
12 minute read
SD WORX
Corona en je loonbonusplan (cao 90): enkele aandachtspunten
Geëngageerde medewerkers zijn je grootste troef en die geef je graag iets extra. De loonbonus of zogeheten bonus cao 90, bijvoorbeeld. Misschien diende je er zelfs al een plan voor in. Maar wat als die beloning in gevaar komt in deze coronatijden? Of wil je er nog een invoeren en zo je medewerkers financieel bedanken voor hun extra inzet?
Het grootste deel van de Belgische werknemers krijgt een vast loon aangevuld met extralegale voordelen. Maar variabele verloning – en meer specifiek op basis van bijvoorbeeld financiële resultaten, zoals de loonbonus – wint aan populariteit. Logisch ook: het is een budgetvriendelijker alternatief dan een brutoloonsverhoging. Je betaalt als werkgever minder belastingen en ook je werknemer houdt er meer aan over. Bovendien is het een extra driver om sterke prestaties neer te zetten, dus je wint ook aan productiviteit en engagement. Let wel: in 2020 mag je maximaal 3.413 euro toekennen. Ga je daarboven, dan verliest de bonus zijn gunstige karakter.
Maar door corona rijzen er ook veel vragen rond de loonbonus. Welke impact heeft dat op al ingediende plannen? Of waar moet je aan denken als je er nog een gaat opstellen?
#1: TIJDELIJKE WERKLOOSHEID IS NIET STANDAARD GELIJKGESTELD MET GEWERKTE DAGEN
Alle werknemers die deel uitmaken van de doelgroep van het bonusplan, hebben recht op de loonbonus in verhouding tot hun effectieve arbeidsprestaties. Moederschapsrust, de dagen wettelijke vakantie, de wettelijke feestdagen en de vervangende feestdagen zijn gelijkgesteld met effectieve arbeidsprestaties. Voor andere schorsingen, zoals tijdelijke werkloosheid, bepaal je dat zelf.
Dus let op: als tijdelijke werkloosheid niet gelijkgesteld is met effectief gewerkte dagen in je plan, dan worden die dagen in mindering gebracht en zal de bonus voor je getroffen medewerkers lager liggen. Aan jou om te beslissen of je je plan aanpast of niet.
#2: EVALUEER OF JE DOELSTELLINGEN (NOG) HAALBAAR ZIJN
De toekenning van zo’n bonus is gekoppeld aan collectieve resultaten op basis van vooropgestelde en meetbare doelstellingen. Een populaire en voor de hand liggende is om een omzetstijging van x procent te halen. Je kunt je doel ook koppelen aan je gezondheids- of veiligheidsbeleid en bijvoorbeeld ambiëren om het aantal ongevallen op de werkvloer te beperken. Ook in trek zijn milieu-ambities, zoals een lager brandstofverbruik bedrijfswagens of minder printen op kantoor.
Had je een omzetstijging als collectief doel opgenomen en ziet het er niet naar uit dat je die nog haalt? Weet dat je je plan, mits goedkeuring van al je medewerkers, kunt annuleren. Onderteken een gemeenschappelijke verklaring waarin je uitdrukkelijk vermeldt dat de ingediende toetredingsakte wordt beëindigd. Deze verklaring bezorg je dan aan de griffie van de FOD Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg.
Je kunt een nieuw bonusplan indienen voor een andere referteperiode (min. 3 maanden). We raden aan om voorbeeld voor het laatste kwartaal 2020 te kiezen, dan heb je nog tijd tot 31 oktober 2020 om je plan bij de FOD neer te leggen.
LAAT JE ONDERSTEUNEN
Weet dat experts je kunnen helpen bij het opmaken of aanpassen van je plan. Neem contact op met je vaste contactpersoon of het kantoor in je buurt voor meer info.
Annelies Rottiers, strategisch adviseur kmo bij SD Worx
Win kostbare tijd!
We bundelen alle corona-info volgens de situatie waarin je bedrijf zich bevindt.
In 1986 startte de toen 46-jarige Roland De Leersnijder zijn eigen zaak. Hij schonk meteen ook zijn initialen aan zijn nieuw bedrijf: RDL Engineering. Vandaag zetten zijn zonen Dominiek, Xavier en Vincent plichtsgetrouw en schouder aan schouder de activiteiten verder: material handling, automatisering- en hefsystemen inclusief goederen- en autoliften. Ze doen dat met de dynamiek die een West-Vlaamse kmo met een omzet van circa 7 miljoen euro kenmerkt: no-nonsense, met hard werken als bron van welvaart en het ‘delight the customer’-principe hoog in het vaandel.
Vincent , Xavier en Dominiek, De Leersnijder — RDL Engineering “Ondernemen is durven springen”
De geschiedenis van dit bedrijf gaat terug tot in 1986. Waarom wilde jullie vader (80 inmiddels) zo nodig zijn eigen bedrijf?
Dominiek De Leersnijder: “Hij had lange tijd als kaderlid gewerkt bij een bedrijf in de buurt. Met bergen inzet en goesting, maar hij zag het beetje bij beetje afglijden nadat het in buitenlandse handen kwam. Het kriebelde bij hem al langer om een eigen onderneming te hebben. Pas op zijn 46 ste waagde hij de sprong, omdat hij er diep van binnen van overtuigd was dat hij meerwaarde kon bieden in het domein van de material handling. Ere wie ere toekomt, want zo is achteraf ook gebleken. Starten is altijd een beetje een sprong in het duister. Hij begon destijds met een vennoot op fifty-fifty basis, maar na 4 jaar ging hij alleen door.”

In de loop der jaren gaf hij de fakkel door aan zijn 3 zonen. Was dat een natuurlijk proces?
Dominiek De Leersnijder: “Ik ben er bij gekomen in 1994, Xavier in 1997 en Vincent, de jongste, in 2003 nadat hij eerder bij KPMG ervaring had opgedaan. Met de hand op het hart kan ik zeggen dat hij vanaf dag één het beslissen en het managen aan ons integraal heeft overgelaten. Hij bleef wel altijd aanwezig in het bedrijf, met raad en daad. Maar zich moeien? Neen, dat was er niet bij. We zijn daar ook erg dankbaar voor.”
Wat hebben jullie van hem opgestoken als het over bedrijfsvoering gaat?
Xavier De Leersnijder: “Ik heb altijd onthouden dat we moesten aanbieden wat de klant nodig heeft. Goed luisteren naar de klant is altijd prioriteit nummer één geweest. Om van daaruit te vetrekken richting maatwerk en dus vooral geen bandwerk.” Dominiek De Leersnijder: “Ondernemen is durven springen, dat heeft onze vader ons altijd ingeprent. Succes is nooit vooraf gegarandeerd, maar je moet geloven in wat je doet. Twee: je moet overal opportuniteiten leren zien. En drie: geen paniek, nooit, ook niet als de wereld zogezegd op je dak valt. Vader is een boerenzoon. In dat milieu zeggen ze
dat je de seizoenen altijd samen moet rekenen, en vooral niet apart. Daar zit veel waarheid in.” Vincent De Leersnijder: “Goede relaties aangaan en onderhouden met trouwe leveranciers: ook dat heeft ons vader ons meegegeven. Met veel toeleveranciers onderhouden we al ruim 30 jaar goede relaties.”
Hoe is het om samen te werken? Evident mag je dat toch niet noemen.
Vincent De Leersnijder: “Het grote voordeel is dat elk van ons iets totaal anders doet. Dominiek volgt alles op inzake sales van de automatiseringsdivisie, Xavier buigt zich over de divisie auto- en goederenliften en ikzelf ben verantwoordelijk voor alles wat aankoop betreft. En voor de rest: no-nonsense is onze drijfveer, op zijn West-Vlaams, en daar kom je onder elkaar al vrij ver mee.”
De basisactiviteit is material handling en automatiseringsprocessen begeleiden. Critici zullen zeggen dat dit jobs kost. Waar of niet?
Dominiek De Leersnijder: “Dat wil ik op basis van mijn ervaring ten stelligste ontkennen. Het tegendeel is zelfs waar. Overal waar we automatisering mee begeleid hebben, zagen we het bedrijf in kwestie groeien. Wél waar is dat medewerkers evolueren naar andere jobs, maar dat is niet meer dan logisch.”
Daar kwam ook nog een nicheactiviteit bij met autoliften. Vanwaar die keuze?
Xavier De Leersnijder: “Als we zelf niet waren gesprongen, had iemand anders dat gedaan. Voor ons was het enerzijds diversificatie en tegelijk ook een activiteit die in het verlengde ligt van onze basisactiviteit van handling en lifting. Na al die jaren is gebleken dat dit een vrij interessante en nog altijd groeiende markt is. Niet alleen aan de kust, maar meer en meer ook in onze Vlaamse centrumsteden. Het in eigen beheer opstarten van Hymo Belux en het samengaan met Strobbe Mobility Solutions, dat geleid wordt door mijn echtgenote Sarah, zorgde voor een verdere uitbreiding van het liftenaanbod.”
Bedrijven krijgen soms het verwijt dat ze niet verder durven kijken dan hun eigen grenzen. Waarom is export niet aan jullie besteed?
Dominiek De Leersnijder: “Noem dat
“Overal waar we automatisering mee begeleid hebben, zagen we het bedrijf in kwestie groeien.” — Dominiek De Leersnijder
maar een bewuste keuze. We willen altijd en overal maatwerk aanbieden aan onze klanten. Die aanpak vereist dat je heel nabij bent en snel de zaken helpt opvolgen. Bovendien moet je op die exportmarkten zien op te boksen tegen vrij grote jongens. We voelen ons best comfortabel in eigen land. Maar dat wil niet zeggen dat we onze klanten niet volgen in het buitenland. Zo hebben we recent nog 2 maatwerk autoliften opgeleverd in Duitsland.”
Wat zijn volgens jullie de principes van goed management?
Vincent De Leersnijder: “Voor mij is er één principe dat alles slaat: goed luisteren, zowel naar je klanten, je leveranciers als naar je eigen medewerkers.” Xavier De Leersnijder: “Je mag nooit ofte nooit een klant in de steek laten, in geen enkele stap van de samenwerking. Als er problemen rijzen na de oplevering, dan steken we ons ook nooit weg en werken we tot er een oplossing is. Op de lange termijn is dat een principe dat altijd loont.” Dominiek De Leersnijder: “Voor mij draait goed ondernemerschap veel rond altijd en overal alert zijn. Daaronder verstaan: accuraat reageren, durven te anticiperen, mee nadenken en last but not least –en vaak onderschat – ook goed communiceren met alle stakeholders.”
Als we even in de achteruitkijkspiegel van RDL kijken, dan merken we dat de omzet dik 10 jaar geleden rond de 5 miljoen euro schommelde. Vandaag is dat met de 3 bedrijven samen (RDL, Hymo Belux en Strobbe Mobility Solutions) 7 miljoen. Klopt het dat groei voor jullie niet meteen prioriteit nummer één is?
Dominiek De Leersnijder: “Ik heb destijds ‘Plato Strategie’ gevolgd bij Voka. Op een dag vroegen ze mij waar ik over pakweg 5 jaar wilde staan met het familiebedrijf. Ik probeerde zoiets van: +20% over 5 jaar. Dat vonden sommigen blijkbaar veel te weinig ambitieus. Oké, dacht ik, dan is dat maar zo. Voor mij zijn er belangrijker prioriteiten dan persé willen groeien.”
Waaraan denkt u dan?
Dominiek De Leersnijder: “Innovatie enerzijds en consequente zorg voor de klant anderzijds zijn onze absolute prioriteiten. Ik denk zelfs dat de groei dan een logisch gevolg wordt. Onze vader heeft ons dat ook altijd ingeprent: nooit groeien om te groeien. Net voor de coronacrisis stonden we op het punt een overname te realiseren. Dat staat nu on hold en is zeker geen prioriteit meer, we hebben nu wel andere zaken aan ons hoofd. Wat niet wil zeggen dat we geen ambitie hebben. Noem het maar strategische ambitie. Zo willen we in de komende jaren streven naar een meer verticaal geïntegreerd bedrijf.”
Hebben jullie grote inspirators, voorbeelden, rolmodellen of goeroes?
Dominiek De Leersnijder: “Ik heb het nogal begrepen op alles wat Geert Noels zegt. Zijn boek Gigantisme, was dat al niet een beetje een voorspelling of een voorgift op wat er ons nu overkwam met deze crisis? Ik dacht van wel. De economie heeft geen boodschap aan te grote bedrijven met te logge structuren. Klein maar fijn, is ook best oké. Maar wat zien we te vaak gebeuren? Als starters of kmo’s te beloftevol zijn, dan worden ze vaak ook opgekocht door de mastodonten. Meestal worden die kleintjes daar niet beter van. Op eigen vleugels vliegen, zou hen beter afgaan.” Xavier De Leersnijder: “Ik heb recent het boek ‘De wereld is rond’ van Jo Caudron gelezen, en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik behoorlijk onder de indruk was. Met corona hebben we al heel veel voorspellingen daaruit versneld zien uitkomen. Zoals: thuiswerken, de tendens om meer lokaal te kopen, het compacter wonen en de opmars van hoogtebouw in de industrie.”

“Je mag nooit ofte nooit een klant in de steek laten, in geen enkele stap van de samenwerking.” — Xavier De Leersnijder
Vincent de Leersnijder: “Ik was recent een aandachtig toehoorder bij een spreekbeurt van Bart Verhaeghe. Hoed af voor die man. Een echte durver, een man met een plan, een strateeg die zijn visie op amper iets meer dan één velletje A4 durft te zetten.”
Corona zal vermoedelijk zorgen voor een survival of the fittest. Hoe probeerden jullie deze vrij plotse crisis te overleven?
Dominiek De Leersnijder: “We hebben alvast zeer snel de maatregelen genomen die zich opdrongen. Omdat ook de orders stil vielen, hebben we meteen de deuren gesloten voor 2 weken. Cruciaal was ook om de medewerkers het belang te doen inzien van de voorlopige sluiting. Ik denk dat we daar goed in geslaagd zijn. Nu is de periode van tijdelijke werkloosheid voor de meeste medewerkers zowat voorbij. Naarmate de bouwactiviteiten terug opstartten, zijn we zelf mee geëvolueerd naar een herstart, stap per stap.” Xavier De Leersnijder: “Tijdens de 2 weken dat we thuis waren, hebben we nooit harder gewerkt, want een aantal werven lagen niet stil. Je moest het maar allemaal georganiseerd krijgen op een andere manier dan normaal.”
Hoe schatten jullie de periode die er nu aankomt in?
Vincent De Leersnijder: “Dat hangt af van sector tot sector. In onze branche kan dat meevallen, maar in andere sectoren kan de schade vrij groot zijn.” Dominiek De Leersnijder: “Het ergste wat post-corona zou kunnen gebeuren, is dat de grote bedrijven niet meer investeren. Dat zou bij de kmo’s een cascade van problemen kunnen veroorzaken. Ik mag er niet aan denken. Dit mag ook een expliciete oproep zijn aan de overheid: help er voor zorgen dat de motor van de grote bedrijven niet stilvalt.”
Heeft corona veel veranderd in de bedrijfsvoering?
Dominiek De Leersnijder: “In wat het nieuwe normaal wordt genoemd, zal het zaak zijn om een balans te vinden tussen bijvoorbeeld telewerken en aanwezigheid op het terrein. Dat alles efficiënter kan, is nu wel gebleken, dus dat moeten we behouden. Maar alles vanop een afstand aansturen, daar bedanken we toch ook voor. We merken ook dat onze jongere medewerkers meer dan ooit flexibiliteit vragen bij het invullen van hun werk. Dat was al een tijdje bezig, maar wordt nu nog belangrijker.” Xavier De Leersnijder: “We willen hen daar zo veel mogelijk in volgen als de efficiëntie er niet onder lijdt. We trekken dat ook al enkele jaren door naar flexibele verloning. Medewerkers mogen jaarlijks kiezen hoe ze hun verloning flexibel willen invullen. Jongeren denken meestal richting een wagen of een gsm bovenop het klassieke loon. Ouderen zullen eerder gaan voor een beter pensioenplan.” (Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)