

‘Think global, act local’ als succesrecept

Strategische
partnerschappen over de hele wereld moeten van Port of Antwerp-Bruges de Europese energiehub bij uitstek maken. ‘De haven opent wereldwijd deuren voor onze partners.’
Port of Antwerp-Bruges werkt met buitenlandse vertegenwoordigers om aan branding te doen en om investeerders en goederenstromen aan te trekken. Dochteronderneming Port of Antwerp-Bruges International (PAI) biedt consultancy aan in buitenlandse havens en levert managementdiensten, zusterbedrijf APEC biedt trainingen aan voor een internationaal publiek. Die internationale focus moet de haven helpen om zich zeer vroeg in groeiende markten te verankeren. ‘Verder zijn deze sterke internationale positionering en verankering een absolute troef in de ambitie van Port of Antwerp-Bruges om uit te groeien tot de groene energiehub van Europa’, zegt Luc Arnouts, VP Internationale Netwerken.
Lokale economie profiteert mee
Bij de uitbouw van Port of Antwerp-Bruges als hub voor groene energie komen stevige investeringen kijken. En dat is goed nieuws voor de lokale economie. ‘Colruyt Group zal bijvoorbeeld betrokken zijn bij de lokale productie van groene waterstof’, zegt Tom Hautekiet. Daarnaast moet er natuurlijk gebaggerd en gebouwd worden. ‘We hebben sterke bedrijven in België. Samen hebben we een zeer sterk aanbod en zetten we met die kennis en kunde ons land op de (wereld)kaart’, zegt Luc Arnouts.

Een sterk merk en dito product als Port of Antwerp-Bruges opent deuren wereldwijd voor onze klanten en partners.
Tom Hautekiet, Chief Commercial Officer bij Port of Antwerp-Bruges
De stevige groeivertraging van de voorbije kwartalen – de economie vertraagde van een groeitempo van 2,2% op jaarbasis aan het begin van 2022 tot amper 0,4% aan het einde van het jaar – laat zich ook voelen op de arbeidsmarkt. De uitzendactiviteit viel ondertussen met 13% terug sinds de piek eind 2021 en ook het aantal vacatures nam al met 10% af. Dat is vooral een vertraging na een uitzonderlijk sterke periode op de arbeidsmarkt: in 2021 en 2022 kwamen er in België in totaal 185.000 extra werkenden bij. Dat tempo van jobcreatie was sowieso niet vol te houden. Volgens de jongste vooruitzichten van het Planbureau zou de jobcreatie dit en de volgende jaren uitkomen op (netto) zo’n 40.000 per jaar. Een zware correctie op de arbeidsmarkt blijft in het huidige klimaat erg onwaarschijnlijk. Dat impliceert meteen ook dat de krapte op de arbeidsmarkt, de voorbije jaren één van de belangrijkste bezorgdheden van de Vlaamse ondernemers, ook de komende jaren acuut zal blijven.
De demografische trend in Vlaanderen suggereert dat de krapte op de arbeidsmarkt de komende 20 jaar alleen nog maar zal verergeren. In de 15 jaar voor corona kwamen er in Vlaanderen (netto) zo’n 500.000 jobs bij. In die periode nam het aantal mensen op actieve leeftijd, de 20- tot 64-jarigen (of ook, de mensen die kunnen werken), met een kleine 250.000 toe. Zowat de helft van de extra jobs kon dus ingevuld worden door de extra mensen op de arbeidsmarkt. De andere helft werd ingevuld door werkzoekenden die aan het werk gingen en inactieven die terugkeerden naar de arbeidsmarkt.
Voor de komende 15 jaar ziet het demografische plaatje er anders uit. Het aantal mensen op actieve leeftijd zal in die
periode min of meer stagneren. Als we in Vlaanderen dus een gelijkaardige economische groei willen realiseren met opnieuw 500.000 extra mensen aan het werk, dan wordt dat lastig. De werkloosheidsgraad is in Vlaanderen ondertussen ook teruggezakt tot 3,2%, wat impliceert dat er niet heel veel marge meer is om werkzoekenden in te schakelen. De toekomstige extra jobs moeten dan vooral ingevuld worden door inactieven en de re-integratie van langdurig zieken, maar dat wordt niet evident. Daarnaast blijven er natuurlijk ook nog veel werkzoekenden in Brussel en Wallonië (met respectievelijke werkloosheid van 11,5% en 8,4%) die uiteraard in Vlaanderen kunnen komen werken, maar ook dat verloopt al jaren uiterst moeizaam. Het echte verschil moet allicht gemaakt worden door enerzijds automatisering en digitalisering, door via investeringen groei te kunnen realiseren met minder extra mensen en anderzijds door economische arbeidsmigratie. Daar ligt vooral de ‘oplossing’ voor de krapte op de arbeidsmarkt. Als Voka West-Vlaanderen nemen we trouwens de vlucht vooruit inzake slimme arbeidsmigratie.Meer daarover in de komende weken en maanden!
Tussen de gewesten zijn er welbekende belangrijke verschillen in de situatie op de arbeidsmarkt, maar ook binnen Vlaanderen zijn er verschillen. Zo zit Oost-Vlaanderen vandaag al aan een werkzaamheidsgraad van 80%, op de voet gevolgd door WestVlaanderen (78%, maar ruim boven 80% in enkele subregio’s).
Vlaams-Brabant is de Vlaamse provincie met de laagste werkzaamheidsgraad met 73,8%. Ter vergelijking: in Henegouwen ligt de werkzaamheid op amper 61,4%. De werkloosheidscijfers schetsen een gelijkaardig beeld. Met een werkloosheidsgraad van respectievelijk 2 en 2,7% zijn er in Oost- en West-Vlaanderen nog amper werkzoekenden die inzetbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Dat vertaalt zich uiteraard in de nijpende krapte op de arbeidsmarkt. En met de demografische dynamiek zal die situatie niet snel verbeteren.
Doorheen de crisissen van de voorbije jaren zijn moeilijkheden om geschikt personeel te vinden al langer een belangrijke structurele uitdaging voor de Vlaamse ondernemers. De demografische vooruitzichten geven aan dat die krapte op de arbeidsmarkt de komende decennia alleen maar zal verergeren. Dat dreigt in Vlaanderen de belangrijkste hindernis voor groei, en dus voor welvaartscreatie, te worden. Tegen die achtergrond moeten onze overheden volop inzetten op activering om de onbenutte arbeidsreserve die in Vlaanderen en zeker op Belgisch niveau nog aanwezig is aan het werk te krijgen. Dat beleid kan niet enkel focussen op werkzoekenden, maar moet alle niet-werkenden bereiken. Concreet betekent dat ook arbeidsongeschikten op z’n minst gedeeltelijk terug inschakelen, ouderen langer aan het werk houden, veel meer inzetten op opleiding voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, economische migratie vlotter maken,… Daarnaast moeten bedrijven doorzetten met de digitalisering om meer groei met minder mensen mogelijk te maken. Zonder dat soort ingrepen zal de krapte op de arbeidsmarkt de komende jaren zwaar wegen op onze groeimogelijkheden.

Geen handen, geen welvaartscreatie
“De krapte op de arbeidsmarkt dreigt de belangrijkste hindernis voor groei, en dus voor welvaartscreatie, te worden.”
— BERT MONS - GEDELEGEERD BESTUURDER
24 Interview
Om uitgeroepen te worden tot Personality of the Year moet een mens zeer goede papieren in huis hebben. Het overkwam recent Lily Libeert van het gelijknamige bedrijf uit Komen. Een puur West-Vlaams familiebedrijf dat in de jaren 90 al zijn heil zocht net over de taalgrens.
28 Dossier
Fluxys LNG in Zeebrugge draait op volle toeren en werd de jongste maanden druk bezocht door Europese regeringsleiders. “We investeren nu in verdere uitbreiding en bereiden ons ook voor op nieuwe energiedragers zoals waterstof”, zeggen terminalmanager Stijn Maelfeyt en woordvoerder Thierry Vervenne.

Ondernemers verschijnt tweewekelijks en wordt gratis toegestuurd aan alle leden van Voka West-Vlaanderen. ISSN 1378-9511
Verantwoordelijke uitgever: Bert Mons, Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, redactie.ondernemerswvl@voka.be, www.voka.be/west-vlaanderen

Maatschappelijke zetel: Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, info.wvl@voka.be - Hoofdredacteur: Joke Verbeke
Redacteurs: Margot Dhondt, Kenneth Oroir, Conny Van Gheluwe - Vormgeving: Pieter Claerhout
Mediaregie: Sven Van Ryckeghem
Fotografen: Stefaan Achtergael, Michael Cambien, Dries Decorte, Kurt Desplenter, Michel Vanneuville, Els Verhaeghe
Journalisten: Karel Cambien, Stef Dehullu, Margot Dhondt, Roel Jacobus, Joyce Mesdag, Bart Vancauwenberghe, Dirk Vandenberghe
Druk: INNI GROUP

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

“Het onderwijs is onze grootste werf”
— Jurgen Vanlerberghe
Vlaamse Visveiling in volle transitie
Al 40 jaar zorgt de Vlaamse Visveiling in Oostende en Zeebrugge dat er correcte prijzen worden betaald voor de vis die aan land komt. Maar de visserijsector heeft het allesbehalve gemakkelijk, en dat maakt het voor de Visveiling ook niet evident. “Om up-to-date te kunnen blijven en de nodige investeringen te kunnen doen voor de traditionele visserij, moeten we ons aanbod aanzienlijk uitbreiden. Dat is de enige manier om de 2 thuishavens te kunnen behouden voor onze vissers”, zegt algemeen directeur Sylvie Becaus.
Ondanks uitdagingen trekt ze kaart van visserij 2.0
De Vlaamse Visveiling zorgt ervoor dat de vis die door de vissers aan land wordt gebracht in Oostende en in Zeebrugge, verkocht raakt. Sinds 2010 zijn de veilingen in beide havens gefusioneerd. “Wij wegen de vis, sorteren de vis, keuren de vis voor humane consumptie en zoeken daarbij kopers voor elk onderdeel van de vangst, zodat de reder de juiste prijs krijgt voor de volledige vangst. Wij zijn een neutrale partij: wij zorgen ervoor dat er correcte prijzen worden betaald. Wij geven de verkochte volumes door aan de overheid, zodat die in de gaten kan houden of alle quota nageleefd worden”, legt Sylvie Becaus uit.
Maar er komen een aantal uitdagingen op de visserijsector af. “De Brexit heeft bijvoorbeeld een enorm grote invloed”, zegt Becaus. “In de jaren 80 werden

binnen de EU afspraken gemaakt over welk percentage elk land in welk zeegebied mocht vissen. Het VK, dat sinds de Brexit geen deel meer uitmaakt van de EU, heeft beslist om een groter deel zelf op te vissen in de Britse wateren. Aangezien de totale hoeveelheid vis wetenschappelijk wordt vastgelegd over de grenzen heen, wil dat zeggen dat er minder vis over blijft voor de EU-landen.” Ook op logistiek vlak wordt het moeilijker voor onze eigen vissers. “Die vissen in een heel uitgestrekt gebied. Aan de ene kant van het VK varen ze tot aan Noord-Ierland en aan de andere kant tot aan de kusten van Denemarken. Telkens terugvaren naar Oostende of Zeebrugge, is te ver. Vroeger dropten ze hun vangsten tussentijds in een Engelse haven, waar de vis via de vrachtwagen naar ons land werd gebracht. Maar de hele administratieve rompslomp is te traag, te riskant en te duur geworden, waardoor het voorlopig via Ierland gaat en vrachtwagens via de ferryboot naar Frankrijk komen. De aanlandingsplicht (ook niet-verkoopbare vissen aan land brengen) en de weegplicht (alles wegen in de haven van aanlanding) zijn Europese regelgevingen waar vandaag nog geen goed werkbare oplossing voorhanden is zonder de leefbaarheid van de visserijketen in België in het gedrang te brengen”, zegt Becaus.
Geen bedreiging
De aquacultuur vormt geen bedreiging voor de traditionele visserij, integendeel. “De beide kunnen perfect naast elkaar bestaan en elkaar zelfs versterken. Aquacultuurconcessies hebben bijvoorbeeld eenzelfde soort sensoren en dataverwerking, maar ook in de verwerking en de verkoop is er complementariteit. De aquacultuur in Oostende zal samen met de traditionele visserij een dynamische en innovatieve cluster vormen, zodat we 2 rendabele thuishavens kunnen verzekeren voor de visserijsector in Zeebrugge en Oostende… vandaag en in de toekomst.”
Tot slot vormen de windmolens die in zee worden geplaatst ook een bedreiging. “De visserijsector is niet tégen windmolens, laat dat duidelijk zijn. Maar wel tegen de manier waarop ze nu in ijltempo, zonder degelijk onderzoek en zonder rekening te houden met langetermijngevolgen, geplaatst worden. Hoe ondieper het water, hoe goedkoper het is om windmolens te plaatsen. Dus worden ze massaal op zandbanken gebouwd. Maar dat is net de plek waar de meeste vis zit. De langetermijngevolgen van de massale windmolenparken op de lokale luchtstromen, de regen en bijgevolg het plankton en het zeeleven zijn nog niet ten volle bekend. Ook het effect van de trillingen en de stroomkabels in het water heeft nog meer onderzoek nodig. Het is ook belangrijk dat er een vorm van co-existentie wordt vastgelegd tussen de visserij en de exploitanten van de offshorewindmolenparken.”
Alle elementen zijn er Ondanks alle uitdagingen vindt de Vlaamse Visveiling het belangrijk te blijven investeren in de toekomst van de visserij en de beide thuishavens van de vissers. De familiale kmo verbreedt daarom haar activiteiten. Die beweging werd al in 2009 gestart met de oprichting van het diepvries- en versplatform Zeebrugge Food Logistics in Zeebrugge. “Dat logistieke bedrijf richt zich op havengebonden voedingsflows
en staat ook ten dienste van de handelaars en verwerkers van de visserijcluster. Dankzij de vriezers in Zeebrugge kunnen zij importcontainers die van elders in de wereld komen, binnenhalen en dichtbij stockeren. Zo kunnen ze competitief Noordzeevis en importvis aanbieden.”

