opvallend designstuk en kunstig lichtobject”, zegt Devolder. “De mogelijkheden zijn vrijwel eindeloos, en dat is precies de kracht van Feror. Het veelzijdige karakter moet een breed publiek aanspreken en dat er een markt voor is, daar twijfelen we niet aan.” (JV - Eigen foto)
VIVES ONDERNEEMT
COACHING EN TRAJECTEN
ROND ONDERNEMERSCHAP
West-Vlaamse ondernemingen hebben zuurstof nodig om te blijven groeien. Daarvoor is onder meer de interactie tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven van groot belang. Hier laten we de hogeronderwijsinstellingen uit onze provincie aan het woord over hun opleidingsaanbod en onderzoeksprojecten. Met al jouw vragen over onderwijs kan je terecht bij joyce.simoens@voka.be.
Studenten bij wie het al tijdens hun opleiding kriebelt om een eigen zaak te starten, zitten bij Hogeschool VIVES goed. Via het initiatief VIVES Onderneemt – in samenwerking met Start@K (Kortrijk) en Turbo (Brugge) –krijgen ze coaching en trajecten op maat. “In elke opleiding kan ondernemerschap of ondernemend handelen aan bod komen”, zegt coördinator Evy Declercq.
Bij Hogeschool VIVES leeft ondernemerschap op elke campus. “De ondernemersspirit zit ingebakken in het DNA van onze hogeschool”, zegt Evy Declercq. “Dat voel je bij studenten én docenten. Zo vinden studenten met zelfstandige ambities vaak al spontaan de weg naar hun docent voor advies. Bovendien helpt ons initiatief VIVES Onderneemt hen sinds een 10-tal jaar op weg, intussen met steun van VLAIO. Samen met Start@K en Turbo coachen we studenten die hun bedrijf willen starten of al actief zijn.”
Die ondersteuning krijgt vorm via persoonlijke coaching en inspirerende initiatieven. “VIVES Onderneemt bestaat uit 6 mensen, allemaal inzetbaar als businesscoach. We werken nauw samen met Start@K en Turbo, het ecosysteem voor jong ondernemerschap in respectievelijk Kortrijk en Brugge. Onze businesscoaches begeleiden studenten één op één, organiseren events rond ondernemerschap en bouwen mee aan een ondernemende community/netwerk. Externe ontmoetingen brengen studenten in contact met andere starters, maar niet iedereen is daar meteen klaar voor. Daarom houden we ook interne activiteiten en bezoeken we lessen om studenten te tonen dat ze altijd bij ons terechtkunnen.”
Het initiatief staat open voor elke student aan Hogeschool VIVES. “Sommige opleidingen lenen zich iets meer tot
“We zijn ondernemende durvers”
ondernemerschap, maar ook in richtingen als sociaal-agogisch werk, ergotherapie, verpleegkunde en andere richtingen proeven we ondernemerszin. Wie die ambitie verder wil waarmaken, kan het statuut van student-ondernemer aanvragen. Dat laat toe om studies en onderneming optimaal te combineren, zonder het ene aan het andere op te offeren. Onze coaching is erop gebaseerd om student-ondernemers te connecteren met de buitenwereld, ze een netwerk te bieden en op weg te zetten om ook zelf hun weg in het ondernemerslandschap te zetten.”
Internationale blik
Hogeschool VIVES geeft ook een internationale dimensie aan ondernemerschap. “We nemen deel aan projecten met buitenlandse hogescholen”, zegt Declercq. “Zo werkten we recent mee aan een initiatief rond vrouwelijk ondernemerschap in de Maghreb-landen. Ook in de Europese Uni-
“Waar we vroeger vooral derdejaarsstudenten begeleidden, kloppen nu steeds meer eerstejaars bij ons aan.”
— EVY DECLERCQ
versiteit Artemis, waar VIVES een founding member is, is er een duidelijke tak rond ondernemerschap. Intussen verwelkomen we meer internationale studenten, die vaak van nature ondernemender zijn.”
Evy Declercq merkt een duidelijke evolutie. “Waar we vroeger vooral derdejaarsstudenten begeleidden, kloppen nu steeds meer eerstejaars bij ons aan. Dat laat ons toe hen langer op te volgen en hun onderneming mee te zien groeien.” (BVC - Foto Kurt)
Evy Declercq.
In deze nieuwe rubriek zetten we ondernemende koppels van West-Vlaamse bedrijven in de kijker.
“Ik leerde ondernemen in een gespreid bedje”
Peter Vyncke is, net als zijn broer Dieter, onlosmakelijk verbonden met het gelijknamige familiebedrijf, gespecialiseerd in het ontwerp en de bouw van installaties voor ‘schone’ industriële energie. Onder hun leiding werd het bedrijf in 2016 uitgeroepen tot Onderneming van het Jaar. Peter is vader van 6 kinderen, Dieter heeft er 3.
“We hebben er altijd over gewaakt dat onze kinderen vooral kind kunnen zijn. Uiteraard zou het fijn zijn als één of meerdere van hen later de ambitie en de competenties hebben om in het familiebedrijf te stappen, maar het is geen verplichting. Dieter en ik kennen geen andere professionele omgeving, voor onze kinderen zal dat anders zijn. Zij moeten, na een jaar stage bij Vyncke, eerst elders ervaring opdoen voor ze eventueel terugkeren.”
“Fran en ik kennen elkaars (professionele) leefwereld door en door: zij weet alles van Vyncke, ik van haar ondernemersverhaal. Onze wisselwerking is niet helemaal evenwichtig, want ik leer het meest van haar. Dat komt omdat ik in een gespreid bedje terechtkwam: 3 generaties vóór ons hadden dit bedrijf al 90 jaar uitgebouwd. Mijn broer en ik voegden daar enkel een nieuwe dimensie aan toe. Toen ik bij Vyncke begon, waren er al 90 medewerkers. Fran startte haar verhaal volledig van nul. Daar heb ik enorm veel respect voor en dat maakt me nederig. Zij is tegelijk CEO, COO, IT-manager en duizendpoot. Ze geeft alles haar eigen toets, en het is heerlijk om dat te zien. Mode is niet mijn wereld, zij kiest zelfs wat ik draag.” (lacht)
“De wendbaarheid die Fran etaleert, is onvoorstelbaar. Toen we destijds beslisten om naar Singapore te verhuizen, gingen zij en de kinderen daar moeiteloos in mee. Ze moest haar hele business rond Elisa herdenken en aanpassen, maar deed dat met een glimlach. Intussen bouwde ze ook Les Sweets en La Suite uit onder het motto ‘work from anywhere’. Allebei ondernemer zijn heeft het voordeel dat we elkaar volledig begrijpen. Als ik iets dringend moet doen of ergens naartoe moet, weet Fran meteen hoe dat voelt. Elk weekend plan ik 4 uur in om ongestoord te werken, want tijdens de week lukt dat amper. Ook op vakantie werk ik elke dag een uurtje. Zelfs nu zij in Harelbeke zit en ik (nog even) in Singapore, verstaan we elkaar blindelings. De dynamiek in heel ons gezin is zalig.”
PETER VYNCKE VYNCKE
It’s all in
“Toen we beslisten om naar Singapore te verhuizen, gingen Fran en de kinderen daar moeiteloos in mee. Ze moest haar hele business herdenken en aanpassen, maar deed dat met een glimlach.”
FRAN LAVIGNE ELISA, LES SWEETS EN LA SUITE
thefamily
“Peter komt uit een andere sector en bekijkt mijn bedrijven met een frisse blik. Waar ik denk in creatie en community, brengt hij structuur en strategie.”
“Dromen durven doen”
Ondernemersbloed stroomt door veel West-Vlaamse families. Bij Fran Lavigne is dat niet anders: via haar grootvader, die een succesvolle onderneming oprichtte, en door zelf al 20 jaar mee te draaien in de wereld van Vyncke. Het is dan ook vanzelfsprekend dat ze intussen haar eigen ondernemersverhaal schrijft. “Wat mij altijd dreef, is iets nieuws starten en er voluit voor gaan. De kick van opstarten geeft me energie. Solliciteren vond ik leuk: je voelt spanning en uitdaging. Alleen: eens de job ‘liep’, kwam de sleur, iets wat ik nooit ervoer bij mijn ondernemingen. Bij Elisa, de boetiek met exclusieve fashion voor boys, girls en jongvolwassenen, kon ik mijn creativiteit kwijt, maar bleef de drang om zelf te ontwerpen. Ik begon met een communiecollectie en zag snel een gat in de markt. Daaruit groeide Les Sweets, dat in januari dit jaar zijn grote launch kreeg. Het is een partylabel voor powergirls tot 21 jaar. Het ademt de ‘naughty party vibe’ van meisjes die willen schitteren op hun Sweet 16 en vooruit willen in het leven. Eind dit jaar lanceren we La Suite: een elegante lijn rond festive elegance voor de zakenvrouw die na haar werk naar een event gaat, voor de bruid die haar suite ziet als catwalk en niet in een uniforme satijnen jurk opdraaft. Dat La Suite de markt zal verrassen, geeft me een kick.”
Toen we 4 jaar geleden naar Singapore verhuisden, moest ik Elisa anders runnen. Daar ontstond ook het plan om Les Sweets en later La Suite te ontwikkelen. Les Sweets verkopen we vooral online, terwijl La Suite kan groeien via selectieve kanalen en samenwerkingen. Onze tweelingdochters maken deel uit van de doelgroep en helpen via sociale media. Zo brengen we fashion rechtstreeks naar onze community.”
“Je kunt Peters familiebedrijf en wat ik doe onmogelijk vergelijken. Qua activiteit en schaal liggen ze ver uiteen. Hij komt uit een andere sector en bekijkt mijn bedrijven met een frisse blik. Waar ik denk in creatie en community, brengt hij structuur en strategie. Die drive herken je ook bij onze kinderen. Dat merk je bij onze dochter Emilie, die begon als kandidaat in Junior Bake Off. We lieten haar proberen, maar ze won. Dat is onze drive als familie: dromen, durven, doen. En natuurlijk: we zijn competitief.” (lacht)
De 17 Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties worden wereldwijd ingezet als doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. In deze rubriek stellen we iedere keer een andere SDG voor. SDG 5 is de enige doelstelling die zich specifiek op gender focust. Het hoofddoel van de doelstelling is om gendergelijkheid en de empowerment van alle vrouwen en meisjes te bereiken.
delaware, dat ondernemers ondersteunt bij de digitale transformatie van hun bedrijf, telt wereldwijd zo’n 5.000 medewerkers.
1.800 daarvan werken in België, onder meer in Kortrijk, waar het bedrijf zijn roots heeft. Onder de noemer Corporate Social Responsibility onderneemt het bedrijf al meerdere jaren op een maatschappelijk verantwoorde manier.
Een van de zaken waar delaware actief op werkt, is diversiteit (M/V/X) en inclusie op vlak van neurodiversiteit, cultuur, etc. in het personeelsbestand. “In de IT-sector zijn mannen veelal in de meerderheid en dat zie je ook weerspiegeld binnen ons bedrijf. 29% van onze personeelsleden is vrouwelijk. In de jongere generatie is het verschil wat kleiner, 31% tegenover 21% in de middelste generatie. In de oudere generatie is dat ook 21%. Je zou je daar kunnen bij neerleggen, maar wij laten het niet zo makkelijk los”, zegt Evelien Vanhooren, partner bij delaware.
Kwijtspelen
“Het feit dat er meer vrouwen zijn bij de jongere generatie, wijst erop dat vrouwen misschien wel starten in de IT, maar dat we hen ergens onderweg kwijtspelen. En daar kan je als sector en IT-bedrijf wel iets aan doen. Wij proberen de vrouwen in ons bedrijf wat meer samen te brengen, zodat ze enerzijds voor elkaar een klankbord kunnen zijn, maar anderzijds ook zien dat ook vrouwen een carrière en toekomst hebben in de IT-sector.”
BEDRIJFSCASE
delaware zet in op diversiteit in het personeelsbestand
Dat doen ze bij delaware op verschillende manieren, onder meer door initiatieven te organiseren die inclusie ondersteunen en collega’s samenbrengen rond verschillende topics. Er is bijvoorbeeld het initiatief ‘Lunch to grow’. “We stimuleren vrouwelijke collega’s om elkaar naast het werk op een informele manier te ontmoeten, over alle generaties heen. We zien het belang van zichtbare rolmodellen binnen (en buiten) de organisatie: bevestiging en steun van een mentor of rolmodel kan net dat duwtje in de rug zijn om de volgende stap te zetten. We vinden dan ook dat iedereen een verantwoordelijkheid heeft naar de jongere generatie toe om hen te ondersteunen in hun verdere groei.”
Daarnaast organiseert delaware andere activiteiten die inclusie ondersteunen: “We denken verder dan de traditionele sportactiviteiten, waarbij je misschien maar een bepaald deel van je personeelsleden bereikt. Met lezingen bijvoorbeeld, door Lieve Blanquaert of een over hoe data vaak
ook overwegend ‘mannelijk’ zijn. Een voorbeeld: een iPhone houdt beter de stappen bij van een man dan van een vrouw, omdat het systeem ervan uitgaat dat de gsm in een broekzak zit en niet in een handtas. Het is belangrijk dat daar voldoende awareness rond wordt gecreëerd binnen onze sector, want oplossingen voor eindgebruikers moeten inclusief zijn.”
