WV-2023-5-Ondernemers_10

Locatie:

Hogestraat 194 Hooglede

MEER DAN 100 DIRECT LEVERBARE WAGENS

SCHITTERENDE AUTOMOBILIA-VOORWAARDEN

AANGENAME SFEER MET EEN HAPJE EN EEN DRANKJE

De voorbije weken lazen we in verschillende kranten dat het Rekenhof kritisch is over het duaal leren. Voka West-Vlaanderen is al van bij het begin een grote voorstander van duaal leren. Dat het een minder steile opmars kent dan we hadden gehoopt, hoeft natuurlijk geen geheim te zijn. Maar wij blijven heel erg geloven in duaal leren en zullen blijven inzetten op een verdere groei en het wegwerken van drempels.

Heel wat beroepsgerichte competenties leer je het beste in de praktijk in plaats van op school. Duaal leren biedt daarop een uitstekend antwoord: lessen op school worden gecombineerd met leren op de werkvloer. Dankzij dit systeem zijn leerlingen uit het secundair onderwijs op en top klaar voor een job in onze West-Vlaamse bedrijven, die een nijpend tekort hebben aan kwalitatief opgeleide medewerkers. Maar uit het rapport van het Rekenhof blijkt dat het systeem in Vlaanderen toch moeilijk van de grond komt. Het aantal leerlingen dat in duale trajecten stapt, blijft beperkt. In het schooljaar 2021-2022 werden zo’n 2.800 leerlingen in duale trajecten geteld.

Daarvoor zijn er volgens het Rekenhof verschillende redenen. Scholen vinden niet altijd geschikte

werkplekken. Soms omdat werkgevers naar verluidt het concept onvoldoende kennen, of omdat ze de begeleiding te intensief vinden en er te weinig voordeel in zien. Daarnaast kiezen scholen er ook vaak zelf voor om geen duaal leren te organiseren, omdat er te weinig interesse is, omdat er al een aanbod is in de regio of omdat ze er niet in geloven. Het klopt zeker en vast dat er nog een aantal knelpunten zijn die een vlotte groei bemoeilijken. Voka blijft echter heel grote voorstander van deze volwaardige leerweg. Er werden dan ook al meerdere initiatieven genomen om het systeem ingang te doen vinden bij de West-Vlaamse bedrijven. Heel concreet ontwikkelde Voka in 2020 een draaiboek om het duaal leren te faciliteren. Ook werden verschillende initiatieven georganiseerd en participeerden verschillende Voka-kamers in ESF-projecten rond duaal leren. Recent nam Voka nog initiatief om enkele concrete actiepunten naar voor te schuiven die werden opgenomen in het actieplan van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren. Het actieplan werd intussen aan ministers Weyts en Brouns bezorgd.

Al die inspanningen werpen hun vruchten af. Intussen zijn bijna 10.000 unieke ondernemingen erkend (in West-Vlaanderen zijn er dat 1.987). Dat is goed voor zo’n 33.000 werkplekken voor duaal leren (in WestVlaanderen gaat het over 7.057 werkplekken). Dat geeft de goede intenties en de bereidwilligheid weer bij onze ondernemingen, nu moeten de leerlingen nog volgen.

Helaas moeten we ook vaststellen dat sommige van deze bedrijven gaandeweg afhaken door een te rigide onderwijsregeling. Daarom dringt een flexibilisering van o.a. het aantal uren op de werkvloer, de mogelijkheid tot vakantie- en weekendwerk en de definitie van de werkplek zich op. Maar ook een goeie afstemming met bedrijven in de programmaties van scholen is cruciaal.

Ook het imago van duaal leren moet verder worden bijgesteld. Duaal leren is een volwaardige leerweg die ook voor de sterke leerlingen veel mogelijkheden biedt. Met duaal leren ontdekken leerlingen de meest recente innovaties op de werkvloer zelf. Dat zijn de jobs van de toekomst in Vlaanderen. Het is die boodschap die we samen met scholen en bedrijven moeten uitdragen naar de ouders.

Duaal, ja!

“Duaal leren is een volwaardige leerweg die ook voor de sterke leerlingen veel mogelijkheden biedt.”

— BERT MONS - GEDELEGEERD BESTUURDER

30 Interview

In de coronajaren 2020 en 2021 bouwde de Nederlandse multinational Aviko in Poperinge een state-of-the-art ‘frietfabriek’. Een greenfield met een prijsetiket van liefst 200 miljoen euro, één van de grootste investeringen van de voorbije jaren in West-Vlaanderen. Na het bouwproces kreeg Wim Simon de fakkel in handen voor een goede opstart. De plant draait nu op capaciteit.

34

Dossier

In Vlaanderen gaat volgens de federale overheidsdienst Mobiliteit 17% van de werknemers met de fiets naar het werk. De voordelen: je verliest geen tijd in de file, het is gezond én fietsen is niet milieuvervuilend. Logisch dus dat de overheid werkgevers wil stimuleren om leasefietsen aan te bieden. Lien Verhulst, legal consultant bij SD Worx, vertelt er meer over.

Ondernemers verschijnt tweewekelijks en wordt gratis toegestuurd aan alle leden van Voka West-Vlaanderen. ISSN 1378-9511

Verantwoordelijke uitgever: Bert Mons, Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, redactie.ondernemerswvl@voka.be, www.voka.be/west-vlaanderen

Maatschappelijke zetel: Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, info.wvl@voka.be - Hoofdredacteur: Joke Verbeke

Redacteurs: Margot Dhondt, Kenneth Oroir, Conny Van Gheluwe - Vormgeving: Pieter Claerhout

Mediaregie: Sven Van Ryckeghem

Fotografen: Stefaan Achtergael, Michael Cambien, Dries Decorte, Kurt Desplenter, Michel Vanneuville, Els Verhaeghe

Journalisten: Karel Cambien, Stef Dehullu, Margot Dhondt, Roel Jacobus, Joyce Mesdag, Bart Vancauwenberghe, Dirk Vandenberghe

Druk: INNI GROUP

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

“De trein is de ruggengraat van een duurzame toekomst”

— Georges

Gilkinet

minister van Mobiliteit en vice-premier

Veos recupereert drinkwater uit dierlijk bloed

Veos uit Zwevezele investeerde 2 miljoen euro in een zuiveringsinstallatie die uit de verwerking van dierlijk bloed dagelijks tot 150.000 liter drinkbaar water haalt. Daardoor vermindert zijn behoefte aan grondwater met 40%. “We doen dit om onze productie te kunnen uitbreiden zonder verder aan het grondwaterpeil te raken”, zegt co-CEO Robert Slee. Veos is een wereldwijde marktleider in hoogwaardige eiwitten voor voeding.

Bedrijf kiest voor duurzame uitbreiding

Met een opmerkelijke interesse opende gouverneur Carl Decaluwé een innovatief waterzuiveringsproject van Veos. “Tot mijn takenpakket behoort het opvolgen van de waterproblematiek in West-Vlaanderen. In de toegenomen periodes van droogte moest ik af en toe onpopulaire maatregelen nemen om het grondwaterpeil te beschermen. Daarom ben ik fan van investeringen als deze om de bedrijfsbehoefte aan grondwater te verminderen.”

Het bedrijf werd in 1974 opgericht door Michael Slee, die in Nederland in dienst van een coöperatie een verwerkingseenheid voor dierlijk bloed van slachthuizen was gestart. “Hij besloot om zelf een bedrijf te beginnen en kwam in Zwevezele uit”, vertelt co-CEO Robert Slee, die met zijn broer Wim de tweede

Robert Slee, Wim Slee en Sam Deschoemacker.

generatie ondernemers vormt. In bijna een halve eeuw groeiden de activiteiten in de verwerking van dierlijk bloed, eieren, huiden en collageen tot hoogwaardig eiwitpoeder voor producenten van menselijke en dierlijke voeding. Veos exporteert zijn producten vanuit 12 productiesites in België, Frankrijk, Spanje, Polen en Brazilië naar 85 landen in de hele wereld, goed voor 140 miljoen euro omzet.

Door de toenemende vraag naar hoogwaardige functionele eiwitten, breidt Veos al sinds decennia steeds meer uit. “Dat willen we zo duurzaam mogelijk doen. We investeerden al fors in zonnepanelen en warmtewisselaars. Nu doen we een extra inspanning voor de waterzuivering. Tot voor kort gebruikten we voor het productieproces – onder meer om de tanks te reinigen – uitsluitend grondwater. Om de productie te kunnen uitbreiden zonder extra grondwater op te pompen, gingen we op zoek naar een alternatief”, zegt Robert Slee.

Dat vond Veos in een gesofisticeerd waterzuiveringsproces, vertelt operationeel directeur Sam Deschoemacker: “Onze totale waterzuiveringsinstallatie bete-

Verankering in Zwevezele

In de periode 2021-2024 investeert Veos 20 miljoen euro in uitbreiding en verduurzaming van zijn internationale hoofdvestiging op de bedrijvenzone De Hille. “We willen verder blijven groeien en doen dat het liefst duurzaam in Zwevezele. Onze familie is sinds 1974 met deze gemeenschap vergroeid en onze 70 medewerkers wonen in de buurt. We voelen ons hier thuis en zoeken nog volop extra medewerkers. We waren er ons altijd van bewust dat het verwerken van bloed geen evidente activiteit is voor de omgeving en het milieu. Daarom streven we ernaar om dat zo neutraal mogelijk te doen. We zuiveren en hergebruiken het water, werken met groene energie en het indrogen van het bloed gebeurt vacuüm”, vertelt Slee.

kent een investering van 5 miljoen euro, waarvan 2 miljoen euro specifiek om tot drinkbaar water te komen. Die zuiverheid is noodzakelijk wanneer je voedingsstoffen produceert. Nadat het water door de klassieke zuiveringsbekkens voor denitrificatie, beluchting en bezinking is gepasseerd, halen we de kleinste partikels eruit in nog eens 3 stappen: een glasfilter, kaarsenfilter en omgekeerde osmose. Bij dat laatste proces persen we het water onder hoge druk door fijne membranen, waarbij zelfs zout in de filter achterblijft.”

Met het proces kan Veos in Zwevezele elke werkdag 150.000 liter of jaarlijks 45 miljoen liter water recupereren. “Doordat we nu drinkwaterkwaliteit bekomen, kan dit opnieuw circulair in het productieproces ingezet worden. Op die manier verbruiken we tot 40% minder grondwater per jaar”, zegt Robert Slee.

Antibiotica verminderen

Het streven naar duurzaamheid blijft niet binnen de eigen muren. “We nemen initiatieven om de hele ketting te verduurzamen. Dat begint met het plaatsen van onze installaties voor het verzamelen van het bloed in de slachthuizen. Nadat het afgewerkte product ons bedrijf verlaat, werken we wereldwijd met applicatie-ingenieurs die onze klanten in de voedingsindustrie adviseren hoe ze onze eiwitten beter kunnen inzetten. Daarin stimuleren we circulaire en duurzame toepassingen. Een voorbeeld is dat we uit het bloed antilichamen halen die je aan biggen kunt voederen zodat ze minder medicatie nodig hebben. Daardoor helpen we het gebruik van antibiotica te verminderen. Door onze eiwitten met specifieke eigenschappen kan ook het gebruik van zinkoxide en vismeel gereduceerd worden. Daarnaast maken we producten die beter verteerbaar zijn.”

(RJ - Foto’s Kurt)

“We zochten een alternatief om te kunnen groeien zonder extra grondwater op te pompen.”

— ROBERT SLEE

Piet Opstaele is nieuwe CEO van De Blauwe Cluster

Onder nemers magazine

Piet Opstaele wordt vanaf 1 juni de nieuwe CEO van De Blauwe Cluster vzw, de Vlaamse speerpuntcluster voor de blauwe economie. De laatste 9 jaar werkte hij bij het Havenbedrijf Antwerpen. Over zijn overstap naar De Blauwe Cluster zegt hij: “De kust en zee bieden een enorm potentieel om innovatieve en duurzame oplossingen te bieden voor belangrijke uitdagingen zoals klimaatverandering, energietransitie, voedselzekerheid of versterken van de biodiversiteit, maar ook om het bestaande sociaal-economische weefsel van de kustzone naar een duurzame toekomst om te vormen. Vlaanderen heeft de juiste elementen in handen om zich verder te ontwikkelen als dé topregio voor de blauwe economie. Hier kunnen doorbraken worden gerealiseerd die internationaal kunnen worden opgeschaald.”

PostProval geselecteerd voor prestigieuze techbeurs

De Diksmuidse Britt De Roy (32) heeft met haar start-up een selectie beet voor ALPHA, het gerenommeerde start-upprogramma van Web Summit. Tijdens die techbeurs in Lissabon zal ze in november haar platform PostProval voorstellen. Daarop kunnen marketeers en contentcreators vanop één plek meerdere socialemediapagina’s van verschillende bedrijven beheren. Britt nam eerder al deel aan Bryo StandUp en is nu deelnemer van Bryo StartUp.

NSAC en Luxaviation stellen nieuwe private jet voor

Begin mei organiseerden private jet terminal North Sea Aviation Center op Luchthaven OostendeBrugge, private jet maatschappij Luxaviation en vliegtuigproducent Textron ‘Citation dagen’. Ze presenteerden in Oostende het vliegtuig Cessna Citation CJ4 Gen2 op display. Luxaviation is de oudste Belgische luchtvaartmaatschappij met roots in WestVlaanderen. Ook NSAC is een West-Vlaams bedrijf. “Via dit partnership maken we het voor ondernemers op een innovatieve manier mogelijk om de nieuwe zakenjet te gebruiken, met meerdere formules van eigenaarschap”, klonk het.

Gemeenten Vleteren, Alveringem, Lo-Reninge en Stad Veurne geven samen vorm aan duurzame deelmobiliteit in de Westhoek. Onder impuls van WVI hebben ze een nieuw deelfietsensysteem gelanceerd, met langs de N8 16 fietsen om de first en last mile van en naar het openbaarvervoersnetwerk mogelijk te maken.

Duncan Van De Velde (Textron), Ward Bonduel (Luxaviation Belgium) en Erik Vermeersch (NSAC).

“We zien nog veel

Koen Depaepe neemt reclame- en marketingbureau Adfundum over

Koen Depaepe heeft reclame- en marketingbureau Adfundum in Roeselare overgenomen. Oprichter Stef Dejonghe blijft nog enkele jaren aan boord om de continuïteit van Adfundum te verzekeren. “Het allerbelangrijkste is dat ik mijn klanten en medewerkers in goede handen achterlaat, en dat zit wel goed met Koen”, klinkt het.

Stef Dejonghe heeft er al een indrukwekkend parcours op zitten in de reclame- en marketingstiel. Hij startte als twintiger samen met een aantal andere vennoten marketingbureau Belgian Advertising (B.AD) op, goed voor een 40-tal medewerkers. In de 11 jaar dat hij er medezaakvoerder was, bedacht hij er mee de ‘ster’ van Kinepolis, voerde hij verschillende campagnes voor Studio 100 en verzorgde hij mee de marketing voor de eerste Vlaamse versie van Big Brother.

“Maar ik wilde graag mijn eigen koers varen en zelf een kleinschalig bureau oprichten”, vertelt Dejonghe. “Daarom heb ik mijn aandelen bij B.AD verkocht en ben ik in 2003 met Adfundum gestart. Daarmee wilde ik reclame en marketing ook toegankelijk maken voor kmo’s, en niet enkel voor de grote spelers. Ook nu nog, 20 jaar later, vormen kmo’s het overgrote deel van ons klantenbestand. Dat kan gaan van een kleine zelfstandige die een nieuwe naam, logo, huisstijl en website wil, tot een kmo met enkele honderden medewerkers die we nauw bijstaan bij marketing en social media.” Tussen de klanten zitten klinkende

namen als Het Cobergher Hotel, Grando Keukens, Drinxit, Mulder Natural Foods en Tomabel.

Dejonghe nadert de 60 en dat deed hem nadenken over de toekomst. “Een goeie overnemer vind je niet zo gemakkelijk, dus wilde ik graag op tijd mijn zoektocht starten. Want ik wou Adfundum niet zomaar aan gelijk wie overlaten. Het gaat niet alleen om het feit dat mijn levenswerk goed voortgezet wordt. Ook klanten en werknemers, met wie ik een jarenlange vertrouwensband heb opgebouwd, wil ik in goede handen achterlaten.”

Veelzijdig

Die ‘goede handen’ vond Dejonghe bij Koen Depaepe, die op zoek was naar een eigen

project voor het tweede deel van zijn carrière. Depaepe heeft 30 jaar in de automobielsector op de teller. “Ik was 27 jaar CO in het Porsche Centre West-Vlaanderen. Het lijkt misschien een andere wereld, maar marketing en events maakten ook een groot deel uit van mijn taak daar. Bovendien heb ik zoveel jaren geleden communicatiemanagement gestudeerd. Intussen heb ik al wat opleidingen gevolgd om weer wat ‘mee’ te zijn, maar de communicatiebranche is me dus niet vreemd.” Dochter Emma Depaepe is ook actief in de marketingsector. Zij is mee aan boord gestapt bij Adfundum als projectmanager. “We konden ons vinden in de stijl van Adfundum, waren gecharmeerd door het klantenportfolio en de expertise van het team, en zien nog veel groeipotentieel.”

Koen Depaepe wil hier en daar wel een eigen accent leggen. “Maar Stef Dejonghe heeft een sterk bedrijf opgebouwd. We willen vooral het succes voortzetten en de troeven van Adfundum verder uitspelen. Wie ons onder de arm neemt, haalt dankzij ons veelzijdige team meteen een breed gamma aan specialisaties in huis. En sinds 2 jaar kan je dat letterlijk nemen. Onze medewerkers kunnen zelfs 2 werkdagen per week meedraaien bij onze klanten, om zo meer voeling te krijgen met de cultuur en de sterktes van het bedrijf.” (JM - Foto Kurt)

groeipotentieel”

“Wie ons onder de arm neemt, haalt meteen een breed gamma aan specialisaties in huis.”

— KOEN EN EMMA DEPAEPE

Stef Dejonghe en Koen Depaepe.

Vraag van de week

United Experts verhuist naar ruimere locatie

Hoofdgebouw Ieper Business Park wordt uitvalsbasis

Ik denk eraan om mijn bedrijf over te laten aan mijn kinderen. Kan ik nu al iets doen om dat voor te bereiden?