In Oostende wordt op andere sterktes ingespeeld. “Hier hebben we alle nodige elementen om succesvolle aquacultuur uit te bouwen: met de aanwezigheid van de Gentse universiteit, het ILVO en het VLIZ hebben we de wetenschappelijke kennis dichtbij. We hebben de ruimte, er is zeewater, er zijn verkoopmogelijkheden want die zijn er al voor de traditionele visvangst, de logistieke voorzieningen zijn er,... Kortom: alle elementen zijn aanwezig om de aquacultuursector definitief van de grond te krijgen in Vlaanderen.”
Daarom bouwt de Vlaamse Visveiling momenteel zeewaterloodsen, waar start-ups en scale-ups in de aquacultuur hun stek zullen kunnen vinden. Het project krijgt de naam Marifish. “De investering bedraagt 6,9 miljoen euro, waarvan de helft wordt gesubsidieerd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Voor de begeleiding van de start-ups en scale-ups zullen we onder meer samenwerken met Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen en een wetenschappelijk comité van kennisinstellingen.”
“Alle elementen zijn aanwezig om de sector van de aquacultuur definitief van de grond te krijgen in Vlaanderen.”Willem-Frederik Vander Poorten, Marnix Cornette, Stéphane Lepetit.
Jan Yperman en az West kiezen voor nieuw ziekenhuisnetwerk Westhoek
Onder nemers magazine
Het Jan Yperman Ziekenhuis en az West zetten een volgende stap in hun samenwerking en kiezen voor een nieuw ziekenhuisnetwerk Westhoek. Jan Yperman maakt nu nog deel uit van het netwerk TRIaz; az West is een onderdeel van netwerk KOM Kust, Ommeland en Meetjesland. “Het voorstel om een netwerk te vormen met de 2 ziekenhuizen, elk met hun eigen campussen, artsenbestand en personeel, garandeert betere zorg dicht bij huis, financiële gezondheid op langere termijn en een betere samenwerking met huisartsen, eerstelijnspartners, woonzorg-, psychiatrische en revalidatiecentra in de Westhoek”, klinkt het.
B.I.G. neemt Australische b2b-groothandel over

Beaulieu International Group (B.I.G.) heeft een overeenkomst getekend met Signature Floors om het volledige activiteitenpakket van de Australische b2b-groothandel in vloeren over te nemen.” Deze overname biedt mooie kansen voor alle stakeholders, voor onze klanten, leveranciers en medewerkers. Zowel B.I.G. als Signature hebben solide posities als leiders in de vloerenindustrie en een gedeelde toewijding aan duurzaamheid, productinnovatie, design en klantenservice”, zegt CEO Pol Deturck van B.I.G.
UpFresh bundelt krachten met Franky Fresh Food
+2%
Het aantal Fransen dat in ons land komt werken, is van 2021 tot 2022 gestegen met 2% (765 mensen). Dat blijkt uit recente cijfers van het RIZIV. De stijging is het grootst in de provincies Namen en OostVlaanderen; in West-Vlaanderen nam hun aantal af. De totale inkomende grensarbeid in ons land steeg lichtjes, met 0,7%.
De familiale groothandels in verse voeding Franky Fresh Food en UpFresh bundelen de krachten. De corebusiness van Franky Fresh Food en UpFresh bestaat uit de distributie van voedingsproducten met bijkomende dienstverlening zoals assortimentsadvies, promotionele en marketingondersteuning, category management en stockbeheer. Als groothandel leveren Franky Fresh Food, een onderdeel van Willy Naessens Food Group, en UpFresh, met de familie Depuydt, vanuit 2 hoofdvestigingen en 5 hubs versproducten aan onder andere slagers, traiteurs, delicatessenwinkels, zelfstandige supermarkten, retail centrales en foodservice. “De nieuwe samenwerking is gestoeld op het behoud van de eigen sterktes en een erfgoed van, gecombineerd, meer dan 120 jaar familiale ondernemerschap. Met deze krachtenbundeling zorgen we voor lokale verankering en een stevige basis om te anticiperen op veranderende marktbehoeften om zo onze klanten te blijven inspireren. We blijven dezelfde, vertrouwde diensten aanbieden”, klinkt het. De nieuwe fusiegroep zal met zijn 434 medewerkers en 7 vestigingen actief zijn in het hele land. Alle familiale aandeelhouders blijven aan boord in de nieuwe constellatie.
op arbeidsmarkt linken aan Afrikaanse welvaart”
The Happiness Web start met outsourcing op afstand van Afrikaanse kennisberoepers

Afrikaans ondernemerschap stimuleren door kennisdeling en tegelijk de war for talent in België op een disruptieve manier aanpakken: dat is de betrachting van Dirk Kerkhof en Pol Hauspie. Na op het Afrikaanse continent The Happiness Web te hebben uitgerold, zien beide ondernemers veel mogelijkheden om (West-)Vlaamse ondernemingen via outsourcing op afstand te ondersteunen met Afrikaanse kennisberoepers zoals ICT‘ers, accountants en dies meer. Ook bij de creatie van een Afrikaans filiaal kunnen de initiatiefnemers van The Happiness Web een meerwaarde betekenen.
Na de spijtige afloop van het Lernout & Hauspie-verhaal, trok Pol Hauspie zich jarenlang terug in Afrika. “De geschiedenis heeft aangetoond dat Jo en ik wel goede entrepreneurs waren, maar minder goede managers. Omdat ik in Afrika ben opgegroeid, wou ik iets teruggeven aan de maatschappij. In eerste instantie ondersteunde ik jonge ondernemers uit de Zuid-Afrikaanse sloppenwijken om hun eigen zaak op te starten. Daarvoor werkte ik ook samen met de universiteit van Kaapstad en plaatselijke fondsen. Alleen bleef het verhaal te zeer beperkt tot een-op-eencoaching.”
Online community
Onder impuls van Dirk Kerkhof, die in de telecom- en IT-sector ervaring had opgedaan in leidinggevende functies en zijn carrière een andere wending wou geven, verspreidde The Happiness Web zich intussen naar nog 11 andere Afrikaanse landen. “Daar bouwen we een online community waar kleine, autonome ngo’s die onderne-
merschap stimuleren, kunnen rekenen op de kennis, expertise, ervaring en inzichten van grotere organisaties. Fatchima Illo Ibrahim, afkomstig uit Niger maar al jarenlang in België wonend, is de coördinator van die aanpak.” Gaandeweg ontdekten Pol Hauspie en Dirk Kerkhof dat Afrika synoniem is voor een ongelooflijke talentenvijver, niet in het minst voor Belgische knelpuntberoepen. “Daarom willen we nu starten met een pilootproject waarbij we Vlaamse kmo’s – die in eigen contreien amper of geen
mensen meer vinden voor hun verdere groei –ondersteuning op afstand bieden via Afrikaanse kennisberoepers. Het is een outsourcingconcept waarbij die mensen op onze loonlijst staan.”
Die aanpak zou voor de 3 partijen interessant kunnen zijn. “De kmo kan groeien met extra, prima geschoolde kennisberoepers die in hun thuisland voor haar werken, vanuit dezelfde tijdzone en aan de lokale barema’s, die alles bij elkaar zowat 5 keer lager liggen dan in België. Tegelijk creëren we op die manier een middenklasse in Afrika en verzamelen we fondsen waarmee we de non-profitorganisatie The Happiness Web kunnen ondersteunen. Daarnaast kunnen we, vanuit onze rijke ervaring met ondernemen in Afrika, Belgische bedrijven die hier een hub willen creëren helpen bij de uitbouw van dat filiaal. We hebben de ambitie om over pakweg 3 jaar in 40 Afrikaanse landen actief te zijn.”
(BVC - Foto Kurt)
Geïnteresseerde Vlaamse bedrijven kunnen contact opnemen met dirk.kerkhof@thehweb.com.

“Krapte
“Afrika is een ongelooflijke talentenvijver, niet in het minst voor Belgische knelpuntberoepen.”
— DIRK KERKHOFFatchima Illo Ibrahim. Pol Hauspie en Dirk Kerkhof.
Vraag van de week
United Experts verhuist naar ruimere locatie
Kan ik met mijn onderneming participeren in een energiegemeenschap en wat zijn de juridische implicaties?
Hoofdgebouw Ieper Business Park wordt uitvalsbasis
Als je als particulier of bedrijf overschot hebt aan zonne-energie, kan je sinds eind 2022 via verschillende formules aan energiedelen doen. Tot voor kort waren er 3 mogelijkheden: zelf meer energie verbruiken, de overtollige energie opslaan aan de hand van één of meerdere batterijen, teruggave op het net (injectie). Voor dat laatste krijg je – afhankelijk van jouw energieleverancier – een beperkt injectietarief of terugleververgoeding.
MBA Highlights Advanced start voor de tweede keer op 2 maart 2022. De residentiële opleiding bestaat uit 4 modules die inhoudelijk verzorgd worden door topprofessoren van Solvay Business School.
Module 1 | woensdag 2, donderdag 3 & vrijdag 4 maart 2022 | Growth & Corporate Finance
Module 2 | vrijdag 1 & zaterdag 2 april 2022 | Influencing for success (onderhandelen en change) – Organisatiecultuur, effectieve groei, anatomie van falen in een interna
Dankzij de komst van de digitale meters zijn er nu meer mogelijkheden om de overschotten te laten renderen, want digitale meters zijn in staat om afname en injectie per kwartierwaarde te berekenen. Heb je als energiedeler een overschot in een bepaald kwartier, dan kan die hoeveelheid in mindering worden gebracht als één of meerdere ontvangers in datzelfde kwartier een verbruik kennen. De ontvanger krijgt dan korting op een deel van zijn energiefactuur. Dat deel is gelimiteerd tot de energiecomponent, waardoor alle nettarieven, heffingen en kosten voor groene stroom en warmte-krachtkoppeling wel nog worden aangerekend.
De Ieperse vestiging van bedrijvengroep United Experts, dat ondernemers bijstaat met expertise, verhuist naar het hoofdgebouw van het Ieper Business Park, het voormalige spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie. Daar neemt het meteen 2 verdiepingen in gebruik.
verkoopsovereenkomst opgesteld moeten worden waarin de afspraken over betaling en prijs beschreven staan.
De actieve afnemer of afnemers zijn per definitie een natuurlijk persoon of rechtspersoon (i.e. onderneming of overheid). Een groep van actieve afnemers kan ervoor kiezen om zich te gaan verenigen in een energiegemeenschap. Zo’n gemeenschap is een groep van actieve afnemers die samen een rechtspersoon oprichten zodat ze energie kunnen produceren, gebruiken, opslaan, verkopen en/of netondersteunende diensten of oplaaddiensten voor elektrische voertuigen kunnen aanbieden. Indien het uitsluitend over hernieuwbare energie gaat, spreekt men van een hernieuwbare energiegemeenschap.
What’s in it for me?
Als bedrijf kan je ervoor kiezen om de overschotten te schenken of te verkopen aan een actieve afnemer (persoon-aan-persoonverkoop) of meerdere actieve afnemers (meervoudige persoon-aan-persoonverkoop). Daarbij zal een
Ook een prangende vraag?
Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!
vraaghet@voka.be
Voorwaarden en valkuilen Energiegemeenschappen moeten aangemeld worden bij de VREG en moeten voldoen aan specifieke voorwaarden (cfr. Energiedecreet, art. 4.8.1). Die voorwaarden beschrijven onder meer welke activiteiten de afzonderlijke ondernemingen mogen uitvoeren (zoals: geen aanzienlijke commerciële activiteit in de energiesector), het beslissingsrecht van de participerende ondernemingen en het feit dat er een overeenkomst moet bestaan tussen de leden. Tot slot zien we dat energiedelen ook administratieve lasten en kosten met zich meebrengt, waarover tot nu toe weinig duidelijkheid is. Hoewel energiedelen veel potentieel heeft om de groene transitie te helpen versnellen, zien we in de praktijk dat er heel wat juridische en administratieve drempels moeten overwonnen worden. Daarbij zijn de beweegredenen momenteel voornamelijk maatschappelijk van aard en ontbreekt het aan transparantie omtrent de economische return voor de individuele onderneming die er zich voor engageert.
Voka
Politica Torhout bij burgemeester Kristof Audenaert
Op 28 maart organiseerde Voka
West-Vlaanderen een ontbijtontmoeting tussen een 20-tal ondernemers uit Torhout en de Torhoutse burgemeester, Kristof Audenaert (CD&V). Torhout is een stad van 21.000 inwoners. 30% van de beroepsactieve bevolking werkt in de eigen gemeente. De werkzaamheidsgraad ligt hoog (78%) en de werkloosheidsgraad laag (3,8%). Zoals in de rest van de provincie is het dus heel moeilijk om de openstaande vacatures bij de bedrijven ingevuld te krijgen. De bebouwde oppervlakte voor economische activiteiten ligt lager dan in vergelijkbare gemeenten, en er is nog 65% aan open ruimte. Zowel lokale belastingen als schulden zijn in Torhout een stukje hoger dan het gemiddelde van de andere Vlaamse gemeenten.

In Torhout is er recent een nieuw bedrijventerrein aangelegd, De Ringaert, dat binnen de kortste keren uitverkocht was. Er wordt nu volop gebouwd en geïnvesteerd. Zowel voor de bedrijven
als het lokale bestuur is dat het bewijs dat een bijkomend nieuw bedrijventerrein broodnodig is. Ook de krapte op de arbeidsmarkt was een belangrijk thema tijdens het gesprek. Om de invulling van de openstaande vacatures vlotter te laten verlopen, dient er volgens burgemeester Audenaert dringend werk gemaakt te worden van een beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen: het verschil tussen werken en
Beleidsplan Ruimte Brugge goedgekeurd
niet-werken moet veel groter worden. De samenwerking tussen stad en VDAB kan wel nog wel geïntensifieerd worden. Er wordt anderzijds wel sterk ingezet op samenwerking tussen bedrijven en de lokale scholen. Een ander aspect waarover zowel de bedrijven als de burgemeester het eens waren, is dat de kennis van het Nederlands bij anderstalige werkzoekenden uiterst belangrijk is. Het Vlaamse en lokale integratiebeleid was dan ook een voornaam punt toen gerichte economische arbeidsmigratie ter sprake kwam.
Op het vlak van mobiliteit en infrastructuur steunt de stad de plannen om de E403 uit te breiden met een derde rijstrook en een fietsostrade aan te leggen richting Zedelgem. Wat betreft het dossier Ventilus, bijzonder actueel tijdens de meeting omdat de Vlaamse regering daarover enkele dagen later een beslissing zou nemen, sprak de burgemeester zijn steun uit mits het project in Torhout ondergronds zou gaan.
Onlangs keurde de stad Brugge een nieuw “Beleidsplan Ruimte Brugge” goed. Het wordt het toekomstplan voor de ruimte in de stad en een leidraad voor de manier waarop de ruimte verder geordend en gebruikt zal worden. Met het Beleidsplan Ruimte Brugge wordt het Vlaamse beleid – dat iedereen kent als ‘de bouwshift’ of voorheen ‘de betonstop’ – vertaald naar de Brugse realiteit. Die betonstop betekent niet dat men niet meer gaat bouwen. We gaan wel zuinig, efficiënt en slim en doordacht te werk moeten gaan, om ook nog voldoende ruimte open te houden voor landbouw, voor natuur, voor bossen, voor parken, voor water,…
Voka West-Vlaanderen was van dichtbij betrokken bij de opmaak van dit Brugse beleidsplan. Onze bijdrage situeerde zich vooral in de focus die blijvend gelegd moet worden op ruimte voor economische ontwikkelingen. Dankzij onze insteek zal er ook in de toekomst blijvend gezocht worden naar bijkomende ruimte voor bedrijvigheid, op doordachte en goed ontsloten locaties. Denk daarbij aan het dossier van het nieuwe bedrijventerrein op de Blankenbergsesteenweg, De Spie of Chartreuse. Daarnaast zullen bestaande bedrijventerreinen efficiënter, intensiever en duurzamer ingericht en gebruikt worden, door ondergronds en in de hoogte te bouwen.
“Meditatie is een vorm van mentale gymnastiek”
Het menselijke brein is tot ontzettend veel in staat, als we het tenminste zo goed mogelijk gebruiken. Prof. Dr. Steven Laureys weet er alles over. Op donderdag 8 juni geeft hij tijdens het Tuinfeest van Voka WestVlaanderen een keynote die ook ondernemers aanzet tot reflectie. “Inzetten op het mentale welzijn van mensen, is een ongelooflijk wapen in functie van employer branding”, vindt hij.
Prof. Dr. Steven Laureys kan een wijde waaier aan adelbrieven voorleggen. Als neuroloog geniet hij wereldwijde erkenning voor zijn klinische en wetenschappelijke studie van het menselijke bewustzijn. Momenteel verblijft hij vooral in Canada, waar hij als professor is verbonden aan het CERVO Brain Research Centre (Universiteit Laval). Samen met de app Petit-Bambou werkte hij ook een Meditatie Master Class uit. “Ik profileer me als bruggenbouwer tussen de traditionele en de complementaire geneeskunde. Dat is nodig, want er is behoorlijk wat polarisatie tussen voorstanders van medicatie en die van meditatie. Meditatie is nochtans geen kwestie van geloven: de kracht ervan is wetenschappelijk aangetoond. Veel mensen denken bij meditatie automatisch aan esoterische toestanden of de sfeer van geitenwollen sokken, maar het kan echt veel laagdrempeliger. Het is een vorm van mentale gymnastiek, die je even goed tijdens het wachten in de file of op de lift kan toepassen. De kunst bestaat erin het gewoon te doén en de lat niet te hoog te leggen.”
Onderwijs
De meeste mensen leren de kracht van meditatie pas op latere leeftijd kennen. “Dat is zonde”, vindt Laureys. “Ik ben een enorm pleitbezorger om oefeningen voor mentaal welzijn al in het lager en secundair onderwijs te introduceren. Het is een fantastisch