Evelien Vanhooren is trouwens uitgeroepen tot Leading ICT Lady of the Year door het magazine ‘Data News’, onder andere omwille van haar progressieve kijk op het hele gendergegeven. (JM - Foto Kurt)
Meer weten? Contacteer ons gerust via 0476 02 59 42 of duurzaamondernemen.wv@voka.be
Evelien Vanhooren.
“We
kicken op technische uitdagingen”
Bram Callewaert, Alexander Desplentere en Lieven Neuville — MOL
Wie voertuigbouwer MOL zegt, denkt daar meteen West-Vlaamse traditie en degelijkheid bij. Familiebedrijf in de eerste en tweede generatie, nu in de derde fase onafhankelijk geleid door een triumviraat na een managementbuy-out. MOL (Staden) kickt naar eigen zeggen op technische uitdagingen en productontwikkeling. Het bezorgde het bedrijf recent een megacontract vanwege Defensie.
Dit bedrijf heeft een geschiedenis die teruggaat tot in 1944. Wat zijn de belangrijkste hoofdstukken geweest in het grote geschiedenisboek?
Lieven Neuville: “Het begon allemaal in 1944 met Gerard Mol, die vooral landbouwvoertuigen, opleggers en aanhangwagens op de markt bracht, maar ook motoren herstelde. Het bedrijf heeft een constante evolutie en uitbreiding gekend. Vandaag gaat het nog steeds om utiliteitsvoertuigen. In de tweede generatie is het familiebedrijf sterk gegroeid onder impuls van Martin Mol. De derde generatie is er niet gekomen en toen we met 3 directieleden de kans kregen voor een buy-out, hebben we onze kans gegrepen.”
Hoe is die buy-out verlopen?
Alexander Desplentere: “De vorige CEO en eigenaar, Martin Mol, had geen opvolging. Dat zorgde er al meteen voor dat de kaarten duidelijk lagen. Hij had maar één wens: dat de tewerkstelling en het hele bedrijf verder zouden kunnen gaan, ook zonder hem. Op een dag is hij met dat verzoek naar ons toegestapt. Wij maakten al jaren deel uit van het omringende kader op directieniveau.”
Lieven Neuville: “Martin Mol had zelf ook lessen getrokken uit de overgang van de eerste naar de tweede generatie. Hij wilde dat de overgang vlekkeloos en coherent zou verlopen, en dat dit bedrijf als familiebedrijf verder zou gaan. Een externe verkoop was dus nooit aan de orde. Hij begon tijdig het onderwerp aan te kaarten en bespreekbaar te maken, in 2012 al. In 2015 kwam dan de expliciete vraag of we een overname zagen zitten. We hebben toen een soort doorgroeiplan goedgekeurd in onderling overleg. Te weten: instappen in een minderheidspositie en zo gradueel opbouwen naar een meerderheid. Het grote voordeel was in ons geval dat we het bedrijf door en door kenden. Martin Mol gaf ons altijd veel vertrouwen en armslag. Dat hielp uiteraard danig toen we dan over een managementbuy-out gingen praten.”
Alexander Desplentere: “Ook de financiering
is, net als de opvolging zelf, organisch verlopen. Martin Mol wilde dat ook zo: klanten, leveranciers, werknemers moesten ook tijdens de overgangsperiode aanvoelen dat dit een ongoing proces was.”
Met zijn drieën één bedrijf leiden: is dat evident? En wie doet wat?
Lieven Neuville: “Ik leid de divisie trailers en trucks.”
Alexander Desplentere: “Ik sta in voor de businessunit vuilniswagens.”
Bram Callewaert: “Ik ben verantwoordelijk voor ons filiaal ITK, voor de productie van onderdelen bij MOL, voor aankoop, IT en interne logistiek.”
Lieven Neuville: “Samen vormen we een directiecomité met een handvol key medewerkers die instaan voor overkoepelende diensten, zoals hr, financiën of engineering. Eerlijk is eerlijk: het klikt tussen ons. En wat comfortabel is: er is nooit een blokkering, want ofwel zijn we alle drie akkoord ofwel is het een 2/1-verhouding. Een patstelling hebben we hier nog niet meegemaakt.” (lacht)
Staan er ook afspraken voor good governance op papier?
Lieven Neuville: “Heel zeker. We hebben een familycharter opgesteld waarin een hele reeks afspraken op papier staan.
Alexander Desplentere: “In een relatie met 3 is het altijd een beetje nemen en geven, maar met respect. Ik zeg altijd: thuis ben ik gehuwd met mijn vrouw en op het werk met 2 mannen. Maar dat hoeft niet in het artikel.” (lacht)
Wat zijn de pro’s en de contra’s van een familiebedrijf?
Lieven Neuville: “Ik zie vooral de voordelen: korte beslissingslijnen, nauwe betrokkenheid, geen complexe structuren, omgaan met je eigen centen.”
Alexander Desplentere: “Familiebedrijven gaan niet voor kort gewin maar wel voor de lange termijn.”
“Naast de 320 mensen die in Staden actief zijn, draaien en frezen in ons filiaal ITK in Kachtem nog eens 80 mensen onderdelen tot op een nauwkeurigheid die overeenkomt met de dikte van een mensenhaar.”
Lieven Neuville: “Maar aan de andere kant: het werk is nooit af en je bent verantwoordelijk over de hele lijn.”
Alexander Desplentere: “Als je dan eens een ‘patat’ om de oren krijgt, zoals in 2022 met een hacking, dan is er weinig fun aan. Gelukkig hebben onze back-ups goed gewerkt en hebben we nooit betaald aan de indringers.”
MOL is, nog zacht uitgedrukt, van vele markten thuis: voertuigen voor havenen spoortrafiek, trailers, vuilniswagens en sinds kort ook pantserwagens. Je zou kunnen zeggen: dat staat haaks op de theorie die zegt dat een bedrijf zich beter kan focussen op één competentie. Lieven Neuville: “Je moet dat anders zien. De roeping van en de rode draad door dit bedrijf is altijd geweest: we gaan uit van onze eigen sterkte. Dat was al zo bij de stichters die veel vakmensen in huis haalden met de bedoeling om – vertrekkend van een wit blad – een product met toegevoegde waarde te maken. Op dat vlak is er weinig tot niets veranderd: dat is nog altijd onze basisroeping. Alles draait, ongeacht het product, om technische competentie.”
De laatste jaren is er een duidelijke roep om meer lokaal te kopen. Tegelijk bestelt de overheid niet altijd bij bedrijven van eigen bodem. Hebben jullie op dat vlak te klagen?
Lieven Neuville: “We kregen al altijd mooie opdrachten binnen, wat wil zeggen dat onze vakkennis naar waarde wordt geschat.”
Alexander Desplentere: “Ik ben in de eerste plaats verantwoordelijk voor de divisie vuilniswagens, een belangrijke tak binnen onze groep met ook een eigen sales- en servicefiliaal in Nederland. Sowieso moeten bij het uitschrijven van aanbestedingen de EU-regels gevolgd worden. En ja, de Belgische loonkosten spelen ons meer dan eens parten. Ons tegenargument is altijd: je moet de total cost of ownership in ogenschouw nemen. Te weten: onze kwaliteit, onze dienstverlening, de kostprijs gespreid over de jaren. Al die argumenten spelen dan weer in ons voordeel, en de overheid beseft dat ook. Maar de realiteit gebiedt mij ook te zeggen dat we tot voor enkele jaren – voor de aankoop van vuilniswagens – vlot orders binnenkregen maar het vandaag harder knokken is om onze marktpositie te bestendigen. De concurrentie in dat segment komt vooral uit Oost- en ZuidEuropa.”
MOL kreeg recent een mega-opdracht vanwege Defensie voor de bouw van 406 pantservoertuigen van het type Griffon. Mooi. Hoe komt zo’n contract tot stand? Lieven Neuville: “Wij treden in dit contract op als toeleverancier van de Franse groep KNDS. In 2018 werd er een intergouvernementele overkomst gesloten tussen de Belgische en Franse overheid en ontving KNDS een bestelling voor militaire voertuigen bestemd voor onze landmacht. In de marge van dat contract werd ook om compensaties gevraagd voor Belgische bedrijven die eventueel in onderaanneming zouden kunnen meewerken. Dat heeft geleid naar een officieel lastenboek, en die slag hebben we dan thuis gehaald. Andere Belgische bedrijven waren ook in de running voor dit contract, maar wij haalden de buit binnen op basis van ons businessplan en referenties. Sinds begin dit jaar assembleren we hier die Griffons. In deze fase zorgde dat voor een bijkomende tewerkstelling van 15 mensen, maar dat aantal zal verdubbelen. Het gaat in totaal immers om 406 voertuigen van 11 verschillende types, een bestelling die tegen eind 2030 moet afgewerkt zijn. We bestempelen die nieuwe activiteit in defensie nu als een vijfde businessunit binnen de hele groep. Hoewel, helemaal nieuw is het nu ook weer niet. In het verleden hebben we nog opdrachten afgewerkt voor de rijkswacht, onder meer voertuigen met waterkanonnen. De opstart van onze nieuwe businessunit vergde een investeringsenveloppe van 7 miljoen euro.”
Vlaamse bedrijven krijgen wel eens het verwijt dat ze nog altijd te veel rond de eigen kerktoren bezig zijn. Is die boodschap aan jullie besteed?
Alexander Desplentere: “Het grootste deel van ons aanbod aan speciale voertuigen zal je over de hele wereld vinden, en dat doen we in samenwerking met lokale partnerbedrijven. Ons succes is te danken aan een combinatie van toegevoegde waarde en maatwerk. Wat de vuilniswagens betreft is de actieradius eerder beperkt tot België en de buurlanden.”
Lieven Neuville: “Klanten in het buitenland vinden we via beurzen maar ook via eigen prospectie. En dan is er ook een wet die zegt: eens je ergens binnen bent in een land, weet men Staden wel te vinden.”
Nu we het over de wereldkaart hebben. Er wordt gezegd dat ondernemers daar moeten produceren waar het hen het best uitkomt en waar de
Alexander Desplentere, Lieven Neuville en Bram Callewaert houden altijd de blik wijd open voor nieuwe opportuniteiten in het brede speelveld van gemotoriseerde speciale voertuigen. “Tanks daarentegen liggen niet meteen in de lijn van onze competentie. Dat laten we liever over aan de grote spelers uit Duitsland en Frankrijk. We hebben zo al werk genoeg”, vertellen ze.
“We willen zelf bouwen, ontwikkeling en productie moeten onder één koepel gebeuren én we willen toegevoegde waarde realiseren met voertuigen in nichemarkten.”
— LIEVEN NEUVILLE
omgevingsfactoren het aantrekkelijkst zijn. Is dat een afweging die jullie al gemaakt hebben?
Lieven Neuville: “Neen. Wij hanteren in Staden een basisfilosofie waar we ons goed bij voelen, gebaseerd op 3 principes. We willen vooral zelf bouwen, ontwikkeling en productie moeten onder één koepel gebeuren én we willen toegevoegde waarde realiseren met voertuigen in nichemarkten. We bedanken dus voor massaproducten. Bij dat alles spelen de loonkosten dan minder. Wij werken hier met 320 mensen en hebben ontzettend veel technische kennis aan boord, die we elders niet zouden vinden. Die kennis is cruciaal.”
Bram Callewaert: “Met die technische kennis kunnen we het grootste deel van onze ontwerpen in eigen huis uitvoeren. Naast de 320 mensen die in Staden actief zijn, draaien en frezen in ons filiaal ITK in Kachtem nog eens 80 mensen onderdelen tot op een nauwkeurigheid die overeenkomt met de dikte van een mensenhaar. Echt vakmanschap. Je kan dus gerust zeggen dat we momenteel produceren waar het ons het beste uitkomt.”
Verontrust het jullie dat de STEMopleidingen in onze regio teruglopen
in plaats van te groeien, zoals het de bedoeling was van de overheid?
Lieven Neuville: “Toegegeven, we ondervinden dat ook aan de lijve. Tot voor kort kwamen afgestudeerden van de technische scholen spontaan aankloppen voor een job. Nu is dat een stuk minder. We hebben de indruk dat vaklui vaker verder studeren om finaal eerder te belanden in een studiebureau bijvoorbeeld.”
Een laatste vraag over hét hot topic in de wereld van de mobiliteit: elektrificatie. Hoe ver staan jullie op dat vlak?
Lieven Neuville: “Wij laten in deze fase nog zoveel mogelijk de keuze tussen thermisch en elektrisch. Of ooit alles elektrisch wordt?
De toekomst zal het uitwijzen, maar de e-opmars zal zich ongetwijfeld nog verder doorzetten. In deze fase zitten we mijns inziens nog altijd in de leercurve. We verwerven nieuwe inzichten en sturen bij waar we kunnen. Het is een feit dat e-voertuigen een resem voordelen combineren: maximale koppel, flexibele snelheid, autonomie.”
Alexander Desplentere: “En niet te vergeten: zero-emissie en beduidend minder trillingen en lawaai.”
(Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)
Hervorming milieueffectrapportage op komst: morgen beter?
Met de milieueffectrapportage (MER) maakt een aanvrager van een vergunning duidelijk wat de verwachte impact van een project is op de leefomgeving. Dat moet overheden toelaten om doordacht te beslissen. Nog dit jaar treedt een hervorming in werking die de MER-procedure wil moderniseren en vereenvoudigen. We staan stil bij de veranderingen en de voornaamste gevolgen en bekijken of deze een verbetering zullen inhouden.
