Onder nemers
WAAK: van lokale pionier tot internationale speler
Reeks innovatie
Eliet: “Durven en proberen”
Dossier industriebouw
West-Vlaamse partners krijgen voet aan de grond in Polen













Reeks innovatie
Eliet: “Durven en proberen”
Dossier industriebouw
West-Vlaamse partners krijgen voet aan de grond in Polen
Verkoop jouw grond in vertrouwen aan Hexagon!
Wij zoeken terreinen of bestaande gebouwen van minimaal 5.000 m2
Waarom verkopen aan Hexagon?
• Marktconforme prijs
• Persoonlijke en discrete aanpak
• Volledige ontzorging
• Financiële zekerheid
Jouw grond verkopen?
+32 (0)51 79 77 18 | info@hxgn.be
Meer weten over onze werkwijze?
www.hxgn.be
Zoveel pagina’s telt het nieuwe Vlaams regeerakkoord. Maar wie hoopte op een heldere handleiding om Vlaanderen de komende legislatuur vooruit te stuwen, is eraan voor de moeite. Om 4u53 op zaterdagochtend 28 september kwam de verlossende tweet van de nieuwe minister-president: “We hebben een regeerakkoord. We doen wat de Vlaming van ons verwacht.” Zo rond 8u30 diezelfde ochtend en na een eerste analyse was het voor ons team bij Voka West-Vlaanderen al duidelijk: dit regeerakkoord blinkt uit in vaagheid… Zelfs onze koffiemachine gaf de geest. Hoeveel pech kun je hebben op een zaterdagochtend?
Deze tekst komt er op een moment dat de Vlaamse economie en in het bijzonder het industriële weefsel erg onder druk staan. De hoofdstukken die daarover gaan, zijn bijzonder vaag. Het akkoord begint nochtans veelbelovend met het voornemen “om de productiviteit en de concurrentiekracht te versterken, om strategische sectoren te ondersteunen en de economische toekomst ‘in eigen handen’ te nemen.” Maar hoe dat dan wel zal gebeuren en hoe de regering nu echt haar steentje zal bijdragen aan het vrijwaren van de toekomst van de Vlaamse industrie en het vereenvoudigen van het kader (vergunningen, administratie...) om nog te kunnen ondernemen in Vlaanderen? Dat lezen we vooralsnog niet in het regeerakkoord. Hopelijk brengen de beleidsnota’s eind deze maand meer duidelijkheid…
Als Voka blijven we op onze honger zitten. De regering van minister-president Matthias Diependaele legt nochtans juiste accenten. Zo komen de departementen Werk en Onderwijs bij één minister terecht. Die koppeling maakt dwarsverbanden mogelijk tussen onderwijsinstellingen en ondernemingen. Een betere afstemming van het onderwijsaanbod op de noden van de arbeidsmarkt is noodzakelijk. Door de koppeling van onderwijs en werk kunnen duaal leren en levenslang leren beter en sneller ontwikkeld worden. Daarnaast wordt Industrie een volwaardige bevoegdheid van de minister-president. Voka heeft daar
“’Samen
werken aan een warm en welvarend Vlaanderen’? Ik wil wel, maar de hardwerkende
ondernemer blijft voorlopig op zijn honger zitten.”
— BERT MONS - GEDELEGEERD BESTUURDER
herhaaldelijk toe opgeroepen. De Vlaamse regering erkent met deze bevoegdheid het belang van industriële ondernemingen als motor van de rest van de economie.
Verderop in deze editie van het magazine Ondernemers gaan we dieper in op de verschillende hoofdstukken van het regeerakkoord. Maar ook wat West-Vlaanderen in het bijzonder betreft, is het zoeken naar echte hefbomen voor onze uitdagingen. Alvast even kort:
Op het vlak van arbeidsmarkt kunnen we niets anders dan concluderen dat de nijpende situatie in West-Vlaanderen niet doorgedrongen is. De vage bewoordingen in het regeerakkoord laten niet toe om te oordelen of die ambitie realistisch is met de voorgestelde maatregelen. In tijden van gigantische arbeidstekorten wordt volgens het regeerakkoord strikt vastgehouden aan het concentrisch model waarbij het eigen potentieel maximaal wordt geactiveerd.
De nieuwe Vlaamse regering heeft in het regeerakkoord aandacht voor ruimte om te ondernemen. Alleen hanteert ze ook daarvoor oude recepten die tot op heden ruim onvoldoende bleken. We weten dat enkel en alleen inzetten op het activeren en het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen onvoldoende zal zijn om de ruimtevragen van ondernemingen in West-Vlaanderen op te lossen. We hebben nieuwe terreinen nodig en wel voor minstens 500 hectare.
Net zoals Limburg is ook West-Vlaanderen al lang vragende partij om het aanbod academische opleidingen in de regio uit te breiden. Voka West-Vlaanderen is blij dat de nieuwe Vlaamse regering voortaan de focus wil leggen op “een betere territoriale spreiding van en wil inzetten op een rationeel en geactualiseerd studieaanbod”, maar ook hier is men niet expliciet over een tijdspad en plan van aanpak. In ons memorandum pleitten we voor de uitbouw van volwaardige economische en technologische opleidingen en de versterking van de bestaande economische faculteit in West-Vlaanderen. Dit omvat de ontwikkeling van nieuwe masteropleidingen die aansluiten bij de noden van de West-Vlaamse arbeidsmarkt.
Kortom, “Samen werken aan een warm en welvarend Vlaanderen” – de titel van het Vlaams regeerakkoord – ik wil wel, maar de hardwerkende West-Vlaamse ondernemer en haar en zijn ondernemende medewerkers blijven voorlopig op hun honger zitten. We roepen de minister-president en de vakministers dan ook op om snel aan het werk te gaan en de algemeenheid van het regeerakkoord om te buigen in concrete beleidsplannen waar ook de nodige middelen tegenover worden geplaatst.
Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om onze twee WestVlaamse viceminister-presidenten Hilde Crevits en Melissa Depraetere alle succes toe te wensen met hun nieuwe mandaat en roep hen op om samen de ambities van WestVlaanderen waar te maken, onze regio meer slagkracht te geven en te transformeren tot een regio met een dynamische arbeidsmarkt, bloeiende, innovatieve bedrijven en een toekomstbestendige infrastructuur.
Na een mooie loopbaan bij VKW (Vlaams Werkgeversplatform) stapte Tim Vannieuwenhuyse in 2006 over naar het Kuurnse maatwerkbedrijf WAAK voor een kaderfunctie.
5 jaar later werd hij er Algemeen Directeur. WAAK is vandaag met 2.100 mensen één van de grootste maatwerkbedrijven in België.
22
Innoveren is (ook) durven en proberen
38
In Polen, vlak aan de Duitse grens en de druk bereden E30 tussen Warschau en Berlijn, wordt onder de noemer Gateway A2 een bijzonder project opgetrokken. We weten dat de architect Pools, de aannemer Duits en de bouwheer op en top West-Vlaams is. “Wellicht zal dit niet ons laatste project in Polen zijn”, verklapt Johan Heemeryck van Storage EU.
Ondernemers verschijnt tweewekelijks en wordt gratis toegestuurd aan alle leden van Voka West-Vlaanderen. ISSN 1378-9511 Verantwoordelijke uitgever: Bert Mons, Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, redactie.ondernemerswvl@voka.be, www.voka.be/west-vlaanderen
Maatschappelijke zetel: Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, info.wvl@voka.be - Hoofdredacteur: Joke Verbeke
Redacteurs: Kenneth Oroir, Marte Plees, Conny Van Gheluwe - Vormgeving: Pieter Claerhout
Mediaregie: Sven Van Ryckeghem
Fotografen: Stefaan Achtergael, Michael Cambien, Dries Decorte, Kurt Desplenter, Filip Lanszweert, Sammy Sanders, Michel Vanneuville, Els Verhaeghe
Journalisten: Karel Cambien, Stef Dehullu, Dirk De Moor, Roel Jacobus, Filip Lanszweert, Joyce Mesdag, Elise Noyez, Bart Vancauwenberghe, Dirk Vandenberghe Druk: INNI GROUP
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
“Strategische partner voor design, innovatie én marketing zijn”
Wat als je bij één partner terecht kan voor de engineering, de ontwikkeling, de productie én de commercialisering van je nieuw product? Het is een concept waar het vernieuwde management van Pilipili sterk in gelooft. Nu Mathias Deswarte en Lukas Costeur versterking bieden aan Pilipili-oprichter Steven Dehollander, krijgt het team er in één klap een flinke scheut marketingexpertise en -ervaring bij.
Pilipili breidt management en dienstenaanbod sterk uit
Steven Dehollander hield Pilipili in 1996 boven de doopvont. “We hebben ons altijd toegelegd op het bedenken, ontwerpen en ontwikkelen van producten die levens beter maken. Dat doen we onder meer in de b2c-wereld, de medische sector, voor elektronicatoepassingen, enzovoort. De verscheidenheid aan opdrachten leidt vaak tot verrassende inzichten die we in nieuwe projecten kunnen meenemen. Voor talrijke kmo’s, start-ups en scale-ups zijn we zowat tot hun externe R&D-afdeling uitgegroeid, al rekenen ook grotere bedrijven op ons voor specifieke dienstverlening. Zo hebben we bijvoorbeeld heel wat knowhow en ervaring in de integratie van elektronica in nieuwe producten. We beschikken over een eigen atelier voor
prototyping en tests; de daadwerkelijke productie besteden we uit aan partners of is de verantwoordelijkheid van de klant.”
Raakvlakken
Een tijdje geleden nam Steven contact op met Lukas Costeur en Mathias Deswarte van Pacemakers voor de rebranding van Pilipili. “Lukas had voordien al 14 jaar bij Pilipili gewerkt”, stipt Mathias aan. “Toen ook ik Pilipili beter leerde kennen, zag ik meteen veel potentieel voor synergie: de strategische aanpak die zij hanteren voor de creatie van nieuwe producten, toonde veel overeenkomsten met hoe wij bij Pacemakers bedrijven helpen bij de verbetering van hun branding en marketing.”
Uit de daaropvolgende denkoefening bleek dat productdesign en marketing effectief erg aanvullend zijn. “We hebben het vroeger wel eens meegemaakt dat we een nieuw product voor een klant ontwikkelden, waarna dat vrij anoniem in de totale portfolio van dat bedrijf opging, zonder dat daar veel promotie rond gebeurde. Eigenlijk is dat dan een gemiste kans”, stipt Steven aan. “Daarnaast hadden we zelf al wat ervaring in marketing opgedaan, door de
“Nieuwe producten zijn bij voorkeur circulair, met zoveel mogelijk componenten die op termijn recycleerbaar zijn.”
creatie van verpakkingen of displays voor nieuwe producten. Voor al die aspecten kunnen we de knowhow van Mathias en Lukas heel goed gebruiken.”
De samenwerking tussen beide ondernemingen leidt nu tot een samensmelting: Pacemakers zet zijn marketingactiviteiten verder onder de Pilipili-vlag en voegt complementaire diensten aan het full service productontwerpbureau toe. “Met onze nieuwe aanpak kunnen we onze klanten niet alleen helpen om innovaties aan hun assortiment toe te voegen, maar dat ook op de juiste manier en met gerichte communicatie op de markt te brengen. We hoeven ons ‘kindje’ dus niet meer af te geven, maar kunnen het blijven ondersteunen tijdens zijn groei”, weet Lukas.
Tijdens een bergtocht in de Pyreneeën leerden de 3 vennoten elkaar beter kennen. “Daaruit is gebleken dat het ook op persoonlijk vlak goed klikt, wat toch erg belangrijk is. Sinds begin dit jaar hebben we stelselmatig aan de integratie gewerkt en hebben we ook samen enkele projecten gestalte gegeven”, aldus Mathias.
“Deze manier van werken creëert nog andere voordelen. Doordat we al tijdens de conceptfase bij een nieuw product betrokken zijn, kennen we het van naaldje tot draadje, waardoor we er ook veel gerichter over kunnen communiceren. Dat komt de promotie
sowieso ten goede. Eigenlijk ontwikkelt Pilipili zich nu tot een design- en innovatiekantoor voor zowel productontwikkeling als marketing, al zijn klanten vanzelfsprekend niet verplicht om voor beide pijlers op ons te rekenen.”
Het gebundelde team telt nu 16 mensen, die erop gericht zijn om klanten in hun kernactiviteiten te versterken. “Als ondernemer moet je concurrentieel blijven, winst maken én tegelijk inzetten op duurzaamheidstrends. Zo zijn nieuwe producten bij voorkeur circulair, met zoveel mogelijk componenten die op termijn recycleerbaar zijn. We willen ondernemers daar maximaal in ondersteunen, door vanaf de eerste stap proactief mee te denken, de producten vervolgens gestalte te geven én de meerwaarde aan de markt te communiceren. Met een multidisciplinair team van designers, ingenieurs, projectmanagers en marketeers zijn we daar ook klaar voor. Groeien mag, maar alleen als dat het logische gevolg van een kwalitatieve dienstverlening is.”
(BVC - Foto DD)
www.pilipili.be
Eerste hr-rondetafel van Voka West-Vlaanderen en SD Worx
Op woensdag 18 september vond de eerste rondetafel van SD Worx en Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen plaats. We vinden het belangrijk om de vinger aan de pols te houden en op de hoogte te zijn van de hr-uitdagingen van onze ondernemingen. Daarom brachten we tijdens een inspirerende ontbijtsessie ondernemers en hr-managers van toonaangevende West-Vlaamse bedrijven samen met de experten van SD Worx voor een debat rond 2 zeer actuele hr-topics: flexibele verloning en pay transparency (loontransparantie). Het werd een boeiende voormiddag waar info werd gedeeld over de aankomende wetswijzigingen. Deelnemers konden er ook hun ervaringen met flexibel verlonen, cafetariaplannen en andere benefits delen met elkaar.
Benieuwd naar de conclusies? Of vragen omtrent hr-topics? Neem dan zeker contact op met joyce.simoens@voka.be.
Demuelenaere is Managing Director van Tribe Global
Tijdens zijn jaarlijkse bijeenkomst in Londen benoemde Tribe Global Greetje Demuelenaere van comma, brand strategists tot nieuwe Managing Director. Tribe Global is een wereldwijd netwerk van onafhankelijke communicatiebureaus en slimme bedrijven. Greetje Demuelenaere zetelde al een aantal jaar in het bestuur van Tribe.
6 op de 10
6 op de 10 bedrijven in de industrie schatten de toekomst negatief tot zeer negatief in. 4 op de 10 zien de situatie de komende 12 maanden nog verslechteren. Dat blijkt uit een economische enquête die Voka afnam bij 700 Vlaamse ondernemingen. De alarmsignalen zijn het grootst vanuit de industrie. Voka WestVlaanderen vraagt om op alle niveaus van het economisch beleid een prioriteit te maken en een ambitieus industrieel beleid uit te rollen.
Op 4 oktober, bijna exact een jaar na de zware overstromingen in de Westhoek, namen de lokale hulpdiensten de eerste gloednieuwe 5G-antennes van het Flanders Smart Fields-project in gebruik. Dankzij de 5G-antennes kunnen brandweer, politie en ziekenhuizen voortaan rekenen op een stabiele en beveiligde breedbandverbinding en zijn ze beter uitgerust om snel te reageren bij interventies. Dit unieke Europese project is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen POM West-Vlaanderen, e-BO Enterprises en het Jan Yperman Ziekenhuis. In totaal worden tegen eind 2025 12 5G-antennes geïnstalleerd, waarvan er nu al 2 operationeel zijn. e-BO Enterprises uit Ieper is verantwoordelijk voor de uitrol en de uitbating van het Flanders Smart Fields-netwerk. “Hoewel de hulpdiensten onze eerste gebruikers zijn, staat het private netwerk ook open voor andere socio-economische sectoren in de regio zoals landbouw, transport, bouw en industrie. En dankzij de samenwerking met Proximus zorgen we voor een naadloze overgang tussen de netwerken en zullen ook particulieren in de toekomst kunnen profiteren van de uitgebreide netwerktoegang in de Westhoek”, aldus Tom Ottevaere van e-BO Enterprises.
“Discrepantie tussen verloning van familiale en niet-familiale CEO’s”
Naar aanleiding van de Dag van het Familiebedrijf die op 1 oktober doorging, organiseerde Altior een exclusief onderzoek op vraag van Het Familiebedrijf. Daarin doorbreekt de executive search-specialist voor familiale bedrijven en private equity het taboe rond de verloning in familiebedrijven. Christoph Leenknecht en Karolien Van Holder breken een lans om een duidelijk onderscheid tussen prestatie- en kapitaalsvergoedingen te maken.
“De enquête is gebaseerd op historische data en empirisch onderzoek, waarvoor we 50 diepte-interviews bij CEO’s en bestuurders van familiebedrijven hebben gedaan”, stipt Christoph Leenknecht aan. “Dat het thema nog altijd een taboe is, bleek uit de argwaan bij de deelnemers en uit hun vraag om de informatie heel discreet te behandelen.”
Het onderzoek toont aan dat directieleden tegenwoordig meestal als zelfstandige via een managementvennootschap worden tewerkgesteld. Het remuneratiepakket van een directielid in een familiebedrijf vormt in de meeste gevallen een mix van een vaste vergoeding en een jaarlijkse bonus.
Bij grotere ondernemingen (omzet hoger dan 100 miljoen, minimum 100 medewerkers) komt daar voor niet-familiale CEO’s doorgaans nog een langetermijnbonus bij. “Die wordt vooral gegeven als incentive
“Uit de argwaan bij de deelnemers bleek dat het thema nog altijd een taboe is.”
— CHRISTOPH LEENKNECHT EN KAROLIEN VAN HOLDER
om meerwaarde te creëren én om de CEO langer aan het bedrijf te verankeren. Een familiale CEO krijgt zo’n bonus niet altijd, wat erg riskant is. Dat komt vaak omdat bij de vergoeding van familieleden alles (prestatie- of kapitaalvergoedingen) op een hoopje wordt gegooid. Het maken van dat onderscheid is belangrijk om familiale CEO’s die meerwaarde creëren maar daar niet voor worden beloond, niet te frustreren. Veel (grotere) familiebedrijven pakken dat gelukkig wél professioneel aan”, aldus Christoph Leenknecht.
Een gelijkaardig onderscheid is merkbaar in de verloning. “Een familiale CEO verdient in het beste geval maar 20% meer dan een managementfunctie, terwijl de vaste vergoeding voor de niet-familiale CEO significant hoger ligt (30 tot zelfs 100%). Dat komt omdat men het voor de niet-familiale CEO belangrijker vindt een marktconforme verloning te voorzien”, gaat Karolien Van Holder verder.
Uit het Altior-onderzoek blijkt ook dat een familiaal charter goed werkt. “Daarin staat doorgaans vermeld dat familieleden van de volgende generatie eerst een opleidings- en ervaringstraject succesvol moeten afleggen, vooraleer ze een rol in het familiebedrijf kunnen opnemen. De schaarste op de arbeidsmarkt leidt er nu vaak toe dat familieleden, bovenop een marktconform loon, nog 10 tot 40% extra krijgen, vanuit de vrees dat ze anders niet naar het familiebedrijf zouden terugkeren.”
Het bepalen van de verloningen is de verantwoordelijkheid van het remuneratiecomité, waarin leden van de raad van bestuur zijn vertegenwoordigd. Meer gedetailleerde resultaten van het onderzoek zijn bij Altior beschikbaar. (BVC - Foto DD) www.altior.be
Je hebt een vraag over ondernemen, een reglementering, een moeilijke managementbeslissing? Stop dan even met Googelen en laat ons helpen.
Onlangs pleitten we vanuit Voka nog voor een praktische oplossing voor de terugbetaling van de thuislaadkosten van elektrische bedrijfswagens. De huidige fiscale regels maken de terugbetaling van die laadkosten immers onnodig complex en stellen heel wat werknemers bloot aan een risico op belastingverhoging, omdat ze op forfaitaire basis terugbetaald worden en niet op basis van de werkelijke elektriciteitskosten. In dit model wordt de werkgever gedwongen om van elke individuele werknemer met een elektrisch bedrijfsvoertuig elke maand de elektriciteitsfactuur op te vragen en te verwerken. De meeste werknemers hebben een variabel elektriciteitscontract. Dat houdt in dat de terugbetaling van de elektriciteitskosten voortdurend zou moeten worden bijgestuurd in functie van tariefwijzigingen bij de elektriciteitsleverancier van elke betrokken werknemer. Dat zou leiden tot een uiterst complexe en dure administratieve operatie. En dat terwijl er een eenvoudige oplossing voorhanden is.
We pleitten ervoor om werkgevers toe te laten om de terugbetaling van de thuislaadkosten te doen op basis van een forfaitair elektriciteitstarief bepaald door de CREG, de onafhankelijke elektriciteitsregulator. Dat forfaitaire tarief biedt het voordeel van de administratieve duidelijkheid. Het zou ook rechtszekerheid bieden en in lijn liggen met de forfaitaire kilometervergoeding die de overheid zelf toepast voor verplaatsingen van haar werknemers. Werknemers
Ook een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen! vraaghet@voka.be
die vandaag al een terugbetaling ontvangen op basis van het forfaitaire CREG-tarief, zijn blootgesteld aan een belastingverhoging ingeval van fiscale controle. De fiscus zou in de huidige stand van de interpretatie van de fiscale regels de terugbetaling aan forfaitaire tarieven kunnen kwalificeren als een bijkomend voordeel van alle aard, waar bijkomende belasting op verschuldigd is. In het belang van alle betrokken werkgevers en hun werknemers vroegen we dan ook om de bestaande terugbetalingsregeling voor thuis getankte elektriciteit te heroverwegen. De mogelijkheid om de elektriciteitskosten van de werknemers terug te betalen op basis van het CREG-tarief – ook voor medewerkers met zonnepanelen trouwens – moet volgens ons de basis uitmaken van een terugbetalingsregeling.