MBA Highlights Advanced start voor de tweede keer op 2 maart 2022. De residentiële opleiding bestaat uit 4 modules die inhoudelijk verzorgd worden door topprofessoren van Solvay Business School.

Module 1 | woensdag 2, donderdag 3 & vrijdag 4 maart 2022 | Growth & Corporate Finance

Module 2 | vrijdag 1 & zaterdag 2 april 2022 | Influencing for success (onderhandelen en change) – Organisatiecultuur, effectieve groei, anatomie van falen in een interna

Een familiale overdracht is voor veel familiebedrijven een belangrijk moment dat je kan beschouwen als een veranderingsproces. Meerdere partijen zijn betrokken: de overdrager en de overnemer, maar ook de rest van de familie en de werknemer, die het proces eerder van aan de zijlijn beleven. Ze zeggen wel eens dat een overdracht voor 80% bestaat uit emotie en voor 20% zakelijk is. Het is vooral de emotionele kant die tijd vraagt en ervoor zorgt dat er moeilijk stappen vooruit gezet worden. Iedere generatie heeft zijn eigen uitdagingen en bezorgdheden, vandaar het belang om er vroeg genoeg mee te starten en erover in dialoog te gaan met elkaar. Met deze 3 tips leg je alvast een aantal goede fundamenten voor een succesvolle overdracht.

De Ieperse vestiging van bedrijvengroep United Experts, dat ondernemers bijstaat met expertise, verhuist naar het hoofdgebouw van het Ieper Business Park, het voormalige spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie. Daar neemt het meteen 2 verdiepingen in gebruik.

Daarnaast is het belangrijk dat er op beide niveaus transparantie is over de te nemen stappen, voor zowel de opvolger als de overdrager.

2. Stel een raad van advies samen

Op regelmatige basis samen met externen aan tafel zitten is sowieso een must voor een verdere professionalisering van het familiebedrijf. Maar ook bij belangrijke sleutelmomenten zoals een toekomstige familiale overdracht is een raad van advies zeer zinvol. Ze brengt objectiviteit binnen in de familie en is het ideale forum om het onderwerp (blijvend) op de agenda te zetten.

1. Maak de overdracht concreet en stel een overdrachtsplan op Een familiale overdracht uitwerken en ondertussen een bedrijf leiden: het is geen evidentie! Een timing kleven op de familiale overdracht en toewerken naar een concrete datum zorgt ervoor dat er meer én sneller actie ondernomen wordt. Houd er ook rekening mee dat de overdracht op 2 niveaus dient te gebeuren:

• Op het niveau van het aandeelhouderschap dienen de aandelen overgedragen te worden naar de volgende generatie (overdracht van eigendom).

• Daarnaast dienen alle taken en verantwoordelijkheden geleidelijk overgedragen te worden naar de volgende generatie (overdracht van leiding). Het opstellen van een opleidingsplan voor de overnemer kan een stukje rust brengen en geeft ook vertrouwen aan beide partijen.

Ook een prangende vraag?

Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen! vraaghet@voka.be

3. Krijg de neuzen in dezelfde richting en stel een familiaal charter op Communicatie is key voor een geslaagde familiale overdracht. Uit respect voor elkaar en de goede vrede wordt er dikwijls gezwegen in familiebedrijven. Een familiaal charter is een mooie start om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Met het charter worden de gemaakte afspraken binnen het familiebedrijf op papier gezet. Bij een toekomstige familiale overdracht is een familiaal charter dus zeker een must. Wanneer beide generaties dat samen kunnen schrijven, kan je spreken van een echte win-win: het geeft vertrouwen aan de familiale opvolgers én het zorgt er dikwijls voor dat ouders gemakkelijker kunnen loslaten.

Meer weten?

Op dinsdagochtend 13 juni organiseert Voka West-Vlaanderen in Brugge een infosessie over het oprichten van een raad van advies.

Op donderdagavond 5 oktober start in Kortrijk de Family Academy over het familiaal charter.

Meer info en inschrijven: tine.degryse@voka.be

U heeft een vraag over ondernemen, een reglementering, een moeilijke managementbeslissing? Stop dan even met Googelen en laat ons helpen.

Je hebt een vraag over ondernemen, een reglementering, een moeilijke managementbeslissing? Stop dan even met Googelen en laat ons helpen.

Nieuwe leden

Het Voka-netwerk blijft uitbreiden! Dit zijn enkele nieuwe leden van de afgelopen maanden.

The Pots Company

Kortrijk

Emmanuel Devriendt

Ontwerpers van merken in stijlvolle potten en bakken voor planten. Heeft als missie om impact te creëren voor people, planet and profit, door uniek te zijn in de designs, en verantwoordelijk als het gaat om materiaalkeuze en bedrijfsmodel. www.thepotscompany.eu

Inverter Service

Wevelgem

David Vermeersch

Gespecialiseerd in het herstellen en onderhouden van omvormers voor zonnepanelen en andere hernieuwbare energie oplossingen. Gevestigd in België, Griekenland en Frankrijk.

www.inverterservice.com

Arkeo Consult

Bredene

Els Schrauwen

Een hechte verbinding tussen organisatie en haar klanten, haar leveranciers en haar medewerkers is de basis voor echte betrokkenheid en duurzame groei. Daarin wil Els je ondersteunen.

www.arkeoconsult.be

Vlamygrip

Brugge

Philip Vlamynck

Dochterbedrijf van Vlamytal. Vlamygrip is als schuifvrij laadoppervlak een veilig en duurzaam alternatief voor antislipmatten. De lading blijft op de juiste plaats met minder spanriemen en de permante deklaag dempt het geluid. www.vlamytal.be

Upstate South Carolina Alliance

Waardamme

Yves Ghys

publiek-private organisatie voor Regionale Economische Ontwikkeling. Helpt groeiende bedrijven met een scala aan ondersteuning, inclusief een onderzoeksteam dat relevante gegevens en aangepaste rapporten levert.

www.upstatescalliance.com

STABITEC

Brugge - Gent

David D’Hespeel, Arne Desmet, Jeffrey De Grande, Ludovic De Palmenaer, Didier Vermeersch, Stefaan De Decker

Ingenieursbureau met zetel in Brugge en een kantoor in Gent, dat instaat voor stabiliteitsstudies, studies technieken, EPB- & ventilatieverslaggeving en veiligheidscoördinatie. www.stabitec.be

BYGG

Izegem

Matthieu Pacco & Wouter Vantornout

Geïnspireerd door de Scandinavische stijl van leven, werken en ontwikkelen, probeert BYGG als vastgoedontwikkelaar waarde te activeren voor alle betrokken partijen. “Wij zijn overtuigd dat die waarde ontstaat bij een tevreden gebruiker.” www.bygg.be

Varamedia

Beernem

Jeroen Van Raemdonck

Zorgt ervoor dat je bedrijf meer én betere leads krijgt zonder geldverlies of tijdverlies. Combineer Google en sociale media tot een echt geautomatiseerd marketingsysteem. Sterk in SEO, SEA, social, e-mail en video. varamedia.be

Glorius

Merkem

Herlinde Lafaut & Bart Goemaere

Varkensbedrijf met eigen label Glorius: duurzaam, mals en sappig varkensvlees. In het 2e bedrijf Glorius BV wordt het Gloriusvarken verwerkt en verkocht als vers vlees, charcuterie en horeca-artikelen. Letterlijk van zaadje tot karbonaadje. www.glorius.be

Keuzestress bij de omzetting van je vennootschap?

Het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen dateert al van 23 maart 2019. Veel vennootschappen hebben zich nog niet vrijwillig omgezet in één van de vennootschapsvormen die onder het WVV standhouden. Gezien de deadline van 1 januari 2024 nu heel dichtbij komt, wordt het dringend tijd om keuzes te maken. Vanessa Ramon, vennoot bij Crivits & Persyn en gebeten door vennootschapsen verenigingsrecht, geeft tekst en uitleg.

Elke vennootschap (en vereniging) die al bestond op het moment dat het nieuwe Wetboek in werking trad, moet tegen 1 januari 2024 de statuten in overeenstemming gebracht hebben met de nieuwe regels. “Voor de vennootschappen waarvan de rechtsvorm in het WVV is afgeschaft komt daar nog een verplichting bij”, vertelt Vanessa Ramon. “Het gaat om commanditaire vennootschappen op aandelen (Comm.VA), landbouwvennootschappen (LV), economische samenwerkingsverbanden (ESV), coöperatieve vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA) en ‘oneigenlijke’ CVBA’s (coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die niet voldoen aan de nieuwe definitie voor CV’s in art. 6:1 WVV). Zij moeten nog kiezen welke rechtsvorm ze voortaan zullen aannemen. Doen ze dat niet, dan worden ze automatisch omgezet in een vorm die de wetgever zelf heeft aangeduid. Een Comm. VA wordt bijvoorbeeld een NV met enige bestuurder en een oneigenlijke CVBA wordt een BV.” Binnen de 6 maanden na de van rechtswege omzetting moet het bestuursorgaan van die rechtspersoon dan een algemene vergadering bijeenroepen om de

statuten formeel aan te passen. Er zijn dus 2 deadlines: 1 januari en 1 juli 2024.

Haal je die eerste deadline, dan kan de omzetting vereenvoudigd gebeuren, maar alleen als de vennootschap kiest voor het ‘natuurlijke’ alternatief dat het WVV voorziet. Is dat niet het geval, dan zijn de regels over de reguliere procedure voor omzetting van vennootschappen te volgen. Die houden bepaalde verplichtingen in, zoals een verslag door het bestuursorgaan met een toelichting van het voorstel tot omzetting, een staat van actief en passief, een controleverslag door commissaris, bedrijfsrevisor of gecertificeerde (externe) accountant en een 4/5de meerderheid op de buitengewone algemene vergadering voor notaris. Voor alle duidelijkheid: de aanpassing van de statuten van een ‘oude BVBA’ naar een BV is geen omzetting van de vennootschapsvorm en wordt aanzien als een gewone statutenwijziging.

Geen grote toestroom

Statuten van bijvoorbeeld een CommV of VOF kunnen onderhands aangepast worden, zonder tussenkomst van een notaris. Maar voor bijvoorbeeld een BV of NV is een bezoek aan een notaris wel verplicht, omdat daarmee een statutenwijziging gepaard gaat. Volgens de federatie van het notariaat is op dit moment ongeveer 2/3de van de statuten nog niet aangepast. Er wordt dan ook verwacht dat dat notarissen in de tweede helft van dit jaar heel wat dossiers te verwerken zullen krijgen. “Als je je vennootschap wil omzetten naar een andere dan de door het WVV aangeduide rechtsvorm, is er een controleverslag nodig en moet je dus een cijferberoeper inschakelen. Ik zie dan ook geen reden meer om nog langer te wachten”, vertelt Vanessa Ramon. “Ik hou er trouwens ook rekening mee dat binnen sommige vennootschappen discussies zullen ontstaan tussen de bestuurders over de aan te nemen rechtsvorm, wat ook tijd zal vragen.”

Meer weten? Vanessa Ramon geeft op donderdagvoormiddag 22 juni het seminarie ‘Keuzestress bij omzetting van vennootschappen’. Het vindt plaats bij Voka WestVlaanderen in Kortrijk.

Wacht je toch te lang, dan is er een theoretische sanctie van persoonlijke en hoofdelijke bestuurdersaansprakelijkheid als de vennootschap of derden schade lijden. “De vraag is welke werkelijke schade je met die laattijdigheid veroorzaakt. Misschien zelfs belangrijker vind ik het feit dat er problemen kunnen ontstaan met de werking van je vennootschap. Stel dat de opgelegde rechtsvorm niet matcht met de manier waarop de vennootschap in de praktijk geleid wordt. Denk maar aan een Comm.VA met meerdere actieve zaakvoerders aan het roer, die verplicht is omgezet naar een NV met één bestuurder. Of een oneigenlijke CV die omgezet wordt naar een BV, terwijl die zich daar niet van bewust is.”

Heel wat vragen dus, maar Vanessa Ramon besluit met een positieve noot. “Ook al is de omzetting opgedrongen, je hoeft die niet enkel te zien als een noodzakelijk kwaad of overbodige kost. Het is namelijk een goed moment om te reflecteren of de rechtsvorm van je vennootschap wel nog steeds de juiste is en of er bepaalde afspraken opnieuw tegen het licht gehouden moeten worden, zoals een exitregeling van de aandeelhouders.” (JV - Foto MVN)

Vanessa Ramon.

APZI viert 50-jarig bestaan in het Casino van Knokke

De Zeebrugse havengemeenschap vierde het 50-jarige bestaan van APZI – Association Port of Zeebrugge Interests – met een gala-avond in het Casino van Knokke. Maar liefst 560 mensen die bij het reilen en zeilen van de haven betrokken zijn, blikten terug op de rol die de koepelorganisatie sinds 1973 in de ontwikkeling van de haven speelt.

De avond startte officieel met de uitreiking van de Sustainable Port Award. Voor de bekroning voor een duurzaam initiatief in het havengebied van Port of Antwerp-Bruges waren er 4 finalisten. De award ging naar het project CCUS Shipping van het Antwerpse bedrijf Victrol. Dat initiatief ontwikkelt schepen om afgevangen CO2 veilig en efficiënt tussen het hinterland en West-Europese zeehavens te vervoeren.

De hoofdbrok was een terugblik op 50 jaar APZI. “De Zeebrugse haven kende de laatste 50 jaar een enorme boost en dat viel niet toevallig samen met de oprichting en werking van APZI”, vertelde voorzitter Marc Adriansens. “De succesformule van APZI is een community die zich inzet voor de gemeenschappelijke belangen, namelijk het laten groeien van de haven. Eén van de speerpunten was ongetwijfeld het promoten van Zeebrugge als haven, in samenwerking met het toenmalige havenbestuur MBZ. Samen organiseerden we niet minder dan 109 Port Days, overal in Europa maar vooral in het Verenigd Koninkrijk. We voe-

ren ook binnenlandse promotie, zoals in de beginjaren 80 met de ‘Harbour Days’ in het Casino van Knokke. Die waren de voorloper van wat we vandaag als Vlaamse Havendag kennen.”

APZI-awards

Veel van de werking en activiteiten van toen zet APZI vandaag nog steeds verder, met verschillende partners. Zo zijn er de havengerichte cursussen van Apzi-Voka, een bijdrage aan de opstart van De Havenschool (VTI Zeebrugge) en medewerking aan de promotiecampagne rond havenjobs die door Port of Antwerp-Bruges getrokken wordt. APZI organiseert daarnaast nog steeds o.a. Port Lunches en netwerkevents zoals de nieuwjaar- en lentereceptie. 4 sleutelfiguren die tot het succes van APZI bijdroegen, werden gelauwerd. Adriansens reikte een APZI-award uit aan oud-voorzitters Marc Dubois (1989-1998) en Erna Vienne (1998-2014). Ook 2 oud secretaris-generaals Gilbert Duchêne (1991-1993) en Guy Depauw (1993-2018) werden geëerd. Nu Zeebrugge internationaal op de kaart

staat en de positie door de fusie met Antwerpen nog versterkte, veranderde ook de focus van de werking van APZI, verduidelijkte Adriansens. “Het is nu vooral belangrijk dat onze specifieke noden aangekaart en opgevolgd worden. APZI blijft het klankbord en de spreekbuis van de private havenbedrijven in Zeebrugge en we delen met Port of Antwerp-Bruges de ambitie om de haven verder te laten groeien. Wij voelen goed aan wat er in Zeebrugge leeft en kunnen dit geconsolideerd aankaarten. In omgekeerde richting fungeren we voor Port of Antwerp-Bruges als tussenpersoon met de Zeebrugse havengemeenschap.”

Oud-voorzitter van Voka West-Vlaanderen regio Brugge Ludo Lievens lichtte de alliantie Apzi-Voka en enkele actuele lobbydossiers toe, onder meer de nieuwe Zeesluis, het tekort aan arbeidskrachten en de hinterlandontsluiting. Tot slot werd het nieuwe logo voor de volgende 50 jaar voorgesteld. (RJ - Eigen foto)

“APZI blijft het klankbord en de spreekbuis van de private havenbedrijven in Zeebrugge.”

“Onze provincie beter ontsluiten via het spoor”

De eisen van Voka West-Vlaanderen

Op de volgende pagina’s vind je een interview met Viceeersteminister en minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo). De voorbije maanden is Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen namelijk intensief aan het werk om West-Vlaanderen beter te ontsluiten via het spoor. En dat is broodnodig, want er ligt nog heel wat werk op de plank.

Onze acties zijn er gekomen op aanzet van de Provincie West-Vlaanderen en in de schoot van het Provinciaal Socio-Economisch Overlegforum, waar ook de andere sociale partners (ACV, ABVV, Unizo en de Boerenbond) en TreinTramBus bij betrokken zijn. Het overleg met die partners heeft geleid tot een gezamenlijke eisenbundel die we opgesteld hebben voor het kabinet van minister Georges Gilkinet. De eisenbundel is geënt op 2 sporen: er moet geïnvesteerd worden in een betere dienstverlening in onze provincie én in onze spoorinfrastructuur. Voor beide eisen hebben we zowel aanbevelingen op korte als lange termijn gedaan richting het kabinet. Dit zijn de eisen waarop we vanuit Voka West-Vlaanderen fel gehamerd hebben.

1. Investeren in een betere dienstverlening

» Opnieuw een volwaardige IC-trein op de lijn Kortrijk-Brugge met zo min mogelijk tussenstops, bovenop de 2 bestaande verbindingen

» De stations buiten de centrumsteden om het halfuur verbinden met de meest nabije centrumstad

» Vlotte aansluitingen in het overstap-

knooppunt Lichtervelde

» Frequentere verbindingen naar Rijsel en Duinkerke vanuit het station Kortrijk én vanuit en richting Brugge

2. Investeren in onze spoorinfrastructuur

» Verdere investeringen die de uitbouw van het goederenvervoer via het spoor ten goede moeten komen (zie verder)

» Dubbel spoor tussen Diksmuide en De Panne

» Dubbel spoor tussen Komen en Poperinge

» Opstart van een studie naar de haalbaarheid van een TGV-verbinding Brugge – Kortrijk – Rijsel die de mogelijkheden in kaart moet brengen

Met Voka West-Vlaanderen willen we blijvend een lans breken voor het opwaarderen van het goederenvervoer via het spoor. Het goederenvervoer an sich zal de komende jaren enkel maar toenemen, vandaar dat het zeer belangrijk wordt om dat te spreiden over verschillende transportmodi (weg, spoor en binnenvaart). Eén goederentrein kan bijvoorbeeld 50 vrachtwagens van de weg halen. Er valt dus nog heel wat efficiëntiewinst te boeken.

Goederenvervoer via het spoor is op vandaag nog erg beperkt in onze provincie. Er zijn slechts enkele punten waar spooroverslag mogelijk is. In hoofdzaak gaat het over de Haven van Zeebrugge, de LAR in Rekkem en in heel beperkte mate in Oostende. De reden is heel simpel: een gebrek aan een performante infrastructuur. Het wordt dan ook zaak om de goederenoverslagplatformen in Zeebrugge en de LAR in de nabije toekomst te optimaliseren. Enkel zo kan het ambitieuze plan van minister Gilkinet (een verdubbeling van het goederenvervoer per spoor tegen 2030) ook in onze provincie gerealiseerd worden.

“Eén goederentrein kan 50 vrachtwagens van de weg halen.”

“De trein is de ruggengraat van een duurzame toekomst”

Georges Gilkinet minister van Mobiliteit en vice-premier

In de regering De Croo heeft de uit Namen afkomstige Georges Gilkinet (Ecolo) belangrijke bevoegdheden die elkeen aanbelangen: mobiliteit en indirect energie. Zelf toont de groene minister steevast het goede voorbeeld als hij van afspraak naar afspraak moet rennen. In het Brusselse stadscentrum wacht geen wagen met chauffeur hem op, maar kan je hem dagelijks op een fiets door de straten zien laveren. Een gesprek over het belang van duurzaamheid. Voor de vicepremier is het zonneklaar: economie en ecologie gaan hand in hand.

Wat zijn de belangrijkste speerpunten van uw beleid sinds uw aantreden in de regering van Alexander De Croo?

“Ik geloof sterk dat ons land een voortrekkersrol moet spelen op meerdere vlakken: als democratie, met zijn sociaal model, maar ook met zijn economische realisaties op het vlak van klimaat, energie en duurzaamheid. Wanneer België volgend jaar voorzitter wordt van de EU zullen we die groene accenten meer dan ooit in de kijker plaatsen. Het is geen toeval dat een aantal grote Belgen – ik denk aan Herman Van Rompuy of aan Paul-Henri Spaak – het Europese gedachtegoed mee in de goede richting hebben gestuurd. Wat mijn eigen bevoegdheid mobiliteit betreft, probeer ik mee te streven naar een wereld zonder CO2-uitstoot. De regering De Croo staat voor de groenste regering ooit. We streven naar 55% minder uitstoot tegen 2030 en een

zero beleid tegen 2050. We timmeren elke dag aan de weg om onze doelstellingen te behalen. Dat kan onder meer door de beleidskeuze die ik heb mogen uitstippelen: we moeten meer mensen op de trein krijgen en meer goederen via het spoor vervoeren. De krijtlijnen zijn uitgezet, de realisaties komen stap per stap. De trein is de ruggengraat van een duurzame toekomst. Zo is het bepaald en verankerd in de goedgekeurde beleidsnota Spoorvisie 2040. Die visie op lange termijn helpt de spoorbedrijven en alle beleidsmakers om efficiëntere keuzes te maken rond de trein. Op alle vlakken moet er verandering komen op het spoor: een betere dienstverlening, een betere toegankelijkheid van de stations, een nieuwe relatie met de klanten, een nieuw uurrooster, meer treinen en een efficiëntere organisatie van onze spoorbedrijven en het treinverkeer door meer digitalisering.”

Hoe krijgt u een mastodont als NMBS in beweging?

“Laten we eerlijk zijn. Sinds 2012 was er geen nieuw beheerscontract meer voor NMBS, de operator, en ook niet voor Infrabel, de infrastructuurbeheerder. 10 jaar stilstand zeg maar. Er was geen visie op strategie noch op middelen. Nu hebben we wel zo’n beheerscontract, goedgekeurd op 23 december 2022. Dat contract is am-

bitieus voor de komende 10 jaar: 10% meer treinen, de helft van het rollend materiaal moet worden vernieuwd, twee derde van de stations moet toegankelijker worden gemaakt, het uurrooster wordt verbreed en er moeten 30% meer reizigers de trein op. Het volume goederen vervoerd per spoor moet al verdubbeld worden tegen 2030. Aan dat nieuwe beheerscontract hangt een prijskaartje van 44 miljard euro, of een verhoging van de middelen met 2,4 miljard euro. Daarbovenop moet er een lening van 1 miljard komen uit het fonds van de EIB (de Europese Investeringsbank). De spoorbedrijven hebben zich mee geëngageerd. De return on investment zal niet op zich laten wachten. Zowel de burgers als de bedrijven zullen op de lange termijn de grote winnaars zijn. Vergeet ook niet dat dit beleid ook voor honderden nieuwe jobs zal zorgen. In één zin: we zetten de trein terug op het spoor.”

Zijn al die groene of duurzaamheidsaccenten onmisbaar?

“Wat denk je? België is het land met de meeste files in Europa. Daar hangt een kostprijs aan die geraamd wordt op 4,5 miljard. Per jaar, a.u.b. Om maar te zeggen hoeveel geld zo niet teloorgaat. Let wel: ik zie niet meteen concurrentie tussen de trein en de auto. Ik beschouw ze eerder als complementair. Maar voor veel zaken –denk bijvoorbeeld aan veiligheid – heeft de trein ontegensprekelijk de meeste troeven. Ik ben een tevreden minister omdat ook de werkgeversorganisaties, zoals Voka, onze ambities en ons masterplan voor het vervoer van goederen met 26 maatregelen mee hebben onderschreven. Ik kreeg er bij de voorstelling zelfs applaus voor. Wist u dat 80% van onze internationale goederenstroom via de haven van AntwerpenZeebrugge verloopt? Daarom bouwen we in de haven ook een nieuwe logistieke hub, die in de toekomst nog meer goederenstromen aan kan. De hele Belgische economie moet daar voordeel uit halen.”

Wat kan West-Vlaanderen concreet verwachten?

“NMBS breidt de komende 3 jaar het treinaanbod verder uit, ook in WestVlaanderen, met meer treinen, vroegere en latere treinen. Dat staat zo in het nieuwe vervoersplan, dat loopt van december 2023 tot december 2026. In West-Vlaanderen krijgen 8 stations tijdens het weekend een beter aanbod: naast Brugge en Kortrijk ook Zedelgem, Torhout, Lichtervelde, Roeselare, Izegem en Ingelmunster. Dat komt doordat er vanaf december 2025 elk uur een tweede IC-trein zal rijden tussen Brugge en Kortrijk. Voordien was dat er maar 1 om de 2 uur: veel te weinig. Tegen 2032 plant NMBS ook verschillende investeringen in de West-Vlaamse stations, met een oog op aansluitingen met bussen, meer parkings voor fietsers en automobilisten. En een betere toegankelijkheid is ook heel belangrijk. Zo komen er in het station van Blankenberge in 2023 en 2024 langere perrons zodat er langere treinen kunnen stoppen. Er komen ook nieuwe schuilhuisjes. En voor reizigers met een beperkte mobiliteit worden er blindegeleidelijnen voorzien. Voor het nieuwe station van Kortrijk werden de plannen onlangs nog voorgesteld. We gaan in West-Vlaanderen ook investeren in het spoornet zelf. Zo gaat Infrabel een heel aantal ‘vertragingszones’ wegwerken. Omdat het onderhoud er niet gebeurd was, konden de treinen er niet voldoende snel rijden. En natuurlijk doen we ook extra investeringen voor een betere combinatie van het goederenvervoer en het reizigersvervoer, bijvoorbeeld in de haven van Zeebrugge of door parkeersporen voor langere treinen.”

“Het is onder meer mijn taak om naar de bezorgdheden van de bedrijven te luisteren en hen te sensibiliseren en te overtuigen.”

“Wist u dat 80% van onze internationale goederenstroom via de haven van Antwerpen-Zeebrugge verloopt?

Daarom bouwen

Wat met de logistieke verbindingen vanuit West-Vlaanderen richting Rijsel en Duinkerke en zo verder naar Frankrijk? Hoe verloopt de samenwerking met de Fransen?

“Ik heb zeer goede relaties met mijn Franse collega, net als met mijn collega’s uit Nederland, Luxemburg en Duitsland. We moeten nog meer samenwerken met de burger. We bevinden ons nog eerder in de studiefase voor een aantal projecten. Op de spoorlijn tussen Dinant en Givet aan de andere kant van de grens, zijn we alvast nu al tot de conclusie gekomen dat een upgrading te veel zou kosten. Op het traject Mons-Valenciennes hebben we 3 kilometer spoor te kort. Het moet haalbaar zijn daar een mouw aan te passen. Met de instanties in Rijsel en Duinkerke wordt gepraat en wordt er samen gestudeerd. Met dank aan Voka werd ook een memorandum geschreven met de bedoeling één en ander te optimaliseren in het belang van de bedrijven. Dat moet binnenkort concreet worden.”

Bijna pal op de Belgisch-Franse grens heeft West-Vlaanderen een logistiek

knooppunt met de LAR. Ligt ook daar nog een onbenut potentieel te wachten?

“Zeker weten. Zo’n infrastructuur als de LAR is zéér belangrijk en biedt veel mogelijkheden voor het overbruggen van de last mile

en dus het thuis leveren van de goederen die via het spoor aangevoerd worden. Ik heb Voka nodig om dat potentieel in kaart te brengen via een duidelijke en wetenschappelijk onderbouwde studie. Als er een concreet plan op tafel ligt, met een economisch model en met klanten, kunnen we daarmee naar het Vlaams Gewest en naar Europa en, waarom niet, naar de EIB.”

Is de bedrijfswereld zelf voldoende overtuigd van het belang van alternatieve modi? Of is er daar nog werk op de plank?

“Ik ben op dat vlak zeer optimistisch. Maar het is ook normaal dat er gewacht wordt op een signaal vanuit het beleid. Mijn ambities als bevoegd minister zijn bijzonder groot voor de vergroening van transport. Het heeft me alleen maar verheugd dat ik op de eerste dag van mijn benoeming als minister al meteen een telefoontje kreeg van de vertegenwoordiger van het Belgium Rail Freight Forum, waarvan Voka deel uitmaakt, die vragende partij was om vooral meer te doen. Ik weet ook dat niet alle bedrijven staan te springen. Het is onder meer mijn taak om naar de bezorgdheden van de bedrijven te luisteren en hen te sensibiliseren en te overtuigen. Ik ben regelmatig op het terrein en spreek met bedrijven uit het hele land en ik ervaar toch veel enthousi-

asme. Mijn punt is: het momentum is er, Europa steunt ons beleid, laten we nu dus maar met zijn allen springen. Ik wil ook het Belgisch voorzitterschap van de EU aangrijpen om de ambities in de goede richting te duwen. We zijn dat aan onszelf maar ook aan de komende generaties verplicht. Wij moeten een leefbare planeet achterlaten.”

Goederenvervoer is één zaak, het reizigersvervoer een andere zaak. De treinen rijden in vergelijking met vroeger trager en trager, het uurschema is onzekerder en onzekerder en de service minder en minder.

“Het is inderdaad lang niet perfect. Ik heb zelf 30 jaar lang van Namen naar Brussel gespoord, eerst als student en later voor het werk. Ik weet bijzonder goed wat het is. Maar waarom zegt men ook niet of te weinig dat je op de trein veilig bent, dat je er kan werken of ontspannen en dat het ook een interessant sociaal forum kan bieden? De trein is sowieso beter dan de file. Dat gezegd zijnde, weet ik dat er zaken moeten verbeteren. Het plan is goedgekeurd om nieuwe dubbeldekkertreinen (de zogenaamde M7’s) aan te schaffen. Bij Bombardier (Alsthom) in Brugge werd een nieuwe vloot besteld, al is daar al wat vertraging opgetreden wegens het moeilijk vinden van mensen en wegens te late leveringen. Maar de komende 10 jaar zal de helft van de huidige vloot volgens plan worden vernieuwd, dat staat vast. Niet alleen de reiziger en NMBS zullen daar wel bij varen, hetzelfde geldt ook voor tientallen kmo’s uit de Brugse regio of voor het onderhoudsatelier in Kortrijk of in Oostende.”

Volgens plan moeten ook nog stations worden vernieuwd.

“Wij hebben een akkoord met de stad en met NMBS dat het station meer ‘multimodaal’ moet worden, en we willen dat akkoord honoreren. Wij willen beleidsmatig streven naar levendigere stations met ook een grote sociale waarde. En ook met een betere connectie met andere vervoersmodi, met prioriteit voor de fiets en regionale bussen. Stations waar ook winkeltjes zijn of zelfs een bibliotheek zoals in Mechelen. Noem het maar plaatsen waar pure beleving kan worden ervaren. NMBS moet terzake goed zijn oor te luisteren leggen bij de reizigers om te weten wat zij echt willen.” (Karel Cambien - Foto’s Kurt)

we in de haven ook een nieuwe logistieke hub. De hele Belgische economie moet daar voordeel uit halen.”

De 17 Sustainable Development

Goals van de Verenigde Naties worden wereldwijd ingezet als doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. In deze rubriek stellen we telkens een andere SDG voor. SDG 16 ‘Vrede, justitie en sterke publieke diensten’ hertaalt CIFAL Flanders op organisatieniveau onder meer naar bedrijfsethiek: doen wat intrinsiek goed is, op de werkvloer, voor de producten of diensten van je organisatie, en voor je relatie met belanghebbenden. Een ethische gedragscode of code of ethics kan worden opgesteld vanuit de missie, visie en waarden van je organisatie en vanuit de verwachtingen van de belanghebbenden.

Cluma in Roeselare bouwt rolbruggen, zwenkkranen en portaalkranen. “Wij zorgen ervoor dat zware lasten in een fabriekshal verplaatst kunnen worden”, zegt CTO Xavier Decock. “We maken de verschillende onderdelen van de brug uit ruw plaatmateriaal, lassen die samen, en voorzien die van wielbalken, motoren en de nodige slimme technologie om die bruggen en kranen te bedienen.” De rolbruggen van Cluma komen in heel verschillende sectoren terecht. “Van de voedingssector tot bouwsector, en van de staalsector tot natuursteen- en betonsector. Overal waar er binnen een productieomgeving of fabriekshal lasten verplaatst moeten worden die te zwaar of te log zijn voor heftrucks. Onze materialen kunnen lasten aan van 500 kilo tot 140 ton, en van heel uiteenlopende afmetingen.”

Cluma telt 45 medewerkers. Elk jaar vertrekken een 100-tal rolbruggen richting klanten verspreid over Vlaanderen. “Het zwaartepunt van ons klantenbestand ligt in West- en Oost-Vlaanderen. Bedrijven die op zoek zijn naar een brug, kijken voornamelijk uit in de eigen regio, want de bruggen worden met uitzonderlijk vervoer tot bij de klant gebracht.”

Uitblinken

Cluma heeft recent zijn missie, visie en waarden geherformuleerd. “Samengevat:

Cluma wil ‘compagnon de route’ zijn voor klanten

wij willen de klant ontzorgen door een kwaliteitsvol topproduct aan te leveren dat door een enthousiast en gemotiveerd team gemaakt is dat fier is om voor Cluma te werken. Dat we een compagnon de route willen zijn voor klanten, die bovendien duurzaamheid hoog in het vaandel draagt, lees je in onze missie op onze site. We proberen vooral in service uit te blinken. Dat begint bij de uitgebreide studie die we uitvoeren bij de klanten, om te bepalen hoe de ideale rolbrug er voor hen moet uitzien. Ook na de installatie van de brug blijven we de klant ontzorgen: we zorgen voor het onderhoud en bij een eventueel defect zorgen we voor een snelle depannage. Een duidelijke communicatie stellen we te allen tijde voorop.”

De werknemers worden mee op de trein getrokken. “We spreken onze missie duidelijk uit en herhalen dezelfde boodschap geregeld. Er staan daarom borden in ons bedrijf opgesteld met onze missie en op het intranet communiceren we geregeld over lopende projecten. We starten ook geen enkel project op zonder onze missie nog eens te benadrukken. Alleen op die manier krijgen we al onze mensen mee in ons verhaal.” (JM - Foto Kurt)

Meer weten? Contacteer ons gerust via 0476 02 59 42 of duurzaamondernemen.wv@voka.be

BEDRIJFSCASE

Xavier Decock.

OPLEIDINGEN VOOR MACHINEEN PRODUCTIEAUTOMATISERING UGENT

West-Vlaamse ondernemingen hebben zuurstof nodig om te blijven groeien. Daarvoor is onder meer de interactie tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven van groot belang. Hier laten we de hogeronderwijsinstellingen uit onze provincie aan het woord over hun opleidingsaanbod en onderzoeksprojecten. Met al jouw vragen over onderwijs kan je terecht bij joyce.simoens@voka.be.

Op campus Kortrijk werkt de Universiteit Gent volop aan de professionalisering van de opleiding machine- en productieautomatisering. “Nadat we samen met KU Leuven dit academiejaar al met een postgraduaat Smart Operations and Maintenance in Industry zijn gestart, komt daar in 2023-’24 nog de manama (master na master) voor dezelfde richting bij”, legt professor Kurt Stockman uit.

5 jaar geleden startte de UGent met de opleiding industrieel ingenieur machine- en productieautomatisering. “Dat hebben we gedaan omdat de Vlaamse maakbedrijven dringend nood hebben aan mensen die productie-omgevingen en machines kunnen harmoniëren met Industrie 4.0-technologie”, verduidelijkt Kurt Stockman. “De nieuwe richting is gegroeid vanuit de opleiding elektromechanica en is nog altijd heel polyvalent, al ligt de klemtoon sterk op het gebruik van digitale technologieën.”

De opleiding is uniek in Vlaanderen en slaat op diverse vlakken de brug naar het werkveld. “Elk academiejaar bezoeken we met de studenten bedrijven uit verschillende sectoren. Hun thesis is gelinkt aan een relevante probleemstelling bij een onderneming en impliceert dat ze wekelijks 1 of 2 dagen – naargelang het semester – bij dat bedrijf aan de slag gaan. De studenten kunnen ook een stage toevoegen aan hun curriculum om zo nog meer contact met het werkveld te hebben. Tijdens de opleiding maken ze ook al uitvoerig kennis met de ‘vertaling’ van productie- en machineautomatisering naar digitale technologieën, bijvoorbeeld door hen te laten kennismaken met de creatie van digitale tweelingen.”

Omdat je niet al die leerstof in een opleiding van 4 jaar kan integreren, bundelen de

optimaal afstemmen op noden van de industrie”

UGent en KU Leuven de krachten voor een postgraduaat én een manama Smart Operations and Maintenance in Industry. “Het eerste postgraduaat loopt eind dit jaar af en kan op heel wat positieve reacties rekenen. Dat komt door de interactie tussen cursisten en docenten, maar ook doordat werknemers die deze opleiding volgen, daar hun eigen ervaring aan kunnen koppelen. Als daar ook de afgestudeerden industrieel ingenieur machine- en productieautomatisering bij komen, zal de opleiding nog dynamischer worden.”

Internationale actieradius

De manama start volgend academiejaar. “Deze vorming staat eveneens open voor studenten en mensen uit het werkveld.

Omdat de instroom aan studenten in technische richtingen niet volstaat om de gigantische nood aan dergelijke profielen op te vangen, is het essentieel dat ook werkende mensen hun knowhow up-to-date kunnen houden. We promoten deze opleiding zelfs internationaal: deels omdat ze uniek is in Europa, maar ook om buitenlandse studenten of medewerkers van Belgische bedrijven in het buitenland naar hier te krijgen. Dat kan helpen om internationaal talent naar Vlaanderen te halen.”

Deelnemers kunnen de opleiding desgewenst spreiden over verschillende jaren en zullen de lessen gedeeltelijk in Brugge (KU Leuven), gedeeltelijk in Kortrijk (UGent) en thuis volgen. (BVC - Foto Kurt)

“Curriculum

Kurt Stockman.

“Geautomatiseerd systeem inspecteert infrastructuur”

Is It A Plane ontwikkelt maritieme inspectiedrone met hulp van POM West-Vlaanderen

Hoe is het gesteld met onze haveninfrastructuur? In de nabije toekomst zal een autonoom functionerend dronesysteem die vraag kunnen beantwoorden. Is It A Plane ontwikkelde samen met Baggerwerken Decloedt een oplossing gebaseerd op cameratechnologie, die vervolgens via beeldherkenning de accommodatie helemaal in kaart brengt. Het bedrijf van ondernemer Stefaan Degryse kreeg hiervoor financiële ondersteuning via de Quick Win-oproep van POM West-Vlaanderen.

Is It A Plane bestaat sinds 2018. “Onze focus lag altijd al op de creatie van geïntegreerde oplossingen om bedrijfsprocessen te optimaliseren. Daarbij maken we gebruik van drones en sensoren. In eerste instantie concentreerden we ons op vliegende drones die ervoor zorgen dat werken op hoogte (bijvoorbeeld inspectie van hoogspanningsmasten) veiliger en sneller kunnen gebeuren, aan een lagere prijs dan wanneer je daar mensen en andere middelen voor zou inzetten.” De gezondheidstoestand van onze weg- (gebouwen, bruggen…) en

waterinfrastructuur (kaaimuren, afdaaltrappen, kades…) moet dringend in kaart worden gebracht. “Veel van dergelijke investeringen dateren van kort na de Tweede Wereldoorlog. Door jarenlang intensief gebruik en een historische achterstand in onderhoudsinvesteringen, is er een dringende noodzaak om de restlevensduur van deze infrastructuur te bepalen.”

Onderhoudsprioriteiten

In samenwerking met Baggerwerken Decloedt werkte Is It A Plane aan een au-

tonoom opererende technologie, gemonteerd op een onbemand varend vaartuig.

“De hardware bestaat uit een camera voorzien van een stabilisator om schokken en trillingen op te vangen. De varende drone navigeert volgens het traject dat de operator vooraf op een digitale kaart heeft gedefinieerd. De camera neemt op geijkte momenten beelden en verrijkt die met data over de locatie.”

“Als het traject is afgelopen, kunnen de gebruikers alle gecapteerde data bekijken en annoteren via ons Inspectieplatform AssetInspect, zodat ze alle schade aan de infrastructuur heel gedetailleerd kunnen analyseren. In functie van de graad van belang, kunnen ze vervolgens de prioriteiten voor onderhoud of volledige vernieuwing via een gezondheidsindex vastleggen. De ontwikkelde technologie functioneert autonoom en kan op om het even welk vaartuig worden gemonteerd. De inspectie kan daardoor plaatsvinden tijdens bestaande routes (bijvoorbeeld binnenvaart) of specifiek georganiseerde inspectiemomenten.” De testfase maakte duidelijk dat de technologie zeer relevant is. “Nu zijn we gestart met een marktonderzoek naar geïnteresseerde partijen”, vervolgt Stefaan Degryse. “Onder meer in functie daarvan nemen we met Drone Division (commerciële afdeling van Is It A Plane) op 13 juni opnieuw deel aan DroneWest, het belangrijkste dronesevent in onze contreien, opgezet door POM West-Vlaanderen.”

(BVC

- Foto Kurt)

Ontdek er meer over tijdens Drone West

Op dinsdag 13 juni 2023 organiseert POM WestVlaanderen Drone West. Samen met experten wordt het dronelandschap van vandaag geschetst én wordt een blik op de toekomst geworpen. Bedrijven stellen er hun nieuwste technologieën aan jou voor en je breidt via de b2b-matchmakingsessies je netwerk uit.

Meer info en inschrijven:

Stefaan Degryse.

Bart Naeyaert — gedeputeerde

Het recht en de politiek waren altijd al 2 grote passies van Bart Naeyaert. De Torhoutenaar engageerde zich eind jaren 80 eerst op het lokale niveau, als voorzitter van CVP-jongeren en gemeenteraadslid. Na 6 jaar ervaring als schepen te hebben opgedaan, werd hij in 2006 verkozen tot gedeputeerde. Vandaag is hij bezig aan zijn derde legislatuur, vaak met dezelfde bevoegdheden. Tegenwoordig zijn dat bestuurlijke organisatie, plattelandsbeleid, landbouw en visserij, integraal waterbeleid en omgevingsvergunningen.

Op welke manier onderhoudt u de meeste contacten met ondernemers?

“Er zijn vele informele en dossiermatige contacten als gedeputeerde en als voorzitter van Inagro. Inagro is hét R&D-centrum van de West-Vlaamse landbouw waarbij ook de ondernemers in de verwerking en toelevering betrokken zijn. Eveneens interessant is mijn rol in de werking van het Vlaams Kenniscentrum Water, kortweg Vlakwa, waar overheden, ondernemers en onderzoeksinstellingen samen naar oplossingen zoeken voor de wateruitdagingen. Heel wat contacten hebben ook te maken met omgevingsvergunningen.”

Welke evoluties merkt u op het vlak van omgevingsvergunningen?

“Algemeen is er sprake van een grotere mate van rechtsonzekerheid door de vele procedures, maar voor veehouderij specifiek is er een vergunningsblokkade. We komen daar van 201 aanvragen in 2019 tot 75 aanvragen vorig jaar, hoofdzakelijk

voor hernieuwingen voor één jaar. Door het stikstofverhaal zitten we momenteel vast. De uitwerking van het stikstofakkoord zal er ook niet in 1-2-3 zijn. Dat zal zich uitbreiden naar andere sectoren, want stikstof is stikstof. Ook het bedrijfsleven dat verbonden is aan het anker van de landbouw (goed voor een omzet van 16,2 miljard euro), lijdt daaronder.”

Met welk oog kijkt u naar de regiovorming?

“Regionaal overleg is nuttig en er zijn zeker samenwerkingsvormen tussen gemeenten die interessant zijn, maar naar mijn gevoel is het niet interessant om een nieuwe soort bestuurslaag te creëren. Op provinciaal niveau, inclusief regionaal overleg en afstemming, kan je een aantal dingen beter organiseren. Het zou onzinnig zijn onze ondernemersgerichte agentschappen zoals Westtoer, POM en Inagro te verkavelen naar kleinere regio’s. Stel dat je alle capaciteiten en kennis die in de provincie aanwezig zijn

nog eens over 5 regio’s zou moeten verdelen, daar is toch geen enkele meerwaarde aan? Sowieso is de regiovorming geen ‘one size fits all’-verhaal. Naargelang de uitdaging kan een ander gebied, een andere groep van gemeenten relevant zijn.”

Wat maakt de provincie als bestuursniveau nog altijd zo relevant? “De provincie is voldoende nabij om goed te weten wat er zich overal afspeelt, anderzijds is er toch net voldoende afstand voor overzicht. Bovendien hebben we de schaalgrootte om veel te realiseren en verzamelen we daarvoor ook de nodige financiële middelen: projectmatig vanuit Vlaanderen, Europa en door eigen provinciebelasting, waardoor we ook eigen accenten kunnen leggen. Daarnaast zijn er om de 6 jaar verkiezingen. We moeten bij de kiezer nog altijd verantwoording afleggen voor wat we doen, en dat is maar goed ook. Een sollicitant omschreef de provincie onlangs als een makelaar van partnerschappen. Dat vind ik een mooiere omschrijving dan ‘regisseur’: we hoeven niet te domineren en kunnen wel de slagkracht genereren om bepaalde zaken te verwezenlijken. Als je met de juiste partners aan tafel zit, is de kennis aan boord om te weten welke richting je uit kan, hoe je diverse doelstellingen (bijvoorbeeld natuur, water, impact op landbouw en bedrijven) aan elkaar kan

“Belangenerkenning en draagvlakcreatie zijn de basis voor elke succesvolle realisatie”

linken en kan je er voluit samen voor gaan. Zeker als het over ruimtegebruik gaat, is het belangrijk rechtstreeks in dialoog te gaan, elkaars belangen te erkennen en te beslissen hoe je die belangen in een bepaald gebied het best tot uiting kunt laten komen.”

Het vinden van de juiste balans tussen enerzijds ruimte voor natuur en landbouw en anderzijds extra grond om te ondernemen, is een heikele uitdaging. Hoe pakt de provincie dat aan?

“Eind 2017 besliste de Vlaamse regering dat West-Vlaanderen het reservefonds voor bedrijfsruimte mocht aanspreken. Dat gaat om 130 ha in de regio’s Roeselare, Brugge en Waregem. Daarnaast kon, mits voldoende onderbouwing, nog eens 300 ha in de andere subregio’s worden aangeduid. We zijn in de maatschappij, enerzijds terecht, naar een inspraakmodel geëvolueerd. Anderzijds krijg je daardoor bij om het even welk voorstel sowieso ‘steekvlammen’ in

de vorm van actiegroepen of andere protesten van ongeruste mensen. Op die manier heb je altijd te maken met veel getouwtrek. Het komt erop aan gerichte keuzes te maken die de uiteenlopende belangen zo goed mogelijk dienen, maar eenvoudig is dat niet. Bij de verdeling van ruimte tussen natuur en landbouw laaien de emoties zelfs soms nog hoger op.”

Waarmee heeft dat vooral te maken?

“Het gaat om veel grotere oppervlaktes. Bovendien heeft bijkomende ruimte voor natuur ook een impact op de invulling van de agrarisch bestemde ruimte kilometers verder. Zo krijg je nu toestanden waarbij boeren zonevreemd zitten binnen hun

“Voldoende voedsel van een goede kwaliteit tegen een betaalbare prijs is essentieel en vormt de basis voor economische groei.”

eigen bestemmingsgebied. Bedrijven worden dan waardeloos, tenzij je ze zonevreemd bestemt, waarna ze de landbouwfunctie ondermijnen. Wat doe je met de waarde van die gebouwen, die per slot van rekening ook het vermogen en pensioen van de boer vormen? De zoektocht naar evenwicht is lastig. Alleen: we moeten die ruimte voor natuur écht wel verwezenlijken, ook om rechtszekerheid voor landbouw en natuur te realiseren. Eigenlijk zouden we eerst en vooral werk moeten maken van de duizenden niet-gerealiseerde hectares die in gewestplannen als natuurgebied zijn ingekleurd, maar dan nog blijven de Europese en Vlaamse natuurdoelstellingen (VEN) bestaan en die vallen daar niet eenduidig mee samen.”

Welke extra obstakels liggen op dat pad?

“Toen de Europese natuurdoelen door Vlaanderen destijds werden aangemeld bij Europa, leek dat voor velen oprecht niet meer dan een indicatieve aanduiding zonder zware consequenties. Nu wordt daar veel strenger naar gekeken. Het VEN heeft nagenoeg gelijkaardige consequenties. Je moet het negatieve bewijs leveren dat je geen impact op natuur hebt. Naargelang de interpretatie in het recht, kan dat een duivelsbewijs of onmogelijk bewijs worden. Het is belangrijk om in het gebied met natuur- en landbouw en de betrokken overheden, de oefening van de realisatie ernstig en grondig aan te pakken. Voldoende voedsel van een goede kwaliteit tegen een betaalbare prijs is essentieel en vormt de basis voor economische groei. Daarom moeten we ruimte voor landbouw echt koesteren. Daarnaast is het ook belangrijk dat we onze landbouwers ondersteunen om innovaties mogelijk te maken en alternatieve agrarische businessmodellen te ontwikkelen. De input van Inagro is daarbij vaak zeer nuttig. De hands-on-aanpak die onze boeren etaleren, moeten we ook hanteren om de doelstellingen inzake natuur te verwezenlijken. Ik zou zeggen: laat ons daar

zo snel mogelijk mee beginnen – ook in het belang van de landbouwers – en de gerichte keuzes die we maken ondersteunen door passende flankerende maatregelen.”

Hoe pakt West-Vlaanderen de water- en droogteproblematiek aan?

“Lang lag de focus op het vermijden van overstromingen in bebouwde gebieden. Dat blijft een topprioriteit. Intussen zijn we bezig met droogte en het creëren van bijkomende watervoorraad voor alle ondernemers via eigen initiatieven of het faciliteren van andere. Een voorbeeld daarvan is het Inero-project, waarbij het groenteverwerkend bedrijf Ardo gezuiverd afvalwater verzamelt dat een coöperatie van landbouwers vervolgens over 500 ha grond verdeelt. We bekijken nu gelijkaardige mogelijkheden, onder meer in de Westhoek. Daarnaast loopt momenteel ook de uitwerking van het project Betonwater, waarbij het de ambitie is om het hemelwater van de bedrijventerreinen in Torhout en Zedelgem op te sparen en efficiënt te verdelen naar de landbouwers uit de buurt. Bij

elke oefening moet het de doelstelling zijn om extra watervoorraad te creëren in de onmiddellijke omgeving van de vraag voor mens, onderneming, landbouw of natuur.”

Welke verbeteringen zijn nog mogelijk bij ondernemingen?

“Veel bedrijven zijn al langer intens bezig met watergebruik. Dat begint bij een waterscan en resulteert vaak in mogelijkheden tot waterrecuperatie, bijvoorbeeld voor de eigen processen. Naar de toekomst toe moeten we ook inzetten op interactie, bijvoorbeeld door de invulling van bedrijventerreinen zelfs mee te laten bepalen door de mogelijkheid om waterstromen van ondernemingen met elkaar te verbinden. Op die manier kunnen we er ook in slagen steeds minder afvalwater te lozen. Hoe droger het wordt, hoe lager het niveau van het oppervlaktewater en hoe belangrijker de kwaliteit van het geloosde water. De waterhuishouding is dan ook een essentieel deel van het onderzoek van POM West-Vlaanderen naar de ‘Bedrijventerreinen voor de Toekomst’.” (BVC - Foto’s Kurt)

“Het vermijden van overstromingen in bebouwde gebieden, blijft een topprioriteit.”

rap!

Hybride of volledig elektrisch? Hoeveel laadvermogen? Welke kleur?

Een nieuwe, duurzame bedrijfswagen voor je zaak vraagt best wat afweging. Maar op je aanvraag voor een professioneel krediet verwacht je snel antwoord.

Bij ING weet je al in een paar minuten waar je aan toe bent. Zo kan je je blijven focussen op de duurzame toekomst van je bedrijf.

Doe je aanvraag op ing.be/bedrijfswagen

op je professioneel autokrediet Da’s

In enkele minuten al antwoord krijgen

Het zijn fijne tijden voor het management en de medewerkers van Deknudt Frames. De onderneming uit Deerlijk bestaat 100 jaar en groeide voor klanten in België en buurlanden uit tot een gerespecteerde fabrikant van fotokaders. Dat ging uiteraard gepaard met de nodige veranderingen, maar aan het hoofd van het bedrijf staan nog altijd 2 Deknudts: Thijs en Bruno vertegenwoordigen de derde generatie en runnen een heel stabiel bedrijf met een duidelijke marktoriëntatie.

“Kwaliteit schuilt in kleine details”

Deknudt Frames blijft belangrijke Europese producent van hoogwaardige fotokaders

Aloïs Deknudt goot de fundamenten van het familiebedrijf. “Zijn ouders hadden een klompenmakerij en waren huisschilders, terwijl Aloïs’ grootste passie fotografie was”, verduidelijkt Bruno Deknudt. “Met de kennis die hij in het bedrijf van zijn ouders opdeed over hout en schilderen, besliste hij om zelf fotokaders te maken. Dat leidde in 1923 tot de opening van Deknudt Frames. In de jaren nadien bouwde onze grootvader stelselmatig zijn fotografie-activiteiten af, om zich uitsluitend op de productie van de frames te focussen.”

De 3 zonen van Aloïs bouwden vervolgens ook zelfstandige activiteiten uit, met name in de spiegelmarkt (Deknudt Mirrors) en

verlichting (Deknudt Lighting). Luc, de jongste zoon, zette Deknudt Frames verder en kreeg vanaf eind jaren 80 op zijn beurt versterking van zonen Bruno en Thijs, die nu samen het bedrijf leiden.

Zachte transitie

“Uiteraard zijn we mettertijd enorm geëvo lueerd”, pikt Thijs in. “Zo waren we begin jaren 90 genoodzaakt om onze productie naar Slovakije over te hevelen. Dankzij de open communicatie met de vakbonden en omdat veel mensen met pensioen konden, is die overgang vrij zacht en begripvol verlopen. Deerlijk is vandaag nog altijd het logistieke hart van de onderneming. Hier maken we de bestellingen klaar met producten die we zelf in Slovakije maken en met items waarvoor we samenwerken met een Chinese leverancier. Dit is bij uitstek een branche waar elk order bestaat uit een grote variatie van kleinere series. We hebben ongeveer 7.000 verschillende items op voorraad en verkopen die hoofdzakelijk aan decoratiewinkels, fotografiezaken en

vooral producten uit het lagere segment aanbiedt.”

