12 minute read

HAVENNIEUWS

Next Article
HANGAR K

HANGAR K

www.apzi.be

Van der Vlist opent tweede site in Zeebrugge

Behandelaar van landbouw- en graafmachines Van der Vlist startte in Zeebrugge met een tweede site. Het nieuwe complex ligt in de Maritieme Logistieke Zone in de achterhaven, vlakbij de terminals diepzee roro. Op deze tweede site ligt de focus op zwaar materiaal, waardoor op de Transportzone extra ruimte vrijkomt voor groei in compacte machines.

De Nederlandse groep Van der Vlist behandelt in de Koggenstraat op de Transportzone in Zeebrugge sinds 2004 graaf- en landbouwmachines. Het bedrijf beschikt er over 40.000 m² met 8.000 m² werkplaatsen en huurt 10.000 m². “Om aan de sterke groei te voldoen, breiden we uit met een tweede site langs de Koffieweg in de Logistieke Maritieme Zone in de achterhaven. Vorig jaar in augustus startten de werken voor het complex van 30.000 m², met 4.000 m² werkplaatsen en een kantoorgebouw. Daarnaast hebben we nog een optie voor 10.0000 m²”, vertelt managing director Pascal Pannier.

“Rond het bouwverlof zal alles klaar zijn, maar het was in mei al hoog tijd om gedeeltelijk de extra capaciteit in gebruik te nemen. We groeiden zo hard dat we soms bijkomende klanten of activiteiten moesten weigeren. Met deze tweede site focussen we op het zwaardere materiaal. We zullen er bijvoorbeeld voor Caterpillar dit jaar 1.800 machines assembleren en volgend jaar 3.300. Dit maakt ook ruimte vrij in de Koggenstraat om er met de compacte machines verder te groeien. Daar start bijvoorbeeld nog dit jaar een nieuw project voor de distributie van schaarliften van de Franse fabrikant Manitou. Voor 2023 is onze capaciteit voor 60% ingevuld en dat zal ons flexibiliteit geven om op nieuwe kansen in te spelen. Dat is een geruststellend gevoel, nadat we jarenlang tegen de limieten van onze ruimte opboksten.”

Technische aanwinst De tweede site is strategisch gelegen. “We sluiten kort aan op de diepzee roro terminals van International Car Operators en Wallenius Wilhelmsen. Dankzij de nieuwe Verbindingsbrug komen we ook vlot bij de shortsea roro in de voorhaven. Omgekeerd denken we dat wij ook de aantrekkingskracht van de haven versterken. Niet veel spelers bieden een technisch pakket voor de assemblage van voertuigen van 20 tot 40 ton. We hebben nu ook een open multi-purpose werkplek met een brug van 30 ton hefcapaciteit. Daarmee kunnen we diverse breakbulkdiensten aanbieden.” Op de tweede terminal zullen in eerste instantie 12 mensen werken. “Daarmee komt ons totaal op 70 à 75, naargelang de piekmomenten. Tegen het jaareinde willen we naar 85 à 90 groeien.”

De nieuwe site is duurzaam opgevat. “We installeerden warmtepompen en zonnepanelen, en gebruiken geen gas of stookolie. Er kunnen elektrische personenwagens geladen worden en er komen 2 dubbele laadpalen voor elektrische vrachtwagens en machines. De Van der Vlist Transportgroep zal overigens zelf ook in elektrische vrachtwagens investeren.” (RJ - Foto MVN)

www.vandervlist.com/nl-be

Lange geschiedenis

Familiebedrijf Van der Vlist werd in 1930 opgericht en ontwikkelde zich tot een toonaangevende speler in logistiek. Naast een transportvloot heeft de groep een eigen diepzeeterminal in Moerdijk en vestigingen nabij grote Europese havens zoals Zeebrugge, Barcelona, Sint-Petersburg, Hull en Poznan.