Gemiddelde stroomprijs
Onze vraag is duidelijk niet in dovemansoren gevallen. Minister Van Peteghem maakt nu de weg vrij naar een oplossing en zegt dat niemand een platte belastingverhoging moet vrezen.
Hij kondigde een circulaire aan die meer duidelijkheid moet scheppen en die werkgevers toch zou toelaten een gemiddelde stroomprijs te hanteren bij het terugbetalen van het thuisladen aan hun werknemers. Dat ligt in lijn met onze vraag om het forfaitair tarief van de CREG te mogen gebruiken. Er zouden ook geen retroactieve controles komen.
Zodra technologische oplossingen dat toelaten, wil de minister wel overschakelen naar een terugbetaling op basis van de werkelijke elektriciteitskosten. Tot zolang zou een zorgvuldig geselecteerd forfaitair tarief aanvaard worden. Wanneer de circulaire gepubliceerd is, zullen we die grondig analyseren om met meer gedetailleerde informatie te komen.
In bepaalde strategische dossiers staan we als regio veel sterker dan elke stad of gemeente apart en kunnen we hefbomen creëren voor de hele regio door de krachten te bundelen over fysieke en partij- en organisatiegrenzen heen. Daarom roepen we op om per referentieregio een regiodeal te sluiten waarbij lokale besturen, ondernemers, sociale partners en andere stakeholders aan tafel gaan zitten om zo’n hefboomprojecten samen tot een goed einde te brengen, door alle bestuurslagen heen. De regiodeal voor de Westhoek zet in op vier strategische hefbomen voor onze ondernemingen, die we hieronder uitgebreid toelichten. Daarnaast hebben we voor de steden Ieper, Veurne en Poperinge nog aparte aanbevelingen uitgelicht.
Onze bedrijven kampen nog steeds met de krapste arbeidsmarkt van Vlaanderen terwijl medewerkers net de belangrijkste grondstof voor onze bedrijven zijn en blijven. Jaar na jaar wordt het moeilijker om de vele vacatures in te vullen.
Er moet daarom blijvend worden ingezet op het activeren van werklozen en niet-actieven zoals langdurig zieken, NEET-jongeren en migranten.
Ook wie aan de slag is moet beter worden ondersteund om kennis en competenties up-to-date te houden. Levenslang leren is zeker nog niet altijd een evidentie.
“We moeten in Ieper naar één centraal aanspreekpunt op de dienst Lokale Economie, een onestopshop waar ondernemers met al hun vragen en bezorgdheden terechtkunnen. Dit zal de band tussen de stad en haar ondernemers alleen maar versterken. De knowhow op de dienst Ruimtelijke Ordening moet worden versterkt en ondernemingen moeten meer inzage krijgen in lopende dossiers én in de staving van de uiteindelijke beslissingen. Op vandaag moeten ondernemingen nog al te vaak beroep doen op derde partijen om zich te begeleiden in het vergunningsproces en dat kan niet de bedoeling zijn. Last but not least moet Ieper nog heel wat fietsvriendelijker worden. Met meer deelfietsen en een vlotte en veilige fietsdoorsteek van het station naar de bedrijvenzone kunnen we nog veel meer mensen met de fiets naar het werk krijgen.”
Vincent Callens, regiovoorzitter
Tot slot moet er meer worden ingezet op economische migratie om de vacatures ingevuld te krijgen. We moeten gericht internationale talenten scouten die hier willen komen werken. Eens ze in onze regio aan de slag zijn, moeten deze mensen zich uiteraard integreren, de taal leren, enz. We pleiten dan ook voor de oprichting van een International House in Ieper en Veurne om internationale medewerkers te ondersteunen in hun zoektocht naar huisvesting, taalopleiding, culturele integratie, school en vorming, enz.
De mobiliteitsinfrastructuur in de Westhoek is al lang niet meer wat je van een welvarende regio in de 21e eeuw mag verwachten. Twee snelwegen dwarsen de Westhoek lateraal: de E40 van Brugge naar Veurne en de A19 van Kortrijk naar Ieper. Het noorden en het zuiden zijn ondermaats met elkaar verbonden. Dit maakt dat de regio op economisch vlak ter plaatse blijft trappelen.
We pleiten daarom al jarenlang voor een moderne, veilige en vlotte verbinding tussen de vier stedelijke gebieden van de Westhoek. We hopen dan ook ten stelligste dat het dossier Complex Project Ieper – Veurne, waarvan de onderzoeksfase onlangs werd opgestart, veel meer wordt dan het oplappen van de verbinding tussen Ieper en Veurne (N8). Het moet een mobiliteitsoplossing bieden voor de hele regio, zowel via de weg, het spoor, de binnenvaart als de fiets. Op dit moment komt zo’n regiobrede oplossing nog te weinig naar voren in de beschikbare documenten en is de scope veel te eng.
Naast het Complex Project pleiten we ook voor een doorstart van het dossier rond de omleidingsweg in Adinkerke. Rond de gemeente zijn er regelmatig grote files, waardoor het zelfs aanschuiven is tot op de E40, wat tot levensgevaarlijke situaties kan leiden. Maar ook het verkeer in het dorp zelf loopt op drukke dagen volledig vast. We moeten naar een structurele oplossing voor deze verkeersproblemen om de leefbaarheid en veiligheid in deze kustgemeente te verhogen.
Wat het spoor betreft, pleiten we resoluut voor een dubbelspoor tussen Diksmuide en De Panne en tussen Komen en Poperinge, bovenop verdere investeringen in de uitbouw van het goederenvervoer via het spoor. Gezien de economische ontwikkelingen in Duinkerke willen we ook die treinverbinding (personen- en goederenvervoer) geoptimaliseerd zien.
Een dubbele poortfunctie voor Veurne
“Er valt niet naast te kijken: de economische ontwikkelingen in het Noord-Franse Duinkerke zorgen voor heel wat uitdagingen én opportuniteiten voor de regio Veurne. We vragen daarom dat de stad het initiatief neemt voor een masterplan 2030, gekoppeld aan gerichte en meetbare acties, om van Veurne de poort naar Duinkerke (en vice versa) te maken. Een tweede poortfunctie die we weggelegd zien voor Veurne is die van (West-) Vlaamse waterstofhub. In Duinkerke komt er ook een gigantische waterstoffabriek. We moeten in de nodige infrastructuur voorzien om die waterstof tot in Veurne te krijgen zodat de bedrijven en de regio met waterstoftechnologie kunnen pionieren.”
Pieter De Brabandere, regiovoorzitter
Geef ruimte om te ondernemen en ga constructief te werk in
Bedrijventerreinen
De Westhoek is een dynamische ondernemingsregio met grote bedrijventerreinen in Diksmuide, Ieper, Kortemark, Poperinge, Veurne en Zonnebeke. Dit maakt de regio aantrekkelijk voor binnen- en buitenlandse investeerders. Helaas zijn er momenteel geen beschikbare bedrijventerreinen meer, op enkele hectares in het Business Park en De Vloei in Ieper na. In totaal wordt slechts 3,49 hectare actief aangeboden en hebben de ontwikkelaars slechts 2 hectare in hun reserves, verspreid over Diksmuide, Langemark-Poelkapelle en Nieuwpoort. Dit totaal van minder dan 6 hectare staat in schril contrast met het tekort van 22 tot zelfs 42 hectare dat in de regio werd vastgesteld.
De lokale besturen moeten daarom dringend nieuwe bedrijventerreinen bestemmen. Dit vergt een structurele samenwerking en een proactieve houding van alle betrokken bestuursniveaus. Concrete locaties moeten snel en zorgvuldig worden geselecteerd en bijkomende tekorten moeten duidelijk en correct worden aangetoond met een geactualiseerde vraagberekening. De voortgang van de ruimtelijke uitvoeringsplannen die in opmaak zijn, moet nauwlettend worden bewaakt. Verdere vertraging zou de welvaart in de regio fnuiken.
“Poperinge wordt vandaag vooral als ‘stad van het goede leven’ naar de buitenwereld gepromoot. Maar we willen dat Poperinge in de toekomst ook wordt gepromoot als een stad waar het goed is om te werken, vooral richting de lokale jeugd. Want jong geleerd is oud gedaan. We vragen de stad om – samen met Voka West-Vlaanderen – jongeren te helpen toeleiden naar ondernemingen voor stageplaatsen, vakantiejobs, enz. Daarnaast vragen we de stad om anderstaligen via taallessen te laten doorstromen naar de vele jobs die in de regio voorhanden zijn. Ook wat kinderopvang betreft, kan de stad nog een versnelling hoger schakelen. Zeker in schoolvakanties moet de capaciteit van de kinderopvang nog een stuk hoger.”
Vincent Callens, regiovoorzitter
Ook de leegstand van bebouwde terreinen in de regio moet de nodige aandacht krijgen. Met een leegstandsgraad van 3,9% beschikt de Westhoek over te weinig leegstaand bedrijfsvastgoed. Een gezonde regionale bedrijfsvastgoedmarkt heeft immers een bepaalde hoeveelheid – idealiter tussen 4 en 6% – frictieleegstand nodig om verhuisbewegingen te faciliteren. Is de leegstand lager, dan komen ondernemingen ‘vast’ te zitten. Lokale besturen hebben daarom de opdracht om bestaande leegstaande terreinen voor bedrijvigheid voor te behouden. Maar als blijkt dat dat bedrijfsvastgoed te verouderd, ruimtelijk inefficiënt of overgereguleerd is, moeten zij deze terreinen samen met ontwikkelaars aanpassen. Gronden die bijvoorbeeld slecht ontsloten of waterziek zijn, kunnen zo een andere bestemming krijgen, evenwel enkel en alleen als elders op geschiktere locaties wordt gecompenseerd.
We pleiten voor het bevestigen van de vier geprefereerde zoekzones die uit de oefening van de herafbakening van de kleinstedelijke gebieden van Ieper, Veurne, Poperinge en Diksmuide naar boven kwamen:
» Ieper: de zoekzone aan het kruispunt van de Pilkemseweg en de Noorderring (eens alle lichten van het openbaar onderzoek op groen staan)
» Poperinge: uitbreiding van de industriezone Sappenleen
» Veurne: de zoekzone tussen de Brugse Steenweg en de spoorweg
» Diksmuide: de zoekzones aan de Vlavaart en aan IJzer-Noord.
Vergunningen
Lokale besturen moeten ervoor zorgen dat omgevingsvergunningsaanvragen voor industrie en bedrijvigheid sneller worden behandeld. Zo blijkt uit cijfers van het Omgevingsloket dat de beslissingstermijn voor aanvragen in eerste aanleg in Diksmuide, Langemark-Poelkapelle en Heuvelland gemiddeld 20 dagen tot een maand langer duurt dan in andere Vlaamse steden en gemeenten, ofwel 20 tot 30% langer dan het Vlaamse gemiddelde.
Ook oplossingsgericht werken bij vergunningsaanvragen blijft een uitdaging, in het bijzonder voor Kortemark, Lo-Reninge, Nieuwpoort en Zonnebeke. Uit het Omgevingsloket blijkt dat 35% van de aanvragen voor industrie en bedrijvigheid er werd stopgezet of geweigerd. Dit bewijst dat aanvragen moeilijker volledig worden verklaard en dat de eisen van de dossiersamenstelling te streng worden toegepast. Lokale besturen moeten bedrijven beter ondersteunen bij het indienen en vervolledigen van aanvragen en oplossingsgerichter te werk gaan.
4
Promoot de Westhoek als dé regio om te ondernemen, werken, wonen en leven
Om de braindrain in onze regio tegen te gaan, moet worden ingezet op een intensieve en gerichte regiomarketingcampagne. Die campagne moet de Westhoek promoten als een regio waar het goed is om te werken, wonen en te ondernemen. Onze regio heeft tal van troeven die veel meer en beter moeten worden uitgespeeld. Files zijn hier zo goed als onbestaande, wonen is hier nog betaalbaar, er is heel wat open ruimte en natuur om in te ontspannen en ook op cultureel en culinair vlak is dit de regio van het goede leven. Toch vragen we om verder te kijken dan enkel die troeven. De regio moet ook worden gepromoot als de sterke economische motor die de Westhoek wel degelijk is. We hebben topbedrijven in tal van sectoren: de voedingsindustrie, machinebouw, IT, de bouw, de dienstensector, zorginstellingen, enz. Elk talent vindt hier zijn gading.
Om al die talenten te bereiken, pleiten we voor een sterke campagne gericht op de juiste doelgroepen. We willen niet enkel talenten die de regio – al dan niet kortstondig – voor hun studies verlieten naar de Westhoek teruglokken. We zijn er rotsvast van overtuigd dat we ook nieuwe talenten – die op vandaag nog geen band met de regio hebben – kunnen aantrekken om hier hun leven en carrière op te bouwen.
In het volgende nummer komt regio Zuid-West-Vlaanderen aan bod.
“Juiste accenten maar plannen moeten concreter en budgetten moeten volgen”
Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen verwelkomt de nieuwe Vlaamse regeringsploeg en reikt in naam van de West-Vlaamse ondernemingen de hand om samen te werken aan een welvarend WestVlaanderen. De regering van minister-president Matthias Diependaele legt juiste accenten, maar we merken wel op dat de tekst in de domeinen werk en economie te vaag is en te weinig concrete maatregelen bevat.
Bovendien is het nog onduidelijk waar in die domeinen precies zal worden bespaard.
» De Vlaamse regering erkent in het regeerakkoord het belang van onderzoek & ontwikkeling voor onze kennisgedreven West-Vlaamse economie. Ze maakt extra middelen vrij voor innovatie.
De Vlaamse overheid heeft zich tot doel gesteld om het aandeel publieke investeringen in innovatie op te trekken richting 1% van het bbp. Het groeipad dat nu is uitgetekend, volstaat volgens Voka West-Vlaanderen echter niet om de 1%-norm te halen tegen 2029.
» In het regeerakkoord wordt een beleid uitgetekend dat industriële ondernemingen in West-Vlaanderen wil verankeren. Een robuust en rechtszeker vergunningenbeleid speelt daarbij een cruciale rol. De Vlaamse regering erkent dat, maar de concrete hervormingsplannen moeten nog worden uitgewerkt door een expertencommissie. Het huidige stikstofbeleid wordt onverminderd voortgezet in afwachting van een nieuwe aanpak na 2030. Rond waterbeleid zal de Vlaamse regering bij de Europese Commissie een aanpak op maat bepleiten om ook daar een vergunningenstop te vermijden. Het zijn goede plannen die op zeer korte termijn in beslissingen moeten worden omgezet.
» De industriële transitie wordt aangemoedigd met een nieuw financieringsinstrument gebaseerd op het principe van ‘contracts for difference’. Ook hier is het nog niet duidelijk wanneer het instrument er komt en hoeveel middelen de nieuwe regering eraan zal besteden. Voka West-Vlaanderen vindt het belangrijk dat de Vlaamse regering het principe van ‘no goldplating’ herbevestigt en de engagementen voor de indirecte emissiecompensatie worden voortgezet. Ook is er meer ambitie om vanuit Vlaanderen zwaarder te wegen op de Europese agenda. Dat biedt kansen omdat de nieuwe Europese Commissie van herindustrialisering een topprioriteit maakt.
» Voka West-Vlaanderen juicht toe dat de Vlaamse regering een prioriteit maakt van minder administratieve regeldruk. Voka West-Vlaanderen hoopt dat deze regering op dat vlak meer daadkracht toont dan voorgaande regeringen.
Arbeidsmarkt, geen prioriteit voor de nieuwe Vlaamse regering?
» Vlaanderen mikt op een werkzaamheidsgraad die 80% overstijgt. Daar-
voor kijkt het naar een performantere VDAB en het activeren van arbeidsongeschikten. De vage bewoordingen in het regeerakkoord laten niet toe om te oordelen of die ambitie realistisch is met de voorgestelde maatregelen. In tijden van gigantische arbeidstekorten wordt volgens het regeerakkoord strikt vastgehouden aan het concentrisch model waarbij het eigen potentieel maximaal wordt geactiveerd. Hoe dan ook gaat voor Voka West-Vlaanderen die ambitie niet ver genoeg. Voka West-Vlaanderen pleit al lang voor gerichte economische arbeidsmigratie. Vandaag focust men te sterk op hoogopgeleide buitenlandse profielen. Voor Voka West-Vlaanderen is een bredere aanpak nodig die een antwoord biedt op de concrete noden van de West-Vlaamse arbeidsmarkt. De aangekondigde verkorting van de procedure voor de Single Permit en de invoering van een ‘fast lane’ voor referentiebedrijven zijn dan wel weer belangrijke stappen vooruit.
» Op het belangrijke departement Werk stelt Voka West-Vlaanderen ook nog besparingen vast, die weliswaar afhankelijk worden gemaakt van hervormingen op het federale niveau. De doelgroepkortingen worden afgebouwd en ook de Vlaamse jobbonus verdwijnt. Verder zou er ook bespaard worden op het Vlaams Opleidingsverlof. De budgetten die door de besparingen vrijkomen, worden evenwel niet ingezet om de arbeidsmarkt dynamischer en toekomstgericht te maken, een gemiste kans. Voka West-Vlaanderen had
minstens een structurele investering in opleiding en levenslang leren verwacht. Ook de invoering van praktijktesten doet vele ondernemers de wenkbrauwen fronsen.
» Voka West-Vlaanderen kan op vlak van arbeidsmarkt niets anders dan concluderen dat de nijpende situatie in West-Vlaanderen niet doorgedrongen is en het regeerakkoord nog uitblinkt in vaagheid en oude recepten. Het ambitieniveau moet omhoog.
Ruimte om te ondernemen
» De nieuwe Vlaamse regering heeft in het regeerakkoord aandacht voor ruimte om te ondernemen. Alleen hanteert ze ook daarvoor oude recepten die tot op heden ruim onvoldoende bleken. We weten dat enkel en alleen inzetten op het activeren en het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen onvoldoende zal zijn om de ruimtevragen van ondernemingen in West-Vlaanderen op te lossen.
» In onze provincie hebben we sinds 2017 nood aan meer dan 430 hectare aan nieuwe bedrijventerreinen (greenfields) om aan de vele ruimtevragen te kunnen voldoen en om zogeheten ‘schuifruimte’ te creëren. Die schuifruimte, die wordt gerealiseerd op nieuw bestemde bedrijven- en industrieterreinen (greenfields), is nodig om op bestaande bedrijventerreinen ruimte vrij te kunnen maken zodat ruimte er efficiënter en optimaler kan worden benut. Terwijl in 2019 het uitwerken van een proactief en toekomstgericht aanbod een absolute prioriteit bleek te zijn, lijkt dit nu eerder van secundair belang. Nochtans is het uitbouwen van een strategische reserve aan bedrijventerreinen een absolute noodzaak, met het oog op de aankomende bouwshift van 2040.
Investeren in een multimodaal West-Vlaanderen
» Het lijstje van broodnodige infrastructuurwerken in West-Vlaanderen groeide de afgelopen jaren fors aan. Voka West-Vlaanderen is reeds jaar en dag pleitbezorger om meer middelen vrij te maken voor Mobiliteit en Openbare Werken in onze provincie.
» Het goede nieuws is dat de nieuwe zeesluis in Zeebrugge een prioriteit blijft. Daarnaast maakt de nieuwe
Vlaamse regering werk van een derde rijstrook voor de E403 tussen Roeselare en Brugge in beide richtingen. Ook in de waterinfrastructuur zal de Vlaamse regering investeren met de opwaardering van het Kanaal Roeselare-Leie als hefboomproject. West-Vlaanderen telt 2 regionale luchthavens, waar de Vlaamse regering ook de nodige aandacht voor lijkt te hebben. Ze gaat op zoek naar een verhaal waarbij de regionale luchthavens naast en samen met de luchthaven van Zaventem complementair werken. Het uitbouwen van een digitale verkeerstoren is daarbij een belangrijke stap.
» Voka West-Vlaanderen hoopt dat het niet bij die dossiers blijft. Er zijn nog tal van andere werven die dringend aangepakt moeten worden: onder andere de N8 Ieper-Westkust, de omleidingsweg in Adinkerke, de zuidwestelijke ontsluiting van Tielt, de R8 en het K-R8 project in Kortrijk, de nieuwe ringweg in Oostende en de N49 tussen Knokke en Zelzate. In het regeerakkoord missen we ook een aantal grote waterinfrastructuurdossiers zoals het Complex Project Kanaal Bossuit-Kortrijk en de nieuwe Steenbruggebrug en een grotere Dampoortsluis in Brugge.
» Het Vlaams regeerakkoord 2024-2029 legt enkele belangrijke prioriteiten vast voor het onderwijs. De Vlaamse regering engageert zich om te streven naar excellentie om de welvaart te garanderen. Voka West-Vlaanderen ervaart het als positief dat er extra aandacht voor het Nederlands komt en dat er voor het eerst ook in het kleuteronderwijs minimumdoelen voor Nederlands geïntroduceerd worden. De vraag van Voka om de Talentcenters in Vlaanderen structureel te verankeren wordt ingewilligd.