Het verschil tussen een gewone fotokader en eentje van hogere kwaliteit, merk je aan kleinigheden. “Onze hoekverbindingen zijn verlijmd, bij iets minderwaardige producten zijn die geniet. Daardoor gaan die van ons veel langer mee. We opteren voor beter glas (‘floatglas’) en voor een metalen voetje, waardoor het kader altijd stabiel blijft staan.”

“Dit is bij uitstek een branche waar elk order bestaat uit een grote variatie van kleinere series.”

zijn gemaakt uit basismateriaal (MDF), dat we vervolgens ommantelen met een decoratieve papierfolie. We waren destijds de eerste die de spuitgiettechniek in de kaderindustrie hebben geïntroduceerd, al besteden we dat spuitgieten nu wel uit. Onze unit in Slovakije verwerkt vooral geëxtrudeerde profielen”, legt Bruno uit.

Impulsaankoop

Hoewel de voorbije jaren ook voor de frameproducent uitdagend waren, zijn

de gevolgen van de coronacrisis beperkt gebleven. “De grootste uitdaging was de aanzienlijke stijging van grondstofprijzen. De kostprijs voor MDF bijvoorbeeld ging liefst met 60% omhoog. Daarnaast zien we dat vooral een deel van ons cliënteel harde noten kraakt. Traditionele retailers voelen de concurrentiedruk van online spelers. Een deel van hen blijft ook nu nog voorzichtig bij hun aankopen, al merken we wel beterschap. Fotokaders zijn een productgroep die het best scoort als er veel trafiek is in de winkel: het is vaak een aankoop die niet meteen op een boodschappenlijstje prijkt. Gelukkig waren wij nog voor de uitbraak van de pandemie gestart met een online verkoopkanaal. Dat heeft ervoor gezorgd dat onze omzet vrij stabiel bleef.”

Deknudt Frames was vorig jaar goed voor een zakencijfer van 6 miljoen euro. “In

Deerlijk werken nu 22 mensen, vooral in de backoffice en het magazijn”, aldus Thijs. “Wij verzenden hier bestellingen naar België, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk. Export vertegenwoordigt circa 65% van ons zakencijfer. De fabriek in Slovakije is trouwens een joint venture met Deknudt Mirrors: die produceert dus zowel frames als spiegels, maar het voordeel is de grote synergie op administratief en logistiek vlak. We hebben veel vertrouwen in de toekomst, al is het nog koffiedik kijken of op termijn ook de vierde generatie de teugels in handen zal nemen.” (BVC - Foto Kurt)

“Export vertegenwoordigt circa 65% van ons zakencijfer.”

Bruno en Thijs Deknudt.

Effectis opent een kantoor in Kortrijk

Hr-dienstverlener Effectis opent op de Pottelberg in Kortrijk een nieuw kantoor. Het is de derde vestiging voor het bedrijf, dat 24 vaste medewerkers en een 30-tal freelancers telt. Business Manager Astrid De Clerck vertelt: “Effectis werd 15 jaar geleden opgericht in West-Vlaanderen; nog steeds heeft 35% van onze klanten er een bedrijf. Daarom openen we nu – naast onze hoofdvestiging in Gent en kantoor in Temse – een West-Vlaamse uitvalsbasis, om (letterlijk) nog dichter bij onze klanten te staan. Zo kunnen we hen maximaal ondersteunen in de professionalisering van hun hr.”

“Want hr is veel meer geworden dan enkel maar het uitbetalen van lonen”, gaat Astrid verder. “Het is een vak geworden dat ervaring en expertise vraagt. Wij helpen bedrijven verder met al hun hr-aspecten, van het professionaliseren van hun hr-beleid tot het zoeken naar de juiste mensen en het optimaliseren van verloningspakketten.

Onze experts draaien inhouse mee bij klanten en werken samen naar de best mogelijke oplossing. We gaan voor een positief effect in elke opdracht en in elk bedrijf. Niet dat we problemen niet benoemen, integendeel. We spreken klare taal, maar we zoeken ook altijd mee naar duurzame oplossingen en implementeren die. Alleen zo help je bedrijven echt verder.”

“Een win-win”, noemt ze de nieuwe uitvalsbasis in Kortrijk. “Onze fysieke nabijheid is een plus voor onze klanten, maar ook voor onze experten. Zij beschikken nu over een extra locatie om assessments te doen, gesprekken te voeren met kandidaten of interne opleidingen te volgen”, besluit ze. (JM - Foto Kurt) www.effectis.be

Oostende Awards volledig in teken van ondernemers

Dit jaar worden de Oostende Awards georganiseerd door het Economisch Huis Oostende. De wedstrijd krijgt een nieuw economisch gericht jasje: alle 6 de categorieën zijn bestemd voor ondernemers, bedrijven en handelszaken. Tot 30 juni kan het publiek online kandidaten nomineren. De wedstrijd eindigt met een gala-avond op 2 oktober.

Voor de 5de editie van de Oostende Awards is de organisatie overgenomen door het Economisch Huis Oostende, met ondersteuning van het Oostende Awards-comité. Tegelijk wordt de lokale economie maximaal in de kijker gezet. Op vraag van de ondernemers werd aan de categorieën gesleuteld. Het aantal awards is teruggebracht van 9 naar 6: bedrijf van het jaar, mooiste renovatie en nieuwbouw, starter van het jaar, horecazaak van het jaar, handelaar van het jaar en Oostendse ondernemer van het jaar. “De jury is samengesteld uit experten van buiten de stad, die elk op zich deskundig zijn in één of meerdere disciplines waarvoor de awards uitgereikt worden”, zegt algemeen directeur Filip Roelandt van het Economisch Huis Oostende.

Tot 30 juni kunnen bedrijven, ondernemers en handelszaken genomineerd worden via de website. De laureaten worden bekendgemaakt tijdens de awardshow op maandag 2 oktober. Ook die gala-avond in het Kursaal krijgt een vernieuwde invulling. North-Sea Chef Michel Rabaey (Storm) zal met zijn signatuur een exclusief diner vorm en smaak geven. “Tijdens het programma zullen we van de gelegenheid gebruikmaken om ook andere ondernemers de spotlights te gunnen”, zegt schepen van ondernemen Charlotte Verkeyn. Vorig jaar waren er awards voor o.m. Orac Decor (bedrijf van het jaar), Rope-Acces Maeckelbergh (starter van het jaar), Polderbos Crematorium (nieuwbouw van het jaar), restaurant Storm (beste beleving) en Smowk (innovatieve horecazaak). (RJ - Foto EV)

Astrid De Clerck.

Verliest King Dollar zijn monetaire troon?

Terwijl medio 1944 de strijd op de slagvelden van Europa en de Pacific nog volop woedde, gingen afgevaardigden uit de geallieerde landen in Bretton Woods aan de slag om een nieuwe, op internationale samenwerking gerichte, monetaire orde op te richten. Daarbij werd bepaald dat de Amerikaanse dollar in het naoorlogs systeem de rol zou opnemen als universeel betaalmiddel. De US dollar was de enige munt die rechtstreeks convertibel was in goud, en alle andere munten werden aan de US dollar gekoppeld. Zo werd de US dollar de facto de wereldreservemunt, een status die ze tot vandaag heeft behouden.

Dit systeem functioneerde feilloos, ook nadat Nixon in 1971 de convertibiliteit van de US dollar in goud opblies. Dit tot grote onvrede van de Europeanen, die op een G-10 meeting in Rome bij de Amerikaanse financiënminister Connally hun beklag deden over deze contractbreuk. Ze werden op arrogante wijze weggestuurd door de Amerikaan, met de snedige opmerking dat “The dollar is our currency, but it’s your problem.” De Europeanen hadden inderdaad weinig in te brengen tegen de fundamentele factoren die de sterkte van de US dollar verklaarden. De VS was bij verre de dominante economische en militaire macht, had een stabiel politiek en juridisch systeem, en de diepste, meest liquide en gesofisticeerde financiële markten.

Toch duiken er vanaf de eeuwwisseling steeds meer scheuren op in het pantser van de US dollar. Dat was vooreerst de schuld van de Amerikanen zelf: de natie had jaren boven haar stand geleefd en stapelde de buitenlandse schulden op. Anno 2000 was de VS verworden tot de grootste debiteur ter wereld, niet bepaald een kenmerk van financiële soliditeit… Daarbij verscheen er met de introductie van de Euro voor het eerst een mogelijke ‘challenger’ voor de Amerikaanse economische suprematie. Het aandeel van de Euro in de internationale reserves nam oorspronkelijk toe. Helaas bracht de Europese schuldencrisis ook de structurele tekortkomingen in de constructie van de Euro naar boven, en de opgang van de munt als alternatief voor de US dollar werd abrupt gestuit. Intussen was een nieuwe kaper op de kust verschenen:

China wou zijn toenemende economisch potentieel vertaald zien in een sterkere positie van zijn munt, en begon de Yuan actief te propageren als handelsmunt in de Aziatische regio. Geleidelijk begon de overheid ook de domestieke markten te openen voor buitenlands kapitaal, een conditio sine qua non om als volwaardig alternatief voor de US dollar te kunnen fungeren. Maar ook dit proces stokt nu, omdat de op controle beluste Chinese overheid het niet over zijn hart kan krijgen de markten vrij spel te geven bij de waardebepaling van de Yuan en hem volledig convertibel te maken.

Waarom neemt de onrust over de status van de US dollar als universele reservemunt de afgelopen maanden dan weer toe? Omdat de VS zijn munt meer en meer openlijk begint in te zetten als een wapen in de geopolitieke strijd. Dit werd vooral duidelijk na de Russische inval in Oekraïne, toen de VS de internationale US dollar-reserves van Rusland bevroor en het land zonder pardon de toegang ontzegde tot het wereldwijde betaalsysteem SWIFT. Dit “wapenen” van de US dollar heeft andere landen doen inzien dat hun US dollar-reserves misschien toch niet zo veilig waren als gedacht, en dat de mogelijkheid afgesneden te worden van internationale betalingen hun wel erg nauw aan de leiband van Washington doet lopen. Vooral de groeilanden gingen actief op zoek naar een alternatief, iets waar China nu gretig op inspeelt door hen aan te bieden de bilaterale handel tussen hun landen in eigen munt te settelen. Bij het recente bezoek van de Braziliaanse president Lula aan Peking werd effectief zo’n akkoord

afgesloten. Bovendien hebben de labiele en gepolariseerde politieke situatie in de VS en de komende discussie over het schuldenplafond ook tot een verdere erosie van de fundamentele sterkte van de US dollar geleid.

Het gaat misschien langzaam, maar door dit alles verzwakt de positie van de US dollar als universele munt steeds meer. Het aandeel van de US dollar in de internationale reserves van centrale banken is gezakt van 72% rond de eeuwwisseling tot 58% in 2021. We lijken dus meer en meer te evolueren naar een wereld waar de grote handelsblokken ook monetair steeds verder van elkaar wegdriften. De US dollar zal wellicht dominant blijven in grote delen van de Westerse wereld, maar zal het rijk wellicht niet meer voor zich alleen hebben…

Christophe Van Canneyt, Chief Economist CapitalatWork NV

Samenstelling internationale reserves 1999-2021 (%)

Titeca Pro Accountants & Experts

4 tips voor vermogensbescherming als zelfstandige

Laten we even een open deur intrappen: ondernemen is risico nemen. Als zelfstandige beschik je over een stuk minder zekerheden dan een werknemer. Wat bijvoorbeeld wanneer je ziek wordt, wat met je financiële situatie als je op pensioen wenst te gaan…? Heel wat ondernemers geven toe dat ze te weinig kennis hebben over hun toekomstig inkomen in die situaties. Maar welke stappen kan je dan wel ondernemen om voor jezelf de nodige financiële gemoedsrust te creëren?

1. Verklaring onbeslagbaarheid

eigen woning

Als zelfstandige ben je persoonlijk aansprakelijk voor alle schulden die tijdens de activiteit worden aangegaan. Een eerste bescherming van het vermogen betreft een nog te weinig gekende en toegepaste techniek. Elke zelfstandige kan immers de eigen woning laten beschermen tegen het merendeel van de schulden die opgebouwd worden tijdens de zelfstandige activiteit. Dit kan dus voor handelaars, vrije beroepers tot bedrijfsleiders van vennootschappen. Deze bescherming wordt genoten vanaf het ogenblik dat een verklaring wordt afgelegd bij de notaris. Alle nieuwe schulden vanaf het afleggen van deze verklaring zijn bijgevolg afgeschermd en schuldeisers kunnen de eigen woning van de zelfstandige niet uitwinnen. Een aantal schulden zoals fiscale schulden vallen uiteraard niet binnen deze begrenzing.

2. Gewaarborgd inkomen

Het beschermen van de eigen woning is een goede start maar in geval van arbeidsongeschiktheid zal dit weinig soelaas brengen. Om een inkomensverlies tijdens de zelfstandige activiteit te compenseren, wordt aangeraden om een verzekering gewaarborgd inkomen af te sluiten. Naast de (beperkte) vergoeding die je ontvangt vanuit het ziekenfonds kan een bijkomende vergoeding genoten worden om op die manier toch een maandelijks inkomen te genieten.

Hoe hoog de bescherming moet zijn, kan je zelf kiezen maar je dient uiteraard wel rekening te houden met het huidige inkomen. Een bijkomend voordeel is dat de premies fiscaal aftrekbaar zijn. Het afsluiten van een dergelijke verzekering vereist in de meeste gevallen wel een gezondheidsonderzoek.

3. Bedrijfsleidersverzekering

Ben je bedrijfsleider van een vennootschap, dan is het aangeraden de voorgaande 2 beschermingen aan te gaan. Net als de zelfstandige via de verzekering gewaarborgd inkomen, kan ook de vennootschap haar inkomsten beschermen. Via een bedrijfsleidersverzekering of Keymanverzekering kan je als zelfstandige de financiële continuïteit en stabiliteit van je onderneming waarborgen. Deze polis verzekert tot 80% van de omzet van het bedrijf. Indien je niet langer in staat zou zijn om de activiteiten uit te oefenen – wegens arbeidsongeschiktheid – dan ontvangt de vennootschap een rente om de vaste kosten (huur, personeel…) door te betalen. Bij overlijden zal de vennootschap een kapitaal ontvangen dat bijvoorbeeld, gebruikt kan worden om één of meerdere investeringskredieten af te betalen, of om een nieuwe bedrijfsleider aan te trekken. Deze verzekering wordt dus vaak afgesloten door eenmansvennootschappen of door kmo’s waarbij één persoon een centrale rol (Keyman) speelt. Het wegvallen van deze persoon kan immers een drastische impact hebben op het reilen en zeilen van de onderneming. Ook voor het afsluiten van deze verzekering zal een gezondheidsonderzoek noodzakelijk zijn.

4. VAPZ en IPT

Elke zelfstandige heeft zijn eigen manieren om pensioenopbouw te doen. Een van de meest gekende systemen is om een bijkomend pensioenkapitaal op te bouwen. Als zelfstandige kan dit via het afsluiten van een VAPZ. Dit eindkapitaal wordt voordelig belast en is veelal de eerste stap die genomen wordt. Net als de premies gewaarborgd inkomen zijn ook deze premies fiscaal aftrekbaar. Let hier echter op: vaak zitten in de premies VAPZ ook een bescherming gewaarborgd

inkomen. Betaal dus geen twee keer voor eenzelfde bescherming. Daarnaast kan via de vennootschap vervolgens nog een bijkomend kapitaal opgebouwd worden door het opstarten van een individuele pensioentoezegging (IPT). Ook deze premies zijn, binnen de grenzen van de 80%-grens, fiscaal aftrekbaar. Minister Van Peteghem wil dit principe echter grondig aanpassen in zijn geplande fiscale hervorming.

Conclusie

Er zijn natuurlijk heel wat elementen die je niet in de hand hebt bij het inschatten van je financiële situatie. Denk bijvoorbeeld maar aan inflatie, de impact van de oorlog in Oekraïne, je eigen gezondheid… Maar toch is het belangrijk om tijdig stil te staan bij de vraag over welke financiële middelen je beschikt en hoe je kan zorgen voor de nodige financiële bescherming.

Aaron Vervaeke, fiscaal adviseur Titeca Pro Accountants & Experts

Bij iedere toekomstbepalende beslissing staan we voor jou klaar

Ontdek wat Titeca voor jou kan betekenen www.titeca.pro

De Langhe Advocaten

Uitonverdeeldheidtreding aandeelhouder-vennootschap: niet

vindt het verdeelrecht toepassing!

altijd

Sinds jaren is de aankoop van een onroerend goed in onverdeeldheid door een aandeelhouder met zijn vennootschap een populaire fiscale optimalisatietechniek. Bij een latere uitonverdeeldheidtreding kan de aandeelhouder genieten van het verdeelrecht aan een tarief van 2,5%. Recent stelde het Hof van Cassatie dat soms toch het verkooprecht van 12% van toepassing is.

Principe

Reeds lang bestaat een optimalisatietechniek erin om als aandeelhouder een onroerend goed in onverdeeldheid te verwerven samen met diens vennootschap. Hierbij wordt aan de vennootschap een zo groot mogelijk aandeel toegewezen (bv. een 95% (vennootschap) - 5% (aandeelhouder)verhouding), aangezien in functie daarvan afschrijvingen en andere kosten in aftrek kunnen worden genomen. Wanneer de aandeelhouder later de onverdeelde rechten overneemt, is het verdeelrecht van 2,5% verschuldigd.

Fiscale planning op de helling

De Vlaamse Belastingdienst (hierna: Vlabel) meent echter dat steeds het verkooprecht is verschuldigd bij de uitonverdeeldheidtreding tussen een NV en haar aandeelhouder. De Vlaamse Codex Fiscaliteit stelt immers dat een verkrijging, op welke wijze ook, van een in België gelegen onroerend goed door een aandeelhouder van zijn NV, onderworpen is aan het verkooprecht van 12%. Volgens Vlabel moet deze regel onverkort worden toegepast, ongeacht het lagere tarief dat principieel van toepassing is op uitonverdeeldheidtredingen.

