6 minute read
KLANK EN LICHT
Klank en Licht anticipeerde op stilstand van evenementensector
“Laat maar komen, liefst zo snel mogelijk”: dat ene zinnetje van Steve Pinson, bestuurder van Klank en Licht, verraadt alles. De goesting van de klank- en lichtspecialist om er in 2022 weer stevig in te vliegen, is groter dan ooit tevoren. In de voorbije 2 magere jaren bleef de ondernemer niet bij de pakken zitten en liet hij zijn creativiteit de vrije loop. Dat leidde onder meer tot de ondersteuning van originele activiteiten in open lucht.
Steve Pinson was diskjockey in bijberoep toen hij 20 jaar geleden de kans kreeg een kleine verhuurfirma over te nemen. Klank en Licht legde zich toen al toe op de verhuur van klank, licht, video en podia voor feestjes, optredens langs de kust en lokale fuiven. “Lang duurde het niet voor ik het dj’en aan de kant schoof en me voluit op deze nieuwe activiteit ging focussen. De jongste jaren hebben we ons spectrum verbreed naar b2b-evenementen zoals personeelsfeesten, productlanceringen, opendeurdagen, beursstanden en -verlichting en dies meer. Prioritaire waarden daarbij zijn het ontzorgen van de klant en een heel persoonlijke aanpak. Vaak komt daar ook de technische organisatie van zo’n event bij. Door al die technische beslommeringen voor events op ons te nemen, kan de klant zich focussen op het inhoudelijke luik van zijn organisatie.”
Toen de pandemie 2 jaar geleden het land platlegde, bleef de ondernemer naar manieren zoeken om actief te blijven. “Initieel lag de klemtoon vooral op ‘digital signage’, waarbij we via ledschermen in centrumstraten de regels duidelijk maakten aan de mensen. ’s Winters hebben we talrijke steden en gemeenten voorstellen gedaan voor outdooractiviteiten, die dan uiteraard ook lichtondersteuning nodig hadden. Voorbeelden daarvan waren het lichtfestival in het stadspark van Veurne en Plopsaland, een outdoor Halloween-beleving in Koksijde, het uitlichten van straten en gebouwen tijdens de feestdagen, enzovoort.”
Storm aan aanvragen De moed is Steve in die moeilijke periode nooit in de schoenen gezonken. “Uiteraard hebben we heel wat omzet verloren zien gaan. De freelancers waarmee we regelmatig samenwerken, konden we heel weinig perspectieven bieden. Meer zelfs: circa 1 op de 3 van hen vond werk in een andere sector en keert niet meer terug. Toch zien we nu licht aan het eind van de tunnel. Ik moet ons vast team van kwalitatieve medewerkers danken dat zij er altijd stonden. Het doet deugd om de aanvragen weer met bosjes te zien binnenkomen. We verwachten voor de zomer en het najaar een vloedgolf aan leuke organisaties, waar beleving cruciaal zal zijn. Laat het dus maar gerust een zot jaar worden”, besluit Steve. (BVC - Foto DD)
www.klankenlicht.be
Autoshowrooms
De belevingsfactor stond ook centraal bij de uitwerking van alternatieve concepten voor het weggevallen autosalon in Brussel.
“We hebben bij diverse concessiehouders aangeklopt om hun nieuwste modellen letterlijk in de schijnwerpers te zetten.
Die aanpak sloeg aan; in totaal hebben we toch circa 20 showrooms creatief en telkens uniek aangekleed.”
Op bedrijvenpark Krommebeek in Roeselare is de eerste steen gelegd voor de nieuwe energieneutrale busfabriek van VDL Bus & Coach. Vanaf begin 2023 kunnen er jaarlijks 800 elektrische bussen geproduceerd worden. Dat is het dubbele van de productiecapaciteit in de huidige Roeselaarse vestiging. Alle 650 personeelsleden worden omgeschoold zodat ze aan boord kunnen blijven.
VDL Bus & Coach legt eerste steen voor nieuwe vestiging
In 2019 was 10% van de bussen van het openbaar vervoer elektrisch. Dit jaar is dat al 25%, en in 2030 moet dat 100% van de bussen zijn. “Een evolutie waar we graag op inspelen”, zegt Willem van der Leegte, CEO van VDL Group. “Daarom bouwen we hier een hypermoderne energieneutrale bussenfabriek waar we ons met de nieuwe technologieën op groene bussen zullen focussen. Het wordt de modernste busfabriek in Europa.”