» Net zoals Limburg is ook West-Vlaanderen al lang vragende partij om het aanbod academische opleidingen in de regio uit te breiden. Voka West-Vlaanderen is blij dat de nieuwe Vlaamse regering voortaan de focus wil leggen op een betere territoriale spreiding van en wil inzetten op een rationeel en geactualiseerd studieaanbod. In haar memorandum pleitte Voka West-Vlaanderen voor de uitbouw van volwaar-
Voka West-Vlaanderen roept de minister-president en de vakministers op om snel aan het werk te gaan om de algemeenheid van het regeerakkoord om te buigen in concrete beleidsplannen waar ook de nodige middelen tegenover worden geplaatst. We willen alvast een partner zijn om werk te maken van ambitieuze hervormingen en kijken uit naar een constructieve samenwerking.
dige economische en technologische opleidingen en de versterking van de bestaande economische faculteit in West-Vlaanderen. Dit omvat de ontwikkeling van nieuwe masteropleidingen die aansluiten bij de noden van de West-Vlaamse arbeidsmarkt.
» De verdeling van de Vlaamse ministerportefeuilles biedt nieuwe perspectieven. Industrie wordt voor de eerste keer expliciet vermeld als een nieuwe bevoegdheid. De Vlaamse regering erkent daarmee het belang van industriële ondernemingen als motor van de rest van de economie. Het is bovendien een sterk signaal dat het industriebeleid wordt toegewezen aan de minister-president, die daarbij ook de bevoegdheden economie, innovatie en buitenlands beleid combineert.
» De koppeling tussen de departementen Onderwijs en Werk maakt dwarsverbanden mogelijk tussen onderwijsinstellingen en ondernemingen. Een betere afstemming van het onderwijsaanbod op de noden van de arbeidsmarkt is wenselijk. Door de koppeling van onderwijs en werk kunnen duaal leren en levenslang leren beter en sneller ontwikkeld worden.
De Management Assistant Academy is een nieuwe opleiding die specifiek ontworpen is voor management assistants. Je wil excelleren in je rol én klaar zijn om je in de steeds veranderende zakelijke omgeving in te passen? In de Academy verken je de fundamentele bouwstenen van bedrijfsvoering en zal je de nodige kennis opdoen. Zo sta je inhoudelijk sterker in je schoenen om mee te denken met het C-level in jouw bedrijf. Naast nieuwe kennis bouw je ook een waardevol netwerk op van gelijkgestemde professionals.
De Academy start op 8 november en omvat 5 sessies.
Dit najaar start de gloednieuwe Management Assistant Academy, een opleiding die specifiek ontworpen is voor management assistants. Je verkent er de fundamentele bouwstenen van bedrijfsvoering zodat je inhoudelijk sterker in je schoenen staat om mee te denken met het executive level.
Management assistants zijn veelzijdige duizendpoten. Hun takenpakket is heel divers, van agenda’s beheren tot verslagen opmaken van vergaderingen. Maar daarnaast wordt veelal ook verwacht dat ze weten waarmee alle verschillende departementen bezig zijn. Om management assistants te helpen om te excelleren in die rol en om zich aan te passen aan een steeds veranderende zakelijke omgeving, ontwikkelde Voka West-Vlaanderen de Management Assistant Academy.
In de gloednieuwe opleiding krijgen management assistants in 5 sessies de handvatten aangereikt om mee te denken en overleggen met het C-level. Zo komt onder meer het belang van een helder gedefinieerde strategie aan bod, de ontwikkeling van een impactvol communicatieplan, het berekenen van de financiële gezondheid van het bedrijf en het inzetten van slimme digitale tools. Elke sessie wordt begeleid door een ervaren professional en expert in het vakgebied in kwestie. De spreker biedt telkens een combinatie van interactieve sessies, casestudy’s en praktische oefeningen, zodat de deelnemers de aangeleerde concepten direct kunnen toepassen op hun werk. Naast nieuwe kennis bouwen zij ook een waardevol netwerk op van gelijkgestemde professionals. “De Academy kan een mooie aanvulling zijn op het Lerend Netwerk, waar de focus ligt op ervaringen delen rond thema’s die relevant zijn voor de job”, zegt coördinator Lisa Den Tandt. “De Academy is een sterk inhoudelijke opleiding waarbij we telkens één dag achter de schoolbanken kruipen en ons verdiepen in één bepaald thema.”
Interessante onderwerpen
Eva Porteman, aan het werk als Personal Assistant bij Vyncke, is al ingeschreven voor de Academy. “Ik werk al 22 jaar bij Vyncke en heb in het verleden de Lerende Netwerken gevolgd. Die vond ik bijzonder interessant. Ik heb er veel zaken bijgeleerd die ik in mijn job heb kunnen gebruiken, bijvoorbeeld op het vlak van timemanagement, de digitalisering van administratieve taken, communicatiemanagement,… Maar het was minstens even interessant om andere deelnemers te leren kennen, te horen welke uitdagingen en struggles zij op hun weg tegenkomen en tips & tricks te krijgen om daamee om te gaan. Na 5 edities had ik het uiterste uit de Lerende Netwerken gehaald, maar ik schrijf me graag in voor de Academy. Ik zag dat er een aantal interessante zaken op de planning staan. Sinds kort is mijn taakinhoud wat aangepast en komt er wat boekhouding bij kijken. Ik ben dus blij om te zien dat er ook een financieel luik aan bod komt. Ook de sessie rond de digitale tools spreekt me aan.”
“Ik ben nog nieuw bij Vyncke en heb net een eerste Lerend Netwerk gevolgd. Voor mij is dat heel interessant”, vult Eva’s collega Delphine Warlop aan. “Ik denk dat ik net als Eva eerst een aantal keren deze opleiding zal volgen en daarna zal doorschuiven. Volgens mij kan het voor management assistants interessant zijn om de inhoud van de sessies te bekijken en zich – afhankelijk van hun takenpakket – in te schrijven voor de Lerende Netwerken dan wel voor deze Academy.” (JM - Foto DD)
De 17 Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties worden wereldwijd ingezet als doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. In deze rubriek stellen we iedere keer een andere SDG voor. SDG 12 focust op duurzame consumptie- en productiepatronen. Subdoelstellingen zijn onder meer “tegen 2030 het duurzame beheer en het efficiënte gebruik van natuurlijke hulpbronnen realiseren” en “tegen 2030 de afvalproductie aanzienlijk beperken via preventie, vermindering, recyclage en hergebruik”.
Visix is een grootformaatdrukkerij van kwalitatief en duurzaam promotiemateriaal met visuele impact. “Onze focus ligt op de bedrukking van textiel”, zegt Féline Leyts, Purchasing Manager bij Visix. “Dat gaat van vlaggen en spandoeken tot banners en doeken, zowel voor indoor- als voor outdoorgebruik. We fabriceren daarnaast ook tenten die je met of zonder bedrukking kan aankopen. Onze sterktes zijn de kwaliteit die we leveren, de flexibiliteit waarmee we werken en het feit dat we de klant ontzorgen.” Het bedrijf telt 3 vestigingen. “Onze hoofdvestiging, waar we ook produceren, ligt in Roeselare. Daarnaast hebben we nog een vestiging in Sint-Niklaas met enkele ondersteunende diensten en een extra productievestiging in Polen. Visix telt in totaal zo’n 85 medewerkers, waarvan de helft in Roeselare.”
Visix is enkele jaren geleden gestart met een leveranciersbevraging. “Sowieso evalueren we de samenwerking met onze leveranciers regelmatig. Zijn hun producten betrouwbaar, loopt de facturatie vlot, bevestigen ze de orders duidelijk, hebben we een vlotte communicatie in het algemeen, enz. Aan die evaluatie hebben we een bevraging gekoppeld, waarin we polsen naar hun manier van werken rond een aantal thema’s zoals health and safety, environment en social responsibility.”
BEDRIJFSCASE
De vragen zijn heel uiteenlopend. “Er staan een aantal dealbreakers tussen”, zegt Leyts. “De vraag of er ergens bij hun producten kinderarbeid aan te pas is gekomen, bijvoorbeeld. Het spreekt voor zich dat een samenwerking met ons op dat moment stopt. Maar de meeste vragen zijn iets minder zwart-wit. Over wat ze doen rond recyclage- en afvalbeleid, bijvoorbeeld, hoe ze omgaan met hun personeel, of leidinggevenden bepaalde opleidingen hebben gevolgd. Hun antwoorden op die vragen geven ons een vrij goed beeld over de manier waarop ze ondernemen. Van sommige van onze leveranciers waren we bijvoorbeeld aangenaam verrast over de stappen die ze al gezet hebben rond duurzaam ondernemen.”
Sinds 2023 is 75% van de leveranciers van Visix al opgenomen in die jaarlijkse
leveranciersbeoordeling. “Door hen die vragen te laten beantwoorden, hopen we hen actief te laten nadenken over hetgeen ze al doen. Het is niet onze bedoeling om leveranciers ‘af te straffen’ als ze iets minder presteren. Integendeel, we streven naar een duurzame samenwerking met al onze partners en zouden zelfs samen met hen willen kijken op welke manier we zaken kunnen verbeteren. Samen met de bevraging laten we hen ook een ‘code of conduct’ ondertekenen, een document waarin ze zich ertoe verbinden om op een zelfde manier te willen ondernemen zoals wij.” (JM - Foto Kurt) Meer weten? Contacteer ons gerust via 0476 02 59 42 of duurzaamondernemen.wv@voka.be
Het Voka-netwerk blijft uitbreiden! Dit zijn enkele nieuwe leden van de afgelopen maanden.
AXFIN
Westende
Ethel De Blieck
Bank- en verzekeringskantoor -> Onafhankelijk verzekeringsmakelaar en CRELAN-bankagent. www.axfin.be
Barbara Bataillie & Mathieu Verstraete
Full-service branding agency met kantoren in Kortrijk en Gent. Bouwt tijdloze merken in uiteenlopende sectoren door een strategisch onderbouwde merkidentiteit te creëren. Zorgt voor impactvolle merken door ze op een consistente manier te activeren. WWW.MOQO.BE
Kortemark
Anthony Verhaeghe & Gert-Jan Andries
Bouwpartner die je duurzame, modulaire woning realiseert in slechts enkele maanden tijd. Dankzij de doordachte materiaalkeuze en recentste technieken is elk afgewerkt huis energiezuinig en futureproof. www.homeque.be
Zeebrugge
JP Neels
Maritiem gerelateerd bedrijf voor het leveren van diensten en materiaal voor maritieme toepassingen aan pleziervaart en beroepsvaart. Verkoop, onderhoud en herstelling van motorboten, zeilboten, rubberboten en RHIB’s. www.marine-technics.be
Tielt
Céline Cortvriendt
Als 4de generatie actief in de tegelwereld, met een showroom die zowel keramische tegels als natuursteen aanbiedt. De grootste troef: een eigen plaatsingsdienst om de bouwheer te ontzorgen. Begeleidt met dezelfde passie de klanten van externe vloerders. www.cortvriendt.com
Wevelgem
Gilles Descamps
Cargides Group, een mobiele carwash actief in heel België. Anderzijds Ottobox, een slimme opbergoplossing van 2 m³ voor op je parkeerplaats. www.cargidesgroup.be
Brugge
Johan & Justine D’haeseleer
Groeiend familiebedrijf in Brugge, gespecialiseerd in productie, verpakking en trading van confiserie, zoals hard suikerwerk en toffees. Biedt private label en eigen merk, van België tot daarbuiten, voor retail, groothandel en meer. www.confiseriekathy.be
Tielt
Vincent Ferlin & Paulien Vandaele
Multi family office dat excelleert in discrete maar impactvolle dienstverlening. Met een klantenkring verspreid over heel Vlaanderen, biedt het op maat gemaakte vermogensoplossingen voor zowel particulieren als bedrijven. Geeft je financiële toekomst zorgvuldig en met precisie vorm. www.ufin.be
Malixe Consulting
Sint-Michiels
Dave Depickere
Met meer dan 20 jaar expertise in inkoop en strategisch management optimaliseert het processen, verlaagt kosten en versterkt leveranciersrelaties. De duurzame oplossingen bieden meetbare resultaten en creëren waarde. Procurement, perfected! www.malixe.be
Betonbedrijf De Brabandere is gestart met het aanvoeren van zeezand via de binnenvaart naar het Regionaal Overslagcentrum (ROC) in Veurne. Het is het eerste commerciële gebruik van de Lovaart sinds de trafiek stilviel na de opkomst van de vrachtwagen. Voor POM West-Vlaanderen en De Vlaamse Waterweg is de Westhoek een interessant laboratorium voor duurzame ontsluiting via kleinere waterwegen.
Vorig jaar openden POM West-Vlaanderen en De Vlaamse Waterweg twee Regionale Overslagcentra (ROC) voor de binnenvaart in Veurne en Diksmuide. “Die bieden een oplossing voor bedrijven om hun logistieke operaties te optimaliseren en te verduurzamen, zonder dat ze zelf in infrastructuur moeten investeren. De ontsluiting van de Westhoek via het water bleef lange tijd achterop door zijn perifere ligging en de dominantie van de vrachtwagen”, zegt Dominique Van Hecke, algemeen directeur van De Vlaamse Waterweg.
Betonbedrijf De Brabandere ligt vlakbij het ROC Veurne, een kade van 50 meter met een verhard plateau van 325 m² aan het bedrijventerrein langs de Lovaart. “We adviseerden CEO Pieter De Brabandere op basis van een concrete businesscase, rekening houdend met operationele aspecten zoals een vaarschema. Vervolgens brachten we hem in contact met diverse partijen, waaronder het bevrachtingskantoor Barging Solutions”, vertelt Ilse Verdonck van Multimodaal.Vlaanderen.
Kosten berekenen
Na een grondige voorbereiding vonden in september testvaarten plaats. Die waren het resultaat van een doorgedreven samenwerking tussen POM West-Vlaanderen, De Vlaamse Waterweg, Multimodaal.Vlaande-
ren, De Brabandere en Barging Solutions. Er werd vanuit Oostende zeezand aangevoerd via de kanalen Plassendale-Nieuwpoort en Nieuwpoort-Duinkerke, in Veurne aftakkend naar het ROC. “De testvaarten waren bedoeld om de uitdagingen in kaart te brengen en de effectieve kostprijs per vracht te berekenen. Uit de eerste bevindingen blijkt er een meerkost te zijn, maar we zoeken mogelijkheden om die af te vlakken, eventueel met steun van de overheid. Het is onze ambitie om deels naar binnenvaart over te schakelen om het wegennet te ontlasten. Op termijn hopen we dat ook autonome, elektrische vaartuigen een rol kunnen spelen”, zegt CEO Pieter De Brabandere.
Het zeezand wordt geladen bij DEME in Haven Oostende. In Veurne schept een mobiele kraan het in een vrachtwagen voor de laatste honderden meters. Er werd gekozen voor een wendbare ‘spits’ van 38 meter lang en 350 ton laadvermogen. Uit de testvaarten bleek dat de 1,70 meter diepte van de Lovaart slechts 200 ton toelaat. Dat wordt binnenkort verbeterd: in opdracht
“Het
is onze ambitie om deels naar binnenvaart over te schakelen om het wegennet te ontlasten.”
— PIETER DE BRABANDERE
van De Vlaamse Waterweg is eind september gestart met het baggeren tot 2,20 meter diepte van de volledige Lovaart tussen Veurne en de IJzer.
De Vlaamse Waterweg en POM West-Vlaanderen zien de Westhoek als een laboratorium voor het benutten van de kleinere waterwegen. “Met een slimme aanpak zoals technologisch ondersteunde onbemande en zelfs autonome vaart, kan het kostenverschil met wegtransport verdwijnen. Bovendien eisen de klanten steeds meer duurzaamheid, waardoor het zelfs een commercieel aspect geworden is”, zegt voorzitter Jean de Bethune van POM West-Vlaanderen. (RJ - Foto DD)
Scoor bij een kwalitatieve én grote(re) doelgroep dankzij Ondernemers! Het magazine is bekend bij maar liefst 93% van de kaderleden en bedrijfsleiders in West-Vlaanderen.
Meesurfen op dat succes? Contacteer Sven Van Ryckeghem voor publiciteit op maat. sven.vanryckeghem@voka.be
Uw partner voor proactief en gericht advies.
www.axxi.be
Brugsesteenweg 513, 8520 Kuurne T 056 73 15 45 E info@axxi.be
Public affairs-expert Karel Joos komt spreken bij
Voor talrijke bedrijven is het essentieel dat ze op een juiste manier met beleidsmakers communiceren en informatie uitwisselen om een impact te hebben op het politieke, economische en sociale landschap. Daarom vertrouwen ze die erg specifieke taak steeds meer toe aan een Public Affairs manager. Met Voka West-Vlaanderen willen wij die professionals een netwerk aanbieden waarin ze van gedachten kunnen wisselen met hun peers bij andere organisaties. Een evenement met een keynote van Karel Joos geeft het startschot.
Karel Joos is partner bij DGA Group, een internationaal advieskantoor gespecialiseerd in public affairs, bedrijfs- en crisiscommunicatie. Hij merkt dat de jongste jaren steeds meer bedrijven een specifieke manager voor public affairs aanwerven. “Zeker in sectoren die erg gereguleerd zijn, zoals de farmaceutica, de telecomindustrie en de banken, is het heel belangrijk om actief je belangen te behartigen, om het beleid mee vorm te geven en te sturen.”
Het is een erg uitdagende functie. “Ten eerste is het moeilijk op voorhand te garanderen dat het lobbywerk resultaat oplevert, omdat je ook van de politiek afhankelijk bent. Een public affairs manager moet de eigenschappen van een orkestleider of regisseur hebben, commercieel diplomatisch zijn én tegelijk een sterke communicator zijn. Omwille van de interne en externe partijen waarmee je voortdurend contact hebt, wordt er langs alle kanten aan je getrokken: eigenlijk functioneer je als de spin in het web, die een goed evenwicht met alle partijen moet kunnen bewaren.”
Goed nieuws voor public affairs managers is dat politici tegenwoordig opener en bereidwilliger zijn om met hen in dialoog te
gaan. “Voor politici is het nodig om de vinger aan de pols van de industrie te houden, te weten wat er beweegt en hoe ze daar het juiste wetgevende kader voor kunnen schetsen. Die dialoog voeren ze in eerste instantie met sectorfederaties, die eerder als generieke belangenbehartiger opereren, terwijl een public affairs manager uiteraard eerder op de specifieke belangen van zijn werkgever is gefocust.”
Public affairs management gaat niet over kennissen, wel over kennis. “Eenmaal je letterlijk aan tafel zit, komt het erop aan ook figuurlijk binnen te komen. Dat doe je door jouw dossier het best mogelijke narratief te geven. Met feiten en cijfers overtuig je niemand: je verhaal moet mensen informeren, ze geruststellen en hen aanzetten om, bijna spontaan, in actie te treden. Dergelijke skills leer je niet zomaar op de schoolbanken; het is iets waar je gaandeweg in groeit.”
Tijdens zijn keynote op 13 november zoomt Karel Joos in op de 7 hoofdzonden van public affairs management, de 12 meest gemaakte fouten en 7 persoonlijkheidskenmerken van de ‘Ideale Lobbyist’. “Sowieso vind ik het een uitstekend idee van Voka om
Op woensdagavond 13 november organiseren we bij Renson in Waregem een event voor public affairs professionals. Na de keynote van Karel Joos met als titel ‘Invloed, inzicht, impact: hoe bedrijven beleidsmakers kunnen overtuigen’ staat een walking dinner met netwerking op het programma. Om de netwerking en ervaringsuitwisseling zo kwalitatief mogelijk te houden, hanteren we een strikte doelgroep: enkel public affairs professionals met een managementfunctie komen in aanmerking.
een community op te starten voor public affairs professionals. Die doelgroep vindt binnen de eigen bedrijfsmuren doorgaans moeilijk een klankbord dat voldoende vertrouwd is met de stiel. Net daarom is het nuttig dat ze kunnen sparren met collega’s die tegen dezelfde problemen aanlopen.”
(BVC - Eigen foto)
In Otegem, diep in West-Vlaanderen, zijn 75 medewerkers aan de slag bij machinebouwer ELIET. Innoveren wordt er bijzonder hoog in het vaandel gedragen, want een machine kan niet goed genoeg zijn. Dat is toch de overtuiging van Frederic Lietaer. Een gesprek over machines, duurzaamheid, circulariteit, innoveren en de nieuwe ELIET Jetzer®.
Na zijn studies industrieel ingenieur, gevolgd door een MBA, stapte Frederic Lietaer 26 jaar geleden in het bedrijf van zijn vader, machinebouwer in Otegem. Generaties voorvaderen waren smid en zijn grootvader verdeelde landbouwmachines. Vader Emiel werd op jonge leeftijd zelfstandig in stalinrichting en deed ervaring op met metalen constructies. Door een gelukkig toeval kwam er een lokale handelszaak van tuinmachines als nevenactiviteit bij.
Gedreven door de vraag van klanten besloot Emiel om zelf oplossingen te ontwikkelen. En zo ontstond machinebouwer ELIET (Emiel LIETaer), die sinds 1984 tuinmachines van eigen merk voor tuinliefhebbers en tuinaannemers bouwt en wereldwijd verkoopt. Na 40 jaar gaat het om een uitgebreid gamma machines voor gazonverzorging, hout- en groenversnipperaars gericht op snoeiresten uit tuin en park, en van blazers en zuigers voor het ruimen van bladeren en zwerfafval.
Een opmerkelijk buitenbeentje “ELIET-machinebouw was altijd al een buitenbeentje en innoveert volop”, zegt Frederic Lietaer. “Maar innoveren om te innoveren, zonder meerwaarde voor de gebruiker, heeft geen zin. Een mooi voorbeeld van hoe wij innovatie zien is ons recente antwoord op de klimaatopwarming, die de tuin- en parkcultuur zoals wij die kennen bedreigt.”
Als gras verdort, blijft er van een mooi gazon niet veel over. Om het gazon snel en goedkoop te renoveren had ELIET een doorzaaimachine ontwikkeld en was daarin zelfs pionier. Lietaer: “Onze doorzaaimachi nes injecteren graszaad onder de opper vlakte en jong gras groeit tussen het oude door. Snelle budgetvriendelijke gazon renovatie kan zo zonder beschadiging of heraanleg. Maar dat blijft symptoombestrij ding en wij wilden het probleem ook bij de wortels aanpakken. Letterlijk.”
“Als we nu eens een machine bedachten die waterpolymeren en bodemverbeteraars tot 20 centimeter diep aanbrengt, zonder beschadiging. Zo’n polymeer kan tot het honderdvoud van zijn gewicht aan water opzuigen en vasthouden en zo ontstaat een waterbuffer voor planten.” Het concept van de ELIET Jetzer® klonk fantastisch. “Maar”, vervolgt Lietaer, “je moet de grond openmaken en dat berokkent schade. Gaatjes prikken in de bodem was een andere piste, maar hoe mik je die waterpolymeren en bodemverbeteraars in de gaatjes? In een proefopstelling lukt dat allemaal aardig, maar een heus gazon is andere koek. Toen rees het idee om bioafbreekbare kogeltjes (pods), gevuld met producten, onder druk in de grond te schieten.”
Duurzaam en circulair
Helaas. “We konden niet diep genoeg schieten, kregen geen kogeltjes ontwikkeld die onbeschadigd de grond ingingen en
De gloednieuwe machine is een nicheproduct en heeft een prijskaartje. Hoewel de nood en behoefte toenemen, lijkt een aankoop door tuinaannemers niet rendabel. Lietaer: “Daarom herdenken we onze go-to-marketstrategie tot een model van ‘product as a service’ (PAAS). We verkopen de machine niet, maar commercialiseren het gebruik ervan. Wellicht kunnen we dat ook bij andere machines toepassen. Verhuren is een duurzame aanpak, want het verbruik van energie, tijd en grondstof voor de productie wordt over veel tijd en gebruikers verdeeld, met een beperkte impact op de planeet. Bovendien hebben we er alle belang bij de machines extra sterk te maken, gemakkelijk te herstellen en vlot te recyclen. Een duurzame en circulaire filosofie.”
“ELIET-machinebouw was altijd al een buitenbeentje en innoveert volop.”
— FREDERIC LIETAER
Voor de verhuur ontwikkelde ELIET partnerschappen met verdelers van producten voor de professionele groensector. Tuinaannemers reserveren en betalen de huur van een machine via de ELIET-portaalsite en halen machine en strooimiddel op bij een verdeler in hun buurt. Het verhuurmodel voor de ELIET Jetzer® wordt tegen eind 2024 in Vlaanderen uitgerold.
Stokken in de wielen
De onderneming bouwde wereldwijd een sterke reputatie uit en dat resulteerde in
een mooie groei. Het bedrijf beslaat 11.000 m2 oppervlakte en telt circa 75 medewerkers. Lietaer: “Hier liggen onze roots en hier willen we blijven, maar er is geen ruimte meer. Delokaliseren is geen optie want dan verliezen wij medewerkers met veel kennis en ervaring en verliezen zij hun job. Het is ook financieel niet haalbaar. Bovendien is er geen industriegrond beschikbaar in Zuid-West-Vlaanderen en op meerdere locaties werken is een logistieke nachtmerrie en in onze competitieve markt veel te duur.”
ELIET ontwikkelde het ‘product as a service’-businessmodel voor de nieuwe machine Jetzer® in het kader van het circulaire innovatieproject Circular Machine Building van Designregio Kortrijk, Voka West-Vlaanderen en Sirris. Daaraan namen 4 WestVlaamse bedrijven deel. 2 van hen moesten vaststellen dat het businessmodel niet bij hun bedrijf past of dat ze er nog niet klaar voor zijn, 2 andere eindigen met een concreet resultaat.
Gelukkig beschikt ELIET aanpalend over een terrein van een hectare groot. Ideaal, zo lijkt het. “Jawel”, beaamt Frederic Lietaer, “alleen… het is landbouwgrond. We proberen nu al 6 jaar om die te laten herbestemmen tot industriegrond. Tevergeefs, want gemeentelijke, provinciale en Vlaamse overheden schuiven alles op de lange baan en kijken vooral naar elkaar. Nochtans heeft onze activiteit alles met natuur, duurzaamheid en circulariteit te maken en creëren we oplossingen voor de klimaatproblematiek. Een overheid zou een bedrijf als ELIET op handen moeten dragen. Na de lokale verkiezingen vragen we de gemeente nog maar eens om het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) aan te passen. We duimen.”
(DDM - Foto DD)
Afwisselend zetten we hier een West-Vlaamse expat en een buitenlandse impat in de kijker.
Iosif Dragos (36) verhuisde 2 maanden geleden vanuit Roemenië naar Kortrijk. Hij werkt als ingenieur bij een klein
West-Vlaams bedrijf dat plastic recycleert, via een uitzendkantoor gespecialiseerd in internationaal rekruteren.
In Roemenië haalde ik een diploma als transporttechnicus en daarna volgde ik aan de universiteit politicologie, internationale betrekkingen en veiligheidsstudies. Ik heb er gewerkt in een Mercedes Benzmagazijn van 80.000 m2. De eerste 2,5 jaar als vorkheftruckchauffeur en daarna 3,5 jaar als teamleader. Werken in Roemenië is zwaar. Ook het verschil in salaris is gigantisch: voor één week Belgisch loon moet je in Roemenië een hele maand werken.
S • R O E M E NIË
Roemenië is een land dat je geen zekerheid biedt voor morgen. Roemenen zijn gastvrij voor toeristen, altijd met een glimlach op hun gezicht. Maar achter die glimlach gaat ook frustratie schuil. Ze leven in een prachtig land maar een met veel tekortkomingen, die veel stress en zorgen over morgen opleveren. Overal waar je kijkt, lopen mensen met hun hoofd naar beneden en piekeren ze over alledaagse problemen.
Ik vond heel snel werk in België. Ik contacteerde Axintor via e-mail. Nadat ik mijn cv bezorgd had, vonden ze heel snel een job voor mij – na een week al. Ik moest nog een maand wachten om te starten, omdat ik nog enkele examens moest afleggen in Roemenië. Het bedrijf waar ik werk, wachtte op mij.
Ik ben hier alleen in een land waar ik voordien nog nooit geweest was. Ik heb ook nooit eerder in een ander land dan Roemenië gewerkt. Ik ken hier niemand. Ik probeer me wel aan te passen, want ik wil me hier graag permanent vestigen. De stress en zorgen van in Roemenië heb ik hier nog niet gevoeld. Mensen helpen me met wat ik nodig heb en ik voel me hier ontspannen en welkom.
In Roemenië ging ik vaak wandelen in de natuur, vandaar mijn voorliefde voor natuurfoto’s. De berglandschappen zijn prachtig, en de wegen zijn onbeschrijflijk mooi, of je nu met de auto, motor of zelfs te voet door het bos wilt. Ik hou van fotografie. Ik bezoek ook graag de Belgische steden. Ik hou er niet van om zelf in beeld te komen, maar ik maakte enkele mooie foto’s in Kortrijk en op het strand van Oostende.
ONDERZOEKSGROEP WPSP
West-Vlaamse ondernemingen hebben zuurstof nodig om te blijven groeien. Daarvoor is onder meer de interactie tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven van groot belang. Hier laten we de hogeronderwijsinstellingen uit onze provincie aan het woord over hun opleidingsaanbod en onderzoeksprojecten. Met al jouw vragen over onderwijs kan je terecht bij joyce.simoens@voka.be.
De onderzoeksgroep ‘Wave propagation and signal processing’ van KU Leuven Kulak richt zich al diverse jaren op metingen met behulp van ultrasone golven. “De nieuwe techniek voor kwaliteitscontrole die we in samenwerking met UGent hebben ontwikkeld, zal zeker op lange termijn zijn meerwaarde bewijzen”, zegt professor Koen Van Den Abeele enthousiast.
Diverse soorten golven spelen een belangrijke rol in ons universum. Daartoe behoren onder meer de ultrasone golven. “Dat zijn golven van boven de 20 KHz, die we met het ‘blote’ oor niet kunnen horen. Ultrasone golven met een hoge amplitude worden vooral gebruikt voor ‘destructieve’ doeleinden, zoals het verbrijzelen van nierstenen, algenverdelging of het reinigen van juwelen. Golven met een lage amplitude lenen zich vooral voor kwaliteitscontrole en niet-destructief testen. Daarbij zenden we golven uit, die vervolgens met de microstructuur van materialen interageren. De mate waarin ze zich in verschillende richtingen voortplanten, leert heel veel over de mechanische materiaaleigenschappen, maar laat bijvoorbeeld ook toe om scheuren, corrosie of vreemde insluitsels te detecteren”, verduidelijkt Koen Van Den Abeele.
Ultrasone polarscan
Recent ontwikkelde KU Leuven Kulak in samenwerking met UGent de ultrasone polarscan. “Composietmaterialen, die gebouwd zijn door laagjes op elkaar te plaatsen, zijn doorgaans moeilijk te karakteriseren. De ultrasone polarscan laat toe om materialen vanuit heel wat hoeken en oriëntaties te bekijken. Zo kom je al snel aan een veelheid van metingen, die ons belangrijke informatie verschaffen over de elasticiteit en demping van het materiaal, de mate waarin de lagen al dan niet goed aan elkaar zijn
“Cruciale info voor ingenieur- en medische sector”
gehecht, schade door impact, vermoeiing enzovoort. Via niet-destructief testen kan je bijvoorbeeld ook lasnaden inspecteren. “Daarbij gaan we met een zender en een ontvanger langs de lasnaad. Dat creëert bijkomende frequenties in het geluid, wat we vervolgens omzetten tot een beeld dat de kwaliteit van de lasnaad illustreert. Een andere toepassing is het monitoren van de kristallisatie van vetten bij de productie van chocolade.
Voor de medische sector loopt er nu een baanbrekend onderzoek naar de insitu registratie van bestralingen bij (kanker-) patiënten. “We bekijken hoe en waar ‘nanodroplets’ (minuscule druppeltjes met een vloeibare kern, omgeven door een elastisch membraan, nvdr) transformeren naar gasvormige microbelletjes. Tijdens die ‘verdamping’ wordt een ultrasoon geluid
“Testen met ultrasone golven leren veel over mechanische eigenschappen van materialen.”
— KOEN VAN DEN ABEELE
gegenereerd. Door online te meten waar en wanneer die omzetting gebeurt, kan je de precieze locatie en dosis van de straling in de patiënt bepalen en onmiddellijk voorkomen dat gezond weefstel bestraald wordt. Let wel: ons onderzoek is fundamenteel, doorgaans duurt het nog jaren vooraleer dergelijke technieken daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk kunnen worden uitgerold”, besluit professor Van Den Abeele. (BVC - Foto Kurt)
Sinds enkele jaren is het minder voordelig om een auto op de vennootschap te kopen gezien de fiscale aftrekbaarheid van een auto bepaald wordt door de CO2-uitstoot ervan en het aanzienlijke voordeel van alle aard bij niet-fiscaalvriendelijke wagens. Ditzelfde percentage geldt op de afschrijvingen, maar ook op alle andere kosten die gelinkt zijn aan een auto, zoals onderhoud, verzekering, verkeersbelasting en brandstofkosten.
Fiscale aftrek fossiele brandstofwagens
Op vandaag wordt de mate van aftrekbaarheid bepaald door de zogenaamde gramformule, nl. 120%(0,5 x brandstofcoëfficiënt x CO2/km). De brandstofcoëfficiënt verschilt naargelang het type wagen en bedraagt: 1 voor dieselwagens; 0,95 voor benzinewagens; 0,90 voor auto’s op aardgas < 12 fiscale Pk. Hoe hoger de uitstoot van de wagen, hoe lager het aftrekpercentage.
Echter, om het wagenpark verder te vergroenen, heeft de regering hierin ingegrepen, waardoor er vanaf 1 juli 2023 verschillende fases werden geïntroduceerd die een invloed hebben op de aftrekbaarheid van de autokosten. Voor auto’s aangekocht vóór 1 juli 2023 blijft de ‘oude’ regelgeving van toepassing voor de volledige levensduur van de wagen in de vennootschap. Voor auto’s aangekocht in de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025 wordt de aftrekbaarheid telkens met 25% afgebouwd voor de wagens op fossiele brandstof van 75% in aanslagjaar 2026, naar 0% in aanslagjaar 2029.
Auto’s op fossiele brandstof aangekocht vanaf 1 januari 2026 hebben niet langer een fiscale aftrekbaarheid.
Fiscale aftrek CO2-vrije wagens
Hiervoor is de aftrek afhankelijk of de aankoop van de wagen al dan niet vóór of na 1 januari 2027 gebeurde.
Aankoopdatum Levenslang
Een alternatief?
Is het dan nog interessant om een wagen met de vennootschap aan te kopen? U heeft namelijk ook nog de mogelijkheid om de wagen privé aan te kopen en vervolgens de autokosten voor de beroepsmatige verplaatsingen terug te laten betalen vanuit de vennootschap. Het bedrag dat wordt terugbetaald moet worden opgenomen als kost eigen aan de werkgever op de fiche 281.20.
Een voorbeeld
Kostprijs wagen:
Aankoopprijs 120.000 euro
Restwaarde bij verkoop na 5j 30.000 euro
Effectieve kostprijs investering 90.000 euro
Jaarlijkse kosten wagen:
Afschrijving (90.000 / 5) 18.000 euro
Verkeersbelasting 2.000 euro
Onderhoud 1.000 euro
Brandstof 6.000 euro
Verzekering 1.500 euro
Totaal 28.500 euro
Aantal gereden km / jaar:
Privé 2.500 km
Beroepsmatig 22.500 km
Totaal 25.000 km
De kilometervergoeding die door de vennootschap aan u privé kan worden uitbetaald bedraagt 28.500 euro / 25.000 km = 1,14 euro per km, ofwel 25.650,00 euro voor de beroepsmatige verplaatsingen.
De terugbetaling dient in de vennootschap wel de aftrekbeperking geldend op het moment van overschakeling naar deze regeling te ondergaan zoals eerder uitgelegd, maar het ontvangen bedrag is niet belastbaar in uw persoonlijke naam Deze regeling is niet mogelijk voor de woon-werkverplaatsingen aangezien deze als private kilometers beschouwd worden. Het is dus noodzakelijk om via rittenadministratie het aantal effectieve beroepsmatige kilometers bij te houden.
Francky Godderis
Filiaal Roeselare
Zwaaikomstraat 3 C 8800 Roeselare T +32 (0)51/26 76 46
Filiaal Staden
Sint-Jansstraat 85 8840 Staden T +32 (0)51/70 57 47
E info@f-godderis.be www.accountancy-godderis.be
Op 28 april 2024 werden nieuwe regels van toepassing voor de verjaring van misdrijven. Met deze nieuwe regels wordt grondig afgeweken van de tot dan toe bestaande regels zodat het nuttig is hier even bij stil te staan. De verjaring van de strafvordering is immers een zeer belangrijk procedureel aspect binnen het strafprocesrecht.
Alvorens de wijzigingen te bespreken, is het nuttig om eerst eens kort stil te staan bij de regels die golden onder het oude regime. Niet eenvoudig want het oude systeem was vrij complex (wat tegelijk ook de reden was voor het invoeren van de nieuwe regels).
Onder de oude regels kende de verjaringstermijn een aanvang op het ogenblik waarop het misdrijf werd gepleegd. Deze termijn kon dan geschorst en/of gestuit worden door bepaalde onderzoeks- of proceshandelingen. De schorsing hield in dat de termijn even werd gepauzeerd terwijl de stuiting impliceerde dat de oorspronkelijke termijn opnieuw begon te lopen. Zowel het Openbaar Ministerie als beklaagden gingen creatief om met het geheel van deze regels, wat dan weer aanleiding gaf tot discussies die op zichzelf een bron van vertraging vormden. Dit laatste is niet onbelangrijk want de verjaringstermijn in strafzaken bleef (in tegenstelling tot burgerlijke zaken) ook lopen eens de zaak aanhangig werd gemaakt bij de vonnisrechter. Het was m.a.w. mogelijk dat er in een zaak binnen de verjaringstermijn werd gedagvaard, doch dat deze door een lang procedureverloop alsnog verjaarde.
Wat wijzigde er nu?
Vooreerst werd het principe van de stuiting afgeschaft waardoor de maximale duur van de verjaringstermijn komt vast te liggen. Ter compensatie van deze afgeschafte stuiting, werden de termijnen (die nog steeds starten te lopen vanaf het ogenblik waarop het misdrijf werd gepleegd) evenwel aanzienlijk verlengd:
» 30 jaar voor een misdaad strafbaar met een levenslange gevangenisstraf;
» 20 jaar voor een misdaad strafbaar met een gevangenisstraf van 20 tot 30 jaar;
» 15 jaar voor een misdaad strafbaar met een gevangenisstraf van 5 tot 20 jaar;
» 10 jaar voor een wanbedrijf;
» 1 jaar voor een overtreding.
Vervolgens voorzien de nieuwe regels dat de verjaringstermijn definitief wordt geschorst vanaf het ogenblik waarop de zaak bij de vonnisrechter aanhangig wordt gemaakt. Vanaf dat ogenblik kan de zaak dus in principe niet meer verjaren en wordt het zinloos om nog bewust vertragingsmanoeuvres aan te wenden in de hoop dat de strafvordering tijdens de procedure voor de vonnisrechter alsnog zou verjaren.
Om nu evenwel te vermijden dat beklaagden zouden worden geconfronteerd met ‘onredelijk lange procedures’ door het invoeren van bovenstaande regels, werden op dit vlak dan weer strengere regels ingevoerd op het vlak van het respecteren van de redelijke termijn waarbinnen een beklaagde dient te worden berecht. Zo zal de strafvordering alsnog kunnen komen te vervallen indien voormelde redelijke termijn werd overschreden terwijl dit vroeger leidde tot een eenvoudige schuldigverklaring of een lagere straf dan het minimum. De gevolgen van een dergelijk verval van de strafvordering zijn te vergelijken met een strafvordering die is komen te verjaren. Indien men zich dan ook zou afvragen wat dan het verschil is tussen de oude en de nieuwe regeling, dan zou ik vooral onthouden dat men niet meer ‘automatisch’ zal kunnen besluiten tot
een verjaring van de strafvordering op grond van een (weliswaar complexe) berekening ongeacht eventuele vertragingsmanoeuvres, doch dat er rekening moet worden gehouden met de concrete omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de procedure zo lang heeft geduurd of beter wie of wat is de oorzaak van een onredelijk lange procedure?
De nieuwe regels zijn van toepassing op alle lopende strafvorderingen die op 28 april 2024 nog niet volgens de oude wet zijn verjaard. Om dit te kunnen bepalen zullen we dus nog even de complexere ‘oude’ regels moeten toepassen.
Stéphanie Van Den Broeke, Belexa
Wij zijn advocaten, maar vooral raadgevers.
Ons land gaat gebukt onder een staatsschuld van ruim 500 miljard euro, die toeneemt met 22 miljoen euro per dag. Per inwoner is dit omgerekend 50.000 euro of ruim 100.000 euro per werkzame inwoner. Niet iedereen kan dit ophoesten, dus wordt er gekeken naar een bevolkingsgroep die verondersteld wordt er financieel sterker voor te staan. Beleggers en ondernemers.
Terugkerend fenomeen?
De discussie rond een meerwaardebelasting is een terugkerend fenomeen in de periodes voor de verkiezingen. Het lijkt ook een open doel gezien de buurlanden reeds een of andere meerwaardebelasting kennen. Wat weinigen weten, is dat ons fiscaal wetboek de facto reeds een algemene belasting op meerwaarden voorschrijft. Enkel wanneer die meerwaarden kaderen binnen een ‘normaal beheer van een vermogen’ zijn die vrijgesteld. Gaandeweg is die uitzondering echter de regel geworden.
Nut van een meerwaardetaks?
Een meerwaardetaks op aandelen is een belasting die geheven wordt op de winst die behaald wordt bij de verkoop van aandelen. Voorstanders van een meerwaardebelasting op aandelen stellen dat het een eerlijke en rechtvaardige manier is om winsten uit vermogen te belasten. Het belasten van meerwaarden op aandelen zorgt ervoor dat vermogende individuen en investeerders meer bijdragen aan de belastinginkomsten van de overheid. Dit kan leiden tot een herverdeling van de belastingdruk tussen arm en rijk. Daarnaast kan een meerwaardebelasting op aandelen een belangrijke inkomstenbron zijn voor de overheid.
Gemakkelijker te accepteren?
Een belasting op vermogenswinsten heeft ook een voordeel tegenover een pure vermogensbelasting, zoals de huidige taks op de effectenrekeningen. Die laatste is verschuldigd door eenieder die een effectenrekening bezit van minstens 1 mio euro. Deze taks op het roerend vermogen wordt jaarlijks betaald, ook al heeft men helemaal geen winst op het vermogen gerealiseerd (vb. in slechte beursjaren). Een meerwaardetaks daarentegen is enkel verschuldigd indien men activa
realiseert, dus verkoopt en winst neemt. En dan nog is dit enkel verschuldigd op de meerwaarde, niet op het vermogen zelf. Dit maakt voor belastingplichtigen een groot psychologisch verschil uit, en wordt als minder onrechtvaardig ervaren.
Afschrikking van investeringen?
Anderzijds zijn er ook nadelen verbonden aan een meerwaardebelasting op aandelen. Zo kan het investeerders ontmoedigen om te investeren in aandelen, omdat zij een deel van hun winst moeten afstaan aan de overheid. Dit kan leiden tot een afname van investeringen en economische groei, wat uiteindelijk nadelig kan zijn voor de economie als geheel en de kloof tussen arm en rijk niet ten goede komt.
Is dit een recurrente bron van belastinginkomsten of riskeert men net inkomsten te verliezen? Een ondoordachte meerwaardebelasting op aandelen zou eventueel kunnen leiden tot belastingontwijking. Sommige investeerders zullen proberen om hun winsten te verplaatsen naar voordelige belastingregimes of kiezen voor activa die geen meerwaardebelasting kennen. Dit kan leiden tot een verlies van belastinginkomsten voor de overheid. De speculatietaks die door de regering Michel in 2016 werd ingevoerd, viseerde de meerwaarden op beursgenoteerde aandelen. Beleggers pasten hun gedrag aan en diversifieerden naar andere producten, met een daling van de inkomsten uit een andere taks op vermogen, namelijk de beurstaks, tot gevolg. Die meerwaardebelasting leidde dus tot een nettoverlies aan belastinginkomsten en was dan ook geen lang leven beschoren. Een belasting op meerwaarde invoeren op slechts enkele activaklassen zal investeerders aanzetten om hun keuze te
baseren op fiscaliteit en niet op basis van risico-overweging. Hopelijk is iedereen zich hiervan bewust.
Brede belastbare basis Kortom, een meerwaardebelasting op aandelen heeft zowel voor- als nadelen. Het is belangrijk dat de overheid een goede balans vindt tussen het belasten van vermogenswinsten en het stimuleren van investeringen en economische groei. Voor elke belasting geldt hetzelfde principe: enkel een aanvaardbaar tarief op een zo breed mogelijke belastbare basis, zorgt voor recurrente en stabiele inkomsten voor de Schatkist. Het is daarom essentieel om een grondige afweging te maken van de mogelijke gevolgen en de doelstellingen van de belasting voordat een beslissing wordt genomen.
Vincent Lambrecht, Director Estate Planning / Managing Director CapitalatWork NV
WONDER, een initiatief van Designregio Kortrijk, brengt van 17 oktober tot 3 november weer creatief talent uit heel België samen in Kortrijk. Een (gratis) uniek ontdekkingsparcours neemt je mee langs 30 locaties met 55 exposities & installaties rond design, innovatie, technologie en kunst. Dit jaar wordt gewerkt met 5 tracks, die je meenemen langs highlights rond een specifiek thema of doelgroep: product, circular, digital, art en kids, powered by Filou & Friends.
Tijdens WONDER ontdek je onder meer nieuw ontwerptalent, in de expo WE ARE THE NEXT GENERATION en WIP.DIP.IPO in de Budafabriek, PICK MY FLOWER in het Koetshuis of 17 (VITAL) BOUNDARIES in Texture. In de Budafabriek, Broelkaai 6, Broeltoren Noord en Patria gaan bedrijven in dialoog met ontwerpers. Dat levert verrassende installaties, paviljoenen en digitale belevingen op. Wat er aan het gebeuren is op vlak van circulariteit in productontwerp,
ontdek je in de expo CYCLES OF DESIGN in de Paardenstallen. Ook Deltalight toont zijn duurzame innovaties rond aluminium slag in Broeltoren Zuid. In Surplace Studio ontdek je meer over levensduurverlenging voor stoelen via industriële 3D-printing en in Texture en De Beste Kamer worden de mogelijkheden van hennep verkend. Met de steun van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in België wordt Audrey Large uitgenodigd voor een installatie rond
verschillende digitale fabricageprocessen zoals 3D-printen in de Broeltoren Noord. Ook hout neemt een hoofdrol in: in de KIOSK presenteert Vaklab Bokrijk de 3 finalisten van de BKRK-award thema hout en in Buda Kitchen wordt een nieuw en innovatief houtproject gepresenteerd voor secundaire scholen, WOOD SKILLS. Daarnaast is er ook een uitgebreid eventprogramma met talks, activiteiten en workshops.
Praktisch
WONDER is open van 17 oktober t.e.m. 3 november, telkens van donderdag t.e.m. zondag. Op weekdagen is de expo open van 9.00 tot 18.00, in het weekend en in de herfstvakantie van 10.00 tot 18.00. Je start je bezoek aan de Budafabriek Kortrijk. www.wonder-festival.be
Het digitaal platform voor het uitwisselen van douanedocumenten RX/ SeaPort evolueert naar een nieuwe fase. Na de eerste uitdaging om de havengebruikers van Zeebrugge doorheen de administratie van de Brexit te begeleiden, gaat de dienstverlening stap voor stap mee met de volgende veranderingen. De nieuwste tool helpt bedrijven bij de Europese PN/TSregeling voor invoer en tijdelijke opslag van goederen in de EU.
Op een klankbordmeeting voor klanten presenteerde RX/SeaPort de jongste uitbreiding van zijn portfolio voor logistieke ketens met ferry- en roroverkeer. Het gaat om een handige tool voor het beheren van PN/TS of voluit ‘Presentation Notification Temporary Storage’. Dat is het nieuwe Europese aangiftesysteem voor de import en tijdelijke opslag van goederen van buiten de Europese Unie.
“Het gemakkelijkste voor alle betrokkenen van een logistieke keten, is dat alles via één platform verloopt”, zegt IT-projectmanager Jurgen Decloedt van RX/SeaPort. “De scheepsagent voert de gegevens van de binnenkomende goederen in en de terminaloperator geeft de informatie over de opslag van de goederen. Die PN/TS-gegevens worden automatisch gecontroleerd door de Douane, die eveneens op RX/ SeaPort aangesloten is. Vervolgens zet een privaat douaneagentschap alles om in een declaratie, waarna de goederen vrijgegeven kunnen worden. Gedurende het hele proces hebben alle betrokken partijen een zicht op de stand van zaken.”
De PN/TS-module was eind september zo goed als klaar om in oktober in een testomgeving gebruikt te worden. De tool ligt in de lijn van RX/SeaPort om alles zo eenvoudig en gebruiksvriendelijk mogelijk te houden. Het invoeren van de data kan op 3 manieren: via een portaalscherm, met Excel-lijsten of een EDI (electronic data in-
terchange). “Een invulvakje of een Excellijst: iedereen begrijpt dat”, zegt Alain Guillemyn, managing director van International Car Operators en één van de grondleggers van RX/SeaPort. “Er zijn ook controles ingebouwd om fouten te vermijden en bij elk vakje staat een vraagtekentje dat je kunt aanklikken om meer uitleg te zien. In samenwerking met de Douane nemen wij zo voor onze aangesloten bedrijven de mysteries rond regelgeving en administratie weg. Daardoor kunnen de ondernemingen zich ten volle op hun corebusiness toeleggen.”
Om de haven van Zeebrugge Brexitproof te maken, beslisten in 2017 het toenmalige havenbestuur MBZ en de vereniging van private havenbedrijven APZI om een havenbreed digitaal platform te ontwikkelen voor het uitwisselen van douanedocumenten. De initiatiefnemers van RX/SeaPort kregen versterking van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen en de federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Om een maximaal engagement in de havengemeenschap te stimuleren, werd RX/SeaPort opengesteld als een coöperatieve vennootschap. Vanuit elk segment van de transport- en logistieke keten traden grote en kleine spelers toe. Intussen breidde de werking van het platform zich uit naar alle Vlaamse shortseahavens die met het VK verbonden zijn.
(RJ - Foto RX/SeaPort)
Tim Vannieuwenhuyse — WAAK
“Van lokale pionier tot internationale speler”
Na een mooie loopbaan bij VKW (Vlaams Werkgeversplatform) stapte Tim Vannieuwenhuyse in 2006 over naar het Kuurnse maatwerkbedrijf WAAK voor een kaderfunctie. 5 jaar later werd hij er Algemeen Directeur. WAAK is vandaag met 2.100 mensen één van de grootste maatwerkbedrijven in België. Het streeft er trouwens naar om 25% van zijn omzet uit de ecologische economie te halen – vandaar het graffitikunstwerk op de muur van de afdeling metaalassemblage (zie foto).
Waar staat WAAK vandaag in zijn lange weg?
“Het begon in 1965 allemaal met Gerard Maes, in het centrum van Kortrijk. Hij werkte bij het toenmalige PMS (nu CLB) en kwam op de proppen met een idee: jongeren met gedragsproblemen in het werk steken om opdrachten te vervullen voor Primus uit Wevelgem, een fabrikant van wasmachines. Om zijn idee te realiseren, kreeg hij 25.000 Belgische frank toegestopt van een plaatselijke patersorde. Zo ging de bal aan het rollen. In de tweede helft van de jaren 70 werden her en der ‘beschutte werkplaatsen’ opgericht in de provincie. WAAK was toen één van de pioniers. Vandaag werken 2.100 mensen bij ons. Daarmee zijn we één van de grootste van België, met een omzet van circa 50 miljoen euro. Belangrijk te melden is dat we geëvolueerd zijn naar veel meer dan een lokale speler. Het is weinig bekend, maar dit is ook een internationaal bedrijf. 40% van de omzet wordt verdiend via het buitenland. We exporteren producten naar 24 landen in Europa, maar ook naar landen als de VS of Mexico. Vooral de ‘kabelassemblage’ (haalt een kluwen van elektrische kabels uit de kast en legt ze op tafel) zorgt voor een belangrijk deel van die activiteiten. We leveren die kabels in de eerste plaats toe aan de automobielsector, die – hoeft het gezegd? – aan zijn toeleveranciers de hoogste normen oplegt inzake kwaliteit. Daarnaast zijn ook de energiesector en de HVAC-bedrijven klant bij ons voor bedrading en zogenaamde ‘kabelbomen’. Ik denk te mogen zeggen dat we 4 belangrijke troeven in huis hebben: het machinepark, de expertise, de medewerkers en het feit dat we veel toegevoegde waarde realiseren. Anno 2024 is WAAK een betrouwbare en kwaliteitsvolle leverancier voor de reguliere economie en daar zijn we fier op. In de loop der jaren hebben we ons aanbod van producten en diensten ook danig gediversifieerd. In grote lijnen is kabelassemblage goed voor 40%, diensten voor 30%, metaal voor 15% en verpakkingswerk voor 15%.”
Bevinden uw grootste concurrenten zich in eigen land dan wel in China of Oost-Europa?
“Alles hangt af van het soort activiteiten.
Voor kabelassemblage bijvoorbeeld bevinden onze concurrenten zich enkel in Europa, en het zijn er een zevental. Voor de andere sectoren komt de concurrentie vooral vanuit lokale hoek en dus minder uit de verre landen.”
Krijgt u – en bij uitbreiding de sector –voldoende erkenning als betrouwbare toeleverancier van de reguliere economie?
“Ik denk dat onze referentielijst met bijzonder grote namen alles zegt. Maar je mag dat nooit toeval noemen. We willen altijd en overal beantwoorden aan 2 troeven. Eén: we willen topkwaliteit bieden, en we plukken nu de vruchten van alle inspanningen die we ons terzake getroost hebben. Ten tweede: leverbetrouwbaarheid. WAAK is geen bedrijf dat ‘pieken’ zal opvangen. WAAK is wél een bedrijf dat zijn afspraken qua leveringstermijnen strikt nakomt, en dat – in combinatie met kwaliteit – geeft de klant hoe dan ook gemoedsrust. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat onze handicap onze grootste troef is.”
WAAK is in de sector de grootste van West-Vlaanderen. Maar is big ook beautiful?
“Sta me toe om ‘ja’ te antwoorden en dat om diverse redenen. Eén: grootte hebben betekent ook schaalvoordeel. Ten tweede: we geven aan 2.100 mensen een job en vervullen daarmee onze in de wet ingeschreven missie. We hebben schaal nodig om een divers palet aan activiteiten professioneel te kunnen uitbouwen op maat van een divers palet aan maatwerkers. Als dat niet mooi is.”
Is het door de maakindustrie bedacht concept van enclaves (tewerkstellingsplatformen binnen de muren van een regulier bedrijf, nvdr) een wondermiddel gebleken? Of zijn ze nog te weinig bekend en te weinig verspreid?
“Ze zijn uitermate nuttig als er voldaan wordt aan ABCD. De A van aangepast werk (niet snel-snel), de B van begeleiding door onze eigen medewerkers, de C van communicatie en de D van duurzaam (oog voor voldoende opleiding). We hebben be-
“Het is weinig bekend, maar dit is ook een internationaal bedrijf. 40% van de omzet wordt verdiend via het buitenland.”
drijven in portfolio die al 10 jaar een beroep doen op een enclave. Maar een enclave voor een kortere termijn (bijvoorbeeld voor 3 maanden) kan ook. We hebben een 20-tal enclaves in ons circuit. Het klopt dat West-Vlaanderen achterloopt. De reden moet je niet zo ver zoeken: enclaves zijn vooral gevraagd voor logistieke opdrachten, en andere regio’s tellen meer logistieke bedrijven dan onze provincie.”
Laten we even langer stilstaan bij de rekrutering. Klopt het dat er nog altijd een grote reserve bestaat van ‘unserved audience’?
“Dat is lange tijd zo geweest, maar er is een belangrijke inhaalbeweging gebeurd. De voorbije 4 jaar hebben we elke werkdag een aanwerving gedaan, a rato van 220 per jaar. Het betrof vooral mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het decreet van de Vlaamse overheid gaf ons de armslag om de focus te leggen op die categorie. WAAK heeft zijn missie terzake goed en wel ingevuld, mede met dank aan de VDAB, de klassieke interimkantoren of het OCMW.”
In het jaarverslag van 2023 windt u er geen doekjes om: we gaan economisch door turbulent weer. We nemen aan dat u de gevolgen meteen voelt als het in de reguliere economie minder gaat?
“In de sector van de kabelassemblage gaat het momenteel echt niet goed. Je kan niet anders dan een deel van de mensen op technische werkloosheid sturen, ook al is dat weinig optimaal omdat ze dan hun werkritme kwijt zijn. Daarom geven we er zoveel mogelijk de voorkeur aan om medewerkers dan bijkomende opleiding te geven zodat ze ook andere activiteiten kunnen opnemen. Het is een leerproces, maar ze worden er ook meer zelfredzaam door, en dat is toch altijd het finale doel geweest in onze sector: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een zinvolle invulling geven waar ze zich beter kunnen bij voelen. Als de conjunctuur tegenzit, moet je ook meer dan ooit prospecteren. We hebben daarvoor een team van 7 salesmensen. Maar opgelet: we willen nooit om het even wat aanvaarden. Nieuwe opdrachten moeten in het verlengde liggen van onze corebusiness en de knowhow die we in huis hebben. Daarbij gelden ook nog andere criteria: we willen altijd en overal toegevoegde waarde realiseren.”
Zullen maatwerkbedrijven nog bestaan in 2050? Is het ultieme doel niet om
mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in het reguliere circuit aan de slag te krijgen?
“De maatwerkbedrijven staan per definitie voor inclusie. Het alternatief is segregatie. Daar zit niemand op te wachten, denk ik dan. Zolang wij toegevoegde waarde bieden aan de reguliere economie mits het bieden van kwaliteit, dan zal deze sector blijven bestaan, daar ben ik van overtuigd. Ik geef een voorbeeld: wie voor de groendiensten van de gemeenten werkte, werd vroeger beschouwd als een kneusje. Onze mensen die zich over deze activiteit buigen, worden nu gelukkig voor vol aanzien. De maatwerkbedrijven hebben op dat vlak toch voor een andere kijk op de zaken helpen zorgen. Als we dat vergelijken met onze buurlanden, staat ons land toch een heel stuk verder. Daar wordt nog altijd meer gedacht in termen van dagbesteding en minder in termen van inclusie. Vergeet tot slot ook niet dat – om bij het voorbeeld van WAAK te blijven – hier nog 400 mensen (op in totaal 2.100) tewerkgesteld worden die géén afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Als ‘jobcreators’ zijn de maatwerkbedrijven dus wel degelijk een belangrijke schakel.”
Maar toch. Moet het ideaal er niet in bestaan om sociale economie te integreren in elk bedrijf? Sociale economie 4.0. als het ware?
“Als mensen helemaal autonoom in een regulier bedrijf kunnen functioneren, zijn we daar heel blij mee en trots op. Dat is ook ons ultieme doel: mensen opwaarderen. Dat is slechts voor een kleine minderheid van onze medewerkers een haalbare kaart. Maar een échte job met reële toegevoegde waarde uitvoeren voor een succesvolle klant, zo verankering realiseren in onze economie en op die manier zelf je inkomen verdienen: dat is voor mij de ultieme definitie van inclusie. En dat doen we in WAAK!”
Hoe staat u tegenover automatisering en robotisering binnen de sector van maatwerkbedrijven? Langs de ene kant zou het de sector competitiever kunnen maken als toeleverancier. Maar aan de andere kant lijkt het dat dit jobs zou vernietigen, toch?
“In dat laatste geloof ik alvast niet. Technologie neemt altijd jobs weg, maar creëert terzelfdertijd (meer) nieuwe jobs. Nieuwe niches, nieuwe succesverhalen bij klanten en dus nieuwe markten voor ons om op te prospecteren. Bovendien helpen de nieuwe technologieën en automatisering
Tim Vannieuwenhuyses drijfveer heeft hij van jongs af aan thuis meegekregen, zegt hij. “Engagement was een vast gegeven, ook al omdat ik een broer met een beperking heb. Zo werd ik in mijn jeugd ook leider binnen de KSA-beweging. Professioneel was ik 7 jaar lang aan de slag binnen het toenmalige VKW (nu Etion), een vereniging van ondernemers waar ethiek in het zakendoen nog een issue is. In mijn huidige job besef ik elke dag dat ik iets doe wat maatschappelijk én sociaal relevant is.”
“Als ‘jobcreators’ zijn de maatwerkbedrijven een belangrijke schakel.”
om complex werk haalbaar te maken voor onze maatwerker. Denken we bijvoorbeeld aan cobots en augmented reality (AR) om werkinstructies te personaliseren.”
West-Vlaanderen was met 4Werk een absolute voorloper als het ging om het installeren van een onderling netwerk van maatwerkbedrijven. Hoe taxeert u vandaag dat 10 jaar oude initiatief?
“Het leuke aan 4Werk is dat we er collega’s én concurrenten ontmoeten. Dat zorgt voor een uniek gegeven. Concurrentie is zoals we allemaal weten niet slecht, want het helpt je om beter te doen dan de anderen. Binnen 4Werk wordt maximaal kennis gedeeld, in volle transparantie. Mijn collega’s van andere maatwerkbedrijven mogen altijd komen kijken hoe wij de zaken aanpakken en ik ben ook welkom bij hen. Wij noemen dat een open innovatiecultuur. Samen-apart, dat is de ondertoon binnen 4Werk. En ja, we mogen kopiëren van elkaar. We hebben daar ook een naam voor bedacht: SEB. SEB staat voor shared engineering bureau. Het concept wordt in de praktijk meermaals toegepast. Dat gezegd zijnde, maken we ook afspraken over de opdeling van activiteiten. Je kan niet alles
willen doen, en je kan ook niet in alles even goed zijn. WAAK zal zich bijvoorbeeld nooit wagen aan houtbehandeling, we laten dat aan anderen. Ik kan je verzekeren: we gaan loyaal met elkaar om en zijn er niet om kersen van elkaar te jatten. Het maandelijks overleg tussen de respectieve directeuren zorgt voor een grote vertrouwensband.”
Over netwerken en samenwerkingen gesproken: een jaar geleden werd u aangesteld als voorzitter van Kortrijk.IN, een vereniging van mensen op niveau uit alle mogelijke sectoren. Wat zijn uw conclusies na één jaar werking?
“Kortrijk.IN is een interessant netwerk waar informatie over innovaties en innovatieve projecten gedeeld wordt, uit industrie, hogescholen, beleid, zorgsectoren, cultuur, enzovoort. Dat zorgt ontegensprekelijk voor een meerwaarde en voor inspiratie, voor terechte trots ook. Het triggert de samenwerking in de streek. Maar als je mij vraagt of we torenhoge ambities hebben met Kortrijk.IN, naar het voorbeeld van een gelijkaardig initiatief in Rijsel (Comité Grand Lille), dan luidt het antwoord voorlopig neen. Klein en fijn is ook goed.”
(Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)
De groep Cronos aan de Leie neemt zijn intrek in een uitgebreider pand langs de Leieboorden in Kortrijk. Het bedrijf helpt ondernemingen evolueren naar resultaatgerichte digitalisatie en innovatief ondernemerschap. Daarvoor bundelt het de expertises uit z’n verschillende dochterondernemingen.
Cronos aan de Leie, onderdeel van de Cronos Groep, is een groep van bedrijven met verschillende expertises binnen de digitalisatie. “Wij helpen bedrijven met hun digitale transformatie en innovatie als standaardoplossingen daarvoor niet volstaan”, zegt Managing Partner Neal Van Male. “Het ene bedrijf kan ons bijvoorbeeld vragen om de bestaande CRM- en ERP-systemen die het gebruikt te koppelen, een ander wil misschien graag een portaal ontwikkelen voor zijn leveranciers en nog een ander wil misschien het systeem van een pas overgenomen onderneming integreren in z’n eigen systeem. Wij bekijken samen met onze klanten wat hun noden en uitdagingen zijn, wat de mogelijkheden zijn en hoe we die kunnen realiseren.”
Bij eenvoudige projecten doet Cronos aan de Leie dat door het best geschikte dochterbedrijf naar voren te schuiven. “Bij grotere projecten werken we met verschillende van onze bedrijven samen. Met Cronos aan de Leie nemen we dan de coördinerende rol op ons. De klant heeft maar één aanspreekpunt en wordt volledig ontzorgd bij zijn digitalisatie. Onze klanten
“We zien deze plek als een plek waar collega’s elkaar kunnen ontmoeten, maar ook als een open werkplek en een plaats waar we met onze klanten en partners kunnen overleggen.”
— NEAL VAN MALE
zijn heel divers, van kmo’s met ambitie tot industriële internationals. Onze lokale verankering is daarbij key: onze regio is bijzonder bruisend en wij kunnen onze klanten dicht bij huis helpen.”
Cronos aan de Leie noemt zichzelf een thuishaven voor ondernemers. “We bieden met Cronos aan de Leie een veilige omgeving aan starters die graag een idee willen uitbouwen en waarvan wij denken dat ze
nuttig kunnen zijn voor onze klanten. De 14 bedrijven in onze groep zijn op dezelfde manier ontstaan.”
De bedrijvengroep, goed voor in totaal ruim 240 medewerkers, nam recent zijn intrek in een nieuw gebouw. “We blijven op dezelfde site aan de Leieboorden, maar zijn verhuisd naar een nieuwbouw aan de overkant van onze ruime parking. We hebben nu 1.600 m² ter beschikking, een verdubbeling in vergelijking met de vorige locatie. Op onze 3 verdiepingen werken we volgens het principe ‘hoe hoger, hoe stiller’. Op de benedenverdieping werken we samen concepten uit, gaan we in cocreatie met onze klanten,... De bovenste verdieping kunnen medewerkers opzoeken voor individueel focuswerk.”
In het gebouw is plaats voor 180 mensen. “Dat volstaat ruim: in de praktijk zijn onze medewerkers nooit allemaal tegelijk aanwezig. Heel veel medewerkers zijn vaak aan het werk bij klanten en thuiswerk is ook goed ingeburgerd bij Cronos aan de Leie. We zien deze plek als een plek waar collega’s elkaar kunnen ontmoeten, of het nu is om aan een project te werken of samen te kunnen pauzeren, maar ook als een open werkplek en een plaats waar we met onze klanten en partners kunnen overleggen.”
(JM - Foto Kurt) www.cronosaandeleie.be
375 miljoen euro voor opwaardering Kanaal Roeselare-Leie
3 jaar werkte een taskforce aan een projectplan voor het opwaarderen van het kanaal Roeselare-Leie, de levensader van het industriële hart van West-Vlaanderen. Het resultaat is een pakket van 375 miljoen euro investeringen in betere bevaarbaarheid, waterbeheersing, natuur en beleving. De partners van het charter zijn Vlaamse Waterweg, de Provincie en POM WestVlaanderen, Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen en de 5 kanaalgemeenten.
“Dit kanaal is de bron van 150 jaar welvaart”, zegt Patrick Maselis van het gelijknamige familiebedrijf in Roeselare in zijn openingswoord van de staten-generaal voor de opwaardering van het kanaal Roeselare-Leie. “Het eerste schip op 13 januari 1872 was voor ons bedrijf bestemd en vandaag zijn we met jaarlijks 400.000 ton trafiek de grootste gebruiker.”
Met vandaag een jaarlijkse goederentrafiek van maar liefst 4 miljoen ton is dit 16 kilometer lange kanaal het meest intens bevaren industriekanaal van Vlaanderen. De jongste decennia groeide het areaal aan watergebonden bedrijventerreinen tot meer dan 400 hectare. Een 50-tal industriële en logistieke bedrijven vullen jaarlijks 4.000 schepen op dit kanaal, dat de bestemming of het vertrekpunt is voor 40% van alle trafiek op de Leie. Deze industriële economische cluster telt meer dan 5.500 voltijdse banen.
De laatste grote verbreding en vernieuwing van het kanaal dateert uit de jaren 50. Sindsdien breidde de economische bedrij-
vigheid sterk uit en groeide de aandacht voor de modal shift, het overzetten van goederentransport van de weg naar de binnenvaart of het spoor. Om de opwaardering van het kanaal als een globaal project aan te pakken, werd in mei 2021 een taskforce opgericht door De Vlaamse Waterweg, Provincie West-Vlaanderen, POM West-Vlaanderen, Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen, intercommunale WVI en de gemeenten Wielsbeke, Oostrozebeke, Ingelmunster, Izegem en Roeselare.
Nieuwe sluis Ooigem
Het eindresultaat is een projectplan voor 375 miljoen euro investeringen met een visie op economie, logistiek, mobiliteit, waterbeheersing, energie, natuur en beleving. Door het ondertekenen van een charter engageren de partners zich om dit gebiedsprogramma in de komende jaren tot 2040 samen te realiseren. De middelen worden met Europese steun bijeengebracht. De grootste investeringen gaan naar het opwaarderen van de capaciteit tot schepen boven 3.000 ton als schakel in het Seine-Scheldenetwerk. Het geraamde budget van 375 miljoen euro gaat naar o.m. het vernieuwen en uitbreiden van het sluizencomplex aan de Leie in Ooigem (50 miljoen euro), het vernieuwen van 13 km kaaimuren (130 miljoen euro), het aanpassen van bruggen (20 miljoen euro), baggerwerken en aanpassingen aan de vaargeul (55 miljoen euro) en 10 kilometer oeververdediging (20 miljoen euro).
“Deze investeringen zijn nodig om de bedrijfszekerheid van de jaarlijks 4 miljoen ton goederentrafiek te behouden. Bovendien creëren we opportuniteiten voor de verwachte groei”, zegt algemeen directeur Dominique Van Hecke van De Vlaamse Waterweg. “Dit gebiedsprogramma is een roadmap voor het opwaarderen van een ruim gebied met het kanaal als ruggengraat. Deze investeringen zullen onrechtstreeks een return naar de hele provincie leveren”, besluit voorzitter Jean de Bethune van POM West-Vlaanderen. (RJ - Foto Kurt)
www.vlaamsewaterweg.be/ kanaal-roeselare-leie
DOSSIER industriebouw
“Bouwen voor een ongekende gebruiker vergt enige souplesse”
In Polen, vlak aan de Duitse grens en de druk bereden E30 tussen Warschau en Berlijn, wordt onder de noemer Gateway A2 een bijzonder project opgetrokken, bestaande uit maar liefst 80.000 m2 aan opslag-, productieen/of logistieke ruimte. Wie de in totaal 8 units van 10.000 m2 zal betrekken, is voorlopig nog niet bekend. Wel weten we dat de architect Pools, de aannemer Duits en de bouwheer op en top West-Vlaams is. “Wellicht zal dit niet ons laatste project in Polen zijn”, verklapt Johan Heemeryck van Storage EU.
De vennootschap Storage EU werd specifiek voor het Poolse project opgericht en verenigt beheermaatschappij Real United uit Veurne met de Roeselaarse investeringspartners Heem Invest en Captuur. Klaas Vandendries van Real United nam het initiatief. “We zijn al zo’n 10 jaar actief op de Poolse markt. De eerste jaren waren op vlak van immobiliën al heel leerrijk. Toen we het terrein in Świecko in het vizier kregen, zagen we meteen opportuniteiten, maar wilden we wel de krachten bundelen met iemand met meer vastgoed- en bouwexpertise. De goede ervaringen met Johan als voormalig bestuurder van aannemersbedrijf Alheembouw brachten ons bij Heem Invest en, bij uitbreiding, Captuur.”
Gebundelde krachten
Voor Johan, die zich met Alheembouw bijna 35 jaar lang in de industriebouw specialiseerde, raakte het voorstel meteen de juiste snaar. “Ik heb nog steeds een voorliefde voor industriebouw. Hoewel we nooit eerder een project deden in Polen, was
“Een industriebouw ziet er misschien rechttoe rechtaan uit, maar in de realiteit komt er heel wat bij kijken. Je moet rekening houden met logistieke stromen, burelen, beveiliging, brandvoorschriften, enzovoort.”
— JOHAN HEEMERYCK
het bij het eerste plaatsbezoek bovendien al duidelijk dat het terrein zich op een erg strategische plek bevond. Van daaruit hebben we samen de lijnen van het project uitgezet.”
De kracht van het partnerschap zit volgens Johan in de complementariteit van de 3 bedrijven. “Real United had de lokale kennis en de juiste contacten, inclusief de architect. Captuur is dan weer sterk in het opmaken en onderhandelen van verhuuren verkoopcontracten, en zelf leggen we graag onze expertise in industriebouw op tafel. Het zwaartepunt verschuift naargelang de fase waarin het project zich bevindt, maar we zorgen wel voor een open communicatie en duidelijke overlegstructuur. Vertrouwen is in zo’n partnerschap fundamenteel.”
In de huidige ontwerp- en uitvoeringsfase neemt vooral Heem Invest het voortouw. Johan: “Een industriebouw ziet er misschien rechttoe rechtaan uit, maar in de realiteit komt er heel wat bij kijken. Je moet rekening houden met logistieke stromen, burelen, beveiliging, brandvoorschriften, enzovoort. Dat we bovendien voor een voorlopig ongekende gebruiker bouwen, betekent dat we ons extra flexibel moeten opstellen.”
De omvang van de units, elk zo’n 10.000 m2, biedt alvast mogelijkheden voor zowel opslag als logistiek of productie. Daarnaast werd gekozen voor een standaard bouwhoogte van 14 meter en vloeren met een draagkracht van 7 ton. “In Polen zijn 10 meter en 5 ton de norm, maar dit biedt meer mogelijkheden. Indien nodig kan er zelfs tot 30 meter hoog gebouwd
Natuurlijk is het niet eenvoudig om als Belgisch bedrijf vastgoed te verkopen in Polen als er nog geen steen gelegd is. Johan: “Om die reden wordt het project in verschillende fases opgebouwd. Momenteel is de eerste unit in uitvoering. Die zal potentiële huurders en investeerders een beter idee geven van wat er precies op til is en het vertrouwen doen groeien. Op termijn is het de bedoeling dat we het hele centrum als één totaalproject kunnen verkopen.”
worden en ook andere aanpassingen zijn nog mogelijk. Binnen de mate van het redelijke, natuurlijk. Op het einde van de rit moet het gebouw wel zijn restwaarde behouden.”
Bouwen in Polen bevalt Johan en Klaas voorlopig wel. Klaas: “Het is opmerkelijk hoeveel sneller de vergunningsprocedures hier verlopen. Alles wordt op een hoger niveau en door één centrale instantie geregeld. Dat is een groot verschil met België.” “Om de bouw in goede banen te leiden, zonder dat we zelf wekelijks naar Polen moeten afreizen, hebben we daarnaast voor een totaalaannemer gekozen”, voegt Johan toe. “Samen met coördinerend partner Aconstruct uit Tourcoing volgen ze alles nauwgezet op.” Het commerciële plaatje vergt dan weer wat meer aandacht. “Verkoopsargumenten zijn er op zich genoeg”, aldus Klaas. “Omdat het project in een Special Economic Zone ligt, geniet je naast de strategische ligging en flexibiliteit van de units bijvoorbeeld ook van bepaalde belastingvoordelen en versoepelde voorschriften.” (EN - Foto DD)
Building together.
Voor elke sector hebben we een oplossing in petto, welke toepassing je ook voor ogen hebt.
Benieuwd naar onze realisaties?
mahieu-construct.be
Nieuw Brugs kantoor is voorbeeldproject voor Stabitec
BIM inzetten zoals het écht bedoeld is, intern de verschillende bouwkundige studiedisciplines nog beter stroomlijnen om de klanten meer te kunnen ontzorgen, en eerst binnenkort in Brugge verhuizen naar de voormalige horecazaak De Warande: dat zijn de toekomstplannen van Stabitec. “Met kantoren in Brugge en Gent is geografisch verder uitbreiden niet direct aan de orde. We willen dicht bij onze werven zijn”, vertellen Stefaan De Decker en Arne Desmet.
Stefaan De Decker richtte Stabitec in 2000 op samen met Wim Van Der Schueren, die vorig jaar uitstapte. Vandaag telt het bureau 6 bestuurders: Stefaan De Decker, Jeffrey De Grande, David D’Hespeel en Didier Vermeersch, en de recent toegetreden vennoten Arne Desmet en Ludovic De Palmenaer. “We zijn een multidisciplinair studiebureau dat naast onze corebusiness stabiliteit en technieken ook de eraan gerelateerde studies EPB, ventilatieverslaggeving en veiligheidscoördinatie aanbiedt. Zo kunnen wij onze klanten – particulieren, ontwikkelaars, bouwbesturen, sociale huisvestingsmaatschappijen en de industrie – met deze studies in één keer ontzorgen. Onze projecten zijn divers, verdeeld over ongeveer 30% particuliere sector, 30% industrie (b2b) en 40% openbare aanbestedingen (scholen, rusthuizen, zorgcentra, sociale huisvesting).”
“In de b2b-projecten realiseerden we de voorbije jaren in West-Vlaanderen projecten zoals Plopsaqua in De Panne en Landen, werkten we onder meer mee aan de uitbreiding van een productiehal voor Tyco in Oostkamp en gaven we advies of werkten
“In de toekomst kan onze sector nog winst boeken door BIM in te zetten zoals het bedoeld is: een ‘digital twin’ van je gebouw maken waarbij je parameters aan alle elementen en onderdelen gaat hangen.”
we mee aan concrete bouwprojecten voor Daikin (Oostende), Mainfreight (Zeebrugge en Oostende), de nieuwe schouwen voor de verbrandingsovens van IVM in Eeklo, het warmtenet voor IVBO te Brugge en diverse projecten in de haven van Zeebrugge. Bij kantoren gaat het meestal over een skeletstructuur in staal of beton, gecombineerd met de gebouwtechnieken zoals verwarming, koeling en ventilatie. In de toekomst kan onze sector nog winst boeken door BIM in te zetten zoals het bedoeld is: een ‘digital twin’ van je gebouw maken waarbij je parameters aan alle elementen en onderdelen gaat hangen. Door in de ontwerp- en uitvoeringsfase met alle bouwpartners in hetzelfde model te werken, win je tijd, en vanaf de ingebruikname kan je met het
digitaal model ook je gebouwbeheer organiseren. Er is nog een weg te gaan, maar de trend is gezet in de sector.”
Klaar voor de toekomst
Topprioriteit op de to-dolijst van Stabitec is de ingebruikname van het ‘nieuw’ kantoor, midden november. “Van een deel van onze huidige locatie in Brugge liep de huur af. Toen we rondkeken naar een alternatief, zagen we De Warande te koop staan, een bekend erfgoedpand aan de Warandebrug in Brugge. Omdat we vaak meewerken aan renovaties, is het een mooi voorbeeld om te tonen hoe je dit op een goeie manier kunt aanpakken. De buitenschil blijft onaangeroerd, maar binnenin is het gebouw volledig nageïsoleerd om op lage temperatuur te kunnen verwarmen. Ook alle andere technieken zijn up-to-date en klaar voor de toekomst. Achter de oude gevel komt dus een volledig nieuw kloppend hart. Ook voor onze medewerkers – 15 van de 25 werken in Brugge – is het een nieuwe omgeving die voor een nieuwe ‘vibe’ zal zorgen.” (SD - Foto MVN)
www.stabitec.be
Een bedrijfsgebouw heb je niet voor heel even, maar voor een heel leven. Een goed doordacht ontwerp en uitvoeringsplan zijn dus essentieel. Hoe pak je de bouw of uitbreiding van je industrieel pand aan? Jeroen Latruwe, Sales Manager bij Valcke Prefab Beton, helpt je op weg met een karrenvracht nuttige tips.
1. Denk toekomstgericht
“Bij de bouw- of uitbreidingsplannen van je bedrijf, is het erg belangrijk te weten waar je op lange termijn naartoe wil. Een flexibel ontwerp dat jaren later uitbreiding mogelijk maakt zonder al te grote aanpassingen en oplopende kosten, is een cruciale vereiste.
In functie van latere uitbreidingen is het dan ook een uitstekend idee om in zwaardere funderingen te investeren. Als je op termijn nog een extra verdieping op het bestaande gebouw wil voorzien, of zonnepanelen op het dak wil laten installeren, is het van primordiaal belang dat de fundering dat aankan. Het komt er dus op aan om, vertrekkend van het architecturaal plan, structureel de nodige voorzorgen te nemen. Het overwegen van zaken zoals uitbreidbare ruimtes en bevestigingspunten voor latere uitbreidingen, is een absolute aanrader. Probeer elke vierkante centimeter maximaal te benutten.”
2. Werk samen met betrouwbare partners
“We merken in sommige gevallen nog steeds op dat finale beslissingen alleen op basis van de prijs worden genomen. Volgens een aloude wijsheid duurt de ergernis over de slechte kwaliteit voort als de vreugde over de lage prijs al lang vergeten is. Daarom raden wij aan om in zee te gaan met een betrouwbare bouwpartner, die naast een correcte marktconforme prijs ook zorgt voor een totale ontzorging gedurende het hele bouwproject. Op die manier kun je je als zaakvoerder voor de volle 100% focussen op je eigen bedrijfsactiviteit en op het einde van de rit genieten van je nieuwe bedrijfsgebouw.”
“Naast de noodzakelijke functionaliteit van je bedrijfsgebouw, verdient de laatste jaren ook een aantrekkelijke werkomgeving meer en meer aandacht. Je bedrijfsgebouw is het visitekaartje bij uitstek voor je bestaande en potentiële klanten, maar ook voor je huidige of nieuwe medewerkers. Een attractief ontwerp is dan ook onontbeerlijk. Bouwen in beton zorgt sowieso voor een aangenamere werkplek. Door zijn massa beschikt beton over een thermische en akoestische inertie. Dat zorgt ervoor dat je ’s zomers de warmte vlotter buiten houdt. Hetzelfde geldt in de winter voor de koude.”
“Groot deel van terrein moet waterdoorlatend zijn”
De tijd van uitgestrekte asfaltvlaktes is voorbij, weten ze ook bij
Asfalt De Braeve. Het bedrijf uit Lendelede ontfermt zich over de omgevingsaanleg rond industriegebouwen. “Bedrijven moeten nu zorgen dat hun terrein zeker voor een groot deel waterdoorlatend is. Steeds vaker is vooraf een studie nodig.”
Het was de vader van zaakvoerder Nicolas De Braeve die Asfalt De Braeve opstartte in de jaren 70. “Hij legde in de beginjaren voornamelijk opritten bij privéwoningen”, vertelt De Braeve. “Maar door de jaren heen is die markt wat opgedroogd. Mensen kozen steeds vaker klinkertjes of tegels voor hun oprit. In 2001 ben ik in het bedrijf gestapt en we zijn samen beginnen uitkijken naar nieuwe activiteiten.”
In 2010 heeft Nicolas De Braeve Asfalt De Braeve officieel overgenomen. “Onze activiteiten draaien rond 2 pijlers. Enerzijds
ontfermen we ons over de omgevingsaanleg rond bedrijfsgebouwen. Dat kan de aanleg zijn van een parking of de wegenis, maar evengoed ook het onderhoud ervan eens er wat slijtage optreedt. In dat geval zijn we de hoofdaannemer die de klant ontzorgt en met onderaannemers werkt waar nodig. Dat kan bijvoorbeeld een renovatie- of aanpassingsopdracht zijn van een parking bij een supermarktketen, maar ook bij fabrieken of op bedrijvenparken. Anderzijds voeren we zelf ook asfaltwerken uit als onderaannemer bij grote projecten.”
Afgesproken datum
De voorbije 15 jaar zag Asfalt De Braeve zijn omzet verhogen van 500.000 euro naar 4 miljoen euro. “Onze samenwerking met grote spelers als Alheembouw en Willy Naessens Industriebouw is daar één van de verklaringen voor. Die bedrijven zijn de voorbije jaren sterk gegroeid en wij hebben daaraan ons karretje kunnen hangen. Dat gaat uiteraard niet vanzelf. We zijn voor die
“Steeds vaker is vooraf een studie nodig om te bekijken welke ondergrond je op welke plek best kan gebruiken.”
grote aannemers/bedrijven een aantrekkelijke partner omdat we kwaliteit leveren én ons altijd aan de vooropgestelde deadlines houden. Dat geldt natuurlijk ook voor projecten waar we zelf hoofdaannemer zijn. Dat we de klant kunnen ontzorgen en die er gerust kan in zijn dat alles in orde komt tegen een afgesproken datum, is een sterke troef in de bouwsector.” (JM - Foto Kurt)
www.asfaltdebraeve.be
De regels rond waterhuishouding zijn sterk geëvolueerd. “Bedrijven moeten nu zorgen dat hun terrein zeker voor een groot deel waterdoorlatend is. Steeds vaker is vooraf een studie nodig om te bekijken welke ondergrond je op welke plek best kan gebruiken. Waterdoorlatend betekent vaak ook iets minder stevig, en dus combineer je het best verschillende materialen in je ondergrond: stevigere maar minder waterdoorlatende materialen op plaatsen waar er veel gemanoeuvreerd wordt met vrachtwagens, en waterdoorlatend materiaal waar er minder beweging is op de site. Op die manier kan je toch tot een mooi resultaat komen. Wij hebben de knowhow wat betreft de normering en de materialen, en kunnen dus ook op dat vlak een ontzorgende rol in opnemen.”
VISIONARY LOGISTICS
Construct is partner voor bouwprojecten over heel Frankrijk
Op een steenworp van West-Vlaanderen, net over de grens met Frankrijk, vind je totaalaannemer A Construct. Het bedrijf is een design & buildpartner voor ondernemingen die een industrieel of logistiek gebouw willen realiseren. Voornamelijk in Frankrijk, maar ook steeds vaker in België. “We begeleiden ondernemers van bij de haalbaarheidsstudie en vergunningsaanvraag tot en met de realisatie”, zegt zaakvoerder Brecht Vermander.