Wanneer is een MER noodzakelijk?
Een ‘milieueffectrapport’ onderzoekt de milieugevolgen van een project vóór de vergunning wordt aangevraagd. De opmaak is dus gekoppeld aan de indiening van een omgevingsvergunningsaanvraag (bouw en/of exploitatie). Zo kunnen vooraf de effecten op het milieu worden ingeschat en eventuele maatregelen worden uitgewerkt.
Automatisch denken we aan grote projecten zoals de uitbreiding van een luchthaven of bouw van een grote chemische plant. Het toepassingsgebied is echter veel groter. Zo vallen ook veel voedingsbedrijven, infrastructuurprojecten of stadsontwikkeling er onder. In sommige gevallen is er geen volwaardig MER nodig, maar kan een ontheffing verleend worden of volstaat een lichtere m.e.r.-screening.
Modernisering MER
Vlaanderen hervormt belangrijke aspecten van de milieueffectrapportage onder de vlag ‘modernisering MER’. Het opzet is een vereenvoudiging van de procedures, zonder kwaliteitsverlies. De hervorming is delicaat omdat ze uiteraard moet voldoen aan de Europese richtlijnen. Bovendien maakt een gebrekkige effectrapportage vergunningen kwetsbaar.
De modernisering wil onder meer de m.e.r.-screening bij vergunningsaanvragen herleiden tot de essentie. Ook zal de mogelijkheid tot het bekomen van een ontheffing verdwijnen. Daarnaast verschuiven belangrijke taken van de Vlaamse administratie naar de MERcoördinatoren die de initiatiefnemer van een project aanstelt. Dit zou moeten leiden tot helderdere beslissingen over milieueffecten, minder dubbele procedures en meer verantwoordelijkheid bij erkende MERcoördinatoren die bedrijven begeleiden. Meer duidelijkheid en minder papierwerk dus.
Veranderingen met impact op vergunningen
1 december treden de eerste veranderingen in werking. Het tijdstip van indiening van de omgevingsvergunning bepaalt of de nieuwe regels van toepassing zijn. We staan stil bij 2 veranderingen.
1. De bijlagen met de MER-plichtige projecten wijzigen
Eén van de belangrijke elementen die de voorbereiding van een vergunningsaanvraag bepalen, is de vraag of een project-MER nodig is. Dat bepaalt de doorlooptijd en kost van het dossier. Dat antwoord staat in het MER-besluit, al is het in de praktijk vaak een kwestie van interpretatie.
Tot nu toe konden sommige projecten een ontheffing krijgen van het opmaken van een volledig MER. Die tussenstap verdwijnt vanaf 1 december. In de toekomst zijn er 3 mogelijkheden: een volledig MER is verplicht, een screening bepaalt of een MER nodig is, of een project is vrijgesteld. Initiatiefnemers van projecten die onder de ontheffing vallen, kunnen in de toekomst gebruik maken van de lichtere screening. Het gaat bijvoorbeeld om stadsvernieuwingsprojecten met een grote verkeersgeneratie.
Sommige types projecten vereisen altijd een MER, zoals de aanleg van havens. Voor veel projecten volstaat een m.e.r.screening. Blijkt uit zo’n screening dat er toch aanzienlijke effecten kunnen zijn, dan moet er alsnog een MER gemaakt worden. Projecten die op geen enkele lijst voorkomen vereisen geen milieueffectrapportage. Die zijn eerder uitzonderlijk, met die nuance dat veel kleine tot middelgrote industriële projecten onder die laatste groep vallen.
2. Digitale screeningstool
De belangrijkste verandering is de
introductie van een digitale tool voor de m.e.r.-screening. Initiatiefnemers dienen deze te doorlopen voor ze hun vergunningsaanvraag kunnen samenstellen en indienen. De ambitie is om sneller en eenvormiger duidelijkheid te krijgen of aanzienlijke effecten uit te sluiten vallen en welke effecten onderzocht moeten worden. Een andere ambitie is om de screening te beperken tot de essentie. Te vaak is een m.e.r.-screening nodeloos uitgebreid. Voor ondernemingen met uitbreidingsplannen, nieuwe sites of infrastructuurprojecten kan dit de kosten drukken.
Morgen beter?
De veranderingen zijn een eerste stap in een bredere operatie. In een volgende fase wordt het Team Omgevingseffecten omgevormd tot een expertisecentrum. Het blijft in de toekomst een essentiële actor, maar de focus verschuift naar begeleiding en ondersteuning. Dat betekent dat er meer verantwoordelijkheden komen te liggen bij de MER-coördinatoren en -deskundigen die in opdracht van de initiatiefnemer werken. Bedrijven worden dus nauwer betrokken bij het proces. Zowel het Team Omgevingseffecten als de MER-coördinatoren en -deskundigen zijn echter druk bevraagd. Of die hervorming leidt tot vlottere procedures is daarom onzeker. Het verder standaardiseren van de effectrapportage en het herdenken van het systeem van erkenningen van deskundigen biedt mogelijk kansen.Wat wel zeker is: de modernisering MER is een belangrijk signaal dat Vlaanderen werk wil maken van snellere, robuustere en kwalitatieve vergunningverlening. Het zal echter niet volstaan. In die zin is het uitkijken naar het gevolg dat de Vlaamse Regering zal geven aan het rapport van de gemengde expertencommissie vergunningen, dat tal van andere verbeterpunten bevat. Danny Wiels
Zoals bekend kunnen vennootschappen die kwalificeren als familiale vennootschap vandaag genieten van bijzonder voordelige tarieven bij de overdracht van hun aandelen. Deze kunnen worden geschonken aan 0% en vererven aan 3% (rechte lijn en tussen partners) of 7%. Geldt die regeling niet, dan zou het schenkingsrecht 3% bedragen in rechte lijn en tussen partners of de erfbelasting maximaal 27% in rechte lijn en tussen partners of tot 55% in alle andere gevallen.
Huidig regime
Om van dit gunstregime te genieten, moet aan een aantal voorwaarden voor de schenking of het overlijden voldaan zijn en ook erna is er een continuïteitsvoorwaarde. De belangrijkste voorwaarden zijn dat de familie over minstens 50% van de stemrechten van de vennootschap de macht moet hebben (de participatievoorwaarde), dat er een echte activiteit is in de vennootschap (de handelsactiviteitsvoorwaarde) en ten slotte is er een test wat betreft de reële economische activiteit aan de hand van enkele parameters in de jaarrekening. Die laatste test kan leiden tot een vermoeden dat er geen echte activiteit is, maar kan wel weerlegd worden. Na de schenking of het overlijden moet in grote lijnen een activiteit 3 jaar lang ononderbroken behouden blijven en moeten enkele formele verplichtingen vervuld worden. Om te weten of je vennootschap in aanmerking komt voor het regime van een familiale vennootschap kan je een voorafgaand attest aanvragen. In de praktijk merken we dat de administratie relatief soepel een attest aflevert op het vlak van al dan niet een handelsactiviteit te hebben, maar wel moeilijk tot zeer moeilijk kan doen over vastgoed in de vennootschap en de waardering ervan.
Doorn in het oog
Een doorn in het oog van de administratie is dat zodra er een activiteit is, dit voldoende is om als familiale vennootschap te kwalificeren en de aandelen van die vennootschap dus tegen 0% kunnen worden geschonken of tegen 3% of 7% vererven. Iemand die als het ware een echte patrimoniumvennootschap
uitbouwt, die in principe niet als familiale vennootschap zal kwalificeren, maar daarin een frietkraam zou exploiteren met een beperkte omzet, zou daardoor wel als familiale vennootschap kwalificeren en kan van die verlaagde tarieven genieten. Een bekend voorbeeld in de praktijk en breed uitgesmeerd in de pers was een slager die zijn activiteit in een vennootschap uitoefende, al op leeftijd en aan het uitbollen was en in zijn vennootschap meer dan 20 verhuurde woningen had. Bij zijn plots overlijden werd het verlaagd tarief van 3% geclaimd en uiteindelijk ook na procederen verkregen.
Nieuw ontwerpdecreet
In het nieuwe decreet zal worden bepaald dat als er in de vennootschap vastgoed aanwezig is dat bestemd is tot bewoning, met inbegrip van bouwgronden, de waarde ervan niet langer meer zal vallen onder dit fiscaal gunstregime. De regeling zal gelden voor onroerend goed bestemd tot bewoning dat de vennootschap zelf aanhoudt of dat ze via dochtervennootschappen (met een minimumparticipatie van 10%) aanhoudt. Op deze manier zou het “oneigenlijke gebruik” van dit gunstregime gestopt moeten worden.
De nieuwe regeling roept wel wat vragen op bij projectontwikkelaars of bij gemengd vastgoed (vastgoed deels nuttig voor de activiteit en deels voor de handelsactiviteit). Ook de toepassing van deze wetgeving wordt omslachtig, want er zal een verslag van een revisor of gecertificeerde account nodig zijn om de juiste splitsing te maken tussen de waarde van aandelen die in aanmerking komen voor het fiscaal
gunstregime en de waarde die daar niet voor in aanmerking komt.
Ten slotte valt op te merken dat ook op het vlak van familiale ondernemingen (dus niet vennootschappen) er wel wat wijzigingen zijn, waarvan de belangrijkste misschien wel voor de landbouwers zou kunnen zijn. Zij dragen vaak gronden aan 0% over als deel uitmakend van de familiale onderneming. Dat zal nu niet meer kunnen als die gronden bouwgronden zouden zijn die zij nu als landbouwgrond bewerken. Of dat ook geldt voor industriegrond is niet duidelijk, maar op het eerste zicht zou dat wel nog kunnen. Wie dus nog van het huidige regime wil genieten, schenkt best voor 1 januari 2026.
Mark Delboo
E x p e r t i s e
Familiaal charter
Successieplanning
Bedrijfsoverdrachten
Familiale betwistingen
Fiscale planning
Fiscale regularisatie
DOSSIER grenzeloos ondernemen
“Roemenië is de ideale poort naar het oosten”
David Waelkens
Waelkens uit Oostrozebeke, dat al 100 jaar actief is in vlaggenproductie, groot formaat bedrukking en visuele communicatie, besloot in 2007 een productiefiliaal op te richten in Roemenië. De vestiging groeide intussen uit tot een volwaardige entiteit met zo’n 50 medewerkers. “Roemenië is lid van de Europese Unie, heeft een sterke industriële kennis en een van de snelst groeiende economieën van Europa. Het is bovendien goed gelegen om landen in het oosten te bedienen”, zegt zaakvoerder David Waelkens.
In 2007 onderzocht Waelkens nieuwe productiemogelijkheden. “Na enkele andere landen te hebben bezocht, zijn we in Roemenië terechtgekomen. De ligging van het land, aan de rand van Europa maar met vlotte toegang tot Midden- en Oost-Europa, gaf de doorslag. Het vrij verkeer van goederen was toen al van kracht, en de
verbinding met West-Europa én het oosten was een grote troef.”
Het bedrijf koos bewust voor een locatie in Transsylvanië. “Roemenië is groot en divers, met heel wat regionale verschillen. Transsylvanië stond historisch altijd meer onder westerse invloed. Wij wilden sowieso binnen de Karpaten blijven om logistiek goed ontsloten te zijn. Rond Boekarest was transport toen nog een nachtmerrie. In het noorden lagen de verbindingen gewoon beter. Bovendien is de arbeidsmarkt er iets minder competitief, wat de loonkosten drukt”, legt David Waelkens uit.
Die lagere loonkosten waren een voordeel, maar niet de enige reden om zich daar te vestigen. “Natuurlijk steek ik niet onder stoelen of banken dat er voldoende werk-
krachten waren, en dat de lonen lager lagen en liggen. Maar minstens even belangrijk was dat de cultuur grotendeels aansluit bij de onze. Onze manier van werken ligt dichter bij die van de Roemenen dan bij pakweg Aziatische of Afrikaanse landen. De economische consul die ons destijds begeleidde, was bijzonder proactief en behulpzaam.”
Toch zijn er ook duidelijke verschillen. “Roemenië is vrij formeel en sterk hiërarchisch georganiseerd. Persoonlijk contact is er essentieel, meer nog dan hier. Daarom hebben we vanaf het begin samengewerkt met lokale mensen uit de stad: een boekhoud- en advocatenkantoor met aanzien en vertrouwen. Zij kenden de weg door de bureaucratie.”
Die bureaucratie valt trouwens mee, benadrukt David. “Ik vind België soms starrer dan Roemenië; de administratie is daar vaak flexibeler dan hier. Een vennootschap oprichten is er heel laagdrempelig: dat kan op een paar dagen tijd voor enkele honderden euro’s. Wij kochten toen bouwgrond op een bedrijventerrein dat met Europese steun was ontwikkeld. Alle nutsvoorzieningen waren voorzien. Met wat ik nu weet, zou ik vandaag misschien eerder kiezen voor een bestaand gebouw dichter bij de stad, want mobiliteit blijft een uitdaging. De infrastructuur buiten de grote steden is nog niet overal top, al verandert dat snel. Recent zijn bijvoorbeeld 2 belangrijke snelwegen afgewerkt.”