Veerle Verfaille — Entrio

“Er zijn wel 100 wegen die naar Rome leiden”

In de sector van de schoonmaakbedrijven neemt Veerle Verfaille met het op Evolis gevestigde Entrio een aparte plaats in. Stap per stap heeft ze haar zaak uitgebouwd, na het uitkopen van de 2 vennoten waarmee ze in 1994 aan haar grote ondernemersavontuur begon. Intussen telt Entrio meer dan 130 werknemers, die actief zijn in West- en Oost-Vlaanderen, en heeft het een 300-tal bedrijven in zijn portfolio. Sinds kort kan de gedreven en geëngageerde onderneemster rekenen op de financiële steun en de goede raad van investeringsfonds We Are Jane, wat moet leiden naar nieuwe etappes in het groeiproces.

In de jaren 70 waren schoonmaakbedrijven nog een uitzondering, maar vanaf de jaren 80 ging het snel, met een overaanbod tot gevolg. U begon pas in 1994. Was er niet heel veel moed nodig om in een druk bezette sector nog te starten? “De sector was mij niet onbekend. Ik had al 5 jaar voor het grote Cemstobel gewerkt en stelde met lede ogen vast hoe log en traag zo’n organisatie was, met medewerkers en klanten die toen als nummers werden behandeld. Op een dag weet je of denk je: ‘ik kan zelf nog het verschil maken in die sector, ik wil het anders en beter doen’. Noem mijn stap naar het ondernemerschap maar een mix van idealisme en eigenzinnigheid. Zo is het allemaal begonnen.”

In 1994 stapten jullie met 3 aandeelhouders over van Cemstobel naar het nieuwe Entrio. Vandaag bent u nog alleen aan boord. Hoe komt dat? “Ik ben een teamplayer van nature. Gedeelde verantwoordelijkheden en veel complementariteit, dat voelde goed aan. In die opstartjaren klikte het supergoed tussen ons 3, met heel wat ‘vergaderingen’ en beslissingen gewoon aan de koffiemachine (lacht). Maar mijn collega’s waren een pak ouder. En anderzijds begin je met gelijkgestemden aan zo’n avontuur, maar na verloop van tijd kunnen visies over de toekomst uit elkaar groeien. Gelijkgezind een organisatie stroomlijnen is geen evidentie, zo bleek. Je kent het verhaal over meerdere kapiteins op één schip: dat werkt dikwijls moeilijk.”

Wat was het moeilijkste en wat het gemakkelijkste aan de stap naar zelfstandig ondernemerschap? “Hoe langer je wacht met de stap te zetten naar zelfstandigheid, hoe moeilijker het wordt, denk ik. Je hebt meer te verliezen. Ik was een jonge twintiger toen ik die stap zette. Mijn ouders vonden me goed gek. Enkele maanden later dacht ik al: ‘ze hebben nog gelijk ook’, want mijn eerste en grootste klant ging in dat opstartjaar plots failliet. Gevolg voor onze start-up: zwaar in het rood. Dat was pijnlijk. De romantiek van het ondernemen was al meteen ver weg.”

Hoe ging u daarmee om? “We zijn naar onze bank gestapt en konden daar op begrip en steun rekenen middels een strikt financieel plan dat gespreid werd over een aantal jaren. En voor de rest heb ik, samen met mijn vennoten van toen, vooral mezelf pijn gedaan door tijdelijk geen loon op te strijken en dubbel zo hard te werken. Het was een pittige leerschool. Ik heb toen meteen beseft dat je als ondernemer alerter dan ooit moet zijn.”

