9 minute read

BIJZAAK

Next Article
FUTURN

FUTURN

DOMINIQUE VANDERGUNST

BAAT SAMEN MET ECHTGENOOT KAREL DERMAUX (KLARATEX) GASTENVERBLIJF “DE ROTERIJ” IN WEVELGEM UIT.

Bijzaak

Elke ondernemer heeft naast zijn of haar onderneming wel één of meerdere passies: sport, antiek, muziek, een goed doel,…

Die ‘bijzaken’ krijgen een plaats in deze rubriek.

Bijzonder “Toen onze oudste dochter het huis verliet en er een kamer vrij kwam, leek het ons opportuun om die te benutten voor een originele B&B. We zijn op een heel rustige basis begonnen en merkten direct veel belangstelling. Dat komt onder meer door de historische achtergrond van het pand, een vlasroterij uit 1938 die tot in de jaren 80 operationeel was. Het is geen typisch hotel, wel een charmante, comfortabele kamer die naast toeristen ook bij zakenreizigers uit alle windstreken tot de verbeelding spreekt.”

Bijwerking “Het geeft me een goed gevoel dat we dit mooie stukje historisch erfgoed met onze gasten kunnen delen. Aanvankelijk wisten we niet goed hoe we ons erbij zouden voelen dat we onze privétuin met de gasten zouden delen, maar die is groot genoeg en brengt net een ontwapenende interactie op gang.”

Bijleren “We staan ervan versteld dat er, naast toerisme in het weekend, ook een stijgende vraag is naar overnachtingen voor rustzoekende zakenmensen. Een bevestiging dat ook dit initiatief een bijdrage levert aan onze bruisende economische regio. De lovende recensies op sociale media moedigen ons aan deze startup belevingsvol uit te bouwen.” (BVC - Foto Kurt)

Karel Dermaux is medezaakvoerder van Klara Reinigen en strijken (b2c) en Klaratex, gespecialiseerd in de verhuur, de verkoop en het onderhoud van werkkledij voor bedrijven.

Bouwbedrijf Verstraete is een curiosum in het West-Vlaamse bedrijfslandschap. Want 200 jaar ondernemen: het blijft een zeldzaamheid. Al die tijd is het bedrijf, dat vandaag goed is voor 35 miljoen euro en 100 medewerkers, ook familiaal gebleven. Met inmiddels al 5 generaties en de zesde die aan de deur klopt.

Francis Verstraete — Verstraete.team

“HET TEAM DRAAGT HET BEDRIJF”

200 jaar activiteit, 5 generaties en destijds begonnen als kerkenbouwers, een vervlogen activiteit. Ziet u niettemin een rode draad door de 20 decennia?

“Wat een goede vraag. Ik ken onze geschiedenis ondertussen goed, al blijven de eerste 50 jaar veeleer onbeschreven. Bepaalde elementen komen altijd terug: stabiliteit, degelijkheid, vertrouwen, betrokkenheid, ambitie. Het zijn zonder onderscheid begrippen waardoor we ons in het verleden aangesproken voelden, en nu nog steeds. Groei is er ook altijd geweest. Zo bouwden mijn grootvader en -nonkels na WOI tal van kerken in bloeiende steden zoals Antwerpen en Brussel. We werkten vanuit Roeselare en hadden depots in Schaarbeek en Wilrijk. In Wilrijk is trouwens vandaag nog het ander, louter familiaal verbonden bedrijf Verstraete & Vanhecke gevestigd. Ook na WOII was de uitdaging groot toen mijn nonkel het overnam op een moment dat grootvader Michel vroeg overleed. Onszelf heruitvinden, ‘deuredoen’: het is er altijd geweest.”

De aflossing van de wacht is wel eens meer een struikelsteen bij familiebedrijven. Hoe werd u zelf door uw vader Luc voorbereid?

“Mijn vader maande me overduidelijk aan: ‘weet waaraan je begint, bezint voor je instapt’. Heel vroeg al voelde ik me als het ware voorbestemd om in zijn spoor te lopen. Ik wilde het graag, ook al hadden overnames toen niets met start-ups te maken (lacht) en was geld niet gratis. Maar voor mij was dat geen punt. Er waren 3 essentiële voorwaarden die ik mezelf voorhield. Te weten: je moet een plan hebben, je moet bereid zijn dat te delen met anderen (communicatie is hier zo belangrijk) en finaal moet je bereid zijn alle energie in je mensen te stoppen, want zij maken het verschil. Ik vermoed dat die 3 voorwaarden, in mijn geval, voldaan werden. Het is ongelooflijk inspirerend om met onze mannen en vrouwen samen te werken. Wie ons bedrijf binnenstapt, voelt die energie gewoon.”