Het is de handdruk die telt
De universiteiten in de regio staan hoog aangeschreven en de mensen zijn goed opgeleid. “De hoogopgeleiden spreken Engels of Frans en ook de oprichting van het bedrijf verliep volledig in het Engels. Toch blijft vertrouwen cruciaal. Hoe goed alles ook op papier staat, finaal is het de handdruk die telt. Daarom ga ik er nog geregeld zelf naartoe: onze mensen werken niet zomaar voor een bedrijf, maar voor een persoon.”
“Roemenië is vrij formeel en sterk hiërarchisch georganiseerd. Persoonlijk contact is er essentieel, meer nog dan hier.”
— DAVID WAELKENS
“De juiste mensen vinden heeft wat tijd gekost, maar eens je die hebt, loopt het vlot. De lonen liggen gemiddeld tweeënhalf keer lager dan in België, maar door de inflatie en de devaluatie van de munt is dat voordeel niet meer zo groot. Vanuit loonkostenperspectief denk ik dat het interessanter is om in of nabij een kleinere stadskern te zitten. Rond Cluj of Boekarest zijn de lonen sterk gestegen en is de beschikbaarheid van mensen beperkt. De arbeidsmarkt in de grote steden is al ver geëvolueerd.” Alleen omwille van de loonkosten zou hij er dan ook niet heen trekken. “Het is eerder de combinatie van productie, verkoop en export die interessant is. Roemenië is echt een poort naar het oosten.”
Zijn belangrijkste advies voor wie de stap wil zetten om in Roemenië een vestiging te starten? “Ga vooral luisteren naar andere ondernemers die er al actief zijn. En eens je beslist hebt om er te beginnen, werk dan samen met een lokale partner die de weg kent door de administratie. Iemand met een goed netwerk bespaart je veel tijd en geld.” Over de perceptie van corruptie is hij duidelijk. “Die bestaat, maar het is een overdreven misvatting. Je zal er als ondernemer maar weinig mee in aanraking komen”, besluit hij.
Roemenië in een notendop
Oppervlakte: 238.397 km²
Bevolkingsaantal: ~ 19,06 miljoen inwoners (2024)
Economische groei: 0,8 - 1,0 % groei van het BBP (2024 versus 2023). Betere prognose door een stabielere politieke omgeving na de verkiezingen dit jaar. In 2026 wordt ~ 2,2 2,8 % groei voorspeld.
Demografie: stedelijke migratie, ongelijkheid in ontwikkeling tussen regio’s blijven structurele uitdagingen.
Steden: hoofstad Boekarest (en bij uitbreiding de Boekarest-Ilfov-regio) is met 1.716.983 inwoners de grootste stad, met meeste investeringen en ook koopkracht. De regio had in 2023 een BBP per hoofd (in koopkrachtstandaarden/PPS) van ca. 190% van het EU-gemiddelde. Er zijn minstens 5 Roemeense regio’s met een BBP per hoofd onder de 50% van het EU-gemiddelde.
Wil je de Roemeense markt beter leren kennen of ben je op zoek naar nieuwe groeikansen in Oost-Europa? Tijdens onze workshop op dinsdagvoormiddag 25 november krijg je een helder beeld van de economische situatie in Roemenië en ontdek je in welke sectoren het potentieel het grootst is. Je ontvangt praktische tips over de lokale zakelijke cultuur, wetgeving en administratie, en hoort getuigenissen van Vlaamse bedrijven die er met succes actief zijn. Daarnaast is er gelegenheid om te netwerken met experten en collegaondernemers die je kunnen helpen bij het verkennen van deze snel groeiende markt.
Meer info en inschrijven:
IN HEART AND SOUL
Stevens Punching nv
Wij zijn advocaten, maar vooral raadgevers.
Zonnebeekseweg 221 - 8900 Ieper
T +32(0)57 20 21 47 I E stevens.punching@spsfe.be W www.stevens-punching.be
Expert teams
in mechaniek, lassen en revisie van scheepsmotoren.
Meer dan een droogdokeen scheepswerf vol specialisten
Zeebrugge I www.gardec.be I info@gardec.be
Actief in ons droogdok, o shore en aan boord van schepen in de Belgische, Nederlandse en Franse havens.
Officieel ABC dealer sinds 1995
Flanders Investment & Trade helpt je te internationaliseren
Flanders Investment & Trade helpt samen met Voka West-Vlaanderen ondernemers om voet aan de grond te krijgen in het buitenland. Daar profiteert niet alleen de internationale handel van, ook onze eigen economie: export is goed voor bijna een derde van de jobs in Vlaanderen. “En dat voel je ook in West-Vlaanderen: van voedingsbedrijven die wereldwijd nieuwe markten verkennen tot maakbedrijven die hun eerste stappen over de Franse grens zetten. Elke internationale doorbraak levert nieuwe klanten op én extra jobs in de regio”, zegt Piet Demunter, de nieuwe CEO van FIT.
“Stel: een West Vlaamse ondernemer draait al een tijdje goed en wil groeien. Eén van de mogelijkheden is dan over de grens kijken. FIT begeleidt daarbij. Dat is nodig: in het verleden trokken kmo’s er soms alleen op uit en botsten ze in het buitenland op muren van onbekende regels en cultuurverschillen. Gevolg: ze keerden met lege handen terug. Dat willen we vermijden”, aldus Demunter.
“Ons team helpt bedrijven met internationale ambities op veel manieren. Het belangrijkste? De stap zetten voor een babbel met één van onze collega’s uit de regio West-Vlaanderen. Zij komen langs, leren je bedrijf kennen en wie weet zien zij kansen. Zelf vind ik het cruciaal: FIT komt langs bij jou. We willen die drempel echt zo laag mogelijk houden. Zo hielp een adviseur in West-Vlaanderen een lokaal interieurbedrijf. Het deed via FIT mee aan een grote beurs en verkoopt nu volop op de Duitse markt.”
Verschillende mogelijkheden
“Er zijn verschillende mogelijkheden. Misschien blijkt uit je plan dat je nog niet helemaal klaar bent om de stap te zetten. Maar als dat wél zo is: ga mee met ons naar een beurs. Voor bijna elke sector organiseert FIT groepsstanden op beurzen, dichtbij of wat verder weg. We organiseren er groepsstanden onder het merk ‘Vlaanderen’. Vaak zijn dat beurzen waar je als ondernemer niet zomaar binnenraakt. De plaatsen zijn beperkt, dus snel beslissen is belangrijk. Maar de opbrengst is er bijna altijd: nieuwe klanten, extra zichtbaarheid
en je leert collega-ondernemers kennen die de stap al eerder zetten”, zegt hij.
“Daarnaast organiseren we handelsmissies. Soms groot, met meerdere sectoren tegelijk, soms heel gericht op één sector in één land. Het voordeel? Je belandt meteen bij de juiste contacten ter plaatse. Dat scheelt je maanden zoeken en aftasten. Daarnaast helpen we je natuurlijk ook individueel: met b2b’s in je doelmarkt of antwoorden op specifieke vragen over regelgeving, potentiele klanten of partners.”
Piet Demunter gaat verder: “FIT kan dat waarmaken dankzij meer dan 60 kantoren wereldwijd. Daar werken Vlamingen én lokale experten, allemaal met hetzelfde doel, net als onze experten hier: Vlaanderen internationaal laten scoren. Als ondernemer met buitenlandse plannen zijn onze binnenlandse experten je eerste aanspreekpunt. Als je een sterk exportplan hebt, leggen zij snel de link met onze collega’s over de grenzen.”
Demunter benadrukt dat FIT en VokaKamer van Koophandel West Vlaanderen partners zijn. “Voor veel ondernemers is Voka het eerste aanspreekpunt. Dankzij
Wie is Piet Demunter?
Piet Demunter (46) is sinds augustus 2025 CEO van Flanders Investment & Trade (FIT). Daarvoor was hij er al waarnemend CEO en COO. Eerder bouwde hij ervaring op bij Unilever en Brussels Airport Company.
onze samenwerking krijgt dat vertrouwde netwerk er een internationale dimensie bij. Zo blijf je in je eigen netwerk, maar heb je tegelijk toegang tot een wereldwijd vangnet. Samen organiseren we opleidingen, seminaries en nog veel meer: het beste van 2 werelden.”
Klaar om te internationaliseren? Contacteer anemone.monsieur@fitagency.be, frederic.deprez@fitagency.be of sandrine.decrom@fitagency.be
Valcke Prefab Beton bouwt al decennialang aan stevige fundamenten in de industriebouw. Met Traconord, de Franse vestiging in Steenvoorde, bewijzen Charles Valcke en Evy Symoen dat Vlaamse expertise ook over de grens vruchten afwerpt. Het verhaal van dit familiebedrijf toont hoe integratie, samenwerking en lokale verankering hand in hand gaan. Heel binnenkort delen ze hun ervaringen als gastheer tijdens een Voka Connect.
Traconord ziet naamsbekendheid in Frankrijk verder groeien
“Zonder lokale verankering kan je in Frankrijk weinig doen”
Valcke Prefab Beton begon ooit met agrarische constructies en ontpopte zich gaandeweg tot een gevestigde waarde in de industriebouw. Oprichter Charles Valcke koesterde vanaf het prille begin de duidelijke ambitie om ook over de Franse grens een stevige voet aan de grond krijgen.
“Als je in Frankrijk succesvol wil zijn, heb je daar gewoon een eigen pied-à-terre nodig”, stelt de ‘huidige’ Charles Valcke, CEO en telg van de vierde generatie. Vanuit die overtuiging koos het familiebedrijf er al in 1960 voor om in Armentières en Steenvoorde kantoren en een magazijn te huren. In 2022 kreeg de Franse aanwezigheid een extra dimensie met de bouw van een eigen kantoor en depot in Steenvoorde.
“Het is een plezier om op deze locatie klanten te kunnen ontvangen”, zegt Evy Symoen, algemeen directeur van Traconord. “We zien dit als een visitekaartje voor wat je met prefabbeton allemaal kunt realiseren. De nieuwe aanpak heeft bovendien de samenhorigheid binnen ons team versterkt. Waar werfmedewerkers en bedienden vroeger fysiek meer van elkaar
gescheiden waren, werken ze vandaag in of vertrekken ze vanuit hetzelfde gebouw, wat de contacten veel gemakkelijker maakt. Ook de nabijheid van het moederbedrijf in Vlamertinge bevordert de synergie. Belgische Valcke-medewerkers houden regelmatig meetings in Steenvoorde en omgekeerd. Zo gaan collega’s uit Vlamertinge die verantwoordelijk zijn voor hr en boekhouding periodiek naar de Franse site om er de lokale medewerkers te ondersteunen en processen op punt te zetten. Dat zorgt voor laagdrempelige contacten en een nauwere samenwerking tussen beide entiteiten.”
Andere wetgevende accenten
Een van de grote troeven van Traconord is het volledig Franse team, dat uitstekend vertrouwd is met de nationale regelgeving, cultuur en actualiteit. “We ervaren elke dag dat Europese regels in elk land andere accenten krijgen”, legt Evy Symoen uit. “Zo moet een gebouw in Valenciennes bestand zijn tegen aardbevingen, terwijl dat een kilometer verder over de grens in België niet hoeft. Ook de manier waarop uitzonderlijk vervoer geregeld wordt, de sociale wetgeving, de verplichte decenale verzekering,
“De voorbije 5 jaar realiseerden we meerdere projecten die in ons recordboekje zijn bijgeschreven.”
— CHARLES VALCKE
de veiligheid en talrijke andere aspecten verschillen sterk.”
Traconord is het uitvoerende bouwbedrijf van Valcke Prefab Beton voor projecten in Frankrijk. De samenwerking is dan ook hecht. “Zo verloopt de engineering en productie van Franse projecten nog altijd in België. Dat is meteen ook de reden waarom onze werfleiders elke dinsdag naar Vlamertinge afzakken voor overleg.”
De activiteiten zijn natuurlijk deels gescheiden, maar bedrijfsevenementen zijn er voor de hele groep. “Om de communicatie verder te versterken, voorzien we sinds kort Nederlandse lessen voor enkele Franse medewerkers, net zoals we vroeger al Franse
lessen aanboden aan Vlaamse collega’s. Het zijn stuk voor stuk initiatieven die de onderlinge verbondenheid versterken.”
Herkenbaar dialect
Hoewel België en Frankrijk verschillende landen zijn met elk hun eigen identiteit, ervaren Evy Symoen en Charles Valcke toch opvallend veel raakvlakken in de cultuur. “Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat Steenvoorde ooit tot Vlaanderen behoorde en de Vlaamse cultuur hier nog altijd doorklinkt”, merkt Charles op. “In Frans-Vlaanderen hoor je zelfs nog stevige invloeden van het Vlaams in het lokale dialect. Wie goed Vlaams spreekt maar geen Frans, kan vaak toch volgen wat 2 mensen hier in hun streektaaltje bespreken.”
Tot hun grote voldoening merken Charles en Evy dat Traconord in Frankrijk echt als een volwaardige Franse onderneming wordt gezien. “Dat heeft onder meer te maken met onze naam, afkomstig van Travaux et Constructions du Nord”, legt Charles uit. “Veel Franser kan een naam niet klinken.
in het land, wat geleid heeft tot een indrukwekkend palmares. De voorbije 5 jaar realiseerden we meerdere projecten die in ons recordboekje zijn bijgeschreven. Zo bouwden we voor Lidl ons grootste project ooit, goed voor ruim 60.000 m². Daarnaast verbraken we 3 keer het hoogterecord, met als uitschieter de site die we voor AstraZeneca in Duinkerke realiseren (40 meter hoog). De realisatie voor brouwerij 3 Monts springt er uit met de langste dakligger, die een overspanning van maar liefst 42 meter haalt.”