Wat zijn de grote uitdagingen die u vandaag ziet? “Ook bij ons is extra collega’s vinden uitdaging nummer één. Het goede nieuws is dan weer: we vinden ze alsnog, maar het loopt soms veel te traag en het vraagt veel extra inspanningen. Sociale media, mond-tot-mondreclame en de rol van onze eigen mensen die zich uiten als ambassadeurs, maken nog altijd het verschil. In alles wat we doen leggen we graag, en met nadruk, de focus op de mens. Hij of zij staat in het middelpunt. Dat is het DNA van Entrio. Als onze mensen zich goed voelen en keurig werk afleveren, dan zijn de klanten tevreden. Zo eenvoudig is het. In mijn ondernemersvisie draait alles om authenticiteit en goed zorgen voor je mensen. De band met onze medewerkers is cruciaal. Het is een relatie die gebaseerd is op veel opleiding én begeleiding, ver doorgedreven communicatie, alsook op de nodige flexibiliteit en verantwoordelijkheid bij het invullen van de job, waarbij altijd gestreefd wordt naar een juiste match. Ik prijs me gelukkig dat we weinig verloop hebben. Dat bewijst dat het menselijk gesproken goed zit. Dat geldt ook bij de instroom van mensen uit het buitenland, wat soms extra inspanningen vraagt van beide kanten, en waar tussen 2 haakjes veel mensen met hogere diploma’s bij zitten. Ik droom ervan om dergelijke profielen tijdelijk een (deeltijdse) job te geven, zodat ze ook weer kunnen studeren.”

“Noem mijn stap naar het ondernemerschap maar een mix van idealisme en eigenzinnigheid.”

Hoe ver kan u als werkgever gaan in de bescherming en de zorg van de werknemers? “Wat mij betreft zijn termen als ‘werkgever’ en ‘werknemer’ passé. Ik zie het eerder zo: samen leveren we een service en samen maken we onze beloftes aan onze klanten waar. Ik denk daarbij eerder in concentrische cirkels. In het middelpunt van de eerste cirkel staat onze klant. In de tweede cirkel staan onze mensen die vrij autonoom opereren. In de derde cirkel bevinden zich de organisatoren, het management zeg maar. En in de vierde cirkel sta ik als eindverantwoordelijke. Iedereen heeft zijn opdracht, maar we werken allen voor hetzelfde doel: onze klant ontzorgen, en zelfs mee helpen zorg dragen voor het welbevinden van zijn/haar medewerkers.”

Hoe schat u de conjunctuur vandaag in? “Ook daar staan we voor een hele uitdaging. Dat heb je helaas zelf niet in de hand. Ik klaag zeker niet, we groeien nog steeds, maar ik kan me ook niet van de indruk ontdoen dat veel bedrijven momenteel werken met de rem op. In zo’n context is het des te belangrijker om naar klanten uit te pakken met een eigen verhaal. Entrio wil geen prijsbreker zijn. We willen wel het verschil maken op diverse andere vlakken, met de kwaliteit van ons werk in de eerste plaats. Niet enkel wat de uitvoering en organisatie betreft, maar vooral door mee te denken mét de klant, ook inzake duurzaamheid. Ik denk te mogen zeggen dat wij als één van de eersten in de sector voor een absolute ecologische aanpak kozen. Nu gaan we opnieuw een stap verder, door na een lange interne testfase probiotica te introduceren. We proberen ook het verschil te maken door onze globale aanpak. We leggen bij elk contact haarfijn uit waarvoor we staan, met het welzijn van de mens centraal. Als de klant bijvoorbeeld niet het respect zou tonen dat onze medewerkers op het terrein absoluut verdienen, dan is er voor ons geen duurzame match. Gelukkig gebeurt dat zelden.”

In de markt zijn grote spelers, multinationals zeg maar, aan de slag. Heeft u soms het gevoel dat hier een ongelijke strijd gevoerd wordt? “Het zal u misschien verbazen, maar ik bestempel die spelers niet meteen als

concurrenten. Wij ondernemen volgens andere normen dan zij. Wij zijn meestal actief in een ander segment van de markt. Wij doen bijvoorbeeld niet mee aan nationale aanbestedingen en we opteren, anders dan zij, voor lokaal maatwerk. Door onze vlakke structuur kunnen we veel dichter bij de klant blijven en een écht partnership uitbouwen, gebaseerd op zijn/haar noden.”

In de sector is het ook een bekend fenomeen dat het elk voor zich is. “Ik weet dat die perceptie bestaat en ze klopt ook voor een groot deel. Maar wij hoeven daarom nog zo niet te zijn. We zijn altijd tot samenwerking bereid in het belang van onze klanten en doen dat ook. Voor bepaalde omvangrijke opdrachten doen we al eens beroep op onderaannemers. Met onze vaste partner voor ramenwas werken we al heel veel jaren samen en dat loopt perfect.”