In België is ruimte om te ondernemen schaars geworden en dus kijken steeds meer bedrijven naar Frankrijk om er extra industriële of logistieke gebouwen te realiseren. “Percelen van 15 hectare vind je bijvoorbeeld niet meer in ons land; in Frankrijk wel nog”, zegt West-Vlaming Brecht Vermander. “Maar een project realiseren in een land waar je niet thuis bent, is niet evident. 12 jaar geleden heb ik het toen nog heel kleinschalige bouwbedrijf
A Construct overgenomen en er een nieuwe wending aan gegeven. Ik zag onze meerwaarde vooral in de begeleiding van bedrijven bij de realisatie van die industriële of logistieke projecten in Frankrijk, van een hoogbouwmagazijn of logistiek centrum tot een productievestiging.”
“Onze begeleiding is heel ruim. Ik noem onszelf een ‘general contractor’. Daar waar een algemene aannemer zich enkel concentreert op de realisatie van een project, zijn we er volgens het design & build-principe van bij de start bij. We gaan samen op zoek naar mogelijke locaties, in functie van
heel wat factoren: of er water geloosd of opgepompt moet worden bij het productieproces, hoe hoog het energieverbruik zou liggen, of grondstoffen er vlot aangevoerd kunnen worden,...”
“Na een haalbaarheidsstudie tekenen we het project helemaal uit en trekken we naar de overheden voor de nodige milieu- en stedenbouwkundige vergunningen. Daarvoor hebben we alle nodige experts in huis, van bouwkundige ingenieurs en architecten tot milieutechnische en stedenbouwkundige profielen. Eens we de vergunning op zak hebben, gaan we de nodige partnerships aan om het project effectief te realiseren. Wij staan ondernemers bij tot ze hun vestiging in gebruik kunnen nemen.”
Duidelijk kader in Frankrijk
Het vergunningstraject loopt in Frankrijk toch wat anders dan in België, zegt Vermander. “Er zijn veel meer regels in Frankrijk, maar er is een duidelijk kader waarbinnen je kan werken. In België is er toch wat meer subjectiviteit bij de beoordeling van een vergunningsaanvraag. Daarnaast is er in Frankrijk een veel nauwere samenwerking met de verschillende instanties die zich over je aanvraag buigen. Van bij de start is er al overleg, terwijl je in België vaak pas een eerste beoordeling krijgt eens je aanvraag zo goed als af is.”
Het bedrijf telt 65 medewerkers en dit jaar realiseert het projecten voor een totaal van 160 miljoen euro. “We realiseren vooral projecten verspreid over heel Frankrijk voor zowel Franse als Belgische ondernemers, maar de vraag komt steeds vaker om bedrijven ook bij Belgische projecten en zelfs projecten elders in Europa bij te staan. Daarom hebben we nu een hub opgestart in Ieper, om van daaruit onder meer te werken op België en Nederland.” (JM - Foto Kurt) www.aconstruct.eu
Grote namen
“We zijn 12 jaar geleden echt goed gelanceerd dankzij een groot project voor Ardo. Intussen vind je in ons klantenbestand nog heel wat andere grote namen terug, zoals bierproducent Heineken, aardappelverwerker Agristo en logistieke bedrijven Stef en Olano. We mochten in Parijs ook het assemblagegebouw voor de Europese raket Ariane 6 remodellen.”
Furnibo heeft 2 co-CEO’s
Het Veurnse Furnibo groeide in goed 30 jaar uit van een aannemersbedrijf in ruwbouwwerken tot één van de grotere spelers op de openbare en private bouwmarkt. 11 jaar geleden kwam Steven Maeyaert na een managementbuy-out aan het hoofd van het bedrijf. In 2023 kwam Stijn D’hoore erbij als co-CEO.
Toen Steven Maeyaert de nieuwe CEO werd van Furnibo, realiseerde de firma een omzet van 25 miljoen euro en had het 60 medewerkers in dienst. Het groeibedrijf zette sterk in op duurzaamheid en investeerde fors in de digitalisering van het bouwproces. De omzet steeg naar 80 miljoen euro en het aantal medewerkers naar 150. Een combinatie van voortdurende focus op digitalisering van het bouwproces, blijvend inzetten op duurzame groei, met daarbovenop de uitdagingen in de bouwsector door de spectaculair gestegen bouwkost zorgden ervoor dat Steven het gevoel kreeg dat hij er niet meer in slaagde alles goed te kunnen managen. Daarom werd een externe co-CEO aangetrokken. Een aantal gemeenschappelijke relaties brachten Steven Maeyaert en Stijn D’hoore samen. Terwijl Stijn vooral het operationele aspect voor zich neemt, focust Steven op de commerciële kant.
Anderhalf jaar later is het duidelijk dat deze zet een schot in de roos was, niet alleen voor Steven zelf, maar voor het hele bedrijf en alle medewerkers. “Cruciaal voor het succesverhaal is dat zowel de visie als de waarden van ons beiden niet alleen matchen, maar we ook zeer complementair zijn. We hebben dezelfde toekomstvisie op het vlak van duurzaamheid en de digitalisering van het bouwproces”, vertelt Steven.
“We baseren ons op een model uit de maakindustrie en zijn daarom 6 jaar geleden gestart met BIM, wat staat voor
Steven Maeyaert en Stijn D’hoore.
Building Information Modeling. Een bouwproject wordt eerst digitaal uitgewerkt en daarna in de praktijk gerealiseerd. Op die manier ben je 100% voorbereid waardoor je minder fouten maakt en veel sneller en efficiënter werkt. De focus ligt in eerste instantie bij de prefabricatie in de fabriek, zodat er minder tijd gespendeerd wordt bij de uiteindelijke montage op de werf en zowel het risico als de faalkost daalt. Door in een geconditioneerde omgeving te werken, ben je veel productiever. Furnibo speelt hierbij een trendsettende rol. Op de werf zelf volgen we alles nauwgezet op dankzij onze digitale tools waarmee we de kwaliteits- en de veiligheidscontrole optimaliseren”, aldus Stijn.
Voor overheidsprojecten wordt al langer volgens het principe van Design and Build gewerkt, waarbij een bouwproject door één geïntegreerd team van ontwerpers, studiebureaus en aannemer wordt uitgewerkt in een ontwerp mét bijhorende kostprijs. Furnibo is in dat type opdrachten erg succesvol en past het samenwerkingsmo-
“Het samenwerkingsmodel zit in ons DNA. We nemen hierin het voortouw en willen daarmee aantonen dat de bouwsector wel degelijk een betrouwbare sector kan zijn.”
del ook toe op de private markt. “Het grote voordeel is dat je veel efficiënter kan bouwen omdat de operationele en technische kennis worden gekoppeld in het voorbereidend proces van het bouwwerk. Omdat we een professionele en betrouwbare bouwpartner zijn, hebben we op dit vlak een voorsprong opgebouwd. Het samenwerkingsmodel zit in ons DNA. We nemen hierin het voortouw en willen daarmee aantonen dat de bouwsector wel degelijk een betrouwbare sector kan zijn.” (FL)
www.furnibo.be
Service en kwaliteit in beton gegoten
In 2018 namen veertigers Tanja Werbrouck en Xavier Dereeper het Antwerpse metaalbedrijf C.L.P.T. over. Ze zetten de activiteit verder in Torhout en intussen zijn zowel de omzet als het aantal medewerkers aanzienlijk toegenomen. Sinds enige tijd zet ook zoon Quinten zijn schouders mee onder de zaak.
Toen Tanja Werbrouck en Xavier Dereeper 40 werden, vroegen ze zich af ze professioneel wel op de ingeslagen weg verder wilden. Zij runde haar lingeriezaak, hij deed aan sales in de agrosector. Ze smeedden het plan om samen een b2b-bedrijf uit te bouwen en het mocht best wel een uitdaging zijn. Die boodschap kreeg een bureau dat overnemers en overlaters verenigt. Kort nadien, in maart 2018, kruiste het metaalbedrijf C.L.P.T. het pad van het echtpaar. De eigenaar ging met pensioen en hooguit 4 maanden later was de deal rond.
“Ik vond het internationale aspect en het groeipotentieel aantrekkelijk”, zegt Tanja Werbrouck. “En ik keek uit naar de vele commerciële contacten in een nieuwe wereld”, vult Xavier Dereeper aan. Tijdens de eerste 6 maanden na de deal bezochten overlater en overnemer samen de meeste leveranciers en klanten.
Tillen, verbinden en bevestigen
C.L.P.T. produceert en levert een uitgebreid gamma van vooral metalen hulpstukken. Klanten zijn bedrijven die prefabbetonelementen gieten. Tanja: “Met onze hulpstukken tillen, verbinden en bevestigen ze de zware betonelementen. Denk aan opvulbuizen, hijshulzen, ander hijsmateriaal, fixatiehulzen, kogelkop- of putankers …”
Xavier Dereeper: “We kopen een deel van het aanbod internationaal aan, maar produceren zelf de buigzame opvulbuizen.
“Met onze hulpstukken tillen, verbinden en bevestigen onze klanten zware betonelementen.”
— TANJA WERBROUCK EN XAVIER DEREEPER
Daarmee verbind je kolommen en muren en leid je kabels, wapening en couplers doorheen een constructie. Het is onze specialiteit en dankzij de eigen productie blijven de levertijden kort en krijgen klanten de keuze tussen standaardlengtes of lengtes op maat.”
Alle hulpstukken worden nauwgezet gecontroleerd en getest via onafhankelijke laboratoria. En bij hijsproducten hoort altijd een CE-certificaat. Zaakvoerders Xavier en Tanja hechten veel belang aan de kwaliteit en veiligheid van hun producten. “Ook aan een vlotte, soepele dienstverlening”,
voegt Xavier Dereeper toe. “Voor zowel de nationale als de internationale klanten in de ons omringende en enkele zuiderse landen.” Dankzij de geboden kwaliteit en service neemt de omzet in binnen- en buitenland gestaag toe. Tanja Werbrouck: “Als familiebedrijf met 6 medewerkers kennen we geen complexe beslissingsprocessen. We zijn sterk in wat we doen en willen dat zo houden, liever dan voortdurend ons aanbod uit te breiden.”
Wie wat doet bij C.L.P.T.? Xavier doet de sales. En Tanja? “Ik doe de rest”, grapt ze. Ook de opvolging is verzekerd, want zoon Quinten (21) werkt al enige tijd mee in het bedrijf. Hij heeft elke afdeling doorlopen –magazijn, productie, transport, klantencontact,… – voor hij recent met de verkoop is begonnen. (DDM - Foto Kurt) www.clpt.be
beMatrix zet voor nieuwbouw maximaal in op circulariteit en duurzaamheid
De site van beMatrix in Roeselare ondergaat een ware metamorfose. Na een energieaudit van de kantoren en de 2 productiehallen besliste het management van de producent van systemen voor de eventindustrie om te investeren in een grondige reconversie. 3Architecten werkte het concept uit en kiest voor een aanpak waarbij veel materialen van de oude site creatief worden hergebruikt.
“Toen onze sector het in COVID-tijden zwaar te verduren kreeg, hebben we grondig over de toekomst van het bedrijf nagedacht”, vertelt C!O en mede-eigenaar Edwin Van der Vennet. “De conclusie was dat we duurzamer dan ooit wilden werken, met koolstofneutraliteit als één van de ambities op korte termijn. Het komt erop neer dat we de manier waarop we in de eventindustrie met materialen moeten omgaan – duurzame productie, maximaal hergebruik én maximale recyclage – zoveel mogelijk naar andere domeinen willen vertalen.”
Eén daarvan is het beheer van de sites. “We wisten al langer dat onze productie-, stockage- en assemblageruimtes te krap werden. Bovendien was uit een energie-audit van onze productiekantoren en de
2 productiehallen gebleken dat één productiehal nog aan alle vereisten voldoet, maar dat de 2 andere gebouwen niet goed scoorden. Daarom hebben we van de nood een deugd gemaakt en beslist om onze bestaande productiesite grondig te transformeren in de vorm van een reconversie.”
circuMatrix
Dat gebeurt in 2 fasen. “Tegen eind dit jaar gaan we een nieuw hoogbouwmagazijn in gebruik nemen”, legt COO Marc Panen uit. “Begin 2025 gaan we de tweede productie-
hal slopen, om op dezelfde locatie nieuwe infrastructuur te laten verrijzen. Het tweede productiegebouw zou tegen eind 2025 klaar moeten zijn. In het eerste kwartaal van 2026 denken we ook de nieuwe kantoren in gebruik te kunnen nemen.”
De nieuwbouw is volledig uitgetekend door 3Architecten, dat het project ‘circuMatrix’ doopte. “Energieneutraliteit en circulariteit staan centraal”, duidt architect Jan Tyvaert. “Via geothermie kunnen we het gebouw verwarmen en koelen. De energie daarvoor komt zo veel mogelijk van zonnepanelen op de nieuwe daken. Onze analyse van de bestaande gebouwen leerde dat één productiehal zeker nog lange tijd bruikbaar is mits een betere gevelisolatie en nieuwe technieken voor de verwarming. De tweede productiehal en de kantoren zullen we laten slopen, maar we kunnen wel nog talrijke materialen uit die constructies gebruiken.” De gevelpanelen van cellenbeton vormen daar een goed voorbeeld van. “We laten die panelen zorgvuldig demonteren,
“We willen de manier waarop we in de eventindustrie met materialen moeten omgaan, zoveel mogelijk naar andere domeinen vertalen.”
— EDWIN VAN DER VENNET
ter plaatse in blokken van 125 centimeter zagen en op hun zijkant plaatsen. Een proefopstelling met horizontale stapeling van die panelen leerde dat het een erg stabiele constructie is, die een hoge isolatiewaarde vertegenwoordigt. Op die manier ontpoppen ze zich tot de bouwblokken voor de nieuwe kantoorgevel. Zo vormen ze de best mogelijk visuele illustratie van hergebruik. In de gevel zullen verder nog eerder kleine glaspartijen geïntegreerd zijn, die een goed evenwicht vormen tussen het comfort van voldoende daglicht voor het personeel en het energetische karakter van het gebouw.”
Water en groen
Ook de talrijke groenblauwe accenten zijn opvallend. “In tegenstelling tot veel andere panden in industriezones, kiezen we niet voor ‘schaamgroen’ (groeninplantingen die zo onopvallend en verspreid mogelijk op de site aanwezig zijn, nvdr), maar geven we het groen een prominente plaats vóór het gebouw. Daarnaast kiezen we voor maxi-
male opvang van hemelwater, waardoor beMatrix volledig zelfvoorzienend wordt qua waterverbruik. De parking is zoveel mogelijk aangelegd met waterdoorlatende verharding en zal omringd zijn door wadi’s. Het nieuwe kantoorgebouw zal bovendien uitgeven op de visvijver naast onze site en de refter zal maximaal aansluiten bij die groenblauwe invulling. Op die manier kunnen onze medewerkers optimaal genieten van een stukje natuur midden in de industriezone.”
Daarnaast kiest beMatrix voor het maximaal scheiden van personenverkeer, wagens en vrachtwagens. “Zo komt er bijvoorbeeld een fietsveilige verbinding tussen onze 2 sites in Roeselare (Wijnendalestraat en Industrieweg), die parallel met de spoorweg loopt. Het belang van die ecologische verplaatsingen accentueren we door vlakbij de ingang van het gebouw een grote, afgesloten fietsenstalling met uitgebreide oplaadmogelijkheden te voorzien”, aldus Edwin Van der Vennet.
De plannen onderstrepen ook de intenties van beMatrix voor lokale verankering. “Deze investering illustreert de waarde die we aan onze mensen hechten: het is een bewuste keuze om samen met hen op onze vertrouwde locatie verder te groeien.”
(BVC - Foto DD)
www.bematrix.com
GLADDE BETONWANDEN I UITGEWASSEN BETONWANDEN GEPROFILEERDE BETONWANDEN I VOLLE SILEXBETONPANELEN
HEERNISSE 11 n 8600 DIKSMUIDE
DE TOEKOMST IS DUURZAAM Openingsevent
Tijdens het openingsevenement van de Bedrijvencontactdagen Brugge, op woensdagmiddag 23 oktober, staan futureproof ondernemen en een duurzame toekomst centraal. Keynote speaker Stefaan Vandist neemt je mee op een pelgrimstocht. De route leidt langs innovatiepaden waar de toekomst al in de steigers staat. Zijn missie? Jou aanzetten tot verandering. Duurzame verandering.
Van havens en infrastructuurwerken tot bouw en industrie - Verhuur van telescopische kranen tot 220 ton
en
planning@gardec.be 0470 500 900 www.gardec.be biedt
scheepsherstelling draai- en freeswerk lassen van constructies o shore
Leer hoe je jouw organisatie beschermt tegen toekomstige cyberaanvallen!
secured
Kalkhoevestraat 30/4.1, 8790 Waregem www.conxion.be
Een gebouw of garage duurzaam, veilig én esthetisch afsluiten: tegenwoordig doe je dat het best met een kwalitatieve sectionaalpoort. Zeker in West- en Oost-Vlaanderen vertrouwen veel raamfabrikanten, bouwaannemers en projectontwikkelaars op de totaalservice van Krial. Het familiebedrijf uit Passendale slaagt er als eerste in om isolatie en een hoogwaardige poederlakafwerking harmonieus te combineren.
Het 27-koppige team van Krial viert in 2024 het gouden jubileum van dit bedrijf, dat momenteel onder leiding staat van de derde generatie. Lode en Elsie Beheyt leiden de onderneming als broer en zus, met een sterke drang naar innovatie. “Voor onze professionele klanten verzorgen we het volledige plaatje: ontwerp, productie, installatie, service en onderhoud. Al onze realisaties zijn 100% maatwerk, met een uitgebreid scala aan mogelijkheden inzake afwerking en renovatieoplossingen. Zo kiezen veel mensen ervoor om gevelbekleding in de sectionaalpoort te integreren, zodat de poort onzichtbaar opgaat in het geheel.”
Sectionaalpoorten zie je steeds vaker, omdat ze interessanter blijken dan houten poorten en kantelpoorten. “Traditionele oplossingen zijn minder geïsoleerd, vaak minder mooi én moeilijk te automatiseren. Bovendien zijn ze ook minder veilig: wie er te dicht bij staat als ze open- of dichtgaat, riskeert een botsing. Bij sectionaalpoorten heb je dat risico niet. Bovendien scoren ze beter inzake luchtdichtheid en isolatie, waardoor je terecht het gevoel hebt dat de temperatuur in de garage iets hoger is.”
Sinds kort biedt Krial de mogelijkheid om een sectionaalpoort stijlvol af te werken met poederlak. “We hebben die innovatie samen met een gespecialiseerde partner uitgewerkt. Deze manier van werken is heel esthetisch, krasvast, biedt een sterkere hechting én is milieuvriendelijker dan natlakken”, legt Lode uit. “Vroeger was poederlakken niet mogelijk, omdat het ten koste van de isolatie zou gaan. De nieuwe aanpak verenigt het beste van 2 werelden. Sectionaalpoorten met poederlak worden sowieso de nieuwe standaard in deze nichemarkt.”
Krial kan ook sectionaalpoorten van een groter volume aan en profileert zich als de gedroomde poortpartner voor aannemers, raamfabrikanten, projectontwikkelaars, enzovoort. “Dat danken we ook aan onze krachtige service. 3 technici zijn continu op
Met de digitale tools van ING Business
Snel lenen Makkelijk leasen 24/7 geld beheren
Open je gratis rekening op ing.be/zakelijkerekening
“Strategische
stap
om voorop te blijven lopen”
CGK Group uit Gullegem, gespecialiseerd in duurzame oplossingen voor corrosiegerelateerde problemen, heeft zijn nieuwe productiehal en magazijnen geopend. De uitbreiding is goed voor een forse investering van 7 miljoen euro. “Dit is een strategische stap in onze visie om voorop te blijven lopen in de sector”, zegt CEO Tijl Charle.
CGK Group, met naast de vestiging in Gullegem ook een site in Antwerpen, biedt totaaloplossingen voor de opslag, de behandeling en het gebruik van chemicaliën en andere gevaarlijke vloeistoffen. Het engineert, produceert, installeert en onderhoudt alle installaties en leidingen van chemische processen. Ook binnen de maritieme en infrastructuurwereld, die vaak te kampen heeft met corrosieproblemen, biedt het duurzame oplossingen met onder meer bruggen, steigers en kademuren in kunststof.
De terreinen in Gullegem werden met 6.000 m2 uitgebreid en er werden een duurzame productiehal en magazijn met 7.000 m2 nuttige oppervlakte gebouwd. Daardoor kan de huidige productie- en opslagcapaciteit verdubbeld worden. “Met deze nieuwe infrastructuur kunnen we onze klanten nog beter van dienst zijn en echt het verschil maken. We beschikken nu over de capaciteit en de mogelijkheden om de grootste kunststoftanks en -constructies in de Benelux en Frankrijk te realiseren. Dat opent nieuwe perspectieven voor onze groei, zowel nationaal als internationaal”, zegt Geert Denutte, Directeur Strategie en Marketing en oprichter CGK Group.
Budget overschreden
Door de energie- en grondstoffencrisis werd het aanvankelijke budget van 5,5 miljoen euro met meer dan 1,5 miljoen overschreden. “Dat onderstreept onze
“We beschikken nu over de capaciteit en de mogelijkheden om de grootste kunststoftanks en -constructies in de Benelux en Frankrijk te realiseren.”
sterke toewijding aan innovatie en groei”, klinkt het. “Ondanks de uitdagingen tijdens het bouwproces, zijn we enorm trots op het resultaat. Het versterkt onze positie als betrouwbare en toekomstgerichte partner bij uitstek voor de opslag, de behandeling en het gebruik van chemicaliën en andere gevaarlijke vloeistoffen”, besluit Tijl Charle.
Het bedrijf gaat op zoek naar een 10-tal extra CGK’ers, voornamelijk technische profielen zoals kunststoflassers, onderhoudstechniekers, magazijniers en isolateurs.
www.cgk-group.com
In 2004 versmolten Charle Industries, Gedeco en K-Construct tot CGK. Na een aantal cruciale overnames fuseerden CGK, Piping Solutions en Isoschol in 2016 tot CGK Group. Eind december 2023 werd DG Kunststoftechniek uit het Antwerpse havengebied in de groep opgenomen. Het team van 132 medewerkers realiseert onder leiding van Tijl Charle, Geert Denutte en Antoine Willems een omzet van 25 miljoen euro, waarvan 25% export.
10.000 ton staal per jaar 60.000 m³ prefabbeton per jaar 5.500 ton wapeningsstaal per jaar Inhouse engineering & tekencapaciteit
Kanaalstraat 1 8530 Harelbeke | +32 56 26 06 66 | info@stadsbader.com
Ambachtsstraat 33 2390 Westmalle | +32 3 213 57 00 | info@stadsbader.com
Scheldekaai 9 9690 Kluisbergen | +32 55 39 02 50 | info@vanmaercke.com
Rue d’avelin 10B 59175 Vendeville | +33 3 66 72 47 28 | contact@stadsbader.fr
Volg ons op
In iets meer dan een jaar heeft
Stadsbader een nieuwe Vlaamse vestiging gerealiseerd voor staalproducent Armasteel in het Gentse havengebied. Dit is een indrukwekkende prestatie, gezien de industriële site een omvang van 5 hectare heeft, met onder andere 25.000 m² buitenopslag en 13.000 m² productieruimte, inclusief een aangrenzend kantoor.
Stadsbader was verantwoordelijk voor de bouw van deze vestiging, gebaseerd op een ontwerp van Mortelmans van tricht architecten. Armasteel, gespecialiseerd in het knippen, buigen, prefabriceren en plaatsen van wapeningsstaal voor bouwen infrastructuurprojecten, koos voor de Vlaamse locatie om hun activiteiten uit te breiden. Het bedrijf werkte samen met BVI.EU, dat een op maat gemaakt bedrijfscomplex in het havengebied voorstelde. Stadsbader nam vervolgens de volledige bouw op zich, inclusief de aanleg van duizenden vierkante meters aan betonnen buitenverharding.
vanwege de keuze voor een combinatie van dragende staal- en betonconstructies, met een uitkragende verdieping ondersteund door stalen vakwerken. Ondanks de complexiteit hebben we het ontwerp dankzij de expertise van ons team perfect uitgevoerd. Op het gelijkvloers zijn de gevels bekleed met witte betonnen sandwichpanelen, terwijl de rest van de gevel voornamelijk bestaat uit een glazen gordijngevel.”
Bouwheer:
BVI.EU (Kontich, Waver)
Architect: mortelmans van tricht architecten (Antwerpen)
Bouwcoördinatie:
Delta Sierra (Roosdaal) Hoofdaannemer ruwbouw (wind- en waterdicht) en omgevingswerken:
Stadsbader (Harelbeke)
In de eerste fase zorgde Stadsbader ervoor dat het bedrijfsgebouw wind- en waterdicht werd opgeleverd. Ruben Raeymaekers, projectleider bij Stadsbader, licht toe: “De grote loods is gebouwd met een balk- en kolomstructuur van prefabbeton, versterkt met horizontale en verticale stalen windverbanden. Voor de gevels boven de betonnen plinten hebben we donkergrijze stalen sandwichpanelen gebruikt. Het kantoorgedeelte naast de loods was bouwkundig gezien nog uitdagender,
Een van de belangrijkste voordelen van Stadsbader, namelijk de verticale integratie, speelde ook bij dit project een cruciale rol. Het bedrijf produceerde bijna alle prefabbetonelementen intern, voerde de plaatsing uit met eigen teams en verzorgde ook de omgevingsaanleg. En dat alles binnen een zeer strakke planning. Ruben Raeymaekers legt uit: “De vloer van de loods moest in december 2023 gestort zijn, omdat de productie in maart van dit jaar al moest opstarten. Binnen iets meer dan een maand stond de draagstructuur er, waarna we het dak en de gevels hebben afgewerkt. In zes stortfases werd vervolgens de betonnen vloer van ongeveer 2.000 m² gegoten.”
In maart 2024 nam de klant de site in gebruik. “Dit had natuurlijk invloed op de verdere werkzaamheden, want vanaf dat moment lag er 5.000 ton staal op de werf. Daarom hebben we voor de afwerking van de betonnen buitenverharding een duidelijke fasering opgesteld. We zijn erg tevreden met het resultaat – zowel wij als de klant zijn blij dat alles zo vlot is verlopen. Bij Stadsbader houden we nu eenmaal van uitdagingen. Dankzij de snelheid en flexibiliteit van al onze afdelingen kunnen we elk project tot een goed einde brengen”, concludeert hij.
STADSBADER
Kanaalstraat 1
8530 Harelbeke info@stadsbader.com
“De sector evolueert sneller dan ooit”
Tweede generatie aan zet bij Buyse Construct
Met Jean-Louis Buyse is de tweede generatie aan zet bij Buyse Construct in Oostrozebeke. Het bedrijf realiseert bedrijfsgebouwen voor de landbouw en industrie. “Onze grootste troef is onze persoonlijke aanpak en betrokkenheid bij het project. Onze klanten hebben rechtstreeks contact met één aanspreekpunt van offerte tot oplevering.”
Lieven Buyse, de vader van Jean-Louis Buyse, startte in 1989 met Buyse Construct. “Wij bouwen bedrijfsgebouwen voor de landbouw en industrie”, zegt Jean-Louis Buyse. “De verhouding tussen de projecten in de landbouw en industrie fluctueert wat, afhankelijk van de conjunctuur in beide sectoren, maar onze corebusiness is in al die jaren ongewijzigd gebleven.” Enkele jaren geleden nam Jean-Louis Buyse het bedrijf over van zijn vader. “Dat was uiteraard met het oog op de toekomst. Mijn ouders werken nog actief mee in het bedrijf; daarnaast hebben we nog 6 mensen in dienst.”
De projecten van Buyse Construct situeren zich voornamelijk in West- en Oost-Vlaanderen. “Onze klanten zijn in de eerste plaats kmo’s die ons rechtstreeks of via de architect contacteren. Recent zijn daar ook projectontwikkelaars bij gekomen, die Buyse Construct onder de arm nemen voor de realisatie van kmo-units en ‘Build-
“Met een juiste insteek bij het ontwerp kan de staalstructuur jaren later eenvoudig gerecupereerd worden.”
— JEAN-LOUIS BUYSE
To-Suit’ projecten. Wij starten vanaf een braakliggend terrein of bestaand gebouw en werken af tot wind- en waterdichte toestand. We voeren elk jaar zo’n 25-tal projecten uit.”
De constructies die Buyse Construct realiseert, bestaan hoofdzakelijk uit staal. “Dat is doorgaans budgetvriendelijker en geniet een grotere mate van flexibiliteit dan industriebouw die uitsluitend uit beton is
opgetrokken. De constructie is lichter en daardoor heb je minder zware of diepe funderingen nodig. Een ander voordeel van staalbouw is zeker ook de circulariteit. Met een juiste insteek bij het ontwerp kan de staalstructuur jaren later eenvoudig gerecupereerd worden. Dat is bij beton moeilijker. In de toekomst wordt dat de norm, denk ik. We evolueren opnieuw richting standaardmaten waarbij je bij een basisstructuur gemakkelijker modules kan bijplaatsen of afbreken.”
Er komen heel wat uitdagingen op de sector af door strengere reglementering op het vlak van energie, milieu, omgeving en duurzaamheid. “De bouwsector evolueert nu sneller dan ooit. Met doorgedreven digitalisatie en kwalitatieve partners proberen we dan ook in te zetten op een totale ontzorging van de klant. Ik denk dat we meer en meer gaan evolueren naar een situatie waarbij de bouwheer het volledige project aan één bouwteam toewijst, en wij naast de ruwbouw ook de binnenafwerking en technieken zullen coördineren. We zijn bereid de nodige stappen te zetten om daarvoor voldoende kennis in huis te hebben.” (JM - Foto DD)
www.buyseconstruct.be
Geen sector is zo versnipperd als de bouw- & vastgoedwereld. Heel wat (sector)organisaties verdedigen de belangen van beperkte doelgroepen uit deze complexe keten. Ook netwerkevenementen zijn meestal voorbehouden voor een deel van de sector, terwijl net alle spelers elkaar nodig hebben. Vandaar dat we met Voka als sectoroverschrijdende organisatie alle bouw- en vastgoedbedrijven samenbrengen in één community. In 2025 vindt de 4de editie plaats.
De gevarieerde, regio-overschrijdende bouw- en vastgoedcommunity is een samenwerking tussen Voka West-Vlaanderen en Voka Oost-Vlaanderen. Projectontwikkelaars, investeerders, architecten, aannemers, vastgoedmakelaars, toeleveranciers, studiebureaus en innovatieve starters uit de sector ontmoeten er elkaar om elkaar te inspireren en te versterken.
Sofie Spriet, CEO van Dewaele Vastgoedgroep, is één van de enthousiaste deelnemers: “De Bouw- en vastgoedcommunity is een prachtig initiatief waar we met Dewaele Vastgoedgroep heel graag deel van uitmaken. De sector werd lang als traditioneel bestempeld, maar daar komt stilaan verandering in, en het is belangrijk dat zoveel mogelijk kennis en ervaring
gedeeld worden onder collega’s om de nieuwe evoluties te omarmen. We kijken er dan ook naar uit om geïnspireerd te worden, zelf onze inzichten te delen en vooral heel fijne gelijkgestemde ondernemers te ontmoeten!”
Dit jaar wordt er nog een bezoek gebracht aan de Oosterweelverbinding, samen met de vastgoedcommunity van Voka Antwerpen-Waasland. Het programma voor volgend jaar ligt nog niet helemaal vast, maar er staan alvast bezoeken aan The Loop in Gent en BRUSK in Brugge op de agenda. Net als elk jaar wordt er ook een buitenlandse inspiratietrip gepland naar een Europese stad, om inzichten te krijgen over hoe ze in het buitenland omgaan met stadsontwikkeling en ruimtelijke ordening. Meer info: ann.dedecker@voka.be
Op dinsdag 8 oktober vond de 12de editie van de Family Business Happening plaats bij CGK Group in Wevelgem. Op dit event voor en door familiebedrijven stond het thema ‘Samen sterk: aandeelhouderschap in familiebedrijven’ centraal. Na de keynotes over psychologisch kapitaal, tips voor aandeelhouders van een familiebedrijf en het panelgesprek met CEO’s van familiebedrijven, was het tijd om waardevolle contacten te leggen met andere familiebedrijven.
De Voka Vélo’ers hangen voor even de fiets aan de haak. Onze kuitenbijters hadden nog net genoeg jus in de benen om tot aan de sluitingsprijs te fietsen op woensdag 25 september, die volledig in het teken stond van vrouwelijk ondernemerschap. Na 10 etappes, het trotseren van alle natuurelementen en heel wat memorabele culinaire afsluiters, is ons fietshart gevuld. Bedankt aan onze fietsgekke wegkapiteins om alles in goede banen te leiden, bedankt aan de bedrijven die hun deuren voor ons opengezet hebben, en uiteraard bedankt aan de enthousiaste deelnemers.
Business Club Strategic Sourcing - Bezoek DHL
Op dinsdag 8 oktober vond de collectieve sessie van de Business Club Strategic Sourcing en de Business Club Customs plaats bij DHL in Zaventem. Daar kregen de deelnemers een blik achter de schermen van hun warehouse en logistieke processen. Als internationale hub en tegelijk 1 van de 5 grootste DHL hubs in de wereld, beantwoordt ze aan de grote capaciteitsnood van Europese distributiecentra, ondersteunt ze de groei van e-commerce in België én helpt ze Belgische kmo’s om hun enorme exportpotentieel te verwezenlijken.
Te gast bij ECS
Op dinsdag 24 september waren we te gast bij ECS, een toonaangevende leverancier van geïntegreerde supplychain logistiek en intermodale transportoplossingen. Het familiebedrijf werd opgericht in 1995 en is gevestigd in Zeebrugge. Tijdens het gastbezoek kregen we de kans om de stateof-the-art faciliteiten te verkennen, inzicht te krijgen in de geavanceerde operationele processen en te ontdekken hoe de onderneming voortdurend streeft naar uitmuntendheid in haar dienstverlening.
Voka Open Bedrijvendag bezoek Hanssens
Op zondag 6 oktober vond de 34ste editie van de Voka Open Bedrijvendag plaats. Ook Hanssens Beyond Telecom stond klaar om bezoekers met open armen te verwelkomen in het state-of-theart gebouw waar het bedrijf eind 2022 introk. Met oplossingen in 3 categorieën (telefonieoplossingen, Microsoft Teams-integraties en contact center-oplossingen) bedient de onderneming dagelijks 113.415 professionele telefoniegebruikers in meer dan 27 landen. Bovendien heeft ze ook een eigen R&D-afdeling die instaat voor softwareontwikkelingen op maat.
opleidingen
netwerking
OPENINGSEVENT
Tijdens het openingsevenement van de Bedrijvencontactdagen
2024 neemt Stefaan Vandist ons mee op een pelgrimstocht waar futureproof ondernemen en een duurzame toekomst centraal staan.
Woensdag 23 oktober 2024 van 12.00 tot 14.00 uur
Beurs-, Meeting- en Congrescentrum Brugge (BMCC), Brugge
Strategische keuzes voor een diverse en inclusieve organisatie
Tijdens deze gratis inspiratiesessie leer je hoe je als ondernemer strategisch kunt kiezen voor diversiteit en inclusie om duurzame groei te realiseren. We bespreken de huidige arbeidsmarkt, Stefan Lameire inspireert vanuit zijn boek ‘Leadership Unraveled’, en in een panelgesprek met CEO van Cras, Alexander Dewulf, komen de praktische voordelen van inclusie aan bod.
Dinsdag 5 november 2024 van 18.00 tot 22.00 uur CRAS Woodgroup, Waregem
Boekenbeurs Boektopia vindt dit najaar plaats van 26 oktober t.e.m. 3 november. Voka West-Vlaanderen organiseert samen met uitgeverij LannooCampus 3 nocturnes die verschillende thema’s centraal plaatsen: ‘Liefde voor ondernemen’, ‘Hoe kan je een sterk team aantrekken en behouden?’ en ‘Innoveren om te overleven’.
Donderdag 31 oktober 2024 van 16.00 tot 18.00 / 18.00 tot 20.30 uur Kortrijk Xpo, Kortrijk
Ben jij een IT-manager die de digitale transformatie omarmt en meerwaarde wil creëren voor jouw onderneming? In 8 sessies ga jij tijdens het Lerend Netwerk Digitaal via cocreatie, kennisdeling en ervaringsuitwisseling in op de diverse aspecten van digitalisering, digitale transformatie & IT-management.
Kick-off: woensdag 6 november 2024 van 15.00 tot 21.00 uur Loft Madeleine, Meulebeke
In deze Voka Connect krijg je uit de eerste hand het groeiverhaal te horen van Westvlees, een van de belangrijkste Europese producenten van vers en bereid varkensvlees. Sales Director Glenn Coolsaet vertelt wat internationaal ondernemen betekent voor de organisatie en welke impact export heeft op haar groei.
Woensdag 6 november 2024 van 18.30 tot 22.00 uur Westvlees, Westrozebeke
Maak je je zorgen over de overdracht van jouw onderneming?
Transfer Readiness is een discreet opleidingstraject waarbij je toewerkt naar een concreet actieplan om jouw eventuele verkoop of overname vlotter te laten verlopen. Na dit traject ben je volledig transfer ready!
Kick-off: donderdag 7 november 2024 van 9.00 tot 17.30 uur Voka | Brugge, Oostkamp
OPLEIDING
De ins en outs voor het aantrekken van internationaal talent
In deze opleiding schetsen we het kader waarbinnen internationale talenten aangetrokken kunnen worden en de verschillende stappen in het proces. Juridische aandachtspunten, procedurele voorwaarden, drempels en kansen: het komt allemaal aan bod.
Donderdag 7 november 2024 van 9.00 tot 12.30 uur Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Op dit vierde en laatste Voka Ladies-evenement van 2024 ontdekken we de inspirerende wereld van de Leading Ladies in Art. We zijn te gast bij Bel&Bo, een familiebedrijf met een passie voor mode én kunst.
Woensdag 13 november 2024 van 18.30 tot 22.30 uur Bel&Bo, Deerlijk
5/12/2024
Voka Connect bij Stardekk
Tijdens de Voka Connect bij Stardekk zoomen we in op hoe je als onderneming kan groeien door je prijszettingsstrategie up-to-date te houden.
10/12/2024
Kick-off Hospitality Community
Ben jij actief binnen de hospitalitysector? Een netwerk vol medegepassioneerden voor gastvrijheid, lijkt jou dat wel iets? Maak kennis met de gloednieuwe Hospitality Community, waar je een dynamisch netwerk opbouwt met nieuwe inzichten en kennis tot gevolg.
ken
StartUp Advanced
Wil jij je als founder van jouw start-up goed laten begeleiden bij de vele uitdagingen die op je pad liggen? We ondersteunen jou en je business met Bryo StartUp Advanced en brengen je in contact met collega startups, ondernemers, een Bryo businesscoach en experten die jou vooruithelpen. Verwacht inspiratie, workshops, diepgang en kritische vraagstelling!
Kick-off: donderdag 7 november 2024 van 13.00 tot 22.00 uur
Voka West-Vlaanderen, Kortrijk
Solo-ondernemers hebben veel petjes op, jongleren met talloze verantwoordelijkheden en navigeren voortdurend tussen de vele uitdagingen. Dit eist een onmiskenbare tol, ook op de geestelijke gezondheid. In deze interactieve sessie leer je enkele ontspanningstechnieken voor een betere mentale gezondheid. Voorafgaand gaat er ook een coworking day door met andere solo-ondernemers.
Maandag 18 november 2024 van 17.30 tot 21.30 uur Voka | Brugge, Oostkamp
13/12/2024
What’s Hot in Grensoverschrijdende Multimodaliteit
Ben je op zoek naar andere, duurzame manieren om je goederen internationaal te transporteren? Deze What’s Hot bij Galloo draait helemaal rond multimodaal transport.
10/05/2025
Missie Expo Japan 2025
Ontdek samen met Voka West-Vlaanderen en nexxworks het ondernemende en bruisende Japan tijdens een bezoek aan de Expo 2025. Onze
Bestuurder Mabrick
Hoe zou je jouw managementstijl omschrijven?
“Mijn managementstijl draait om het centraal stellen van menselijke waarden, waarbij ik streef naar een balans tussen empathie en resultaatgerichtheid. Ik geloof in eerlijke communicatie en transparantie, wat bijdraagt aan een open en respectvolle werkomgeving. Daarnaast durf ik risico’s te nemen en moedig ik mijn team aan om buiten de gebaande paden te denken.”
Naar wie kijk je op en waarom?
“Pieter Denys (Xwift) is een man voor wie ik enorm veel bewondering heb. Pieter stampte in 2007 met geleend geld van zijn vader een bedrijf uit de grond. Hij begon met één lichte vracht en is ondertussen één van de groten op de transportmarkt. Hij groeit door een sterke visie en overnames. Ze evolueren binnenkort naar meer dan 900 personeelsleden.”
Waaruit haal je voldoening naast je werk?
“Mijn gezin, met mijn vrouw en 2 kinderen, vormt mijn basis. Daarnaast ben ik tot 3 keer per week bezig met kickboksen in Siam Gym Zwevegem. Daar kom ik ook andere ondernemers tegen. Door te focussen op de oefeningen, kan ik het hoofd volledig leegmaken.”
Welk boek is een must-read voor ondernemers?
“Een grote lezer ben ik niet, maar via een vriend kreeg ik Lieven Scheires leuke boek over A.I. Dat thema wordt almaar belangrijker, ik gebruik het zelf ook soms.”
Aan welke West-Vlaming wil je de estafettestok doorgeven en waarom?
“Aan mijn vrouw Sofie Vandermarliere, medebestuurder en eigenaar van Alert Opleidingen en Impuls uit Izegem.”
“Video is het beste medium om emoties te tonen!”
Sportoase heeft meer dan 4 miljoen bezoekers per jaar. Een optimale communicatiemix is dan ook cruciaal!
De samenwerking met videoproductiehuis Zidis is zo flexibel dat wij à la minute beroep kunnen doen en op de actualiteit kunnen inspelen. Vandaag geshoot, morgen online… da’s wat Sportoase nodig heeft!
Michaël Schouwaerts
Algemeen Directeur SPORTOASE
Een snel, flexibel en efficiënt productiehuis met de nadruk op video. Een mix van jong geweld en ervaren verhalenmakers met enthousiasme als gemene deler. Beeldende content is hot en wij zijn er om jouw doelstellingen waar te maken met fantastische beelden! Op zidis.be kan je terecht voor bedrijfsfilms, livestreams, podcasts, animatievideo's, fotografie, rekruteringsvideo's, en zoveel meer! www.zidis.be
Zidis Studios Antwerp - Ellermanstraat 54 - B-2060 Antwerpen
Zidis Studios East & West Flanders - Leihoekstraat 7c - B-9870 Zulte