Die stevige projecten droegen ertoe bij dat Traconord de voorbije jaren aanzienlijk verder is gegroeid. Vandaag telt het lokale team bijna 50 medewerkers. “Dat zijn salesmensen, werfopvolgers, veiligheidsverantwoordelijken en teams voor funderingen, afwerking en montage, aangevuld met enkele administratieve functies”, somt Evy Symoen op.
Conjunctuur
Conjunctureel zijn de verschillen tussen België en Frankrijk beperkt. “De economische context is hoe dan ook uitdagend. We mogen niet klagen, want er zitten nog altijd
6 november Voka Connect bij Traconord
Op donderdagavond 6 november zijn we met Voka Connect te gast bij Traconord in Steenvoorde. Evy Symoen en Charles Valcke vertellen hoe een intensieve samenwerking en een duidelijke langetermijnvisie leidden tot de sterke uitbouw van deze industriële bouwspecialist, net over de Franse grens. Ze gaan dieper in op het groeiproces dat Traconord de voorbije jaren doormaakte, van eerste projecten tot een vaste waarde in NoordFrankrijk. Verwacht een eerlijke kijk op uitdagingen, kantelmomenten en de kracht van complementaire partnerships.
Meer info en inschrijven:
voldoende projecten in de pijplijn. Wel merken we dat klanten meer tijd nemen om effectief te beslissen over hun project. Daarnaast staan de prijzen onder druk en kiezen opdrachtgevers vaker voor compactere gebouwen. Andere duidelijke trends zijn de strakkere deadlines en de toenemende complexiteit.”
Charles Valcke en Evy Symoen hebben er het volste vertrouwen in dat Traconord ook in de toekomst kan blijven groeien. “In Frankrijk is er nog meer ruimte beschikbaar om bedrijfsgebouwen te realiseren”, klinkt het. “Bovendien geven ze hier sneller groen licht voor hoogbouw, terwijl verticaal bouwen in Vlaanderen vaak nog stevig onder het vergrootglas van de lokale overheden ligt.” Het duo kijkt ernaar uit om binnenkort collega-ondernemers te verwelkomen tijdens Voka Connect. “Dankzij onze rijke historiek in Frankrijk zijn we goed geplaatst om andere ondernemingen gericht advies te geven, onze ervaringen over zakendoen in Frankrijk in een informele setting met hen te delen en hen eventueel naar de juiste kanalen door te verwijzen.”
(BVC - Foto DD)
Evy Symoen en Charles Valcke.
Creative
Designregio Kortrijk bestaat 20 jaar. De organisatie zette dat jubileum onlangs in de verf met het Wonder Festival. Ook internationaal scoort de regio sterk, dankzij het label UNESCO Creative City of Design. “Dat weerspiegelt zich onder meer in de uitrol van ons 5X5-concept”, zegt directeur Stijn Debaillie.
Designregio Kortrijk ontstond in 2005 uit een samenwerking tussen Stad Kortrijk, Voka, Leiedal, Howest en de Biënnale Interieur. Het doel: de streek versterken via meerwaardecreatie voor de maakindustrie, met design thinking als motor voor innovatie. “Die ambitie is dezelfde gebleven, al is de Biënnale Interieur intussen als partner vervangen door Kortrijk Xpo en is ook IMOG aangesloten”, vertelt Stijn Debaillie.
Een van de speerpunten van Designregio Kortrijk is altijd het 5X5-project geweest. “In het begin brachten we 5 maakbedrijven samen met sterdesigners, omdat design toen eerder een ‘feestjurk’ was en de nadruk vooral op vormgeving lag. Vandaag linken we de ondernemingen eerder aan geïntegreerde ontwerpbureaus die hen bijvoorbeeld helpen omschakelen naar een ander businessmodel. Nu zijn we ook veel minder subsidieafhankelijk en komt 25% van onze omzet uit private middelen. Monte Marcella, het hoogtehotel van Chris Mullie dat in
“We rolden het 5X5concept al uit in steden als Kaunas en Bilbao. Voor onze ondernemers is dat een mooie springplank om hun expertise over de grenzen heen te tonen.”
— STIJN DEBAILLIE
samenwerking met Pars Pro Toto werd ontworpen en volledig met private middelen is gerealiseerd, is hieruit gegroeid.”
Export van ideeën
De reputatie van Designregio Kortrijk kreeg in 2017 een internationaal accent met de erkenning tot UNESCO Creative City of Design. “Kortrijk is de enige Benelux-stad met dat label. Als uitvoerend agentschap
vertaalden we dat onder meer naar een actie in 2021-2022, waarbij 34 handelszaken gekoppeld werden aan een designer om hun volledige flow te herdenken. Ze kregen daarbij input uit steden als Detroit en Montréal.”
Het 5X5-concept kreeg intussen ook heel wat bijval binnen het internationale Creative City-netwerk. “Zo rolden we het model al uit in steden als Kaunas en Bilbao. Daar krijgen organisaties de kans om zich binnen hun eigen economische weefsel te herontdekken, met input van Vlaamse ontwerpers. Voor onze ondernemers is dat een mooie springplank om extra werk te creëren en hun expertise over de grenzen heen te tonen.”
Na 20 jaar kijkt Designregio Kortrijk vol vertrouwen vooruit. “De intrede van IMOG laat ons toe om nog sterker in te zetten op circulariteit. Onze regio op de kaart zetten, proeftuinen opstarten en co-creatie tussen publieke organisaties en creatieve denkers stimuleren, blijft de insteek. Daarnaast willen we jongeren de principes van design thinking meegeven, zodat ze die later zelf kunnen toepassen”, besluit Stijn Debaillie. (BVC)
www.designregio-kortrijk.be
VESTIGING HARELBEKE
Blokkestraat 12
B-8530 Harelbeke
+32 (0)56 720 720
VESTIGING GENT
Langerbruggekaai 7
B-9000 Gent-Zeehaven
+32 (0)9 375 20 20
info@desuttergroup.com www.desuttergroup.com
Maak kennis met de Global Ambassadors
Vanuit Voka West-Vlaanderen willen wij West-Vlaamse ondernemers zoveel mogelijk steunen in hun internationale ambities. Wij willen ook de brug slaan tussen ondernemers door hen in contact te brengen met collega-ondernemers/leden van het managementteam die kennis van zaken, een lokaal netwerk en ervaring hebben in een bepaald land: onze Global Ambassadors.
NIGERIA
DOMINIEK VIAENE - CEO PROTEX HEALTHCARE
“Zorg dat je het land kent en heb geduld”
“Ik ben sinds 2014 CEO van Protex Healthcare, specialist in wondzorg, brandwonden en dialyse. In 2018 sprak ik in Nigeria op een congres van plastische en reconstructieve chirurgen. Ik zag er enorm veel potentieel, en niet enkel voor onze niche. In Nigeria liggen er in elke sector kansen en in de komende 5 à 10 jaar zeker in landbouw, onderwijs, de brede gezondheidszorg, de industrie, transport en natuurlijk de mijnbouw. We focussen hier nog te veel op de vroegere ‘oude’ geografische markten. De VS telt 330 miljoen mensen, maar het Afrikaanse continent over 25 jaar liefst 3,5 miljard. Bovendien is de Afrikaanse middenklasse nu al dubbel zo groot als die in de VS. De toekomst ligt dus daar. Als je de schaamte voor het koloniale verleden en de vrees voor corruptie aan de kant zet en kijkt naar het groeipotentieel in de concrete cijfers, dan is Afrika het énige continent waar groei met 3 cijfers nog mogelijk is. Wacht dus geen 5 jaar meer om ernaartoe te gaan.”
“Een eerste concrete tip: zorg dat je het land kent en heb geduld. Enkel door daar frequent aanwezig te zijn – nu ben ik er elke maand ruim een week – groeit er langzaamaan vertrouwen om zaken te doen. Een land kennen, is ook zijn geschiedenis kennen. Het noorden van Nigeria is islamitisch, het zuiden christelijk, en dat is een andere mentaliteit. Weet ook dat hét communicatiemiddel in Nigeria Whatsapp is. Als je bijvoorbeeld een website maakt, moet die in de eerste plaats goed werken op smartphones. Wil je een e-mailbevestiging?
Stuur dan je documenten via WhatsApp, zodat je weet wanneer jij het gestuurd hebt en zij het krijgen.”
Afrique élastique
“We horen vaak over fraude daar en ondernemers zeggen dan: ‘ik ga nooit steekgeld of commissies betalen!’
Maar zo draait die maatschappij daar nu eenmaal nog. De meeste Afrikanen leven niet, maar zijn nog steeds aan het overleven. Weet dat je daar nu nog tot 30% van je omzet kunt boeken als public relations. Zorg wel dat de commissies die je geeft, gedocumenteerd (met facturen) en traceerbaar zijn en ‘keep control of the flow’: het geld moet eerst bij jou binnenkomen voor het naar iemand anders gaat. Ook belangrijk is om niet opnieuw te koloniseren maar wel te co-creëren. We kunnen leren van elkaar. In onze sector hebben zij ontwikkelingen die wij niet kenden en omgekeerd. Wederzijds respect is cruciaal, ook in de vorm van correcte arbeidsvoorwaarden voor je medewerkers daar.”
“Voor het omgaan met tijd voerden we de term ‘Afrique élastique’ in. Projectplanning is er vaak nog redelijk rekbaar. Als je projecten plant, maak die dan indicatief en zet erbij dat je maar naar een volgende stap kunt als de vorige is afgewerkt. Wij hameren er ook sterk op dat stiptheid ook respect betekent. En tot slot: als je producten verkoopt, zorg ook voor onderhoud en service. Medische toestellen bijvoorbeeld die stuk gaan, staan er vaak jaren nutteloos aan de kant. Als je medisch personeel kunt duidelijk maken dat ze daardoor veel geld verliezen, zullen ze beter luisteren.”
Samen met Flanders Investment & Trade organiseert Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen van 3 tot 7 november de groepszakenreis Start2Export2 Nigeria. Met 13 Vlaamse bedrijven trekken we naar Abuja en Lagos om er nieuwe zakelijke kansen te verkennen en duurzame partnerships op te bouwen. Deze missie vormt meteen ook een mooie aftrap voor de rol van Dominiek Viaene als onze nieuwe Global Ambassador voor Nigeria.
“Douane is een strategisch domein geworden”
Evelien Lacante over de Business Club Customs
Meer dan ooit is douane een strategisch domein geworden binnen de internationale handel. Het domein is volop in evolutie, door de geopolitieke spanningen, nieuwe Europese regelgeving, de snelle digitalisering,… Om de vinger aan de pols te houden, organiseert Voka West-Vlaanderen de Business Club Customs. Daarin komen elke maand douane-experts van West-Vlaamse bedrijven samen om ervaringen te delen en hun kennis te verdiepen. Deloitte is partner in het traject. Evelien Lacante, Manager Global Trade Advisory bij Deloitte, licht toe.
In de Business Club Customs brengt Voka West-Vlaanderen douane-experts van West-Vlaamse bedrijven samen in een praktisch en interactief traject. Voor de inhoudelijke invulling werkt Voka samen met Deloitte, vertegenwoordigd door Evelien Lacante, Manager Global Trade Advisory. Met bijna 20 jaar ervaring in de industrie en inmiddels 4 jaar bij Deloitte combineert ze praktijkkennis met strategisch inzicht. “Mijn focus ligt sterk op het domein classificatie, maar zoals elke collega binnen Global Trade Advisory maak ik me alles van douane eigen. Ik verdiep me ook in de mogelijkheden van AI en generative AI in het classificatieproces – een hot topic.”
Het format van de Business Club is anders dan een klassieke opleiding. “Elke maand brengen we specialisten samen voor diepgaande discussies over actuele thema’s”, vertelt Evelien. “De meerwaarde zit in de uitwisseling. Je hoort hoe collega-bedrijven omgaan met dezelfde uitdagingen en leert van elkaars aanpak.” De groep bestaat telkens uit dezelfde deelnemers, wat continuïteit en vertrouwen creëert. “Dat
maakt het makkelijk om thema’s verder te verdiepen. Soms brengen we vanuit Voka en Deloitte actuele onderwerpen aan, zoals de Amerikaanse tariffs, EUDR-wetgeving of MASP-updates. Daarnaast is er ook ruimte om regiospecifieke onderwerpen te bespreken. Zo sluit de inhoud goed aan op de praktijk van West-Vlaamse ondernemingen.”
De uitdagende evoluties vandaag Volgens Lacante is 2025 een van de meest uitdagende jaren ooit voor douane-experten. “Tariefwijzigingen, handelsconflicten en duurzaamheidseisen maken dat douane vandaag een strategisch thema is geworden. De douanewereld is niet langer het kleine broertje van het fiscale domein.” De oorzaak ligt deels bij geopolitieke spanningen. “Sinds de periode-Trump zijn importtarieven wereldwijd een hefboom geworden voor economische en politieke druk. Daarbovenop komen Europese initiatieven zoals de ontbossingsverordening (EUDR) en de CBAM-regels. Douane speelt daardoor een rol in álles wat met internationale handel te maken heeft.” De impact reikt tot diep in de supply chain. “Douane heeft tentakels doorheen het hele bedrijf –van procurement en finance tot sales. Alles is met elkaar verweven. Die verbondenheid is het voorbije jaar sterker dan ooit naar voren gekomen.”
“Douane heeft tentakels doorheen het hele bedrijf – van procurement en finance tot sales. Die verbondenheid komt sterker dan ooit naar voren.”
Interesse om deel te nemen?
In het voorjaar van 2026 start een nieuwe editie op van de Business Club Customs. Voor meer info, neem contact op met lorenzo.bequoye@voka.be.
Ook digitalisering is een driver van verandering. De Europese en Belgische douanesystemen worden vernieuwd, en data spelen daarbij een sleutelrol. “Tegenwoordig vormen masterdata de kern van elk bedrijf, waarin goederenco-
des en de oorsprong van producten worden vastgelegd. Zonder correcte basisdata kan je geen compliant douaneproces runnen”, zegt Lacante. Ook artificiële intelligentie doet zijn intrede. “Generative AI heeft een disruptieve impact op onze manier van werken, maar biedt tegelijk enorme kansen. We onderzoeken hoe we AI kunnen inzetten in elke stap van het douaneproces – van het moment dat goederen op het schip gaan tot ze aankomen in de haven. Denk aan automatische toewijzing van classificatiecodes of slim documentbeheer.” Die technologische verschuiving verandert het werk van de douanespecialist. “Veel van de administratieve taken kunnen deels geautomatiseerd worden. Dat laat experts toe om zich te concentreren op de kern: wetgeving interpreteren, risico’s inschatten, strategische beslissingen nemen. De job wordt anders, maar zeker niet minder cruciaal.”
BonRill heeft internationale
ambities met de gekende
Begin dit jaar namen Anne-Laure Ingelbeen en Koen Desmedt voedingsbedrijf BonRill uit Ieper over. De productie werd intussen verhuisd naar Oostende en de nieuwe zaakvoerders hebben ambitieuze plannen met de gekende rillettes. “We zien mogelijkheden voor onze producten in het buitenland. We beschouwen Scandinavië en Spanje als ideale startmarkten.”
Anne-Laure Ingelbeen en Koen Desmedt groeiden allebei op in een landbouwersgezin en bouwden daarna een carrière uit in de vlees- en productiesector. “We waren al een tijdje op zoek naar een eigen project waar we ons schouders onder konden zetten. Zo kwamen we BonRill op het spoor”, vertelt Anne-Laure Ingelbeen.
BonRill is de merknaam waaronder familiebedrijf Vleeswaren Vandromme voornamelijk rillettes op de markt bracht. Je vindt de rillettes enerzijds als potten BonRill in de toonbank van vele beenhouwerijen in Vlaanderen, maar anderzijds ook als private label in kleinere potjes in de retailrekken. “De zaakvoerders van Vleeswaren Vandromme zijn een tijd geleden onder de merknaam BonMush vegetarische producten beginnen produceren. Ze willen in de toekomst graag focussen op dat deel van hun gamma. Wij konden BonRill op die manier van hen overnemen.”
“De bestaande productielocatie overnemen of op de site in Ieper blijven produceren
was geen optie, terwijl een nieuwe productiesite opstarten heel tijdrovend zou zijn. Daarom zijn we op zoek gegaan naar een partner voor een doorgedreven samenwerking op vlak van productie en verkoop. Die vonden we bij Fag Creative Foods in Oostende. Samen met de familie Ghesquière produceren we onze rillettes in hun bestaande productieomgeving. Fag heeft reeds vele jaren ervaring in exportverkoop, wat ook voor ons een waardevolle synergie betekent.”
Perfecte vetverhouding
Fag Creative Foods produceert hoofdzakelijk patés en terrines. “Fag is een familiebedrijf, net als het onze, met dezelfde waarden en dezelfde visie. De productiemachines die we mee aankochten, hebben we naar deze site verhuisd, waardoor we hier exact dezelfde rillettes kunnen blijven produceren als die waarover de klanten van BonRill al jaren tevreden zijn. We leveren echt een artisanaal product. Het productieproces wordt op de voet gevolgd en tijdens de productie sturen we bij om tot het
rillettes
gewenste resultaat te komen: met dezelfde smeuïgheid, de perfecte vetverhouding en de ideale draderige structuur.” Het koppel is erg tevreden over de samenwerking met Fag. “In die mate dat we op dit moment niet op zoek zijn om op termijn een eigen productiesite te kunnen uitbouwen. Onze synergie is echt heel waardevol: Fag mikt voornamelijk op export, terwijl wij vooral actief zijn in België. Wij nemen hun patés mee als we de markt verkennen en zij stellen op hun beurt onze rilettes voor aan buitenlandse klanten. Op die manier kunnen we elkaar echt versterken.” BonRill heeft internationale ambities. “Frankrijk wordt minder evident, omdat het een echt rilletteland is waar je als externe producent moeilijker kunt binnenbreken. We richten onze pijlen in eerste instantie op onder meer Scandinavië en Spanje; daar is toch wel veel mogelijk. Ik heb in functie van die plannen recent het traject Go International gevolgd bij Voka West-Vlaanderen. Ik heb voornamelijk een achtergrond in de productie en wilde ook een sterkere salesbasis. Dat traject bleek heel interessant. Het ging onder meer over het feit dat elk land zijn eigen wetgeving heeft en over de verschillen waarmee je rekening moet houden op het vlak van contracten en papierwerk. Dat de smaken per land verschillen, dat weten we al: we kunnen onze recepten vlot aanpassen.” (JM - Foto Kurt) www.bonrill.be
Anne-Laure Ingelbeen.
Logistieke Trendtour met bezoek aan LogiMAT
Bedrijven staan vandaag voor grote logistieke uitdagingen: stijgende kosten, personeelsschaarste en toenemende procescomplexiteit. Automatisering en digitalisering bieden oplossingen – denk maar aan AGV/AMR, robotica, warehouse management software en slimme orderpicksystemen.
Met de Logistieke Trendtour krijg je een unieke kans om te zien hoe internationale pioniers dit aanpakken. Je combineert een bezoek aan Europa’s grootste intralogistieke beurs LogiMAT met exclusieve bedrijfsbezoeken aan DHL Europe Innovation Center en Linde Material Handling.
Wat mag je verwachten van de Logistieke Trendtour?
• Exclusieve toegang tot internationale topbedrijven en hun demonstratiecentra, locaties die je als individueel bedrijf moeilijk kan bezoeken.
• Praktische voorbeelden die aantonen hoe investeringen in logistieke systemen concreet rendement opleveren.
• Hands-on inspiratie: van live demo’s tot tastbare toepassingen van digitalisering, automatisering en duurzaamheid.
• Rechtstreeks contact met aanbieders en technologiepartners, met kansen om oplossingen te vergelijken, ideeën af te toetsen en mogelijke partnerships te verkennen.
• Uitbreiding van je netwerk door ervaringsuitwisseling met peers binnen het Voka-netwerk én internationale experts.
24 maart 2026
Bezoek DHL Europe Innovation Center en Linde Material Handling Center
• Rondleiding in het DHL Europe Innovation Center (Troisdorf/Bonn), DHL’s innovatiehub waar de nieuwste toepassingen rond AI, IoT, duurzaamheid, automatisering en veiligheid worden getoond. Het centrum toont hoe DHL samen met klanten en partners experimenteert met technologieën die de logistiek van morgen mee vormgeven.
• Bezoek aan het Linde Material Handling Center (Kahl am Main): een ultramodern distributiecentrum van 22.000 m² met een 30 meter hoog volledig geautomatiseerd hoogbouwmagazijn, multishuttle, AMR’s en duurzame energieoplossingen.
25 maart 2026
LogiMAT-beurs (Stuttgart)
• Vrij bezoek aan Europa’s grootste intralogistieke beurs LogiMAT. Met meer dan 1.500 exposanten krijg je een volledig overzicht van de markt en de nieuwste trends en technologieën. Van robotica en AGV/AMR tot warehouse software, material handling, packaging en advies: alles wat de toekomst van logistiek vormgeeft komt hier samen. LogiMAT onderscheidt zich doordat het niet enkel producten en systemen toont, maar ook strategische inzichten biedt via live demo’s, keynotes en trade forums. Het is dé plek om rechtstreeks in contact te komen met aanbieders, technologiepartners en experts uit de hele wereld.
• Gezamenlijk moment om ervaringen uit te wisselen over de bezochte exposanten en technologieën, gevolgd door een groepsdiner in het centrum van Stuttgart.
26 maart 2026
Tweede halve beursdag & terugreis
• Verdieping op de LogiMAT-beurs: extra tijd om relevante leveranciers en innovaties te ontdekken.
• Gezamenlijke afsluiting en terugreis naar België.
Inschrijven voor de Logistieke Trendtour is mogelijk t.e.m. vrijdag 12 december 2025. Het aantal deelnemers is beperkt. Meer info en inschrijven: lisa.popelier@voka.be.
“Veel bedrijven lopen tariefverlagingen mis”
Ruben Dewitte over handelstarieven
Landen bedienen zich van handelstarieven om markten te beschermen of inkomsten te genereren. Behalve die tarieven regelen ook niet-tarifaire afspraken de buitenlandse handel. Alles bij elkaar is export best wel complex en halen bedrijven zelden het maximum uit hun inspanningen. Ruben Dewitte, econoom bij ING en gastprofessor in de economie aan de UGent, licht toe.
Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn de internationale handelstarieven na de oprichting van de General Agreement on Tariffs and Trade (GATT, 1947) en later de World Trade Organisation (WTO, 1995) fors afgenomen. Toch legt Donald Trump de wereld hoge algemene invoertarieven op, weliswaar om het begrotingstekort van circa 6% in de VS terug te dringen.
Ruben Dewitte: “Sommige waardeketens verleggen zich dan om die handelstarieven te omzeilen. Zo voert China via Vietnam goederen in de VS in. Europa van zijn kant rondt handelsdeals versneld af en maakt nieuwe afspraken, met India, Indonesië, Mercosur, Mexico,…”
Strategisch navigeren in een gefragmenteerde wereld
In een wereld waarin geopolitieke spanningen, handelsconflicten, valutavolatiliteit en veranderende regelgeving elkaar in snel tempo opvolgen, sta je als bedrijfsleider voor een complexe uitdaging: hoe neem je robuuste strategische beslissingen in een steeds onvoorspelbaardere omgeving? In het Lerend Netwerk Geostrategisch Ondernemen krijg je concrete tools, methodieken, best practices voorgeschoteld en spar je met ondernemers die in hetzelfde schuitje zitten.
Het traject gaat van start op 27 november.
Meer info en inschrijven:
In- en uitvoer diversifiëren “De voorbije decennia wonnen vooral die andere, niet-tarifaire handelsafspraken aan belang”, vervolgt Dewitte. “Op het vlak van standaarden voor productie, veiligheid, hygiëne, milieu, recycling,… Maar nieuwe deals zorgen voor extra kansen en extra volatiliteit. Willen bedrijven zich tegen een onzekere toekomst –ook vanwege geopolitieke spanningen – wapenen, dan is diversificatie noodzakelijk, zowel bij de invoer van grondstoffen als bij de export van
producten.” De afspraken over allerlei productiestandaarden (zoals de CE-normering) wegen weleens door. Het is niet omdat je een product succesvol in Duitsland verkoopt, dat je er Frankrijk mee binnenkomt. Tegelijk weten bedrijven vaak niet dat ze met geringe aanpassingen aan hun product wel andere landen overtuigen. Dewitte: “Een studie van Buitenlandse Handel toont aan dat nogal wat Belgische exporterende bedrijven niet op de hoogte zijn van alle regels, daardoor douanedocumenten niet correct invullen en zo tariefverlagingen mislopen.”
Kansrijke afzetmarkten
Het IMF berekende dat de fragmentatie op beleidsniveau in de Europese Unie het equivalent van circa 44% aan invoertarieven bedraagt. “Onze bedrijven verwezenlijken dus een quick win als ze zich op hun nabije natuurlijke handelspartners, de Europese interne markt, richten en zich door het labyrint een weg banen.”
Daarna kunnen ze aan andere, grotere afzetmarkten denken. “Europa exporteerde in 2024 voor liefst 540 miljard euro naar de VS. Zijn de invoertarieven er te hoog, dan hebben Europa en bijvoorbeeld Canada, Mexico of China de mogelijkheid om handelspartners te worden. Voor advies in de complexe exportmaterie kunnen ondernemingen terecht bij Flanders Investment & Trade, Voka of andere organisaties.”
(DDM - Foto David Plas)
Exchange zet deur naar Afrika op een kier
Waardevolle kennisuitwisseling tussen
West-Vlaamse en Afrikaanse kmo’s
Met de hulp van Vlaamse ondernemers gaf de Antwerpse vzw Exchange de voorbije 25 jaar al talloze Afrikaanse bedrijven een duwtje in de rug richting groei en professionalisering. Niet met een financiële stimulans, wel door ze te koppelen aan de juiste expertise. De organisatie doet daarvoor een beroep op vrijwilligers en wil ook Vlaamse bedrijven engageren om hun kennis te delen. Onder meer het strategisch marketingbureau Comma uit Zedelgem en machinefabrikant Rentec uit Pittem gingen al mee op missie.
Exchange vzw ontstond in 2001. Het waren Unizo, Voka, de Boerenbond en ETION die de organisatie boven de doopvont hielden, met als oogmerk om ontwikkeling te ondersteunen via ondernemerschap. Oorspronkelijk richtte Exchange zich daarvoor tot een brede waaier aan zelfstandigen, kleine ondernemers en ambachtslui uit Afrika, maar sinds een jaar of 10 is de strategie meer gefocust. Nu gaat het specifiek om kmo’s in 6 sectoren: de agro-industrie, dienstensector, circulaire industrie, toerisme, maakindustrie en transport en logistiek.
Kmo voor kmo
“We kiezen bewust voor de sectoren waarin Vlaanderen zelf sterk staat”, vertelt Sybren Devoghel, general manager bij Exchange. “Daarnaast is vooral de schaal van bedrijven voor ons van belang. We gaan op zoek naar Afrikaanse bedrijven die zich in een scale-upfase bevinden: ondernemingen die 5 à 10 jaar actief zijn en gemiddeld tussen de 20 en 50 werknemers in dienst hebben. In het verleden was dat anders en kwam bijvoorbeeld ook de lokale bakker bij ons terecht, maar we merkten dat de maatschappelijke impact van die eenmalige missies vaak klein was. Daarenboven zijn er al heel wat organisaties die kleine bedrijven of startups ondersteunen. In onze huidige aanpak zijn we uniek en sluiten we sterk aan bij het Vlaamse ondernemerslandschap, dat ook hoofdzakelijk uit kmo’s bestaat.”
Naast Sybren telt Exchange in België 4 vaste medewerkers. In de betrokken Afrikaanse landen – op vandaag zijn dat Oeganda, Zuid-Afrika, Rwanda, Malawi, Marokko, Ghana, Tanzania en Mozambique – staan nog 12 lokale vertegenwoordigers op de loonlijst. “Vanuit Exchange zorgen we voor de selectie, de matchmaking en praktische ondersteuning. Het inhoudelijke werk daarentegen gebeurt volledig door vrijwilligers. Dat kunnen individuen zijn met een specifieke achtergrond of expertise, maar we proberen ook steeds meer bedrijven te betrekken. Want wie kan een onderneming beter helpen dan een gelijkaardig bedrijf, waar alle relevante kennis verzameld zit en uitdagingen vaak gelijklopen?”
Groeiprogramma’s
Een van die bedrijven is Comma, brandstrategists, opgericht door Greetje Demuelenaere. “Ik werd voor het eerst door Exchange benaderd in 2018”, herinnert Greetje zich. “Voor een theeplantage in Malawi, de Satemwa Tea and Coffee Estate, was de organisatie op zoek naar marketingen brandingexpertise. Via via kwamen ze bij mij terecht. Ik was meteen enthousiast. Ik geloof sowieso sterk in het idee van kennisdeling en probeer vanuit mijn onderneming altijd kennis en tijd af te staan aan maatschappelijk waardevolle initiatieven. Zo begeleidden we Satemwa dan ook bij hun transitie van bulk naar specialty teas: een boeiend traject van meerdere jaren dat zowat alles omvatte, van de opmaak van het businessplan tot de vermarkting en de ontwikkeling van een eigen theemerk.”
“Het waardevolle aan deze formule is dat iedereen iets in de mand moet leggen. Het engagement is dus verzekerd.”
— TOM VERSCHUERE
“We werken met groeiprogramma’s”, legt Sybren de werking van Exchange uit. “Zo’n programma richt zich telkens op één bedrijf en neemt gemiddeld 3 jaar in beslag.” De bedrijven die in aanmerking komen voor een groeiprogramma worden op voorhand uitgebreid gescreend. Zowel de lokale vertegenwoordigers als de landverantwoordelijke van Exchange gaan daarbij na of het bedrijf aan alle voorwaarden voldoet, financieel gezond is en bereid is om zelf bepaalde investeringen te doen. Is er voldoende potentieel en engagement, dan kan de samenwerking aangevat worden. “In eerste instantie stellen we een coach aan: iemand uit ons netwerk die het Afrikaanse bedrijf over de volledige duur van het traject begeleidt. Hij of zij gaat een aantal weken ter plaatse, maakt een visie op en brengt in kaart welke kennis in welke fase nodig is. Daarop zoeken wij de mensen die die expertise kunnen aanreiken, zowel lokaal als in België.”
“De projecten leren ons om te relativeren, los te laten en wendbaar te zijn.”
— GREETJE DEMUELENAERE
Engagement met veel gezichten Comma stapte sinds 2018 al mee in 5 groeiprogramma’s. Zo boden Greetje en haar team strategische ondersteuning aan webwinkel Alinafe, ondersteunden ze pesticidebestrijdingsbedrijf Chassol bij het uitbouwen van hun hr- en investeringsbeleid, en voerden ze trends- en marktanalyses uit voor Smartcore, de Afrikaanse tegenhanger van Smartschool. “In wezen doen we voor die bedrijven hetzelfde als voor onze reguliere klanten. Dat gebeurt wel vooral vanop afstand, maar we trachten toch echt om co-creatief samen te werken. Wanneer we zien dat het traject een bepaalde maturiteit bereikt, gaan we één keer ter plaatse. Het is fantastisch om te zien dat je bedrijven zo vleugels kan geven. Tijdens het groeiprogramma van Smartcore suggereerden we bijvoorbeeld een joint venture met een van hun conculega’s. En jawel hoor, die hebben ze onlangs opgestart.”
In andere gevallen treden de Belgische bedrijven op als ervaringsdeskundige. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Inex, dat een feasibility study uitvoerde voor een Rwandese zuivelproducent. Ook Rentec,
de Pittemse fabrikant van machines voor afvalverwerking, was in het kader van Exchange een aantal jaren actief in Rwanda. “In 2012 kregen we de vraag om afvalophaler Agruni in Kigali bij te staan in het optimaliseren van zijn operationele activiteiten”, vertelt CCO Tom Verschuere. “Vanwege onze productie van machines voor palmolie-extractie waren we al regelmatig in Afrika aanwezig, en we hadden wel een idee hoe het er inzake waste management aan toe ging. Tijdens een eerste bezoek volgde ik alles nauwgezet mee en kwam ik tot de conclusie dat ze overslagstations nodig hadden. In de jaren nadien ging ik regelmatig naar Kigali en ontwikkelden we samen de ECOBOX: een modulaire sorteerinstallatie met alle in Europa toegepaste procestechnologie, maar dan compacter, goedkoper en robuuster. Daarnaast bracht ik de mensen van Agruni in contact met andere Belgische partners, waardoor verschillende medewerkers later een opleiding konden volgen bij intercommunale EcoWerf in Leuven.”
“Hoe onze vrijwilligers precies invulling willen geven aan een project, laten we in
grote mate aan hen over”, beaamt Sybren. “Uiteraard verwachten we wel een duidelijk engagement om expertise te delen en in cocreatie te werken – idealiter voor 3 jaar, minimum voor één jaar – maar of dat nu in de vorm van personeel, middelen of stageplaatsen is, staat hen vrij. Eens een groeiprogramma aangevat is, blijven wij vooral op de achtergrond aanwezig. We weten inmiddels wel dat ondernemers onderling veel sneller vooruit gaan dan wij. Vaak blijven de bedrijven na afloop van het programma dan ook contact houden.”
“Dat klopt”, lacht Tom. “Ik spreek nog steeds met de oprichter van Agruni. Dat is ook wat ik zo waardevol vind aan deze formule: iedereen moet iets in de mand leggen. Als vrijwilliger of bedrijf investeer je tijd en eventueel middelen, Exchange voorziet in de reiskosten en van de Afrikaanse ondernemer wordt verwacht dat hij de kosten voor verblijf en vervoer in Afrika op zich neemt. Het is een uitwisseling die enkel tot stand komt als er van alle partijen
is de lijm. De afstand en cultuurverschillen kunnen groot zijn en het gebeurt wel eens dat we lang geen reactie krijgen van ons partnerbedrijf. Dan is het goed dat een lokale vertegenwoordiger van Exchange daar even kan aankloppen om de reden te achterhalen, misverstanden uit te klaren of de puntjes op de i te zetten.”
Sterkere business
Zowel Greetje als Tom beschouwen hun samenwerking met Exchange als een belangrijke persoonlijke en professionele verrijking. “Voor mijn team zijn dit soort projecten een enorme eyeopener”, getuigt Greetje. “Wanneer we naar Afrika trekken, doen we dat met een duidelijke en gestructureerde agenda, maar eigenlijk moeten we die bij aankomst bijna meteen loslaten. We kunnen ook niet altijd een beroep doen op de digitale presentatietechnieken die we thuis gebruiken. Het leert ons om te relativeren, los te laten en wendbaar te zijn. Tegelijk houdt het onze job
ving. In een competitieve arbeidsmarkt kan dat een belangrijke sleutel zijn om mensen aan boord te houden.”
Bij Rentec leidde de samenwerking vooral tot de ontwikkeling van een concreet product. Hoewel Agruni door omstandigheden slechts enkele modules van de ECOBOX kon aankopen, gelooft Tom nog steeds in het potentieel van de oplossing. “Onlangs werden er nog gesprekken opgestart met afvaloperatoren uit andere Afrikaanse landen. Op termijn kan er dus nog een multiplicatoreffect optreden. In ieder geval heeft het project geholpen om een goed inzicht te krijgen in afvalbeheer in Afrika, het economisch model en de lokale uitdagingen. Voor we met Exchange in contact kwamen, wisten we weliswaar dat het continent een groot potentieel in zich heeft, maar op eigen initiatief hadden we daar wellicht nooit de eerste stappen voor gezet en de juiste stakeholders gevonden.”
Financiële balans
De werking van Exchange wordt in hoofdzaak gefinancierd via Vlaamse subsidies. Die subsidies worden aangewend voor de personeelskosten van de organisatie en de reiskosten van vrijwilligers.
“We geven geen premies of investeringen aan Afrikaanse bedrijven”, benadrukt Sybren. “Integendeel, de bedrijven worden geacht om zelf in te staan voor bepaalde kosten.” Hoewel Exchange uitdrukkelijk in het huidige regeerakkoord vermeld wordt en zich bijgevolg nog enige tijd van overheidssteun verzekerd ziet, kijkt de organisatie ook uit naar andere bronnen van inkomsten. “Giften krijgen we slechts sporadisch, maar we zien wel dat steeds meer bedrijven bereid zijn om zelf bepaalde kosten te dragen. Dat illustreert het engagement van de Vlaamse kmo’s.”
als hefboom voor ontwikkeling.” (EN)
Exchange zoekt West-Vlaamse bedrijven om mee te stappen in haar groeiprogramma’s. Interesse? Contacteer de vzw via info@exchangevzw.be om kennis te maken.
Negotiate like a local
Als serieondernemer in de internationale industriesector ging Marc Jacobs een tijdlang intuïtief met culturele verschillen om. En sinds enkele jaren biedt hij vanuit The Culture Factor een gestructureerde tool aan die bedrijven toelaat om culturele verschillen te benoemen en klantenrelaties te optimaliseren. Ja, zelfs om geschikte nieuwe klanten te vinden.
Marc Jacobs is sinds 2014 associate partner van The Culture Factor Group en richtte in 2019 The Culture Factor BeLux op. Hij is medeauteur van het boek ‘Negotiate like a local’, geeft gastcolleges aan business schools en spreekt op conferenties en bedrijfsevenementen.
Als internationale ondernemer bereikte Marc Jacobs een sterke klantenbinding door op de juiste manier culturele verschillen te benutten. Klanten vertelden hem dat het gemakkelijker was om met hem samen te werken dan met anderen. Dat kon tellen.
Marc Jacobs: “Later ben ik ‘gestruikeld’ over een academisch model dat sociaal psycholoog Prof. Emeritus Geert Hofstede had ontwikkeld, na onderzoek naar culturele verschillen in meer dan 70 landen. Wat ik al eerder intuïtief deed, bestond dus
Negotiate like a local
ook als een gestructureerd en schaalbaar systeem. Dat passen we nu toe bij The Culture Factor, een internationale organisatie die culturele diversiteit analyseert en strategisch advies ter zake geeft.”
Country Comparison Tool
Hands-on opleiding op 27 november
Op donderdagvoormiddag 27 november organiseren we een hands-on opleiding met Marc Jacobs. De training verhoogt je bewustzijn van culturele diversiteit en biedt praktische inzichten. Je krijgt inzicht in je eigen culturele voorkeuren en leert hoe je kunt inspelen op de voorkeuren van anderen. Door culturele diversiteit te begrijpen en te benutten, kan je samenwerking, leiderschap en projectmanagement in je organisatie verbeteren.
Meer info en inschrijven:
Op de website van The Culture Factor kun je de Country Comparison Tool uitproberen. Je merkt via staafdiagrammen hoe mensen in verschillende landen ‘scoren’ op culturele dimensies.
Belgen en Kenianen denken bijvoorbeeld hiërarchisch en luisteren gemakkelijker naar een ‘baas’ dan Nederlanders of Duitsers. Of nog: met de tool kom je te weten wie bij je klant de beslissingsnemer is. In Frankrijk en in België is dat meestal de zaakvoerder, in Duitsland zijn het eerder de experts.”
“Niet de gelijkenissen maar de culturele verschillen zijn interessant”, zegt Jacobs. “Wij vinden onszelf ‘normaal’ en anderen zichzelf ook, maar al die ‘normalen’ verschillen van elkaar. Een bedrijf dat dat niet begrijpt, kan zich nooit voldoende aan zijn klanten aanpassen.”
Door met de Country Comparison Tool te navigeren doorheen culturele verschillen, kom je tot een raamwerk van mindsets. Angelsaksen bijvoorbeeld (Australië, Groot-Brittannië of de VS) hebben de mindset ‘competitors’ gemeen en willen altijd winnen. Onderhandel je met hen te snel naar een consensus, dan leg je de duimen.” Omgaan met culturele verschillen helpt je om teamwork, leiderschap, projectmanagement en business development in buitenlandse relaties te verbeteren. Zelfs om te bepalen in welke landen je het best aan business development doet. Geen overbodige luxe nu protectionisme via invoertarieven hoogtij viert.
(DDM - Eigen foto)
Zo helpen we je om internationaal te ondernemen
Lerend Netwerk
Geostrategisch Ondernemen
Met ons nieuw Lerend
Netwerk Geostrategisch
Ondernemen zetten we in op de veranderende wereld rondom ons en hoe daar proactief op in te spelen. In het Lerend
Netwerk leren ondernemers niet alleen om de impact van de huidige internationale economische context op hun bedrijf in te schatten, maar ook om strategisch door risico’s en opportuniteiten te navigeren. Hoe anticipeer je op onzekerheid? Hoe maak je afgewogen keuzes? En wat leer je van andere die in gelijkaardige posities staan?
Business Clubs
Al jarenlang vinden ondernemers en experten actief in internationale bedrijven een klankbord en nieuwe inzichten in de Business clubs van Voka West-Vlaanderen. Tijdens maandelijkse bijeenkomsten in gastbedrijven worden ervaringen uitgewisseld omtrent zakendoen in een snel veranderende wereld en de impact hiervan op de dagdagelijkse werking. Een greep uit het aanbod van wat in 2026 op onze planning staat.
» Business Club Food Explore
» Business Club Strategic Sourcing
» Business Club International Hr
» Business Club Customs
» Business Club International Finance
» Business Club Multinationals
» Business Club International Sales
» Business Club Legal
» Business Club Food Expand
» Nieuw: Business Club Product- en portfoliomanagement
Ontdek hier het overzicht van alle activiteiten rond internationaal ondernemen:
Opleidingen
Aan de hand van kortlopende opleidingen versterken we jouw kennis om je eerste stappen richting het buitenland te zetten of om er verder jouw internationale groeiambities waar te maken. Dit op het vlak van douane, internationale sales en marketing, internationale tewerkstelling, distributeurenmanagement, internationale btw, etc.
» Voka Go International voor ondernemers met internationale ambities en beperkte ervaring. Samen met experts en collega’s maak je een exportplan op maat, afgestemd op de behoeften en doelen van je bedrijf. Het programma helpt je stapsgewijs een sterke internationale strategie op te zetten.
» Customs Academy Pro, een opleiding erkend door de Belgische douaneadministratie. Je krijgt een erkenning voor je douanevakbekwaamheid, zorgt dat je bedrijf compliant is met de wetgeving en profileert je als dé expert op dit vlak.
NIEUW
www.lievens.be
Ons team van 35 experten adviseert ondernemers bij overnames, fusies, reorganisaties, vastgoedprojecten, waarderingen, familiale overdracht en successieplanning.
Voka Ladies: Leading Ladies in Design
Bij Mon Dada in Waregem verzamelden op 16 oktober ruim 70 deelnemers voor de Voka Ladies in Design. De avond begon met een rondleiding doorheen het kaarsenatelier, mét blik achter de schermen van het creatieve proces. Tijdens het panelgesprek deelden Pauline D’Haenens (Mon Dada), Isabelle De Pauw (Paveau) en Sophie Popelier (Minus) hun ondernemersverhalen, spraken ze over hun uitdagingen en gaven ze hun visie op duurzaamheid en groei. De avond werd afgesloten met een gezellig netwerkmoment.
Te gast bij Vulkoprin
Op 9 oktober waren meer dan 60 deelnemers te gast bij Vulkoprin in Tielt, waar ze een inspirerende blik achter de schermen kregen van dit sterke familiebedrijf gespecialiseerd in industriële wielen.
Onder leiding van CEO Leen Maes ontdekten we hoe innovatie, vakmanschap en familiale waarden er hand in hand gaan. Tijdens de rondleiding stonden vooral automatisatie en robotisering centraal, met indrukwekkende voorbeelden uit het productieproces.
Voka Vélo Sluitingsprijs
De Voka Vélo community sloot op 8 oktober het fietsjaar af bij Loweide in Oostkamp. Na een korte terugblik vertelde Arne Houtekier over The Lead Out Cycling Academy, die jonge renners voorbereidt op de toekomst met aandacht voor plezier en groei. In het panel met Dries Smets, Thomas Vanautgaerden en wielrenner Florian Vermeersch werd ingezoomd op het economische model van wielrennen, sponsoring, persoonlijke ontwikkeling en toekomstplannen. Met 90 enthousiaste ondernemers sloten we een seizoen vol energie en koersplezier af. Tot in 2026!
Breakfast Club Frankrijk Hr
De kick-off van de Breakfast Club Frankrijk Hr vond plaats op 16 oktober bij Brouwerij De Brabandere, en bracht een groep enthousiaste hr-professionals en bedrijfsleiders samen voor een boeiende ochtendsessie. De deelnemers werden ondergedompeld in de belangrijkste aandachtspunten van de Franse arbeidswetgeving, met bijzondere focus op de verschillen met het Belgische systeem. Naast de juridische toelichting kwamen ook praktijkvoorbeelden en ervaringen van de aanwezigen aan bod, wat leidde tot levendige uitwisselingen en nieuwe inzichten.
opleidingen
Voka Connect bij Traconord
Tijdens deze Voka Connect zijn we te gast bij Traconord in Steenvoorde. Evy Symoen en Charles Valcke vertellen hoe een intensieve samenwerking en een duidelijke langetermijnvisie leidden tot de sterke uitbouw van deze industriële bouwspecialist, net over de Franse grens.
Donderdag 6 november 2025 van 18.30 tot 22.00 uur Traconord, Steenvoorde
Management Assistant Academy
De management assistant anno 2025: een veelzijdige duizendpoot. Naast notuleren, verslagen maken van vergaderingen en agendabeheer behoort ook kennis van de verschillende departementen tot jouw takenpakket. Heb jij als management assistant nood aan een opleiding volledig op maat van jouw functie? Dan zal jij zeker je gading vinden in de Management Assistant Academy!
Vrijdag 7 november 2025 van 9.00 tot 17.00 uur Voka | Brugge, Oostkamp
Van lijdende
ondernemer naar ondernemende leider
Je begon als ondernemer met een idee, een droom en een sterke drive. Maar stilaan merk je dat het operationele al je tijd opslorpt. Tijdens dit lab krijg je richting, inspiratie en praktische inzichten om sterker, menselijker en bewuster om te gaan met leiderschap én met jouw rol als ondernemer.
Vrijdag 7 november 2025 van 9.00 tot 12.30 uur Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Intellectueel eigendom als groeimotor voor start-ups
Sta je op het punt om je innovatieve dienst of product op de markt te brengen? Deze interactieve opleiding gidst je door de basisprincipes van intellectueel eigendom – toegespitst op starters en jonge groeiers.
Donderdag 13 november 2025 van 9.00 tot 13.00 uur Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Stuur op resultaat én op groei - Bouw een performantiecyclus die werkt
In deze opleiding leer je hoe je een prestatiegerichte cyclus opzet die verder gaat dan het klassieke evaluatiegesprek. Je ontdekt hoe continue opvolging, duidelijke doelstellingen en effectieve feedback leiden tot betere resultaten én verhoogde motivatie.
Donderdag 13 november 2025 van 9.00 tot 16.30 uur Voka | Brugge, Oostkamp
Financieel inzicht voor niet-financiëlen
Als ondernemer of professional zonder financiële achtergrond is het belangrijk om de financiële gezondheid van je bedrijf te kennen. Tijdens deze opleiding krijg je de nodige inzichten in financiële basisbegrippen en kerngetallen. Na afloop van dit traject kan je jouw financiële cijfers lezen en interpreteren.
Donderdag 13 november 2025 van 9.30 tot 12.30 uur Voka | Brugge, Oostkamp
OPLEIDING
OPLEIDING
ACADEMY
OPLEIDING
VOKA CONNECT
Zakendoen over de provinciegrenzen heen – Oost meets West
We verbinden opnieuw Oosten West-Vlaanderen tijdens ons ‘Zakendoen over de provinciegrens’-event. Een uitgelezen kans om in korte tijd nieuwe contacten te leggen en bedrijven uit beide provincies te ontdekken.
Vrijdag 14 november 2025 van 8.00 tot 10.00 uur
Voka | Brugge, Oostkamp
Art Community
Kunst en ondernemerschap leven vaak in gescheiden werelden. Met de Art Community brengen we daar verandering in. Hier ontmoeten ondernemers elkaar op het kruispunt van creativiteit en ondernemerschap. Ben jij een ondernemer met interesse voor kunst? Sluit je aan bij onze community!
Dinsdag 2 december 2025 van 18.00 tot 23.00 uur
Vanhaerents Art Collection, Brussel
SAVE THE DATE
10/12/2025
Openingsevent Bedrijvencontactdagen Kortrijk
Op 10 en 11 december tekent ondernemend West-Vlaanderen naar goede gewoonte present op Bedrijvencontactdagen, een event dat dit jaar aan de 20ste editie toe is! Trap samen met ons deze gezellige tweedaagse af op het openingsevent, en ontdek alles over public speaking en storytelling tijdens de keynote.
13/01/2026
What’s Hot bij Ceratec: Ondernemen over de grenzen heen
Benieuwd hoe Vlaamse bedrijven succesvol actief kunnen zijn in Frankrijk? Hoe je als ondernemer inspeelt op de lokale markt, zonder je eigenheid te verliezen?
En hoe een goede voorbereiding het verschil maakt bij zakendoen net over de grens? Welkom op What’s Hot bij Ceratec in Ploegsteert!
Leading Ladies in Construct
De bouwsector evolueert naar een diverse en innovatieve omgeving, waarin steeds meer talenten – ook vrouwelijke professionals - hun stempel drukken als projectmanager, ingenieur of architect. We nodigen je graag uit bij Eribo Stijlbouwers in Waregem. Onze Leading Ladies in Construct doen hun ondernemersverhalen uit de doeken: van professionele groei tot innovatie in de bouwsector.
Dinsdag 2 december 2025 van 8.00 tot 10.00 uur Ceratec, Ploegsteert Ontdek
Dinsdag 9 december 2025 van 18.30 tot 22.30 uur Eribo Stijlbouwers, Waregem
Nieuwjaarsreceptie Brugge Klink samen met collega-ondernemers op het nieuwe jaar met heerlijke food & drinks in de schitterende setting van La Brugeoise: zo zetten we 2026 in!
20/01/2026
Nieuwjaarsreceptie Kortrijk
Een inspirerende avond met heel wat nieuwe contacten: de Nieuwjaarsreceptie in Kortrijk Xpo wordt een knaller!
VOKA LADIES
WHAT’S HOT
Kristien Vancanneyt is al bijna 38 jaar bestuurder bij Metaalwaren Vancanneyt uit Lendelede, één van de 3 vestigingen van Pro@Work. Dat levert producten en diensten aan professionals in de bouw-, industrie- en interieursector.
KRISTIEN VANCANNEYT
Hoe zou je jouw managementstijl omschrijven?
“Leading by example, altijd met onze VREDEwaarden voorop: verantwoordelijk, respect, eerlijk, duurzaam en eenvoud. Zo creëer je een omgeving waarin vertrouwen centraal staat en dat is essentieel voor het vormen van een succesvol team.”
Naar wie kijk je op en waarom?
“Ik kijk met grote waardering op naar de vele topsporters en ondernemers die in hun carrière ups en downs kennen, winnen en verliezen en uit hun zwaar blessureleed en tegenslagen altijd opnieuw de moed en kracht vinden om door te zetten.”
Waaruit haal je voldoening naast je werk?
“Ik werk graag voor en met mensen en zo haal ik veel voldoening uit mijn dagelijkse taken. Ook de passie en drive zien bij mijn kinderen, naaste familie en vele medewerkers doet me veel deugd. Ik hou van sportprogramma’s, natuurdocumentaires en goede films. Uiteraard geniet ik zoveel mogelijk van mijn kleinkinderen. Ik prijs me gelukkig dat ik hen kan zien opgroeien. Ze houden me fit en schenken mij steeds nieuwe energie.”
Welk boek is een ‘must read’ voor ondernemers?
“Een klassieker van Stephen R. Covey: De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. Het leert je hoe je je leiderschapskwaliteiten kan ontwikkelen en hoe je de kwaliteit van je werk-, privé- en gezinsleven kan verbeteren.”
Aan welke West-Vlaming wil je de estafettestok doorgeven en waarom?
“Ik geef graag het estafettestokje door aan Francis Verstraete, een gepassioneerde, ambitieuze ondernemer en eigenaar/ zaakvoerder van Verstraete, een bouw- en houtonderneming uit Roeselare.”