Noteer dat een gelijkaardige bepaling bestaat voor een BV, VOF, CommV of CV maar dat er specifiek voor deze vennootschapsvormen een uitzonderingsregeling bestaat waarbij het tarief van 12% niet wordt toegepast; bijvoorbeeld wanneer degene die het onroerend goed overneemt van de vennootschap, reeds aandeelhouder was op het moment dat de vennootschap dit verwierf met betaling van het verkooprecht. Voor een meer uitgebreide uiteenzetting hieromtrent, verwijzen wij naar onze eerdere bijdragen.

Uiteindelijk boog het Hof van Cassatie zich hierover, nadat het Hof eerder aan het Grondwettelijk Hof een mogelijke schending van het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel had voorgelegd. Immers wordt een aandeelhouder van een NV onderworpen aan het verkooprecht, terwijl een derde (niet-aandeelhouder) nog steeds geniet van het verdeelrecht wanneer deze met een NV uit onverdeeldheid treedt. Het Grondwettelijk Hof zag hier geen discriminatie in omwille van het stemrecht of de controle die een aandeelhouder uitoefent binnen de vennootschap. In die zin besloot het Hof van Cassatie dat het verkooprecht bij voorrang moet worden toegepast bij de uitonverdeeldheidtreding tussen een NV en diens aandeelhouder. Noteer dat een BV, VOF, CommV of CV hier buiten schot blijft.

Remediëring visie van Hof van Cassatie mogelijk? Hoewel de uitspraak van het Hof van Cassatie de techniek met een NV een halt toeroept, kunnen o.i. echter een aantal remediërende kanttekeningen geplaatst worden.

Zo blijft bijvoorbeeld een uitonverdeeldheidtreding met een BV e.a. (vooralsnog) buiten schot, mits de voorwaarden voldaan zijn om het verdeelrecht toe te passen. Bijgevolg kan het interessant zijn om – ingeval van een onroerend goed in onverdeeldheid met een NV – na te denken over een omzetting naar een andere vennootschapsvorm. Er zijn immers gunstige rulings bekend waarin de omzetting van een NV naar een BV niet gekwalificeerd werd als fiscaal misbruik. Let op: hierbij waren telkens voldoende nietfiscale motieven aanwezig, zoals:

» een familiale opvolging die een meer besloten karakter rechtvaardigt;

» een vereenvoudigde boekhouding bij een afname van activiteiten;

» het tijdsverloop tussen (i) de omzetting van een NV naar een BV en (ii) de onttrekking van het onverdeelde onroerend goed uit de BV.

Conclusie

Hoewel het verdeelrecht bij de onttrekking van een onverdeeld onroerend goed uit een NV niet langer het uitgangspunt blijkt te zijn, blijven concrete situaties denkbaar die een toepassing van het verkooprecht mogelijks toch verhinderen. De omzetting naar een andere vennootschapsvorm kan – in bepaalde gevallen – eventueel een oplossing bieden. Benieuwd naar het vervolg van deze saga.

Mathias De Schrijver en Evert Moonen De Langhe Advocaten

Wim Simon — Aviko

“Altijd de vraag stellen wat anders en beter kan”

In de coronajaren 2020 en 2021 bouwde de Nederlandse multinational Aviko in Poperinge een state-of-the-art ‘frietfabriek’. Een greenfield met een prijsetiket van liefst 200 miljoen euro, één van de grootste investeringen van de voorbije jaren in WestVlaanderen. Aviko is wereldwijd een grote speler (met export naar liefst 110 landen wereldwijd) en is onderdeel van Royal Cosun, een toonaangevende agrarische coöperatie waarbij ruim 8.400 Nederlandse telers mede-aandeelhouder zijn van het concern. Na het bouwproces kreeg Wim Simon de fakkel in handen voor een goede opstart. De plant draait nu op capaciteit.

Hoe is het om als Nederlander aan de slag te gaan in het diepe West-Vlaanderen?

“Wat een leuke regio hier. Prachtige natuur om te wandelen, wat ik vaak doe, en Bourgondisch van aanpak. Als ik in Nederland terugkom, en ik krijg een steak op mijn bord, moet ik die ergens onder de sla gaan zoeken. Dan moet ik altijd denken aan het festijn op mijn bord dat me wacht in West-Vlaanderen.”

Aviko is onderdeel van de top in Europa en zelfs in de wereld met een plaats in de top 5. Hoe ver reiken de ambities nog?

“Dat we door de jaren heen blijven groeien, heeft alles te maken met het feit dat we actief zijn op een wereldwijde groeimarkt. Daarin groeit Aviko sneller dan de markt en daar zijn we ook best fier op. In China bijvoorbeeld zijn aardappelen en friet in opmars. Op die golf surfen we mee, onder meer met een eigen fabriek in China, naast onze fabrieken in Nederland (3), België (2), Duitsland (1), Zweden (1) en Polen (1). Fijn, zou je kunnen zeggen, zo’n groeimarkt. Maar het zorgt ook voor een hele uitdaging, met name het op peil houden van de productiecapaciteit. De investering in Poperinge kadert heel zeker in die context. We denken ook al verder.”

Is de fabriek op de groei gebouwd?

“Deze fabriek mag dan gloednieuw zijn, we kunnen ze opschalen en zelfs verdubbelen qua grootte. Zo borgen we onze toekomst. We zijn voorzien op groei en zullen op een dag verder opschalen. Maar natuurlijk moet dan ook gedacht worden aan de uitbreiding van de aanvoer van onze grondstof (de aardappel). Gelukkig zitten we hier middenin een regio die bekendstaat als de bakermat van de aardappel.”

Vandaag draait Aviko op groepsniveau

1,3 miljard euro omzet. Bedoeling is om verder te groeien. Is dat realistisch?

“Ja, en wel om 2 redenen. Ten eerste: we beschouwen onszelf als een bedrijf dat de hoogste standaard hanteert inzake kwaliteit van het eindproduct. En ten tweede: we brengen ook een bijzonder breed palet aan producten naar de wereldmarkt, en dus lang niet alleen friet – dun of dik, lang of

kort, knapperig of vlak – maar evengoed van aardappelen afgeleide producten of zelfs garnaalkroketten. In onze bedrijfsslogan zit onze ambitie ook vervat: ‘We bring joy to tables all over the world’. En dan moet je nog weten dat Aviko zich vooral richt tot de food service bedrijven (cateraars, groothandelaars, enzovoort).”

Aviko is een echte multinational. Stel dat er zich kansen voordoen op een overname, is de spaarkassa (de eigen middelen) dan groot genoeg?

“Cosun is een gezonde coöperatieve vennootschap met ruim 8.400 leden, allemaal telers. Daar wordt voorzienig omgesprongen met geld, maar wordt ook geïnvesteerd in de toekomst. De fabriek in Poperinge is daar een goed voorbeeld van. We investeren met oog op de lange termijn. Tijdens corona is voor Aviko een groot deel van de omzet weggevallen omdat de horeca een belangrijk afzetkanaal voor ons is. Toch werd niet getwijfeld aan de noodzaak van de investering in Poperinge. En dat heeft goed uitgepakt, de productiecapaciteit in Poperinge is hard nodig voor onze klanten.”

Ruim 8.400 boeren die eigenaar zijn en die elk een eigen mening hebben… dat moet voor vuurwerk zorgen, toch?

“Een coöperatie betekent in de praktijk en in de eerste plaats een grote betrokkenheid, een groot medeverantwoordelijkheidsgevoel en een eerlijke insteek van elke aandeelhouder. Vergeet niet: in se zijn dat concurrenten van elkaar, maar die gedachte wordt opzijgelegd in het belang van de coöperatie. Het beslissingsproces gebeurt stapsgewijs, waarbij elk niveau zijn rol speelt: de 8.400 coöperanten geven hun mening en verstrekken gefundeerd advies naar de onderneming. Uiteindelijk hebben de eigenaars van de onderneming de laatste zeg. Dat zorgt voor een mooi evenwicht tot er consensus ontstaat. En natuurlijk wordt er aan de basis, bij de coöperanten, een diepgaand en kritisch debat gevoerd als een zaak aan de orde is. Finaal primeert echter altijd het gezond boerenverstand, waarbij vooral naar de lange termijn wordt gekeken, niet naar de kortetermijnwinstdoelstelling.”

De investering in Poperinge zorgde niet voor verhitte gemoederen? Aviko had deze fabriek ook in Nederland kunnen bouwen, toch?

“Een vertegenwoordiging van de onderneming en de coöperatie is hier vooraf de zaken komen bekijken en daar kleefde alleen maar een goed gevoel aan. Eens de fabriek er stond, is men opnieuw op bezoek geweest. Na de rondleiding kregen we applaus. Vergeet niet dat telers ondernemers bij uitstek zijn, met veel terreinkennis. Het zijn geen aandeelhouders die in een of ander salon met pluchen zetels beslissingen nemen.”

Waarom kozen jullie voor Poperinge?

“Laat me toe om het in de bredere context te zetten. In januari 2020, net voor corona, werd de eerste paal hier in de grond geklopt. En een maand later werd de horeca gesloten en dat had direct impact op de verkopen van Aviko. Natuurlijk hebben we toen samengezeten en de investering geëvalueerd. Want 200 miljoen euro investeren op zo’n moment, daar moet je goed over nadenken. Maar er was veel vertrouwen in een goede afloop en een gevoel van noodzaak voor het uitbreiden van onze capaciteit. Nu produceren we per week 3,5 miljoen kilo friet. Of om het anders te zeggen: we kunnen vanuit Poperinge elke week elke Belg zijn portie friet bezorgen, dankzij de bevoorrading van aardappelen uit de omgeving. Het grootste deel van de toevoer gebeurt in een straal van pakweg 50 kilometer, inclusief Noord-Frankrijk. Maar als het nodig is gaan we ook verder, zelfs tot in Normandië. Met groot transport wordt de toevoer van circa 600 telers uit de brede regio dagelijks opgehaald en naar Poperinge gebracht. Soms zien we ook nog telers die hun aanbod zelf komen brengen met de tractor. Eens de bouw af was, hebben we onze toeleveranciers ook uitgenodigd om onze fabriek te komen bezoeken. Ze mochten ook hun familie meebrengen. We kiezen bewust voor een sterke band met onze toeleveranciers en steken in op een open en interactieve dialoog.”

Hoe bedrijfsvriendelijk waren de instanties, de bevoegde overheden bij de bouw van deze greenfield?

“Die waren uitstekend en welwillend. Het eerste en belangrijkste contact liep via de lokale burgervader Christophe Dejaeger, die ook provincieraadslid is in de provincie. Hij was van meet af aan gewonnen voor onze zaak, ook al omdat we toch 200 jobs in het

“We kunnen vanuit Poperinge elke week elke Belg zijn portie friet bezorgen, dankzij de bevoorrading van aardappelen uit de omgeving.”

leven riepen. Hij was een believer en ook een beetje ambassadeur, de verbindingsman ook naar de provincie. De zoektocht naar bouwgrond was niet evident. Daar rees mogelijk nog de grootste uitdaging, want 8 hectare aankopen is niet zonneklaar. De oplossing kwam via de aankoop van 3 aparte lappen grond.”

Bedrijfsvriendelijk Poperinge dus. Ook milieuvriendelijk en duurzaam Poperinge?

“Ook op dat vlak kunnen we alleen maar positief zijn. Met het lokale bestuur hebben we ons gezamenlijk gebogen over de voor ons zo belangrijke waterproblematiek. Zo zijn we samen gekomen tot de aanleg van een nieuwe waterzuiveringsinstallatie, dat uitkomt op een reservoir. Daaruit kunnen in droge tijden telers uit de onmiddellijke omgeving water tappen voor aggregatie van hun land. Ze kunnen hier te allen tijde gezuiverd water komen oppompen. Reken maar wat dat betekend heeft in een zo droge zomer als die van 2022. Op het vlak van duurzaamheid hebben we nog meer grote inspanningen geleverd, onder meer met een dak vol zonnepanelen of met een hele rij elektrische laadstations voor de deur.”

Kan je dromen van een fabriek die qua energiebevoorrading volledig ‘self sufficient’ is?

“Dat is voorlopig nog altijd wishfull thinking. We blijven toch nog altijd afhankelijk van de energiebedrijven. Dat gezegd zijnde, hier staan we voor een enorme toekomstige uitdaging, en vermoedelijk ons bedrijf niet alleen. Zal er voldoende capaciteit blijven op het elektriciteitsnet om onze ambities waar te maken? De meeste bedrijven zijn bezig met vergroenen en dus met elektrificeren. Daarbij kan gedacht worden aan het overgaan van het gebruik van aardgas naar het gebruik van groene stroom, opgewekt door bijvoorbeeld windmolens. Maar zal dat haalbaar blijken?”

Het stikstofakkoord dreigt een hypotheek te leggen op veel landbouwbedrijven. Ook in Nederland is de problematiek een ‘hot potato’.

“Het stikstofdossier is complex. Enerzijds zijn we het met zijn allen aan onszelf verplicht om zuinig om te springen met de natuur. Op deze manier doorgaan kan niet, dat ziet iedereen. Anderzijds moet er een eerlijke herverdeling komen. Dat betekent dat er oog moet zijn voor iedere partij en dat we samen naar oplossingen moeten zoeken. Ook Aviko

staat sinds vorig jaar aan het roer van de Aviko-fabriek in Poperinge. Hij werkte intussen al samen met verschillende West-Vlaamse kmo’s. Hij is vol lof over hen: “Om het met enkele trefwoorden te zeggen: ze zijn meedenkend, ondernemend, bereid tot een stapje extra, geen hokjescultuur. Mijn ervaringen zijn heel goed.”

wordt als partij bij het debat betrokken; in Europa zijn veel belangenorganisaties actief op dat gebied. Je ziet nu dat het debat er één is van veel actie, reactie en tegenreactie. Persoonlijk vind ik dat we er gezamenlijk uit moeten komen om zo te komen tot eerlijke en genuanceerde compromissen die recht doen aan ieders belang. Het is zoeken naar de middenweg. De politiek zou de situatie sneller moeten kunnen uitklaren. Dat geldt ook voor de waterproblematiek. Het water in de Westhoek heeft nu een te hoog zoutgehalte. Ook dat vergt afweging van ieders belang. De overheden kunnen en moeten daar een rol in pakken. Wat ondernemers van de overheid nodig hebben, is duidelijkheid en perspectief. Iets dat juist in deze dossiers zo lastig is.”

Als we het over duurzaamheid hebben, dan mag je niet alleen denken aan een ecologische invulling. Geldt duurzaamheid ook niet op het vlak van hr bijvoorbeeld?

“U zegt dat heel terecht. We streven hier naar een modelbeleid in de relatie met al onze medewerkers. We zijn er best fier op dat we hier kunnen uitpakken met een leuke plek om te werken en met correcte verloningen. Voorts gaat ook alle aandacht naar veiligheid op de werkvloer. En als de targets bereikt worden, dan kan daar ook een premie tegenover staan.”

U zocht 200 medewerkers voor de nieuwe fabriek. Vond u die in de onmiddellijke omgeving?

“Vergeet niet dat we hier ook 40% Fransen in huis hebben. Zonder hen was het niet gelukt. Een vijftiental vacatures blijft ook nog open staan en dus zijn we nog steeds op zoek naar mensen die bij ons willen komen werken. Inmiddels werken we ook aan onze naambekendheid via sponsoring van regionale verenigingen of via bedrijfsbezoeken.”

Een slotvraag: kan je nog innovatief zijn in deze sector die veeleer beschouwd wordt als traditioneel?

“En of, hoor. Als ondernemer moet je toch altijd de vraag stellen wat je anders en beter kan doen. Die vragen stellen wij ons ook continu. Om maar één voorbeeld te geven: we streven er samen met de boeren naar om steeds meer ovale, in plaats van ronde aardappelen te kweken (tekent de contouren op papier). Daar bestaat een goede reden voor: je hebt gewoon meer product en minder afval van kleine stukjes. Zoals er ook gedacht wordt aan het kweken van nieuwe rassen. Maar dat alles heb je niet op een vingerknip, het vergt onderzoek en doorgedreven inspanningen.”

(Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)

Wim Simon

Fietsen wint aan populariteit, ook voor woon-werkverkeer. In Vlaanderen gaat volgens de federale overheidsdienst Mobiliteit 17% van de werknemers met de fiets naar het werk. De voordelen zijn legio: je verliest geen tijd in de file, het is gezond én fietsen is niet milieuvervuilend. Logisch dus dat de overheid werkgevers wil stimuleren om leasefietsen aan te bieden aan werknemers. Lien Verhulst, legal consultant bij SD Worx, vertelt er meer over.

“Fietsleasing voorzien voor je medewerkers, is natuurlijk een boost voor je employer branding”, steekt Lien Verhulst van wal. “Het past binnen je imago als duurzaam bedrijf en je toont ermee aan dat je openstaat voor flexibele verloning. Daarnaast kan je op die manier filestress bij werknemers vermijden en het absenteïsme verlagen.” En daar blijft het niet bij, want leasefietsen zijn ook een element van een aantrekkelijk, flexibel loonpakket. Alle soorten fietsen kunnen geleased worden: van een gewone stadsfiets tot een bakfiets, mountainbike, racefiets, een gewone elektrische fiets of speed pedelec. Na afloop van het leasingcontract, dat meestal 3 jaar loopt, kan de werknemer ervoor kiezen om de fiets in te leveren of over te kopen tegen de restwaarde.

Gunstregime

Er zijn verschillende opties om fietsleasing op te nemen in de verloning van je medewerkers. “Je kan het aanbieden als een extraatje, bovenop het bestaande loon. Dat gebeurt dan bijvoorbeeld in de plaats van een loonsverhoging die je misschien toch al wilde toekennen. In de praktijk wordt meestal gekozen voor een loonruil, waarbij medewerkers de kans krijgen om een deel van het brutoloon te heronderhandelen en ‘in te ruilen’ voor een leasefiets. In sommige paritaire comités kan dat ook met (een deel van) de eindejaarspremie.” Zo’n loonruil is budgetneutraal voor de werkgever. “Je laat het brutoloon dalen om de leaseprijs van de fiets te dekken. En omdat op een leasefiets geen RSZ en geen belastingen betaald moet worden, zal een medewerker voor een fiets met een leaseprijs van vb. 100 euro per maand geen 100 euro brutoloon moeten inruilen. Op die manier komt het voor je medewerker voordeliger uit dan

wanneer ze zelf een fiets kopen of leasen met hun nettoloon. De fiets en alle eventueel bijbehorende uitgaven zoals helmen, hangsloten, fluohesjes, plaatsing van fietsenstalling en zelfs sanitaire voorzieningen zijn 100% aftrekbaar voor de werkgever.”

