Onder nemers magazine

Volgende generatie doet intrede bij De Trog
Reportage
De zin van een raad van advies
Dossier duurzaam en circulair ondernemen
“CSRD-rapportering is stevige oefening”



Reportage
De zin van een raad van advies
Dossier duurzaam en circulair ondernemen
“CSRD-rapportering is stevige oefening”
Als je dit leest, liggen de Amerikaanse presidentsverkiezingen achter ons en kennen we de opvolger van Joe Biden. Ik herinner mij nog levendig het moment in 2016 waarop ik vernam dat niet Hillary Clinton, maar Donald Trump de stembusslag had gewonnen. En de rest is geschiedenis… of toch weer de realiteit voor de komende 4 jaar…?
2024 was een tumultueus jaar voor verkiezingen, met de eerste kiezers die in januari naar de stembus gingen in Taiwan en de laatste dus in de VS vorige week. Deze historische golf omvatte meer dan 70 landen (inclusief 7 van ‘s werelds meest bevolkte), de helft van de wereldbevolking en ongeveer 55% van het wereldwijde bbp. Van India tot Mexico, via Oostenrijk, Tunesië, Indonesië en El Salvador, en natuurlijk ook in eigen land.
Eén ding is zeker: ongeacht wie haar of zijn intrek neemt in het Witte Huis, de Amerikaanse verkiezingen zullen een cruciaal moment blijken te zijn in een wereld die de mondiale geopolitieke orde herstructureert. Het resultaat van de stemming zal van cruciaal belang zijn voor toekomstige betrekkingen tussen het Westen en China. De verkiezingen zullen vooral belangrijk zijn omdat ze plaatsvinden in een stormachtig internationaal klimaat dat wordt gekenmerkt door hevige Sino-Amerikaanse concurrentie, de Russische invasie van Oekraïne en de oorlog tussen Israël en Hamas.
En quo vadis Europa? Eind oktober zat ik in het publiek toen Herman Van Rompuy het academiejaar van het Europacollege in Brugge opende. Samen met mensen van 50 andere nationaliteiten hoorde ik Van Rompuy hulde brengen aan Jacques Delors. Delors, zo benadrukte Van Rompuy, was niet alleen de grondlegger
“Festina lente, Europa. De wereld wacht niet.”
— BERT MONS - GEDELEGEERD BESTUURDER
van 2 pijlers van de Europese Unie – de interne markt en de gemeenschappelijke munt – hij was bovenal een man die in het Europese ideaal geloofde. Delors zag Europa niet alleen als een project of programma, maar als een gemeenschap met een ziel, “een ziel die moet bezielen”. Deze visie zette hij in dienst van waarden die Europa tot op de dag van vandaag nastreeft, waarvan vrede in vrijheid, zoals we die nu zien bij Oekraïne, de belangrijkste is. Van Rompuy sprak verder over solidariteit, samenhorigheid en fundamentele gelijkheid; waarden die in Europa niet hol of zonder betekenis zijn, want ze worden verdedigd in de strijd die vandaag op ons continent wordt gevoerd.
Van Rompuy ging verder in op deze interne markt, die volgens hem nog niet volledig genoeg is en verder verdiept moet worden. Hij benadrukte het belang van een Europese kapitaalmarkt om de monetaire unie te ondersteunen en sprak over de vrijheid van beweging binnen het Schengengebied, dat zoveel mogelijk intact moet blijven. Met lof sprak hij ook over de huidige voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, die volgens hem een waardige opvolger is van Delors’ visie en missie. Zij staat aan het hoofd van de Europese Commissie in een tijd waarin veiligheid, klimaat, concurrentievermogen en democratie centraal staan. Van Rompuy maakte duidelijk dat Europa veel meer zijn eigen lot in handen moet nemen en niet strategisch afhankelijk moet zijn, maar juist strategisch autonoom. Vooral op het gebied van defensie, energie, voedsel, migratie en digitale technologieën mag Europa niet overheerst worden door niet-Europese machten. De interne markt is gecreëerd om Europese waarden te beschermen, zonder te vervallen in protectionisme. Wat het klimaat betreft, stelde hij dat particuliere en groepsbelangen niet mogen zegevieren boven het algemene welzijn van de mensheid. Onder leiding van von der Leyen is Europa op deze 3 gebieden vooruitgegaan en zal het blijven vooruitgaan. Europa heeft volgens Van Rompuy echter op te veel fronten een achterstand opgelopen. Von der Leyen, zo merkte hij op, heeft een helder doel voor ogen, maar blijft flexibel over de wegen die daarheen leiden. Zij is principieel over het einddoel, zonder dogmatisch te zijn over de middelen.
Van Rompuy onderstreepte tot slot het cruciale belang van democratie, die zowel binnen als buiten de EU onder druk staat. In zijn woorden klonk een waarschuwing door: democratie is niet vanzelfsprekend en kan tijdelijk zijn. De uitdagingen zijn groot, en Europa moet zijn democratische waarden stevig bewaken.
Inspirerende woorden waar ik maar één ding wil aan toevoegen: festina lente, Europa. De wereld wacht niet.
De blijde intrede van de next generation, een vernieuwd automatisatieproject en een grote aandacht voor duurzame voeding en voor de medewerkers: wie biovoedingsbedrijf De Trog zegt, heeft meteen een hele mond vol. Zaakvoerder Hendrik Durnez heeft al van jongs af aan iets met voeding.
26
VIVES en KU Leuven onderzochten faal- en succesfactoren van raden van advies
De Europese CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive, ofwel de verplichte duurzaamheidsrapportering) vertaalt zich dezer dagen naar de werkvloer van 50.000 Europese ondernemingen, waaronder 2.500 in ons land. Wat bedrijven ervan mogen verwachten en hoe ze dat het best aanpakken, leren we van zelfstandig duurzaamheidsexperte An Saveyn.
Ondernemers verschijnt tweewekelijks en wordt gratis toegestuurd aan alle leden van Voka West-Vlaanderen. ISSN 1378-9511 Verantwoordelijke uitgever: Bert Mons, Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, redactie.ondernemerswvl@voka.be, www.voka.be/west-vlaanderen Maatschappelijke zetel: Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, info.wvl@voka.be - Hoofdredacteur: Joke Verbeke Redacteurs: Kenneth Oroir, Marte Plees, Conny Van Gheluwe - Vormgeving: Pieter Claerhout
Mediaregie: Sven Van Ryckeghem Fotografen: Stefaan Achtergael, Michael Cambien, Dries Decorte, Kurt Desplenter, Filip Lanszweert, Sammy Sanders, Michel Vanneuville, Els Verhaeghe
Journalisten: Karel Cambien, Stef Dehullu, Dirk De Moor, Roel Jacobus, Filip Lanszweert, Joyce Mesdag, Elise Noyez, Bart Vancauwenberghe, Dirk Vandenberghe
Druk: INNI GROUP
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
“We zetten 10% van de Vlaamse restafvalmarkt om in hernieuwbare energie”
Biostoom Oostende zag onlangs zijn jarenlange inspanningen bekroond met een erkenning als Champion van het Voka Charter Duurzaam Ondernemen. Dat komt bovenop de circulaire kernactiviteit: de biostoomcentrale zet sinds 2009 afval om in elektriciteit. “En we hebben nog meer plannen om onze elektriciteit, warmte en restproducten voor nuttig hergebruik aan te bieden”, vertelt plantmanager Joke Carpentier.
Biostoom Oostende ziet tal van mogelijkheden
“We hopen dat we deze koeltoren ooit mogen afbreken, wanneer we ook deze restwarmte voor een nuttige functie kunnen aanbieden”, wijst Joke Carpentier op het einde van een rondleiding door het complex van Biostoom Oostende. Die uitspraak illustreert hoe het bedrijf ernaar streeft om alle middelen zo duurzaam mogelijk opnieuw in te zetten.
De biostoomcentrale werd door Electrawinds in 2009 opgestart en in 2014 verkocht. Bionerga, eigendom van de Limburgse gemeenten, verwierf 70% van de aandelen. Bionerga beheert een sorteerinstallatie, een kunststofrecyclagebedrijf, 2 verbrandingsinstallaties – in Beringen en Oostende – en 5 composteerinstallaties in Limburg. De overige 30% is in handen van Equitix, een internationale investeringsgroep met
een grote aandacht voor duurzaamheidsprojecten.
De kans van een leven
Na ervaring in het industrieel projectmanagement van energiecentralebouwer
Vyncke uit Harelbeke, werkte Joke Carpentier van 2014 tot 2016 bij Biostoom Oostende in de planning en aankoop van de onderhoudsafdeling. Daarna werd ze projectmanager voor het moederbedrijf Bionerga en pendelde ze 8 jaar van haar woonplaats Aalter naar Beringen. Ze realiseerde er de verbrandingsinstallatie van Biostoom Beringen, de sorteerinstallatie Optimo en tal van andere projecten. “Ik zou het zo opnieuw doen, want hoe vaak in je leven krijg je de kans om zulke mooie projecten mee te helpen bouwen?”
In januari van dit jaar werd ze plantmanager bij Biostoom Oostende, in opvolging van Luc Lievens. Die bouwde in aanloop naar zijn mogelijk pensioen in 2025 zijn verantwoordelijkheid af maar blijft ondersteuning bieden als business development manager.
“Onze missie luidt: als betrouwbare, klantgerichte en maatschappelijk verantwoorde ondernemer optimaal energie en grondstoffen recupereren uit nietherbruikbare afvalstromen.”
— JOKE CARPENTIER
Actief op zoek naar nieuwe projecten
Biostoom Oostende kocht eerder dit jaar enkele aanpalende gronden, om bedrijven aan te trekken die de restwarmte zouden kunnen gebruiken. “We zoeken actief naar nieuwe projecten en mogelijkheden om onze groene energie met de omgeving te delen. Door de aangrenzende terreinen direct aan bedrijven te kunnen aanbieden, maken we het hen gemakkelijker, goedkoper en efficiënter om onze elektriciteit en warmte met minimale distributieverliezen af te nemen”, duidt Joke Carpentier.
“Hier werkt intussen een team van 30 mensen met een grote ervaring en motivatie”, zegt Joke Carpentier. “Onze missie luidt: als betrouwbare, klantgerichte en maatschappelijk verantwoorde ondernemer optimaal energie en grondstoffen recupereren uit niet-herbruikbare afvalstromen. Daarin is elk woord belangrijk, maar ik wil graag ons ondernemende karakter benadrukken. Van 2 miljoen restafval op de Vlaamse markt dat niet gerecycleerd kan worden, nemen wij in Beringen en Oostende 20% voor onze rekening. In Oostende verbranden we alleen voorgesorteerd, hoogcalorisch bedrijfsafval. Dat zetten wij door middel van een stoomturbine om in elektriciteit voor het equivalent van 43.000 gezinnen. Vanaf volgend jaar hopen we ook een deel van onze restwarmte te kunnen valoriseren door aan het warmtenet van Oostende te leveren.”
Sinds 2010 neemt Biostoom
Oostende onafgebroken deel aan het Voka Charter Duurzaam Ondernemen. “Elk jaar vonden er bijkomende
verbeteringsacties plaats om onze voetafdruk te verduurzamen. In onze bedrijfsprocessen streven wij sowieso naar een optimale benutting van de restproducten. Na verbranding blijft voor ongeveer 20% bodemas over, maandelijks 3.600 ton, dat we 100% laten hergebruiken of recycleren. Specialist HEROS, vlak over de grens in het Nederlandse Sluiskil, haalt er de metalen uit en verwerkt de rest tot een bouwgrondstof. Het tweede restproduct is vliegas, dat door de rookgasreiniging gevangen wordt. Er loopt een onderzoek met KU Leuven om de kostbare grondstoffen daarin te kunnen hergebruiken. Sinds 2014 hebben we in ons proces ook geleidelijk ureum – een hulpstof op basis van aardgas – vervangen door afvalammoniak, een bijproduct van vergistingsinstallaties. Daarnaast hebben we een waslijst van maatregelen voor het besparen van water, perslucht en energie, het bevorderen van biodiversiteit op ons terrein, en bestuderen we mogelijkheden voor CO2-captatie en multimodaal transport. We hebben al veel gedaan maar we zien nog heel veel mogelijkheden, zeker voor projecten in combinatie met onze omgeving.” (RJ - Foto’s EV)
Maatwerkbedrijf Sobo uit Brugge heeft onlangs zijn 20ste jubileum gevierd. Het biedt werk aan 130 mensen in uiteenlopende sectoren: als schilderbedrijf, poetsbedrijf, klusbedrijf, cateringbedrijf, sociaal restaurant en de hybride afdeling ‘Fiks’ met activiteiten als inpakwerk, het uitreiken van brieven, het ruimen van zwerfvuil, het onderhouden van waterhydranten en het industrieel wassen van herbruikbare bekers. “In de afgelopen 2 decennia zijn wij uitgegroeid tot een gewaardeerde speler in de sociale tewerkstelling en hebben we samen met ons team sterke relaties opgebouwd met klanten, partners en andere belanghebbenden”, klinkt het.
Paulig, het internationale voedings- en drankenbedrijf achter Tex Mex-specialist Poco Loco in Roeselare, kondigt de overname aan van Panesar Foods, een Britse fabrikant van sauzen, salsa’s en smaakmakers. De strategische zet biedt Paulig de kans om zijn positie in de World Foods-markt te versterken. Met de overname kunnen zowel Paulig als Poco Loco in Roeselare profiteren van kennisdeling, bredere productdiversificatie en -innovatie en toegang tot nieuwe markten.
16.000
Zoveel bezoekers trok WONDER Creativity Festival in Kortrijk in de Budafabriek (hoofdlocatie en de start van het parcours van 30 locaties) over de 12 openingsdagen. Ieder jaar opnieuw kent het festival een indrukwekkende groei: in 2023 lag het aantal bezoekers in de Budafabriek op 11.000 en in 2022 op 5.000. Het totale aantal bezoekers over alle 30 locaties zal nog een stuk hoger ligger.
Verfaillie Bauwens en Vervaecke-Nollet slaan de handen in elkaar
De Oostkampse elektrospeciaalzaak Verfaillie Bauwens, die ook een vestiging heeft in Knokke, bundelt de krachten met Vervaecke-Nollet Selexion uit Izegem. In de krachtenbundeling zien de sectorgenoten kansen om elkaar te versterken. “De analogieën tussen de 2 ondernemingen zijn heel sterk. We zijn beide familiebedrijven, elk met meer dan 1.000 m² unieke winkelbeleving en een ruim aanbod van toestellen en merken. Bovendien streven we een op-en-top klantgerichte service na”, zegt Danny Vervaecke van Vervaecke-Nollet. “We zijn heel fier om dit nieuws te kunnen aankondigen”, beaamt Frédéric Vander Stichele van Verfaillie Bauwens. “Onze sector is sterk in beweging, waarbij bedrijfsopvolging niet altijd verzekerd is. Door te kiezen voor krachtenbundeling, houden we een langetermijnvisie voor ogen. Op die manier kunnen we niet alleen voldoen aan de noden van onze trouwe klantenkring, maar ook toekomstperspectief bieden aan onze medewerkers en gewaardeerde partnerships in stand houden.”
Howest-directeur Frederik D’hulster blikt terug op afgelopen jaar
Na één jaar in zijn huidige functie, is Howest-directeur Frederik D’hulster tevreden over de koers die de hogeschool vaart. “We willen dat onze campussen bruisende ecosystemen worden, waar ook partners uit het werkveld actief zijn. Bovendien hebben we alles in huis om hier ook studenten voor masters op te leiden.”
De functie van algemeen directeur stelde Frederik D’hulster niet voor al te grote verrassingen. “Ik kon terugvallen op 15 jaar ervaring als directeur onderwijs en internationalisering binnen deze organisatie, al droeg ik dan natuurlijk nog niet de eindverantwoordelijkheid die ik nu wel heb.”
Onder zijn leiding werkt Howest vooral ijverig verder aan de realisatie van het strategisch plan 2022-2028. “We zijn nu ongeveer halfweg die cyclus; het is een goed moment om daarin enkele extra accenten te leggen. Zo willen we nog meer inzetten op internationalisering. Dat doen we als lid van RUN-EU (Regional University Network – European University), waarin we met andere Europese hogescholen die zich niet in een grootstad bevinden, zo innovatief mogelijk te werk gaan om een exodus van talenten naar grootsteden te vermijden.”
Engelstalige opleidingen
De voorbije jaren investeerde Howest in extra infrastructuur in Kortrijk en Brugge. “Door samen te werken met partners die zich ook in die gebouwen kunnen vestigen,
“Onze arbeidsmarkt is in alle sectoren internationaal en intercultureel geworden. Als hoger onderwijs moeten we mee die kaart trekken.”