INTERVIEW

Wat zijn hier de grote principes waarvan niet wordt afgeweken?

“Bij ons hangt principe nummer één op de oprit: Verstraete.team. We zijn ‘Verstraete’ en we zijn ‘team’, geen ‘be’ bij ons (lacht). In onze visie draait alles rond samenwerking en betrokkenheid, de voorwaarden voor het ‘teamen’. We komen meteen bij de grootste uitdaging die me als CEO dagelijks bezighoudt: hoe een goed team boetseren en vervolgens ook samenhouden? Ik baseer me daarbij inderdaad op een aantal credo’s: afspraken zijn afspraken, voorbereiden is de meester van succes, een beeld zegt meer dan 1.000 woorden, mensen zijn mensen, betaal correct, communiceer klaar en duidelijk. Maar er is meer. Je wil je medewerkers ook een uitdagende job geven, met echte vrijheid en verantwoordelijkheid. Elkaar kansen geven om open te bloeien: dat is onze dagelijkse taak en opdracht. Je leeft maar één keer. Laten we het elkaar dan maar aangenaam en uitdagend maken. ‘Gelukkig zijn’, zoals in dat liedje, én met wat ambitie, dat kan perfect bij ons. Jezelf zijn, jezelf uitdagen, dat is mijn heiligste overtuiging.”

Geeft dat alles ook garanties dat dit ook de komende 100 jaar een familiebedrijf blijft?

“Wie zegt dat dat moet? Dat is geen must. En wat is ‘familie zijn’? Je kan je soms meer zielsverwant voelen met een collega dan met een familielid. Het gaat om mensen, om gedeelde waarden en om vertrouwen. In mijn optiek speelt elk bedrijf een sociaal-maatschappelijke rol. Mensen samenbrengen, dingen produceren, elkaar vooruit helpen. Daar draait het in essentie om.”

Hoe ziet u die sociaal-maatschappelijke rol concreet?

“Concreet wil dat 2 zaken zeggen: je dient bovenal je klant, en daarnaast je team, je interne klant, en dat is dan weer goed voor die andere klant. Geld is nooit een doel op zich, enkel een middel om hogere doelen te bereiken. En ja, een bedrijf moét geld verdienen. Het betaalt er belastingen mee, het investeert ermee in mensen en middelen. In grote bedrijven is geld vaak het grootste objectief. Ik denk dat de beste bedrijven de goed gerunde familiale bedrijven zijn. Betrokkenheid is er nu eenmaal geen loos begrip, ambitie is er noodzakelijk. Mensen mogen niet alleen uren kloppen,

“Is er enige zekerheid? Ja: onzekerheid.”

maar moeten doen wat ze graag doen. Ik moet ze uitdagen en luisteren, en dan weer uitdagen. Die werkwoorden zijn prioritair in mijn opdracht.”

Klopt het dat de bouwwereld één van de weinige sectoren is die beter uit de coronacrisis komt?

“Wat crisissen betreft, kunnen we hier al een woordje meepraten. Eerst was er de financiële crisis van 2008. In de daarop volgende jaren zijn we enkel sterker geworden. Van 8, 10, 15 miljoen euro verdubbelden we in omzet en vandaag zijn we goed voor circa 35 miljoen. Weerbaarheid is ons handelsmerk. De coronacrisis heeft naar mijn aanvoelen vooral aangetoond hoe stabiel de bouwsector is. Het is in wezen vrij simpel: gebouwd wordt er altijd, als het geen nieuwbouw is dan is het renovatie, als het geen woningbouw is dan is het industriebouw. We doen het allemaal. Toch heb ik ook vragen. Te veel bouwbedrijven worden geleid door doeners, te weinig door denkers. Zij gaan niet altijd goed om met de interne werking, of met de gevaren die om de hoek schuilen.”

Welke gevaren?

“Denk aan het blijvend tekort aan bouwvakkers en aan het even blijvend tekort aan bouwmaterialen en grondstoffen. We leven globaal in een wereld met een bevolkingsexplosie en dat heeft zo zijn gevolgen. Iedereen wil zijn deel van de koek. De invloed van de geopolitiek voelen we met zijn allen, want de wereld is ons dorp. Grondstoffen worden stilaan een onoplosbaar probleem. We komen elke dag dichterbij een economie van schaarste in tal van sectoren, ook in de bouw. Is er enige zekerheid? Ja: onzekerheid. Dat zal heel wat kunsten van onze managers en bedrijfsleiders vergen. Precies daarom heb je in deze tijden goede managers nodig. Ik merk echter dat veel aannemers of bouwbedrijven nog steeds prijzen geven die ze onmogelijk kunnen handhaven, niettegenstaande alle calculatiesoftware die er bestaat. Ook de klant treft menig maal schuld aan deze toestand door zijn onduidelijke verwachtingspatroon.”