cadeau als je op zo jong mogelijke leeftijd daarmee mag kennismaken.”
De golf aan burn-outs en het groeiend absenteïsme doen ook steeds meer Vlaamse bedrijven beseffen dat inspanningen voor mentaal welzijn nodig zijn. “Ondernemingen zoals Colruyt, Torfs, Belfius en Deloitte zijn uitstekende voorbeelden van de meerwaarde die het biedt. Dat geldt voor de medewerkers zelf, maar zeker ook voor de bedrijfsleiding. Net als mensen uit de academische wereld, zijn zij heel gevoelig aan de prestatiedruk die gepaard gaat met hun functie. Komt daarbij dat we via de smartphone, sociale media en de vaak oneindige, soms toxische mailstroom verondersteld worden altijd bereikbaar te zijn. Een betere voedingsbodem voor stress is moeilijk denkbaar.
Al die factoren samen hebben ook een impact op onze slaapkwaliteit.”
Dat het ook anders kan, zal prof. Dr. Steven Laureys tijdens de keynote aantonen met een gezamenlijke ademhalingsoefening.
(BVC - Debby Termonia)
Ontdek meer op het Tuinfeest!
Voor elke ondernemer is een juiste ‘state of mind’ onontbeerlijk. Ons brein op topniveau brengen én houden is cruciaal om de vele uitdagingen van ondernemerschap het hoofd (of het brein) te bieden. Daarom neemt professor prof. Dr. Steven Laureys ons in zijn keynote tijdens het Tuinfeest mee in het menselijke brein: tot wat het in staat is én hoe we het optimaal kunnen gebruiken. Natuurlijk is het Tuinfeest ook een terugblik op wat was en een vooruitblik naar wat komt, en zijn er talloze netwerkopportuniteiten met collega-ondernemers.
“De kunst bestaat erin het gewoon te doén en de lat niet te hoog te leggen.”SCHRIJF HIER IN
accentjobs.be
Er is geen tekort aan kandidaten. Er is een tekort aan open-minded recruiters en beslissingsnemers.
Daarom doen wij vanaf nu aan open-minded hiring: een anoniem aanwervingsproces, zonder vooroordelen. Alleen zo kunnen we de jobmarkt beter maken, met gelijke kansen voor iedereen.
Meer weten? Check accentjobs.be/openmindedhiring

“Een echte aanrader”
Gratis proefsessie op 3 mei
In het najaar starten bij Voka WestVlaanderen weer heel wat Lerende Netwerken op. Er zijn enerzijds netwerken rond algemene managementdomeinen (Learning & Development, Management Assistant, Energie, CSR (Corporate Social Responsibility), Cybercrisis Management, Big Data & Analytics, Digital Selling Strategy), en anderzijds over production & operations (Production Manager, Production Teamleader, Engineering, Quality, Logistics, Maintenance, Safety voor HSE-managers).
Tijdens een gratis proefsessie op 3 mei vertellen we je alles over de methodiek van het Lerend Netwerk en krijg je een getuigenis van deelnemer Sven De Witte, Maintenance Manager bij Renson. Daarna volgt een interactieve keynote over het verhogen van je persoonlijke productiviteit. We ronden af met een rondleiding langs de gloednieuwe lakstraat en montage van Renson Outdoor I NOA.
Dit najaar gaat een nieuw aanbod Lerend Netwerken van start. “Een echte aanrader”, vindt Frank Saelens, die 13 jaar geleden de eerste keer deelnam en nu peter is. “Er wordt elke keer enorm veel kennis samengebracht aan tafel en je bouwt een heel waardevol netwerk op.”

Voka West-Vlaanderen brengt bij de sessies van de Lerende Netwerken elke keer een groep mensen samen met dezelfde interesses. “In de ene groep worden leidinggevenden uit het productiemanagement samengebracht, in een andere uit de afdelingen kwaliteit, logistiek, maintenance, productontwikkeling,…”, vertelt Frank Saelens. Hij is Director Production & Industrialisation bij Locinox.
Bij de kick-off worden de topics bepaald die besproken zullen worden tijdens de aankomende sessies. “Elke sessie wordt één bepaald topic ter tafel gebracht. Die zijn heel uiteenlopend, zoals ‘Hoe hou ik mijn medewerkers’ gemotiveerd of ‘Hoe laat ik hen het best verder ontwikkelen?’ Of ‘Hoe ga ik om met veranderingen in mijn
bedrijf?’ Een coach met kennis over dat thema geeft een korte theoretische uitleg, daarna wordt er gedebatteerd en gediscussieerd.”
Peter
Frank Saelens startte 13 jaar geleden als deelnemer, maar intussen is hij peter geworden van een Lerend Netwerk. “Ik help de reeksen organiseren en brainstorm mee over mogelijke topics die aan bod kunnen komen. Dat ik peter ben geworden, komt omdat ik zelf enorm veel waarde zie in het concept. Aan tafel zitten telkens een pak ervaren bedrijfsmensen, die tips en tricks hebben voor elkaar en die hun ervaring heel graag willen delen.”
Je houdt er elke keer ook een enorm waardevol netwerk aan over, zegt Frank: “Na de sessie blijven de deelnemers doorgaans ook contact houden met elkaar. Het is immers een ideale manier om gelijkgestemden om raad of feedback te vragen op momenten dat het nodig is. Krak dezelfde situatie zullen ze misschien wel nog niet hebben meegemaakt, maar sowieso komt er altijd wel een nuttig inzicht of een gelijkaardige ervaring naar boven.”
Saelens is recent van job veranderd. Nadat hij meer dan 20 jaar manager was in hetzelfde bedrijf, werkt hij nu voor Locinox. “Uit de Lerende Netwerken heb ik geleerd dat ik vooral veel energie haal uit het coachen van medewerkers en hen helpen bij hun ontwikkeling. Toen ik op zoek ging naar een nieuwe uitdaging, heb ik specifiek een bedrijf gezocht waarin daar ruimte voor was en waar ik me daarop kon focussen.”
(JM - Foto Kurt)
“Het onderwijs is onze grootste werf”

Jurgen Vanlerberghe — gedeputeerde
Milieu, natuur, landschap, mobiliteit, landinrichting en informatietechnologie zijn de bevoegdheden die sinds december 2018 toegewezen zijn aan gedeputeerde Jurgen Vanlerberghe. Die domeinen leunen perfect aan bij de identiteit van de Vooruitpoliticus. Zijn eerste stappen in de politiek dateren van 1994, als secretaris van de Poperingse sp.a.-afdeling. Later deed hij meer ervaring op als schepen in de Hoppestad en als Vlaams Parlementslid.
Waarvoor hebben ondernemers de provincie nodig?
“Klasse 1-ondernemingen moeten bij ons zijn voor hun vergunning. Landbouwers krijgen bij ons ondersteuning via Inagro, terwijl de POM West-Vlaanderen hard inzet op innovatie en op het verbeteren van de link tussen het onderwijs en onze bedrijven. Voor de toeristische ondernemer is Westtoer dan weer van goudwaarde. Binnen mijn bevoegdheden ondersteunen we ondernemingen die willen inzetten op duurzame mobiliteit, de zogenaamde
modal shift. Met De Testkaravaan hebben we de voorbije 10 jaar zowat 20.000 medewerkers bereikt. Ook de gratis mobiscan, aangeboden door het Provinciaal Mobiliteitspunt, helpt bedrijven om hun medewerkers te motiveren om met de fiets of het openbaar vervoer naar het werk te komen. We ondersteunen bedrijven die via het Pendelfonds willen investeren in duurzame mobiliteit met het indienen van hun dossier. Grosso modo creëert de provincie een set van basisfactoren die bevorderlijk werken voor een goed ondernemersklimaat.”
Moeten we vrezen dat de regiovorming dat op de helling zal zetten?
“Ik denk niet dat de regiovorming veel impact zal hebben op onze werking. De referentieregio’s uit het plan-Somers vallen min of meer gelijk met de gebieden die wij zelf jaren geleden al hebben aangeduid. De
regiovorming vormt wel een grote bedreiging voor de impact van West-Vlaanderen in Brussel. Als we spreken over de middelen voor hoger onderwijs of voor innovatie en praktisch onderzoek, dan is onze provincie onderbedeeld. Als straks Kortrijk, Brugge en Roeselare in verspreide slagorde naar Brussel trekken om elk apart hun belangen te verdedigen, dan zouden ze wel eens van een kale reis kunnen thuiskomen. ‘Divide et impera’… Persoonlijk ben ik jaloers op de Limburgers, die zich niet uit elkaar hebben laten spelen door Bart Somers.”
Zijn provincies nog nodig?
“Gedeputeerden zijn makkelijk aanspreekbaar voor burgemeesters en schepenen, terwijl de meeste burgemeesters helemaal geen rechtstreekse lijn hebben met ministers of hun kabinetten. Haal je ons er van tussen, dan is de Vlaamse administratie het enige aanspreekpunt voor onze steden en gemeenten. Daarmee zullen ze echt niet beter geholpen zijn dan met een WestVlaams bestuur dat alle signalen uit de buik van de provinciale samenleving oppikt en problemen op een geïntegreerde manier aankaart. Ik ben ervan overtuigd dat de meeste West-Vlaamse politici, los van hun partijkleur, beseffen dat we de efficiëntie van het gewestelijk en federaal bestuur niet zullen verbeteren door de provincies af te schaffen. Het zou ook een aanzienlijke kwaliteitsreductie van het contact tussen onze bedrijven en de overheid betekenen.”
U bent onder meer bevoegd voor milieu, natuur en landschap. Hoe moeten we respect voor de open ruimte in evenwicht brengen met de blijvende vraag naar meer gronden voor bedrijventerreinen?
“Momenteel lijkt de krapte op de arbeids-

markt voor onze ondernemingen een grotere groeirem dan de nood aan extra bedrijfsgrond. Ook voor de toekomst ogen de cijfers niet gunstig. Voor elke 100 mensen van de beroepsbevolking die uitstromen, vinden we er in eigen provincie maar 70 à 80 nieuwe. Voka West-Vlaanderen vraagt daarom expliciet om 50.000 economische migranten van buiten de Europese Unie naar onze provincie te halen. In het discours van Voka mis ik wel de vraag hoe we de gevolgen van zo’n migratiegolf aanpakken. We spreken over pakweg 35.000 gezinnen met al snel 70.000 à 80.000 kinderen, of een extra populatie van circa 8% in onze provincie. Hoe gaan die allemaal onze taal leren? Waar gaan die naar school gaan? Waar vinden we voldoende woningen?
Kortom: we staan voor enorme uitdagingen. Extra ruimte om te ondernemen is er daar één van, maar zeker niet de enige.”
Welke alternatieve oplossingen zou u dan aanreiken?
“Ik erken dat de 430 extra ha bedrijfsgrond die momenteel worden gevraagd, geen gigantisch areaal vormen. Op West-Vlaams niveau bekeken zal dat het gezond evenwicht tussen open ruimte en bedrijventerreinen niet verstoren. Toch moeten we ook de grenzen van het veerkrachtig, gezond ecosysteem waarin we als mensen leven, bewaken. Niet alles kan overal. Aanvullend moeten we ook het totale plaatje bekijken. Hoe kunnen we bestaande bedrijventerreinen duurzaam optimaliseren door ze bijvoorbeeld te verdichten? Hoe reactiveren we leegstaande terreinen? Durven we nog meer inzetten op nieuwe werkvormen? Of blijven we denken dat thuiswerk een belemmering vormt op de productiviteit?”
“We moeten de grenzen van het veerkrachtig, gezond ecosysteem waarin we als mensen leven, bewaken.”
Thuiswerk gaat doorgaans hand in hand met digitale transformatie. Hoe zet de provincie daar zelf op in?
“Zonder onszelf al te hard op de borst te willen kloppen, denk ik dat we behoorlijk goed bezig zijn. Zo hebben we, inzake cyberveiligheid, de tweetrapsverificatie ingevoerd. Toen de pandemie ruim 3 jaar geleden losbarstte, waren we al volledig overgestapt naar Microsoft 365. Omdat het leeuwendeel van onze medewerkers over een laptop beschikt, was de stap naar thuiswerk klein. We investeren nog altijd in opleiding op maat, zodat iedereen stappen vooruit kan zetten in het gebruik van Office 365. Nu nog motiveren wij mensen om 2 dagen per week van thuis uit te werken. De herschikking van ons administratief gebouw, met meer ruimte voor flexwerkplekken, past naadloos in dat kader.”
In welke mate verlopen andere processen al digitaal?
“Alle processen inzake de aanvraag en het verkrijgen van vergunningsprocessen, verlopen hoofdzakelijk via de digitale snelweg. Ook zowat alle interne processen zijn gedigitaliseerd. Onze grootste handicap is dat lokale besturen al bij al een kleine markt vormen en dus minder interessant zijn voor
softwareontwikkelaars. Anders stonden we zeker nog verder. Ik heb er wel vertrouwen in, de sense of urgency om maximaal te digitaliseren is zeker aanwezig.”
Hoe beoordeelt u de werking van Acasus?
“Dit gezamenlijke initiatief van de provincie en de POM West-Vlaanderen functioneert als een inspiratie- en kenniscentrum voor duurzaam wonen, bouwen en renoveren. Hoewel de doelgroep heel breed is – ook bedrijven kunnen er terecht – bereikt Acasus momenteel vooral particulieren. Ik ben ervan overtuigd dat Acasus ook voor ondernemingen een meerwaarde kan bieden, zeker omdat er nog belangrijke uitdagingen inzake de verduurzaming van bedrijfsgebouwen op ons wachten. De meeste bedrijven zijn op vandaag evenwel vooral met de energietransitie bezig. We merken dat Acasus voor architecten en studiebureaus wel tot een gerespecteerd aanspreekpunt is uitgegroeid.”