— FREDERIK D’HULSTER
willen we die campussen laten evolueren tot bruisende ecosystemen waar ook ondernemers zich welkom voelen. Dat bruisende karakter wordt mede gevoed door liefst 1.000 internationale studenten, die bij ons een Engelstalige opleiding volgen. Daarin zijn we een koploper in Vlaanderen. We werken nauw samen met Voka om die internationale studentengemeenschap in contact te brengen met buitenlanders die hier al aan de slag zijn op onze arbeidsmarkt, zodat ze beseffen dat
West-Vlaanderen een ideale regio is om hun carrière op de rails te zetten.” Hoewel de Vlaamse overheid nog niet toelaat dat hogescholen masterdiploma’s uitreiken, wil Howest ook op dat vlak grenzen verleggen. “Zo werken we intens samen met de universiteit van Breda voor hun professionele master game technology: de opleiding gebeurt bij ons, door onze docenten en gekoppeld aan ons toegepast onderzoek, terwijl zij het diploma uitreiken. Binnen RUN-EU bereiden we nog gelijkaardige trajecten voor, voor masteropleidingen in cybersecurity, artificiële intelligentie en digitale transformatie. Ook zo halen we internationale talenten tot bij ons, om hen vervolgens te stimuleren om hier aan het werk te gaan nadat ze zijn afgestudeerd. De ambitie is om meer studenten naar hier te halen dan we er verliezen door de braindrain. Onze arbeidsmarkt is trouwens in alle sectoren internationaal en intercultureel geworden. Als hoger onderwijs moeten we mee die kaart trekken.”
Daarnaast wil Howest ook voor ondernemingen nog meer een open campus zijn. “De opening van infopunten in elk van onze campussen kan bedrijven helpen om meteen met de juiste mensen bij ons in contact te komen voor het creëren van partnerships op vlak van onderzoek en/of onderwijs”, besluit Frederik D’hulster.
(BVC - Foto DD)
Je hebt een vraag over ondernemen, een reglementering, een moeilijke managementbeslissing? Stop dan even met Googelen en laat ons helpen.
Vraag van de week
Wat is het verschil tussen preferentiële en niet-preferentiële oorsprong?
In de wereld van internationale handel is de oorsprong van een product een essentieel element. Het bepaalt niet alleen hoe producten worden behandeld bij invoer, maar heeft ook invloed op de kosten. Oorsprong kan onderverdeeld worden in preferentiële en niet-preferentiële oorsprong, elk met zijn specifieke voordelen en criteria.
Preferentiële oorsprong: lagere douanerechten als voordeel
Preferentiële oorsprong biedt landen en regio’s die handelsakkoorden hebben gesloten, zoals de EU met Canada, lagere douanerechten. Producten met een preferentiële oorsprong komen in aanmerking voor tariefverlagingen of vrijstellingen bij invoer in het partnerland. Voor bedrijven betekent dat een aanzienlijk kostenvoordeel. Voor het verkrijgen van preferentiële oorsprong moet het product voldoen aan specifieke criteria, bijvoorbeeld een minimaal percentage van lokale materialen of een bepaalde productiefase die binnen het land plaatsvindt. De oorsprongsregels zijn terug te vinden in de handelsakkoorden en zijn niet in alle handelsakkoorden identiek.
Ook een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen! vraaghet@voka.be
Niet-preferentiële oorsprong: basisregels en handelsbeleid Niet-preferentiële oorsprong komt in beeld wanneer er geen specifieke handelsakkoorden zijn. Dit type oorsprong biedt geen tariefvoordelen, maar is belangrijk voor maatregelen zoals antidumpingrechten, invoerquota en andere handelsbeperkingen, maar ook de oorsprongsaanduiding op een product. De regels voor niet-preferentiële oorsprong richten zich op het bepalen van de ‘economische nationaliteit’ van het product. De oorsprong is vaak relevant bij de import van producten uit landen zonder preferentiële handelsakkoorden.
Waarom is het belangrijk voor bedrijven?
Een correcte oorsprongsbepaling biedt financiële voordelen, maakt internationale transacties eenvoudiger en voorkomt boetes. Bedrijven die bewust omgaan met de oorsprong van hun producten kunnen hun concurrentiepositie versterken door kostenbesparingen en snellere toegang tot buitenlandse markten. Dat is vooral belangrijk in tijden waarin handelsrelaties, zoals met de Brexit, voortdurend veranderen en regels complexer worden.
Conclusie
Een goed begrip van preferentiële en niet-preferentiele oorsprong is essentieel voor bedrijven die internationaal zakendoen. Of je nu kosten wilt besparen door lagere invoerrechten of gewoon wilt voldoen aan wettelijke verplichtingen, het correct bepalen van de oorsprong van je producten is onmisbaar in een dynamische globale economie.
In bepaalde strategische dossiers staan we als regio veel sterker dan elke stad of gemeente apart en kunnen we hefbomen creëren voor de hele regio door de krachten te bundelen over fysieke en partij- of organisatiegrenzen heen.Daarom roepen we op om per referentieregio een regiodeal te sluiten waarbij lokale besturen, ondernemers, sociale partners en andere stakeholders aan tafel gaan zitten om zo’n hefboomprojecten samen tot een goed einde te brengen, door alle bestuurslagen heen. De regiodeal voor de Middenkust dient in te zetten op vier strategische hefbomen voor onze ondernemingen: 1. het versterken van de arbeidsmarkt en van de link tussen onderwijs en bedrijven, 2. het investeren in mobiliteitsinfrastructuur, 3. het investeren in meer ruimte om te ondernemen en in het sneller vergunnen van projecten en tot slot 4. in het verder ondersteunen en laten groeien van de haven van Oostende en de Blauwe Economie als regionaal speerpunt.”
Hoewel de werkloosheidscijfers in Oostende en omgeving hoger liggen dan het West-Vlaamse gemiddelde, blijft regio Middenkust met een krappe arbeidsmarkt kampen. Lokale besturen, VDAB en Economisch Huis Oostende moeten blijven inzetten op het activeren van werklozen en niet-actieven zoals langdurig zieken, NEET-jongeren en migranten.
Daarnaast moet levenslang leren nog meer een evidentie worden, ongeacht opleidingsniveau en leeftijd.
Blauwe economie als regiomarketing
“In regio Middenkust komen alle noodzakelijke ingrediënten voor de blauwe economie samen: de kennis, de expertise en de bedrijvigheid. Voka is voorstander van een geïntegreerd masterplan om de blauwe economie als speerpunt inzake regiomarketing te hanteren. Een van de hoofddoelstellingen is een betere afstemming tussen overheid, bedrijfswereld en academische wereld om de slagkracht te verhogen. Er werden weliswaar al enkele stappen gezet, maar het masterplan blijft voorlopig beperkt tot een samenvoeging van bestaande stadsinitiatieven. We moeten de komende beleidsperiode echt een versnelling hoger schakelen.”
Tom Bulcke, regiovoorzitter
We gebruiken nog te weinig economische migratie om de vacatures ingevuld te krijgen. We moeten gericht internationale talenten scouten die hier willen komen werken. Eens ze in de regio aan de slag zijn, moeten deze mensen zich uiteraard integreren, de taal leren, een goede huisvesting vinden, enz. Hierin hebben lokale besturen een grote rol te spelen. We pleiten dan ook voor de nodige regionale financiering voor de duurzame uitbouw van een International House in Oostende om bedrijven en internationale medewerkers te ondersteunen in hun praktische en administratieve zorgen.
Het is tot slot erg belangrijk dat kinderen van jongs af aan worden aangespoord om voor technisch of STEMonderwijs te kiezen. Scholen en bedrijven moeten hierrond meer afstemmen en samenwerken. Ook hierbij kan het lokale niveau helpen.
Maak werk van een vlotte mobiliteit en investeer in nieuwe
De mobiliteit en bereikbaarheid in/naar/van Oostende staan onder druk. Er is dringend een nieuwe verbindingsweg nodig vanaf de A10 tot aan het bedrijventerrein Kromme Elleboog om de verkeersonveiligheid en de drukte op de Torhoutsesteenweg in Oostende te verminderen en de luchthaven vlotter bereikbaar te maken.
Om de luchthaven vanaf het station van Oostende en de hele kuststrook nog beter bereikbaar te maken met het openbaar vervoer, vragen we om de kusttram rechtstreeks tot aan het luchthavengebouw te laten aantakken.
Een ander belangrijk aandachtspunt is de bereikbaarheid van bedrijven(terreinen) via het openbaar vervoer. In het nieuwe vervoersplan van De Lijn worden gebieden zoals de achterhaven van Oostende en Ostend Science Park niet bediend. Nochtans zouden heel wat werknemers en burgers uit Oostende, Oudenburg, Bredene, enz. gebaat zijn bij een betere busverbinding naar deze gebieden. De lokale besturen, de Vervoerregio en De Lijn moeten dan ook dringend een oplossing voor deze problematiek uitwerken. Dit kan bijvoorbeeld door in regio Middenkust een flexbus (de vroegere belbus) te voorzien. Onze regio is de enige referentieregio in West-Vlaanderen waar deze dienstverlening nog niet wordt aangeboden.
“De sterkte van de haven van Oostende ligt ook in de verschillende onderzoeks- en innovatieprojecten die je hier vindt. Zelf richtte Voka WestVlaanderen samen met European Food Centre en POM WestVlaanderen eind 2023 Marifish.Inc op. Deze incubator ondersteunt innovatieve start-ups en scale-ups in aquacultuur en visserij 2.0 via een mix van coaching, huisvesting en community. Marifish.Inc maakte alvast een goede start.”
Tom Bulcke, regiovoorzitter
Tot slot moet dringend werk worden gemaakt van een voor bedrijven werkbaar en haalbaar parkeerbeleid en dito handhaving. Wie in de stad (dringende) herstellingen of leveringen moet uitvoeren, botst al te vaak op een administratieve mallemolen, met buitensporige parkeerretributies en GAS-boetes als gevolg. Parkeervergunningen moeten veel soepeler, sneller en efficiënter verlopen in de stad Oostende. Handhavers moeten ook meer begrip tonen voor onvoorziene omstandigheden. Het huidige parkeerbeleid wordt door veel bedrijven als een verdoken belasting ervaren.
Geef ruimte om te ondernemen
In de regio Middenkust wordt enkel nog op Plassendale en de luchthaven van Oostende samen een kleine 40 hectare bedrijventerreinen aangeboden. Op de korte termijn volstaat dit aanbod om aan de noden van ondernemingen te voldoen. Op de middellange en lange termijn moet evenwel ook in deze regio worden gezocht naar bijkomende terreinen om de strategische voorraad op peil te houden.
De lokale besturen moeten daarom dringend samen met alle andere betrokken bestuursniveaus nieuwe bedrijventerreinen bestemmen. Concrete locaties moeten snel en zorgvuldig worden geselecteerd en bijkomende tekorten moeten duidelijk en correct worden aangetoond met een geactualiseerde vraagberekening. De voortgang van de ruimtelijke uitvoeringsplannen die in opmaak zijn, moet nauwlettend worden bewaakt. We zien alvast nog potentieel voor nieuwe bedrijventerreinen op de Kromme Elleboog in Oostende en het gebied aan de afrit Middelkerke langs de E40 richting Frankrijk.
Daarnaast moet de leegstand van bebouwde terreinen worden aangepakt. Met een leegstandsgraad van 10,3% beschikt de regio momenteel over een overaanbod van leegstaand bedrijfsvastgoed. Idealiter beschikt een regionale bedrijfsvastgoedmarkt over een frictieleegstandsgraad van 4 tot 6%. Lokale besturen hebben de opdracht om bestaande leegstaande terreinen voor bedrijvigheid voor te behouden. Maar als blijkt dat dat bedrijfsvastgoed te verouderd, ruimtelijk inefficiënt of overgereguleerd is, moeten zij deze terreinen samen met ontwikkelaars aanpassen. Slecht gelegen gronden kunnen enkel een andere bestemming krijgen als het verdwijnen van deze gronden elders op geschiktere locaties wordt gecompenseerd.
Lokale besturen moeten er tot slot voor zorgen dat vergunningsaanvragen sneller en oplossingsgericht worden behandeld. De eisen van de dossiersamenstelling worden te streng toegepast en omgevingsvergunningsaanvragen worden te vaak onvolledig verklaard. Lokale besturen moeten bedrijven beter ondersteunen bij het indienen en vervolledigen van aanvragen en oplossingsgerichter te werk gaan bij het verlenen van vergunningen.
De haven van Oostende heeft een unieke positie in het Vlaamse havenlandschap. Om de cluster van de blauwe economie nog te versterken zijn nieuwe investeringen nodig. Zo moet op korte termijn werk worden gemaakt van de bouw van een nieuwe terminal in de oostelijke strekdam. Dit is een strategisch project om de sector van de offshore-energie toe te laten vanuit Oostende duurzaam te blijven opereren met o.m. de nieuwe windmolenparken in het vooruitzicht.
Daarnaast moet ten laatste in 2030 een keuze worden gemaakt over een mogelijke zeewaartse uitbreiding van de haven van Oostende. Het (Vlaamse) project Kustvisie kan hierbij als hefboom dienen. Een slimme combinatie van beschermingsmaatregelen tegen een stijgende zeespiegel en de creatie van extra terminalcapaciteit in de voorhaven zal tot een win-win leiden en de duurzame groei van de haven van Oostende. De strandgemeenten kunnen we best beschermen door middel van grotere stranden, meer duinen, enz.
De Internationale luchthaven van Oostende-Brugge is een belangrijke economische toegangspoort tot Oostende en ver daarbuiten. Haar werking moet in de komende jaren worden versterkt. Cruciaal is de toekenning van de nieuwe omgevingsvergunning. Deze dient voldoende flexibel en toekomstgericht te zijn om de groei van de luchthaven mogelijk te maken. Het stadsbestuur van Oostende moet dit mee faciliteren. Naast passagiers, cargo en general aviation biedt de luchthaven veel kansen voor nieuwe ontwikkelingen zoals drones, S&R-activiteiten, innovatie, vergroening en verduurzaming van vliegtuigen. Op die manier kunnen bijkomende bedrijven uit de luchtvaartsector worden aangetrokken. 4
LEG DE BASIS VOOR JE TOEKOMST MET GOUD
Persoonlijk advies nodig? We ontvangen je graag in ons kantoor te Kortrijk en Oostende.
Th e H o u s e – Kortrijk
Rijsselsestraat 55, 8500 Kortrijk
+32 (0)56 37 14 41
Th e H o u s e – Oostende
Leopold II - Laan 11, 8400 Oostende
+32 (0)59 26 63 12
ww w t h e - h o us e b e
Info@the-house.be
Te huur voor Voka-leden
De infrastructuur van Voka | Brugge wordt ter beschikking gesteld voor leden van Voka. De meetingrooms zijn uitgerust met highend audiovisuele technologie. Ideaal dus om (video)conferenties, debatten, webcasts, persconferenties, jaarvergaderingen of businessfora te organiseren, fysiek of hybride.
Meer info en reserveren: voka.brugge@voka.be
De 17 Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties worden wereldwijd ingezet als doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. In deze rubriek stellen we iedere keer een andere SDG voor. SDG 12 focust op duurzame consumptie- en productiepatronen. Subdoelstellingen zijn onder meer “Tegen 2030 het duurzame beheer en het efficiënte gebruik van natuurlijke hulpbronnen realiseren” en “Tegen 2030 de afvalproductie aanzienlijk beperken via preventie, vermindering, recyclage en hergebruik”.
TE Connectivity uit Oostkamp produceert onderdelen voor de automobielindustrie. De vestiging maakt deel uit van een internationale groep van bijna 100 productiebedrijven over de hele wereld. In Oostkamp werken zo’n 700 mensen. “In een wagen loopt heel wat bedrading die de connectie maakt tussen een begin- en eindpunt, bijvoorbeeld tussen je richtingaanwijzers vooraan en je knipperlicht achteraan”, legt Frederik Declerck uit. “Wij maken daarvoor de connectoren: de kunststofbehuizing en het metalen contact in die behuizing dat zorgt voor de signaaloverdracht tussen de systemen. Tom Demedts vult aan: “We ontwerpen die connectoren afhankelijk van de vragen en noden van onze klant. Daarna maken we ook zelf de matrijzen en bouwen we de assemblagelijn voor onze productie.”
Bij het productieproces wordt onvermijdelijk afval geproduceerd, onder meer bij het spuitgietproces. Het bedrijf heeft de voorbije jaren al heel wat stappen gezet om de hoeveelheid afval bij het spuitgieten terug te dringen. “Kunststofbehuizingen maken we door gesmolten kunststof in een matrijs te gieten. Daarbij is er altijd een overschotje, dat we het aanspuitkanaal noemen. In eerste instantie hebben we onze matrijzen geoptimaliseerd, om dat aanspuitkanaal zo klein mogelijk te maken.”
BEDRIJFSCASE
Ondanks die inspanning bleef de hoeveelheid afval aanzienlijk. “Van de duizenden tonnen granulaat die we jaarlijks gebruiken, belandt ‘slechts’ een kleine 90% in een van onze kunststofproducten”, zegt Frederik Declerck. “Dat wil zeggen dat een goeie 10% werd weggegooid. Daarom zijn we in tweede instantie ook op zoek gegaan naar een manier om die fractie afval opnieuw te kunnen gebruiken. We doen dat door de aanspuitkanalen te recupereren en ter plaatse opnieuw te vermalen. Daarna worden ze weer als grondstof gebruikt.” Het klinkt eenvoudig, maar het was geen evidente stap. “Er zijn veel tests en onderzoeken gebeurd om te kunnen bewijzen dat het eindproduct toch kwalitatief sterk genoeg is, ondanks het feit dat een deel van de grondstof niet meer ‘nieuw’ is. Daarnaast hebben we daar uiteraard ons productieproces moeten op afstemmen.”