Belangrijke voorwaarde voor dat parafiscale gunstregime: de medewerker moet de fiets gebruiken voor een aanzienlijk deel van zijn of haar woon-werkverkeer. In de praktijk wordt het percentage van minstens 20% per jaar gebruikt. 1 dag per week met de fiets naar het werk komen is bijvoorbeeld prima, net als de volledige zomer je fiets gebruiken en die in de winter thuis laten.

Addertje

Tot zover een goednieuwsshow, en toch is er een belangrijke ‘maar’. “Het heronderhandelen van het brutoloon kan enkel als het loon van de medewerker boven het sectorale minimumloon ligt. Vooral bij arbeiders kan dat voor problemen zorgen. Zij worden vaker dan bedienden op of beperkt boven het barema betaald. Ik heb al situaties meegemaakt waarbij de werkgever zijn belofte om iedereen een fiets te laten leasen via een heronderhandeling van het brutoloon moest intrekken. Dat is heel pijnlijk. Laat je dus vooraf goed informeren door professionals.”

Werknemers kunnen soms ook voor onaangename verrassingen komen te staan. “Als hun basisloon daalt, heeft dat een impact op alles wat berekend wordt op basis van dat loon. De eindejaarspremie en het vakantiegeld bijvoorbeeld, maar ook overuren, ploegenpremies en sociale uitkeringen. Na de grote indexatie van de lonen begin dit jaar kregen we ook heel wat

Fietsvergoeding

Niet alleen de terbeschikkingstelling van leasefietsen zelf geniet het fiscaal gunstregime. Je kan er ook voor kiezen om je medewerkers een fietsvergoeding te geven, die je ook kan aftrekken. In sommige gevallen is dat al verplicht. Het maximumbedrag ligt (op dit moment) vast op 0,27 euro per getrapte kilometer. Ga je daarboven, dan betaalt je werknemer belastingen, zijn het voor je bedrijf geen aftrekbare bedrijfskosten meer en moet je er dus sociale bijdragen voor ophoesten.

vragen van mensen die dan pas beseften dat het bedrag van de indexering lager uitviel dan verwacht.”

Lien raadt bedrijven daarom aan om werknemers goed te informeren over alle randvoorwaarden en consequenties van fietsleasing en loonruil. “Organiseer bijvoorbeeld een infosessie. En ook belangrijk om discussies te vermijden: leg alle afspraken vast in een schriftelijke policy.”

Bij SD Worx zien ze de populariteit van fietsleasing de laatste jaren alleen maar stijgen. “Het is dan ook een heel laagdrempelige manier om flexibel te verlonen, iets wat je werknemers zeker appreciëren. Er zijn heel wat maatschappijen op de markt die leasefietsen aanbieden met servicecontracten, handige online platformen,… Als je er goed geïnformeerd mee aan de slag gaat, kan de keuze voor het aanbieden van fietsleasing aan je werknemers een win-win betekenen voor alle partijen”, besluit ze. (JV - Foto Kurt)

www.sdworx.be

“Laat je goed informeren”

Longing for monday mornings.

Track-and-tracesystemen verbeteren efficiëntie

Traxgo treedt toe tot internationale groep

Traxgo startte precies 20 jaar geleden als specialist in trackingsystemen, maar intussen biedt het bedrijf ook monitoring en bedrijfssoftware die aan de trackingsystemen gekoppeld worden. De toepassingen blijken heel waardevol binnen de verhuursector. “Onze klanten kunnen niet alleen zien waar hun voertuigen of machines zich bevinden, ze kunnen ze ook vanop afstand stilleggen.”

Traxgo voorziet alles wat beweegt van een track-and-tracesysteem: van personen- en bestelwagens tot vrachtwagens en trailers, en van kranen en bulldozers tot hoogtewerkers. “Bij de start van Traxgo werden onze trackers door onze klanten vooral ingezet om hun medewerkers te controleren, maar intussen zijn onze systemen het instrument bij uitstek geworden om de efficiëntie in bedrijven te verbeteren”, zegt zaakvoerder Bart Cappon.

De systemen van Traxgo houden niet alleen bij waar voertuigen en machines zich op welk moment bevinden, ze houden ook bij wanneer ze rondrijden, werken of een onderhoud moeten krijgen. “Dat is een bijzonder grote hulp bij de opmaak van de planning”, zegt salesverantwoordelijke Frederik Depuydt. “Maar er zijn nog andere voordelen. Onze softwaresystemen houden bijvoorbeeld ook het brandstofniveau bij, zodat gericht bijgetankt kan worden.” Traxgo zorgt er ook voor dat medewerkers hun uren niet meer moeten bijhouden en indienen. “We kunnen badgelezers installeren in voertuigen of machines, zodat die automatisch bijhouden wie wanneer aan het werk was. Ook ‘white lists’ zijn mogelijk: vastleggen welke medewerkers met welke machines of voertuigen mogen werken.” De mogelijkheden zijn eindeloos. “In 2018 hebben we een softwarebedrijf overgenomen om ons aanbod aan businesssoftware te kunnen uitbreiden. Nu kunnen we de gegevens uit onze track-and-tracesystemen ook linken aan planningstools en bedrijfssoftware. Via een app op de smartphone kunnen klanten aftekenen en kunnen medewerkers op de baan communiceren met medewerkers op kantoor. Ideaal om foto’s of technische tekeningen door te sturen, bijvoorbeeld.”

Traxgo heeft intussen al 22 medewerkers, 13 in Dottenijs en 9 developers in Oekraïne. Het telt zo’n 1.500 klanten, hoofdzakelijk kmo’s. “Maar we merken dat er ook steeds grotere bedrijven de weg naar ons vinden. Omdat we zelf al 20 jaar meedraaien en onszelf al meermaals hebben bewezen. Onze grootste troef is dat we onze softwaresystemen zelf schrijven. Dat zorgt

ervoor dat we ook op maat kunnen werken, maar ook dat we de timing zelf in handen hebben.”

Leasingsector

Traxgo is ook erg actief in de leasingsector. “Zo’n kwart van onze opdrachten voeren we uit voor leasingklanten”, zegt Depuydt. “Het gebeurt wel eens dat hun klanten voertuigen en machines niet meer teruggeven of later terugbrengen dan afgesproken. In dat geval kunnen onze klanten die voertuigen en machines niet enkel lokaliseren, maar ze ook vanop afstand stilleggen. Soms hebben ze ook een afspraak met hun klanten dat die enkel moeten betalen voor de momenten dat machines draaien. Dankzij onze track-and-tracesystemen krijgen ze automatisch een overzicht.” Het bedrijf is recent ook toegetreden tot de internationale Clifford Group, die gespecialiseerd is in voertuigbeveiligingsoplossingen. “We zijn bijzonder complementair en willen via de groep de weg vrijmaken naar de rest van Europa.” (JM - Foto Kurt) www.traxgo.be

“Zo’n kwart van onze opdrachten voeren we uit voor leasingklanten.”

— FREDERIK DEPUYDT

Frederik Depuydt en Brecht Cappon.

elektrificatie van uw wagenpark.

De vergroening van het Belgische wagenpark zit op kruissnelheid, zo blijkt uit de cijfers van 2022. Meer dan 1 op de 3 nieuwe auto’s in ons land was elektrisch aangedreven. Met de nieuwe fiscale regels in 2023 wordt de transitie naar een groen wagenpark nog verder versneld.

Als bestuurder bij Volvo Automobilia merkt Maria Mortier dat bedrijven bestellingen die eigenlijk gepland waren voor het einde van het jaar naar voren schuiven, om te kunnen profiteren van de huidige fiscale aftrek. “Vóór 1 juli 2023 blijft namelijk de maximale fiscale aftrek van kracht voor Plug-in hybrides gedurende de hele gebruiksduur van de auto. De elektrische auto met back-up plan stijgt hiermee sterk in populariteit.”

Hybride rijden blijft interessant.

Het is nog steeds interessant om vóór die deadline een Plug-in hybride te bestellen. De datum van de ondertekende bestelbon bepaalt namelijk het fiscale regime. Bedrijven betalen een solidariteitsbijdrage aan de RSZ op basis van de CO2-uitstoot van de auto. Dit bedrag stijgt vanaf 1 juli 2023 met een factor van 2,25. Daarom spelen Plug-in hybrides nog steeds een belangrijke rol in de transitie naar een groen wagenpark. Bestel uw wagen nog voor 1 juli 2023 en geniet van de maximale aftrekbaarheid.

Direct leverbare modellen in Domein Vossenberg.

Bent u op zoek naar een duurzame wagen die u nu al kan aankopen en die bovendien fiscaal aftrekbaar is tot en met 1 juli? Kies dan voor een Selekt Plug-in Hybride van Volvo Automobilia! Ontdek ze op 16,17 en 18 juni op de Automobilia Experience Days bij Domein Vossenberg. Ontdek niet alleen het volledige aanbod van Volvo, maar ervaar ook elektrisch en hybride rijden. Onze deskundige medewerkers staan voor u klaar om al uw vragen te beantwoorden. We verwelkomen u graag!

“Plug-in hybride is nog steeds een slimme keus.”

het in Domein Vossenberg

“Voor 19,1 miljard euro aan uitstaande bedragen”

Leasing zat in 2022 sterk in de lift

Om de evolutie van de Belgische en de Europese leasingmarkt te schetsen, bevraagt beroepsorganisatie de Belgische Leasingvereniging elk jaar haar leden. Dat levert telkens een aantal verhelderende inzichten op, bijvoorbeeld over de productie van roerende leasing en onroerende leasing (per type uitrusting, per klantentype, per type gebouw, per sector …) en het aandeel van financiële leasing. In 2022 deed de leasingsector het alvast zeer goed, zo blijkt uit de cijfers.

In 2022 lag de totale productie (roerende en onroerende leasing) van de BLV-leden, op basis van de ondertekening van het contract, 13,9% hoger dan in 2021 en bedroeg 7,5 miljard euro. “De sterke inflatie, die de prijzen van de assets deed toenemen, en de aankondiging van een aantal fiscale wijzigingen voor wagens, heeft die sterke toename ondersteund”, legt SecretarisGeneraal Anne-Mie Ooghe uit. De productie van de roerende leasing klom met 17,4%. Die van onroerende leasing, op basis van de ondertekening van het contract, daalde daarentegen met 10,6%.

Hernieuwbare energie

Als we roerende leasing bekijken per type uitrusting, deed zich de sterkste stijging voor in de leasingproductie van hernieuwbare energie (+ 60,9%). Mogelijk heeft de energiecrisis daartoe bijgedragen, al blijft het absolute bedrag nog steeds vrij beperkt. De leasingproductie van personenwagens kende ook een zeer sterke groei (+ 30,7%). “Dat komt enerzijds doordat meer duurdere wagens met emissievriendelijkere motoren werden geleased en anderzijds door de aankondiging van een

minder gunstige fiscale regelgeving voor wagens vanaf 2023”, klinkt het.

De leasingproductie van bedrijfswagens en van machines en industriële uitrustingen klom respectievelijk met 12,2% en 9%. De leasingproductie van computers en bureelmateriaal liep terug met 4%. Zowel de leasingproductie voor de industrie (+ 14,4%) als voor de dienstensector (+ 15,8%) kende een sterke groei. Eind 2022 lag het uitstaande bedrag aan roerende en onroerende leasing met 19,1 miljard euro 6,4% hoger dan in 2021.

De contracten voor een bedrag tot 20.000 euro bleven de grootste categorie, maar ze worden op de voet gevolgd door het aantal

Wat is leasing?

Leasing is een alternatieve investeringsvorm waarbij de ene partij (de leasinggever of lessor) een materieel vast actief (bv. een auto, computer, machine of gebouw) aankoopt en ter beschikking stelt van een andere partij (de leasingnemer of lessee). Die laatste betaalt een periodieke huur (meestal maandelijks of trimestrieel). Op het einde van de lease krijgt hij doorgaans een aankoopoptie

nieuwe contracten tussen 20.000 en 50.000 euro. Het belang van het aantal nieuwe contracten tussen 50.000 en 100.000 euro klom van 13,5% in 2021 tot 16,8% in 2022. Slechts bij 9,3% van de nieuwe roerende leasingcontracten was het bedrag hoger dan 100.000 euro.

(Bron: Belgische Leasingvereniging)

Ruim en vlot beschikbaar aanbod

Garage Devisch heeft met Jan Deckmyn een nieuwe algemeen directeur in de rangen, die zich naast de familie Devisch over de dagelijkse werking van het autobedrijf zal ontfermen. Klanten die hun vloot willen elektrificeren, zitten goed bij Garage Devisch. “Onze merken hebben echt een heel ruim, vlot beschikbaar aanbod.”

De grondstenen voor Garage Devisch werden zo’n 120 jaar geleden al gelegd. Met Christophe Devisch is het bedrijf al aan de 5de generatie toe. Sinds kort ontfermt Jan Deckmyn zich als directeur over de dagelijkse werking van het bedrijf. Naast de hoofdvestiging in Eernegem, heeft het bedrijf ook vestigingen in Brugge, Oostkamp, Veurne en Torhout. Het mag zich officiële verdeler noemen van Hyundai, MG, Renault, Dacia en Maxus. Daarnaast heeft Garage Devisch (met CarMarkt.be) een breed aanbod aan tweedehandswagens, van alle merken.

“De laatste jaren is de automobielsector hard veranderd”, zegt Deckmyn. “Vroeger vond een autoverkoop uitsluitend plaats in de toonzaal. Een klant die nu binnenkomt in onze garage om een auto te kopen, heeft online al gekozen welke wagen hij juist wil. Hier wil hij de wagen enkel nog eens in het echt zien en er een testrit mee maken, voor hij een definitieve beslissing neemt. Wij hebben een hele ruime stock, waardoor we die mogelijkheid vlot kunnen aanbieden.”

Schaalvergroting

De marges in de autoverkoop staan onder druk en schaalvergroting is noodzakelijk om als garage concurrentieel te blijven. “Een uitgebreide service kunnen bieden, is ook een grote troef in deze sector”, zegt Deckmyn. “Zo zijn wij een onestopshop voor alles wat met mobiliteit te maken heeft. Je kan hier niet enkel auto’s kopen, je kan ze ook leasen of huren, en achteraf kan je hier terecht

voor onderhoud en herstellingen.

Maar we gaan nog verder dan dat: we bieden verzekeringen aan, klanten kunnen hier ook laadpalen aankopen voor hun wagen,… Daardoor kunnen we bij Garage Devisch echt meedenken met de klant.”

Klanten die hun vloot willen elektrificeren, zitten goed bij Garage Devisch. “Binnen onze merken heb je echt een heel ruime keuze. We kunnen bovendien een stevige garantie bieden tot 7 jaar. Wie vóór 1 juli een plug-in hybride aankoopt, kan die nog voor 100% fiscaal inbrengen. Daarna wordt die aankoop minder interessant. Hoewel we daardoor al een lichte rush voelen, hebben we nog altijd voldoende aanbod in stock om elke klant nog op tijd te helpen.”

Leasing

Leasen wordt steeds meer de regel, toch als het op bedrijfswagens aankomt. “Ondernemers betalen graag een vast bedrag om daarnaast geen zorgen meer te hebben. Je kan bij ons terecht voor alle mogelijke vormen van leasing, zoals bijvoorbeeld ook financiële renting. Welke formule voor bedrijven het interessantst is, hangt af van de grootte van het wagenpark, de noden,… Onze medewerkers hebben de nodige opleidingen genoten om samen met de klanten de best mogelijke formule te bepalen.”

Westlease heeft zo’n 7.000 leaseauto’s op de baan. Daar zullen er de komende weken ongetwijfeld nog heel wat bij komen, nu de fiscaliteit voor hybride wagens binnenkort (op 1 juli) wordt aangepast. Het bedrijf verhuist eind dit jaar van Deerlijk naar Roeselare. “Roeselare ligt echt in het hart van de provincie. We zullen klanten er met een eigen carrosserie en kortetermijnverhuur nog meer kunnen ontzorgen. Bovendien ligt de garage Van Mossel – Vereenooghe, die deel uitmaakt van dezelfde groep, op dezelfde locatie”, zegt Commercial Manager Gregory Vanassche.

Westlease wil klanten steeds meer ontzorgen

Verhuis naar Roeselare kadert in die visie

Westlease werd opgestart in 1977 en maakt sinds 2018 deel uit van Van Mossel, een groep met leasingbedrijven en autoverdelers. Zo’n 1.400 klanten doen een beroep op Westlease voor het beheer van hun wagenpark. “Steeds meer bedrijven kiezen voor elektrische bedrijfswagens”, zegt Vanassche. “Die trend is al een aantal jaren geleden ingezet, maar de laatste 3 jaar gaat het exponentieel snel. Begin 2020 was 20% van de wagens die bij ons werden besteld, elektrisch of hybride. De overige 80% waren nog steeds wagens op fossiele brandstof. Eind 2022 zag het er al helemaal anders uit: toen reed nog maar 20% van de bestelde wagens op fossiele brandstof. 65% van de wagens waren hybride wagens, en 15% waren volledig elektrisch.” Een revolutie, zo lijkt het wel. “We zien stilaan een mentaliteitswijziging bij de mensen. Er zijn nog

te weinig laadpalen om van een optimale situatie te kunnen spreken, maar er zijn intussen genoeg mogelijkheden om de zogenaamde ‘laadstress’ wat te temperen”, zegt Vanassche.

Wie erover twijfelt om in de nabije toekomst een hybride wagen aan te kopen, doet dat het best voor 1 juli. Na die datum wordt die aankoop fiscaal veel minder interessant. “Hybride wagens die je in mei of in juni nog bestelt, kan je voor alle komende jaren voor 100% aftrekken van je belastingen”, legt Vanassche uit. “Wagens die je na die datum bestelt, kan je het eerste jaar nog voor 100% inbrengen. Maar daarna daalt die aftrekbaarheid en worden die wagens netto dus duurder. Het loont dus zeker de moeite om je aankoopplannen daarop af te stemmen. We merken logischerwijze nu

laadpalen om van een optimale situatie te kunnen spreken, maar er zijn intussen genoeg mogelijkheden om de zogenaamde ‘laadstress’ wat te temperen.”

— GREGORY VANASSCHE

al een rush in het aantal bestellingen en we verwachten dat het de komende weken nog véél drukker wordt.”

Ook wie plant om nog een brandstofwagen aan te kopen, doet dat beter voor die datum. “Voor sommige automobilisten is een elektrische wagen geen optie. Voor wie thuis geen laadpaal kan installeren, is het niet evident om altijd zeker te zijn van een opgeladen elektrische wagen. Hetzelfde geldt voor mensen die veel de baan op moeten en niet zeker zijn dat ze op hun stopplaatsen laadpalen treffen. Denk maar aan werfleiders, die van werf naar werf trekken. De overheid wil mensen zoveel mogelijk richting elektrische wagens duwen en doet dat door via fiscale ingrepen brandstofwagens (dus ook de hybrides) aanzienlijk duurder te maken. Om elektrische wagens te kopen of te leasen is er dan weer minder haast. De elektrische wagens die je de komende jaren aankoopt, kan je voor de

volle 100% inbrengen. Pas voor aankopen vanaf 2027 neemt dat percentage af.”

Westlease groeit nog elk jaar stevig. Vorig jaar had het 6.000 leasewagens op de baan, dit jaar zijn er dat al 7.000. “Onze sterkte is dat we een bedrijf zijn met een kleinschalige en klantvriendelijke aanpak, dat tegelijk de troeven van een grote internationale groep kan uitspelen. Dat is mogelijk doordat we deel uitmaken van de groep Van Mossel.” Het komt erop neer dat Westlease de klant zoveel mogelijk probeert te ontzorgen. “We begeleiden de klant in de vergroening van zijn vloot en gaan samen op zoek naar de wagens die voor hem de beste ‘Total Cost of Ownership’ opleveren. Daar zit niet enkel de maandhuur in verrekend van de wagen op zich; die houdt ook rekening met de CO2-bijdrage, verworpen btw en de aftrekbaarheid van de wagen. Op die manier krijg je een duidelijk beeld van hoeveel een auto je precies zal kosten. We gaan daar ook steeds verder in. Zo bieden we ook de mogelijkheid om de laadpaal mee in de leaseformule op te nemen.”

Ook de beslissing om tegen eind dit jaar te verhuizen naar Roeselare kadert in die ontzorging. “Onze huidige locatie in Deerlijk was sowieso te klein geworden, al is het maar om plaats te bieden voor de kortetermijnwagens die als aanloopwagens en vervangwagens aan onze klanten worden geboden. Daarnaast spelen ook nog andere zaken mee. In Roeselare nemen we onze intrek in het voormalige Midera-pand, vlak naast Van Mossel garage Vereenooghe. Dat zorgt ervoor dat onze klanten niet enkel voor het luik leasing bij ons terechtkunnen. Roeselare wordt net zoals de andere Van Mossel-vestigingen een onestopshop locatie.”

Doordachte visie

De groep Van Mossel wordt vaak als een grote ‘overnamemachine’ aanzien. Maar dat beeld klopt niet, klinkt het hier, want alle overnames gebeuren steeds met een doordachte visie. “Het uitgangspunt van Van Mossel is om klanten volledige ontzorging en een onestopshop aan te bieden op het vlak van gemotoriseerde mobiliteit. Een klant zal daarom met zijn leasewagen in alle vestigingen van Van Mossel terechtkunnen voor onderhoud, herstellingen, glasbraak, bandenwissels, carrosserieschade, noem maar op, en dat allemaal zonder zich te moeten verplaatsen. Revolutionair, maar we mogen niet bang zijn om onszelf heruit te vinden.” (JM - Foto Kurt)

Fietsen in business class

Wij zetten ons in voor een betere wereld door de uitdaging aan te gaan.

Ons doel is om met onze emissievrije mobiliteitsoplossingen een toonaangevend voorbeeld te worden voor onze klanten, maar ook voor de samenleving en de planeet.

Als bedrijf hebben wij een sociale verantwoordelijkheid en willen we samen met onze klanten de uitdagingen van de klimaatcrisis aangaan.

Bovendien is fietsen goed voor de gezondheid. Als uw werknemers hun auto af en toe vervangen door een fiets, is de kans groter dat ze op tijd zijn, fit en fris aankomen.

Meer weten over fietsleasing, fietsinfrastructuur of mobiliteit? Ga naar www.b2bike.be B2Bike

PIETER VANNESTE – B2BIKE

Tips van de expert

Steeds meer ondernemingen zetten in op fietsleasing, zeker eenmaal ze hebben ontdekt dat dit zowel financieel als qua tijdsinvulling heel goed meevalt. Pieter Vanneste, accountmanager fietsformules bij B2Bike, licht een en ander toe.

1. Informatie is de belangrijkste (tijds)investering

“Bij fietsleasing staat volledige ontzorging centraal. Het vergt heel weinig opvolging van de onderneming zelf. Eigenlijk slorpt de voorbereidende fase het meest tijd op, en dat is dan nog heel relatief: tijdens een informerend gesprek leggen wij alle voordelen uit en kunnen we de vooroordelen kordaat van tafel vegen. Eenmaal de knoop is doorgehakt, volgen onze accountmanagers en uitgebreide backoffice alles op en loopt de uitrol eigenlijk automatisch.”

2. Fietsleasing is een kostenneutraal concept

“De meeste ondernemers die ermee willen beginnen, drukken ons op het hart dat het zo weinig mogelijk tijd (en geld) mag kosten. Dan kunnen wij heel eenvoudig uitleggen dat het concept, indien gewenst, eigenlijk kostenneutraal is. Er zijn verschillende mogelijkheden om een fietsplan op te starten: via maandelijkse brutoloonruil, het inruilen van de eindejaarspremie en/of verlofdagen, het mobiliteitsbudget, een cafetariaplan,…”

3. Opladen kost amper energie

“Wie zijn wagenpark vernieuwt met elektrische of hybride wagens, moet meteen zijn car policy aanpassen en gevoelig investeren in laadinfrastructuur. Bij fietsleasing is dat veel laagdrempeliger. Akkoord, 75% van de via fietsleasing op de markt gebrachte tweewielers zijn elektrisch, maar de impact van het laden op de energiekosten – als het laden op de bedrijfssite gebeurt – is verwaarloosbaar tot nihil.”

4. Een fietsenstalling voor de hedendaagse fiets

“Onze dienst Fietsparkeren voorziet overdekte fietsenrekken en/of -stallingen voor elk type fiets, waarbij desgewenst een brandveilige oplaadkast staat. Elk kastje is voorzien van een handig digitaal cijferslot en een eigen stopcontact. Tik bij aankomst je pincode in, en voor die dag is het kastje het jouwe. Zo moet men geen lader onbewaakt achterlaten in de stalling en evenmin een accu meenemen naar de werkplek waardoor dit een gedroomde oplossing is om wanorde, waterschade en diefstal tegen te gaan.”

5. Kies voor een all-in partner

“Het is erg handig te kiezen voor een leasepartner die de integrale opvolging op zich neemt. Wij zorgen onder meer voor het meeleveren van accessoires, een omniumverzekering, een gebruiksvriendelijke onderhoudsformule (met servicepas), pechbijstand en een extra e-bikegarantie. Een wijdvertakt dealernetwerk van 650 winkels zorgt ervoor dat je overal in België verzekerd bent van een ruime keuze aan kwaliteitsfietsen.”

6. Meer zekerheid over je medewerkers

“Een fiets lease je voor 3 of 4 jaar. Medewerkers die instappen in een fietsplan, engageren zich dus eigenlijk impliciet om nog minstens zolang bij je bedrijf te blijven. Het is ook een extra troefkaart inzake employer branding.” ONTDEK

DE VOORDELEN HIER

Niche-advocatenkantoor Leeward breidt uit

De Brugse advocatenkantoren voor transport, logistiek en maritieme zaken Leeward en Weegmann De Gelas bundelen de krachten. Saar De Gelas brengt als nieuwe vennoot bij Leeward onder meer expertise in bijstand van Belgische vervoerders in Franse rechtszaken. Daarmee hebben Jeroen Villé en Armin Wintein na het pensioen van Lino Verbeke opnieuw een derde partner.

In april werd Saar De Gelas (33) van het Brugse advocatenkantoor Weegmann

De Gelas vennoot van het eveneens Brugse kantoor Leeward. Deze juridische dienstenverleners zijn gespecialiseerd in de niche van transport, logistiek en maritieme zaken. De Gelas haalde het rechtendiploma aan de Universiteit Gent, aangevuld met een master na master maritieme wetenschappen aan Universiteit Antwerpen. Ze startte in 2014 als advocaat aan de balie van Brugge. Patrick Weegmann was haar stagemeester en in 2017 werd het kantoor Weegmann De Gelas opgericht. “Vorig jaar overleed mijn vennoot Patrick Weegmann op amper 50-jarige leeftijd. Ik bleef alleen achter met 3 collega’s en keek uit naar een nieuw partnerschap. De keuze voor Leeward is niet toevallig want we kenden elkaar goed. Patrick was overigens een oud-medewerker van Lino Verbeke, tot voor zijn pensioen tevens partner binnen Leeward”, zegt Saar De Gelas.

De Gelas voegt aan Leeward complementaire expertise toe. “Mijn specialiteit is de niche van het strafrecht in de (inter-) nationale transportsector. Daarin begeleid ik onder meer Belgische transportondernemingen in zaken voor Franse rechtbanken. Bijvoorbeeld met problemen inzake ladingzekering, rij- en rusttijden, cabotage en overladingen. Het Franse procedurerecht verschilt grondig van het Belgische en dat vergt een specialisatie. Daarnaast had Patrick Weegmann de dubbele

Belgisch-Duitse nationaliteit en vandaar sta ik ook regelmatig Duitse cliënten bij in Belgische procedures en vice versa.”

Toonaangevend

Leeward is een niche-advocatenkantoor met een focus op transport, logistiek, maritiem, handel & douane, aansprakelijkheid & verzekeringen. “Daarin staan wij nationale en internationale ondernemingen bij in complexe projecten, transacties en geschillen. Onze gespecialiseerde advocaten kunnen snel en accuraat tot de kern van de juridische kwestie doordringen

met oog voor commerciële belangen. Voor grensoverschrijdende dossiers werken we samen met buitenlandse collega’s die dezelfde aanpak en filosofie hanteren”, vertellen leidende partners Jeroen Villé en Armin Wintein.

Met de komst van de derde partner Saar De Gelas en haar medewerkers groeide het team tot 10 personen. “Hiermee zijn we in de niche van transport en logistiek een toonaangevend advocatenkantoor in Vlaanderen”, zegt Villé. Dit voorjaar werd Leeward voor het zevende jaar op rij opgenomen in TheLegal500, een gerenommeerde ranglijst voor advocatenkantoren per specifieke sector. Een interessant weetje: de naam Leeward komt van de Engelse scheepvaartterm voor ‘met de wind meevaren’ of ‘de correcte koers aannemen’.

(RJ - Foto MVN)

Armin Wintein, Saar De Gelas en Jeroen Villé.

Jong Voka visits ICO

Jong Voka was op 2 mei op bezoek bij ICO Terminals in Zeebrugge. Het transportbedrijf is wereldwijd toonaangevend in de behandeling en opslag van roll-on/roll-off cargo. We kregen een rondrit op de ICOterminal en een keynote door CEO Marc Adriansens, waarna er ook tijd werd gemaakt om van gedachten te wisselen op de netwerkreceptie.

Te gast bij Arlu

Op 28 april waren we te gast bij Arlu, dé referentie in deuroplossingen en producent van de gekende merknamen argenta (interieur) en ROB (exterieur). Ze zetten hun deuren voor ons open zodat we de nieuwe state-of-the-artproductiesite van 22.000 m² konden bewonderen.

Voka Vélo

Met een squadra van 30 ondernemers vertoefde onze Voka Vélo-community 4 dagen in het pittoreske Italiaanse Toscane. De ritten leidden hen richting onder meer Firenze, Siena, San Gimignano, Volterra, Chianti. En uiteraard mocht een rit over de wereldberoemde ‘strade brianche’ niet ontbreken. Met bijna 400 kilometer en enkele duizenden hoogtemeters in de benen werd het een beproeving, maar de uitdaging werd met glans doorstaan.

Lerend Netwerk bij Renson

Outdoor | NOA

Potentiële deelnemers van Lerende Netwerken konden al eens een proefsessie volgen op 3 mei, waarbij we te gast waren bij Renson Outdoor | NOA in Kruisem. Ze kregen daar een toelichting over de Lerende Netwerken door Britte Ødegård, een getuigenis door Sven De Witte (Maintenance Manager bij Renson), een interactieve keynote over persoonlijke productiviteit en attention management, én een rondleiding.

Zetduivel

De zetduivel sloeg toe in de vorige editie van Prosit. Op de foto van Het Kunstuur stonden

Joost Bourlon en Bert Mons samen met Marc Vankeirsbilck van Degroof Petercam.

NIET TE MISSEN

Inspiratiebezoek Beauvent:

De energietransitie in de praktijk!

Bij energietransitie spreken we van een verschuiving en omvorming van ons huidige (fossiele) energiesysteem naar een decentraal en koolstofarm systeem. Om een beter inzicht te krijgen in hoe dat bij Beauvent werkt, hoe ze de energietransitie mee in de praktijk omzetten en wat dat kan betekenen voor jouw onderneming, nodigen we je graag uit om hun vele projecten te bezichtigen. Ga daarna met hernieuwde energie aan de slag met de duurzaamheidstransitie in je eigen onderneming!

Meer info: Sarah Spenninck, sarah.spenninck@voka.be, 0476 02 59 42

Seminarie: Kan je nog zonder freelancers om een toekomstgerichte organisatie uit te bouwen?

De bedrijfswereld en ‘het werk’ veranderen steeds sneller. Door de toenemende nood aan flexibilisering bij organisaties én bij individuen ontstaat er een kantelpunt. Vast werk wordt flexibeler en flexibel werk wordt idealiter wat vaster. En kan je daarbij nog zonder freelancers om een toekomstgerichte organisatie uit te bouwen? Tijdens dit seminarie gaan we op zoek naar antwoorden.

Meer info: Davy Maes, davy.maes@voka.be, 0494 33 07 77

WORKSHOPS EN SEMINARIES

Webinar: zo elektrificeer je je wagenpark

vrijdag 26 mei 2023 / van 12.30 tot 13.30 uur / Online

Inspiratiebezoek Beauvent: De energietransitie in de praktijk!

dinsdag 30 mei 2023 / van 9.00 tot 12.00 uur / Beauvent, Oostende

Diversity & Inclusion Day: Van war naar love for talent

dinsdag 30 mei 2023 / van 12.00 tot 17.30 uur / Concertgebouw Brugge

Seminarie: Kan je nog zonder freelancers om een toekomstgerichte organisatie uit te bouwen?

donderdag 1 juni 2023 / van 9.00 tot 13.00 uur / Voka West-Vlaanderen, Kortrijk

Traject: Sales Leaders 2023

donderdag 1 juni 2023 / van 14.00 tot 18.00 uur / Decathlon, Willebroek

Seminarie: Communiceren met impact

vrijdag 2 juni 2023 / van 8.45 tot 12.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp

Lab: Succesvol digitaliseren met je eigen hands-on-stappenplan

dinsdag 6 juni 2023 / van 9.00 tot 12.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp

Seminarie: De ins en outs voor het binnenhalen van buitenlands talent dinsdag 6 juni 2023 / van 9.00 tot 12.00 uur / Voka West-Vlaanderen, Kortrijk

Onze partners:

Tuinfeest 2023 –Algemene vergadering

Een terugblik op wat was, een vooruitblik naar wat komt, een breinbrekende keynote en talloze netwerkopportuniteiten met collega-ondernemers. En dat op een zomerse locatie en gepaard met heerlijke food & drinks: dat is het Voka Tuinfeest 2023 – Algemene vergadering! We heten je van harte welkom op deze inspirerende avond met heel wat nieuwe contacten en ongetwijfeld heel wat ‘stof tot nadenken’.

Meer info: Isabelle Callens, isabelle.callens@voka.be, 0496 63 80 39

NETWERKEVENTS

What’s Hot in Service Design: Furnibo - Veurne

vrijdag 26 mei 2023 / van 8.00 tot 10.00 uur / Furnibo, Veurne

Te gast bij SSA Archery

dinsdag 30 mei 2023 / van 19.00 tot 22.00 uur / SSA Archery, Oostende

Tuinfeest 2023 - Algemene vergadering

donderdag 8 juni 2023 / vanaf 18.30 uur / ACEG Wellington Hippodroom, Oostende

What’s Hot in Warehousing & Ruimteschaarste: Traconord & Logflow

woensdag 14 juni 2023 / van 8.00 tot 10.00 uur / Traconord, Steenvoorde

Uitreiking jaarcertificaat Voka Charter Duurzaam Ondernemen 2023 donderdag 15 juni 2023 / vanaf 17.15 uur / Meeting- en Eventcentrum Staf Versluys, Bredene

Jong Voka visits Bellewaerde

donderdag 22 juni 2023 / van 18.30 tot 22.30 uur / Bellewaerde, Ieper

Voka Connect: Valcke Prefab Beton - Ieper

donderdag 7 september 2023 / van 18.30 tot 22.00 uur / Valcke Prefab Beton, Ieper

Te gast bij Dierendonck

dinsdag 12 september 2023 / van 12.00 tot 14.00 uur / Dierendonck Butchery, Veurne

Ontdek ook onze service in Frankrijk*!

De meest persoonlijke lease.

Vancia Car Lease staat voor een unieke, persoonlijke aanpak. Wij bieden een perfecte service op maat én de nodige flexibiliteit. Van professioneel mobiliteitsadvies, over een volwaardige aanloopwagen, tot een all-in support voor de leasing van uw wagenpark: ublijft steeds mobiel. En dit zowel via Vancia Car Lease België als Vancia France* .

C Contacteer ons vrijblijvend op 056 34 57 81 of via vanciacarlease com

Lease is more.®

* Bent u actief in Frankrijk? Ontdek onze voordelige leasevoorwaarden via Vancia Car Lease France.