Productiehal Op een site van 8 hectare wordt zo’n 35.000 m2 bebouwd. De productiehal neemt met 20.000 m2 het grootste deel van de oppervlakte in beslag. Er zullen maximaal 800 bussen per jaar geproduceerd worden, het dubbele van de productiecapaciteit in de huidige Roeselaarse vestiging. “De assemblagelijn wordt er één in een L-vorm“, zegt architect Levi Deryckere van Demo Architecten. “De productiehal is noordgericht. We kunnen dus veel daglicht laten binnen schijnen, zonder dat het té warm wordt. Buiten werken we met een groengevel. Dat zorgt niet enkel voor een aangename look: in de zomer heeft een dergelijke gevel ook een verkoelend effect.” Daarbij worden ook nog kantoren voorzien, verspreid over 3 verdiepingen. Centraal komt er een atrium, dat een informele ontmoetingsplek moet worden. “Via dat atrium kan het daglicht tot in alle kantoorruimtes binnen schijnen.” In de afleverhal worden de afgewerkte bussen tentoongesteld tot
— WILLEM VAN DER LEEGTE
Kris Declercq (burgemeester Roeselare), Filip Malefason (VDL), Hilde Crevits (Vlaams minister van Economie, Innovatie en Werk), Willem van der Leegte (VDL) en Peter Wouters (VDL).
200 miljoen kilometer
VDL Bus & Coach produceerde zijn allereerste elektrische bus in 2015. Intussen staan er al 1.000 op de teller. “Samen zijn die bijna goed voor 200 miljoen elektrische kilometer, zo’n 5.000 keer rond de wereld”, zegt van der Leegte. “De kennis en expertise die we sinds de productie van onze eerste elektrische bus hebben vergaard, zullen we hier verder blijven uitbouwen.”
ze worden opgehaald. In het aftersalesgedeelte ten slotte kunnen herstellingen uitgevoerd worden.”
Energieneutraal De vestiging wordt een energieneutraal gebouw. “Er worden voldoende zonnepanelen voorzien om in de basisbehoefte aan energie te voorzien”, zegt projectingenieur Jonas Vandemoortele van BM Engineering. “Mocht VDL dat willen, kan het aantal zonnepanelen in de toekomst gemakkelijk uitgebreid worden. Verwarming en koeling gebeuren met een warmtepomp. Om het gebouw zo energiezuinig mogelijk te verwarmen, kiezen we bovendien voor vloerverwarming. Dat is de meest efficiënte verwarming voor een fabriek als deze waar de poorten regelmatig open en dicht gaan.” Dichtbij de klanten De 7 VDL-vestigingen in België tellen ruim 1.000 medewerkers. In Roeselare werken 650 mensen. “We hebben er bewust voor gekozen om de productie hier te houden, dichtbij de klanten, en met eigen vakmensen. Duurzame mobiliteit, dat betekent niet enkel dat de bussen op zich elektrisch zijn, maar ook dat ze CO2-neutraal worden geproduceerd, en lokaal”, zegt van der Leegte. Dat de 650 werknemers allemaal aan boord kunnen blijven, verdient volgens Vlaams minister van Economie, Innovatie en Werk Hilde Crevits (CD&V) alle respect. “Hier wordt niet enkel geïnvesteerd in innovatie, maar ook in mensen. Het zou misschien eenvoudiger zijn om voor de nieuwe vestiging nieuwe profielen aan te trekken, maar VDL kiest ervoor om de huidige personeelsleden om te scholen zodat ze mee kunnen verhuizen naar de nieuwe productiehal.” Net als vele bedrijven had ook VDL het niet gemakkelijk tijdens de coronapandemie. “Het was een heel zware periode voor de busindustrie”, zegt van der Leegte. “De strenge reisbeperkingen zorgden voor minder passagiers en minder passagiers betekenden minder inkomsten. Ondanks deze moeilijke tijd, blijven we investeren en innoveren. Waar anderen afhaken, gaan wij door.”
Crevits noemt de nieuwe vestiging ook een voorbeeld. “De regio Vlaanderen is leider op het vlak van innovatie. De vestiging hier is een modelvoorbeeld van hoe innovatie moet zijn. Innovatie, met een missie en met geloof in de maakindustrie.”
Wind van verandering Ook Peter Wouters, managing director van VDL Bus & Coach Roeselare is blij dat de Nederlandse moederfirma vertrouwen blijft hebben in de Roeselaarse vestiging. “Een dergelijke investering is een belangrijk signaal voor ons. We zijn bijzonder blij dat we met onze 650 werknemers vanaf begin 2023 in een nieuwe moderne energieneutrale werkomgeving aan de slag zullen kunnen, op een zeer mooie locatie. Als de wind van verandering waait, bouwen sommigen muren en anderen windmolens. Wat VDL hier realiseert, is een mooi voorbeeld van die verandering.” (JM - Foto Kurt)