De verandering betekent een aanzienlijk economisch voordeel voor het bedrijf. “Het spaart ons grondstof uit en het beperkt de kosten om ons afval te laten verwerken”, zegt Cedric Denys. “Los daarvan zien we het ook als onze plicht om op dergelijke zaken in te zetten. Het is echt not done om zovele kilo’s kwaliteitsvol materiaal gewoon weg te gooien. De kunststof die niet meer geschikt is om op onze site te hergebruiken, wordt naar een externe partner gebracht. Die voegt er dan additieven aan toe zodat die opgewaardeerde kunststof opnieuw als grondstof kan dienen.” (JM - Foto Kurt)
Meer weten? Contacteer ons gerust via 0476 02 59 42 of duurzaamondernemen.wv@voka.be
Li Li Chong groeide op in Maleisië. Ze verhuisde in 2011 naar Oostende, waar ze woont met haar partner en haar zoontje van 6. Om het Nederlands onder de knie te krijgen, deed ze hier de eerste jaren vrijwilligerswerk in de sociale sector. Zo rolde ze in haar huidige job bij Concertgebouw Brugge, waar ze medewerker Participatie & Outreach is.
Netwerken zit in mijn DNA. Het is fijn dat ik dat talent mag inzetten om bruggen te bouwen. Ik promoot het Concertgebouw als open huis. Onlangs organiseerde ik met International House West Flanders een coffee meet-up, waardoor ook expats hun weg naar ons hebben gevonden. Op Facebook en Instagram bouw ik onder de naam ‘Lili Verbindt’ dan weer aan een online community.
• M A L E I S I Ë
Dit is mijn droomjob. Ik kan mensen bereiken die Concertgebouw nog niet kennen, ook kwetsbare mensen die anders hun weg niet zouden vinden. Ik verwelkom hen en leg verbindingen. Ik voel me hier volledig thuis: ik kan hier mijn enthousiaste zelf zijn en krijg de kans om te experimenteren. Ik krijg hier veel autonomie en het geeft me voldoening om sociale impact te creëren.
België en Maleisië zijn bijna niet te vergelijken, omdat hun geschiedenis en context zo verschillend zijn. In Maleisië zijn mensen warmer en staan ze meer open voor nieuwe vrienschappen. Er onstaan sneller connecties. Belgen zijn eerder terughoudend en zijn wat meer gehecht aan hun privacy. Tegelijk zie ik hier veel eenzaamheid. Een ander verschil: in België kan en mag je alles zeggen wat je wil, terwijl Maleisië een land is van censuur.
Het bedrijfsleven is in Maleisië heel hiërarchisch georganiseerd. Je hebt er als medewerker bijna alleen contact met je directe leidinggevende. In België is dat helemaal anders. Het heeft een paar jaar geduurd om daaraan te wennen. Wat me hier opvalt, is dat dit een land is van papierwerk en administratie. Daardoor is de drempel om een bedrijf te beginnen veel hoger.
Ik kom van een land met een enorme prestatiedruk. Al van kleins af wordt er sterk gefocust op academische, sportieve en muzikale prestaties. Het is er de normaalste zaak van de wereld dat je hard werkt om de carrièreladder te beklimmen. België is op dat vlak een verademing: hier wordt veel aandacht besteed aan de work-lifebalance. Daardoor is mijn leven rijker geworden – misschien niet op financieel vlak, maar wel sociaal en cultureel. Ik vind het belangrijk om dat mee te geven aan mijn zoontje.
Het VDAB Maritiem Opleidingscentrum in Zeebrugge breidde zijn aanbod en infrastructuur flink uit. Bedrijven en werkzoekenden vinden er niet alleen leslokalen, scheepsmotoren en veiligheidsopstellingen, maar ook unieke, hoogtechnologische simulatoren. Daarmee kunnen ze in quasi levensechte omstandigheden vaar- en baggersituaties oefenen.
Het VDAB Maritiem Opleidingscentrum in de Lanceloot Blondeellaan in Zeebrugge is uniek in ons land. “We richten ons op zowel werkzoekenden als werknemers en werkgevers in de maritieme sector. Dat gebeurt in partnerschap met overheden, bedrijven, scholen en sectorfondsen”, zegt teamleider Jaimie Daelman. “Dit centrum is gestart vanuit basisveiligheidsopleidingen voor beginnende vissers en baggermedewerkers. Naarmate de maritieme sector groeide, nam ook ons aanbod toe dankzij onder meer samenwerking met de groepen Jan De Nul en DEME voor hoogtechnologische, unieke simulatoren. In samenspraak met de sector zoeken wij steeds naar de nieuwe behoeften en kijken we uit naar investeringen binnen bestaande en nieuwe partnerschappen.”
Vacatures matchen
“De maritieme sector is voor werkzoekenden die er geen familie in hebben vaak onbekend en onbemind. Nochtans zijn er heel veel vacatures voor mensen met uiteenlopende achtergronden op alle niveaus. Wij helpen hen om daarin de weg te vinden. De sector heeft ook veel mogelijkheden om door te groeien, zowel aan boord als op de wal. Ons werk begint bij leerlingen te laten kennismaken met de beroepen in de sector, via schoolbezoeken en deelname aan beurzen en evenementen, zoals onlangs Technofest op de Marinebasis. Daarnaast werken we samen met www.areyouwaterproof.be, een website voor het bekendmaken van maritieme
opleidingen en beroepen door Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, Jan De Nul, DEME, Koninklijke Belgische Redersvereniging en Sectorfonds Rijn- en Binnenvaart. Ten slotte hebben we voor deze sector binnen VDAB bemiddelaars en sinds dit jaar 3 accountmanagers specifiek voor de Vlaamse havens, die de bedrijven en werkzoekenden met elkaar helpen te matchen.”
Het opleidingsaanbod in Zeebrugge is zeer divers en praktijkgericht. “Je leert hier niets over ‘love boat’ maar wel over veiligheid en competenties aan boord. Vaak gaat het om verplichte attesten om een functie te
mogen starten of voortzetten. Een nieuw project draait bijvoorbeeld rond werken op hoogte voor opvarenden.” Spectaculair zijn de diverse simulatoren, zowel van engine control rooms, baggeroperaties als het besturen van een schip. Met ondersteuning van krachtige computerprogramma’s simuleren beeldschermen levensechte situaties. Via de beelden worden weersomstandigheden, het wiebelen van de zee of zelfs het effect van het lossen van een lading op het evenwicht van een schip nagebootst.
“De instructeurs – van VDAB of bedrijven – maken de cursisten vertrouwd met reële situaties. Dat gaat van gewone bezigheden, bijvoorbeeld het bedienen van scheepsmotoren of het invaren van een dok, tot alarmtoestanden bij pannes of zwaar weer. Het is niet altijd extreem: hier wordt ook geoefend op simulaties van nieuwe machines voor ze in gebruik genomen worden.”
(RJ - Foto MVN)
Vanaf 2025 voert de federale regering een nieuwe investeringsaftrek in, specifiek gericht op de vergroening en digitalisering van bedrijven. Deze hervorming biedt ondernemers nieuwe kansen om fiscale voordelen te behalen met investeringen die bijdragen aan een duurzamer ondernemingsklimaat. Is het slim om je investeringen tot volgend jaar uit te stellen, of kan je beter nu al actie ondernemen?
Wat houdt de investeringsaftrek in?
De investeringsaftrek biedt bedrijven –zowel vennootschappen als zelfstandigen – de mogelijkheid om een percentage van hun investeringen fiscaal af te trekken van het belastbaar resultaat. Dit percentage is afhankelijk van de bedrijfsgrootte en het type investering, zoals digitale activa of beveiligingsoplossingen.
Tot nu toe bestond er enkel een gewone investeringsaftrek voor kleine vennootschappen en een verhoogde aftrek voor zowel kleine als grote bedrijven. De nieuwe regeling in 2025 introduceert 3 categorieën met elk specifieke voordelen:
1. Basisaftrek van 10%: Voor kleine vennootschappen en zelfstandigen, met een verhoogde aftrek van 20% voor digitale activa.
2. Thematische aftrek voor groene investeringen: 30% voor grote bedrijven, en 40% voor kleine vennootschappen en zelfstandigen.
3. Technologie-aftrek van 13,5%: Specifiek voor investeringen in innovatieve technologieën, waaronder octrooien en milieuvriendelijke O&O.
Welke investeringen komen in aanmerking?
Onder de nieuwe thematische aftrek vallen vooral groene investeringen, zoals:
• Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen
• Koolstofemissievrij vervoer
• Milieuvriendelijke activa en ondersteunende digitale technologieën
Daarnaast is er een specifieke technologieaftrek voor octrooien en onderzoek en ontwikkeling (O&O) die een duurzame focus
hebben. De precieze voorwaarden worden nog uitgewerkt, maar een belangrijke richtlijn is dat groenere alternatieven de voorkeur krijgen.
Uitstellen of niet?
Het kan aantrekkelijk lijken om investeringen uit te stellen tot 2025 om te profiteren van de verhoogde aftrekpercentages. Hier zijn enkele aandachtspunten om in overweging te nemen:
1. Basisaftrek: Het percentage stijgt licht van 8% naar 10%. Voor reguliere investeringen levert uitstel een beperkt fiscaal voordeel op.
2. Digitale activa: Investeringen in digitale technologieën, zoals CRMsystemen of e-commerce platformen, komen in aanmerking voor de verhoogde basisaftrek van 20%, wat uitstel interessanter maakt voor digitale innovaties.
3. Thematische aftrek voor groene investeringen: Dit is waar het grootste fiscale voordeel ligt. Vervanging van oude, vervuilende installaties kan vanaf 2025 een aftrek opleveren van 30% tot 40%, wat uitstel zeker kan rechtvaardigen.
4. Minder duurzame investeringen: Indien een duurzame en betaalbare variant beschikbaar is, zoals een warmtepomp in plaats van een gasketel, kan het voordelig zijn om de investering nog in 2024 te doen. Vanaf 2025 worden deze minder duurzame opties namelijk uitgesloten van investeringsaftrek.
Of je een investering moet uitstellen, hangt dus sterk af van het type investering en de fiscale voordelen die volgend jaar
beschikbaar komen. Wil je zeker zijn dat je strategisch en fiscaal voordelig investeert? Raadpleeg je financieel adviseur en plan tijdig om maximaal voordeel te behalen.
Vooruitzicht: een consistentere regeling
De hervorming belooft een overzichtelijker kader voor investeringsaftrek. Investeringen die in aanmerking komen worden opgenomen in een lijst die om de 3 jaar wordt geactualiseerd, wat fiscale stabiliteit biedt. De hoop is dat met deze nieuwe structuur bedrijven gestimuleerd worden om te kiezen voor groene en digitale innovatie.
Annelies Moyaert, Fiscaal adviseur Titeca Pro Accountants & Experts
Bij iedere toekomstbepalende beslissing staan we voor jou klaar
Van verlaging van erfbelasting tot schenking van familiale vennootschappen: wat wijzigt de nieuwe Vlaamse Regering aan de fiscale spelregels?
Met de komst van de nieuwe Vlaamse Regering worden onder meer de kaarten van erfbelasting, schenkingen en registratierechten opnieuw geschud, met enkele opvallende veranderingen in het spel. Wij lichten de belangrijkste wijzigingen toe.
Verlaging van erfbelasting Het Vlaams Regeerakkoord voorziet in een hervorming van de erfbelasting waarbij de tarieven voor alle erfgenamen zullen worden verlaagd. Deze verlaging zal gefaseerd verlopen, met een eerste stap in 2026 en de volledige hervorming in 2029.
De belastingvrije som voor roerende goederen die de langstlevende partner erft, wordt bovendien verhoogd van 50.000 euro naar 150.000 euro.
Daarnaast komt er een belastingvrije som voor alleenstaanden zonder kinderen.
Verlenging verdachte periode bij schenkingen Schenkingen van roerende goederen moeten niet verplicht worden geregistreerd. Bij niet-registratie is er ook geen schenkbelasting verschuldigd. Er geldt echter een zgn. ‘verdachte periode’ in dergelijke gevallen. Dit impliceert dat, wanneer de schenker binnen een termijn van 3 jaar overlijdt, de begiftigde wordt belast in de (vaak hogere) erfbelasting. De Vlaamse Regering wil deze verdachte periode nu verlengen van 3 naar 5 jaar.
Noteer dat deze wijziging enkel geldt voor niet-geregistreerde schenkingen die vanaf 1 januari 2025 worden gedaan.
Verlaging registratiebelasting
De Vlaamse Regering heeft ook een verlaging van de registratierechten aangekondigd bij de aankoop van een enige en eigen gezinswoning. Het bestaande gunstregime, waarbij de registratierechten 3% bedragen in plaats van het standaardtarief van 12%, wordt verder verlaagd naar 2%.
Voorts zou het tarief voor beroepsverkopers voor de aankoop van onroerende goederen verhoogd worden van 4% naar 6%.
Deze wijzigingen zullen ingaan op 1 januari 2025, waarbij rekening wordt gehouden met de datum van het verlijden van de authentieke akte.
Familiale vennootschappen
Er geldt momenteel een vrijstelling in de schenkbelasting voor overdrachten van familiale vennootschappen. Hierdoor kunnen ook onroerende goederen die bestemd zijn voor privégebruik en zich in een dergelijke vennootschap bevinden, onder strenge voorwaarden tegen een fiscaal voordelig tarief worden geschonken. Deze situatie is sinds geruime tijd een doorn in het oog van de Vlaamse regering, die daarom dergelijke onroerende goederen van het gunstregime wenst uit te sluiten.
Overige wijzigingen
Tevens wordt de belastingvermindering van 20% voor dienstencheques afgeschaft vanaf 1 januari 2025.
Ook elektrische wagens ontspringen de dans niet. De vrijstelling van de verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling wordt afgeschaft. Vanaf 2025 zullen nieuwe elektrische auto’s 50% van de verkeersbelasting moeten betalen. In 2026 geldt vervolgens het volledige tarief.
Conclusie
De aangekondigde wijzigingen van de Vlaamse Regering op o.m. het gebied van erfbelasting, schenkbelasting en registratierechten brengen belangrijke aanpassingen met zich mee waardoor het verstandig is om uw fiscale planning tijdig te heroverwegen.
Evert Moonen en Sesil Velieva De Langhe Advocaten
West-Vlaamse ondernemingen hebben zuurstof nodig om te blijven groeien. Daarvoor is onder meer de interactie tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven van groot belang. Hier laten we de hogeronderwijsinstellingen uit onze provincie aan het woord over hun opleidingsaanbod en onderzoeksprojecten. Met al jouw vragen over onderwijs kan je terecht bij joyce.simoens@voka.be.
Door de sterke trend naar digitalisering en automatisering, is de nood aan cybersecurity exponentieel gestegen. Het is een specialisatie waar Howest dankzij toegepast onderzoek en specifiek onderwijs heel goed mee vertrouwd is. Een gloednieuwe en voor Vlaanderen unieke bacheloropleiding lokt sinds dit academiejaar veel studenten. Daarnaast breidt de hogeschool ook de dienstverlening aan bedrijven uit.
Howest, de Hogeschool West-Vlaanderen, biedt in Brugge 4 opleidingen aan binnen de cluster Informatica & Technologie. “Daartoe behoren onder meer de bachelor toegepaste informatica (met vanaf het tweede jaar een keuzetraject ‘cyber security professional’) en sinds dit academiejaar de gloednieuwe bacheloropleiding cybersecurity”, vertelt William Schokkelé, opleidingsmanager bij de cluster.
Die nieuwe opleiding lokt meteen 150 Nederlandstalige studenten en kwam er op dringende vraag vanuit de bedrijfswereld. “Onze ondernemingen hebben nood aan cybersecurity-specialisten met een zo breed mogelijke kennis over alle mogelijke aspecten van dit domein. Ze bouwen onder meer knowhow op inzake industriële en forensische security, maar ook op vlak van threat intelligence (het verzamelen en analyseren van data over actuele of toekomstige cyberdreigingen, nvdr). In die zin kunnen ze op termijn bedrijven helpen bij het detecteren van dergelijke bedreigingen. Studenten die het keuzetraject cybersecurity professional volgen binnen de bachelor toegepaste informatica, spitsen zich eerder toe op ontwikkeling van beveiligende systemen”, vult Johan Galle, opleidingsverantwoordelijke van de bachelor cybersecurity, aan. Howest heeft intussen een aanvraag ingediend om de nieuwe bacheloropleiding ook in het Engels te mogen aanbieden, vermits het keuzetraject in de bachelor toe-
“Inspelen op hoge nood van het werkveld”
gepaste informatica door veel Engelstalige studenten wordt gevolgd.
Daarnaast zet Howest sterk in op toegepast onderzoek in samenwerking met de bedrijfswereld. “Veel kmo’s vinden de weg naar ons met vragen voor hulp of dienstverlening”, aldus Gert-Jan Wille, Head of Cybersecurity bij Howest en afgevaardigde voor de Vlaamse stuurgroep Cybersecurity. “Omgekeerd kunnen ondernemingen gastlectoren afleveren of als stageplek fungeren. We hebben ook uitstekende relaties met het CCB (Centre for Cybersecurity Belgium) en CERT.be (Cyber Emergency Response Team). Door dergelijke experts ook in onze opleidingen te betrekken, begeesteren we de studenten.”