Het heet dat bouwen meer en meer onbetaalbaar wordt voor jongeren. Klopt dat?

“Ik schrik daarvan. Wij zitten telkens verlegen als we weer de raming van de architect overschrijden. In 2004 bouwden we flats aan 850 euro de vierkante meter. Vandaag aan 1.350 euro. Het ergste is dat de prijzen zullen blijven stijgen. Dat valt niet te stoppen, gezien de wereldwijde schaarsteproblematiek. Alle wetten in de wereld geven ook aanleiding tot nog meer grootschaligheid van bedrijvigheid, wat leidt tot oligopolies, en zelfs monopolies. Die grote bedrijven zijn vooral bekommerd om geld, cash, de heilige graal.”

Die onbetaalbaarheid, dat klinkt fatalistisch voor de eindklant, toch?

“Ja, maar die eindklant past zich ook

“Ik denk dat de beste bedrijven de goed gerunde familiale bedrijven zijn.”

aan. Ik voorspel in de nabije toekomst steeds meer co-housing of kortetermijnbetaalformules om wonen betaalbaar te houden, en zo de woningmarkt te laten evolueren naar een fast moving consumer product. Investeren wordt consumeren, abonnementen en sharing. Maar dat zal ook tegenreacties geven, zoals de rush naar buitenstedelijk gebied.”

Op bouwwerven vindt men moeilijker en moeilijker Vlaamse bouwvakkers en meer en meer Polen en Portugezen. Wat zijn de gevolgen?

“Ook daar mag men de problemen niet verdoezelen. Meer en meer gaan buitenlandse arbeidskrachten weer voor een job in eigen land. Open economieën functioneren als communicerende vaten. Ik verzwijg u niets als ik zeg dat we daardoor ook regelmatig aanbestedingen en/ of offertes naast ons moeten neerleggen. En wat het tekort aan Vlaamse bouwvakkers betreft: de Vlaming trekt er zijn neus niét voor op, het aantal Vlamingen op jongere leeftijd daalt nu eenmaal. Met een initiatief als onze deelname aan Voka Open Bedrijvendag – waarbij we ook de nieuwste technologieën inzetten – zullen tientallen QR-filmpjes de bezoekers begeleiden doorheen 200 jaar geschiedenis en kijken we 50 jaar vooruit. Niet alleen om het jong volk aan te spreken, maar ook om onze rol op te nemen en te tonen wie we zijn.”

In 2019 kreeg Verstraete een trofee die toegekend wordt aan bedrijven die erin slagen hun medewerkers maximaal te motiveren. De Verstraete-slogan luidt dat iedereen eigenaarschap moet tonen. Hoe doet u dat?

“Door het voorbeeld te geven. Elk leven is een ‘hele onderneming’. Zie maar wat de Afghanen nu weer te beurt valt. Soms maakt het leven van je een ondernemer, soms niet. Weet dat ‘ondernemen’ een zegen is als je de smaak te pakken krijgt. Daarom probeer ik ondernemerschap maximaal aan te moedigen binnen de organisatie. Ik kan elke ondernemer aanraden: werk aan je bedrijfscultuur, creëer identiteit, wees jezelf, wees positief, mensen zijn maatwerkers, gun ze vrijheid. Ik raad iedereen ook aan het vierde hoofdstuk van het boek ‘De wendbare organisatie’ van Leo Kerklaan te lezen. De boodschap? Zorg voor je mensen.”

Zal u op een dag onbezorgd de fakkel kunnen doorgeven? Of zult u op uw 80ste nog een oogje in het zeil houden?

“De Vlerick-boy in mij heeft geleerd dat op een dag loslaten erbij hoort. Ik zal het daar misschien niet gemakkelijk mee hebben. Gelukkig is het managementteam (de bumsum noemen we ze hier) een team om ‘u’ tegen te zeggen en is de projectleiding uit het allerbeste hout gesneden, net als het ondersteunend team, de vama’s (onze vakmannen). Ik droom ervan dat we met elk van hen onze missie en visie bewust delen. Daar werk ik hard aan. En het zal lukken. We connecteren ook onze kinderen Elisabeth en Sebastiaan, zonder ze te pamperen. Ze moeten zich bewijzen, ambitie hebben en zich tonen. Mijn opdracht is hen de kans in ruimte en tijd te geven om te groeien zodat ze, als ze het willen, langzaam hun plaats binnen de organisatie kunnen innemen. Niets moet, veel kan. Mijn achterneven, Jo en Luc Spyckerelle, die de geschiedenislijn voor ons uitplozen, houden het bij een spreuk van Gustav Mahler: ‘Traditie is het brandend houden van de vlam, niet het koesteren van de as’." (Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)

This article is from: