“
Slagkracht:
dat is een doel kiezen, mikken en er voluit voor gaan
Er gebeurde het voorbije jaar veel, heel veel. Ik zal mij hier niet wagen aan een klassiek jaaroverzicht. Die zijn er al genoeg, en misschien zelfs te veel.
Als ik iedereen en alles mag geloven, dan wordt het ‘nieuw jaar, nieuwe crisis’. Laat ons evenwel afspreken dat we in 2023 niet geloven in deze doom en gloom. Laat ons het pessimisme en fatalisme naast ons neerleggen. En laat ons daarentegen geloven in onze weerbaarheid en wendbaarheid, ons doorzettingsvermogen en ondernemerschap, onze daadkracht en slagkracht. Want Vlaanderen gonst ervan!
Kijk maar naar de slagkracht van Thomas Pieters, Remco Evenepoel, Romelu Lukaku en Delphine Persoone. De slagkracht van Stromae, Angèle, Lukas Dhont, Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch. De slagkracht van politici en ambtenaren die gaan voor de goede zaak. De slagkracht van ons zorgend personeel en de medewerkers in crèches. De slagkracht van onze leerkrachten en van onze toponderzoekers.
Kijk maar naar de slagkracht van onze ondernemingen. De slagkracht van de familiale ondernemer, de CEO en de investeerder. De slagkracht van ondernemingen van het jaar: Aliaxis, Galloo, Vandewiele en Agristo. De slagkracht van onze start-ups en scale-ups. De slagkracht van onze hardwerkende medewerkers. De slagkracht van Vlaanderen en de Vlamingen. Slagkracht, dat is een doel kiezen, mikken en er voluit voor gaan. Échte impact hebben. En dat is wat ondernemers bij uitstek doen. In deze Voka Tribune willen we die slagkracht tonen en vieren. Kijken naar acties, in plaats van grote statements. Het is het beste tegengif voor het fatalisme en negativisme dat in onze samenleving sluipt.

Laat de slagkracht van ondernemerschap dus maar de maat aangeven in 2023. Het ritme van ondernemerschap is aanstekelijk en eindeloos. Samen ondernemen, samen groeien, samen slagkracht tonen!
HANS MAERTENS
Gedelegeerd bestuurder Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen
We laten jou nog verder kijken met dit magazine.
Scan de QR-codes bij de artikels met je smartphone of tablet en bekijk meteen extra onlinecontent.
Nieuw Voka-voorzitter Rudy Provoost
Zo ga je te werk: Scan de QR-code met je smartphone.
Zorg dat je verbonden bent met het internet.
Geniet van al het extra onlinemateriaal!
#duurzaam
32
De duurzame toekomst wordt vandaag gemaakt, in Vlaanderen. Ondernemers innoveren, investeren en inspireren in verschillende domeinen.

Rudy Provoost zet zijn boodschap op scherp: “De huidige status quo is geen optie en structurele hervormingen zijn een absolute must.”
In dit nummer
IN HET KORT
Warme initiatieven.

GESPOT Nieuwe Voka Papers.
INTERVIEW
Voka-voorzitter, Rudy Provoost, laat uitgebreid in zijn kaarten kijken.
BINNENKIJKER
Thuis bij Coca-Cola topvrouw An Vermeulen.
DE SPRONG Oxylum maakt duurzame chemicaliën uit CO2
MOZAÏEK
Pieter Janssens brengt iO stap voor stap naar Europees niveau.
TOEKOMST
De vooruitzichten volgens Voka-hoofdeconoom Bart Van Craeynest.
TRENDS 3 x businesstrends in onze mobiliteit.
ENERGIEGEVERS
Built for Endurace geeft ondernemers een energieboost.
#DUURZAAM ONDERNEMEN 32 TROTEC STRIJDT TEGEN VOEDSELVERSPILLING. 38 ZF WIND BOUWT TESTCENTRUM VOOR EFFICIËNTE WINDTURBINES. 39 BIOLECTRIC: VAN MEST TOT WARMTE EN ENERGIE.
#ARBEIDSMARKT 40 NOWJOBS: DE TINDER VOOR FLEXIJOBBERS. 44 CEGEKA OVER TALENT VINDEN IN TIJDEN VAN KRAPTE. 52 TALENTCENTER: VOKA EN UGENT STARTEN PILOOTPROJECT VOOR SCHOLIEREN. 50
IN BEELD
Voka-voorzitterswissel in teken van verbinding. 56
AGENDA
Handig overzicht van onze activiteiten. 58 DE
CODE
Podcast: De toekomst van zorg, mobiliteit en werk.
DANKJEWEL
56 02 00
MECHELEN-KEMPEN Kleinhoefstraat 9, 2440 Geel – T. 014 56 30 30 ■ Onze-Lieve-Vrouwestraat 85, 2800 Mechelen – T. 015 45 10 20
OOST-VLAANDEREN Lammerstraat 18, 9000 Gent – T. 09 266 14 40 ■ Noordlaan 21, 9200 Dendermonde – T. 052 33 98 00
VLAAMS-BRABANT Tiensevest 170, 3000 Leuven – T. 016 22 26 89 ■ Medialaan 26, 1800 Vilvoorde – T. 02 255 20 20
WEST-VLAANDEREN President Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk – T. 056 23 50 51



VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Hans Maertens, i.o.v. Voka vzw, Burg. Callewaertlaan 6, 8810 Lichtervelde
ADVERTENTIES Chris Lens, T. 0475 856 232, M. chris.lens@voka.be
REALISATIE HeadOffice
COVERONTWERP Studio Chapo DRUK INNI group
VOKA TRIBUNE
Een magazine van Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen Koningsstraat 154-158, 1000 Brussel T. 02 229 81 11, F. 02 229 81 00, M. info@voka.be, www.voka.be
VOOR SORTEERKAMPIOENEN ZIJN DEZE MEDAILLES GOUD WAARD.
Samen kunnen we grootse dingen bereiken!
Vorig jaar hebben Belgische bedrijven 703.000 ton bedrijfsmatige verpakkingen gerecycleerd. Proficiat aan die bedrijven die ons hielpen dit nieuwe record te breken.
Wil je je bij hen voegen? Ontdek hoe op iksorteerinmijnbedrijf.be

Voka Dag Duurzaam Ondernemen
Future Proof Ambitions
1Op 25 oktober stond naar jaarlijkse traditie de Voka Dag Duurzaam Ondernemen op het programma. Dit jaar kreeg dat als thema Future-proof Ambitions mee. 225 deelnemers kwamen naar het Afrika Museum waar het duurzaamheidsevent plaats vond. Piet Colruyt was te gast voor een keynote over social entrepreneurship. Daarnaast werd er in de verschillende break-outs dieper ingegaan op hoe concrete doelen
en KPI’s opgesteld kunnen worden voor een duurzaamheidsstrategie. Jaarlijks is dit event het moment waarop Voka zijn SDG Pioneers en SDG Champions huldigt. Een prestigieuze internationale erkenning van de Verenigde Naties voor de duurzaamheidsinspanningen geleverd binnen het traject Voka Charter Duurzaam Ondernemen. Dit jaar werden 37 bedrijven SDG Pioneer en 28 bedrijven SDG Champion.


Voka Open Bedrijvendag lokt 350.000 bezoekers
De 32ste Open Bedrijvendag heeft meer dan 350.000 mensen verleid om een kijkje achter de schermen te nemen bij een van de ruim 200 deelnemende ondernemingen in Vlaanderen en Brussel. “Voka Open Bedrijvendag is en blijft een unieke gelegenheid om te zien hoe het eraan toegaat bij de vele bloeiende bedrijven die we rijk zijn”, aldus gedelegeerd bestuurder Voka Hans Maertens. Enkele trekpleisters waren bagagebedrijf Samsonite in Oudenaarde, de nieuwe wijnbottelarij van Delhaize in Asse, de Belgische marine in Zeebrugge en koekjesfabriek La Confiance in Baasrode. De 32ste editie van de Open Bedrijvendag was net als die van 2021 hybride. Geïnteresseerden konden ook online een virtueel bezoekje brengen.
Wil jij er volgend jaar ook bij zijn? Schrijf je dan nu al in! www.openbedrijvendag.be/bedrijven

Op de radar
Als Voka zijn we niet alleen de grootste netwerk-, belangenbehartigings- en dienstenorganisatie voor ondernemingen in Vlaanderen, we hebben ook als prioriteit om het ondernemerschap in Vlaanderen te promoten, bij jong en oud, burgers en politici. Hier selecteerden we drie van de vele initiatieven die we een warm hart toedragen.
3Fietsevent in Ridley Bike Valley
Op 17 september verzamelden een aantal topondernemers voor een fietsuitstap bij Ridley Bike Valley in Beringen. Voka kon voor dit fietsevent rekenen op een aantal geselecteerde partners zoals BMW, Cycling Vlaanderen en Vermarc Sport.

Ook wat u niet ziet is vaak van onschatbare waarde. Zoals het juiste woord of een comfortabele stilte. Of één en al oor voor wat gezegd wordt. Aandacht voor de grootse dingen en voor details die het verschil maken. Daaraan herkent u de ziel van onze bank.

Internationaliseren en groeien met Voka Tech@venture

Voka startte een nieuw coachingtraject om technologische scale-ups te begeleiden om internationaal door te breken. Vlaanderen groeit immers sterk in aantal tech scale-ups. In biotech, data en AI zijn we zelfs state of the art. Toch is er nog ruimte voor meer en snellere groei. Voka Tech@venture biedt, met de focus op een aantal specifieke tech hotspots zoals New York, Parijs, Amsterdam en Tel Aviv, begeleiding bij het opstellen van jouw actieplan door de drempels die groei afremmen weg te nemen. We helpen je bij:
Opzetten van een internationaal ecosysteem.
Uitbouwen van een lokaal netwerk.
Toetreden tot een netwerk van potentiële klanten. Opzetten van een vestiging. Vinden van financiering. Aantrekken van talenten en skills noodzakelijk om de groei te realiseren.
Heb je interesse en ben jij een technologische scale-up van minder dan tien jaar oud? Neem dan snel contact op!
Nieuws uit de
Nieuwe Voka Papers



DE
TWIN TRANSITIE VERSNELLEN –DIGITALE HEFBOMEN VOOR
EEN GROENERE ECONOMIE
De opwarming en klimaatverandering zetten zich door. Er moet een versnelling hoger geschakeld worden. Veel zal daarbij moeten komen van duurzame technologie en digitalisering, maar de ontwikkeling en implementatie ervan vragen tijd, visie en middelen. Bedrijven zullen zich anders moeten organiseren met meer aandacht voor duurzaamheid en andere klemtonen dan het financiële. Sommigen zien hierin een tegenstrijdigheid, maar dat hoeft het niet te zijn. Duurzaamheid kan ook leiden tot meer productiviteit door beter om te springen met schaarse grondstoffen, energie en afvalstromen.
KRIJGEN WE DE INFRASTRUCTUUR VAN MORGEN NOG VERGUND?
Vlaanderen staat voor grote uitdagingen op het vlak van klimaat. Naast de juiste financiering voor innovatieve klimaatprojecten en een duurzaam O&O-beleid, moet ook de nodige basisinfrastructuur aanwezig zijn. De komende tien jaar moeten we ervoor zorgen dat onze basisinfrastructuur klaar is voor de sterke elektrificatie van veel sectoren. Meer nieuwe infrastructuur impliceert dat we de komende decennia zullen moeten bouwen. En véél bouwen. Maar als er één zaak is die we de afgelopen jaren gemerkt hebben: een spade in Vlaamse grond krijgen, is vandaag allesbehalve evident.
VOKA-VOORZITTER RUDY PROVOOST
“Samen ondernemen, samen groeien, met blijvende economische en maatschappelijke impact.” Vokavoorzitter Rudy Provoost wil hier de komende jaren sterk werk van maken. “Met de grote transities die zich doorzetten en de verkiezingen die eraan komen, bevinden we ons in een tijdsgewricht, waarbij we fundamentele doorbraken kunnen en moeten realiseren.”
SANDY PANIS FOTOGRAFIE SANDER DE WILDE“We moeten meer slagkracht tonen”
We schrijven eind november wanneer we Rudy Provoost voor dit interview ontmoeten in de kantoren van Voka in Brussel. Drie weken eerder werd hij aangesteld als nieuwe Voka-voorzitter om Voka en zijn ledenondernemingen de komende jaren doorheen de grote transities – op het vlak van digitalisering, duurzaamheid, arbeidsmarkt, … – te loodsen. Tijdens zijn rijke internationale carrière bij verschillende grote bedrijven (zie kader) uit diverse sectoren vormde transformatie steeds een rode draad. Hij zal dus volop zijn ervaring kunnen inzetten om deze opdracht tot een goed einde te brengen.
Zijn lange verblijf in het buitenland maakt ook dat hij een relatief nieuw gezicht is binnen Voka. Een kennismakingsgesprek is dus zeker op zijn plaats. “Ik ben inderdaad geen Voka-veteraan”, lacht de nieuwe voorzitter wanneer we hem daarop wijzen. “Ik denk dat je mijn loopbaan of zelfs mijn leven kan samenvatten als een verhaal van letterlijk en figuurlijk grenzen verleggen. De enige constante was verandering. Status quo is nooit een optie geweest. Terzelfder tijd zijn er een aantal steeds terugkerende thema’s die me zeer nauw aan het hart liggen en bepalend zijn in de keuze van de ondernemingen, waar ik de leiding had, of waar ik als bestuurder of adviseur aan de slag ben. Maatschappelijk verantwoord ondernemen, technologische innovatie, duurzaamheid, digitalisering en diversiteit staan daarbij voorop.”
En laat dat net de thema’s zijn die de kern vormen van het Voka Plan Samen Groeien dat van Vlaanderen tegen 2030 een topregio moet maken. Tijdens zijn inaugurale speech gaf de voorzitter al aan dat hij dit plan, gelanceerd door zijn voorganger Wouter De Geest, verder wil uitdragen en het daarbij horende motto ‘Samen ondernemen, samen groeien’ volop ondersteunt. “Ik wil daarbij wel het beoogde effect extra in de verf zetten”,
Wie is Rudy Provoost?
°16 oktober 1959 Gehuwd, drie kinderen Master Psychologie –UGent (1982), Master in Management – Vlerick Business School (1983), Executive Master in Change – Insead (2020)
1984-1987: Procter & Gamble
1987-1992: Canon 1992-2000: Whirlpool –diverse internationale topfuncties
2000-2011: Koninklijke Philips –lid raad van bestuur (2006-2011), CEO Philips Consumer Electronics (2004-2007), CEO Philips Lighting (2008-2011)
2012-2016: Rexel – CEO en bestuursvoorzitter
Heden: voorzitter bij Voka, bestuursvoorzitter bij Jensen-Group, lid raad van bestuur bij Elia, Pollet Water Group en Vlerick Business School, commissaris bij Randstad, en senior advisor, investor en mentor bij groeibedrijven en in een private equity en venture capital context

“
De echte vraag is hoe efficiënt de overheid omgaat met de financiële middelen ”
zegt Provoost. “We moeten samen ondernemen, samen groeien, mét blijvende economische en maatschappelijke impact, daar draait het uiteindelijk om. Echte impact gaat verder dan nobele intenties en mooie beleidsverklaringen. Blijvende impact is een kwestie van consistent de lat hoog leggen en telkens weer het verschil maken. Daarnaast staat ‘impact’ voor alles waar ondernemers in excelleren en investeren. Elke letter van het woord is immers een verwijzing naar de kritische succesfactoren van ondernemerschap: innovatie, meerwaardecreatie, productiviteit, arbeidsmarktontwikkeling, competitiviteit en transformatie.”
Voor ondernemingen is het vandaag nochtans niet evident om op al die vlakken uit te blinken door de oplopende kosten, de energiecrisis, de aankomende recessie, … Van de overheid kunnen we niet veel verwachten want de centen zijn zo goed als op.
“Gezien het hoge niveau van belastingen en RSZ, zouden er genoeg centen moeten zijn, maar de echte vraag is hoe de
overheid met de bron, de bestemming en het gebruik van de financiële middelen omgaat. Elk van die drie perspectieven verdient dan ook wat toelichting. Wat de financiële bron betreft, moeten de overheid en alle politieke partijen er zich meer dan ooit bewust van zijn dat het de bedrijven en ondernemers zijn die het leeuwendeel van de waardecreatie in dit land vertegenwoordigen. Het creëren van meer ondernemingsvriendelijke randvoorwaarden is levensnoodzakelijk, en dit voor elke dimensie van ‘impact’. Blijven investeren in innovatie is cruciaal. Regelgeving, vergunningenbeleid en fiscaliteit moeten aangepakt worden om meerwaardecreatie en productiviteit te faciliteren. Arbeidsmarktontwikkeling staat of valt met een doortastend activeringsbeleid met hogere kwaliteit, mobiliteit en flexibiliteit. Competitiviteit vergt dan weer een drastische aanpak van de loonkloof met buurlanden en een aangepaste indexeringspolitiek, en dan heb ik het nog niet gehad over het feit dat we qua talentontwikkeling de lat veel hoger moeten leggen.”

“Een tweede perspectief om naar de overheidsfinanciën te kijken is de bestemming van de inkomsten. 25% gaat vandaag naar directe en indirecte steun en die hebben, wat mij betreft, te vaak meer te maken met symptoombestrijding dan probleemoplossing. Het gaat hier om miljarden euro’s, waarbij ik grote vragen heb over de resultaten en het rendement. Daarover bestaat vandaag te weinig transparantie.”
RUDY PROVOOST“Een derde perspectief is het financieel beheer zelf, de efficiëntiegraad van het beleid, dat zich tussen de bron en de bestemming bevindt. Het overheidsbeslag van meer dan 50% spreekt wat dat betreft boekdelen, het begrotingstekort loopt uit de hand, en de schuldgraad blijft stijgen. Ons bestuursmodel is
“Doelgerichte actie is moeilijk als er geen eensgezindheid is over het na te streven objectief”© Belga - Benoit Doppagne
op zijn zachtst gezegd inefficiënt, te veel bevoegdheidsstructuren zijn incongruent en de inertie binnen het staatsbestel is problematisch. Het enige wat hier op zijn plaats is, zijn structurele hervormingen.”


Wat kan Voka doen om dit aan te pakken?
“Onze taak is om niet enkel als veeleisende vragende partij op te treden naar overheden en instanties toe, maar ook om ons als volwaardige en verantwoordelijke vertrouwenspartner op te werpen en voortdurend oplossingen, voorstellen en ideeën aan te reiken. Dit engagement sluit trouwens naadloos aan bij de drie taken die ik in mijn rol van voorzitter heb vooropgesteld: bruggen bouwen, krachten bundelen en belangen behartigen. Met klemtoon op de werkwoorden: bouwen, bundelen en behartigen.”
Een belangrijke werf is de moeizame zoektocht naar geschikt talent, terwijl er anderzijds heel wat mensen niet aan het werk zijn omdat ze langdurig werkloos of werkonbekwaam zijn. “Het klopt inderdaad dat honderdduizenden mensen langdurig afwezig zijn op de arbeidsmarkt terwijl bedrijven talloze
openstaande vacatures hebben en worstelen om het juiste talent aan boord te krijgen. Ook hier zijn er drie manieren om naar de problematiek te kijken. Ten eerste ben ik verbaasd over het antagonisme dat er soms bestaat tussen werkgevers en werknemers rond deze problematiek. Als er nu één onderwerp bij uitstek is waarbij we aan hetzelfde zeel moeten trekken, dan is het wel tewerkstelling. Werk is goed voor iedereen, werk is de brug tussen welvaart en welzijn. Een werkzaamheidsgraad bereiken van minstens 80% zou door elke overheid, politieke partij en sociale partner als een absolute must beschouwd moeten worden, wat vandaag duidelijk niet het geval is. Doelgerichte actie is moeilijk als er geen eensgezindheid is over het na te streven objectief.”
“Het overheidsbeleid moet veel strikter en strakker worden rond zowel de criteria als de toepassing van de spelregels inzake uitkeringsrecht. Er is ook een gemeenschappelijk kader nodig, waarbij mobiliteit, flexibiliteit en kwaliteit centraal staan, maar waarbij ook een nieuw evenwicht moet gevonden worden tussen tewerkstelling, koopkracht en concurrentievermogen. Andere landen bewijzen dat er oplossingen bestaan. Denk aan het Scandinavische flexicurity-model waarbij ze een flexibele arbeidsmarkt koppelen aan een sterke inkomstenzekerheid. Of het Franse model waarbij er een koppeling wordt gemaakt tussen de werkloosheidsuitkering en de werkloosheidsgraad. Het spreekt vanzelf dat de huidige status quo geen optie is voor de toekomst en structurele hervormingen niet te vermijden vallen. In elk geval zal eigenbelang en partijpolitiek plaats moeten ruimen voor een gemeenschappelijke visie en wederzijdse samenwerking.”
“Een tweede perspectief om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken is een meer effectieve arbeidsbemiddeling en -begeleiding van werkzoekenden. Zo komen we automatisch terecht bij de rol van de VDAB en – door de huidige bevoegdheidsverdeling – de RVA. Volgens mij moet daar meer uitgehaald kunnen worden. Strenger, sneller en doortastender te werk gaan, zijn de drie vuistregels. Uiteindelijk komt het neer op handhaving. De regels zijn duidelijk geformuleerd. Alleen moet je ze wel toepassen. Je kan natuurlijk geen mensen in de kou laten staan, dus er moet nog veel meer ingezet worden op ondersteuning en maatwerk.”
“De derde dimensie van arbeidsmarktontwikkeling bestaat uit onderwijs, opleiding en permanente vorming. Onze onderwijskwaliteit moet dringend omhoog, opleidingen moeten meer afgestemd worden op het bedrijfsleven en duaal en levenslang leren moeten verder aangezwengeld worden. Dit is niet alleen een zaak van het beleid. Ook ondernemingen moeten zelf hun verantwoordelijkheid nemen op het vlak van HR. De vele begeleidings- en opleidingsprogramma’s die de Voka – Kamers van Koophandel aanbieden, gaande van Plato over Bryo tot Tech@ venture, zijn mooie voorbeelden waarvan bedrijven gebruik kunnen maken.”
Een ander hot topic waarmee ondernemingen de komende jaren nog meer mee te maken zullen krijgen is de duurzame transitie. “Duurzaamheid heeft voor mij drie dimensies: energie, milieu en klimaat. Soms wordt het allemaal op één hoop gegooid en dan probeert men dat op een soort integrale manier aan te pakken. Zo werkt het niet. Op het vlak van energietransitie hebben we
“De huidige status quo is geen optie en structurele hervormingen een absolute must”
RUDY PROVOOST
allemaal onze verantwoordelijkheid op te nemen: verduurzamen van processen, overstappen op hernieuwbare energie, energie-efficiënte oplossingen implementeren, ... Veel ondernemingen doen dat ook. Sommige hebben zelfs hun verdienmodel aangepast en halen er concurrentievoordeel uit. Ik ben aangenaam verrast over hoeveel programma’s er bij Voka lopen om ondernemingen te begeleiden in hun duurzame transitie. De overheid heeft natuurlijk ook zijn rol te spelen. Zij moeten zorgen voor geschikte infrastructuur, voor de nodige vergunningen, … Ik vind het af en toe wel pijnlijk om te zien hoe moeizaam de communicatie daarover verloopt tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus en hoe complexiteit de implementatie onnodig bemoeilijkt. De overheid moet ook onze toekomst veilig stellen: voor energiebevoorradingszekerheid zorgen, de decarbonisatie van de industrie ondersteunen en de ontwikkeling van nieuwe ecosystemen stimuleren, rond bijvoorbeeld waterstof.”

Investeren in innovatie lijkt op dat vlak een sleutelwoord. “Innovatie is de manier bij uitstek om telkens weer een volgend hoofdstuk te schrijven in een groeiverhaal. Bij het beleid zie ik op dat vlak heel wat initiatieven, denk bijvoorbeeld aan Flanders Technology and Innovation en de Blue Deal. Maar de agenda is niet altijd duidelijk. We moeten nog meer de daad bij het woord voeren. Ervoor zorgen dat ondernemingen vlotter toegang krijgen tot investerings-, incentive- en impulsprogramma’s.”
“We moeten oppassen met onszelf op de borst te kloppen dat we 3,6% van ons bbp investeren in onderzoek en ontwikkeling. De lat moet hoger: minstens 5%. Vlaio heeft, in samenwerking met Voka, al heel wat mooie projecten van ondernemingen mogelijk gemaakt. Maar met de nieuwe innovatiegolf die we willen creëren, moeten we het ondersteuningsbudget voor onderzoek en ontwikkeling verdubbelen, en misschien zelfs verdriedubbelen. Innovatie is onze sterkte, terwijl dat voor de andere dimensies in het ‘impact’-verhaal niet altijd het geval is. Met innovatie spelen we mee aan de Europese top en het kan nog beter. Laat ons die sterkte ten volle benutten en nog sterker maken.”
Met de verkiezingen in het vooruitzicht heb je de kans om al die mooie voornemens ook effectief in de verkiezingsprogramma’s van partijen te krijgen. Hoe ga je dat aanpakken? “Als we zeggen ‘Samen ondernemen, samen groeien, met blijvende economische en maatschappelijk impact’, dan moeten we in die zin ook krachtlijnen uitzetten en aanbevelingen doen. ‘Incremental improvement’ volstaat niet, maximale impact is een kwestie van ‘step change’.”
“Om echte doorbraken te forceren, moeten we durven assertief en proactief, en af en toe zelfs provocatief, te zijn – maar ook constructief en inclusief, want je wil mensen meekrijgen. Ons verkiezingsmemorandum zal uiteindelijk een draaiboek worden voor de beleidsmakers om de theorie van onderbouwde voorstellen om te zetten in de praktijk. Een draaiboek veronderstelt natuurlijk ook dat iedereen zijn rol naar behoren invult en vervult, en dat de rolverdeling duidelijk is.”
“Uiteraard zullen we de Voka-leden, alle Voka-entiteiten en raden van bestuur actief betrekken in het proces. Het is niet alleen een top-down- maar ook een bottom-upoefening. We reiken ook de hand naar andere spelers uit het werkgeverslandschap om samen onze voorstellen kracht bij te zetten. Dan is het een kwestie om rond de tafel te zitten met degenen die er mee voor kunnen zorgen dat wat we in het memorandum schrijven, ook realiteit wordt.”
Wat moeten de huidige regeringen zeker nog realiseren? “Het eenvoudige antwoord is dat ik van de huidige federale regering verwacht dat ze haar eigen beloftes nakomt. Dat brengt ons

bij de noodzakelijke hervormingen die ze zelf naar voren heeft geschoven in het regeerakkoord: op het vlak van fiscaliteit, arbeidsmarktontwikkeling, sociale zekerheid, pensioenen. Zelfs al is er voor dat laatste al een akkoord, het is duidelijk dat het niet ver genoeg gaat. Het zal bepalend zijn voor de geloofwaardigheid van deze regering om dat alsnog voor mekaar te krijgen. Maar ook de Vlaamse regering moet nog werk verzetten. Dossiers zoals stikstof, Ventilus en het mestactieplan moeten afgerond worden. En er blijft nog veel werk op het vlak van arbeidsmarkt, onderwijs, vergunningen, ... Alle regeringen moeten vandaag regeren en beleid voeren, en nog niet in verkiezingsmodus gaan.”
RUDY PROVOOST“Ik wil met Voka mee gangmaker zijn. En als het helpt zelfs spelverdeler, maar zeker geen spelbreker”
De voorbije weken heb je Voka als organisatie leren kennen: hoe is dat verlopen?
“Ik ben enorm onder de indruk van de vele initiatieven die er genomen worden in alle Voka-entiteiten. De betrokkenheid van de medewerkers in de lokale Kamers van Koophandel met hun leden is enorm, zij staan midden in de markt. Als je spreekt over ‘samen ondernemen, samen groeien’… dat gebeurt daar ook echt!”
“Ik voel binnen de organisatie ook een grote samenhorigheid. Als voorzitter wil ik ernaar streven die nog te versterken en te komen tot nog meer synergie en kruisbestuiving. Het vormt opnieuw een opportuniteit om zelf aan te tonen wat ‘samen ondernemen, samen groeien’ betekent: zowel in financiële termen als in termen van begeleiding, opleiding en ondersteuning van de leden.”
“Tijdens mijn verkenningsronde was ik in het bijzonder geboeid door de Voka Health Community. Wat zij voor mekaar gekregen hebben is een unicum. Zij zijn erin geslaagd om een ecosysteem uit te bouwen waarin ze heel wat actoren uit de gezondheidszorg onder hun vleugels hebben genomen. Ik vind ook de thema’s die ze kiezen, zoals preventie en psychosociaal welzijn, uitermate relevant als je daadwerkelijk de brug wil slaan tussen welvaart en welzijn. Ik denk dat de ecosysteembenadering ook toepassingsmogelijkheden kan bieden in een digitaliserings- of duurzaamheidscontext, over bijvoorbeeld de tech-cluster. Een verticale marktaanpak is volgens mij perfect verenigbaar met het klassieke horizontale Vokamodel en kan Voka nog sterker en relevanter maken.”
“Het is ook een manier om nieuwe leden aan te trekken. Ik denk dan in het bijzonder aan de vele start-ups en scale-ups. We moeten hen actief betrekken bij onze werking en ervoor zorgen dat ze zich thuis voelen bij Voka. Het moet een constant aandachtspunt zijn om ervoor te zorgen dat het ledenbestand van Voka ook morgen nog een spiegel is van de ondernemerswereld. Dan heb ik het niet alleen over wat ik gemakshalve de ‘old’ en ‘new economy’ noem, maar ook over diversiteit in al zijn aspecten. Mijn voorganger heeft op dat vlak al heel wat stappen gezet en ik zal dat werk voortzetten.”

Hoe wil je ervoor zorgen dat Voka nog meer maatschappelijke impact zal hebben?
“Het Plan Samen Groeien is een oproep tot gezonde en gedeelde groei. Met de uitdagingen die op ons afkomen, moeten we doorbraken realiseren op het vlak van digitalisering, duurzaamheid en diversiteit, en volop inzetten op ons innovatievermogen. Blijvende ‘impact’ hebben, is niet alleen een kwestie van economische verbetering, maar heeft ook sociale en politieke implicaties. Om de noodzakelijke doorbraken te realiseren, moet er iets fundamenteels veranderen in de driehoek tussen overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties. Er is een fundamentele doorbraak nodig in mindset en psychodynamiek. Ik wil daar met Voka graag mee gangmaker voor zijn. En als het helpt zelfs spelverdeler, maar zeker niet de spelbreker.”
“Bij de huidige bedrijven voel je veel positieve energie”
BINNENKIJKEN BIJ AN VERMEULEN, TOPVROUW BIJ COCA-COLA
Ik zoek altijd een balans in het leven.” Dat idee komt keer op keer terug als je praat met An Vermeulen, sinds augustus 2020 vice-president & country director België-Luxemburg bij Coca-Cola Europacific Partners. Ze werkt voor de lokale bottelaar die de dranken via verschillende productie- en distributievestigingen bij klanten en bedrijven brengt in België. Vermeulen dankt die drang naar evenwicht aan haar ouders, meent ze. Haar vader is ondernemer en runde zijn hele leven een eigen kmo in de (prille) IT-sector, haar moeder is artistiek aangelegd. Zelf volgde ze een opleiding bio-ingenieur aan UGent en trok vervolgens naar LUCA School of Arts voor een master marketingcommunicatie. “Je hebt zowel de rechter- als de linkerhersenhelft nodig als je de vraagstukken van de huidige maatschappij wil evalueren en proberen op te lossen”, stelt An Vermeulen. “In mijn teams en organisaties streef ik ook naar
Al meer dan 20 jaar werkt An Vermeulen mee om Coca-Cola te blijven vernieuwen. Nu ze aan het hoofd staat van het bedrijf in België en Luxemburg kan ze er meer dan ooit haar stempel op drukken. Bouwen op het verleden met de blik naar een betere toekomst. Tot rust te komen doet ze in haar uitzonderlijke woning.
DOOR RUBEN NOLLET | FOTOGRAFIE CHAK LÓPEZdie sweet spot tussen beide denkwijzen.”
Haar ouders gaven haar elk een eigen motto mee dat ze in alle omstandigheden voor ogen houdt. “Mijn vader zegt altijd: ‘Als je iets doet, moet je het goed doen’”, vertelt ze. “Mijn moeder meent dat als je iets doet, het graag moet doen. Mijn broer en zus werken in totaal andere sectoren dan ik, maar ze doen in wezen net hetzelfde. Mijn broer zit in de pedagogische sector, mijn zus in de mariene biologie. We volgen alle drie onze passie.”

Wereldmerk, maar toch lokaal Van passie gesproken: we ontmoeten An Vermeulen in haar unieke huis in haar
geboortestad Antwerpen, een stukje stedelijk erfgoed dat zij samen met haar man helemaal in ere herstelden. Ze kochten het zeven jaar geleden, toen Vermeulen nog vice-president field sales Great Britain was en met haar gezin in Londen woonde. In het gebouw zit eeuwen geschiedenis in de bakstenen.
“Het is oorspronkelijk een kapel die dateert van 1640 en deel uitmaakte van een klooster”, beschrijft Vermeulen.
“Maar Napoleon liet het sluiten, daarna werd het onder meer gebruikt als militair ziekenhuis. De voorbije halve eeuw zaten er verschillende wooneenheden in en op de benedenverdieping ook een restaurant.
We hebben beslist om het volledig te laten restaureren, volgens de regels van de kunst. Niet eenvoudig, want alles staat scheef. Er is veel tekenwerk aan te pas gekomen.”
Het werd een onderneming van lange adem die om de nodige visie en doorzettingsvermogen vroeg. Maar laat dat net twee kwaliteiten zijn die Vermeulen typeren. Ze werkt niet toevallig al haar hele professionele leven – meer dan 20 jaar intussen – bij dezelfde onderneming. Zelf schrijft ze die loyaliteit toe aan twee andere zaken. “Coca-Cola is een wereldwijd merk dat iedereen kent, maar het is tegelijk een heel lokaal bedrijf”, legt Vermeulen uit. “De dranken
worden hier gemaakt, door Belgen voor Belgen, en ook de beslissingen worden in België genomen. Die combinatie van een wereldwijd netwerk met lokale relevantie boeit me. Daarnaast kan je binnen dit grote bedrijf toch je ondernemerschap uitspelen. Er is veel expertise aanwezig om op te steunen, maar je kan zelf je weg vinden en impact hebben.”
Businessmodellen omdraaien
Dat vond Vermeulen ook belangrijk toen ze in 2000 haar eerste stappen zette bij Coca-Cola. Als student betoogde ze ooit mee tegen de plannen van een groot bedrijf om een bos te ontginnen. Die dag had ze een openbaring: “Ik vroeg me af of ik liever eeuwig bleef roepen aan de zijlijn. Of wou ik aan de andere kant zitten om daar het verschil te maken? Je hebt activisten nodig die de aandacht vestigen op problemen binnen de bedrijfswereld, maar ook mensen en energie binnen de ondernemingen zelf. Als je naar de huidige bedrijven kijkt, zie je een hele generatie die echt het verschil wil maken. Het gaat waarschijnlijk te traag, maar je voelt veel positieve energie. We moeten
de businessmodellen durven omdraaien. Op het vlak van milieu en klimaat hebben we geen keuze. En er is ook het sociale aspect, dat dikwijls vergeten wordt. Hoe ga je om met je werknemers, je klanten, je maatschappelijke rol als bedrijf? Zeker in een economische crisis is dat aspect nog belangrijker.”
Vermeulens professionele visie en pad vertalen zich ook in haar privéleven en woning. Een kenteken met het opschrift ‘Notting Hill Gate W11’ in de woonkamer, een grondplan van Londen, een bordje van buslijn 94, … Overal zie je herinneringen aan de tijd die het gezin in de Britse hoofdstad doorbracht. En er is de voelbare gastvrijheid, die je onder meer merkt aan de uitnodigend grote eettafel. Het huis is bovendien een kangoeroewoning, op benedenverdieping huizen haar ouders. “Mijn grote drijfveer is zorgen voor mensen”, besluit Vermeulen. “Ik wil een huis dat openstaat voor anderen. In het bedrijf willen we de hiërarchie weghalen, de mensen meer stem en betrokkenheid geven, een feedbackcultuur installeren. Daarin maken we een grote ommezwaai, al zijn we er nog niet.”

“In een economische crisis is het sociale aspect nog belangrijker”
AN VERMEULENAn Vermeulen vice-president & country director België-Luxemburg bij Coca-Cola
JUST DO IT.


De beste bedrijven doen het al. Waar wacht u nog op?
Schrijf u in voor onze opleiding Sustainability Management.






Als u met uw bedrijf wilt blijven groeien, dan zult u meer dan ooit moeten inze en op duurzaamheid. Daarom organiseren De Tijd en Vlerick Business School de opleiding Sustainability Management, mét officieel Vlerick-certificaat. U leert er van verschillende experts en professoren hoe u de vele face en van duurzaamheid ook in uw bedrijf kunt integreren. Van ESG over de Green Deal tot het belang van purpose. Zo maakt u in amper 10 weken tijd een blijvende impact op uw bedrijf.

Laatste kans: schrijf u in vóór 19 januari op tijd.be/takethelead

www.voka.be/bryo Start of schaal je onderneming met Bryo.
BERT, SANDER EN QUINTEN VAN OXYLUM

De jongens van Oxylum dromen van een wereld waar je plastic en mierenzuur kan maken zonder olie en aardgas. Daarom zetten ze hun eigen onderneming op.
“Wij willen CO2 gebruiken als hernieuwbare grondstof”
Stel je voor dat je op een ochtend wakker wordt in een wereld zonder fossiele brandstof. Het is koud in huis, je hebt je overslapen en je kan geen koffie maken. Want de verwarming zou niet meer aanslaan en ook uit je smartphone (byebye, wekker) en de koffiemachine is alle plastic verdwenen. “We staan er zelden bij stil hoeveel procent van de fossiele brandstoffen voor de productie van plastic en andere chemicaliën benut wordt voor zaken die onmisbaar zijn geworden in ons dagelijks leven”, zegt Bert De Mot, CEO van Oxylum. Wij ademen elke minuut CO2 uit, dat zou perfect zijn als grondstof voor de plastics en chemicaliën van de toekomst, in plaats van bijvoorbeeld aardgas en olie. “Door industriële uitstoot zit er te veel CO2 in onze atmosfeer: veel bedrijven willen dan ook hun CO2-uitstoot beperken. Met Oxylum (genoemd naar Oxylus, de god van bergen en bossen) kunnen we hen met behulp van elektrochemie een innovatieve, niet-vervuilende techniek aanbieden. Die zet CO2 om in een chemisch product, mierenzuur of ethyleen, waarmee je plastic kan maken. CO2 is nu een afvalstof: wij willen het gebruiken als hernieuwbare grondstof.”
Voka-starterstraject
Bert De Mot verdiepte zich tijdens zijn doctoraat bij de ELCATgroep van de Universiteit Antwerpen in de toepassingen van elektrochemie. “Omdat er geen enkel Belgisch bedrijf bestond dat hiermee bezig is, waagde ik de sprong om het zelf op te richten met mijn studiegenoten, Sander en Quinten. Het starterstraject van Voka leerde ons hoe we dat praktisch moesten aanpakken, want we komen niet uit ondernemersfamilies. Tijdens Voka’s traject over Investor Readiness deden we ook kennis op over hoe je bijvoorbeeld kapitaal kan ophalen. Interessant.”
Mierenzuur
In het Oxylum-laboratorium op de Blue Appsite in Antwerpen is het nu al mogelijk om uit één kilo CO2 één liter mierenzuur te maken. Traditioneel wordt dat uit aardgas en aardolie gehaald. “Voor ons mierenzuur hebben we geen aardgas nodig, wel CO2 Aangezien aardgas zo duur is geworden, wint deze techniek aan interesse. Mierenzuur, een chemische variant van het stofje dat mieren achterlaten op je huid als ze je bijten, is erg gewild. Het helpt bijvoorbeeld kalkaanslag te verwijderen en zit dus vaak in badkamerreinigers. Ook aan dierenvoeder wordt het toegevoegd in plaats van antibiotica, omdat mierenzuur de immuniteit en de darmflora ondersteunt op een natuurlijke manier.”
De droom van Oxylum? Dat ook ethyleen, de grondstof voor plastic, in de toekomst uit CO2 gemaakt zal worden, en niet langer uit olie. “Helaas is de interesse nog klein voor dit nieuwe proces, omdat ethyleen uit olie maken het goedkoopst blijft.”
STAP VOOR STAP NAAR EUROPEES NIVEAU
Met een duidelijke visie en een goed plan kom je al een heel eind. Sinds twee jaar biedt het Belgische iO zijn klanten een volledige digitale dienstverlening aan, van strategie en creatie tot marketing en technologie. Na de Benelux verovert het nu ook Scandinavië met een opvallende ‘buy & build’-aanpak. “We zijn geen bedrijf dat op elke hype springt”, stelt CEO Pieter Janssens.
Gezond verstand in een snelle digitale wereld
iO in cijfers
Ontstaan in 2021 uit het digital agency Intracto (opgericht in 2005) 2.200 medewerkers in dienst 200 nieuwe collega’s erbij in 2022 omzet 2021: 202 miljoen euro 31 bedrijven overgenomen in de voorbije 4 jaar 4 campussen in België 5 campussen in Nederland 3 campussen in Scandinavië
Organische groei is nog altijd de essentie”, zegt Pieter Janssens over zijn bedrijf iO (dat staat voor ‘infinite opportunities’), een onestopshop voor alles wat te maken heeft met communicatie en digitale transformatie. De onderneming maakte nochtans op korte tijd een enorme groeispurt door. Het heeft er ongetwijfeld mee te maken dat Janssens van zijn passie zijn beroep kon maken. Als jonge snaak was hij al gebeten door het computervirus. Op zijn 12de knutselde hij pc’s in elkaar in een computerwinkel, en als familieleden, vrienden of kennissen een computerprobleem hadden, was Pieter de specialist die ze belden. Vier jaar later leerde hij op een zomerkamp iets kennen wat zijn leven zou veranderen: html, de opmaaktaal voor websites. Eerst bouwde hij sites voor eigen gebruik (over ‘The Simpsons’ bijvoorbeeld), daarna klopte

een fotowinkel bij hem aan, vervolgens de naburige krantenwinkel. “Die wou echter een factuur, wat betekende dat ik een VOF-vennootschap moest oprichten”, vertelt Janssens. “Zo ging de bal snel aan het rollen, vooral via mond-tot-mondreclame. Op mijn 20ste ben ik begonnen met Intracto.”
18 jaar later heet het bedrijf iO. Het telt 2.200 medewerkers, is het marktleider in de Benelux, heeft het zijn eerste stappen gezet in Scandinavië en koestert het ambities in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. En Janssens mag zich dan ook niet toevallig een van de vijf genomineerden voor Manager van het Jaar noemen, de prestigieuze onderscheiding van ‘Trends’ en de Vlaamse Management Associatie. Wat hij samen met zijn collega’s gepresteerd heeft, is indrukwekkend. En het ging allemaal zonder noemenswaardige groeipijnen, houdt hij vol.
Pieter Janssens: “Bij Intracto, en nu ook iO, stond constante evolutie altijd centraal, veel kleine stapjes na elkaar. We proberen geen bedrijf te bouwen in grote blokken, waarbij elk nieuw blok een pijnlijk scharnierpunt zou zijn. Als je me vraagt wat de belangrijkste stappen waren in die evolutie, dan denk ik aan het moment waarop ik een eerste medewerker heb aangeworven. Die man werkt trouwens nog steeds bij ons. Ik was toen amper 21 en kreeg – naast veel administratie – plots veel verantwoordelijkheid erbij. Onze eerste acquisitie was nog zo’n ankerpunt. Ontdekken wat daarbij komt kijken, wat het betekent om een bestaande bedrijfscultuur, processen en klanten over te nemen. Ik denk ook aan de eerste grote klant voor wie we internationaal gingen werken. Of de intrede van Waterland als financiële partner in 2018. Maar geen enkele van die
“Constante evolutie heeft bij ons altijd centraal gestaan”

scharnierpunten was problematisch.
So far, so good. Wat uiteraard niet wil zeggen dat ik geen nachten wakker gelegen heb.”
In 2021 transformeerde Intracto zich tot iO. Waarom drong die stap zich op?
“In 2018 was Intracto een goed draaiend bedrijf met 220 medewerkers dat in hoofdzaak technologische expertise met marketing combineerde. Daarmee hadden we op 15 jaar tijd een goeie reputatie opgebouwd in België. Ik heb toen een moment van reflectie ingebouwd voor mezelf. ik zag dat er in het buitenland een consolidering aan de gang was, kleinere partijen smolten samen of werden opgekocht door grotere ondernemingen. Daarnaast merkten we dat onze klanten steeds bredere vragen hadden: of we hen ook niet konden helpen met het creatieve aspect of data of strategie. Het betekende dat die klanten die ruimere vraagstukken liever aan één enkele partner toevertrouwden dan aan verschillende specifieke partners. Dus tekenden we het basisplan uit om een bedrijf te bouwen dat zelf al die vragen van de klanten endto-end kon behartigen. Bovendien wilden we dat op een versnelde manier doen, niet alleen via organische groei maar via
een ‘buy & build’-strategie van gerichte overnames. Zelf andere agencies aanspreken en aankopen in plaats van ooit opgekocht te worden. Om dat te realiseren, is Waterland aan boord gekomen in een fiftyfiftypartnership.”
De stap van Intracto naar het bredere iO betekende dat jullie nieuwe competenties moesten verwerven. Die kennis hadden jullie bovendien nodig om te weten welke bedrijven voor iO interessant zouden zijn om in te lijven. Hoe hebben jullie dat aangepakt? “De hamvraag is wat de klant nodig heeft. Dat moet je weten. Het is niet omdat we met Intracto enkel actief waren in technologie en marketing dat we het bredere speelveld niet kenden. We hadden al dataspecialisten en kleine creatieve cellen in huis. Toen we heel precies bepaald hadden waar we voor staan, gingen we in de Benelux praten met bijna tweehonderd agencies. Daarvan hebben we er amper dertig gekocht. De selectie gebeurt grondig. Het gaat tien niveaus dieper dan de winst- en verliesrekeningen. We zoeken sterke ondernemers uit onze industrie die mee in ons verhaal willen stappen, mensen met de juiste ervaring en hetzelfde DNA
Janssens CEO iO

als wij. We ondernemen nu samen met hen, waardoor we niet langer afhankelijk zijn van de eigen kennis. Het maakt van iO een groter bedrijf dat iets meer impact kan hebben op de markt en op zijn klanten.”
Waar staat iO vandaag voor? “Simpel gesteld uit drie bouwstenen: talent samenbrengen, kennis opdoen en delen, en een aangename werkomgeving creëren. We zetten mensen bij elkaar die iets van digitaal en communicatie afweten, van technologie, marketing, creatie en strategie. We willen hen beter maken en trainen, en die kennis ook teruggeven aan de buitenwereld. Op onze campussen organiseren we jaarlijks veertig à vijftig events, we schrijven blogberichten, en we hebben een podcast. Dat geeft ons een zekere autoriteit in de sector. Het bevordert de relatie met onze conculega’s, en het profileert ons bij potentiële klanten en geïnteresseerde marketingmanagers. De aangename werkomgeving houdt onder meer in dat we extra faciliteiten leveren die het leven van onze medewerkers na de kantooruren vergemakkelijken, zoals een vitaliteitscoach, een strijkdienst, een fitness en een restaurant.”
Het idee van de campussen is vrij uitzonderlijk. Waar komt dat vandaan? “Het is een reflectie van die drie bouwstenen. We monitoren continu wat er zich afspeelt in de markt en hoe we de beste positie kunnen innemen. Toen we in 2013 de plannen tekenden voor onze eerste campus in Herentals, wilden we heel bewust we niet enkel een kantoorruimte om talent samen te brengen, maar ook plaats voor events. Daarom is er een podium, een seminarieruimte en een café. We zetten graag onze deuren open om externe events te hosten, voor Voka, voor Unizo, voor de sectorfederaties, of voor onszelf. Dat creëert veel dynamiek. Mensen komen samen, en we kunnen ons verhaal uitdragen.”

Hoeveel campussen telt iO intussen? “We gebruiken overal die term, maar niet elke locatie is al een volwaardige campus. Van de negen in de Benelux zijn er zes af. In Scandinavië hebben we er momenteel drie: Kopenhagen, Stockholm en Göteborg. In Sofia en Riga hebben we ‘expert centers’, locaties waar onze mensen werken voor onze klanten uit de Benelux en Scandinavië. Het plan was om daar in 2023 ook Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland aan toe te voegen, maar door
de oorlog in Oekraïne is meer voorzichtigheid geboden. Liever eerst Scandinavië uitdiepen dan holderdebolder naar een nieuwe regio overstappen.”
De website van iO stelt dat een merk ‘liefst ook maatschappelijk relevant’ moet zijn. Op welke manier beantwoordt iO zelf aan die stelling?

“Veel van onze projecten hebben een maatschappelijk relevante kant. We werken bijvoorbeeld aan het digitale paspoort dat burgers een betere toegang moet geven tot de overheid. We dragen bij tot zelfmoordpreventie door in Google te detecteren wanneer iemand bepaalde sleutelwoorden ingeeft, waaruit je al kan concluderen dat die persoon speelt met het een zelfmoordidee. We hebben voor de overheid pas een website gelanceerd voor slechtzienden en braillelezers, die tekst automatisch omzet in een stem. We doen uiteraard veel standaardprojecten voor onze klanten, maar de focus ligt vooral op projecten met een positieve impact.”
Hoe blijf je als digital agency relevant? “Dat is een eindeloos vraagstuk. Je moet continu scherp en kritisch blijven. In het oog houden waar de wereld naartoe gaat. Hoe de verwachtingen van je klanten evolueren. En van de klanten van je klanten. Concreet denk ik dat we nog maar aan de vooravond van de digitalisering staan, zowel in de industrie als in ons huis-tuin-en-keukengebruik. Vandaag is alles nog heel procesgedreven, maar het Internet of Things zal niet eeuwig sciencefiction blijven. Er komt ook een nog groter debat rond privacy, de vraag waar we ons als gebruiker comfortabel bij voelen. En dan zijn er nog dingen als machine learning, AI, blockchain en de virtuele wereld van Second Life. Er staat nog veel te gebeuren.”
Kun je daaruit afleiden waar iO binnen tien jaar zal staan?
PIETER JANSSENS“Het is een kwestie van constant bijsturen. Het klinkt overweldigend als je die dingen op een rijtje zet, maar eigenlijk wordt de snelheid waarmee alles evolueert ook vaak overschat. In 2005 maakten we al websites en dat doen we vandaag ook nog steeds. Google bestond al in 2010, Facebook bestond al in 2015. Social media is niet iets wat komt en gaat. Je moet het ook niet overroepen. In plaats van elke hype vast te pakken, wachten we liever af. Pas als we zien dat een trend ook een aantoonbare toegevoegde waarde heeft, zullen we hem omarmen en er iets goeds mee doen. Noem het Kempisch boerenverstand.”
“Onze focus ligt vooral op projecten met een positieve maatschappelijke impact”
“De bedrijven dragen nog steeds de grootste lasten”
BART VAN CRAEYNEST VOKA-HOOFDECONOOM
Wat doet een hoofdeconoom precies? Bart Van Craeynest: “Hij volgt op hoe de wereldeconomie draait en denkt na over wat er anders en beter kan. Ik monitor continu de cijfers en statistieken die daaruit voortkomen en tracht die vervolgens behapbaar te maken voor de mensen van Voka. Ik volg ook op de voet welke veranderingen er optreden en hoe wij daarop moeten inspelen. We hebben een studiedienst van veertien mensen, elk met een specifiek domein (onderwijs, arbeidsmarkt, energie, …) Mijn taak is om vooral het grotere plaatje te bekijken. Daarnaast tracht ik ook om de stem van Voka te laten horen in het dagelijkse debat. Ik schrijf een tweewekelijkse column voor ‘De Tijd’ en een wekelijkse column op ‘Business AM’. Daarnaast volg ik de politieke interviews en debatten nauwlettend en probeer waar mogelijk advies te geven over zaken die volgens Voka van belang zijn.”
Als je op dit moment een stand van zaken zou moeten opmaken, hoe staat België er dan voor? Wat zijn de belangrijkste thema’s die nu spelen? “Op dit moment zitten we in een inflatiecrisis die van buitenaf op ons is afgekomen. We spreken zelfs over de hoogste inflatie sinds de jaren zeventig. Tijdens corona hebben we de wereldeconomie platgelegd, volledige sectoren vielen stil en iedereen begon de voorraden op te gebruiken. Maar toen hervatte de wereldeconomie veel sneller dan we hadden kunnen vermoeden. Door de oorlog in Oekraïne voelen we de energieschok bovendien extra hard. Voeg daar de gestegen grondstofprijzen aan toe en je weet dat het geen gemakkelijke periode wordt.”
HOOFDECONOOM BART VAN CRAEYNEST MAAKT DE STAND VAN ZAKEN OP
Voka-hoofdeconoom Bart Van Craeynest bekijkt de zaken vanop een zekere afstand, maar zelfs de meest nuchtere econoom ziet dat we in een netelige situatie zijn beland. Een boeiende babbel op het Voka-hoofdkwartier over de huidige economische toestand.
DOOR KRISTOF VANDERHOEVEN | FOTOGRAFIE STIJN WILSIn België komt daar bovendien de automatische loonindexering bij. Dit systeem is bedoeld om de werknemer te beschermen, maar het zorgt bij de bedrijven voor extra kosten. “Klopt helemaal. Bij de invoer van de automatische loonindexering was het inderdaad de bedoeling om de werknemer een extra bescherming te bieden door zijn of haar loon automatisch mee te laten stijgen met de index. Eerst gebruikten een heleboel landen dat systeem, inmiddels is België samen met Cyprus, Malta en Luxemburg nog het enige land dat dit systeem blijft aanhangen. Luxemburg heeft het trouwens tijdelijk opgeschort. Het probleem is immers dat op het moment dat bedrijven het moeilijk hebben, de lonen ook moeten stijgen. Voor grote bedrijven is dat een serieuze extra kost die ze kunnen dragen in goede tijden, maar die hen de das kan omdoen in slechte tijden. Als we het vergelijken met de door ons omringende landen, stijgen onze lonen over een langere periode even snel als in de buurlanden. In Nederland, Frankrijk en Duitsland kunnen ze die stijging beter timen, dat kan bij ons niet. Gevolg? De bedrijven dragen de lasten op een moment dat het voor hen al moeilijk is.”
Vertrekken daarom sommige bedrijven uit België, denk je?

“Zeer zeker. Kijk maar naar de situatie in de jaren 90 met een aantal autobedrijven. Al is het niet altijd zo zwart-wit als ‘de bedrijven trekken weg omwille van de automatische loonindexering’. Soms zal een multinational, met vestiging in België, kiezen om niet extra te investeren in die Belgische vestiging omdat het moederbedrijf weet dat het hier moeilijk ondernemen is. Het gevolg daarvan is wel dat bedrijven die in België blijven die kosten kennen en kunnen dragen.”
Hoe zie jij 2023 tegemoet?
“Ik zou daar graag positief op antwoorden. Maar met de stijgende energieprijzen, de vergrijzing, de inflatie en tig andere uitdagingen komt er heel wat op ons af. Ik kan niet meteen zeggen of en hoe we dat gaan managen. Het ontbreekt ons vaak ook aan politieke moed om de juiste beslissingen te nemen. Iedereen weet dat politici een horizon van maximaal vier jaar hebben, maar laat de problemen die we het hoofd moeten bieden nu net zaken zijn die je op lange termijn moet aanpakken. België is nog steeds een land met een goed sociaal vangnet, waar degelijk onderwijs en dito innovatie mogelijk zijn. Ook die zaken komen meer onder druk te staan. Ik hoop echt dat politici dit inzien en het nodige doen.”
HOE ZIET DE MOBILITEIT VAN DE TOEKOMST ERUIT?
Duurzame mobiliteit is niet nieuw, maar als we kijken naar de klimaatuitdagingen waar we als samenleving voor staan, moeten we het over een andere boeg gooien. Projectmanager Roel Vanderbeuren van The New Drive, een mobiliteitsadvies- en projectmanagementbureau, tipt ons drie trends en maakt zich sterk dat groene mobiliteit ook mogelijk is in België.

Businesstrends in mobiliteit
The New Drive wil Belgische mobiliteit groener maken

Het mobiliteitsadvies- en projectmanagementbureau The New Drive focust zich op drie fronten. Eerst en vooral adviseert en ondersteunt het bedrijven in hun zoektocht naar duurzame mobiliteit. Daarnaast biedt het bureau overheden een helpende hand bij het uittekenen van hun vervoersbeleid. Denk aan het ontwikkelen van nieuwe mobiliteitsplannen of de uitrol van laadinfrastructuur. Daarnaast wil The New Drive zijn kennis delen binnen netwerkorganisaties en platformen om de switch naar een schonere en duurzamere mobiliteit te versnellen.

TREND 1
De shift naar full electric
De
verschuiving naar elektrische wagens? Die is volgens Roel Vanderbeuren onvermijdelijk en bij tal van ondernemingen zelfs al sterk ingezet. Die switch is een goede zaak, want elektrische wagens vervuilen een stuk minder. Ook als je de productie van de elektriciteit en de productie van de voertuigen erbij in rekening brengt. “In 2022 waren een op de drie nieuw ingeschreven bedrijfswagens elektrisch, volledig batterij-elektrisch of plug-inhybride”, verklaart Vanderbeuren. “Op de particuliere markt is dat ondertussen ook een op de vier. Zowel bij bedrijven als bij particulieren gaat het op dit moment nog voornamelijk over plug-inhybrides, maar bij de bedrijven zien we al een shift naar full electric. Die verschuiving wordt zeker gedreven door de fiscaliteit, waarbij onder andere de fiscale aftrek en de solidariteitsbijdrage afhankelijk zijn van de CO2-uitstoot. Enkel volledig elektrische wagens kunnen blijvend genieten van maximale fiscale aftrek en minimale kosten. Bovendien moeten bedrijfswagens vanaf 2026 verplicht elektrisch aangedreven zijn.” TREND 2

De comeback van de (elektrische) fiets
Steeds meer bedrijven belonen fietsende werknemers met een kilometervergoeding of bieden een fietsleaseplan aan. Vanderbeuren: “Er is bij ondernemingen een groot potentieel voor alternatieven voor de wagen. De fiets, en in het bijzonder de elektrische fiets en speedpedelec, spant daar de kroon. In ons land is het onder meer door de ruimtelijke versnippering moeilijk om openbaar vervoer op een efficiënte manier te organiseren. Een elektrische fiets heeft als voordeel dat je relatief lange woon-werkafstanden kan overbruggen zonder afhankelijk te zijn van externe factoren. Maar toch kiezen ondernemingen in een meer stedelijke context, waar het aanbod aan openbaar vervoer wel sterker is uitgebouwd, nog vaak voor de wagen. En dat terwijl de bereikbaarheid toch sterk onder druk staat door files.” De overheid speelt een belangrijke rol in de voorziening van de nodige, aangepaste fietsinfrastructuur. Zij kan er mee voor zorgen dat die alternatieven aan werknemers worden aangeboden.


Vanderbeuren knikt:
“Op vlak van fietsinfrastructuur brachten tal van overheden de voorbije jaren al veel verbetering, maar in 2021 kwamen nog steeds 76 fietsers om het leven in het verkeer. Dat moet veiliger. Het Mobiliteitsbudget kan daarvoor een goede stap zijn. Bedrijven die nu bedrijfswagens aanbieden, kunnen hun werknemers via dat mobiliteitsbudget uit een flexibel aanbod van duurzame alternatieven kiezen.”
Spraakmaker sinds 1963
1963. Ingenieur Lou Ottens vindt de cassette uit, bij fabrikant Philips in Hasselt. In 2021 is Hasselt nog altijd dé spil voor innoverende ideeën en bedrijven — denk maar aan Corda Campus of UHasselt. Dus plan jij een zakentrip, organiseer je een congres of zoek je een originele teambuilding? Ontdek wat Hasselt te bieden heeft.

Microcars & mobiliteitsdiensten
Microcars of dwergauto’s (auto’s met kleine afmetingen, drie of vier wielen en een vermogen kleiner dan 700 CC) overspoelen momenteel de Chinese wagenmarkt. Ze zijn goedkoop, verbruiken weinig tot niets, want meestal elektrisch aangedreven en zijn gemakkelijker te parkeren. Handig in de steden dus. Al breekt deze trend in België voorlopig nog niet echt door. “We moeten er wellicht ook niet te veel heil van verwachten”, zegt Vanderbeuren. “Bij een microcar blijf je immers vasthouden aan de auto. En je kan je ook afvragen welke meerwaarde dat soort voertuigen nog heeft ten opzichte van bijvoorbeeld een speedpedelec. Er zijn wel niches waarvoor dit soort voertuigen geschikt kan zijn – op termijn misschien zelfs zelfrijdend – maar voor de grote mobiliteitsshift moeten we toch naar andere oplossingen kijken.”
Een van die oplossingen die in het buitenland al sterk wordt ingezet is Mobility-as-a-Service (MaaS). Hierbij wordt afgestapt van voertuigbezit en het mobiliteitsaanbod wordt afgestemd op het ‘kunnen gebruiken van mobiliteitsdiensten’. “Bij ons is die markt nog heel klein, zeker bij particulieren, maar we merken dat er in het buitenland al sterk wordt op ingezet”, vertelt Vanderbeuren. “In Nederland bijvoorbeeld, heeft bijna dertig procent van de huishoudens geen eigen wagen meer en wordt MaaS echt als een ecosysteem gezien. Hierbij gaat een geïntegreerd aanbod aan deelmobiliteitsoplossingen hand in hand met geïntegreerde betaaloplossingen en apps.”

IN CONNECTIE MET JE LICHAAM BIJ BUILT FOR ENDURANCE
Verbeter je onderneming, begin bij jezelf? Built for Endurance monitort en coacht leidinggevenden alsof ze duursporters zijn. Acute prikkels zoals kou, hitte of vasten herstellen je connectie met je lichaam. Een app met biometrische sensor brengt je reacties op je activiteiten in kaart en begeleidt je naar persoonlijke groei en een evenwichtige levensstijl. “Zo word je thuis en op het werk een betere versie van jezelf”, zegt oprichter Lieven Van Linden.
Hoe een ijsbad je bewuster leert leidinggeven
Wat hebben Jef Colruyt, Oliver Perquy (Nespresso België) en Joost Callens (Durabrik) met elkaar gemeen? Ze waagden zich al eens aan een ijsbad tijdens een begeleidingstraject bij Built for Endurance. Zien Lieven Van Linden en Steven Selleslags toonaangevende CEO’s graag klappertanden? Of moeten ze zich harden voor het zakenleven? Nee hoor, Built for Endurance helpt leiders en ondernemers evenwichtiger in het leven staan. Wie beter luistert naar zijn lichaam, houdt zijn energie (en humeur) langer op peil. Van Linden weet er alles van, hij finishte als ultraloper bij de Marathon des Sables en is bovendien een gecertificeerd Wim Hofinstructeur. Selleslags richtte High on Life op, dat personal training en lifestylecoaching aanbiedt, en is sterk in voedings- en gezondheidsleer. Sinds de coronacrisis bundelen ze de krachten voor Built for Endurance. Ondernemers, bedrijfsleiders en managementteams kloppen bij hen aan voor coaching en workshops.
Investeren ondernemingen meer in wellbeing op het werk sinds de covidcrisis?

Lieven Van Linden: “De meeste HR-afdelingen zetten welbevinden als strategische prioriteit op de agenda. Voorkomen dat medewerkers uitvallen is niet de enige motivatie, ondanks de 500.000 langdurig werklozen die België inmiddels telt. Zeker jonge talenten hechten veel waarde aan persoonlijke groei, flexibiliteit en werk-privébalans. Je kan ze succesvoller aan je bedrijf binden als welbevinden een structureel aandachtspunt is binnen je organisatie.”
Built for Endurance begeleidt de bedrijfstop en niet het hele team. Vanwaar die keuze?
Van Linden: “Dat onderscheidt ons van andere spelers op de
ESTER STOFBERG (CIO BOORTMALT)

Chief Information Officer Ester Stofberg ging op meerdaagse teamworkshop met Boortmalt. “We brachten een midweek in de Ardennen door met het management en de deelnemers van ons toptalentprogramma, dat dit jaar van start ging. Boortmalt is wereldleider in moutproductie sinds een grote overname. Welbevinden op het werk is een strategische hoeksteen binnen onze vernieuwde organisatie.”
“Ik ben erg gecharmeerd door de aanpak van Built for Endurance. Selleslags en Van Linden oordelen niet, maar informeren en suggereren oplossingen. De app Firstbeat laat je anders naar je lichaam kijken; je beleving verschilt nogal van de realiteit. Natuurlijk zit je in de Ardennen met het hele team in dezelfde vibe en bestaat het risico dat je op het werk alles weer overboord gooit. Maar we steunen en helpen elkaar. We gaan geregeld buiten lunchen om even uit de werksfeer te stappen en ons stresspeil te doen dalen. Thuis ontspan ik ’s avonds met destress yoga. De gekte van de dag is niet veranderd, maar ik heb nu tools die me erbij helpen. Dat geldt voor het hele team. Je staat sterker als je je interesseert voor elkaar. Om talenten aan boord te houden, moet je het signaal geven dat je om hun welzijn geeft. Daar kom je als bedrijf niet meer onderuit.”


Maaltijden voor grote supermarkten, nieuwe vestigingen in Gent en Antwerpen: het gaat snel voor Boker Tov, de restaurants die de keuken van Tel Aviv naar België halen. Tom Sas noemt zich met een knipoog Chief Eating Officer, maar neemt zijn fysieke en mentale paraatheid serieus en liet zich een jaar lang persoonlijk begeleiden bij Built for Endurance. “Onlangs heb ik de afsluitsessie van mijn traject gedaan met Lieven Van Linden. Ik nodigde mijn vrienden, met wie ik vaak tot in de vroege uurtjes gefeest, gegeten en gedronken heb, uit voor een breathingsessie met ijsbad. Ze vonden het geweldig.”
“In de horeca heb je een onregelmatig leven. Ik heb me laten coachen om persoonlijk te kunnen groeien terwijl mijn onderneming groeide. Om de stress en de uitdagingen aan te kunnen, heb je veerkracht nodig. De tools die Built for Endurance me aanreikt, bieden me persoonlijke en zakelijke houvast. Ik neem niet elke dag een ijsbad, maar probeer er wel een goede gewoonte van te maken. Ik hou me ook aan mijn ochtendritueel: de dag begint om zes uur met mediteren, lezen en/of sporten. Ik wil niet te streng zijn voor mezelf, maar ik voel me energieker en mentaal weerbaarder als ik de tools blijf integreren in mijn leven. Ik ben rustiger geworden omdat ik meer energie heb.”
“Je team draait beter als mensen om elkaar geven”
“Ik ben rustiger én energieker geworden”
Inspirerende locaties voor uw off-site meetings

Wallonië telt vele uitzonderlijke businesslocaties. Musea, kastelen en ander historisch erfoed lenen zich perfect voor een inspirerende meeting of eventlocatie. Voor meer info kijk op mice.VISITWallonia.be



markt. We nemen bedrijfsleiders mee op een persoonlijk coachingtraject of organiseren voor een managementteam een meerdaagse workshop in de natuur. In beide gevallen gebruiken we een app die je fysieke stresspeil meet. Zo krijg je inzicht in je levensstijl: welke gedragingen vreten energie, wat verstoort mijn recuperatie?”
Steven Selleslags: “Via de decisionmakers kweken we awareness in het hele bedrijf. Uit hun metingen leren ze bijvoorbeeld dat hun energie drastisch afneemt tijdens de week. Zo uitgerust, scherp, gefocust en aanspreekbaar als ze zijn op maandag, zo uitgeblust zijn ze op vrijdag. In zo’n scenario zien je medewerkers je vaker op je best dan je partner en je kinderen. Dat is niet houdbaar op het werk én in je relatie. Wij reiken tools aan om de balans te herstellen en te bewaren.”
Hoe werkt de app Firstbeat, waarmee jullie stress en recuperatie meten?

Van Linden: “Firstbeat is een Fins bedrijf dat eerst alleen in de topsportwereld actief was. Bij hun app hoort een biometrische sensor, die je ‘lichaamsbatterij’ meet. De grafieken leren je wanneer je lichaam geactiveerd is en wanneer het rust vindt en kan opladen. Door je activiteiten bij te houden kan je het verband vinden tussen je levensstijl en je stresspeil. Een echte eyeopener is dat. Je nachtrust
kleurt bijvoorbeeld gegarandeerd rood als je ’s avonds veel alcohol drinkt.”
Selleslags: “Wat de metingen in feite doen, is onze connectie met ons lichaam herstellen. Vroeger luisterden we naar ons lichaam, nu negeren we de signalen omdat we andere prioriteiten stellen. We laten onze deelnemers vijf dagen de sensor dragen en analyseren dan de resultaten. De meest voorkomende feedback?
Weinig recuperatie door een slechte nachtrust, te lange stressperiodes overdag en te weinig lichaamsbeweging, thuis nog meer dan op kantoor.”
Waarom is een ijsbad een must voor bedrijfsleiders?
Selleslags: “Een must is het niet. Het is een van de tools die we aanreiken om rustpunten in te bouwen en je levensstijl duurzaam te veranderen. Ook meditatie of beweging kunnen je helpen.”
Van Linden: “De Wim Hof-methode combineert ademhaling, ijsbaden en mindset.

Ze sluit aan bij de gezondheidsfilosofie van intermittent living, die we toepassen tijdens onze meerdaagse workshops. Vroeger, toen we jagers-verzamelaars waren, leden we vaak kou, hitte, honger of dorst. Zo’n ijsbad stelt je bloot aan acute prikkels die uit ons modern leven verdwenen zijn en versterkt je bewustzijn. Ook intermittent fasting of sauna hebben dat effect. Tijdens de workshops zoeken
we de natuur op om lichamelijke prikkels te herontdekken en het contact met onze gevoelens te herstellen.”
Wat is jullie missie met Built for Endurance?
Selleslags: “Mensen leren beslissen met hun hele lichaam en niet alleen met hun hoofd. Ze leren voelen wanneer ze hun limiet bereiken. Ik herinner me een CEO van een internationaal bedrijf met veel verantwoordelijkheden. Ondanks zijn drukke job was zijn grafiek mooi in balans. Elke rode stresspiek werd gecompenseerd door een groen rustpunt. De man zat in een flow, zijn job zat hem als gegoten. Dat is het ideaalbeeld.”
Van Linden: “We kunnen mensen meer greep geven op hun levensstijl en gezondheid. In plaats van een pilletje te nemen als je je slecht voelt, ga je proactief aan de slag met de tools die we aanreiken. Beter voorkomen dan genezen, toch?”
“Je kan talent succesvoller aan je bedrijf binden als welbevinden een structureel aandachtspunt is”
LIEVEN VAN LINDEN
“
Elk jaar redden we 250.000 ton etenswaren van de afvalberg ”

TROTEC VECHT TEGEN VOEDSELVERSPILLING
Wat kan je doen om voedsel dat verloren dreigt te gaan van de afvalberg te houden? Dat is de motivatie en uitdaging van Trotec, een bedrijf uit Veurne dat allerhande etenswaren die niet (meer) verkocht worden, verwerkt tot dierenvoeder. Duurzaamheid in actie.
Moet iemand nog overtuigd worden dat voedselverspilling vandaag een levensgroot mondiaal probleem is? De cijfers liegen er niet om. Volgens de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN, gaat ongeveer een derde van alle voedsel verloren. Alleen al in de EU komt dat neer op 88 miljoen ton per jaar, goed voor 170 miljoen ton CO2. Hallucinante cijfers, en dan steken we al snel een beschuldigende vinger uit naar de voedselindustrie. Daar is effectief werk aan de winkel, al wijst Sigrid Pauwelyn van het Veurnse bedrijf Trotec toch fijntjes op een opvallende statistiek. “Volgens de meest recente cijfers zijn de voedselverwerkende bedrijven verantwoordelijk voor naar schatting 19% van de voedselverspilling”, merkt ze op. “53% is echter te wijten aan de huishoudens. Jij en ik dus.”
Familiebedrijf
Die laatste groep valt helaas buiten het bereik van Trotec. De onderneming doet er wel alles aan om het probleem bij de voedselverwerking aan te pakken. En het concept is even evident als complex: voedsel opvangen bij de producenten voor het verloren gaat en er een nieuwe bestemming aan geven. “We verwerken voormalige levensmiddelen waar geen vlees of vis bij betrokken is tot voeding voor runderen, varkens en kippen”, zegt Pauwelyn terwijl ze ons meeneemt op het 8 ha grote domein. “Ons eindproduct wordt vervolgens gebruikt voor de productie van melk, eieren en vlees. We maken dus deel uit van de gesloten keten van voeding naar voeding.”


Trotec kan terugvallen op de kennis van twee generaties. Vandaag leidt Pauwelyn het bedrijf samen met haar jongere zus Dorothé, maar hun vader startte het op. Zijn familie verwerkte de bietenpulp van de plaatselijke suikerfabriek, zo kreeg hij het productieproces onder de knie. Eenmaal op eigen benen breidde hij samen met zijn vrouw dat concept uit, per toeval eigenlijk. “Mijn vader was een echte techneut die niets liever deed dan machines ontwerpen”, vertelt Pauwelyn. “Een kennis van hem had een chipsfabriek in Veurne. Op een dag vroeg hij aan mijn vader of die geen oplossing kon verzinnen voor de onverkochte zakjes die weggegooid werden. Misschien konden dieren er nog iets mee aanvangen? Zo is het begonnen.”

De geur van chocolade
De tijd dat de familie chipszakjes met de hand openscheurde en dierenvoeder maakte van de inhoud, ligt intussen ver achter ons. Vandaag verwerkt Trotec met speciaal ontworpen machines tientallen ingrediënten in hun TrotecMix, van alle mogelijke soorten graanproducten tot chocolade en snoep. Maar in wezen komt het nog altijd op hetzelfde neer: grondstoffen ophalen bij voedselproducenten, de verpakking verwijderen, alles mengen tot een nutritionele samenstelling, en die thermisch behandelen in grote droogtrommels. Het resultaat is een meel met lange houdbaarheid, een drogestofgehalte van 92% en hoge waarden op het vlak van vet, eiwit, zetmeel en suikers. We mogen er even van proeven: het ruikt lichtjes naar chocolade en smaakt naar koekjes.
“Die voormalige levensmiddelen komen vrij tijdens het productieproces van een industrieel voedingsbedrijf en worden niet op de markt gebracht. Het gaat dus niet om bedorven of slechte producten. Denk bijvoorbeeld aan koekjes die breken tijdens het bakken of stokbroden die te lang zijn voor de verpakking. In totaal houden we elk jaar zo’n 250.000 ton voedingswaren weg van de afvalberg. De eerste vraag is uiteraard of grondstoffen toch niet geschikt zijn voor menselijke consumptie. Het is niet de be doeling dat we concurreren met de voedselbanken. Onze activi teit staat dan weer hoger dan voeding gebruiken om energie op te wekken, te composteren, te verbranden of te storten. Wij hou den het tenslotte nog altijd in de voedselketen.
Kwaliteit en transparantie
Door de jaren heen heeft Trotec de mentaliteit rond voedselver spilling enorm zien veranderen. Eerst gaven bedrijven hun over schot mee omdat ze het zagen als een handige manier om van hun afval af te raken. De voedselcrisissen van de late jaren 90 de dioxinecrisis voorop – brachten een hele verandering van de perceptie met zich mee. Plots draaide alles rond kwaliteit en transparantie, twee vereisten waar Trotec altijd al veel belang aan hechtte. Hun product moet 100% stabiel en betrouwbaar zijn, wat betekent dat ze nauwgezet in het oog houden dat er niets in hun mengsel belandt wat daar niet thuishoort.
20 jaar geleden zag het bedrijf dat sommige ondernemin gen vlot meegaan in dat kwaliteitsverhaal, met name grotere industriële voedingsproducenten zoals La Lorraine, Kellogg’s, Vandemoortele, Haribo en Delacre. Het inspireerde Trotec om zich op die groep te concentreren. “Die grote ondernemin gen willen zekerheid en garanties, en wij konden die bieden”, legt Pauwelyn uit. “Het was een ingrijpende beslissing om en kel te werken met gecertificeerde bedrijven die dezelfde kwa liteitskaart trekken, maar op lange termijn is het wel de juiste geweest. Vandaag nemen onze partners heel dat verhaal mee in hun communicatie over duurzaamheid.” Daar helpt Trotec hen ook bij, want elke leverancier krijgt eens per jaar een duur zaamheidsrapport op maat, met een overzicht van hun bijdra ge en wat die betekent.
Voedingsmiddelen verwerken tot dierenvoeding heeft name lijk een impact die verder gaat dan de afvalberg verkleinen. Het houdt ook in dat veehouders geen nieuwe soja, tarwe, pal molie of suikers moeten importeren om hun dieren te voede ren. En dat betekent op zich weer een enorme besparing op het vlak van water, meststoffen en landbouwoppervlakte. Wat Trotec produceert, is dan ook een circulaire grondstof met een CO voetafdruk die tot 10 keer lager ligt dat bij die alternatieven.
Partners ontzorgen
Trotec noemt zijn leveranciers liever ‘partners’, dat heeft alles te maken met de manier waarop ze samenwerken. Het verhaal dat het bedrijf vertelt, mag dan waardevol en duurzaam zijn, Pauwelyn weet heel goed dat kwaliteitsnormen automatisch ook geld kosten. Als Trotec voedselproducenten wil overhalen om mee aan boord te stappen, moet de drempel zo laag mogelijk zijn. In plaats van eerst grondstoffen van voldoende hoge kwaliteit te eisen, gaat het bedrijf proactief te werk.
“We voeren bij de ondernemingen ter plaatse een audit uit. We leggen uit wat potentieel beter kan, we geven opleidingen. We proberen die bedrijven zoveel mogelijk te ontzorgen. Daarin gaan we echt heel ver. We begeleiden onze partners zodat ze zo weinig mogelijk nevenstromen produceren. Dat klinkt tegenstrijdig, alsof we in onze eigen vingers snijden, maar wij vinden het veel beter om 5% bruikbare producten te hebben van 10 productielijnen dan 50% van 1 productielijn. Een bedrijf dat de helft moet afvoeren, is niet gezond bezig en zal het niet lang uithouden. Dus helpen we de bedrijven. Het vergt een enorme investering van onze kant, maar die is nodig om de voedselveiligheid te borgen. We zijn

Voortdurend innoveren

Een ander aspect van die unieke samenwerking is dat Trotec –via zusterbedrijf HoPo – zelf technieken ontwikkelt om de specifieke noden van hun partners aan te pakken. Een systeem om kapotte rijstwafels van de band in een container te blazen, robots die automatisch volle opvangbakken naar een afgelegen container transporteren, het kan allemaal. Innovatie maakt op alle mogelijke manieren deel uit van het Trotec-DNA. Het bedrijf heeft eigenhandig zijn hele productieproces uitgetekend en gebouwd. Het is bovendien voortdurend op zoek naar nieuwe mogelijkheden, zowel bijkomende voedingsmiddelen (avocado’s bijvoorbeeld) als niet eerder verkende toepassingen. Zo loopt er momenteel een proefproject met meelwormen, wat het aanbod zou kunnen uitbreiden naar voeding voor huisdieren. Voor die innovatie werkt Trotec samen met verschillende externe instanties, zoals Vlaanderen Circulair, de BFA (Belgian Feed Association) en het ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek).
“Onze uitdaging is om grondstof fen binnen te halen”, stelt Pauwelyn.
we een tweede leven geven? Die vraag wordt steeds complexer. Momenteel buigen we ons over heel erg kleverige of extreem verpakte producten. Neem nu de speelgoedeieren van Kinder. Hoe kunnen we machinaal en in grote volumes chocolade recupereren die rond een plastic ei zit en verpakt is in een folie en een kartonnen doosje? Wel, we hebben een technologie ontworpen die daarin slaagt en waarmee we ook nog andere producten kunnen scheiden en verwerken.”
Die innovatie heeft Trotec onvermijdelijk naar het pad van de digitalisering geleid. Zo traceert het bedrijf via RFID (identificatie met radiogolven, red.) welke productielijnen bij hun partners meer nevenstromen genereren dan andere. Met die data kunnen ze dan achterhalen wat de oorzaak van die verspilling is en de situatie optimaliseren. Op elke container staat ook een sensor die de vulgraad registreert, waardoor Trotec tijdig een ophaaltransport kan organiseren met vrachtwagens van hun eigen zusterbedrijf DC Logistics.
Door na te gaan hoe het staat met andere voedingsproducenten in de buurt, kunnen ze zelfs twee containers per rit

Finding the executive who exceeds your expectations
Altior is a leading executive search firm that specialises in recruiting and assessing candidates for executive positions. We recruit outstanding talent that lifts our clients’ performance to a higher (“altior” in Latin) level. We combine in-depth knowledge of our clients’ business with extended labour market expertise. This combination leads us to unique leaders who can apply their leadership skills in our clients’ business immediately. After all, it is not the CV that makes candidates outstanding, but what candidates make of it. For more information, visit our website www.altior.be

What makes our candidates outstanding is not their CV, but what they make of it.
Windmolen en zonnepanelen


Een andere bron van grondstoffen waar nog veel toekomst in zit, zijn de supermarkten. “Daar zijn we sterk mee bezig, maar het kan enkel met hun medewerking. Zij moeten actief de schei ding van onverkochte producten ondersteunen. Dat is helemaal niet vanzelfsprekend, want er komt veel bij kijken. De inzameling is cruciaal, en dus ook de opleiding. Wat mag in de container en wat niet? Daar staat of valt alles mee. Een supermarkt die daar aandacht voor heeft, kan heel mooie resultaten boeken. Van de organische nevenstroom die weggaat uit een supermarkt is 30% brood, een enorm volume dat wij perfect weer in de voedselke ten kunnen brengen als onderdeel van dierenvoedsel. Die super markten kunnen dus zeggen dat ze nieuwe voedingsproducten maken van de producten die ze niet verkocht kregen. Dat is een mooi sluitend verhaal.”
Het duurzaamheidsverhaal probeert Trotec zelf ook uit te dragen, bijvoorbeeld door te investeren in schone energie. De verwerking en de thermische behandeling tijdens het produc tieproces vergen behoorlijk wat elektriciteit, en daarvoor heeft het bedrijf een hele reeks zonnepanelen gelegd. “We willen ook graag een windmolen zetten, maar het is niet gemakkelijk om daar een vergunning voor te krijgen”, zegt Pauwelyn. In het Franse Albon, halfweg tussen Lyon en Valence, heeft het bedrijf intussen een tweede vestiging, waardoor ze naast België ook heel Frankrijk bestrijken. Of Trotec ook nog andere buitenlandse regio’s op het oog heeft? “Ja”, glimlacht Pauwelyn. Een antwoord dat om meer dan één reden veel vertelt.




“Kwaliteit is altijd onze sterkte geweest”


































































































































































































































































































“Wij zijn constant op zoek naar innovatie”
KRIS ADRIAENSSEN BOUWT MEE AAN DE TOEKOMST BIJ ZF WIND POWER
ZF Wind is het allereerste bedrijf dat – 43 jaar geleden al – in de windbusiness stapte. In die tijdsspanne voorzag het meer dan 150 miljoen gezinnen van groene stroom en daar stopt de ambitie niet. Het nieuwe test- en prototypecentrum, dat op dit moment gebouwd wordt in Lommel, moet bijdragen aan nog grotere en efficiëntere windturbines.
Wat doet ZF Wind Power precies en wat is jouw rol in dat geheel?
Kris Adriaenssen: “ZF Wind Power maakt deel uit van het Duitse technologiebedrijf ZF Wind dat technologie levert voor personenwagens, bedrijfswagens en industriele toepassingen. ZF werkt aan de nieuwe generatie van mobiliteit, de zogenaamde e-mobility. Bij wijze van diversificatie heeft de ZF Group in 2011 het Belgische Hansen Transmissions overgenomen. Dat is van oorsprong een tandwielenproducent voor fietsen die evolueerde naar grotere tandwieltoepassingen. In 1979 werd het wereldwijd het eerste bedrijf dat zich toelegde op tandwielkasten voor windturbines. In 2015 nam de ZF Group ook de windactiviteiten van Bosch Rexroth over en sindsdien durven we onszelf met recht en reden een toonaangevend technologiebedrijf te noemen dat aandrijfsystemen van windturbines maakt. Noem het gerust de versnellingsbak van de windturbine. Sinds 1979 hebben we hier meer dan 80.000 windturbines mee uitgerust. Dat komt overeen met zo’n 180 gigawatt. Het equivalent van zestig kerncentrales waar je 150 miljoen gezinnen mee van groene stroom kan voorzien.”

“Als hoofd van de marketingafdeling laat ik mijn team vooral focussen op de wereldwijde communicatie rond positionering en branding van nieuwe
producten. Daar komt ook het strategisch luik bij – de zogenaamde strategic marketing – wat ons in staat moet stellen een goed beeld te krijgen van de markt en de nieuwe ontwikkelingen.”
Hoe belangrijk is het nieuwe test- en prototypecentrum dat jullie in Lommel bouwen? “We hebben productiebedrijven in Duitsland, Indië, China en België. Dat onze centrale R&D-afdeling in Lommel gevestigd is en we vlak aan het kanaal gelegen zijn – transport via scheepvaart zal in onze sector alleen maar aan belang winnen – waren de twee doorslaggevende argumenten om voor Lommel te kiezen. Het belang van zo’n test- en prototypecentrum hangt in grote mate samen met onze ambitie om te kunnen blijven innoveren. We zijn constant op zoek naar hoe we zo’n windturbine niet alleen efficiënter kunnen maken, maar ook steeds langer kunnen laten meegaan. Dit testcentrum zal daarin een cruciale rol spelen. We kunnen hier immers op een paar maanden tijd een periode van 25 jaar simuleren. Het is niet alleen een van de grootste testcentra ooit gebouwd met een testcapaciteit tot 30 megawatt, het is ook een van de weinige waarin we onze tandwielkasten en volledige aandrijflijnen in een dynamische reallifeopstelling
kunnen testen met een koppel tot 45 miljoen Nm. En dat is in deze toch wel cruciaal om de toekomstige generaties van windturbines te ontwikkelen.”
Wanneer is de ingebruikname gepland? “De bouw zal zo’n twee jaar in beslag nemen, zodat we in 2024 het testcentrum effectief in gebruik kunnen nemen. De bouwwerken zijn al begonnen, maar het is wel een enorm complex proces. Als je weet welke gigantische krachten er op die windturbine zullen worden losgelaten, hoef ik je niet uit te leggen dat we hier niet met gewone funderingen kunnen bouwen. We bouwen ook in een unieke ‘rug-tegenrug’-testopstelling zodat we meteen twee aandrijflijnen kunnen testen, waarbij we aan de ene zijde aandrijven terwijl aan de andere zijde de aandrijflijn elektriciteit levert als generator. Kwestie van de energiekosten sterk te beperken.”
In hoeverre helpt het dat de huidige context bijzonder gunstig is voor alles wat met groene energie te maken heeft?
“Dat zal ik zeker niet ontkennen, maar er zijn wel twee uitdagingen: het feit dat de wereldeconomie op lemen voeten lijkt te staan, maakt dat de prijzen van materialen extreem gestegen zijn. Dat heeft uiteraard zijn weerslag op onze productiekosten. Met de REPowerEU ambitie wil Europa binnen acht jaar de geïnstalleerde capaciteit van windenergie laten stijgen van 190 naar 510 gigawatt. Dat is een mooi doel, maar brengt vooral in de toevoerketen en op logistiek vlak een extreme uitdaging met zich mee. Maar ik durf met de hand op het hart zeggen dat ZF Wind Power klaar is om die challenge samen met onze klanten aan te gaan.”

•
HOE PHILIPPE JANS MET BIOLECTRIC DE MELKVEEHOUDERIJEN INNOVEERT

We hebben innovatie nodig, duurzame oplossingen zijn de toekomst. Maar bij sommige Belgische succesverhalen houden overheidsmaatregelen de innovatie tegen. Philippe Jans, CEO van Biolectric, tracht het niet aan zijn hart te laten komen. Al moet hij toegeven dat zich iets meer sant in eigen land voelen wel fijn zou zijn.
“Het wringt dat we het leeuwendeel van onze winst in het buitenland genereren”
Wat doet Biolectric juist?
Philippe Jans: “Wij bouwen kleine vergistingsinstallaties die van koeien-, varkens- of andere dierenmest elektriciteit of warmte maken. De voordelen? Je kan duurzame elektriciteit genereren dankzij een continu proces dat niet afhankelijk is van wind of zon. Bovendien belandt het methaan dat ontsnapt uit de mest dankzij het gebruik van die vergistingsinstallatie niet in de buitenlucht. Wij zorgen ervoor dat melkveehouderijen tot zeventig procent van hun methaanuitstoot kunnen reduceren. Dat is toch een aanzienlijke besparing én een zegen voor het milieu.”
Schets de ontstaansgeschiedenis van Biolectric eens.
“Ik startte het bedrijf in mijn eentje op in 2009. In 2011 stapten er extra partners en
de investeerder Taste Invest mee in het verhaal. We kenden een moeilijke start, omdat de kinderziektes die onze eerste concepten nog met zich meedroegen breed werden uitgesmeerd. Een periode van imagoschade is niet fijn voor een bedrijf. Maar ik draai al lang genoeg mee als ondernemer om te weten dat je in zo’n geval gewoon hard moet blijven werken om je product te verbeteren en dat deden we dan ook.”
Hoe nieuw is die vergistingsinstallatie?
“Het proces van vergisting an sich is uiteraard niet nieuw, maar vroeger was het slechts rendabel vanaf 500 kW. Wij brengen daar met onze compacte vergistingsinstallatie verandering in. Tot op heden zijn we nog steeds pionier in het rendabel en duurzaam maken van dit soort vergisting. Het probleem waar we steeds op
stoten is echter dat het afleveren van de vergunning voor de plaatsing van dit soort vergistingsinstallaties op haast kafkaiaanse wijze spaak loopt. Vooral in Vlaanderen. Ik vind het al te gek dat de overheid wel normen oplegt voor duurzame landbouw, maar dat ze vervolgens de innovaties die daarbij kunnen helpen simpelweg dwarsboomt. Alsof je iedereen naar de elektrische auto lokt en er vervolgens geen nummerplaten meer voor aflevert.”
Doet dat pijn aan je ondernemershart of denk je “de wereld is groot genoeg, we leggen onze focus wel elders”?
“Dat voelt als een kiezel in je schoen omdat je als Belgische ondernemer toch in eerste instantie van Belgisch succes droomt. Het is niet dat we in België helemaal niet succesvol zijn, maar we kunnen lang niet het aanwezige potentieel benutten, omwille van die bizarre regelgeving. Biolectric is nu vooral actief in Europa en zet voorzichtige stapjes naar de Verenigde Staten en Japan. Maar ik kan niet ontkennen dat het wrang aanvoelt als je als Belg in eigen land niet de erkenning krijgt die je verdient en je het leeuwendeel van je winst in het buitenland genereert. Biolectric neemt zo stilaan een hoge vlucht – de innovatie die we bieden wordt in andere landen wel omarmd – en dan hoop ik dat we onze marktleiderspositie in de komende jaren kunnen veiligstellen.”
“Biolectric bouwt vergistingsinstallaties die methaan omzetten in elektriciteit en warmte”PHILIPPE JANS Philippe Jans Biolectric DOOR KRISTOF VANDERHOEVEN | FOTOGRAFIE CHAK LÓPEZ duurzaam • ELINE DAVID GENERAL MANAGER NOWJOBS

“We herkenden het potentieel voor een volledig digitale toepassing en dat werd Nowjobs”
NOWJOBS: HET MEEST MENSELIJKE DIGITALE JOBPLATFORM
Een digitale applicatie die bijverdieners (biv. Flexi-jobbers en studenten) met zin om te werken en werkgevers met een korte opdracht aan elkaar verbindt. NowJobs is een eenvoudig, maar sterk idee geboren uit een brainstorm getiteld ‘How to Kill Accent.’ General Manager Eline David vertelt over hun begin, groei en succesfactoren: “We hadden niet meteen het beste product, wél de beste mensen.”
DOOR GELEIN VAN KAMPEN | FOTOGRAFIE CHAK LÓPEZHet is een gure dag als Eline David, General Manager van NowJobs – “Noem me maar niet de CEO” – ons met koffie en lekkers verwelkomt in een van de vergaderzalen van het Gentse hoofdkantoor. Het voelt meteen als een warm bad. “Deze heet ‘Old School’, naar de oude reuzen van HR”, zegt Eline. “Hiernaast hebben we ‘De Bahama’s’. Op een dag hopen we dat NowJobs helemaal zelfstandig draait. En dan zitten wij met een cocktail op de Bahama’s (lacht). Het hele team mocht input geven over de inrichting van dit kantoor. Vandaar ook de kickertafel, de massagestoel en de inspirerende quotes aan de muur.”
Trial-and-error
Eline vervolgt: “We startten in 2017 met slechts vier mensen en intussen zijn we al vijf keer verhuisd. Inmiddels groeien we ook al bijna uit dit kantoor. In het begin vormden wij onze eigen standalone cel vanuit Accent Jobs, binnen House of HR. We kregen alle vrijheid om dingen uit te proberen. Met de nodige steun, omdat het idee voor NowJobs zijn waarde al meteen had bewezen. Tijdens een eerdere Creativity Class aan Vlerick, die Eline samen met collega David Engelen volgde, werd ‘SWOP’ geboren: een soort Tinder voor jobzoekers. “Je kreeg vacatures te zien waarop je kon swipen en iemand van Accent belde je dan terug. We startten eerder als gimmick, maar zagen al snel dat er zo 100 mensen per maand aan een job werden geholpen. Ik vergeet nooit die keynote speech van Steven Van Belleghem (ondernemer en marketingprofessor, red.) waarbij hij SWOP demonstreerde. Terwijl hij nog op het podium stond, werd hij al opgebeld.” Een volgende stap was een brainstorm met als klinkende naam ‘How to Kill Accent’: “Geïnspireerd door digitale reuzen als

Uber en Booking.com wilden wij weten hoe een digitale bedreiging van Accent eruit zou zien. In die brainstorm werd de basis voor NowJobs gelegd, een 100% digitaal uitzendplatform.”
Gamification
“We herkenden het potentieel voor een volledig digitale toepassing, dat werd NowJobs.” Van inschrijving op het platform tot de werk-planning en zelfs de uitbetaling achteraf: NowJobs is helemaal geautomatiseerd. Het idee zat goed, maar de uitwerking was niet meteen raak: “We trokken eerst volledig de kaart van gamification. We zijn gestart als een soort Pokémon Go, waarin je in een digitale wereld op zoek ging naar een passende job. Maar het bleek dat het zoeken van een bijverdienste – ook voor studenten – een serieuze zaak is. De spelomgeving sloeg niet aan. We gingen terug naar de tekentafel. Klant per klant, NowJobber per NowJobber zijn we verder gegroeid. Die

flexibiliteit en het durven fouten maken hebben we nog steeds. En dat zeg ik met trots.”
Enorme groei
We gaan dit jaar 50.000 bijverdieners een job hebben gegeven via de app. Er zijn rond de 16.000 bedrijven en 450.000 bijverdieners aangesloten ondertussen. Alleen al voor Tomorrowland zette het platform dit jaar 2.100 flexi-jobbers aan het werk. NowJobs telt 80 werknemers en heeft naast België ook vestigingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland. Eline was er van het prille begin bij: “Frédéric Pattyn onze Product Manager, één van de eerste vier, zit nog steeds naast mij op kantoor.. Ons menselijk kapitaal is het allerbelangrijkste. In het begin hadden we nog niet het beste product, maar wel de beste mensen. Rekrutering speelt daar een grote rol in. Aanwervingen bespreken we hier met ons allemaal, er wordt veel over nagedacht. Wij geloven in
“
ELINE DAVIDTijdens een Creativity Class die ik aan Vlerick volgde werd ‘SWOP’ geboren: een soort Tinder voor jobzoekers”
Hire Slow, Fire Fast. Gelukkig hebben we nog niet veel mensen moeten ontslaan.”
Gelijkheid en respect
Dat betekent niet dat het op kantoor steeds zonder slag of stoot gaat, vertelt Eline. “Natuurlijk hebben we groeipijnen gekend. Als je als bedrijf sterk groeit, is het een grote uitdaging om alles operationeel gedraaid te krijgen. Dat vergt heel veel van je werknemers. Maar iedereen is altijd eerlijk naar elkaar, en we luisteren altijd naar bezorgdheden. Respect staat centraal. Binnen NowJobs is iedereen gelijk, we hebben allemaal dezelfde doelen en ambities.” Deze snelle groei, en het begeleiden van de overgang van start-up naar scale-up, omschrijft David als topsport in ondernemen. “Zes jaar geleden had ik dit niet geloofd. Elke week denk ik: ‘pfoe, wat zijn we hier allemaal aan het doen.’ Maar de drive blijft, dat voelen we allemaal. Het vertrouwen dat ik aan mijn collega’s geef, krijg ik altijd dubbel zo hard terug.”
Gezonde dosis naïviteit
Vertrouwen is key binnen NowJobs. ‘De meeste mensen deugen’ is niet voor niets een van Eline’s lievelingsboeken. “Ons team is uitgerust met een gezonde dosis naïviteit. Kijk, we zijn ons bewust van onze risico’s. We kennen onze tekortkomingen en werken hard om ze op te lossen. Maar met té veel focus op risicoanalyse zouden we niet staan waar we vandaag staan. Soms moet je je kritische pet afzetten. Als ik andere ondernemingen tips moet geven, zeg ik: maak een plan, volg je eigen visie en vertrouw in je team. In ons geval was het de beste beslissing om het development van ons digitaal platform inhouse te houden.
Dat betekent dat we zowel qua planning als uitvoering intern op één lijn zitten. Zo kunnen we snel inspelen op de noden van onze klant en het platform ofwel zelf aanpassen, ofwel door middel van partnerships versterken.. Zo zij we bijvoorbeeld geïntegreerd in het B2B-platform van KBC, om het proces voor onze professionele klanten nog gemakkelijker te maken. We volgen ons eigen plan en laten ons niet gek maken door grote investeringen in concurrenten. Zo groeien we stap voor stap.”

Uitdagingen
Totdat de coronacrisis roet in het eten gooide. “We hadden een vliegende start, waren in volle groei en ineens verloren we 85% van ons klantenbestand. Ik heb mijn computer afgesloten, heb eens goed gehuild en ben de auto gaan wassen (lacht). Nu kan ik erom lachen, maar dat was zwaar. We moesten veel van onze mensen op economische werkloosheid zetten. Het NowJobs development-team kon gelukkig verder werken, en met vijf van onze pioniers gingen we aankloppen bij nieuwe bedrijven. Vaccinatiecentra bijvoorbeeld, maar ook bedrijven in diepvriesgroenten bleken een grote nood te hebben. En we hebben het gehaald. We konden onze focus op 80% horeca verbreden naar andere sectoren. Zo hebben we de crisis omgezet in een kracht.”
Laagdrempelig werken
Eline hamert op flexibiliteit én vertrouwen in je eigen goede idee. “Wie had een paar jaar geleden kunnen denken dat we nu zo goed als helemaal digitaal zouden gaan. Ook in een traditionele sector als HR is dat mogelijk. In de horeca ervaarden ze de meeste pijn, ze waren dus meteen te vinden voor onze manier van werken. Ook de overheid zag dat snel in. Sinds 2018 is het mogelijk om in de food- en retailsectoren met flexi-jobbers te werken. Ik vind het bizar dat het nog niet in elke sector kan. We hebben nu zo’n krapte op de arbeidsmarkt. Werkgevers kunnen met weinig risico een flexi-jobber aan het werk zetten en ze zijn meteen uit de nood geholpen. Ook kan het ontzettend nuttig zijn bij een terugnaar-werktraject, bijvoorbeeld na lange periodes van afwezigheid door een burn-out. Het is heel laagdrempelig om op je eigen tempo te kunnen bepalen wanneer je wil werken. Ik hoop dat we op termijn evolueren naar een gig economy zoals in Amerika, waarbij mensen twee à drie jobs combineren, en meer werken op momenten dat ze meer tijd overhebben. Onlangs is bekendgemaakt dat de uren voor jobstudenten in 2023 uitgebreid zullen worden naar 600, maar waarom maken we dat niet onbeperkt? Nederland bepaalt nog volop zijn wetten en standpunt voor ZZP’ers (zelfstandigen) die nu vaak bijverdienen via dit statuut. Daar werkt NowJobs nu via interimstatuten. Tegen 2025 zou dat veranderen in Nederland, en dan staan wij klaar. We richten ons nu helemaal op onze uitbreidingen in Duitsland en Frankrijk.”
Practice what you preach
Terug naar België, en specifieker NowJobs. Want ook in eigen land werken er flexi-jobbers. “We practice what we preach”, zegt Eline. “Ook hier hebben we studenten die na hun studies vaak bij ons blijven. We hebben verder een geweldige pool van freelancers die we behandelen als eigen werknemers. Je moet de kracht van een goed talentennetwerk écht niet onderschatten. Dat is exact wat Voka ons biedt. Wij weten dat 30% van onze professionele klanten bij ons komt via doorverwijzing. Door ons netwerk uit te breiden, groeit ons bedrijf, én andersom. Zelf volgden we creatieve sessies bij ondernemers die we nog steeds om advies kunnen vragen. En wij geven zelf workshops over internationaal uitbreiden. Iets waar wij al veel over hebben geleerd. Ik durf wel te zeggen dat we in eerste instantie onze uitbreiding naar Nederland niet goed hebben aangepakt. Maar die learnings zijn zo waardevol gebleken. We geven die door in onze sessies bij Voka en passen ze waar mogelijk verder toe in onze eigen bedrijfsvoering. Als je wil groeien, moet je constant blijven veranderen.”
HR-TOPMANAGER OVER TALENT VINDEN IN TIJDEN VAN KRAPTE
Moeite met het vinden van de juiste mensen? In de IT-sector is dat probleem niet nieuw. Van een brandweerman heropleiden tot boemerangrecruiting: Anik Stalmans, HR-directeur van IT-bedrijf Cegeka kent de best practices om talent aan te trekken en te houden. “Je kan deze ook in de horeca of de zorgsector toepassen.”
KATRIJN SERNEELS FOTOGRAFIE CHAK LÓPEZSaai ziet een koffiepauze op het nieuwe Cegeka-hoofdkwartier op de Corda Campus in Hasselt er niet uit: aan een hippe houten bar kan je in stijl je cappuccino drinken. En na je werkdag haal je je foodbox met pompoenrisotto (en kip met appelmoes voor de kids) nog even op voor je naar huis vertrekt. Is het echt je dagje niet, dan kan je je eens goed uitleven aan de kickertafel. “Zelf speel ik niet vaak een tafelvoetbalmatch”, zegt Anik Stalmans. “Maar ik herinner me nog wel hoe mijn broer vroeger alle trucs bovenhaalde om te winnen: hij draaide steeds zijn voetballers supersnel rond hun as, ook al mag dag niet.”
Rode draad
Voetbal spelen is misschien haar ding niet, maar teams opbouwen waarin
“Van brandweerman naar IT-er: dat kan”

elke speler op de juiste plek zijn talenten kan uitspelen wel. “Dat is eigenlijk de rode draad door mijn carrière. Ertoe bijdragen dat een team optimaal draait is iets waar ik altijd het meest plezier aan heb beleefd, in welke functie ik ook zat. Ik ben gestart bij Cegeka als verkoper van boekhoudsoftware, maar heb ook onze servicedesk gemanaged. Als HR-directeur kan ik mijn talent ten volle uitspelen.”
Cegeka is al jaren Top Employer. Als er iemand is die weet hoe je in een krappe arbeidsmarkt de juiste mensen kan aantrekken en behouden, dan is het Stalmans wel.

Op de campus
In de IT-sector krijg je als starter meteen een bedrijfswagen: blijft dat een
must of heb je anno 2022 andere troeven nodig om millennials aan te trekken? “Vroeger was de auto een must voor iedereen”, zegt Stalmans, “maar nu kiest een kwart van de jonge afgestudeerden voor een mobiliteitsbudget in plaats van een wagen. Ons wagenpark is volledig elektrisch, dat past bij ons als maatschappelijke verantwoorde onderneming. Ook andere extralegale voordelen, zoals ecocheques en dergelijke, maken het loonpakket aantrekkelijk.”
Dat het nieuwe hoofdkantoor van Cegeka midden op de Hasseltse Corda Campus ligt tussen de studenten, moet ook helpen om studenten al vroeg warm te maken. “Ze kunnen hier de sfeer al opsnuiven tijdens hun studies, om aan een project te werken

bijvoorbeeld. Of tijdens de blok: dan bieden we ruimtes aan waar ze zonder afleiding kunnen studeren.”
Topwerkgever
Omdat er nooit genoeg studenten IT zijn om het groeiend aantal digitale vacatures op te vullen, vist Cegeka ook in andere vijvers. “Minstens even belangrijk is een fijne werksfeer met groeikansen”, legt Stalmans uit. “Wij slagen erin meer vacatures op te vullen dankzij het netwerk van onze medewerkers dan met pas afgestudeerden. 82% van wie bij ons werkt, beveelt Cegeka aan als werkgever. “20% van de openstaande jobs wordt ingevuld dankzij dit netwerk. Dat zijn ook heel goede matches, omdat wie hier werkt goed aanvoelt wie in zijn familie of vriendenkring bij ons zou passen. We

Anik Stalmans
OPLEIDING: Handelsingenieur FUNCTIE: HR-directeur
ACTIVITEIT: aanbieder van IT-oplossingen, -diensten

























































belonen die aanbevelingen actief met een referral fee voor de medewerkers die de juiste m/v/x bij ons binnenloodsen: ze krijgen een financiële bonus. Die is niet zo groot als een maandloon, maar zeker de moeite.”
Wat van Cegeka een topwerkgever maakt? “Da’s een samenspel van vele factoren, maar we merken dat zowel mannen als vrouwen de mogelijkheid tot flexibel werken erg appreciëren: van thuiswerk tot flexwerken met glijdende werkuren. ”

Boemerangstrategie
Ook boemerangrecruiting, het terug aantrekken van medewerkers die ooit vertrokken, is een strategie die Cegeka gebruikt. Er wordt wel kritisch gekeken naar de medewerkers die terug gecontacteerd worden. Die moeten echt passen bij de cultuur van het bedrijf en een toegevoegde waarde bieden qua skills. Stalmans: “Vaak hebben ze in een nieuwe job nieuwe skills opgedaan. En ze kennen ons bedrijf al vanbinnenuit, dus inwerken is nog nauwelijks nodig. Een vrijblijvend telefoontje van een oud-collega of leidinggevende met wie ze een goede band hadden om te polsen of er interesse is in een terugkeer, doet vaak wonderen. Ook als ze niet meteen weg willen, zullen ze in gedachten houden dat de deur steeds openstaat bij ons.”
Het talent in eigen huis houden eens je het hebt aangetrokken, is erg belangrijk. “Daarom is er telkens in het midden van het jaar een talent discussion met wie hier werkt. Wat zijn je rode momenten, de dingen die je energie kosten? Wat zijn je groene momenten, waar je energie van krijgt? Welke talenten wil je verder ontwikkelen? Uit zo’n gesprek kwam bij mij naar voren dat teams optimaal doen draaien een groen moment voor mij was.
4MANIEREN OM TALENT TE VINDEN IN TIJDEN VAN KRAPTE
1. BOEMERANGRECRUITING
Denk eens na over wie er in het verleden bij je gewerkt heeft: zijn er mensen die je graag opnieuw zou recruteren? Een telefoontje van een collega of baas waar die persoon goed mee overeen kwam, om te polsen of hij/zij zin heeft om terug te keren, kan wonderen doen. Vaak heb je het voordeel dat ze op een andere werkplek ook extra skills hebben opgedaan. Bovendien hebben ze erg weinig tijd nodig om ingewerkt te raken: leve het boemerangeffect!
2.
REFERRAL FEE
Je medewerkers hebben een netwerk van vrienden en ex-studiegenoten waarvan je ook gebruik kan maken. Stimuleer hen door hen een referral fee te geven, een financiële bonus dus, als ze iemand aanbrengen die perfect is voor de job die je wil invullen. Omdat ze al iemand kennen die bij jullie werkt, helpt dat ook om snel ingewerkt te raken.
3. EIGEN OPLEIDING
Als er te weinig mensen met de juiste opleiding zijn op de arbeidsmarkt, organiseer dan je eigen opleidingstraject. Staar je niet blind op de diploma’s die kandidaten voor de opleiding al dan niet hebben, maar kijk of er interesses, aanleg en hobby’s zijn die aansluiten bij het profiel dat je wil invullen. Een brandweerman met digitale interesses kan zo in enkele maanden tijd heropgeleid worden tot een IT-er.
4. TALENT DISCUSSION
Bouw naast het jaarlijkse evaluatiemoment ook een jaarlijks moment in voor talent discussion met je medewerkers, in het midden van het jaar bijvoorbeeld. Zo’n gesprek gaat niet over hoe iemand zijn/haar job doet, maar over waar die energie van krijgt en wat die frustrerend vindt, welke talenten die graag verder wil ontwikkelen. Zo weet je als baas niet als laatste dat iemand zijn job beu is of van functie wil veranderen. Door deze gesprekken hou je de vinger aan de pols en kan je vacatures intern makkelijker opvullen.
“Als HR-directeur kan ik mijn talent ten volle uitspelen”
ANIK STALMANS
Partners in ambitie






























Starter of groeier, éénmanszaak of multinational, je wil vooruit. Soms heb je daarvoor een partner nodig.
Als Vlaamse investeringsmaatschappij zijn wij die partner voor jouw financiering. Ben je een ondernemer met een goed idee, een sterk dossier en veel goesting? Maar vind je niet de financiering om je plannen te realiseren?


Overtuig ons en verdien de waarborg, lening of kapitaalparticipatie van jouw partner in ambitie. Graag een eerste gesprek? Contacteer ons.
www.pmv.eu





























POWER OF BEING UNDERSTOOD AUDIT




En werd duidelijk dat HR wel eens mijn ding zou kunnen zijn.”
De job van je leven ‘Op een dag vind je de job van je leven’ is een slogan die niet meer klopt in tijden waarin een job niet meer voor het leven is. “Eens je ergens start, merk je al doende wat je het meest boeit, in welke positie je het best functioneert”, legt Stalmans uit. “Je ontdekt gaandeweg je persoonlijke missie. Het is de mijne om ervoor te zorgen dat iedereen in zijn of haar team op de juiste plek zit en dat we samen resultaten kunnen neerzetten die ertoe doen.”
Carrières moeten niet lineair zijn om succesvol te zijn. Zelf hou ik van verandering, als ik na enkele jaren het gevoel had dat ik het klappen van de zweep wel kende in een bepaalde functie, wou ik graag iets anders doen. Door intern veel groeipaden open te houden, blijven mensen langer in een bedrijf.”
Brandweerman
Out of the box denken is in tijden van krapte op de arbeidsmarkt ook belangrijk. Stalmans: “Met freelancers kan je soms sneller schakelen dan met mensen in loondienst, zij zijn een flexibele schil. Door je eigen opleidingen te organiseren om de juiste profielen te vormen, kan je talent uit onverwachte


hoek aanboren. Zo hebben we al een brandweerman en archeoloog opgeleid tot IT-er in drie maanden. Dat moet je niet lukraak doen. Het ging om mensen die in hun vrije tijd al de nodige interesse en passie hadden voor IT, ze beschikten al over voldoende basis en voorkennis. Ook economisch geschooldee profielen zijn vaak interessant om door te groeien naar bepaalde digitale functies.”
“In 2022 waren er 133.857 mensen actief in de IT, tegen 2030 gaan we er 139.248 nodig hebben in België. We voorzien een grote vraag naar specialisten in cybersecurity, data en artificiële intelligentie. Dat zijn de skills van de toekomst in de IT-sector.”
ANIK STALMANSMensen willen graag groeien in hun werk. “Het traditionele carrièretraject waar je van medewerker naar projectverantwoordelijke en leidinggevende gaat, is voor mij maar één mogelijke groeipiste. Ik onderscheid vier groeipaden binnen ons bedrijf. Het eerste is verdiepen, je specialiseren in één domein, cybersecurity bijvoorbeeld. Daarnaast heb je nog verbreden, veranderen en verbeteren.
“Door intern veel groeipaden open te houden, blijven mensen langer in een bedrijf”
VOKA VOORZITTERSWISSEL IN TEKEN VAN VERBINDING



“Samen groeien, mét impact”

‘Verbinding’, zowel in de maatschappij als binnen Voka, vormde de rode draad tijdens het voorzitterschap van Wouter De Geest de afgelopen vier jaar. Diezelfde ‘verbinding’ was ook voelbaar tijdens de Voka Voorzitterswissel in november in Maison de la Poste. De uittredend voorzitter werd er uitgezwaaid met veel dank voor zijn inzet en verdiensten. De meer dan driehonderd genodigden konden ook kennismaken met de kersverse Voka-voorzitter Rudy Provoost. Het werd een warme avond vol mooie en verrassende momenten.

Herbekijk de aftermovie en lees het volledige verslag.

Wouter De Geest zelf had ook een afscheidswoord klaar. “Waar Voka zorgt voor de juiste verbindingen, zorgen onze ondernemingen voor vooruitgang.” Nadien riep hij het Voka-team op het podium om hen te bedanken.

Als dank voor al zijn inspanningen tijdens zijn voorzitterschap, mocht Wouter De Geest uit de handen van gedelegeerd bestuurder Voka Hans Maertens ook een geschenk ontvangen. De zeefdruk ‘The Conversation’ van Luc Tuymans. Hans Maertens: “Want conversatie, de hand uitreiken naar anderen, is altijd een van je sterktes geweest.”



Daarna was het tijd om de voorzittersfakkel officieel over te dragen aan de kersverse voorzitter Rudy Provoost. Hij kan stoelen op een rijke ervaring als topman, bestuurder en voorzitter bij verschillende ondernemingen in binnen- en buitenland.

Myriam Heeremans
Directeur ondernemerschap en levenslang leren, Voka Mechelen-Kempen
Studeerde Pedagogische wetenschappen aan KULeuven
Geaggregeerde voor secundair en hoger onderwijs
Lid bestuursorgaan en algemene vergadering vzw KITOS, Katholieke scholengroep regio Mechelen
Prof. dr. Wouter Duyck
Hoogleraar psychologie UGent

Vice-voorzitter NVAO (Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie) in Den Haag

Manager Hito HR Services & Assessments
Liep school in Klein Seminarie Roeselare
Julie Beysens
Werkte
Senior adviseur onderwijs Voka Studeerde Communicatie en Politieke wetenschappen eerder onder meer als adviseur onderwijs op de kabinetten van ministers Annemie Turtelboom, Bart Tommelein en Sven Gatz en van viceministerpresident Bart Somers Freelance lid van de raad van bestuur van GO! scholengroep, Het LeercollectiefTALENTCENTERS: HET BELANG VAN EEN JUISTE STUDIEKEUZE
De cijfers liegen er niet om: elk jaar verandert 4% van de leerlingen in het middelbaar van studierichting na een foute studiekeuze. Daar zijn allerlei redenen voor, maar de gevolgen zijn nefast en ze zijn voelbaar tot op de arbeidsmarkt. Met het Talentcenter heeft Voka in samenwerking met UGent een initiatief genomen dat het probleem moet aanpakken. Binnenkort gaat in Technopolis Mechelen een pilootproject van start.
Enkele
Investeren in de arbeidsmarkt van de toekomst
Technopolis bruist. Tientallen uitbundige schoolkinderen rennen door het ‘doe-centrum’ voor wetenschap en technologie in Mechelen, verwonderd door wat ze daar zien. Een toestel waarmee je een tornado simuleert. Een apparaat dat de golvende krachten weergeeft die inwerken op hangbruggen. Magnetische deeltjes die je kan doen dansen. Zoveel om te ontdekken en uit te proberen. Voka kon geen betere locatie vinden als eerste Talentcenter. Of liever: als pilootproject voor het ambitieuze concept. “Het Talentcenter is een initiatief van Voka dat jongeren wil ondersteunen en begeleiden bij hun zoektocht naar de juiste studierichting”, vertelt Julie Beysens, senior adviseur onderwijs bij Voka. “We zijn ervan overtuigd dat we op die manier twee kwesties kunnen helpen aanpakken die maatschappelijk heel belangrijk zijn. Om te beginnen is er het probleem van de acute krapte op de arbeidsmarkt, dat vandaag groter is dan ooit. Bij de VDAB tellen ze nu al 207 knelpuntberoepen, vaak technische profielen. Met het Talentcenter willen we het onderwijs beter afstemmen op die noden van de arbeidsmarkt.”
De tweede kwestie is daar nauw mee verbonden en heeft alles te maken met ons onderwijs: het beruchte watervalsysteem. Leerlingen beginnen in een richting die niet bij hen past en moeten de volgende jaren schakelen voor ze iets vinden dat hen wel ligt. In het beste geval, want vaak leidt het vooral tot demotivatie en schoolmoeheid. Met name TSO en

BSO zijn daar het slachtoffer van, ook al omdat ouders het foute vooroordeel hebben dat die technische richtingen minderwaardig zijn. “Nochtans weten we dat ze ook uitstekende perspectieven bieden naar de arbeidsmarkt en ook naar hoger onderwijs”, zegt prof. dr. Wouter Duyck, hoogleraar psychologie aan UGent en vice-voorzitter van NVAO, de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie die toeziet op de kwaliteit van universiteiten en hogescholen. “Het is absurd dat elk jaar 18.000 kinderen vaststellen dat ze een foute keuze gemaakt hebben en niet op hun plaats zitten. Dat zijn elk jaar 18.000 drama’s. En we doen te weinig om hen te helpen. In het beste geval wat foldertjes of infodagen, maar geen wetenschappelijke instrumenten op maat van de leerlingen, afgestemd op wat ze zelf kunnen of graag doen.”
Menukaart
Dat is precies waar het Talentcenter een mouw aan wil passen. Het idee, afkomstig uit Graz in Oostenrijk, is in wezen eenvoudig: leerlingen van de eerste graad secundair voeren allerlei testen en proeven uit, die een beeld geven van hun competenties en interesses. Op basis van dat zogenaamde Talentenrapport kunnen de jongeren samen met hun ouders beter geïnformeerd kiezen. Beysens: “In het rapport geven we meteen ook alle mogelijke studierichtingen mee die aansluiten op de resultaten. Dat net gooien we zo breed mogelijk, dus niet alleen ASO maar ook TSO, BSO en KSO. We kijken vanuit de talenten en interesses van de leerling, en we bieden de ouders en de omgeving een bredere blik dan wat ze al kennen zodat ze de beste keuze kunnen maken. Wat houden die andere richtingen precies in? Wat zijn de mogelijkheden achteraf? Kunnen ze daarmee doorstromen naar de arbeidsmarkt of naar hoger onderwijs? Zo hopen we te vermijden dat ze puur uit automatisme ASO kiezen ‘om zo hoog mogelijk te beginnen’. Het positieve advies toont wat het best past, en dat kan evengoed TSO, BSO of KSO zijn.”
Daar is ook grote nood aan, bevestigt Duyck: “Het onderwijslandschap is de laatste decennia heel sterk veranderd, met verschillende hervormingen. Het is soms hallucinant hoe ouders nauwelijks op de hoogte zijn van het bestaande aanbod in hun regio. Zelfs leraren basisonderwijs hebben er vaak geen beeld van. In dat perspectief moet je het Talentcenter zien. We willen de menukaart van het onderwijs aanschouwelijk maken, zonder daarom te raken aan de keuzevrijheid van de ouders en de leerlingen. Het is geen selectietest die zegt wat leerlingen precies moeten gaan studeren of welk beroep ze moeten kiezen.”

VR-game
De reden waarom Voka UGent mee aan boord haalde als partner is dat het project absoluut wetenschappelijk onderbouwd moest zijn. Een jaar of 10 geleden hadden prof. dr. Duyck en zijn team al iets gelijkaardigs ontwikkeld voor het hoger onderwijs – het studiekeuzeinstrument SIMON, dat later mee leidde tot de Columbusproef van de Vlaamse regering. Het lag dan ook voor de hand om hetzelfde te doen voor het leerplichtonderwijs. Duyck: “We hebben een module ontwikkeld waarin we leerlingen ondersteunen om zelf hun studiekeuze te exploreren. We bepalen op basis van wetenschappelijke literatuur hun interesseprofiel en tonen tegelijk welke studierichtingen in de eerste en tweede graad daarbij aansluiten. Zo hopen we dat sommige leerlingen op 12 of 14 jaar al zullen ontdekken dat bijvoorbeeld een TSO-richting als Industriële wetenschappen veel beter bij hun interesses en competenties past en dat ze niet per se een ASO-richting hoeven te doen.”
Doctoranda Merel Dutry en prof. Nicolas Dirix hebben in het team van Duyck een heel diverse batterij testen uitgewerkt. Ze bestaat uit acht onderdelen waarmee de leerlingen anderhalf tot twee uur zoet mee zullen zijn. Voor kinderen van die leeftijd is dat ook het hoogst haalbare. Het gaat enerzijds om de gekende cognitieve testen, die de vaardigheden op het vlak van lezen en rekenen nagaan. Maar er zitten ook verrassende proeven in. Eén daarvan
De troeven van Technopolis
Toen Voka op zoek ging naar een geschikte locatie om een eerste Talentcenter uit te testen, kwamen ze al snel uit bij Technopolis in Mechelen. Meer nog, het speelse ontdekkingscentrum rond wetenschap en technologie was onmiddellijk gewonnen voor het idee. “Ze waren snel heel enthousiast om mee in het project te stappen en promoten het nu ook mee”, vertelt Myriam Heeremans, directeur ondernemerschap en levenslang leren bij Voka Mechelen-Kempen. “Het grote voordeel is dat de kinderen hier niet alleen hun testen kunnen doen. Tussendoor kunnen ze ook een uurtje rondlopen en dingen in de praktijk zien en beleven. Op die manier halen we de testing ook uit de klasomgeving. Technopolis stelt twee lokalen ter beschikking in De Makerij en de STEK-toren. Een deel van de testen zal op laptops gebeuren, een deel zullen praktische proeven zijn waarbij kinderen hun motorische vaardigheden en hand-oogcoördinatie testen. Hier in Technopolis wordt het meer dan enkel een test. Het zal ook een beleving zijn.”

is zelfs een unicum in Europa. Duyck: “We gebruiken een VR-game waarbij de leerlingen een kraan besturen om lading in een container te zetten en te schikken. Dat gaat dus over technisch inzicht. We stelden vast dat we in de hele wetenschappelijke literatuur geen enkele test vonden met als uitgangspunt dat TSO-leerlingen er beter op zullen scoren dan andere. Met die game brengen we ook weer dat positieve verhaal over techniek.” De resultaten van al die testen worden vervolgens via een algoritme verwerkt tot een advies en een overzicht van de opties.
Beleving
Voka hoopt het pilootproject in Technopolis eind maart op te starten. Alles hangt af van hoe snel de software klaar is waarmee de leerlingen de testen kunnen invullen en uitvoeren. Het pilootproject zal minstens een jaar draaien. De ambitie is om vervolgens Talentcenters uit te rollen over heel Vlaanderen. Beysens: “Daarvoor zoeken we externe middelen en we hebben goede hoop dat we die zullen vinden. We zijn hiervoor in gesprek met verschillende overheidsinstanties. We voelen dat er interesse is, maar op dit moment is er nog geen gemengde financiering. We merken ook veel enthousiasme als we in gesprek gaan met scholen. Voor dit pilootproject hebben we zo’n veertig scholen in de regio Mechelen-Kempen gecontacteerd, en de helft wou meteen deelnemen. Dat is een heel bemoedigend signaal.”
Intussen denken de verschillende Voka – Kamers van Koophandel al na over mogelijke locaties die ideaal zouden zijn als Talentcenter. De bedoeling is dat die plaatsen net zoals
Technopolis ook een belevingsaspect hebben. Beysens geeft het bezoekerscentrum in de haven van Antwerpen als mogelijke piste: “We zoeken altijd de link naar enerzijds de arbeidsmarkt en anderzijds wetenschap en technologie, dingen ontdekken en beleven.” Daar liggen ook nog bijkomende mogelijkheden, voegt Duyck eraan toe: “De Talentcenters kunnen een hub zijn waar bedrijven zich zichtbaar maken aan kinderen van 12 jaar. Die hebben vaak geen idee van wat een haven of een bedrijf als Volvo Gent inhoudt. De Talentcenters kunnen plaatsen worden waar economie en onderwijs elkaar ontmoeten.”

Langetermijnvisie
Kinderen sneller hun plaats laten ontdekken op school moet het Vlaamse onderwijs weer opkrikken. De laatste jaren zijn we namelijk snel aan het wegglijden op de internationale ranglijsten. Dat heeft gevolgen op alle vlakken, stelt Duyck: “De cognitieve basisvaardigheden, goed kunnen lezen en schrijven, zijn cruciaal, zowel voor persoonlijke als economische ontwikkeling. Ze leiden tot meer welzijn en geluk, verkleinen de kans op depressie, maken je economisch onafhankelijk. Onderwijseconomisch onderzoek wijst bovendien uit dat er een rechtstreeks verband bestaat met het bnp van een land. Ik vind het dan ook bijzonder dat Voka de langetermijnvisie heeft om te investeren in een project als de Talentcenters. Als zoveel kinderen een verkeerde studiekeuze maken, zorgt dat voor een enorme onderbenutting van het potentieel dat later op de arbeidsmarkt komt. En dat drukt op de productiviteit van onze bedrijven.”
13 februari
Voorstelling Paper ‘Preventie met impact’

Voka Health Community stelt de nieuwste HC paper ‘Preventie met impact’ voor op maandag 13 februari om 18u bij Voka te Brussel. Het preventiebeleid is dringend aan verbetering toe. De indicatoren van healthybelgium.be tonen dat we op slechts 2 van de 11 preventiedoelstellingen voldoende halen: de vaccinatie van kinderen tegen mazelen en pneumokokken. De belangrijke groep chronische aandoeningen blijft afwezig in het overzicht. Voor hart & vaatziekten, COPD en diabetes – verantwoordelijk voor vele hospitalisaties, complicaties en bijhorende kosten – ontbreken cijfers over de resultaten van preventieve acties. Tijdens de kennissessie van Voka Health Community stellen we de best practices en nieuwe beleidsaanbevelingen voor, gebundeld in onze nieuwste paper ‘Preventie met impact’.
namiddag rond het belang,
VOKA TECH@VENTURE TEL AVIV Schaal internationaal naar Tel Aviv. Opstartsessie is op 28 februari. In mei trekken we op missie naar Tel Aviv. Online en Tel Aviv
TIME OUT EVENT Laat je inspireren door innovaties uit de topsport of neem deel aan de Company Cup. Lier
www.voka.be/
www.voka.be/


“De toekomst van …”

Vlaanderen topregio in 2030? De wereld en Vlaanderen zullen er tegen dan vast helemaal anders uitzien. Werk, mobiliteit en zorg: het zijn maar drie van de domeinen die (nu al) in een stroomversnelling van veranderingen terechtkomen. En de pandemie deed daar nog een schepje bovenop. Producer en storyteller Els Aerts spreekt in deze podcastreeks met enkele toekomstdenkers, experten en ervaringsdeskundigen en gaat op zoek naar de trends van de toekomst.
Scan bovenstaande QR-code en beluister alle afleveringen.
… content die blijft kleven … boodschappen die overtuigen … een no-nonsenseaanpak … slimme digitale plannen
… creatieve uitwerkingen

Welk communicatiebureau zorgt voor ... doelen die bereikt worden









Eén zoekresultaat gevonden: HeadOffice. Communicatie, groot of klein, moet blijven kleven, met boodschappen die informeren, overtuigen en aansporen tot actie.
Daarom denken we bij HeadOffice graag strategisch, digitaal en creatief mee over de doelen die u voor ogen hebt. Met onze no-nonsenseaanpak bepalen we samen de juiste weg ernaartoe. Ons einddoel: uw merk doen scoren!
NIEUWSGIERIG NAAR ONS WERK? www.headoffice.be
DE TOEKOMST WAAIT HET KRACHTIGST IN LIMBURG.


De vriendelijkste plek om te werken, ondernemen, innoveren en excelleren. www.pomlimburg.be www.limburg.be