Security Operation Center
Howest helpt productiebedrijven ook bij het beveiligen van hun operationele
“Het Security Operation Center zal ons toelaten om detectietechnieken zo goed mogelijk op maat van de kmo te vertalen.”
— WILLIAM SCHOKKELÉ
technologie (lopende banden, andere sturingen) en biedt in de toekomst met SOC as a service een cruciale nieuwe dienst aan. “Zo’n Security Operation Center verzamelt data van de volledige organisatie, zoekt naar kwetsbaarheden en verdachte activiteiten. Dit zal ons toelaten om detectietechnieken zo goed mogelijk op maat van de kmo te vertalen. Dat sluit aan bij onze missie om zoveel mogelijk cyberbewustzijn in het kmo-landschap te creëren”, besluit Gert-Jan Wille. (BVC - Foto Kurt)
De blijde intrede van de next generation, een vernieuwd automatisatieproject en een grote aandacht voor duurzame voeding en voor de medewerkers: wie biovoedingsbedrijf De Trog zegt, heeft meteen een hele mond vol. Zaakvoerder Hendrik Durnez heeft al van jongs af aan iets met voeding. Die passie heeft hij, samen met 130 medewerkers, omgezet in een dot van een bedrijf dat onder de koepelholding Food Association 3 aandeelhouders telt: Hendrik Durnez zelf, BNP Paribas Equity en de Limburgse zakenman Stijn Switten.
Als we zeggen dat elk ondernemersverhaal begint met een mooie droom, hebben we dan gelijk of ongelijk?
“Als ik mezelf als voorbeeld mag nemen, dan heeft u 100% gelijk. Als ik anderen advies zou mogen geven om al dan niet te starten, zou ik dat als conditio sine qua non naar voor schuiven. Zelfs mijn grootvader Henri is in 1911 begonnen met een droom: een lokale bakkerij uit de grond stampen in het landelijke Geluwe. De oorlogsjaren hebben die droom heel even gedwarsboomd, maar erna ging hij met nieuwe moed verder. Mijn vader Cyriel zette dat alles verder en tekende voor groei. Als kind liep ik voortdurend rond in de bakkerij van mijn ouders. Blijkbaar droomde ik er al op zeer jeugdige leeftijd van om brood te maken op grootvaders wijze. Die droom heeft me nooit meer losgelaten. Toen mijn vader veel te vroeg stierf, op zijn 45ste, was ik amper 10 jaar oud. Te jong dus om aan de slag te gaan. Moeder zette de ambachtelijke en sterk gegroeide bakkerij dan maar alleen voort, samen met 15 medewerkers. In de jaren 80, na een opleiding in Ter Groene Poorte, was het mijn beurt. De eerste 10 jaar nog samen met mijn moeder; vanaf 1994 alleen. Het was een emotioneel en empirisch proces, met vallen en opstaan. Ik denk dat dat voor elke zelfstandige ondernemer geldt.”
Welke moeilijkheden heeft u vooral ondervonden op uw pad?
“Als een bedrijf groeit, evolueren ook de noden. Dan is het belangrijk om je te laten omringen door bekwame medewerkers. Ik benadruk graag dat dat niet eenvoudig is. Ja, ik heb in al die jaren veel kennis opgebouwd over het vak en het product. En dan moet je die kennis ook zo goed mogelijk proberen te delen met en door te geven aan anderen. Ik denk te mogen zeggen dat ik daar goed in geslaagd ben.”
Wat heeft u geleerd en onthouden uit die periode van samenwerken met uw moeder?
“Wat ik thuis geleerd heb en tot op vandaag nog altijd meedraag: toon te allen tijde
respect voor medewerkers. Moeder heeft dat tot in den treure herhaald, en ze had gelijk. Ondernemen kan in mijn ogen enkel en alleen als het gestoeld is op positieve waarden, zoals respect tonen voor medewerkers, klanten, leveranciers of alle mogelijke stakeholders.”
Vandaag werken er 130 medewerkers binnen de groep, en u staat daar zowel tussen als boven. Wat beschouwt u als uw belangrijkste opdracht?
“Daar moet ik niet lang over nadenken. Het allerbelangrijkste aan mijn job is luisteren, observeren, coachen en vooral bezielen. Maar dat alles in een context waarbij bedrijfscultuur een doorslaggevend element is. Aan mijn medewerkers wil ik elke dag zoveel als mogelijk mijn eigen passie voor het product meegeven. Zolang zij ook die passie uitdragen, zal het wel snor zitten met het bedrijf, zeker? Passie doorgeven kan ook door zelf het goede voorbeeld te geven in alles wat je onderneemt. Als je zegt wat je gaat doen, doe dan vooral ook wat je gezegd hebt.”
U bent nu 58, u kan nog zeker 15 jaar mee. Is dat ook de bedoeling?
“U vraagt daar zoiets. Een leven lang al worstel ik met die ene levensvraag: waar ligt mijn eigen toegevoegde waarde? In een groeiende organisatie moet je jezelf maar ook je omgeving in vraag durven stellen, vind ik. Eén van de vragen die ik moest zien te beantwoorden was: ‘gaan we automatiseren en standaardiseren?’ Wij hebben de strategische keuze gemaakt om ambacht op te schalen in een flexibele en agile omgeving. Daarbij werd ook radicaal ingezet op oude ingrediënten en bioproducten. Ik denk te mogen zeggen dat dit bedrijf inzake bio een pionier is. Toen de term als het ware nog niet bestond, kwamen we er al mee op de proppen. Zonder pocherig te doen, maar ik heb de kennis terzake zelf opgebouwd vanaf de tweede helft van de jaren 90. Het is te weinig bekend maar het bakken van brood gaat gepaard met kennis, met technologie zo je wil. Bloem mag dan de belangrijkste en door iedereen
“Ik ben als het ware bezeten door desemen. Ik ben gefascineerd door oude technieken en dus werken we met een in huis bereide desem in plaats van met bakkersgist.”
bekende grondstof zijn, alles draait wat mij betreft rond de vraag wat je doet met het zogenaamde rijsproces. In dat doorloopproces van 12 uur tijd maakt onze desem het verschil. Ik ben als het ware bezeten door dat desemen. Ik ben gefascineerd door oude technieken en dus werken we met een in huis bereide desem in plaats van met bakkersgist. Inmiddels hebben we hier een uitgebreide kennis opgebouwd die we ook delen met externe kenniscentra, zoals met de universiteiten van Brussel en Leuven. Samen doen we onderzoek naar de positieve effecten van desembrood op het menselijk lichaam.”
Iets of iemand moet toch die vonk richting innovatie in de voeding hebben ontstoken?
“Ik moet hier verwijzen naar de kleine ambachtelijke bakkerij De Trog in Brugge die we in 1996 hebben overgenomen van Marc Hostens en Claudine Ameye. Ook zij waren pioniers in hun achterkeuken. Onze innovatie heeft haar grondslag in het verleden. Ik ben in de ban van noties zoals gezonde voeding en een duurzame omgeving. Heel mijn leven en heel mijn bedrijf draaien rond die doelstelling.”
Opvallend bij De Trog is dat er unilateraal gefocust wordt op het opschalen van het bakkersambt. U zou ook eigen ‘broodwinkels’ in de markt kunnen zetten. Het zou jullie imago nog danig versterken. Waarom doet u het niet?
“Je kan in mijn ogen maar één zaak goed doen. Zelfs binnen het terrein van de productie leggen we de focus op natuurlijke gistingsprocessen en lange doorlooptijden. Het is een zeer bewuste strategische keuze. We zijn er ook best fier op dat we de enige zijn die dit soort ‘moederdeeg’ op onze biologische wijze aanmaakt.”
Hoe vindt het aanbod zijn weg naar de markt?
“Ook op dat vlak stippelden we onze eigen weg uit en richten we ons unilateraal op de biowinkels, op grossiers en op de klassieke retail. Die laatste categorie zorgt voor distributie naar foodservicebedrijven of restaurants. Om maar één voorbeeld te geven: u zal ons brood vinden bij West-Vlaamse sterrenchefs. Elke dag beleveren we ook zo’n 120 biowinkels over het hele land. De bakker op de hoek kan met onze specialiteiten zijn aanbod vervolledigen. Vroeger lag dat gevoelig maar dat is nu langzamerhand aan
het keren. Daarnaast is er natuurlijk nog het buitenland. Vooral via aanwezigheid op beurzen hebben we onze weg gevonden. De exportmarkten zijn nu onze grootste groeipool. Onze producten kan je vandaag terugvinden in al onze buurlanden, met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk of Ierland. In de exportmarkten moet je je maximaal flexibel opstellen. Dat wil zeggen: andere conditioneringen of voorgebakken producten. We bedienen klanten graag à la carte, zoals we bijvoorbeeld doen bij de Franse keten Metro.”
Recent zag u uw zoon Eron instappen. Opvolging is al altijd een heikel thema geweest bij familiebedrijven. Hoe verliep dat proces hier?
“Ik ben al altijd een grote believer geweest van samenwerking. Zelf alles beredderen, daar geloof ik niet in. Persoonlijk kan ik op bepaalde vlakken het verschil proberen te maken, maar daarnaast heb je mensen nodig die je steunen in die missie, zodat ook zij het verschil helpen maken. Ik bestempel mijn rol in het bedrijf als die van Willy Naessens in zijn bedrijf. Ik ben dus geen CEO, maar een bezieler die zijn mensen wil aansporen om het beste van zichzelf te geven. Ik heb in mijn hele carrière al veel gesprekken gevoerd met andere ondernemers die om de één of de andere reden gefrustreerd zijn. Ofwel omdat ze zelf te veel hooi op de vork moeten nemen, ofwel omdat ze de feeling verloren zijn met het product dat ze maken. Zo wil ik niet door het leven stappen. Ik ben als het ware altijd een bakker willen blijven. Nu is de tijd rijp dat ik kan evolueren van uitvoerder naar bezieler, die zich grotendeels kan toeleggen op fundamenteel onderzoek en knowhow over het product dat we maken. Hier zit een gelukkige ondernemer, omdat ik het gevoel heb dat het schip in goede handen vaart. Mijn zoon Eron is op zijn 31ste goed gekwalificeerd. Hij heeft het diploma van handelsingenieur op zak en ging daarna aan de slag bij Deloitte en bij de divisie M&A van VDP. Zijn aanwerving? Hij kwam het zelf vragen. Inhouse hadden we een vacature voor een CFO. Ik herinner mij het moment voor altijd. Tijdens een gezamenlijke fietstocht vroeg hij mij wat mijn grote droom was? Ik zei: de zaak verder uitbouwen met mijn kinderen, liever dan verkopen aan derden wegens gebrek aan interesse van de kinderen. Dan volgde zijn repliek: of hij ook in aanmerking kon komen voor de openstaande vacature? Dan was het zaak om de aanwerving te objectiveren. Het
Eron
en Hendrik Durnez geloven sterk in automatisatie. “Als we automatiseren, is het om logistieke taken lichter te maken. Veel taken worden zo overgenomen, terwijl medewerkers nieuwe taken kunnen opnemen. Die aanpak heeft ons geen windeieren gelegd. We merken dat de omzet verhoogt omdat we meer bezig zijn met kerntaken en omdat we ook het nodige belang hechten aan jobrotatie.”
“Ik ben geen CEO, maar een bezieler die zijn mensen wil aansporen om het beste van zichzelf te geven.”
hr-team heeft het dossier dan onafhankelijk in handen genomen, op basis van belangrijke normen zoals een eerlijke kans voor iedereen, peilen naar de motivatie van de kandidaten en naar de affiniteit met het bedrijf. Eron bleek optimaal te beantwoorden aan al die criteria.”
Uw zoon is nu 2 jaar aan de slag. Waar situeert zich de meerwaarde voor het bedrijf?
“Hij is volop bezig het bedrijf klaar te zetten voor de toekomst. Professionele financiële rapportering is daarbij cruciaal. De instap van BNP Paribas als co-aandeelhouder in 2018 heeft eerder al geholpen om de juiste weg in te slaan. Maar het gaat ook verder dan enkele financiële rapportering. Er moet
ook inzake digitalisering en automatisering een versnelling hoger worden geschakeld, en ook daar speelt Eron een rol in. Het is de bedoeling om onze medewerkers – ons belangrijkste kapitaal – te blijven vormen en opleiden tot vaklui. Nu moet er nog meer werk worden gemaakt van permanent leren. We hebben daarom werk gemaakt van een eigen inhouse opleidingsschool. Met mijn ervaring zeg ik dat het 3 jaar duurt om een technicus tot op het gewenste niveau te brengen. We werken in dat proces met een peterschapsformule om mensen ook een goed gevoel te geven als ze nieuwe taken moeten opnemen, terwijl de automatisering van het productieapparaat wordt verder gezet.”
(Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)
Heel wat kmo’s en start-ups richten vroeg of laat een raad van advies (rva) op, vanuit de terechte overtuiging dat die een inspirerend klankbord kan zijn voor de uitbouw van hun zaak. Alleen blijken heel wat rva’s vaak al te worden opgedoekt nog voor ze daadwerkelijk waardevol konden zijn.
Filip Vanderbeken en Stephan Weemaes van VIVES gingen op onderzoek uit en kwamen tot een aantal opvallende conclusies, waarbij de vrijblijvendheid en de psychologische veiligheid van een rva sleutelbegrippen blijken.
“De rol van de bedrijfsleider is cruciaal”
VIVES en KU Leuven onderzochten faal- en succesfactoren van raden van advies
Wereldwijd is al veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het functioneren van raden van bestuur, maar de impact van raden van advies werd amper onderzocht. Het was één van de redenen waarom ondernemer/adviseur/VIVES-lector Filip Vanderbeken en VIVES-onderzoeker/-lector Stephan Weemaes de voorbije maanden uitgebreid onderzoek naar de faal- en succesfactoren van rva’s deden. “In zowat de helft van de gevallen verdwijnen rva’s al binnen de 2 jaar”, aldus Filip Vanderbeken. “Dat intrigeerde ons, want eigenlijk is het zowel voor de onderneming, de adviseurs als de intermediairs die de raad hebben samengesteld, frustrerend dat het vaak zo verloopt. Het format kan erg krachtig zijn als het goed werkt.”
Wat is, volgens uw onderzoek, de belangrijkste faalfactor van een raad van advies?
Stephan Weemaes: “Om daarop te antwoorden trek ik even de parallel met de raad van bestuur. Een groot verschil met een raad van bestuur, is dat een rva geen beslissings-
bevoegdheid of controlerol heeft, enkel een adviesrol. De adviseurs zijn ook niet aansprakelijk voor wat ze adviseren. Bovendien is er geen duidelijk afgebakend kader voor de werking van de rva: het bedrijf beslist zelf of het een rva opricht, hoe vaak die samenkomt, wie erin zetelt, wat er op de agenda staat, of er een verslag wordt opgemaakt, enzovoort. Daardoor heeft de rva van nature een vrijblijvend karakter. Zonder een bewuste inspanning tot formalisering dreigt zo’n raad van advies te vervellen tot een overbodige praatbarak. De bedrijfsleider heeft dus een hele belangrijke rol in het wegnemen van die vrijblijvendheid.”
Waarom kan een raad van advies wel succesvol zijn?
Filip Vanderbeken: “De rva kan een forum zijn waar de ondernemer zich veilig voelt en ongeremd al zijn/haar uitdagingen en zwakheden op tafel kan gooien. De leden van de rva dragen immers normaal geen andere petjes: het zijn idealiter externe, onafhankelijke mensen die met de input van de bedrijfsleiding aan de slag gaan om die
“Het format kan erg krachtig zijn als het goed werkt.”
concreet vooruit te helpen. Een verkeerd samengestelde rva kan die psychologische veiligheid ernstig impacteren. Het is bijvoorbeeld af te raden om er vrienden, kennissen en familie in op te nemen, omdat het moeilijker is je ziel bloot te geven aan iemand die je kent uit een andere context. Bovendien maakt de persoonlijke relatie het voor die andere persoon ook moeilijker om vrijuit te spreken. Langs beide kanten wordt de psychologische veiligheid dus beknot. Het opnemen van ‘high profile’, klinkende namen als adviseur klinkt goed in theorie, maar zorgt ervoor dat bedrijfsleiders zich vaak wat geïntimideerd voelen en schrik krijgen om domme dingen te zeggen. Dat is meestal onterecht, maar het toont wel aan dat het zeer belangrijk is om bij elke adviseur een veilige klik te voelen.”
De bedrijfsleider kan de raad van advies dus echt ‘maken of kraken’?
Stephan Weemaes: “Absoluut: de mentaliteit waarmee de bedrijfsleider aan een rva deelneemt, is erg bepalend. Hij moet in de eerste plaats bereid zijn om zich kwetsbaar op te stellen. Als hij geen open kaart speelt, belemmert dat al de mogelijkheden om een gericht advies te kunnen krijgen. De bedrijfsleider en/of het management moeten vooraf ook duidelijke verwachtingen over de rva hebben en de samenstelling van de rva daarop afstemmen. Idealiter wordt een rva gekozen op basis van concrete ambities die de onderneming wil realiseren. Eenmaal die gerealiseerd zijn, kan je de rva-leden die specifiek voor hun advies in die materie zijn gekozen, vervangen door experts wiens tips voor nieuwe doelstellingen nuttig kunnen zijn. Hoe beter gestructureerd en transparanter een rva kan werken, des te groter de kansen op succes.”
Op welke manier gaan jullie met de bevindingen van jullie onderzoek aan de slag?
Filip Vanderbeken: “We hebben er al diverse keynotes over gehouden en gaan daar in de
Hoe loopt dat nu in de praktijk, zo’n raad van advies samenstellen?
We laten op de volgende pagina’s 3 bedrijven aan het woord die daar hun specialisatie hebben van gemaakt. Op de bladzijdes daarna vertellen ook 3 ondernemers over de meerwaarde van hun raad van advies.
toekomst mee door. Daarnaast zijn we ook bezig om de onderzoeksresultaten te valoriseren in een internationale academische publicatie. We komen tot 6 factoren die aandacht verdienen: vooraf, tijdens de functionele werking van de raad van advies en achteraf. Als bedrijfsleiders rekening houden met die 6 factoren, is er geen enkele reden waarom een rva niét zou werken. Tegelijk moeten we eerlijk zijn: de rva is ook niet het ei van Columbus: er bestaan ook andere adviesformules die heilzaam voor een bedrijf kunnen werken. Welke adviesvorm het meest aangewezen is op welk moment, zal meteen ook het onderwerp van ons vervolgonderzoek zijn.” (BVC - Foto Kurt)
TESSA DUGARDIN — STELLA P
“Doelstellingen vooraf duidelijk scherpstellen”
Stella P bestaat 10 jaar en focuste zich in die periode uitsluitend op de samenstelling van raden van advies en raden van bestuur. “Bedrijven zijn er grotendeels zelf verantwoordelijk voor of het al dan niet een succes wordt”, oordeelt Tessa Dugardin, die samen met Julie Desmet Stella P leidt.
“Een raad van advies kan zowel voor grote ondernemingen als kmo’s waardevol zijn”, vindt Tessa Dugardin. “Allerlei redenen kunnen aan de basis liggen om ermee te starten: een generatiewis sel, een drang naar groei, de daaruit voortkomende groeipijnen, nood aan een klankbord, et cetera.”
De belangrijkste vraag die ze bij Stella P voor af afgevinkt willen zien: waarom wil een bedrijf een raad van advies installeren? “Het is iets waar je niet onbezonnen aan begint. Het moet vooraf goed duidelijk zijn wat je precies wil bereiken en welke verwachtingen er over de raad van advies zijn. We onderzoeken vooraf hoe het bedrijf en de organisatie in elkaar zitten en zoeken op basis daarvan naar complementariteit. Eenmaal we
“Het moet vooraf goed duidelijk zijn wat je precies wil bereiken en wat je verwachtingen zijn.”
— JULIE DESMET EN TESSA DUGARDIN
in ons netwerk én daarbuiten de juiste mensen hebben geselecteerd, organiseren we gesprekken tussen het management van het bedrijf en die mensen. We zijn ook aanwezig bij de eerste raad van advies en evalueren na 3 à 4 bijeenkomsten hoe het loopt.”
Als een onderneming na verloop van tijd beslist de raad van advies op te doeken, is dat zeker niet altijd te wijten aan het feit dat die rva gefaald zou hebben. “Het kan ook perfect dat het bedrijf zijn doelstelling heeft bereikt, mede met dank aan die raad van advies. We merken intussen dat een groeiend aantal bedrijven een raad van advies wil. Mede daarom hebben we dit jaar een
SEBASTIAAN
“Sterke profielen creëren vertrouwen”
Vanuit zijn passie voor familiaal ondernemerschap, hield Sebastiaan Vanneste in 2017 Continuitas boven de doopvont. “We ondersteunen graag middelgrote familiale kmo’s met groeiambitie bij hun continuïteit en toekomstbestendigheid. Een raad van advies kan in functie daarvan een belangrijke hefboom zijn.”
Bij de samenstelling van een raad van advies kiest Continuitas bij voorkeur voor ondernemers en/of CEO’s met ervaring binnen de context van een familiebedrijf. “We mikken op mensen van hoog niveau, die vanuit hun bewezen succes heel veel waardevolle bagage met zich meebrengen en daardoor ook respect afdwingen. Idealiter hebben de verschillende leden complementaire expertises, die de blinde vlekken die het bedrijf ervaart bij het realiseren van zijn
doelstellingen, zo goed mogelijk invullen.”
Sebastiaan raadt onder nemers af om eigenhandig een raad van advies samen te stellen. “Vaak laten ze daar hun accountant en/of bankier in zetelen, maar die zijn niet onafhanke lijk en kunnen vaak ook niet de ervaring bijbrengen die vereist is voor de volgende strategische stappen. Ervaren ondernemers kunnen dat wel: zij hebben het pad al bewandeld waarop de familiale kmo zich nu begeeft. In de meeste gevallen is de onderlinge samenwerking, met goede afspraken en methodieken, de ideale formule om het tot een succes te laten uitgroeien. Wij raden ook aan dat één van de externe leden de voorzittersrol op zich neemt.”
De groeiende populariteit van raden van advies heeft onder meer te maken met succesverhalen die de ronde doen. “Vaak zie je ook dat het tijdens een generatiewissel wordt ingevoerd, omdat het jong familiaal talent er tijdens een eerdere werkervaring al de meerwaarde van heeft ingezien en de oudere generatie stimuleert om die hoogwaardige externe input ook een kans te geven.”
“Evaluatie en opvolging bepalend voor boardsucces”
Met meer dan 10 jaar ervaring in het samenstellen van raden van advies & bestuur, hebben Lynn Rambour en Olivier Maes van Boardplus in de afgelopen 2 jaar zo’n 55 onafhankelijke boards geïnstalleerd. “Een goede raad van advies moet onafhankelijk zijn om de bedrijfsleiding eens tegen de schenen te durven schoppen.”
Waar Vlaamse bedrijven vroeger terughoudend waren om met een raad van advies te starten, is er de laatste jaren een duidelijke inhaalbeweging zichtbaar. “De groeiende populariteit komt doordat steeds meer bedrijven de positieve impact ervan ervaren en die delen met collega-ondernemers. Toch worden er vaak fouten gemaakt bij de samenstelling, want dat is een vak apart.” Een goede match tussen bedrijfsleiding en boardmembers is essentieel en gaat verder dan cv’s schuiven. Dat vraagt om maatwerk. “Wij nemen ruim de tijd voor een kennismaking met de
potentiële klant. Dat begint doorgaans met een openhartig gesprek waarin het management in alle discretie zijn grootste uitdagingen en ambities op tafel legt. Zonder die klik en wederzijds vertrouwen kunnen we niets betekenen. Op basis van die gesprekken zoeken en interviewen we persoonlijk de geschikte boardmembers, die zich grondig hebben ingelezen, een sterke motivatie tonen, al bepaalde kansen zien en hun toegevoegde waarde kunnen aantonen.”
Na gesprekken met de belangrijkste kandidaten puzzelen de klant en Boardplus samen om een zo complementair mogelijke raad van advies samen te stellen. “Wij zijn ook graag aanwezig bij de eerste bijeenkomst, bieden ondersteuning bij agendabepaling en verslaggeving en evalueren na elke boardmeeting. Opvolging is cruciaal voor de effectiviteit van de raad. Het samenstellen is één aspect van onze verantwoordelijkheid, maar het opvolgen is vaak nog belangrijker en bepaalt de uiteindelijke kwaliteit.”
“Goede voorbereiding creëert goede feedback”
Hanssens Beyond Telecom werkt sinds een kleine 2 jaar met een raad van advies. “We hadden nood aan een kritische externe blik. De raad van advies durft de vinger op de wonde leggen, waardoor ook de 4 leden van ons managementteam een kritischere blik hebben ontwikkeld”, vertelt zaakvoerder Philippe Hanssens.
“Elk jaar ga ik voor een week in mijn eentje op reis naar Kreta, waar ik de bedrijfsstrategie voor het komende jaar uitschrijf. Die wordt besproken tijdens onze jaarlijkse teambuilding. Ik beschouw dat zo’n beetje als mijn examen”, getuigt Philippe Hanssens. “Na het volgen van een infosessie over raden van advies, leerde ik Herman Hillaert kennen.
“Je leert out of the box denken”
Bij Phaz is sinds zowat 10 jaar een raad van advies actief. De familie Breemersch heeft er goede ervaringen mee. “Zeker als je elke samenkomst goed voorbereidt, kan je er erg veel uit halen”, vertelt Aline Breemersch.
Aline en broer Louis Breemersch vertegenwoordigen de 5de generatie van dit familiebedrijf, dat zich toelegt op binnen- en buitenzonwering die een gezonde en comfortabele leefomgeving faciliteert door optimaal gebruik te maken van natuurlijk licht en warmte. “We hebben destijds bij Voka het Familiotraject gevolgd om de wissel van de 4de naar de 5de generatie voor te bereiden. Vader Patrick vond dat cruciaal, omdat hij minder goede herinneringen had aan de periode dat hij zelf het roer in handen kreeg. Het is toen dat we de werking van een raad van advies leerden kennen en er zelf een hebben opgestart.” De familie Breemersch komt sindsdien 3 à 4 keer per jaar samen met 2 externe adviseurs, met name Hans Boels (Lybover) en Michel Delfosse (Bel & Bo). “We hebben dat
Hij schotelde me 5 sterke figuren voor, waarvan ik er 3 selecteerde voor onze eigen raad van advies. Zij vormen als het ware mijn nieuwe examinatoren.”
De raad van advies van Hanssens Beyond Telecom kwam sindsdien 6 keer samen. “Je merkt dat het niveau van de meetings in stijgende lijn zit. Dat komt mede dankzij een grondige voorbereiding. Voor elke rva houden we een managementmeeting, waarin we 5 vragen voor onze adviseurs voorbereiden. Tijdens elke raad van advies is telkens iemand van ons managementteam aanwezig. Doordat de rva snel de vinger op de wonde durft leggen, stellen we onze eigen werking meer in vraag. Het is ook erg nuttig dat we, voor heel specifieke vragen, kunnen rekenen op experts uit het netwerk van onze adviseurs.” De evaluatie van 2 jaar samenwerken met een raad van advies, is voor Philippe positief. “Er is een fijne wisselwerking, omdat ik voel dat de adviseurs ook van mij willen bijleren. De rva op zich is zeker een blijver, maar het zou op termijn kunnen dat de samenstelling ervan verandert, in functie van de noden van onze onderneming.”
toen zelf in handen genomen. We ervaren het als een toegevoegde waarde dat zij niet uit onze sector komen, omdat zij onze business doorheen een kritische externe bril bekijken en ons telkens dwingen om out of the box te denken. Hun advies is ook van goudwaarde geweest toen wij destijds te horen kregen dat vader, die op dat moment nog heel actief was in de sales, een hersentumor had waaraan hij ook is overleden. Uiteraard had dat een enorme impact op onze organisatie, maar zij hebben ons heel goed begeleid met de strategische planning.”
Aline en Louis overwegen om het concept van de raad van advies in de toekomst anders aan te pakken, maar blijven enthousiaste voorstanders. “Zo’n regelmatig overleg met externe experts zet ons telkens weer op scherp.”
TIJL CHARLE — CGK
“Een raad van advies neemt je oogkleppen af”
CGK Group is een familiebedrijf dat instaat voor de veiligheid, gezondheid en bescherming van mens, milieu en infrastructuur. Het management koos al in 2006 om zich te laten bijstaan door een raad van advies.
“Die beslissing kwam er vanuit de ambitie van de 3 vennoten om te professionaliseren. We spreken daarvoor ons eigen netwerk aan en gaan via een vacature op zoek naar de profielen die ons kunnen helpen bij de actuele uitdagingen”, vertelt
Tijl Charle, samen met oprichter Geert Denutte en Antoine Willems één van de 3 huidige vennoten.
Voor CGK is de raad van advies tot een onmisbaar instrument uitgegroeid. “Zij stellen erg gerichte vragen die gefundeerde antwoorden vereisen. Daarmee aan de slag gaan, creëert ook gemoedsrust. Zo is de rva bijvoorbeeld heel geschikt om een businessplan voor te leggen, dossiers voor cruciale investeringen te
jaren geleden bijvoorbeeld voor gezorgd dat we op de juiste manier, dankzij voorwaarden die expliciet in de aandeelhoudersovereenkomst stonden vermeld, afscheid konden nemen van een vierde vennoot die een andere mening had over de koers die we in Covid-tijden moesten varen.”
“Een mandaat voor een raad van advies geldt bij ons 4 jaar en is eenmaal verlengbaar. Het zijn mensen die volstrekt onafhankelijk zijn en dus ook geen speciale link met één van de vennoten hebben. Momenteel telt onze rva 4 externe leden.
We komen 4 keer per jaar samen met de 3 aandeelhouders, waarvan er eentje als voorzitter fungeert. Dat is ook de persoon die de agenda
DOSSIER duurzaam en circulair ondernemen
“Stevige oefening voor grote ondernemingen”
CSRD-rapportering wordt vanaf volgend jaar een aandachtspunt bij 2.500 Belgische bedrijven
De Europese CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive, ofwel de verplichte duurzaamheidsrapportering) vertaalt zich dezer dagen naar de werkvloer van 50.000 Europese ondernemingen, waaronder 2.500 in ons land. Dat brengt een hoop extra werk met zich mee. Wat bedrijven ervan mogen verwachten en hoe ze dat het best aanpakken, leren we van zelfstandig duurzaamheidsexperte An Saveyn.
An Saveyn studeerde af als bio-ingenieur en fungeerde bij verschillende grote ondernemingen, zoals Barco en Vandemoortele, als de eerste duurzaamheidsmanager. Sinds 2 jaar werkt ze als zelfstandig duurzaamheidsexperte. Ze is ook docente aan de opleiding duurzaamheidscoördinator bij Hogeschool Gent (HOGENT) en spreekt regelmatig voor Voka.
“De CSRD-richtlijn is een gevolg van de Europese Green Deal, die door de EU in het leven is geroepen om de ambitie te concretiseren om tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te worden”, steekt ze van wal. “Het is de opvolger van de NFRD, de ‘richtlijn niet-financiële rapportage’ die vanaf 2014 gold voor ondernemingen van openbaar belang (onder meer beursgenoteerde ondernemingen). CSRD wordt verplicht voor veel meer ondernemingen en de rapportageverplichtingen zijn ook een stuk uitgebreider.”
Voor grote, beursgenoteerde bedrijven is voldoen aan CSRD vooral voortbouwen op wat ze al deden. Dat geldt evenzeer voor ondernemingen die de voorbije jaren al op eigen initiatief over hun duurzaamheidsinspanningen rapporteerden. “Vanaf 2025 wordt CSRD ook realiteit voor firma’s die meer dan 50 miljoen omzet boeken, minstens 250 medewerkers tellen en/of ruim 25 miljoen euro balanstotaal hebben (2 van de 3 voorwaarden moeten zijn afgevinkt, nvdr)”, vertelt An Saveyn. “Zij moeten in 2026 voor het eerst verplicht rapporteren over 2025. Dat betekent dat ze vanaf begin 2025 een aantal kwantitatieve datapunten zullen moeten monitoren, zoals energie- en waterverbruik, CO2-emissies, trainingsuren per werknemers,… Met andere woorden: tegen nieuwjaar 2025 moeten ze een aantal datacollectiestromen hebben opgezet
die dat mogelijk maken. 50.000 Europese ondernemingen, waarvan 2.500 Belgische, moeten daaraan voldoen.”
Het is dezer dagen dus alle hens aan dek om dat optimaal voor te bereiden. “De eerste stap om te weten waarover je moet rapporteren, is het uitvoeren van de zogenaamde dubbele materialiteitsanalyse. De analyse houdt in dat je uit zo’n 40 thema’s die ESRS (de European Sustainability Reporting Standards, de standaarden die je moet volgen voor het opstellen van een CSRD-compliant rapport) vermeldt, bepaalt welke voor jouw onderneming ‘materieel’ zijn, en daarover dus rapporteert. Die oefening moet erg zorgvuldig gebeuren, want nadien wordt het rapport sowieso aan een audit onderworpen.”
Naast kwantitatieve datapunten moeten bedrijven ook rapporteren over kwalitatieve punten. “Dat omvat informatie over de bedrijfsprocessen, uitleg over hoe de raad van bestuur over duurzaamheid wordt geïnformeerd, het schrijven van een policy, doelstellingen en acties over de materiële thema’s,… Het komt dus neer op het toelichten van hun duurzaamheidsstrategie, ook als ze die nog niet zouden hebben. CSRD is namelijk een verplichte rapportering; het dwingt bedrijven niet (meteen) tot concrete maatregelen.”
De rapportering op zich is wel een hele kluif. “De ESRS-standaarden over hoe het rapport moet worden opgesteld, is een document van liefst 245 pagina’s. Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat één op de 5 bedrijven overwegen om een duurzaamheidsmanager in dienst te nemen. Zeker het opzetten van de hele rapportering zal snel een jaar in beslag nemen. Daarna
Ook het Voka Charter Duurzaam Ondernemen, dat Voka WestVlaanderen sinds 2017 samen met POM West-Vlaanderen organiseert, besteedt onder meer aandacht aan CSRD. Het VCDO biedt een kader voor bedrijven om duurzame ambities te vertalen naar de praktijk, en wil bedrijven stimuleren om zichzelf uit te dagen verder te gaan in duurzaamheid. Die inspanningen worden, na een positieve eindevaluatie door een onafhankelijke commissie, beloond met het duurzaamheidscertificaat. Meer info: sarah.spenninck@voka.be
kan je verder werken op dat document met actuele aanpassingen.”
De CSRD-richtlijn blauwblauw laten, is geen goed idee: wie het niet doet, mag zich sowieso aan sancties verwachten. “Het is in België nog niet duidelijk welke maatregelen dat zouden zijn, vermits de EU-richtlijn nog niet vertaald is naar onze wetgeving. In principe moest dat tegen juli 2024 gebeurd zijn, maar mede door de verkiezingen en de regeringsvorming is die deadline niet gehaald. De regering lopende zaken zou dit tegen eind dit jaar nog willen doorduwen.”
(BVC - Foto DD)
VISIONARY LOGISTICS
Deltalight uit Moorsele lanceert een innovatief verlichtingsproduct dat gemaakt wordt op basis van productieresten. ‘High Profile’ is het resultaat van een samenwerking tussen Deltalight en het vermaarde Nederlandse architectenbureau MVRDV. “Met High Profile willen we ondernemers aan het denken zetten over hun productieprocessen”, zegt Jan Ameloot, die samen met zijn broer Peter zaakvoerder is.
Deltalight ontwerpt en produceert architecturale verlichtingsoplossingen voor zowel binnen als buiten. “We brengen comfort met licht en we doen dat in verschillende projecten en sectoren: residentiële en commerciële projecten, kantoorprojecten en projecten voor de retail en hospitality-sector. Onze klanten zijn voornamelijk architecten en lighting designers. Zij beseffen heel goed het belang en de meerwaarde van het juiste licht op de juiste plaats in een project”, zegt Jan Ameloot. Het bedrijf stelt zo’n 300 mensen te werk in Moorsele, waar het bedrijf een eigen productieafdeling heeft. Daarnaast zijn er nog eens 150 medewerkers in commerciële teams verspreid over de hele wereld.
Recent lanceerde Deltalight zijn nieuwe verlichtingsproduct High Profile. Het gaat om een verlichtingsarmatuur die volledig gemaakt wordt van productieresten: overschotten van profielen die gebruikt werden bij de productie van onder meer lijnverlichting. “In ons productieproces snijden we de stukken profielen die we nodig hebben uit standaardafmetingen. Onvermijdelijk hebben we daarbij altijd stukken over die te kort zijn om in een andere verlichting te
“Met onze verlichting willen we ondernemers in de eerste plaats stimuleren om kritisch na te denken over hun productieprocessen en hoe die geoptimaliseerd kunnen worden.”
verwerken. Die worden normaal gerecycleerd, maar nu krijgen ze dus een tweede leven.”
High Profile werd ontwikkeld in samenwerking met het Nederlandse architectenbureau MVRDV.
“We hebben geregeld klanten en leveranciers op bezoek in onze productieafdeling. Een tijd geleden hadden we de mensen achter MVRDV te gast, een architectenbureau waarmee we in het verleden al voor een aantal innovatieve projecten mochten samenwerken. Toen ze een stapel van onze profielen zagen liggen, zagen ze daarin een unieke verlichtingsarmatuur.”
De reststukken aluminium profielen worden in elkaar gepuzzeld tot ze een esthetisch
mooi ogende verlichtingsarmatuur vormen. Daarna kunnen ze in de gewenste kleur geverfd worden. “Felle kleuren komen vaak terug in de creaties van MVRDV en dus ook in onze High Profile. We zijn best wel fier op deze reeks, omdat we erin geslaagd zijn een esthetisch mooi product te creëren uit elementen die anders weggegooid zouden worden.”
Maar het is vooral het idee achter High Profile dat Deltalight naar voren wil schuiven. “Dit wordt niet onze bestseller, dat was ook de startgedachte niet achter High Profile. Met onze verlichting willen we ondernemers in de eerste plaats stimuleren om kritisch na te denken over hun productieprocessen en hoe die geoptimaliseerd kunnen worden. Dat proberen wij ook zelf steeds meer te doen, door producten te maken die niet alleen langer meegaan, maar die ook gemakkelijk hersteld kunnen worden mocht er toch iets defect zijn, of die aan het einde van hun levensduur gemakkelijk ontmanteld kunnen worden, zodat grondstoffen opnieuw gebruikt kunnen worden.” (JM - Foto Kurt)
www.deltalight.com
Duurzaamheid en circulariteit zijn thema’s die tegenwoordig bij elke realisatie van een industriebouw, kantoor, retailcomplex en andere projecten meer en beter ingeburgerd geraken. Hoe pas je dat als bouwheer toe in de praktijk? Kim Vander Cruyssen, duurzaamheidscoördinator bij Altez, zet je alvast op weg.
1. Kies voor een erg duurzaamheidsbewuste aannemer
“Het is verstandig in zee te gaan met een aannemer die het goede voorbeeld geeft. Zo zijn we bij Altez bijvoorbeeld bezig met het behalen van het ISO 14001-certificaat. Deze standaard biedt een kader voor het opzetten van milieubeleid en -doelstellingen, net als een gestructureerde aanpak om aan milieuwetgeving te voldoen en milieuprestaties te verbeteren. ISO 14001 richt zich op duurzaamheid, efficiëntie in hulpbronnengebruik, afvalbeheer en de vermindering van milieueffecten. We doen ook allerlei inspanningen om het Voka Charter Duurzaam Ondernemen te behalen.”
2. Schenk aandacht aan de CO2-prestatieladder
“Met de CO2-prestatieladder bewijs je een tandje bij te steken inzake milieubewustzijn. Bij Altez zijn we volop bezig om ook deze certificatie binnen te halen. Dat vertaalt zich onder meer naar zonnepanelen op onze daken. Al onze ondernemingen draaien uitsluitend op in België geproduceerde groene stroom. We merken dat dit nog andere voordelen biedt. Zo krijg je als aannemer die de CO2-prestatieladder succesvol heeft beklommen korting op openbare aanbestedingen. Je kan een project dus binnenhalen, zelfs als een andere partij aan een lagere prijs heeft ingetekend. De voorwaarde is uiteraard wel het gebruik van CO2-reducerende maatregelen op de werf.”
3. Renovatie is soms een volwaardig alternatief voor nieuwbouw
“Door het hergebruiken van bestaande structuren is renovatie vaak duurzamer en goedkoper dan nieuwbouw. Je verbruikt minder grondstof en energie, wat de ecologische voetafdruk verlaagt. Het is perfect mogelijk bestaande gebouwen te moderniseren om aan de huidige energie- en comfortnormen te voldoen, maar dan zonder de volledige bouwkosten en milieubelasting van nieuwbouw. Vaak kan het ook sneller, terwijl het de levensduur en functionaliteit van gebouwen aanzienlijk verlengt.”
4. Maak van duurzaamheid al bij het ontwerp een prioriteit
“Een duurzaam gebouw tot stand brengen, doe je al in de prille voorbereidingsfase. Hoe vroeger in het proces je er rekening mee houdt, hoe kostenefficiënter je het tot stand kan brengen én hoe meer je kan doen. Zeker als het de bedoeling is een duurzaamheidscertificaat te behalen, is dit een absolute vereiste.”
Wat als je je elektriciteitsfactuur permanent in een creditnota zou veranderen? Het kan dankzij Elion, een product van energieleverancier Elindus. Het systeem maakt op de meest optimale manier gebruik van de volatiliteit op de energiemarkt om b2b-klanten maximaal te helpen met de slimme aansturing van hun assets zoals zonnepannelen, batterijen, laadpalen enz...
Elindus profileert zich sinds 12 jaar als een uiterst betrouwbare energieleverancier. “In die periode zijn we uitgegroeid tot de derde belangrijkste private b2bspeler op de Vlaamse energiemarkt”, getuigt bestuurder Matthias Detremmerie. “We streven ernaar om via een unieke positie in de markt een wezenlijke bijdrage te leveren aan de energietransitie in Vlaanderen.”
Energie-onafhankelijkheid bevorderen
Sinds 2023 zet Elindus die ambitie extra kracht bij met Elion. “Het is de missie van Elion om elke megawattuur binnen het ecosysteem van onze klant zo flexibel mogelijk te maken, om die vervolgens zo economisch mogelijk te vermarkten over verschillende energiebeurzen. Zo bevorderen we de mate van energie-onafhankelijkheid van onze klanten.”
Eigenlijk vertaalt Elindus de slimme technologieën die het zelf dagelijks gebruikt naar een oplossing voor de zakelijke eindklant. “Eerst creëren we op basis van een simulatie een duidelijk beeld van de energie-assets die al bij de eindklant aanwezig zijn. Op basis daarvan tekenen we een ideale situatie uit, waarbij de klant eventueel nog investeert in extra hardware (batterijen, laadpalen, zonnepanelen…) van bevoorrechte partners. Die assets sturen we vervolgens aan met een zelfontwikkelde microcontroller, die compatibel is met batterij- en energiemanagementsystemen. De connectie met alle toestellen laat toe om voor elke megawattuur te streven naar een economisch optimum, zodat die op de juiste manier wordt benut.”
“DOOR ENERGIE IN TE KOPEN WANNEER DE PRIJZEN LAAG ZIJN EN TE VERKOPEN WANNEER ZE HOOG STAAN, OPTIMALISEREN WE ONS ENERGIEBEHEER: EEN WIN-WINSITUATIE DIE IK ZWART OP WIT TERUGZIE OP MIJN FACTUUR” Louis Maes, Sales & Innovation lead bij Fimatec.
Optimaal rendement
Dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat de eindklant stroom van het net haalt als daar energieoverschotten zijn (en er negatieve prijzen voor die energie gelden), energie injecteert bij tekorten, elektrische wagens in het goedkoopste tijdsvenster kan laden, enzovoort. “Onze oplossing leent zich ertoe om nieuwe businessmodellen in de energiemarkt optimaal te bedienen. We laten de actuele toestand van het energienet bepalen welke stappen de eindklant op elk moment moet zetten om zijn ecosysteem te optimaliseren. Deze aanpak laat niet alleen onze klanten toe om hun energie optimaal te laten renderen en er zelfs geld voor te krijgen, maar komt ook iedereen ten goede. We helpen namelijk actief mee aan een zo goed mogelijk evenwicht op het Belgische energienet.”
MEERSSTRAAT 13 BUS 2.1, 8790 WAREGEM 059 49 48 42
Certificaten voor wie smartphones huurt via Engage Packs
Bij Proximus NXT kan je als ondernemer kiezen voor Engage Packs, een huurformule die een smartphone, de verzekering ervan en een helpdesk bundelt tegen een vaste prijs. Met dat duurzamer alternatief spaar je CO2 uit. Als bewijs van die inspanning krijgen bedrijven daar voortaan ook een certificaat voor.
“Er kruipt veel tijd in het beheer van de mobiele toestellen van medewerkers”, verklaart Julien Guyot, Key Account Manager Indirect Sales bij Proximus NXT. “De toestellen configureren, ze beveiligen, gebruikersprofielen beheren, tariefplannen opvolgen, praktische vragen beantwoorden, schadegevallen melden bij de verzekering, toestellen vervangen: het zijn maar enkele van de zaken waar IT- of hr-medewerkers zich om moeten bekommeren. Dat leidt hen af van hun kerntaken en laat bovendien de kosten oplopen.”
Proximus NXT probeert met Engage Packs die zorgen uit handen te nemen. “Engage Packs staat voor een huurformule die een smartphone, de verzekering ervan en een helpdesk bundelt tegen een vaste prijs. Medewerkers kiezen uit de nieuwste modellen voor een vast bedrag per maand en genieten daarbij van alle ondersteuning.”
“Smartphoneleasing is een term die de lading nog niet dekt”, zegt Mariam Kastit van Proximus NXT. “Dat de eindgebruiker niet alleen verzekerd wordt, maar ook een
helpdesk ter beschikking heeft, maakt van de Engage Packs echt een service. Medewerkers contacteren ons dus rechtstreeks met hun vragen rond hun toestellen, abonnement, herstellingen, vervangtoestellen en meer. Het model is ook financieel interessant. Wanneer ondernemers de kosten-batenanalyse maken, stellen ze vaak vast dat de tijds- en efficiëntiewinst zwaarder doorweegt dan de eigenlijke leasingkosten.”
Circulariteit
Dat ze ondernemers ontzorgen, is niet het enige voordeel van de Engage Packs. “Circulariteit is uiteraard ook een goede reden om voor deze huurformule te kiezen. Als
“Als medewerkers na 2 jaar een nieuw toestel krijgen, wordt hun oude toestel volledig onder handen genomen door onze partner CHG. Die maakt het opnieuw even performant als een nieuw toestel.”
— MARIAM KASTIT
medewerkers na 2 jaar een nieuw toestel krijgen, wordt hun oude toestel volledig onder handen genomen door onze partner CHG. Die maakt het opnieuw even performant als een nieuw toestel. Daarna wordt het op de tweedehandsmarkt verkocht en krijgt het een nieuwe start bij een nieuwe eigenaar. Toestellen waarvoor minder goed zorg gedragen werd, worden ontmanteld. De onderdelen worden opnieuw gebruikt, onder meer bij de herstelling van laptops.”
De levensduur van elk toestel wordt op die manier met 2 jaar verlengd. “Dat maakt een groot verschil op vlak van CO2-uitstoot. Bij ‘traditionele’ smartphones, die na een drietal jaar ergens in een vergeethoek belanden als ze wat minder goed beginnen te werken, mag je op een CO2-uitstoot van 98 kilogram rekenen. Die wordt in ons Engage Packs herleid naar 43 kilogram per smartphone.”
Ondernemers die met Proximux NXT samenwerken voor de Engage Packs, krijgen een certificaat met daarop de hoeveelheid CO2 die ze dankzij hun inspanning hebben uitgespaard. “We steunen daarnaast ook groene projecten wereldwijd. Ook die onrechtstreekse bijdrage die bedrijven leveren, wordt aan dat certificaat toegevoegd. Kiezen voor Engage Packs is dus niet alleen economisch een goede zet, het is ook waardevol voor het ESG-rapport dat bedrijven in 2025 moeten indienen.” (JM - Foto Shutterstock) www.proximus.be
50% van wat je in je bedrijf in de vuilbak gooit, kan een tweede leven krijgen. Ontdek hoe je kunststoffolies, karton of houten palletten beter kan sorteren op iksorteerinmijnbedrijf.be
Vanuit een duidelijke visie hefbomen creëren die de West-Vlaamse industrie ondersteunen tijdens de duurzaamheidstransitie: dat is de politiek die POM WestVlaanderen al diverse jaren met succes hanteert. Het Circular Concrete Center in Veurne is het meest recente in een lang lijstje van interessante initiatieven.
Bouwbedrijven helpen met de recuperatie van beton is een van de ambities die het Circular Concrete Center (CCC) in Veurne koestert. “Omgaan met bouw- en sloopafval is erg uitdagend voor de sector”, weet gedeputeerde Jean de Bethune. “In het gloednieuwe centrum (Circular Concrete Lab) reiken we de bouwfederaties en -ondernemingen de hand om gericht onderzoek uit te voeren, om hen te helpen tot een product te komen dat gecertificeerd is en dus als een kwalitatief, betrouwbaar product gemaakt met componenten van bouwafval, inzetbaar is. Op die manier vermijd je de vernietiging van bouwafval en draag je bij tot de energietransitie.”
De eerste CCC-projecten waren goed voor 1,5 miljoen euro aan investeringen. “We merken nu al veel interesse van het bedrijfsleven. Net als andere al gerealiseerde projecten, is het een goed voorbeeld van een publiek-private samenwerking die verder gaat dan het academische aspect, maar die dankzij de brede toepasbaarheid ook laagdrempelig is. De werking van het Circular Materials Center in Kortrijk (een gelijkaardig centrum, maar dan voor de textielindustrie, nvdr) kan als voorbeeld fungeren: vorig jaar hebben we er 142 bedrijven ondersteund met tests en advies. 368 professionele werknemers en 154 werkzoekenden volgden er een opleiding, terwijl 754 leerlingen er een workshop over de circulaire economie bijwoonden.”
Multimodaal transport
Ook via multimodaal transport zet POM
West-Vlaanderen in op de duurzaamheidstransitie, met de River Terminals in Wielsbeke, Roeselare en de regionale overslagcentra in Veurne en Diksmuide als trekkers. “Wielsbeke is een succesverhaal: op de huidige 5,5 hectare is het einde van de huidige capaciteit al in zicht, waardoor er 4 miljoen euro is uitgetrokken voor een uitbreiding met 3,3 hectare. Ook in Roeselare gaat de uitbater aan de slag met uitbreiding, wat zal resulteren in de bouw van een magazijn op het aanpalende terrein. Met de Rail Terminal LAR staat een nieuw project in de steigers: daar trekken we 5 miljoen euro uit voor de upgrade van de spoorterminal (voor transporten tot 800 meter in plaats van de huidige 400, nvdr). Dat past in de Noord-Zuid-strategie (Zeebrugge-LAR) voor spoorontsluiting.”
POM West-Vlaanderen maakt de komende jaren ook werk van een 20-tal bedrijventerreinen van de toekomst, waar de
“Dit is een goed voorbeeld van een publiek-private samenwerking die verder gaat dan het academische aspect, maar die dankzij de brede toepasbaarheid ook laagdrempelig is.”
— JEAN DE BETHUNE
duurzame modernisering van de openbare infrastructuur zal worden gecombineerd met verregaande samenwerkingen tussen bedrijven op gebied van onder meer water-, energie- en parkinggebruik. “De politieke goodwill die we daarmee creëren, zal cruciaal zijn voor vergunningen om ook op greenfields nog erg noodzakelijke nieuwe bedrijventerreinen aan te leggen”, besluit Jean de Bethune. (BVC - Foto DD)
Zonnepanelen op het dak, elektrische auto met laadpaal, eigen batterijsysteem,…: het is allemaal best wel groen, maar toch betaal je misschien te veel voor je energie. Laat alle energiebronnen en -verbruikers met elkaar communiceren, injecteer je eigen stroom op het juiste moment en laveer handig door dynamische en capaciteitstarieven. Dat is precies wat het nieuwe Harmonyplatform doet. Het werd recent ontwikkeld door 3 jonge kerels die blaken van innovatieve energie. Eén van hen, Thibo Destatsbader, voert het woord.
Thibo volgde de bachelor in energiemanagement aan Howest. In dezelfde richting schreven 2 vrienden, Arthur Vankeirsbilk en Thomas Crombez, een thesis over energiemanagementsystemen. Aangemoedigd door reacties uit de markt richtte het drietal de onderneming TrikThom op, die een gloednieuw energiemanagementsysteem uitrolde. Doel was om in de residentiële markt energiebronnen en energieverbruik optimaal op elkaar af te stemmen en zo de kostprijs van de energiefactuur te verlagen. Arthur is gespecialiseerd in complexe optimalisatiemodellen, Thomas in IT in de brede zin van het woord en Thibo verbindt beiden en volgt nieuwe klanten op.
Extra functionaliteiten
TrikThom vermarkt sinds medio dit jaar het energiemanagementsysteem Harmony onder de commerciële naam Harmony Energy. Was er dan echt nog geen energiemanagementsysteem dat energiebronnen en -verbruik op elkaar kon afstemmen? Thibo Destatsbader: “Er bestonden veredelde domoticasystemen (voor verlichting en elektrische toestellen) die in een beperkte
uitbreiding naar energie voorzagen, mits veel programmeerwerk. In vergelijking met die inspanningen waren de resultaten eerder mager. Met bovenop de belangrijke voorwaarde dat alle aangesloten toestellen hetzelfde merk moesten afficheren.” Het platform van het drietal, een mix van hard- en software, gaat veel verder. Als overkoepelend energiemanagementsysteem laat Harmony zonne-omvormers, laadpalen, batterijsystemen, warmtepompen en wat al meer met elkaar communiceren, zelfs in een amalgaam met verschillende merken.
“Het uitgangspunt van Harmony is een lagere kost op de maandelijkse energiefactuur van de residentiële eindgebruiker, door optimaal gebruik te maken van de beschik-
bare – al dan niet groene – energiebronnen in de woning. Of door een spreiding van het verbruik waarbij het capaciteitstarief (met dal- en piekuren) je niet de das omdoet”, vervolgt Thibo.
De app Harmony baseert zich op beschikbare data in de digitale meter, want die biedt inzicht in het energieverbruik op elk moment, zonder vertraging. “Produceer je veel zonne-energie, dan zorgt het systeem ervoor dat het Belgische dynamische tarief (een mogelijke meerprijs van 5 tot 15 cent of meer per kWh) je niet afstraft. En is er geen groene stroom beschikbaar, dan zal het systeem de auto op goedkopere tijdstippen laden en het batterijsysteem voorladen, zodat je later goedkoper kunt verbruiken.”
“Met Harmony heb je alle troeven in handen om efficiënter en duurzamer met energie om te gaan.”
— THIBO DESTATSBADER
Minder duur, extra duurzaam
Harmony komt niet zelf tot bij de eindgebruiker voor de installatie van de hardware en de configuratie van de mobiele app. Dat doen installateurs, partners van het bedrijf. “Zij installeren de Harmony-controller in de woning en koppelen de omvormer van de zonnepanelen, de laadpaal en het batterijsysteem aan de Harmony-controller”, verduidelijkt Thibo Destatsbader. “Hooguit een kwartiertje later krijgt de eindgebruiker een code die hij op de app invoert en waarmee hij diverse verhelderende inzichten oproept.” Harmony rekent voor de installatie een vaste prijs en een maandelijks abonnement volgens de grootte van de installatie.
Met Harmony heb je alle troeven in handen om efficiënter en duurzamer met energie om te gaan. Je thuisbatterij is opgeladen aan het laagste tarief, want ze wordt aangestuurd volgens je verbruik, groene-stroomproductie en de ogenblikkelijke elektriciteitskost (dynamisch tarief). Bij overproductie slaat de batterij de elektriciteit op voor later. Je elektrische wagen staat
tijdig klaar met een volle batterij. Je auto wordt overigens sneller opgeladen als je meer groene stroom opwekt. De laadsnelheid is aangepast aan je vermoedelijke vertrekuur om het piekverbruik te verlagen en de kost te minimaliseren. Je maximaliseert je eigen verbruik, afgestemd op je productie, en je vermijdt de verkoop of injectie van energie aan lage tarieven. Je hebt op ieder moment in één oogopslag inzicht in je verbruik, productie en energiekost. En je verbindt verschillende toestellen met elkaar, merkonafhankelijk en flexibel.
De interesse in Harmony was er het snelst in West- en Oost-Vlaanderen, maar de oplossing kent intussen ook klanten in Antwerpen. Was Harmony aanvankelijk bestemd voor de residentiële markt, dan breidt het drietal z’n aanbod nu uit naar kmo’s en steden en gemeentes. Met succes. TrikThom wil de komende jaren behalve Harmony ook andere producten en diensten ontwikkelen en aanbieden.
(DDM - Foto Kurt)
www.harmony.energy
Met dank aan Bryo en VLAIO
Tot voor enkele maanden volgde Thibo Destatsbader het Bryo-traject van Voka West-Vlaanderen. Hij is er opgetogen over: “De voornaamste reden waarom ik Bryo volgde, was om als startende ondernemer van gedachten te wisselen en te sparren met mensen die mij en het product van TrikThom nog niet kenden. Ik had een onbevangen inkijk van buitenaf nodig en wilde bijleren van ondernemers in andere start-ups. Welke moeilijkheden ondervinden ze, hoe overwinnen ze die …?”, vertelt hij. TrikThom kreeg bovendien voor een onderzoek over energiedelen – ingediend bij Sirris – een subsidie van 50.000 euro via de Innovatieve Starterssteun van VLAIO (Agentschap Innoveren & Ondernemen).
“Rapportering vooral gericht op aantonen van progressie”
Hoe koppel je de Europese duurzaamheidsdoelstellingen (ESG) aan een modern en krachtig hr-beleid? Het is een uitdaging die in de (nabije) toekomst nogal prominent op het pad van grote én kleinere ondernemingen zal komen. Het Welt-traject van Voka West-Vlaanderen wil bedrijven daarbij ondersteunen. Meer specifiek zal Welt Scale hr-professionals helpen om een duurzame, inclusieve en impactvolle hr-visie te ontwikkelen. Bart Pollentier van SD Worx legt in één van de sessies uit hoe ondernemingen sociale criteria kunnen vertalen naar concrete acties en ambities.
“Europa wil een zo duidelijk mogelijk beeld krijgen van de duurzaamheidsinspanningen die bedrijven leveren”, vertelt Bart Pollentier, Director Knowledge Center Belgium bij SD Worx. “Die CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive) en de bijhorende ESG-standaarden zullen de komende jaren stapsgewijs maar onvermijdelijk realiteit worden voor elke onderneming. Eerst zijn de grotere ondernemingen aan de beurt. Omdat zij soms ook moeten rapporteren over de manier waarop hun leveranciers en klanten met duurzaamheid omgaan, is de kans groot dat kmo’s er sneller dan ze vermoeden mee zullen worden geconfronteerd.”
Van taboe naar transparantie
Naast milieu- en governance-gerichte doelstellingen omvatten de ESG-standaarden ook een sociaal luik. “Bedrijven zullen in hun CSRD-rapport onder meer moeten rapporteren over hun relaties met al hun belanghebbenden. Dat gaat een stuk breder dan enkel het personeel op de payroll. Met andere woorden: ook kmo’s zullen op een heel transparante manier moeten communiceren over aspecten zoals beloning (waarop nu vaak nog een taboe rust), sociale dialoog, work-lifebalance, maar ook over hun relatie met de zogenaamde ‘flexi-
Met Welt willen we vanuit Voka West-Vlaanderen inzetten op een duurzaam en inclusief hr-beleid. Ons Welt Scaletraject vertrekt vanuit het ESG-kader en kijkt specifiek naar de sociale ESG-criteria. We belichten hoe je die kunt inzetten als hulpmiddel en structuur bij de uitbouw van een duurzaam en inclusief hr-beleid en welke opportuniteiten dat biedt in tijden van arbeidsmarktkrapte. Welt Scale bestaat uit een lerend netwerk waarbij we met een groep van een 12-tal bedrijven samenkomen om kennis op te doen via externe expertise, kennisdeling en ervaringsuitwisseling. Het traject omvat een kick-off en 4 collectieve inhoudelijke sessies. Daarnaast krijg je individuele begeleiding op maat van jouw noden en uitdagingen.
bele schil’, bestaande uit opdrachtnemers en interimkrachten met wie ze op geregelde basis samenwerken. Dat laatste is iets waar veel hr-afdelingen op dit moment vaak nog geen duidelijk beeld over hebben.”
Door de verplichtingen die Europa oplegt, is de hr-afdeling binnen een onderneming dus meer dan ooit genoodzaakt om actief na te denken over duurzaamheid en de evolutie die het bedrijf als werkgever op dat vlak wil maken. “Die rapporteringsverplichting hoeft niet tot paniekvoetbal te leiden”, gaat Bart verder. “De essentie is namelijk niet dat je meteen een perfect rapport als duurzame werkgever kan voorleggen, maar wel om via de rapportering aan te tonen welke stappen je op dat vlak zet en welke vooruitgang je dus boekt. Je moet vooral kunnen bewijzen dat je in de goede richting evolueert.”
“De sociale ESG-criteria kunnen een hulpmiddel zijn om een duurzaam en inclusief hr-beleid uit te bouwen.”
— BART POLLENTIER
Via het Welt-traject Scale helpt Voka bedrijven om vanuit de ESG-wetgeving in te zetten op de creatie van duurzame loopbanen en daar in de nabije toekomst ook over te rapporteren. “De sociale criteria kunnen een hulpmiddel zijn om een duurzaam en inclusief hr-beleid uit te bouwen”, besluit Bart Pollentier. (BVC)
Water met een intens verfrissende smaak. Altijd vers, de hele dag door. Gefilterd, gekoeld, bruisend of kokend. Geserveerd uit jouw AQUALEX designkraan.
Oostendse kust is heimat voor uniek project voor waterstofproductie
In 2026 komt er een unieke demonstrator voor waterstofproductie in Oostende. Op een kilometer van de kust, in het testgebied van Blue Accelerator, zal de installatie op termijn tot 4 ton groene waterstof per dag produceren. Het HOPE-project (Hydrogen Offshore Production for Europe) kreeg daarvoor onlangs 20 miljoen euro subsidie van de Europese Commissie. POM West-Vlaanderen is één van de 8 uitvoerende Europese partners.
Voor de realisatie van HOPE is een projectconsortium opgericht, waarvan het Franse Lhyfe als coördinator zal optreden. Naast POM West-Vlaanderen zullen ook Alfa Laval (Denemarken), Plug en Strohm (Nederland), EDP New (Portugal), ERM en CEA (Frankrijk) en DWR eco (Duitsland) het project uitvoeren. “Dit project omvat de ontwikkeling, bouw en exploitatie van een unieke installatie met een vermogen van 10 megawatt”, verduidelijkt Tom Baur, Cluster Developer Blue Accelerator bij POM West-Vlaanderen. “Dat resulteert op termijn in een productie tot 4 ton groene waterstof
per dag op zee. Via een pijpleiding wordt de waterstof geëxporteerd, samengeperst en geleverd aan klanten, voor gebruik in de industrie en de transportsector.”
“De haven van Oostende wil de centrale schakel in de Belgische waterstofketen zijn.”
— TOM BAUR
HOPE onderstreept meteen ook de ambitie die West-Vlaanderen koestert om een vooraanstaande rol in de ontwikkeling van een waterstofhub te spelen. “Groene waterstof is belangrijk bij de energietransitie en helpt ons onze klimaatdoelen te bereiken. Bovendien zal dit project op termijn een hefboom zijn voor de creatie van veel nieuwe banen. Ook in functie van de ontwikkeling van een duurzame energievoorziening, is dit cruciaal,” onderstreept POM West-Vlaanderen-voorzitter Jean de Bethune.
HOPE is het eerste offshoreproject van deze omvang ter wereld dat daadwerkelijk wordt uitgevoerd. “De locatie is ideaal. De haven van Oostende wil de centrale schakel in de Belgische waterstofketen zijn en heeft vanaf het begin bijgedragen aan de ontwikkeling van het project.”
Betrouwbaarheid aantonen
De Europese subsidie is de financieringsbron voor de ontwerpfasen, de levering van apparatuur en de bouwwerken. Ook onderzoek, ontwikkeling en innovaties die erop gericht zijn om de technologische oplossingen en de werking van dergelijke infrastructuur te optimaliseren, zullen ermee worden bekostigd. “De toelage geldt voor 5 jaar. De eerste 3 jaar dienen voor de ontwikkeling van het demonstratiemodel. In de 2 daaropvolgende jaren komt het erop aan de technische betrouwbaarheid en de commerciële levensvatbaarheid van het project aan te tonen.”
Coördinator Lhyfe heeft in deze nichemarkt al wat ervaring opgebouwd. 2 jaar geleden mocht het Sealhyfe inhuldigen, de eerste proeffabriek wereldwijd voor offshore waterstof. Het systeem maakt gebruik van de technologie van het Nederlandse Plug en wordt aangedreven door een drijvende windturbine van 1 MW. (BVC)
Deskundig advies en ondersteuning tillen uw onderneming naar een duurzamer niveau.
PODCASTS ENERGIE
36 Consultes medewerkers zetten hun expertise in voor uw bedrijf.
Beluister de Consultes Energie Podcast: “Een podcast waar je energie van krijgt”. Te beluisteren via www.consultes.be/podcast of via Apple Podcast en Spotify.
VAN DE WEST-VLAAMSE KADERLEDEN & BEDRIJFSLEIDERS
en kostenefficiënte oplossingen die uw bedrijf laten groeien.
Consultes helpt zorg te dragen voor het welzijn en de veiligheid van uw werknemers.
Cogels-Osylei 32 bus 1 2600 Berchem
056 499 499
Blokkestraat 41A bus 2 8550 Zwevegem consultes@consultes.be
Scoor bij een kwalitatieve én grote(re) doelgroep dankzij Ondernemers! Het magazine is bekend bij maar liefst 93% van de kaderleden en bedrijfsleiders in West-Vlaanderen.
Meesurfen op dat succes? Contacteer Sven Van Ryckeghem voor publiciteit op maat. sven.vanryckeghem@voka.be
Afval bestaat niet als we 100% recycleren. Gooi je afval dus niet weg, maar geef het door. Reken op Renewi om je restmateriaal om te zetten naar waardevolle grondstoffen en toepassingen voor nieuwe gebruikers. Vertrouw op ons om nog meer oplossingen te ontwikkelen voor andere fracties; of op maat van jouw specifieke vraag. Meer oplossingen, minder ontginning.
Samen circulair? Ontdek ons advies en onze service: • 0800 111 14 • renewi.com
Een nieuwe game, Robomove, zet kmo’s in de machinebouw op weg om zelf ook de transitie naar circulair ondernemen te maken. De game bundelt de lessons learned van het living lab Circular Machine Building, een project met steun van VLAIO.
De machinebouw in Vlaanderen scoort sterk op het vlak van toegevoegde waarde, tewerkstelling en export, maar heeft tegelijk één van de hoogste materiaalvoetafdrukken binnen de Vlaamse maakindustrie. Product-as-a-Service (PaaS)-businessmodellen kunnen een oplossing bieden. In dat model blijft de producent eigenaar van de machine; hij factureert enkel het gebruik van de machine en haalt die nadien terug bij de klant.
Het toepassen van PaaS-modellen bij machinebouwers, en in het bijzonder bij kmo’s, blijkt vaak nog een stap te ver. Met het living lab Circular Machine Building, met steun van VLAIO, wilden de projectpartners Designregio Kortrijk, Sirris en Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen machinebouwers een omgeving aanbieden waarin ze via de methodiek van design thin-
king het PaaS-mode konden uittesten. De deelnemende bedrijven Vintiv, Cyago, Eliet en 3D Tools experimenteerden, testten en werkten het model uit. Ze konden daarbij een beroep doen op experts en wisselden regelmatig ideeën en tips uit.
De resultaten van het project werden niet – zoals gebruikelijk is – samengevat in een artikel en infossesies, maar zijn omgezet in een praktische en inspirerende businessga-
me: Robomove. De game, een ontwikkeling in samenwerking met DAE Studios, bundelt de algemene leerlessen en de ervaringen van de deelnemers.
Doel van de businessgame is aan geïnteresseerde machinebouwers een aantal knipperlichten mee te geven; aandachtspunten die cruciaal zijn om het PaaS-service businessmodel succesvol aan te pakken. Bezoekers van de expo Cycles of Design op WONDER konden het spel al spelen. Daarnaast reist het mee naar een aantal relevante beurzen specifiek voor machinebouwers.
www.robomove.be
Ontdek wat WAAK voor uw bedrijf kan betekenen.
Met deskundig advies en praktische ondersteuning helpt Adviron ondernemingen doorheen de milieuwetgeving.
Een onafhankelijk studie- en adviesbureau speci ek voor de landbouw nodig? Maak kennis met
“Studiewerk is essentieel voor verkrijgen van omgevingsvergunning”
Voor ondernemingen en landbouwbedrijven die in de toekomst optimaal willen blijven functioneren, is het essentieel dat de infrastructuur volledig conform de geldende omgevingswetgeving is. Dat vereist zo goed als altijd specifiek studiewerk. Creafarm en Adviron spitsen zich hier sterk op toe en zijn ook dankzij hun deskundige begeleiding en verregaande ondersteuning een cruciale partner voor tal van professionele klanten.
Creafarm / Adviron
Hof ter Weze 7 – 8800 Roeselare
056 72 28 14 / 056 72 28 13 www.creafarm.be / www.adviron.be
“Eind februari 2024 keurde het Vlaams Parlement de PAS (‘Programmatische Aanpak Stikstof’) goed”, verduidelijkt Veroniek Taelman van Adviron. “Daarmee kwam een einde aan een onzekere periode van 3 jaar, die begon nadat een rechter in februari 2021 het initiële PAS onderuit haalde en constant de ingediende omgevingsvergunningen beheerste.”
Emissie gevoelig verlagen
“Tijdens die periode was het voor ons moeilijk werken op basis van ministeriële instructies, waardoor na het indienen van omgevingsaanvragen vaak nog specifieke aanpassingen nodig waren”, pikt Veerle Verhaeghe in. “Nu het nieuwe stikstofdecreet er is en dit stelselmatig naar uitvoeringsbesluiten wordt vertaald, kan professioneel studiewerk de basis zijn voor het behalen van omgevingsvergunningen, telkens met een andere invalshoek naargelang het landbouw of industrie betreft. Zo moeten landbouwbedrijven tegen 2030 de stikstofemissie verlagen door te verminderen in dierplaatsen of nieuwe stallen te bouwen. Met het oog daarop, moeten ze in eerste instantie onder meer stikstof-, geur-, stofstudies en een watertoets laten uitvoeren. Het is cruciaal dat wij die studies in een vroeg stadium van een project kunnen uitvoeren, zodat we tijdig eventuele noodzakelijke bijsturingen kunnen adviseren.”
Ook voor de industrie en de bouw of renovatie van woningen en/of appartementen, is die aanpak broodnodig. “Bij elke nieuwe investering die een bedrijf of een projectontwikkelaar doet, zijn een mobiliteits-, stikstof-, natuurstudie en watertoets vereist”, gaat Veroniek verder. “Vaak werken we onder de Adviron-vlag bij dergelijke projecten nauw samen met de verantwoordelijke architect, onder meer om te vermijden dat een dossier onvolledig (zonder de vereiste studies) wordt ingediend.”
Maatschappij verduurzamen
“Met een team van 15 mensen staan we zoveel mogelijk zelf voor die studies in, zodat we alles goed op elkaar kunnen afstemmen”, verklaart bestuurder Kurt Hoorne. “Met onze activiteiten spelen we een belangrijke rol in het verduurzamen van de landbouw, de industrie en de volledige maatschappij.”
JUUNOO scoort in de VS
JUUNOO uit Zwevegem maakt binnenwanden en vergaderunits die eenvoudig te installeren en te demonteren zijn. Een concept dat de markt hier vlot verovert, maar ook erg in de smaak valt in de VS. Het bedrijf kreeg recent een mooi project toegewezen in New York, bij de herbestemming van een voormalige suikerfabriek.
Chris Van de Voorde startte in 2017 met JUUNOO. Het bedrijf ontwikkelde een eigen gepatenteerd productengamma met modulaire bouwelementen voor kantoorruimtes: volle wanden, glazen wanden en een combinatie van beide om vrijstaande vergaderboxen en belcellen te creëren. “Met die verschillende bouwstenen kan je heel uiteenlopende opstellingen realiseren”, zegt Chris Van de Voorde. “Ze zijn bovendien van een hele stevige kwaliteit, akoestisch heel sterk, en heel eenvoudig aan elkaar te bevestigen. Dat ze zo eenvoudig te installeren zijn, zorgt ervoor dat je betere kwaliteit hebt voor dezelfde kostprijs.”
De bouwelementen kunnen na afloop gewoon weer ontmanteld worden en opnieuw gebruikt worden in een andere opstelling. “Als onze klanten hun kantoorruimte opnieuw willen vernieuwen, kopen wij de panelen terug aan en vernieuwen de toplaag. De wanden zien er opnieuw als nieuw uit, en kunnen op die manier tot 30 keer opnieuw gebruikt worden, zonder performantieverlies.”
Aankoopbedrag
JUUNOO helpt op die manier bedrijven om een financieel voordeel te doen. “Wie zijn traditionele kantoorinrichting vernieuwt, betaalt niet alleen de kosten om de oude inrichting weg te halen, maar ook om die als afval weg te werken. Bij JUUNOO maak je op dat moment winst, want je krijgt nog
“Wereldwijd belandt jaarlijks voor 300 miljard euro aan binnenwanden in de vuilnisbak.”
— CHRIS VAN DE VOORDE
een deel van je aankoopbedrag terug van ons.”
Het is vooral de circulariteit van het concept die JUUNOO aantrekkelijk maakt voor ondernemingen. “Er zijn maar weinig bedrijven waar het personeelsbestand in 10 jaar tijd gelijk blijft. Kantoorinrichtingen worden daardoor gemiddeld om de 5 à 10 jaar vernieuwd en aangepast. Jammer genoeg wordt in dat geval meestal het oude interieur met de oude compartimentering integraal weggegooid. Binnenwanden kunnen immers niet gerecycleerd worden. Wereldwijd belandt jaarlijks voor 300 miljard euro aan binnenwanden in de vuilnisbak. Dat staat gelijk aan 1,05% van de globale CO2-emissie. We zijn blij dat we daar iets
aan kunnen doen en een meerwaarde kunnen betekenen voor de maatschappij. In de bouwsector moet alles maar goedkoper en goedkoper, soms met een slechte kwaliteit als gevolg. Wij houden grondstoffen in de keten en daar wordt iedereen beter van.”
Intussen heeft JUUNOO al 30 medewerkers in dienst en heeft het een tweede vestiging in de VS. “De VS is op dit moment voor JUUNOO zelfs een betere markt dan Europa. De economie doet het daar stukken beter, bedrijven zijn er minder honkvast waardoor kantoorruimtes vaker verhuizen, en Amerikaanse en Canadese ondernemingen gaan ook bewuster op zoek naar circulariteit.” JUUNOO kreeg recent een heel mooi project toegewezen in New York. Samen met een partnerbedrijf dat milieuvriendelijke coworkingspaces realiseert en verhuurt, mocht het een kantoorgebouw in een voormalige suikerfabriek inrichten. (JM - Eigen foto)
www.juunoo.com
Op donderdag 31 oktober vond de Boektopia Managementnocturne plaats op Boektopia, de boekenbeurs in Kortrijk Xpo. Deelnemers hadden de keuze uit 3 inspirerende sessies: ‘Hoe een sterk team aantrekken en behouden?’ met auteurs Katrijn Steenbeke, Ann-Sophie Deprez, Lode Godderis en Jeroen Naudts; ‘Innoveren om te overleven’ met auteurs ianka fleerackers, Rinske Brand, Kurt Verweire en Jackie Janssen; of ‘Liefde voor ondernemen’ met Suyin Aerts, Isabel Verstraete, Hans Crijns en Jan Lambertyn. Een boeiende avond, met nog boeiendere contacten!
Bedrijvencontactdagen: exposantenspeeddate
Voorafgaand aan de tweede beursdag van de Bedrijvencontactdagen Brugge organiseerden we een netwerksessie exclusief voor standhouders. Bijna 140 exposanten namen deel aan de speeddates. Na een snelle lunch konden de deelnemers een pak nieuwe contacten leggen op een uur tijd, helemaal klaargestoomd voor de tweede succesvolle beursdag.
Tijdens een rondetafelgesprek spraken we met ondernemers uit verschillende sectoren die actief zijn in de haven van Zeebrugge samen met professor Theo Notteboom, onder leiding van Wim De Vilder. Zij gingen dieper in op de stellingen uit de studie van professor Notteboom en duidden de concrete impact van geopolitieke veranderingen, de energietransitie, duurzaamheidsdoelstellingen, enz. op de werking van hun bedrijf.
Op woensdag 23 oktober werden de Bedrijvencontactdagen Brugge 2024 officieel geopend. Meer dan 300 enthousiaste ondernemers kwamen samen op het openingsevent om te lunchen en zich te laten inspireren door de keynote van Stefaan Vandist over futureproof ondernemen en duurzaamheid. Daarna gaven we samen het startschot van de Bedrijvencontactdagen in het Beurs-, Meeting- & Congrescentrum Brugge (BMCC), klaar om 2 dagen lang volop duurzame contacten te leggen.
opleidingen netwerking
Talk powered by Axxi
Zeggen liquiditeit en solvabiliteit je nog niet veel? Axxi legt uit hoe je de financiële gezondheid van jouw bedrijf kunt beoordelen, gewapend met een arsenaal aan ratio’s en analyses.
Donderdag 21 november 2024 van 12.00 tot 13.15 uur Axxi, Kuurne
Als kmo werk maken van duurzaamheid
Nu grote bedrijven verplicht worden hun duurzaamheid in kaart te brengen door de CSRD, heeft dat ook een trickle down-effect op kmo’s die toeleverancier zijn. Tijdens deze opleiding bieden we je een concreet stappenplan om een duurzaamheidsstrategie op te bouwen.
Maandag 25 november 2024 van 9.00 tot 16.00 uur Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Sociale inspectie
Als onderneming kom je vroeg of laat in aanraking met een controleur van een sociale inspectiedienst. Waaraan mag je je verwachten en welke misvattingen bestaan er over zo’n controle? Het antwoord op deze vragen en nog zóveel meer kom je te weten tijdens deze opleiding.
Maandag 25 november 2024 van 9.00 tot 12.30 uur Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Hr Managers & Officers (ondernemingen < 100 FTE’s)
Ben jij hr-verantwoordelijke in jouw organisatie en heb je nood aan een stevig netwerk met maximale interactie? Voor Hr Managers/Officers in een onderneming met minder dan 100 FTE’s hebben wij het juiste programma klaar!
Dinsdag 26 november 2024 van 17.00 tot 20.00 uur Voka | Brugge, Oostkamp
Verstrenging van de buitencontractuele aansprakelijkheid
Onder de bestaande wetgeving genieten uitvoeringsagenten of hulppersonen een verregaande bescherming tegen eventuele vorderingen van derden. Vanaf 1 januari 2025 komt er een verstrenging van dit principe. Tijdens dit lunch-webinar lichten wij jou op een beknopte en praktische manier in over de impact van de nieuwe wetgeving op de aansprakelijkheid.
Maandag 25 november 2024 van 12.00 tot 13.00 uur Online
Nigeria, de grootste economie van Afrika en een van de meest dynamische markten ter wereld, biedt een schat aan kansen voor ondernemers. Met een bevolking van meer dan 200 miljoen mensen en een sterke groei in verschillende sectoren, is het land een belangrijke speler in de Afrikaanse handelsmarkt. Ontdek alle opportuniteiten in Nigeria tijdens deze workshop!
Woensdag 27 november 2024 van 9.00 tot 12.30 uur Agristo, Wielsbeke
Elektrificatie wagenpark en (thuis)laden
Moeten we een thuislaadstation installeren bij onze werknemers?
En wat met die nieuwe fiscaliteit rond elektrische wagens? Tijdens dit ontbijtevent gaan we zo gericht en concreet mogelijk de toekomst en nieuwigheden rond elektrisch rijden en (thuis)laden tackelen.
Vrijdag 29 november 2024 van 8.00 tot 10.00 uur
Groep Vereenooghe, Roeselare
Ben jij actief binnen de hospitalitysector? Een netwerk vol medegepassioneerden voor gastvrijheid, lijkt jou dat wel iets? Maak kennis met de gloednieuwe Hospitality Community, waar je een dynamisch netwerk opbouwt met nieuwe inzichten en kennis tot gevolg.
Dinsdag 10 december 2024 van 18.00 tot 22.00 uur
ROSA Hotel, Oostende
14/01/2025
Nieuwjaarsreceptie Brugge
Klink samen met collega-ondernemers op het nieuwe jaar met heerlijke food & drinks in de schitterende setting van La Brugeoise: zo zetten we 2025 in!
21/01/2025
Nieuwjaarsreceptie Kortrijk
Een inspirerende avond met heel wat nieuwe contacten: de Nieuwjaarsreceptie in Kortrijk Xpo wordt een knaller!
Groeien door … prijszettingsstrategie
In deze Voka Connect vertelt Stardekk hoe je een prijszettingsstrategie opzet en waarom het van cruciaal belang is voor een onderneming om hierin te investeren.
Donderdag 5 december 2024 van 18.30 tot 22.00 uur Stardekk, Brugge
Grensoverschrijdende multimodaliteit
Ben je op zoek naar andere, duurzame manieren om je goederen internationaal te transporteren? Of ben je zelf thuis in multimodaal transport en wil je die kennis graag delen?
Deze What’s Hot bij Galloo draait helemaal rond multimodaal transport.
Vrijdag 13 december 2024 van 8.00 tot 10.00 uur Galloo, Menen
10/05/2025
Missie Expo Japan 2025
Ontdek samen met Voka WestVlaanderen en nexxworks het ondernemende en bruisende Japan tijdens een bezoek aan de Expo 2025.
Ontdek
Bestuurder Interbrickx
ANOUSCHKA BAEKELANDT
Hoe zou je jouw managementstijl omschrijven?
“Mijn managementstijl is toegankelijk en communicatief, voortkomend uit mijn jarenlange ervaring als operatieverpleegkundige. Ik zorg ervoor dat medewerkers altijd met vragen of problemen bij ons terechtkunnen. Door jaarlijkse evaluatiegesprekken creëren we een open cultuur waarin wederzijdse feedback centraal staat, wat samenwerking bevordert en zorgt voor een positieve werkplek.”
Naar wie kijk je op en waarom?
“Ik kijk enorm op naar mijn echtgenoot, de oprichter van Interbrickx. Hij begon in 2010 met een duidelijk doel voor ogen en heeft zijn eenmanszaak weten uit te bouwen tot het succesvolle bedrijf dat Interbrickx nu is. Ondanks de uitdagingen die hij tegenkwam, heeft hij zich nooit laten tegenhouden. Ik ben trots dat ik hier deel van mag uitmaken.”
Waaruit haal je voldoening naast je werk?
“Ik geniet enorm van qualitytime met mijn gezin en vrienden. Daarnaast sport ik wekelijks: dat is mijn moment voor mezelf en helpt me mijn hoofd leeg te maken.”
Welk boek is een must-read voor ondernemers?
“Ik ben een dagelijkse lezer, maar voor mij is lezen vooral een vorm van ontspanning, daarom kies ik alleen voor fictie. Mijn man heeft me het volgende boek aangeraden: ‘How to Stop Worrying and Start Living’ van Dale Carnegie.”
Aan welke West-Vlaming wil je de estafettestok doorgeven en waarom?
“Ik kies bewust voor een vrouw in de bouw, omdat ik vind dat de rol van vrouwen in deze sector meer erkenning verdient. Vrouwelijke inzichten zijn een waardevolle aanvulling die onze branche kunnen verrijken. Ik ben ervan overtuigd dat diversiteit leidt tot innovatie en betere resultaten. Ik geef de fakkel dan ook door aan Melissa Vens, medezaakvoerder bij bouwbedrijf Vens.”
“De magie van het vastleggen van onvergetelijke momenten”
Zidis heeft ons al verschillende keren geholpen met het vastleggen van belangrijke momenten en gebeurtenissen. Ze verrassen ons telkens met hun creativiteit en professionaliteit en slagen erin om onze visie en missie te begrijpen en deze om te zetten in prachtige beelden en video's die onze doelgroep aanspreken en inspireren.
Gudrun Verschuere
Algemeen Voorzitter Vrouwennet vzw
Geef jouw team een professionele uitstraling met een gratis LinkedIn-fotoshoot
Wij zijn Zidis
Een snel, flexibel en efficiënt productiehuis met de nadruk op video. Een mix van jong geweld en ervaren verhalenmakers met enthousiasme als gemene deler. Beeldende content is hot en wij zijn er om jouw doelstellingen waar te maken met fantastische beelden! Op zidis.be kan je terecht voor bedrijfsfilms, livestreams, podcasts, animatievideo's, fotografie, rekruteringsvideo's, en zoveel meer! www.zidis.be
Zidis Studios Antwerp - Ellermanstraat 54 - B-2060 Antwerpen
Zidis Studios East & West Flanders - Leihoekstraat 7c - B-9870 Zulte
Zidis Studios Brussels Region - Zandvoortstraat 21 - B-2800 Mechelen