Welke zijn de grootste infrastructuurdossiers die vandaag op tafel liggen?
“Binnen mijn bevoegdheden hebben we deze legislatuur een versnelling hoger
geschakeld voor de aanleg van fietspaden. Het budget steeg van 18 naar 40 miljoen euro, een inspanning die we nog lang zullen moeten volhouden. Het grootste knelpunt lijkt me de Vlaamse financiering, zeker voor de aanleg van fietstunnels en -bruggen onder of over gewestwegen, spoorwegen en kanalen. Voor onze provincie is Ventilus een cruciaal project, al heb ik het gevoel dat we daarin de processie van Echternach bewandelen. Ook het dossier over de kustverdediging lijkt te zijn verzand en het moderniseren van ons scholenpatrimonium komt eveneens moeilijk van de grond. Onderwijs is volgens mij trouwens de werf waarin we het hardst moeten investeren, zowel infrastructureel als menselijk. Vlaanderen is bij uitstek een kenniseconomie, met het menselijke kapitaal als enige ‘natuurlijke grondstof’. Dat de kwaliteit van ons onderwijs jaar na jaar daalt, moet ons grote zorgen baren en mogen we absoluut niet aanvaarden.”
Ten slotte: hoe kijkt u naar de vooruitgang in het Complex Project Ieper-Veurne?
“Het is een kapitale fout van Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters geweest om de consensus die in de regio over de aanpak van dit dossier bestond, in de koelkast te stoppen. Intussen zijn we alweer enkele jaren verder en is er geen enkele progressie gemaakt. Het compromis dat toen op tafel lag (onder meer een omleidingsweg om Brielen en een verbetering van de huidige N8 tot een drievaksbaan met ventwegen, nvdr) zou veel problemen oplossen. Door daar een Complex Project van te maken, heeft de minister bepaalde politici de kans gegeven om zich extra te profileren. Ik had liever gehad dat ze gewerkt had aan concrete oplossingen. Volgens mij is de doortrekking van de A19 overigens geen oplossing, wegens verschrikkelijk duur. Eigenlijk zouden we vooral de perceptie dat de Westhoek een verre uithoek is, moeten kunnen omdraaien. Mensen uit andere regio’s die in de Westhoek komen werken, zijn eerst geneigd daar de neus voor op te trekken, tot ze ontdekken dat het een verademing is door de fileloosheid.”
(BVC - Foto’s Kurt)
“De regiovorming vormt een grote bedreiging voor de impact van West-Vlaanderen in Brussel.”
Jan Desmet is nieuwe CEO van Ingenium
Group
Ingenium Group, het ingenieursbureau voor duurzame gebouwtechnieken met hoofdzetel in Brugge, heeft met Jan Desmet sinds 1 april een nieuwe


CEO. Nicolas Vyncke wordt uitvoerend voorzitter van de raad van bestuur en blijft zo ook in de toekomst een actieve rol spelen. “Het is de logische volgende stap in de evolutie en verdere groei van ons familiebedrijf.”
Ingenieur bouwkunde Jan Desmet werkt sinds 1999 bij Ingenium. “Hij was sinds 2015 als COO mijn rechterhand,” vertelt Nicolas Vyncke, die sinds 2005 in opvolging van zijn vader Herwig als CEO aan het roer stond. “Jan kent het huis dus door en door. Ik heb er dan ook het volste vertrouwen in dat hij de Ingenium Group de juiste duurzame koers zal laten varen en verder laten groeien. Als familiale aandeelhouder en voortaan voorzitter van de raad van bestuur kijk ik graag ver vooruit en wil ik waken over het DNA van onze organisatie en het familiale karakter van de Ingenium Group. We evolueerden de voorbije jaren naar meer dan 100 medewerkers, actief vanuit
Viert jouw onderneming een verjaardag?
kantoren in Brugge, Gent, Antwerpen, Leuven en sinds kort ook Brussel (voor de Franstalige markt).”
“Vanuit onze voortrekkersrol kiezen we er resoluut voor om alleen duurzame oplossingen aan te bieden voor de technische installaties in de gebouwde wereld,” vult Jan Desmet aan. “Dat willen we ook in de toekomst blijven doen als onafhankelijk ingenieursbureau, met een voldoende grote schaal om een toonaangevend kennisbedrijf te blijven, maar ook met de nodige wendbaarheid en flexibiliteit om in betrouwbare partnerschappen voor elk project telkens de beste oplossing te
kunnen aanreiken. Door nu al een antwoord te geven op de energievraagstukken van morgen creëert Ingenium Group een meerwaarde voor de generaties van de toekomst.” (SD - Eigen foto)
www.ingenium-group.be
traditie onze jubilarissen in de bloemetjes. Bestaat je onderneming 25, 50, 75, 100, 125 of zelfs 150 jaar? Laat het ons dan zeker weten via kellie.saelens@voka.be!

Investeren in fysiek goud is investeren in je toekomst.
Bouw vandaag al aan morgen
Nieuwe
spelregels om de klimaatuitdaging te tackelen.
We hebben allemaal een rol te spelen. Wat je actieplan voor een duurzame
toekomst ook is, wij zijn er om je te begeleiden bij belangrijke vragen. Met de ING Sustainable Buildings Guide, visualiseer je welke concrete acties jij kan nemen om je gebouwen duurzamer te maken.

Maak kennis met de Global Ambassadors


Vanuit Voka West-Vlaanderen willen wij West-Vlaamse ondernemers zoveel mogelijk steunen in hun internationale ambities. Wij willen ook de brug slaan tussen ondernemers door hen in contact te brengen met collega-ondernemers/ leden van het managementteam die kennis van zaken, een lokaal netwerk en ervaring hebben in een bepaald land: onze Global Ambassadors.
SINGAPORE
PETER VYNCKE — COMMANDER-IN-CHIEF VAN VYNCKE
“Ik leerde Singapore voor het eerst kennen toen ik eind de jaren 90 in Kuala Lumpur (Maleisië) woonde, op 3 uur rijden van Singapore. Intussen ben ik terug in Azië. Ik woon sinds 18 maanden met mijn vrouw en kinderen in Singapore en heb er ondertussen een heel uitgebreid netwerk. Singapore is de beste uitvalsbasis om Zuidoost-Azië te bedienen. Alle grote bedrijven hebben hier hun coördinatiecentrum en alle grote regionale investeringen worden van hieruit aangestuurd.
Vlaamse bedrijven die in Azië willen starten help ik hier samen met FIT, BLCC en BLAS en mijn netwerk vlug op weg.
Singapore heeft in 60 jaar moeten realiseren waar wij in Europa enkele honderden jaren voor genomen hebben. Dat moest dus efficiënt en met ijzeren hand gebeuren. Intussen is Singapore één van de meest welvarende landen ter wereld met de beste gezondheidszorg, een hoogopgeleide arbeidsmarkt en een open en efficiënte economie. Na de snelle opstart is Singapo-
re stap voor stap matuur aan het worden. Elke dag lijkt Singapore wat meer op Vlaanderen en wordt het leven en zakendoen gemakkelijker.
Ik geloof niet dat zakendoen in Singapore – en bij uitbreiding in Zuidoost-Azië – zeer anders is dan zakendoen in West-Vlaanderen. Onze manier van aanpakken sluit volgens mij veel beter aan bij Azië dan pakweg Noord-Amerika. De verschillen tussen Aziaten en West-Vlamingen zijn enkel oppervlakkig; wat een Aziaat blij maakt, maakt een West-Vlaming blij, wat een West-Vlaming verdrietig maakt, maakt een Aziaat verdrietig.
De komende 50 jaar groeit de bevolking – en dus de markt – alleen maar verder in Azië en Afrika; niet in de Amerika’s, noch in Europa. Azië moet dus sowieso ingeschreven zijn in je businessstrategie, en Singapore is daarbij de uitvalsbasis bij uitstek. Want alles wat je hier realiseert, kan je als voorbeeld uitrollen naar de rest van de regio.”
INFOSESSIE
De opportuniteiten van Singapore door de ogen van de Vynckeneers

Op donderdagavond 22 juni organiseren Voka West-Vlaanderen en familiebedrijf VYNCKE een inspirerende avond over zakendoen in Singapore. Peter Vyncke deelt zijn ervaringen, en experten zoomen in op de opportuniteiten voor jouw onderneming: Alyssia Lam (Singapore Economic Development Board), Eddy De Cuyper (douane-attaché voor Singapore bij FOD Financiën) en Caroline Maes (Luther Singapore). Daarna volgt een netwerkreceptie met walking dinner, aangeboden door de Vynckeneers.


Meer info en inschrijven

“Uitvalsbasis bij uitstek”
AANDACHT VOOR DE METAVERSE HOWEST
West-Vlaamse ondernemingen hebben zuurstof nodig om te blijven groeien. Daarvoor is onder meer de interactie tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven van groot belang. Hier laten we de hogeronderwijsinstellingen uit onze provincie aan het woord over hun opleidingsaanbod en onderzoeksprojecten. Met al jouw vragen over onderwijs kan je terecht bij joyce.simoens@voka.be.
Deel uitmaken van de virtuele wereld: jaren geleden was dat in de verste verte geen thema voor onze ondernemingen. Anno 2023 staat iedereen te popelen om die trein zeker niet te missen. De hulp van Howest kan daarbij ten zeerste van pas komen. Valorisatiemanager Kurt Callewaert bekijkt voortdurend de mogelijkheden om 3 specifieke opleidingen te verenigen met de noden van onze bedrijven. Daarnaast bundelt Hogeschool West-Vlaanderen de krachten met Vlerick Business School om een specifieke metaverse-opleiding voor bedrijven te starten.
DAE (Digital Arts & Entertainment), MCT (Multimedia & Creatieve Technologie) en Toegepaste Informatica: die 3 opleidingen zijn voor Howest cruciaal om de metaverse mee te helpen bouwen. “We evolueren almaar nadrukkelijker naar die ‘nieuwe wereld’, die een netwerk van digitale (3D-)omgevingen vormt waarin gebruikers via hun avatars kunnen leren, shoppen, gamen, evenementen bijwonen en dies meer”, stipuleert Kurt Callewaert. “De metaverse is dan ook een essentieel onderdeel van de hierboven vermelde opleidingen, die we sinds dit academiejaar intenser laten samenwerken. Die vertegenwoordigen 3.000 studenten, waarvan 500 niet-Vlamingen.”
VLAIO-dossier
Bij Howest beseffen ze beter dan wie ook dat de digitale wereld veel mogelijkheden creëert. “Daarom hebben we bij VLAIO een dossier voor ‘innovatieve businessmodellen in de metaverse’ ingediend. Dat lokte meteen de interesse van ruim 40 bedrijven, waardoor duidelijk is dat ondernemingen daar echt op willen inzetten, alleen weten ze op dit moment nog niet goed hoe. Onze studenten zullen hun bachelorproeven en stages kunnen doen bij de onderzoeksgroepen die, net als de bedrijven, bekijken wat er allemaal in de metaverse mogelijk is. Zo willen ondernemingen bijvoorbeeld bestuderen hoe ze een virtuele versie van een fysieke winkel kunnen maken.”

De creatie van die virtuele wereld vergt erg veel nieuwe vaardigheden, zoals gametechnologie, artificiële intelligentie, virtuele
en verhoogde realiteit (VR en AR). “Ook cyberveiligheid en Web3, een decentrale versie van het internet, winnen aan belang. Die knowhow willen we opbouwen door onze studenten, over de grenzen van de 3 opleidingen heen, te laten samenwerken. Ze kunnen hun expertise dan nog verder verfijnen in een specialisatiejaar, bijvoorbeeld rond blockchaintechnologie.”
“De kennis rond de metaverse wordt opgebouwd in onze onderzoeksgroepen DAE Research (Games), HitLab (XR), Smartech Lab (AI), Security & Privacy (CS en Web3) en BM Research (Business)”, vervolgt de valorisatiemanager. “Vervolgens kunnen we die kennis naar de opleidingen transfereren, maar er zijn ook navormingen voor de bedrijven. Zo start Howest samen met de Vlerick Business School een zesdaagse training Start2Metaverse voor bedrijven.”
(BVC - Foto Kurt)
“Gediversifieerde onderzoekinfrastructuur maakt veel mogelijk”
“Ondernemingen willen onder meer bestuderen hoe ze een virtuele versie van een fysieke winkel kunnen maken.”
— KURT CALLEWAERT
Belexa Advocaten
Het recht van de subagent op de uitwinningsvergoeding geïnd door de agent
Een principaal had een handelsagentuurovereenkomst gesloten met een agent om de producten van de principaal te verkopen in België, Frankrijk en Luxemburg. Deze agent deed evenwel op zijn beurt een beroep op een subagent die blijkbaar behoorlijk zijn best had gedaan bij het uitbreiden van de cliëntèle van de principaal. Zoals wel vaker gebeurt in juridische artikelen als deze, ging het natuurlijk mis. De principaal eindigde immers de agentuurovereenkomst met de agent en deze laatste werd genoopt om op zijn beurt de samenwerking met diens subagent te eindigen. De agent claimde én ontving een uitwinningsvergoeding vanwege de principaal.
De meesten onder jullie zullen het vervolgens rechtvaardig vinden dat de subagent op zijn beurt aanspraak kan maken op zijn aandeel in de uitwinningsvergoeding die de agent had ontvangen van de principaal. Immers, de subagent had behoorlijk zijn best gedaan bij het aanbrengen van nieuwe klanten en was zodoende verantwoordelijk voor de gestegen omzet van de agent (op basis waarvan de uitwinningsvergoeding wordt berekend).
Het hof van beroep van Luik verwierp evenwel de vordering van de subagent jegens de agent onder verwijzing naar het artikel X.18, eerste lid, WER waarin staat te lezen dat na de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst de handelsagent recht heeft op een uitwinningvergoeding “wanneer hij de principaal nieuwe klanten heeft aangebracht of wanneer hij de zaken met de bestaande klanten aanzienlijk heeft uitgebreid, voor zover dit de principaal nog aanzienlijke voordelen kan opleveren”. Het hof van beroep van Luik was in het bijzonder van oordeel dat de door de agent ontvangen uitwinningsvergoeding “geen aanzienlijk voordeel vormde waar het niet ging om een toekomstig voordeel, maar om een krachtens de wet verschuldigde vergoeding”.
Deze uitspraak zal misschien minder verwonderen wanneer u verneemt dat na afloop van de samenwerking tussen de principaal en de agent, de subagent rechtstreeks contractant werd van de principaal. Met andere woorden, de subagent en de principaal hadden de agent als tussenpersoon uitgeschakeld.
De subagent kon zich evenwel niet vinden in het arrest van het hof van beroep van Luik en maakte de zaak aanhangig bij het Hof van Cassatie, waarbij deze op zijn beurt een prejudiciële vraag stelde aan het Hof van Justitie. In essentie werd gevraagd of een subagent recht heeft op een deel van de uitwinningsvergoeding uitgekeerd aan de hoofdagent in het licht van artikel 17 van de EU-richtlijn 86/653 van de Raad van 18 december 1986 inzake de coördinatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake zelfstandige handelsagenten, die de basis vormt voor artikel X.18 WER.
Het Hof van Justitie oordeelde dat artikel 17 van de EU-richtlijn 86/653 aldus moet worden uitgelegd dat de uitwinningsvergoeding die door de principaal aan de hoofdagent is betaald op basis van de klantenkring die door de subagent is aangebracht, een aanzienlijk voordeel kan vormen voor de hoofdagent.

Ingevolge de uitspraak van het Hof van Justitie besloot het Hof van Cassatie vervolgens dat het hof van beroep van Luik zijn beslissing (om de vordering van de subagent ongegrond te verklaren) niet naar recht verantwoordde. Het bestreden arrest van het hof van beroep van Luik werd vernietigd.
Het hof van beroep, anders samengesteld, zal zich nu opnieuw moeten buigen over de zaak, waarbij het uitkijken is of het anders samengestelde hof van beroep op een andere manier zal omgaan met de uitschakeling van de agent door de principaal en de subagent.
Bij het contracteren met subagenten kan u dus best de nodige contractuele maatregelen voorzien om u beter te wapenen tegen een samenspannen tussen uw subagent en uw principaal in plaats van terug te vallen op vagere begrippen zoals o.a. oneerlijke handelspraktijken (V.104 WER) en/of het loyaal en ter goeder trouw handelen (X.4 WER) die zullen moeten worden afgewogen tegen o.a. de vrijheid van ondernemen (II.3. WER).

Wij zijn advocaten, maar vooral raadgevers.
Enkele interessante en niet te vergeten forfaitaire onkostenvergoedingen
De terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever zijn zowel voor de werknemer/bedrijfsleider als de werkgever/ vennootschap fiscaal interessant. Uitbetaalde onkostenvergoedingen vormen een aftrekbare beroepskost voor de werkgever of voor de vennootschap. Voor de werknemer/bedrijfsleider wordt de terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever niet als loon beschouwd, als aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Ficheplicht
Vanaf inkomstenjaar 2022 moet op fiche 281.10 (werknemers) en fiche 281.20 (bedrijfsleiders) het effectief terugbetaalde bedrag vermeld worden. Als de onkostenvergoeding niet op fiche wordt vermeld, kan de fiscale administratie de aftrekbaarheid van de kosten voor de werkgever/vennootschap weigeren of een administratieve geldboete opleggen.
Woon-werkverplaatsingen en beroepsverplaatsingen met de auto Het maximumbedrag vrijgesteld van RSZ en bedrijfsvoorheffing bedraagt 0,4259 euro per km. De wagen mag geen eigendom zijn van de werkgever/vennootschap of door hun gefinancierd worden. Dit forfait bedraagt alle kosten die verband houden met de auto – nl. onderhoud, verzekering, brandstof, slijtage,… Voor bedrijfsleiders kan deze onkostenvergoeding interessant zijn als de wagen in privé-eigendom blijft en de CO2-uitstoot van de wagen hoog ligt. De fiscale aftrekbaarheid van de wagen in de vennootschap is dan namelijk beperkt en het VAA (voordeel van alle aard) is vaak te hoog.
Forfaitaire onkostenvergoeding voor binnenlandse dienstreizen
Voor werknemers/bedrijfsleiders die veel reizen binnen het Belgische grondgebied kan het fiscaal interessant zijn om een forfaitaire vergoeding voor binnenlandse dienstreizen toe te kennen. Deze vergoeding dekt de maaltijdkosten van de bedrijfsleider en bedraagt maximum 19,99 euro per dag (sinds 1 januari 2023). Voor een werknemer is het maximumbedrag begrensd tot 17 euro per dag.
Ten eerste moet de verplaatsing minimaal 6 uur duren. Ten tweede mag de werkgever of een derde de maaltijdkosten niet op zich nemen. De werknemer/bedrijfsleider
mag dus geen gratis maaltijd krijgen bij een klant of leverancier. Ten laatste mag de verplaatsing geen aanleiding geven tot een ander voordeel om de maaltijdkosten te dekken. De werkgeverstussenkomst in maaltijdcheques moet dus in mindering worden gebracht van de forfaitaire onkostenvergoeding.
Voor wie regelmatig binnenlandse dienstreizen maakt, kan maandelijks maximaal 16 maal de forfaitaire onkostenvergoeding worden toegekend.
Aanvullende dagelijkse forfaitaire onkostenvergoeding voor verblijfkosten
Wie naar aanleiding van een binnenlandse dienstreis buiten zijn woonplaats moet logeren, kan een aanvullende forfaitaire dagvergoeding worden toegekend. Deze vergoeding voor bedrijfsleiders bedraagt maximaal 149,99 euro per nacht. Voor werknemers is dit bedrag begrensd tot maximum 35 euro per nacht.
Forfaitaire onkostenvergoeding voor buitenlandse dienstreizen Voor beroepsmatige verplaatsingen naar het buitenland kan er ook een onkostenvergoeding worden toegekend. Deze onkostenvergoeding dekt de kosten van maaltijden (behalve het ontbijt) en andere kleine uitgaven ter plaatsen. De reis- en verblijfkosten, zoals de kosten van het vliegtuig en hotel, zijn niet inbegrepen in het forfait. Deze kunnen dus nog apart vergoed worden volgens de werkelijke uitgaven, mits het voorleggen van de nodige bewijzen.
De forfaitaire dagvergoeding voor buitenlandse dienstreizen kan worden toegekend vanaf de werknemer/ bedrijfsleider minstens 10 uur in het buitenland verblijft. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het land van
verblijf en de maxima zijn vastgelegd bij ministerieel besluit en bedragen al vlug meer dan 100 euro belastingvrij per dag. Voor buitenlandse dienstreizen van meer dan 30 dagen gelden lagere bedragen.
Forfaitaire onkostenvergoeding voor thuiswerk
Deze forfaitaire vergoeding kan niet worden toegekend aan bedrijfsleiders van een vennootschap. Een werkgever kan aan werknemers die structureel en op regelmatige basis een substantieel deel van hun arbeidstijd van thuis uit werken een onkostenvergoeding van maximum 148,73 euro per maand toekennen. De werkgever kan ook een extra vergoeding toekennen van maximum 20 euro per maand voor het professioneel gebruik van een privé-internetaansluiting én een extra vergoeding van maximum 20 eur per maand voor het professioneel gebruik van een privécomputer met randapparatuur.

FIDUCIAIRE GODDERIS
De 17 Sustainable Development
Goals van de Verenigde Naties worden wereldwijd ingezet als doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. In deze rubriek stellen we telkens een andere SDG voor. SDG 9 draait rond industrie, innovatie en infrastructuur. Investeringen daarin leiden immers tot groei in productiviteit en inkomen, en verbeteringen in gezondheidszorg en onderwijs.

Logistieke speler ECS, met hoofdkantoor in Zeebrugge, is marktleider op het vlak van supplychain logistics en intermodale transportoplossingen. Het bedrijf is actief in 35 landen, en heeft ook kantoren en magazijnen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Nederland. Er werken in totaal 650 werknemers die samen een omzet van zo’n 525 miljoen euro realiseren.
“We zijn actief in 2 verschillende businessunits”, legt Hugo Donche uit. “De Business Unit intermodale, die focust op internationaal transport, en waarbij we instaan voor zo’n 225.000 intermodale ladingen op jaarbasis. En de logistiek voor supplychain anderzijds, waarin we zo’n 4 miljoen palletten per jaar behandelen en transporteren via onze magazijnen. Onze klanten zijn daar vooral leveranciers van supermarktketens. Wij halen palletten op bij de producenten, stockeren ze in onze magazijnen en brengen ze dan op afroep naar hun klanten. We hebben 200.000 eigen palletplaatsen in onze magazijnen.”

ECS is gespecialiseerd in transporten van en naar het Verenigd Koninkrijk. “Al sinds de opstart van het bedrijf 25 jaar geleden is dat zo”, zegt Hugo Donche. “Eerst was er vooral veel onduidelijkheid rond de nakende Brexit in onze sector, maar toen duidelijk werd dat die wel degelijk heel ingrijpend zou worden, hebben we besloten om die
Douaneflow bij
ECS is volledig geautomatiseerd
niet als een groot probleem te zien dat op ons afkwam, maar als een opportuniteit.”
Gespecialiseerde firma
Het bedrijf nam een gespecialiseerde firma onder de arm om zich op de Brexit voor te bereiden. “Van alle producten in onze magazijnen, gemiddeld zo’n 2.500, hebben we alle nodige informatie en gegevens om die in het VK binnen te krijgen, in ons systeem gestopt. Zodra we nu van een bepaald product aanduiden dat het aanwezig is op onze vracht, worden alle documenten en gegevens automatisch opgeroepen. Voor onze klanten verandert er niets; zij moeten net zoals voor de Brexit gewoon zorgen dat hun producten tijdig klaarstaan.”
ECS neemt op die manier flink wat kopzorgen weg bij zijn klanten. “Vooral voor onze supplychain-klanten vormen we de one-
stop-shop voor al hun douane-issues, maar ook bij de intermodale transporten kunnen klanten een deel van of het volledige douanewerk aan ons toevertrouwen.” ECS doet een kleine 600.000 douane-aangiftes per jaar. “Wij zijn geen douane-agent die zijn marges uit het douanewerk moet halen. Voor ons is dit een deel van onze service en we bieden die dan ook tegen een zo scherp mogelijke prijs aan.” (JM - Eigen foto)

Meer weten? Contacteer ons gerust via 0476 02 59 42 of duurzaamondernemen.wv@voka.be

“We gaan elke dag voor een smile”
Om uitgeroepen te worden tot Personality of the Year moet een mens zeer goede papieren in huis hebben. Het overkwam recent Lily Libeert van het gelijknamige bedrijf uit Komen. Een puur West-Vlaams familiebedrijf dat in de jaren 90 al zijn heil zocht net over de taalgrens. Lily Libeert leidt als co-CEO in de vierde generatie, samen met haar zus Désirée en 2 broers, de zaak die nog altijd blijft groeien.
Lily en Désirée Libeert — Libeert Chocolade


Wat moet je doen om tot Personality of the Year (een concours georganiseerd door Gondola voor retailers en producenten, nvdr) te worden uitgeroepen? Wat gaf de doorslag bij de jury?
Lily Libeert: “Het is eigenlijk een heel toffe wedstrijdformule, want je stelt je niet zelf kandidaat. Je wordt in eerste instantie gekozen door een keurgroep van mensen die goed thuis zijn in de ondernemerswereld. Hét eerste en belangrijkste criterium is het ondernemerschap. Als de shortlist bekendgemaakt wordt, heeft het brede publiek 30% van de stemmen en de jury (liefst 19 mensen) 70% van de stemmen. Naast het pure ondernemerschap wordt er ook gekeken naar de cijfers en naar de persoonlijkheid van de kandidaat, en wordt er ook informatie ingewonnen bij een netwerk van ondernemers die de sector kennen. En daar kwam ik dan als primus uit, tegen nochtans sterke tegenkandidaten. Het doet wat met je, echt bijzonder. Ook van de lawine aan reacties gingen mijn ogen knipperen.”
Betekent deze onderscheiding
überhaupt iets voor de business van het bedrijf?
Lily Libeert: “Daar is het volgens mij nog te vroeg voor. Maar op termijn verwacht ik daar wel iets van. Nu al kwamen heel wat spontane felicitaties binnen van retailers. Het is ongetwijfeld een erkenning voor de weg die we zijn ingeslagen met het bedrijf, wij met het management maar evengoed alle medewerkers hier aan boord. We proberen over de 4 generaties heen een bedrijf te zijn met een missie. Toen mijn overgrootvader Italo-Suisse oprichtte met een winkel in Izegem, had hij één belangrijk doel voor ogen: zijn passie voor heerlijke chocolade delen met zoveel mogelijk mensen. Die boodschap zijn we nooit vergeten. De tweede generatie legde de focus op de distributie en de derde generatie focuste op een verruiming van het assortiment. Zo deelden ze hun passie met steeds meer consumenten. Met de vierde generatie hebben we ook nagedacht hoe we die missie het best
konden invullen, nu een aantal processen al het gewenste niveau bereikten, met dank aan onze ouders en voorouders. Na lang intern beraad zijn we tot één sleutelwoord gekomen dat onze missie moest samenvatten. Dat woord is ‘smile’. Wij willen elke dag opnieuw een glimlach toveren op het gezicht van elkeen die voor ons werkt of met ons bedrijf en onze producten in contact komt: van onze eigen medewerkers over consumenten en leveranciers tot klanten. Heel ons businessplan is opgebouwd rond dat ene woord en de implementatie ervan is ongoing. Nog elke dag proberen we beter te worden en dus meer smiles te toveren op de lippen van alle stakeholders. Concreet zijn we nu bezig met investeringen in nog meer merk- en naambekendheid, terwijl we ook onze inspanningen op het vlak van innovatie blijven voortzetten.”
Bestempelt u deze award, extrapolerend, ook als een opsteker en motivatie voor vrouwen in het algemeen om zich meer te ‘gooien’ op het ondernemerschap?
Lily Libeert: “Ik kan alleen maar verheugd vaststellen dat de positie van de vrouw en haar aandeel in het ondernemerschap over de jaren blijft groeien. Positief, denk ik dan. Maar je moet ook verder kijken. Kansen doen zich voor in functie van waar je wieg staat. Wat bij ons goed evolueert, betekent nog niet dat het elders ook die richting uitgaat. In de EU en zelfs wereldwijd ligt er nog veel werk op de plank om vrouwen te laten doorgroeien op de maatschappelijke ladder. En daar wil ik zeker aan bijdragen. Die visie deel ik trouwens met mijn zus Désirée, die hr-directeur is bij Libeert.”
Een groot punt van kritiek bij emancipatiebewegingen betreft de ongelijke verloning voor gelijkaardige jobs tussen mannen en vrouwen. Hoe zit dat bij Libeert?
Désirée Libeert: “Van de 160 medewerkers hier aan boord (120 in de productie, 40 bedienden), zijn vrouwen met 70% in de meerderheid. Misschien is het fijnere werk in de productie nu eenmaal meer aan hen
besteed? Maar wat de verloning betreft voor dezelfde job zijn we fier te kunnen zeggen dat de lat hier gelijk ligt.”
Een recente studie van Securex toont aan dat er nog altijd te veel stereotiepe ideeën bestaan over het functioneren van vrouwen in de bedrijfswereld. Bijvoorbeeld: ze zetten moeilijker de stap. Of nog: ze zijn meer geschikt voor zachte jobs. Ervaart u dat zo?
Lily Libeert: “Haha, maar vrouwen met ballen, dat bestaat ook hoor (lacht). In alle ernst: ik vind dat iedereen voor zichzelf moet uitmaken wat hij graag doet in zijn leven, dat is mee de basis van menselijk geluk, toch?”
Désirée Libeert: “We hebben een nicht die in haar vrije tijd houdt van kleiduifschieten en van voetbal spelen. Niets mis mee, denk ik dan. De ene vrouw is van Mars en de andere van Venus. Laat elkeen maar zichzelf proberen te zijn en de job zoeken die daarop het best aansluit.”
Lily Libeert: “Van opgelegde quota ben ik hoegenaamd geen voorstander. Finaal draait het om de vraag wie het meest geschikt is voor welke job, ongeacht of dat nu een man of een vrouw is. De juiste skills hebben, dat is hét belangrijkste.”
Een Zweedse studie stelt dat de ‘nieuwe’ CEO na corona 3 cruciale skills moet hebben: mentale en gezonde balans in zijn leven, veerkracht om zich telkens opnieuw op te laden en het vermogen om te leren omgaan met onzekerheden. Hoe vult u dat zelf in?
Lily Libeert: “Ik probeer mijn balans te vinden via tal van zaken: joggen, podcasts beluisteren, rustige weekends als tegengewicht voor de drukte van de week, een deel ‘scroll-apps’ verwijderd van mijn gsm, en thuis geen televisie. Maar de allerbeste afleiding blijft allicht een baby van 19 maanden. Een kind zien, dát zorgt op slag voor een glimlach. Het helpt ook om veel zaken te relativeren, in een ander perspectief te zien. Me telkens opnieuw opladen gebeurt dankzij m’n omgeving, m’n medewerkers, en m’n broers en zus. Zolang ik omringd word door positivisme, kan ik er tegenaan. Zaken ‘doen’ is misschien wel belangrijker dan om het even welk goed businessplan op papier.”
Ook in onzekere tijden? Wat is uw grootste onzekerheid als ondernemer?
Lily Libeert (denkt lang na): “Op dit moment de inflatie in combinatie met de uitdagin-
“Wij willen elke dag opnieuw een glimlach toveren op het gezicht van elkeen die voor ons werkt of met ons bedrijf en zijn producten in contact komt.”
gen op het vlak van verduurzaming denk ik. Maar ik besef ook dat je daar geen nachten mag van wakker liggen omdat dat je toch geen stap vooruit helpt. Het komt er vooral op aan om ermee aan de slag te gaan.”
Over inflatie gesproken. Het heet dat de prijsdruk die de retailers – die zélf kampen met lage marges – opleggen aan de producenten, haast niet te dragen is.
Lily Libeert: “Ik ervaar dat toch enigszins anders. Als je samen aan tafel zit en je kan de zaken duiden, dan merk ik toch voldoende begrip bij die retailers met wie je al lange tijd een zakenrelatie hebt. Finaal spreken we ook dezelfde taal: die van het ondernemerschap, met zijn problemen en zijn oplossingen. Als er geen ondernemerschap is, wat heb je dan in een maatschappij? Bedrijven zijn de motor van elke samenleving.”