Wat is de impact van de intrede van investeringsfonds We Are Jane op uw bedrijf? “We voelen ons nu veel sterker. Dat heeft al geleid naar beslissingen en stappen die ik alleen allicht niet zo snel zou nemen. Zo is er een breedvoerig en ambitieus marketingplan op til. Er wordt volop geïnvesteerd in een app die de werkorganisatie voor iedereen veel gemakkelijker moet maken. Er is ook een raad van advies in oprichting. De groei zal sneller en beter ondersteund kunnen verlopen met zo’n solide partner achter ons.”

Binnen Voka staat u bekend als een erg geëngageerde onderneemster, als Bryoambassadeur enerzijds en als Platometer anderzijds. U bent dus uitstekend geplaatst om goede raad te geven aan jonge en/of startende ondernemers. “Het cliché is: ‘bezint eer ge begint’. Maar een bezinning mag ook weer niet te lang duren hé. Soms moet je gewoon durven te springen. Tegen een muur lopen hoort er gegarandeerd bij. Dus omring je met ervaren mensen die je vertrouwt en die je klankbord kunnen zijn. Eén van de tips die ik altijd meegeef, is dat er wel 100 wegen naar Rome leiden. Je kan er met een Vespa heen en genieten van de rit, of met een ultrasnelle tgv en dus rechtstreeks op je doel afgaan. Mij lijkt het dan ook belangrijk dat een startende ondernemer zichzelf goed kent. Deze vragen zijn erg cruciaal: ‘wat wil je zélf bereiken, wat kan je goed, wat geeft energie, en wat zijn je valkuilen?’ Finaal kan het belang van een stevig netwerk nooit genoeg onderstreept worden. Bouw daaraan vanaf dag 1. Doe niet zoals ik, die pas na 10 jaar hard werken dacht:‘Bon, en nu maak ik tijd om te gaan netwerken. Zoek een professioneel netwerk dat op dat moment het beste bij jou en je bedrijf past, zoals onder meer Bryo of Plato. Zoek gelijkgezinden die je af en toe kan raadplegen. En durf gerust hulp en advies te vragen. Daarin investeren, lijkt me zelfs een must met een verzekerde return.”

Veerle Verfaille

is een actief type. Ze geeft eerlijk toe dat ze er weinig toe komt om tijdens de werkweek vrije tijd te voorzien. “Ruimte vrijhouden in de agenda is nog steeds een leerproces”, lacht ze. “Wat me wel danig kan verstrooien, is een tochtje met de moto of met klei bezig zijn in mijn klein atelier thuis.”

Is winst maken niet de eerste en grootste bekommernis van elke beginnende ondernemer? “Als geld de enige driver is, kan het tricky worden. Bij de meeste starters is dat trouwens niet het geval. Natuurlijk is winst maken belangrijk én noodzakelijk. Maar in de opstartfase mag er toch nog wel wat idealisme en een grote droom zijn, toch? Uiteraard moet dan wel snel blijken dat het bedrijf geld weet te verdienen, dan wel of het eerder een hobby is die dus geld kost. Het opvolgen van je cijfers is daarom ook cruciaal. Laat je goed omringen, maar zorg dat je zelf ook weet hoe het financieel precies zit. Ik merk maar al te vaak dat dat soms niet het geval blijkt te zijn.”

Voelt u zich zelf eerder ondernemer dan wel manager? “Ik ben eerder een ondernemer, maar ik weet ook dat er naarmate de organisatie groeit meer nood is aan een goed gestructureerd management. In de praktijk wil ik onze organisatie meer stroomlijnen en minder bezig zijn met het dagdagelijkse operationele luik. Daar wordt heel binnenkort ook concreet werk van gemaakt. Zelf moet ik dan meer aan het bedrijf werken dan in het bedrijf werken.”

This article is from: