
13 minute read
HAVEN DP World
Ambitie uit 2019
‘Alfaport Voka heeft actief deelgenomen aan het overleg voor het zogenaamd complex project Extra Containercapaciteit Antwerpen (ECA) en schuift het ‘negende alternatief’ naar voren als de best mogelijke consensus tussen de verschillende stakeholders. Dat alternatief combineert inbreiding met uitbreiding en biedt perspectief aan de bestaande klanten van de Antwerpse haven om hier verder te groeien.’
Dirk Van den Bosch, DP World:
‘Weinig marge nog bij bouw van nieuw dok’
Extra containercapaciteit voor de Antwerpse haven, met aandacht voor leefbaarheid rondom: daarover sloten dertien partijen afgelopen voorjaar het verbond Ommeland. Naast extra terminals moet vooral het Tweede Getijdendok vanaf 2030 de belangrijkste economische motor voor onze Belgische welvaart nieuwe brandstof geven, onder andere tot tevredenheid van DP World Antwerp.
door Jan Van de Poel fotografie Wim Kempenaers
Volgens de Nationale Bank van België is de haven van Antwerpen goed voor 4,1 % van het bruto binnenlands product van België. ‘Ze is dus een sterke economische motor, die ook veel lading verwerkt voor de ons omringende landen. En binnen deze haven groeit de containerbehandeling het sterkst. Daarom is het des te belangrijker dat er wordt gefocust op het creëren van bijkomende infrastructuur en capaciteit voor dit segment.’ Voor CEO Dirk Van den Bosch van DP World Antwerp kwam de doorbraak in het ECA-verhaal eind maart dus geen dag te vroeg.
Al tijdens de uitwerking van Routeplan 2025 stond extra containercapaciteital hoog op de agenda. Hoe is de situatie op het terrein vandaag?
Dirk Van den Bosch: ‘De aanloop naar de uiteindelijke beslissing heeft heel wat tijd in beslag genomen. Door een enorme verstoring van de leveringsketen die de pandemie in gang heeft gezet, heeft het tekort aan containercapaciteit zich sterk gemanifesteerd. De geopolitieke situatie zet die situatie wereldwijd nog extra onder druk. Zo komt 30 % van de schepen niet meer op tijd binnen. We praten dan over vertragingen van minstens 24 uur, al loopt dat vaak op tot zelfs meerdere dagen. Dat is een wereldwijd fenomeen. Maar omdat Antwerpen als sterke exporthaven vaak ook de laatste Europese halte is voor inkomende zeeschepen, moeten we daarbovenop hun geleden vertragingen in andere Europese havens slikken. Hierdoor moeten we in Antwerpen omgaan met nog grotere pieken en zitten we nu echt op ons tandvlees, met heel hoge bezettingsgraden. Die situatie moeten we met een brede blik zien te managen. In eerste instantie is infrastructuur de prioriteit. Daarnaast moeten we ons wel afvragen hoe we als havengemeenschap voldoende mensen kunnen blijven aantrekken, zeker wanneer we op termijn weer kunnen opschalen. Automatiseren kan dat maar deels opvangen en om dat op te volgen, heb je trouwens ook mensen nodig.’
Hoe heeft DP World het nijpende plaatsgebrek de voorbije jaren opgevangen?
DVdB: ‘Liever dan de situatie lijdzaam ondergaan, zijn we nagegaan hoe we er het best mee konden omgaan. Twee jaar geleden hebben we een plan ontvouwd om onze capaciteit te kunnen verhogen binnen de bestaande infrastructuur. Deze maand nemen we de eerste automatic stacking cranes (volautomatische kranen voor het stapelen van containers in gebruik, red). Die ASC’s maken het mogelijk om containers tot zes hoog en veel dichter op elkaar te stapelen. In 2023 volgen nog drie gelijkaardige modules en tot 2026 blijven we daarin investeren, in totaal liefst 200 miljoen euro. Dit levert ons

wel een extra containercapaciteit van een miljoen TEU op. Daarnaast hebben we op de terminal enkele pragmatische maatregelen getroffen om de dagelijkse operaties draaiende te kunnen houden. Zo mogen containers bestemd voor uitvoer niet eerder dan zeven dagen voor vertrek toekomen. Ingevoerde containers die langer dan 30 dagen blijven staan, verzamelen we op één punt. En lege containers positioneren we in functie van onze operaties. Dat creëert aan de waterkant ruimte voor de behandeling van containers met een snellere doorlooptijd.’
Het Verbond Ommeland biedt uitzicht op een nieuw dok tegen 2030. Hoe kijkt u hiernaar?
DVdB: ‘We zijn erg tevreden met dit verbond. Het is belangrijk dat Port of AntwerpBruges de plannen nu kan uitwerken. Met allerlei inspanningen kunnen we de nood voorlopig lenigen. Maar als de Antwerpse haven zich wil handhaven, is die extra containercapaciteit absoluut nodig. De huidige situatie toont tegelijk aan dat we ons niet veel meer kunnen veroorloven in het plannings- en bouwproces. Ik hoop ten stelligste dat de ruimte voor bewoning die het gesloten compromis laat, na verloop van tijd niet uitmondt in een conflict tussen bewoners en terminaloperatoren omwille van terminalactiviteiten. Dat zou pijnlijk zijn voor onze economie. Als terminaloperator zetten we continu fors in op duurzame operaties. Onze eventuele impact op de omgeving dringen we het sterkst terug waar ook maar mogelijk.’
In zijn ‘Container Plan 22-30’ schermt Port of Antwerp-Bruges met verdere investeringen in strategische infrastructuur. Hoe kijkt u hiernaar, ook met oog op de logistieke afwikkeling van containeroperaties via multimodale weg?
DVdB: ‘In de huidige omstandigheden volstaat het niet meer dat ieder efficiënt werkt in zijn eigen hokje. De situatie dwingt elk van ons ertoe om meer samen te werken. Want alleen kan niemand dit oplossen. In de zoektocht naar marginal gains is het Containerplan een goede zaak, zolang Zeebrugge in dat verhaal wordt meegenomen. Daarbij zal het multimodale aspect een belangrijke rol spelen. Daarvoor is wel een performante multimodale set-up nodig. Op dat vlak blijft het spoor achter op de binnenvaart en het transport over de weg. Bovendien zijn we afhankelijk van investeringen, waarvan Infrabel en de overheid zich intussen wel bewust zijn van de noodzaak ervan. Alleen is het uitkijken naar genoeg fondsen om de intenties te vertalen naar concrete acties. De vele uitdagingen voor de overheid helpen ook niet bij het vrijmaken van fondsen hiervoor. In Frankrijk en Duitsland stellen zich trouwens dezelfde problemen. Europa zit nu eenmaal met verouderde spoorinfrastructuur, waarop het personenverkeer dan ook nog eens voorrang krijgt. Dat baart ons zorgen. Op de vraag hoe we meer capaciteit kunnen vinden, is er geen eenvoudig antwoord te vinden. De hamvraag is hoe we de logistieke processen verder kunnen optimaliseren om meer lading binnen de bestaande infrastructuur te bergen, om de komende zeven jaar te overbruggen. De volumes gaan nog toenemen, dus is het belangrijk dat Antwerpen zijn positie in deze periode minstens kan behouden. We moeten te allen tijde vermijden dat klanten andere stromen uitstippelen, omdat het hier stokt. Dan riskeer je die flow voorgoed kwijt te zijn. Samen met het havenbedrijf willen we daarover mee nadenken. Maar een pasklaar antwoord ligt niet voor het grijpen. Elke schakel in de logistieke keten zal zich moeten engageren. Ook de eindklant moet mee in het bad.’
Van de logistieke ketting is digitalisering een belangrijke component. Welke digitale schakels moeten nog worden versterkt?
DVdB: ‘Als Antwerpse havengemeenschap hebben we op dit punt tot nu toe slecht gescoord. NxtPort is nog niet kunnen uitgroeien tot het verhoopte digitaal platform. Tenzij we als logistieke community vinden dat een wereldhaven zoals Antwerpen dit niet nodig heeft, moeten we dit gemeenschappelijk aanpakken. In onze bereidheid tot het delen van data, moeten we volwassener worden. Onze twijfel hierbij moeten we achter ons laten. Ten slotte laat zo’n platform toe om accurater en sneller met elkaar te communiceren. Ook dit zal dus toelaten om meer lading door de bestaande infrastructuur te loodsen. Want vandaag staat een container nog te veel stil, omdat op informatie over het verdere traject moet worden gewacht. Terwijl we met alle datacomponenten in handen al zouden kunnen weten op welke manier en in welke richting een container de terminal moet verlaten, van zodra die het schip verlaat. De tijd is alleszins rijp om op dit vlak grote stappen vooruit te zetten. Alleen begrijp ik ook wel dat de industrie momenteel andere zorgen heeft dan hierover in gesprek te gaan met haar logistieke partners.’
Port of Antwerp-Bruges is intussen Europa’s grootste exporthaven. Hoe kan DP World vanuit dit nieuwe verhaal zijn marktpositie versterken?
DVdB: ‘Aangezien de havens van Antwerpen en Zeebrugge elkaar goed aanvullen, was hun samengaan een logisch gevolg. Voor de behandeling van containers kan Zeebrugge vandaag al ondersteuning bieden aan Antwerpen. Als services dan moeten verschuiven, is het een goede zaak dat die dan naar Zeebrugge gaan. Nu al aangeven welke opportuniteiten de havenfusie voor DP World inhoudt, is nog niet mogelijk. Maar de al bestaande operaties van dochterbedrijven P&O Ferries en Unifeeder in Zeebrugge bieden mogelijkheden. Op langere termijn bekeken kunnen de twee platformen het nieuwe havenbedrijf helpen om meer lading aan te trekken. Als Port of Antwerp-Bruges als groter havencomplex een groter marktaandeel kan innemen, dan kunnen wij daar automatisch een graantje van mee pikken.’
De fusiehaven ziet voor zich een toekomst als energiepoort van Europa en voorloper in de energietransitie. Hoe rijmt dit met de visie van DP World?
DVdB: ‘De toekomst van onze industrie zal groen zijn of niet zijn. Naar die slagzin hebben we de jongste jaren zelf al sterk gehandeld, zonder te wachten op instructies van autoriteiten. Onze CO2-uitstoot hebben we zo sinds 2013 al gereduceerd met 50,7 %, onder andere door in te zetten op elektrificatie. Onze ASC’s lopen op elektriciteit en intussen zijn ook al twee op de drie containerliften hybride aangedreven. Hierdoor verbruiken ze tot 27 % minder diesel. Met een eigen biogasinstallatie en windturbines wekken we op de terminal ook zelf groene stroom op. Die is goed voor 60 % van ons verbruik. Wereldwijd stelt DP World zich tot doel om tegen 2040 klimaatneutraal te zijn. Dat sluit mooi aan op de ambitie van het havenbedrijf. In dit licht zijn we benieuwd naar de stappen die de Vlaamse overheid rond de invoering van walstroom wil zetten. Dat vergt niet alleen een hele investering, maar ook een goed functionerend operationeel systeem. Andere landen zijn daarmee al aan de slag gegaan. Voor de marktpositie van de Antwerpse haven is het belangrijk dat dit hier ook gebeurt.’
Bernard Moyson - voorzitter Alfaport & Stephan Vanfraechem - directeur Alfaport Teamleaders Routeplan ‘Haven’
Wat is de belangrijkst Routeplan-realisatie van de voorbij jaren: de fusie AntwerpenZeebrugge of het ECA-project?
Bernard Moyson:‘Jammer genoeg is eerste spadesteek voor ECA nog niet gebeurd maar hebben we ter zake wel stappen in de goede richting gezet zoals het akkoord met linkeroever (Verbond Ommeland – maart 2022). De huidige drukte in de Antwerpse haven toont meer dan ooit het belang van die extra capaciteit aan. De eerste spadesteek die nu gepland wordt in 2024 zal dan ook geen dag te vroeg zijn, eerder een dag te laat.’
Is de realiteit waarin onze haven opereert nog dezelfde als bij de lancering van Routeplan in 2019? (voor coronacrisis en voor Oekraïne)
Stephan Vanfraechem: ‘Brexit, corona en de oorlog in Oekraïne hebben de druk op logistieke ketens enorm vergroot. Meer dan ooit is het ook voor de man en vrouw in de straat duidelijk hoe belangrijk havens zijn voor de bevoorrading van onze economie en hoe onze dagelijkse gewoontes of behoeftes afhankelijk zijn van het goed functioneren van die havens. Gezien de verdere concentratie van goederen en de schaalvergroting mag verwacht worden dat de huidige druk op het havensysteem niet zal afnemen, mogelijk nog zal toenemen. Door betere afspraken te maken met het hinterland moeten we de bestaande capaciteit in de haven beter gaan gebruiken. De nood aan snellere digitalisering en een strakkere planning is dus geen tijdelijk fenomeen maar is het nieuwe normaal.’
BVBA BLONDEAU & ZONEN - Lint
De firma Blondeau, opgericht in 1955, heeft sinds het prille begin de industrie steeds bevoorraad met de modernste industriële verwarmingsapparatuur: eerst op stookolie, nadien op gas en in de toekomst met waterstof. Naast verwarming van industriële ruimtes d.m.v. straling of convectie werd, met de toevoeging van de branders van het Amerikaanse bedrijf Eclipse, de focus de laatste decennia voornamelijk gelegd op industriële gasbranders, sturing- en beveiligingsapparatuur voor alle procestoepassingen (droogprocessen, oppervlaktebehandeling, naverbranding, etc.) en dit in alle takken van de industrie (voeding, bouwmaterialen, keramiek, chemie & petrochemie, textiel, metaalverwerking, automotive, verbrandingsovens, crematoria, papier, etc.) Na de overname van Eclipse door de Duitse groep Elster (2015) en vervolgens door het Amerikaanse Honeywell (2016), werd Blondeau verkozen tot officiële partner van de divisie Honeywell Thermal Solutions (HTS) voor België. HTS bevat de gasbranders van de merken Eclipse, Maxon, Kromschröder en Hauck voor alle hoge- en lage temperatuur procestoepassingen op gas, met een perfecte verhouding tussen rationeel energiegebruik, maximaal rendement en minimale milieubelasting.

De hele range beveiliging-, meet- en controleapparatuur voor industriële gasinstallaties van Elster en Honeywell, stelt Blondeau in staat om volledige installaties uit te bouwen, op maat van de klant. Deze range omvat o.a.: * Handbediende afsluitkranen met of zonder thermische beveiliging. * Gasfilters * Gasdrukregelaars, overdrukbeveiliging, afblaasveiligheid, gelijk- & verhoudingsregelaars * Gas magneetventielen, elektro hydraulische veiligheidskleppen * Gas- en luchtdruk schakelaars. * Servomotoren en regelkleppen * Branderautomaten, vlamrelais en dichtheidscontroles * Ontstekings- en ionisatie elektroden, ontstekingstransformatoren, UV sensoren * Debietmeters * Accessoires als manometers, flexibels, terugslagkleppen,…

Met de meest uitgebreide selectie industriële branders op de markt, kan Honeywell unieke oplossingen bieden voor elke thermische toepassing. Bouwmaterialen Net als andere industriële sectoren stellen bouwtoepassingen hoge eisen aan kwaliteit en doorvoer. Of het nu gaat om isolatie, bakovens voor bakstenen of zand- en gipsdrogers, Honeywell heeft de juiste thermische oplossing om aan cruciale productie-eisen te voldoen.


ThermJet OVENPAK® 400 MegaStar BrightFire 200 CROSSFIRE® ECOMAX®

Chemie In de chemische industrie is het essentieel om de doorvoer en beschikbaarheid te verbeteren, het energieverbruik te verminderen, de grondstofkosten te verlagen en fabrieksincidenten te voorkomen. Honeywell helpt deze industrie door flexibele, krachtige en veilige automatiseringsoplossingen in te zetten voor effectievere chemische bedrijven. Maakindustrie Productie van goederen is nog nooit zo veeleisend geweest. Het vereist een veilige, beveiligde en productieve werkomgeving. Honeywell biedt diverse automatiserings-, gezondheids- en veiligheidsoplossingen, zodat fabrikanten zich kunnen concentreren op hun goederen. Olie en gas/koolwaterstoffen In de huidige complexe energiemarkt staat de olie- en gasindustrie voor nieuwe uitdagingen bij de overgang naar efficiëntere operaties en bedrijfsmodellen met een lagere CO2-uitstoot. Honeywell kan koolwaterstofproducenten helpen hogere niveaus van betrouwbaarheid, flexibiliteit, efficiëntie en veiligheid te bereiken. Staalproductie Voor plaatfabrikanten zijn het handhaven van een stabiele productie, het voldoen aan kwaliteit specificaties en het minimaliseren van het energieverbruik de sleutels tot winstgevendheid. Honeywell kan helpen deze bewerkingen te optimaliseren door de meetnauwkeurigheid en regelprestaties te verbeteren.
Begin 2023 zal Blondeau ook de producten van Honeywell Process Measurement and Control (PMC) verdelen in België. Het gaat hier voornamelijk over apparatuur voor het meten van drukken, flowmeters, temperatuur transmitters, etc.
Als plantmanager moet u uw bedrijfsvoering optimaliseren. U staat onder druk om de betrouwbaarheid, prestaties en monitoring te verbeteren en tegelijkertijd de kosten en het personeelsbestand te verlagen. Dat betekent meer bereiken met minder middelen, operators en technici. Een manier is om slimmere veldapparatuur te gebruiken. Met name de transmitters die u gebruikt om druk, temperatuur, flow en niveau te meten. Deze zijn van vitaal belang voor een veilige en efficiënte productie. Grote industriële complexen hebben duizenden van deze zenders nodig, dus kleine voordelen en efficiëntie tellen echt.
SmartLine-transmitters voor differentieel, manometer, absoluut, flens en afdichting op afstand bieden toonaangevende prestaties, snelle responstijd en lineaire stabiliteit op lange termijn. Raffinaderijen, chemische en farmaceutische fabrieken over de hele wereld vertrouwen op deze transmitters voor nauwkeurige en consistente drukmeting. Honeywell Process Solutions (HPS) helpt industriële klanten over de hele wereld om veilige, betrouwbare, efficiënte, duurzame en meer winstgevende faciliteiten te exploiteren. We bieden toonaangevende technologieën van de fabrieksvloer tot de directiekamer, evenals uitgebreide levenscyclusservices die helpen om productievere en stabielere operaties te garanderen. HPS, een business unit van Honeywell International, is al meer dan 40 jaar een pionier op het gebied van proces automatiseringscontrole met een continue evolutie van legacy procesbesturingssystemen naar de toonaangevende innovaties van vandaag.
www.blondeau.be - Fabriekstraat, 56 - 2547 Lint - info@blondeau.be – 03/454.3850 https://process.honeywell.com/us/en/products/thermal-solutions https://process.honeywell.com/us/en/products/field-instruments