Niemand kan vandaag nog rond het thema duurzaamheid fietsen. Waaraan denkt u dan in de eerste plaats?
Lily Libeert: “2 zaken. We hebben een investeringsplan lopen om tegen 2030 onze CO2-voetafdruk te reduceren tot het absolute minimum. Bijna niets dus. Alles zit op schema. Ten tweede: ik denk ook aan de cacaoboeren in derdewereldlanden. Zij leveren ons de grondstoffen. Iedereen weet dat zij het veel minder hebben dan de gemiddelde burger in de westerse wereld. Daar wilden we wel iets aan doen. De trigger was het Beyond Chocolate-programma van 2017, dat door toenmalig minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo in de markt werd gezet. De bedoeling was om alle Belgische chocolade tegen 2025 een etiket ‘duurzaam’ te bezorgen. Wij zijn daar toen met ons bedrijf meteen op doorgegaan. In concreto werken we nu al jaren mee om aan onze cacaoboeren-leveranciers een betere levensstandaard te bezorgen. Maar er is ook meer: we willen ook de kinderen van die boeren helpen aan onderwijs. Zo loopt er nu een pilootproject in Peru voor kinderen van cacaoboeren waar ons team meter of peter van is. De vzw Cunina van boegbeeld Sophie Vangheel is de go-between die op het terrein alles opvolgt.”
Wat zijn de regels binnen de family office met 2 broers en 2 zussen gezamenlijk aan het roer? Wat zegt u corporate governance?
Lily Libeert: “In essentie gaat het om de manier waarop een bedrijf wordt bestuurd
Lily Libeert (38)
won de Personality of the Year-award van Gondola Society in de categorie ‘Suppliers’. Ze werd door de jury vooral geprezen om haar ondernemingsskills. “Ondernemen in een verzadigde chocolademarkt is niet gemakkelijk. Toch heeft zij meegeholpen om de omzet van het bedrijf te doen verdubbelen. Dat is echt een straffe prestatie”, meende de vakjury.
en gecontroleerd. Het gaat erom ervoor te zorgen dat alle belanghebbenden – van aandeelhouders tot klanten en medewerkers – eerlijk worden behandeld en dat het bedrijf op een transparante en verantwoordelijke manier wordt geleid. Het doel van corporate governance is om waarde te creëren op de lange termijn, en dat is alleen mogelijk door de onderneming op een professionele en gestructureerde manier te beheren. Die missie vullen we elke dag in.”
Désirée Libeert: “Toegepast op Libeert hebben wij een raad van bestuur, met externe leden die een klank- en reflectiebord vormen. Daarnaast hebben we ook een familiaal overleg en is er ook een familiecharter, dat reeds opgesteld werd lang voor we wisten dat we actief zouden worden in het bedrijf. Onze vader is daarin echt een voortrekker geweest.”
Moet dit bedrijf per se familiaal blijven?
Stel: Uncle Sam komt binnen met een
offer you can’t refuse. Of een rijke Chinees.
Désirée Libeert: “We zijn daar helemaal niet mee bezig. We halen volledige voldoening met wat we vandaag doen. Dit gezegd zijnde: SRIW (de Waalse investeringsmaatschappij) stapte jaren geleden, bij de overdracht van de derde naar de vierde generatie, mee in het kapitaal voor 12,5%.”
Hoe ervaart u de Waalse context? Was de beslissing om van West-Vlaanderen naar Komen te verhuizen, de beste beslissing ooit?
Lily Libeert: “Het is destijds een beslissing geweest vanuit praktisch oogpunt. Er waren nieuwe industrieterreinen in Komen en we zochten toen meer plaats. Anderzijds zorgt het nu voor een toffe mix van onze 2 landstalen. En uiteindelijk staan we voor Belgische chocolade en zo voelen we ons ook: Belgian Chocolate Creators.”
(Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)
“Bedrijven zijn de motor van elke samenleving.”
DOSSIER haven en blue energy
Fluxys LNG Zeebrugge goed voor 10% Europese

aardgasbevoorrading
Fluxys LNG in Zeebrugge draait op volle toeren en werd de jongste maanden druk bezocht door Europese regeringsleiders. “In de veranderde markt werden we op korte tijd nog meer een strategische hub. We investeren nu in verdere uitbreiding en bereiden ons ook voor op nieuwe energiedragers zoals waterstof”, zeggen terminalmanager Stijn Maelfeyt en woordvoerder Thierry Vervenne.
Aantal operaties verdubbeld
“Fluxys LNG is cruciaal voor de industriële en maatschappelijke stabiliteit van Europa”, sprak de bondskanselier Olaf Scholz op de Belgisch-Duitse energietop op Valentijnsdag in Zeebrugge. Door de gewijzigde aardgasbevoorrading sinds de oorlog in Oekraïne, passeerde vorig jaar doorheen ons land maar liefst 13 keer meer aardgas naar Duitsland en dubbel zoveel naar Nederland als voorheen.
Het verhaal van LNG – liquified natural gas of vloeibaar gemaakt aardgas – Zeebrugge volgde op de oliecrisissen van de jaren 70. “Er werd beslist om ons land minder afhankelijk te maken van petroleum. In 1987 werden op de oostelijke strekdam 3 opslagtanks van elk 80.000 m³ in gebruik genomen. Daarbij hoorde een installatie om het vloeibare LNG te hervergassen om op het landnet te steken, met een capaciteit van 4,5 miljard m³ per jaar. Er werd gestart met een exclusief 20-jarig contract van circa wekelijks één tanker uit Algerije”, vertelt terminalmanager Stijn Maelfeyt.
Grootste schepen
Vanaf 2008 werd de terminal voor meerdere klanten opengesteld. “De vraag overtrof het aanbod. We verdubbelden de hervergassingscapaciteit van 4,5 naar 9 miljard m³ LNG en bouwden een vierde opslagtank voor een totale capaciteit van 380.000 m³. We zijn bij de happy few die de allergrootste Q-Max-schepen met een inhoud van 266.000 m³ kunnen ontvangen. We investeerden ondertussen ook in een tweede aanlegsteiger, een vijfde opslagtank voor nu in totaal 566.000 m³ en uitrusting om schepen te laden, zowel vanuit de op-
Energietransitie
slagtanks als overslag van schip naar schip. Hier komen bijvoorbeeld bunkerschepen die vaartuigen met aardgasmotoren bevoorraden. Daarnaast hebben we sinds 2010 een laadstation voor trucks die LNG naar de industrie, tankstations en schepen verdelen. De terminal telt ruimt 100 eigen medewerkers, aangevuld met onderaannemers.”
“Tegen volgend jaar verhogen we onze hergassingscapaciteit van 9 naar 17 miljard m³ per jaar. Daarmee stappen we van de middenmoot naar de 10% grootste terminals ter wereld. We bouwen daartoe 3 bijkomende installaties volgens hetzelfde groene principe dat we al 10 jaar toepassen. Het vloeibare gas van -160 graden wordt opnieuw naar gasvormige temperatuur gebracht door warmtewisselaars met zeewater als warmtebron.” Naast een maritiem centrum is Zeebrugge ook een knooppunt van pijpleidingen. “Sinds 1993 is er de onderzeese Zeepipe 1 vanuit de Noorse gasvelden, sinds 1998 de bi-directionele Interconnector met het VK en sinds 2016 een aanvoerleiding vanuit de LNG-terminal in Duinkerke”, schetst Maelfeyt.
90 kerncentrales
Fluxys LNG draait op volle toeren, zegt woordvoerder Thierry Vervenne: “Vorig jaar waren er 321 scheepsoperaties, bijna het dubbele van het recordaantal 181 in 2021. De laatste 10 jaar waren er gemiddeld 90 operaties per jaar. De combinatie van het maritieme en de pijpleidingen in de zone Zeebrugge heeft een capaciteit van 80 gigawattuur per uur, het energie-equivalent van 80 kerncentrales. Met de bijkomende
De toekomst brengt nieuwe uitdagingen. “Wij nemen onze verantwoordelijkheid in de energietransitie en breiden ons net uit voor andere energiedragers zoals groene waterstof, ammoniak, biomethaan en synthetisch methaan. Anderzijds bereiden we ons ook voor op het vervoer van industrieel afgevangen CO2 naar lege, onderzeese aardgasvelden of andere toepassingen. Uit onze marktbevragingen blijkt dat er voor al die diensten relatief snel een enorme vraag zal ontstaan. Wij werken aan partnerships in de havens van Zeebrugge, Antwerpen en Gent en internationaal in onder meer Noorwegen, Frankrijk en Chili”, zegt Vervenne.
investeringen wordt dat volgend jaar 90 gigawattuur per uur. We versterken ook ons netwerk richting het binnenland en verder. Met straks een doorvoer van 590 terrawattuur per jaar tekenen we voor meer dan 10% van de capaciteit die nodig is voor de Europese bevoorrading.” Vaak komt de vraag waarom er ondanks de oorlog in Oekraïne nog steeds Russisch gas aankomt, naast leveringen uit onder meer Qatar en de Verenigde Staten. “Wij hielden steeds de aanvoerbronnen zo divers mogelijk. Die spreiding van het bevoorradingsrisico hielp België en de buurlanden altijd doorheen de winter. Met onze klant Yamal uit Siberië hebben we een langlopend contract en dat kunnen we internationaal juridisch niet zomaar eenzijdig verbreken. Mocht de Europese Unie een embargo op Russisch gas invoeren, dan zullen wij die overheidsbeslissing uiteraard respecteren”, zegt Vervenne. (RJ - Eigen foto)
“Tegen volgend jaar verhogen we onze hergassingscapaciteit van 9 naar 17 miljard m3 per jaar. Daarmee stappen we van de middenmoot naar de 10% grootste terminals ter wereld.”
— STIJN MAELFEYT EN THIERRY VERVENNE
Vlaams project Kustvisie is geen ver-van-ons-bed-show
Voka vraagt afstemming met bedrijfswereld
De Vlaamse overheid heeft een plan van aanpak goedgekeurd met betrekking tot het dossier Kustvisie. Daarin worden mogelijke alternatieven onderzocht om onze kust de komende 100 jaar en langer te blijven beschermen tegen overstromingen uit zee. Op basis van dat onderzoek blijven voor de strandzones nog 2 kansrijke alternatieven over: de hoog- en laagwaterlijn behouden waar ze nu is (alternatief ‘Ter plaatse’) of op termijn gefaseerd verschuiven richting de zee (alternatief ‘Zeewaarts’). Die alternatieven vormen het startpunt om de komende 2 jaar een Vlaams strategisch beleidsplan op te maken.
Bij ‘Ter plaatse’ blijven de hoog- en laagwaterlijn waar ze vandaag zijn. Bij ‘Zeewaarts’ verschuiven ze op lange termijn gemiddeld een honderdtal meter richting zee. De Vlaamse overheid kan beide alternatieven de komende 100 jaar of langer in kleine stapjes uitrollen of net in hele grote stappen. Het alternatief ‘Zeewaarts’ lijkt meer kansen dan het alternatief ‘Ter plaatse’ te bieden, omdat het een optie is om op lange termijn aan al onze stranden opnieuw duinen te creëren én de huidige strandbreedte te behouden en op vele plaatsen zelfs licht te verbreden.
Voor onze kusthavens zullen extra beschermingsmaatregelen uitgevoerd moeten worden. Voor de haven van Oostende zal er tussen 2030 en 2050 ofwel een verdere ophoging rondom de hele haven nodig zijn, ofwel de aanleg van een stormvloedkering of een sluis in de voorhaven. Indien voor een sluis wordt gekozen, zullen de strekdammen zo’n 800 meter langer gemaakt moeten worden. In de komende jaren zal dat verder onderzocht moeten worden, zodat daarover ten laatste tegen 2030 een beslissing kan worden genomen. Voor de haven van Zeebrugge zal men sowieso een open toegang tot zee moeten behouden. Dat is het enige redelijke alternatief voor de voorhaven
van Zeebrugge. Een eerste ophoging van de strekdammen en kades moet allicht vóór 2060 gebeuren. Voor de jachthaven van Zeebrugge zal een stormvloedkering of nieuwe sluis nodig zijn. Een definitieve keuze is wellicht tegen 2040 nodig, de aanleg ervan is wellicht nodig vóór 2060.
Veel vragen
Voor Voka West-Vlaanderen is het essentieel dat er hieromtrent dringend overleg komt met de havenbedrijven uit zowel Oostende als Zeebrugge. Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van VokaKamer van Koophandel West-Vlaanderen: “Dergelijke ingrepen zullen een immense impact hebben op de bedrijfsvoering van onze havenbedrijven. Zij zijn echter nog helemaal niet betrokken in het proces; ze
zijn daarover zelfs nog niet geïnformeerd. Nochtans rijzen er nu al heel wat vragen inzake de betaalbaarheid, haalbaarheid, impact op bedrijfsvoering,… Alle terminals gaan ophogen, zal bijvoorbeeld een enorm kostenplaatje met zich meebrengen. Wie zal dat betalen? De Vlaamse overheid kan dit niet zomaar op de kap van de bedrijven schuiven. Er zal nog veel overleg met de private ondernemingen nodig zijn om tot een goede regeling te komen. Want als er in Oostende tegen 2030 een beslissing moet genomen worden omtrent een nieuwe zeesluis, dan spreken we wel degelijk over morgen en niet over overmorgen. Kortom: er moet hierover dringend meer afstemming met de bedrijfswereld gebeuren. Dit mag geen ver-van-ons-bed-show worden.”
“We spreken wel degelijk over morgen en niet over overmorgen.”
— BERT MONS
“We hebben unieke troeven”
VTI Zeebrugge wordt eerste Vlaamse havenschool
VTI Zeebrugge trekt voortaan voluit de kaart van havenschool. “We hebben unieke troeven door onze ligging, onze voorgeschiedenis en de goede relaties met de havenbedrijven”, zegt directeur Joke Knockaert. De bestaande opleidingen worden vanaf september nog verder gericht op havenmachines, hernieuwbare energie en zware voertuigen.
“In het scholenlandschap worden veel opleidingen dubbel aangeboden op korte afstand van elkaar. Daarom beslisten we om het verschil te maken door ons voortaan te richten op wat ons uniek maakt: de haven”, zegt directeur Joke Knockaert. “Onze school met 340 leerlingen ligt middenin havengebied, heeft een zeer goede band met de havenbedrijven en beschikt al over een aantal gerichte opleidingen. Uit heel West-Vlaanderen en daarbuiten komen jongeren hier bijvoorbeeld voor vrachtwagenchauffeur leren. Vanaf september richten we ons opleidingsaanbod nog sterker op de haven. De invulling van het programma en de stages gebeurt in nauw overleg met de bedrijvenvereniging Apzi-Voka, van wie we enorm veel ondersteuning krijgen. De zogenaamde ‘duale’ opleidingen bestaan bijvoorbeeld uit 2 dagen les en 3 dagen praktijk op de werkvloer met vergoeding.”
Techniek en onderhoud
De eerste 2 nieuwe opleidingen vanaf schooljaar 2023-2024 komen in de pijler Techniek & Maintenance. “Bedrijven hebben een enorme nood aan technici en onderhoudsmensen. In ‘polyvalent technieker havenvoertuigen’ leer je het mechanisch en elektrisch onderhoud van kranen, straddle carriers, vorkliften, reachstackers, spreaders,… Dat gebeurt hand in hand met ECS, CSP Terminal, Wallenius Wilhelmsen, CLdN en OCZ. Je vindt deze opleiding alleen in VTI Zeebrugge en GTI Beveren bij Antwerpen. Met ‘technicus hernieuwbare energie’ beantwoorden we aan de grote
vraag voor de nieuwe energiesystemen zoals warmtepompen, zonnepanelen en biomassacentrales.
In de pijler Transport & Logistiek is de opleiding ‘organisatie & logistiek’ in de tweede graad een groot succes met zelfs wachtlijsten. Daarom kiezen we als enige school in de regio voor het verder uitbreiden van dat domein. Er komen 2 nieuwe opleidingen: ‘bestuurder interne transportmiddelen’ –zoals heftruck, stapelaar of pallettruck – en ‘logistiek’ in de derde graad.”

“Vanaf schooljaar 2024-2025 wordt de richting autotechnieken versterkt met ‘polyvalent mecanicien zware bedrijfsvoertuigen’. Voor de verdere toekomst denken we aan een derde pijler Haveneconomie & Internationale Handel, die meer op bedienden gericht is. We geven onszelf hiervoor tijd omdat deze richting door de collega’s in Blankenberge aangeboden wordt. Ten
slotte dromen we van een vierde pijler Defensie & Welzijn, gericht op jobs bij de Marine, Scheepvaartpolitie, reddingsdiensten en privébewaking. Dat kan vanuit de maritieme invalshoek een unieke opleiding worden.”
Het technisch onderwijs is meer dan ooit relevant. “We moeten terug naar een maatschappij van mensen met gouden handen. De trots voor die specifieke kennis willen we delen met de leerlingen, ouders, leerkrachten en bedrijven. Weet je dat sommige technici meer verdienen dan een ingenieur?”, vraag Knockaert.
(RJ - Foto MVN)
“We moeten terug naar een maatschappij van mensen met gouden handen.”
— JOKE KNOCKAERT












Colruyt Group pioniert met zeeboerderij
Eerste Belgische mosselen van eigen kweek op komst
In de eerste commerciële zeeboerderij voor de Belgische kust, een initiatief van Colruyt Group, groeien zachtjes de mosselen. “Dit is pionierswerk in een bijzonder uitdagende omgeving. Maar de voedselrijke Noordzee biedt een enorm potentieel”, zeggen Saskia De Block en Stijn Van Hoestenberghe. Deze zomer presenteren ze de eerste oogst aan de Belgische markt.
In de Westdiepzone op 3 mijlen (5 kilometer) buiten de kust van Nieuwpoort en Oostduinkerke ontwikkelt Colruyt Group, met mede-investeerder DEME, een zeeboerderij. “We zijn gestart met de eerste fase van één vierkante kilometer groot. Dat is een vierde van het gebied waarvoor we een vergunning kregen”, zegt Saskia De Block, bij Colruyt Group sinds 2015 verantwoordelijk voor de activiteiten in landbouw, aquacultuur en visserij.
Je vindt er geen planten of tamme dieren, maar wilde mosselen. “De maanden maart en eind april zijn het ‘mosselspatseizoen’. Dan zijn de larven van de Noord-Europese blauwe mossel massaal in het zeewater aanwezig en zoeken ze plaatsen om zich aan vast te hechten. Wij voorzien daartoe het substraat: touwen van 100 meter lang die aan drijvende boeien hangen. De larven kunnen er op 15 maanden tot oogstklare mosselen uitgroeien”, zegt ‘zeeboer’ Stijn Van Hoestenberghe. De Jabbekenaar is een bio-ingenieur gespecialiseerd in aquacultuur en werkt sinds eind 2022 voor Colruyt Group.
Pittig werken
Dit project op volle zee is pionierswerk. “Er is al maritieme mosselkweek in onder andere Zeeland, Nieuw-Zeeland, Ierland en Denemarken. Maar die projecten liggen in beschermde zeearmen of werken met bodemcultuur. Dit is het eerste hangcultuurproject in de volle, wilde Noordzee met alle bijhorende stromingen en golven. De installaties liggen vast met ankers en zijn duidelijk met boeien afgebakend voor veiligheid. Het is pittig werken. Dit is een arbeidsintensief project dat je ter plekke goed moet opvolgen. Door de weersomstandigheden kun je ook niet elke dag uitvaren.

Maar het loont enorm de moeite, want dit is een zeer rijke plaats voor weekdieren die hun voeding uit het water halen”, vertelt Van Hoestenberghe. Hij vaart geregeld uit met een team van 5 mensen.
De activiteiten zitten op schema, zegt De Block: “Tegen eind dit jaar willen we de huidige 30 operationele lijnen tot 50 uitbreiden en tegen de lente van 2025 naar 150 lijnen evolueren. Dit past perfect binnen de eerste fase van 1 km². Deze zomer kunnen we een eerste oogst van enkele tientallen tonnen presenteren. Voor volgend jaar mikken we op 200 ton.”
De markt voor mosselen is enorm. “Met een gemiddelde consumptie van 2,5 kilogram per persoon per jaar, zijn de Belgen de derde grootste mosseleters ter wereld. Wij
verorberen jaarlijks 25.000 ton. Die komen bijna uitsluitend uit Nederland, een vierde van de Nederlandse productie. De typische lekkere smaak van de Belgische mosselen – zilt en romig – brengen we terug op de markt”, zegt Van Hoestenberghe. Colruyt Group kijkt voor de toekomst nog breder. “We doen al onderzoek naar de kweek van oesters en de eerste bevindingen zijn veelbelovend. Op lange termijn denken we ook aan zeewier”, besluit De Block.
(RJ - Eigen foto)
seafarm.colruytgroup.com

Gardec blijft de referentie voor scheepsbouw en -herstellingen

“Moet het goed zijn? Ga dan naar Gardec”: dergelijke aanbevelingen zijn zowat dagelijkse kost voor de belangrijkste expert in scheepsonderhoud en -herstellingen aan de Noordzee. Het bedrijf van de familie D’hoedt staat samen met dochterbedrijven Werkhuizen Decloedt en Brusselle voor een allesomvattende dienstverlening waarbij engineering, klantgerichtheid, snelheid én kwaliteit hand in hand gaan.
Gardec evolueerde sinds 1995 tot een groep van ondernemingen die zich focust op service voor de maritieme markt. “Wij leggen ons toe op machinering, motorisch onderhoud, de inbouw van machinekamers, kraanverhuur, droogzetting van schepen, aluminium- en RVS-constructies”, verduidelijkt Dieter D’hoedt, die zijn vader in het bedrijf opvolgt. “3 jaar geleden investeerden wij in een modern droogdok van 3.000 ton en 80 meter lang, waarmee we onze droogzettingscapaciteit hebben vervijfvoudigd. Het gaat om een technisch heel gesofisticeerde installatie waarmee we kleine en middelgrote schepen in optimale conditie kunnen houden.”

OFFSHORE LASSERS

De combinatie van kwaliteit en snelheid maakt van Gardec een vaak gesolliciteerde subcontractor voor offshore realisaties. “Zo staan we bovenaan de lijst van grote Belgische baggerfirma’s als zij nood hebben aan gecertificeerde offshore lassers.” De groep nam de afgelopen jaren ook 2 bedrijven over. “Dat zijn de lier- en stuurmachinebouwer Brusselle en het machineringsbedrijf Werkhuizen Decloedt, dat sinds jaar en dag gekend staat voor CNC- en conventioneel stukwerk voor machines”, gaat Dieter verder. “Er is een goede wisselwerking tussen Gardec, Werkhuizen Decloedt en BCM (Brusselle Carral Marine).”
MIJNENJAGERS
Dankzij de overname van de activiteiten van Brusselle beschikt Gardec sindsdien over heel wat expertise in de productie, installatie én service van lieren en stuurmachines. “We voorzien binnen onze engineeringafdeling altijd voldoende capaciteit om vlug én kwalitatief te anticiperen op dringende vragen van baggeraars, vissers, de algemene scheepvaart en cruiseschepen. Zeker als het om grote en complexe projecten gaat, liggen wij in de bovenste schuif. Daarnaast blijven we ook een referentie voor nieuwbouwprojecten. Zo staan we nu bijvoorbeeld in voor de engineering en de productie van de dekuitrusting en de lieren voor 12 nieuwe mijnenjagers, bestemd voor de Belgische en de Nederlandse marine”, zegt Jochen Cobbaert, samen met broer Joeri het gezicht van Brusselle. Ze zijn neven van Dieter D’hoedt. “Dat familiale aspect is cruciaal om snel te ageren in deze stiel die ook veel nacht- en weekendwerk vereist”, besluiten ze.
Exail maakt hoogtechnologische drones voor mijnenbestrijding
In Oostende maakt het van origine Franse bedrijf Exail Robotics Belgium – voorheen ECA Robotics Belgium – sinds vorig jaar hoogtechnologische varende en vliegende drones voor mijnenbestrijding. De R&D gebeurt in Moeskroen.
“In samenwerking met de Belgische Marine, die wereldtop in mijnenbestrijding is, dragen we dit innovatieve concept internationaal uit”, zegt CEO Steven Luys.
In 2019 werd de aanbesteding voor 12 nieuwe mijnenjagers voor de Belgische en Nederlandse Marines gewonnen door het consortium Belgium Naval & Robotics. Dat werd gevormd door de Franse scheepsbouwer Naval Group en de Franse maritieme dronefabrikant ECA Robotics. De nieuwe vloot wordt vanaf 2024 opgeleverd. De winnende offerte van ruim 2 miljard euro bevatte een groot luik industriële activiteiten in België, onder meer het opzetten van een dronefabriek met onmiddellijke toegang tot de Noordzee en een R&D-centrum voor nieuwe mijnenbestrijdingsproducten.
“Voor het communautaire evenwicht werd dit over Vlaanderen en Wallonië gespreid. De keuze voor Oostende lag voor de hand: de Marine organiseert haar operationele activiteiten in Zeebrugge, de basisopleidingen in Antwerpen en gespecialiseerde opleidingen in Oostende. Daar is bijvoorbeeld de Eguerminschool voor mijnenbestrijding en komt ook de Naval Academy. Moeskroen ligt op slechts 3 kwartier rijden van Oostende. Opmerkelijk is dat IT-profielen voor het R&D-centrum hier makkelijker te vinden zijn dan in het Zuid-Franse Toulon van ons moederbedrijf”, vertelt CEO Steven Luys van Exail Robotics Belgium. De groep ECA werd na een fusie eind vorig jaar naar Exail omgedoopt.

Exail Robotics Belgium werkt mee aan een innovatieve manier van mijnenbestrijding.
“De Belgische Marine is wereldleider in dit domein en bedacht een interessant concept. Het moederschip begeeft zich niet meer zelf in de gevarenzone, maar stuurt een zwerm varende en vliegende drones uit om de springtuigen te detecteren en op te ruimen. Daardoor kan de bemanning veiliger, sneller, efficiënter en goedkoper werken. Hun schip kan in sterk staal gebouwd worden en niet langer in polyester om geen elektromagnetische mijnen te activeren. We engageerden ons om dit concept internationaal te promoten”, verduidelijk Luys.

Oekraïense havens
Steven Luys komt uit Waregem en heeft internationale ervaring bij Barco. “4 jaar geleden was ik voor Exail werknemer nummer één in België. Intussen zijn we met 47 collega’s. In 2020 startten we in bestaande kantoren in Moeskroen het R&D-centrum en in 2022 openden we aan het Houtdok in Oostende een nieuwbouw productiefabriek. Tegen het jaareinde zullen we met een 60-tal zijn, verdeeld over 40 in Oostende en 20 in Moeskroen.”
“Wij zoeken diverse profielen die aan een veilige maatschappij willen bijdragen. Het is doodjammer dat er een oorlog in Oost-Europa nodig was om de goegemeente te doen inzien dat voor de internationale stabiliteit defensie en veiligheid zo belangrijk zijn. Wij leverden bijvoorbeeld op vraag van de Belgische regering drones voor het ontmijnen van Oekraïense havens. Ik werk sinds 2007 in de defensie-industrie en zag met lede ogen hoe wij door velen scheef bekeken werden. Nochtans werken we binnen een strikt kader waarin de overheid de ethische verantwoordelijkheid neemt door het verlenen van exportvergunningen.”
(RJ - Foto EV)
www.exail.com
“Dronefabriek met onmiddellijke toegang tot de Noordzee”
“Het moederschip blijft op veilige afstand en stuurt een zwerm onbemande toestellen naar het mijnenveld.”
— STEVEN LUYS
Projectportefeuille Elicio is goed gevuld
De Oostendse producent van hernieuwbare energie Elicio heeft de wind in de wieken. De derde grootste aandeelhouder van de bestaande Belgische offshore windmolenparken zet volop in op nieuwe projecten in binnen- en buitenland. “Binnen dit en 7 jaar willen we onze productiecapaciteit zien verdubbelen. En daar hebben we ook de projectportefeuille voor. Het slagen zal niet afhangen van de kwaliteit van de projecten, maar wel van het vergunningstraject”, vertellen CEO Alain Janssens en sales-, hren IT-director Andries Teerlynck.

dens. Wij ontwikkelen de projecten en blijven aandeelhouder in de operationele fase. De exploitatie gebeurt door dochterbedrijven die gevestigd zijn in de haven, dicht bij de actie.”
In 2014 nam de Luikse intercommunale Nethys via de nieuwe dochtervennootschap Elicio NV een aantal activiteiten van de Electrawinds-groep over. “Elicio is op die manier referentieaandeelhouder gebleven in 4 van de 9 offshoreprojecten voor de Belgische kust: Rentel, Norther, en Seastar en Mermaid (samen Seamade). In totaal hebben we in het bestaande Belgische offshorepark een marktaandeel van circa 12% op de totale capaciteit van 2.254 MW. Elicio levert op die manier jaarlijks stroom aan het equivalent van 266.250 huishou-
Van snelweg naar dorpsstraat “Tot vandaag is België qua offshore vermogen nummer 6 in de wereld, maar tweede na Denemarken als je dit tot de bevolking verhoudt. We gaan heel wat posities verliezen, want de eerste concessiezone zit vol. De nieuwe Prinses Elisabethzone wordt niet vóór 2029 verwacht. Samen met Otary zetten wij daar uiteraard op in. We wachten op de aanbestedingsprocedure. Momenteel is de overheid aan zet. Ook Ventilus speelt hier een rol, want die lijn moet de stroom van die tweede offshorezone evacueren op het land. Daar vervoer je stroom op 2 niveaus: transport via hoogspanningslijnen (Elia) en daarna de distributie naar de eindklant (kmo en residentieel). Het gaat dus bij
“Het vergunningstraject blijft een knelpunt in onze sector”
wijze van spreken van autosnelwegen over gewestwegen naar de dorpsstraat.”
“Onze autosnelwegen voor elektriciteit zijn historisch gebouwd rond 2 nucleaire centra en een waaier van grootschalige gascentrales. Als er veel wind staat, krijg je vandaag het equivalent van de vroegere volledige nucleaire productie aangevoerd vanop zee, vanuit één richting dus. Om dat kwijt te raken aan land, moet je dat gespreid doen via je transportnet. Daarom is de lijn richting Henegouwen heel belangrijk.”
Vast en vlottend
De Belgische windenergiespelers waren succesvolle pioniers. “Met die opgedane kennis werken we nu ook aan offshoreprojecten in het buitenland, maar dan vaak met een nieuwe technologie. Door
de grotere diepte worden de windturbines niet vast verankerd in de zeebodem, maar drijven ze op een vlottende structuur. Zo kunnen we ook in zones verder van de kust werken. We zijn actief in drijvende offshore projecten in Schotland en Frankrijk voor in totaal 1.710 MW. Met projecten aan land in België, Frankrijk, Servië en Spanje komt daar nog eens 1.330 MW bij.”
Een nieuwe uitdaging is de eindeloopbaan van turbines. “We spreken dan over parken die 15 à 20 jaar geleden zijn gebouwd. Als je een zone herbenut voor repowering, plaats je minder turbines met meer vermogen. Onze oudste turbine had een capaciteit van 0,8 MW. Vandaag is het minstens 3 MW onshore en spreekt men offshore van 15 MW in testfase en zelfs van (nog niet bestaande) turbines van 23 MW. De sector
is in beweging en de grenzen zijn nog niet bereikt. Wat recyclage betreft, zijn er oplossingen voor de metalen onderdelen en het beton van de funderingen. Voor de wieken uit composietmaterialen zijn er nu proefprojecten voor versnippering en hergebruik in andere toepassingen. Maar er komt wellicht ook een tweedehandsmarkt voor windmolens of sommige elementen zoals de gearboxen en/of de generatoren. Je krijgt enerzijds het top end-segment van de markt, dat nieuwe limieten zal blijven opzoeken, en anderzijds locaties waar je geen grote turbines kunt of mag plaatsen, en waar er een secundaire markt mogelijk is.”
Interesse uit industrie
“Met de huidige EU-doelstellingen rond gebruik van hernieuwbare energie zouden we in België het opgewekte vermogen aan wind- en zonne-energie de komende 7 jaar minstens moeten verdubbelen. We bengelen achteraan het peloton en moeten op zoek naar pragmatische oplossingen. Het gaat niet enkel over productiecapaciteit, maar ook over de transport- en distributienetten, batterijen, en een diepgaande elektrificering van het energieverbruik, waaronder de uitbouw van laadpaleninfrastructuur voor elektrische wagens. We merken wel steeds meer interesse van industriële klanten, die willen participeren in projecten of een turbine op hun site willen. En dat meer en meer burgers willen participeren, is ook een goede zaak.” (SD - Foto EV)

“We merken steeds meer interesse van industriële klanten, die willen participeren in projecten of een turbine op hun site willen.”Alain Janssens en Andries Teerlynck.
Haven
Oostende
boekt beste resultaat in 25 jaar
Haven Oostende boekte in 2022 het beste financiële resultaat in zijn 25-jarige bestaan. Tegelijk groeide de toegevoegde waarde in het havengebied met 20% tot 1,23 miljard euro. Met investeringen in onder meer een polyvalente loods wordt gemikt op het aantrekken van extra trafieken en nieuwe havengebruikers.
Het zilveren jubileumjaar 2022 van Haven Oostende werd ook financieel en operationeel een boerenjaar. “De actieve en proactieve benadering van de markt leidde tot 1,7 miljoen euro winst vóór belastingen”, zegt CEO Dirk Declerck. “Dat is het beste resultaat sinds 1998. Uit de cijfers van de Nationale Bank van België blijkt bovendien dat de toegevoegde waarde van alle directe en indirecte activiteiten in het havengebied met maar liefst 200 miljoen euro groeide tot 1,23 miljard euro. Daarmee wordt de ommekeer sinds 2019 doorgetrokken.”
Haven Oostende werd een kwarteeuw geleden opgericht als een autonoom gemeentebedrijf en in 2019 door het nieuwe bestuur en management omgevormd tot een nv van publiek recht. “De successen tonen aan dat de strategie die we in 2019 uitstippelden vruchten afwerpt”, zegt voorzitter en havenschepen Charlotte Verkeyn (N-VA). “We blijven investeren voor het verder aantrekken van nieuwe bedrijven, maritieme trafieken en de bijhorende werkgelegenheid. Als moderne en actieve haven maken we geen onderscheid tussen

maritieme trafiek, blauwe economie, visserij of de circulaire cluster. In 4 jaar tijd werden hier 450 extra jobs gecreëerd.”
Containerbarge succes
In 2022 groeide het aantal scheepvaartbewegingen – zonder visserij, pleziervaart en de overheidsrederij VLOOT – met 1% tot 4.658 invaarten. “Dat blijft toenemen. De recent gestarte containerbarge van PortConnect op maandag naar Zeebrugge en Antwerpen is een succes. De eerste gebruikers Daikin en PGS zijn tevreden over de be-
trouwbaarheid en regelmaat. De volumes groeien en er meldden zich al nieuwe kandidaat-gebruikers. We mikken erop om na de zomer een tweede roundtrip aan te bieden”, zegt Declerck.
Voor het aantrekken van extra maritieme trafiek startte dochteronderneming Renewable Energy Base Ostend (REBO) begin april met het bouwen van een loods van 6.900 m². “We investeren bijna 4 miljoen euro in deze overdekte faciliteit voor stukgoed en logistieke behandeling”, zegt REBO-voorzitter en burgemeester Bart Tommelein (Open Vld). “We staan ook nog altijd open voor een passagiersferry of rorocargo. Maar daar wens ik alleen in mee te stappen wanneer er geen financieel avontuur aan verbonden is.” (RJ - Foto MVN)
Vlaamse Havendag op 7 mei
De haven staat nooit stil. Je vindt er altijd wel iets nieuws of baanbrekends. Daarom openen de Vlaamse havens in Antwerpen, Zeebrugge, Oostende en Gent op 7 mei voor de zesde keer hun deuren voor het grote publiek. De Havendag in Oostende vindt plaats in ‘Ostend Science Park’, in de achterhaven van Oostende. In Zeebrugge is het centrale punt het plein aan het Pierre Vandammehuis, naast de sluis.
www.vlaamsehavendag.be
Klant: Carl Castelein Oppervlakte: 4.000 m²
















































Gemeente: Rekkem Architect: Theunynck-Knockaert Architecten
DroneWest 23, hét dronesevent in West-Vlaanderen.



• Verken nieuwe businessmogelijkheden met drones.













• Ontdek toonaangevende bedrijven met spectaculaire technologieën.

• Breid jouw professioneel netwerk uit met inspirerende contacten.




























Voka Connect bij Kipco-Damaco














Woensdag 29 maart waren we te gast bij Kipco-Damaco – Leeuw van de Export 2022! – voor onze Voka Connect rond internationalisering. Het oersterke familiebedrijf heeft figuurlijk en letterlijk grenzen verlegd: als relatief onbekende speler in de West-Vlaamse kmo-markt heeft het in een kleine 40 jaar een opmerkelijke internationale expansie gevoerd. Vandaag exporteert het bedrijf naar liefst 155 landen wereldwijd! Een van hun key takeaways? Durven, doen en blijven ‘deuregoan’.



Te gast bij Ardeca
Op vrijdag 24 maart waren we te gast bij Ardeca in Vichte. 2 jonge dertigers én tevens broer en zus die aan het roer staan van een bedrijf dat goed is voor 40 miljoen euro omzet. Wat hun succesverhaal is? Dat mochten we ontdekken! Sofie en Arne Vandecasteele gaven ons een unieke blik achter de schermen van dit familiebedrijf met de allures van een groot internationaal bedrijf én de dynamiek van een typische WestVlaamse kmo.
FIT for 55
Om de klimaatneutraliteit van de EU tegen 2050 te behalen, moet er tegen 2030 een bijkomende netto CO2vermindering zijn van 55% (t.o.v. 1990). Daarbovenop werd het Emissions Trading System (ETS) recent hervormd. Hoe de concrete uitwerking daarvan eruitziet en wat dat betekent voor ondernemingen, dat kwamen de deelnemers van dit seminarie rond Fit for 55 en de ETS-hervorming te weten.
Welt Midden-West-Vlaanderen


Welt is een gratis hr-traject waarin ondernemingen alle handvatten aangereikt krijgen om een inclusief, duurzaam hr-beleid uit te bouwen. Naast inzicht en advies over het personeels- en opleidingsbeleid, ontdekken ze opportuniteiten voor de instroom, het behoud en de ontwikkeling van medewerkers. Dit jaar organiseert Voka West-Vlaanderen 5 regionale trajecten. Op donderdag 30 maart ging het traject voor regio Midden-West-Vlaanderen van start.

Proefsessie Lerende Netwerken
Operations & Production bij Renson | NOA
Wordt jouw onderneming geconfronteerd met uitdagingen en vraagstukken waarop het antwoord intern uitblijft? En ben je overtuigd van de kracht van kennisdeling en -overdracht via netwerking? Dan is het tijd om een Lerend Netwerk te raadplegen! Neem deel aan onze proefsessie bij Renson Outdoor | NOA op woensdag 3 mei, waar we je alles vertellen over de methodiek van onze Lerende Netwerken voor Operations & Production.
Meer info: Britte Ødegård, britte.odegard@voka.be, 0485 48 72 45
What’s Hot in Service Design – Furnibo (Veurne)
Onze What’s Hot bij gastbedrijf Furnibo in Veurne draait helemaal rond de nieuwste evoluties en methodieken van service design. Wil je ontdekken hoe je die kan toepassen in de diensten die je bedrijf (wil) aanbieden? Of ben je zelf thuis in de toepassing van design thinking op services en wil je die kennis graag delen? Kom dan je netwerk én je business uitbreiden tijdens deze What’s Hot op vrijdag 26 mei! Meer
WORKSHOPS EN SEMINARIES
Lab: Juridische aandachtspunten bij internationaal ondernemen
woensdag 26 april 2023 / van 14.00 tot 17.00 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Seminarie: Operationeel leidinggeven
donderdag 27 april 2023 / van 8.45 tot 12.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Lab: Groeien door overnames
dinsdag 2 mei 2023 / van 8.30 tot 12.00 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Proefsessie Lerende Netwerken bij Renson Outdoor | NOA
woensdag 3 mei 2023 / van 9.00 tot 12.30 uur / Renson Outdoor | NOA, Kruisem
Lab+: Hoe optimaliseer ik de werking van mijn magazijn?
vrijdag 5 mei 2023 / van 9.00 tot 12.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Infosessie: Ontdek de MBA Highlights 2024
dinsdag 9 mei 2023 / van 18.30 tot 20.30 uur / Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Infosessie: Aan de slag met oorsprongscertificaten
woensdag 10 mei 2023 / van 9.30 tot 12.30 uur / Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Seminarie: Continu verbeteren met Toyota Kata
dinsdag 16 mei 2023 / van 9.00 tot 12.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp
Onze partners:

Infosessie: Ontdek de MBA Highlights 2024
MBA Highlights is een exclusieve opleidingsreeks waarin je je verdiept in de belangrijkste aspecten van strategie, marketing, financiën, hr en leiderschap. De reeks combineert academische kennisoverdracht met ervaringsuitwisseling, met als doel: je onderneming duurzaam laten groeien. Ontdek deze unieke opleiding op het vlak van ondernemerschap en management op onze infosessie op dinsdag 9 mei.
Meer info: Kaat Creupelandt, kaat.creupelandt@voka.be, 0472 89 00 65
NETWERKEVENTS
Voka Ladies: Leading Ladies in food met Annick Van Overstraeten (CEO Le Pain Quotidien)
maandag 22 mei 2023 / van 18.30 tot 22.30 uur / Roeselare
Voka Connect: Manutti - Deerlijk
dinsdag 23 mei 2023 / van 18.30 tot 22.00 uur / Manutti, Deerlijk
What’s Hot in Service Design: Furnibo - Veurne
vrijdag 26 mei 2023 / van 8.00 tot 10.00 uur / Furnibo, Veurne
Te gast bij SSA Archery
dinsdag 30 mei 2023 / van 19.00 tot 22.00 uur / SSA Archery, Oostende
Te gast bij Aviko
donderdag 1 juni 2023 / van 18.30 tot 21.30 uur / Aviko, Poperinge
Tuinfeest 2023 - Algemene Vergadering
donderdag 8 juni 2023 / van 18.30 tot 23.30 uur / Hippodroom Oostende
Uitreiking Jaarcertificaat Voka Charter Duurzaam Ondernemen
donderdag 15 juni 2023 / van 17.15 tot 22.00 uur / Meeting- en Eventcentrum Staf Versluys, Bredene
Bouw- en Vastgoedcommunity:
Inspiratietrip naar circulaire stad Rotterdam
donderdag 22 en vrijdag 23 juni 2023 / Rotterdam

Een realisatie van
