Oost-Vlaanderen Ondernemers 2024#05

Onder nemers

netWERK

Oost-Vlaanderen

Uitnodiging

Lenteseminarie

Op 21 mei 2024 organiseert VDAB Oost-Vlaanderen naar goede gewoonte zijn lenteseminarie in het ICC congrescentrum in Gent. Deze keer in de spotlight: “Artificial intelligence binnen human resources.”

Het seminarie wordt bekrachtigd door een keynote van computerwetenschapper, geek en comedian Jeroen Baert. Hierop volgt een panelgesprek met ook arbeidsmarktonderzoeker Louis Lippens (UGent) dat dieper ingaat op dit thema. Tijdens de netWERK-lunch wisselen we van gedachten en klinken we op de fijne samenwerkingen die we in 2024 al op poten hebben gezet.

Dinsdag 21 mei 2024

Onthaal vanaf 9.30 uur

ICC Gent

Familie van Rysselberghedreef 2

9000 Gent

Wil je er ook bij zijn?

Scan de qr-code en schrijf je in.

Heb je vragen? Neem dan contact op met de accountmanagers van VDAB via vdab.be/accountmanagers

Aan zet

De voorzitter opent het debat

Het Wintercircus opent: laat het techtakel beginnen!

De opening van het Wintercircus in de tweede helft van mei wordt een mijlpaal in driehonderd jaar geschiedenis van de Kamer van Koophandel in Gent. De realisatie van het nieuwe technologiehuis toont aan hoe belangrijk een Voka-Kamer kan zijn voor het economische weefsel van een regio.

Het initiatief is gegroeid uit een ambitie van de Stad Gent. Van bij de start van het toekomstproject heeft het stadsbestuur de realisatie van het techplatform Wintercircus overgelaten aan een consortium van ondernemers. Een wijze beslissing. Dat Voka Oost-Vlaanderen de rol van gangmaker van het nieuwe Wintercircus heeft opgenomen, maakt mij als voorzitter bijzonder fier. Met zijn engagement heeft Voka één van zijn basisopdrachten daadwerkelijk ingevuld: een platform bouwen dat bedrijven toelaat te starten én te groeien.

Het parcours dat tot nu werd afgelegd, oogt fraai. Dat is in grote mate te danken aan het knap werk van ‘Team Wintercircus’, onder leiding van ceo Louis Jonckheere. Een aantal horden op de weg naar realisatie werden oordeelkundig genomen. Het indrukwekkend casco gebouw (met erfgoedstatus) vervelde in korte tijd tot de schitterende techtempel die straks opent.

JEF WITTOUCK

Voorzitter Voka –Kamer van Koophandel

Oost-Vlaanderen

Ik kijk vol ongeduld uit naar wat het Wintercircus de komende jaren zal bieden. Dit 100% Gentse techproject kadert in de boeiende transitie die het economisch weefsel van een mature economie momenteel doormaakt. Aan het project zijn trouwens ook enige risico’s verbonden – ondernemerschap zonder risico bestaat niet.

Als dit project érgens kan, dan wel in Gent. Het Wintercircus staat op zijn plaats. Cijfers tonen duidelijk dat Gent de onbetwiste tech start-up- en scale-uphoofdstad is van het land. Het is nu zaak om onze regio verder ambitieus en internationaal in de markt te zetten, waarbij Gent hét speerpunt voor Vlaanderen en België is. Ook hierin zal de rol van Voka mee bepalend zijn.

Nu wacht het harde werk om, met allure, de beoogde Europese faam op vlak van technologieontwikkeling en -ondersteuning op te bouwen

De voedingsbodem is klaar: een bijzondere, tot de verbeelding sprekende locatie in een geweldige omgeving – gesterkt door een eminent aandeelhouderschap en een aantal waardevolle partnerships. Nu wacht het harde werk om, met allure, de beoogde Europese faam op vlak van technologieontwikkeling en -ondersteuning op te bouwen. Tegelijk heeft het Wintercircus de maatschappelijke taak om talentvolle studenten te begeleiden en het technologiegericht ondernemerschap te stimuleren. Ook het brede publiek zal kunnen proeven van o.a. events.

Met het aantrekken van de crème van start-ups – uit Vlaanderen en uit de hele wereld – in een flow van voortdurende vernieuwing en doorstroming, móet het Wintercircus zeker een succesverhaal worden. Doorbraken van jonge techbedrijven met Sint-Pietersnieuwstraat 11 als thuisadres, zullen als een magneet werken op weer nieuwe technologieadepten.

Laat het techtakel maar beginnen.

Dossier welzijn, veiligheid & HR

Colofon

KANTOREN

9000 Gent – Lammerstraat 18

T 09 266 14 40

9300 Aalst – Werf 8

Web http://www.voka.be/oost-vlaanderen

BESTUURSCOMITÉ VAN VOKA

OOST-VLAANDEREN

Jef Wittouck, An Bels, Erik Chabot, Jan Cornelis, Ann De Clercq, Ilse De Smedt, Christiaan De Wilde, Siegert Dierickx, Farida Doulami, Stefan Fesser, Dieter Hillaert, Alexander Hoogewijs, Geert Moerman, Griet Nuytinck, Karen Pieters, Wim Pynaert, Roseline Van Damme, Christine Van den Berghe, Katrien Vanden Bulcke, Jens Van Mol.

EREVOORZITTERS VAN VOKA

OOST-VLAANDEREN

Luc De Bruyckere, Chris De Hollander, Ronald Everaert, Jean-Paul Van Avermaet, Marc Vereecken en Marcel Verschelden.

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Geert Moerman

Lammerstraat 18 – 9000 Gent

HOOFDREDACTIE

Jan Geers – jan.geers@voka.be

EINDREDACTIE

Sam De Kegel – sam.dekegel@voka.be

WERKTEN MEE

Stefan David, Jolyn De Baets, Sven Decaestecker, Sam De Kegel, Laurens Fagard, Jan Geers, Wim Kempenaers, Simon Lefèvre, Luc Nimmegeers, Kristina Rybouchkina, Bart Vancauwenberghe, Ann Vandamme en Jan Van Gyseghem.

MAGAZINE REALISATIE LAYOUT Karakters, Gent, www.karakters.be

DRUK

Drukkerij Perka, Maldegem, www.perka.be

PUBLICITEIT

Rik Vyncke

rik.vyncke@voka.be – T 0477 30 21 32

Ann Vandamme, ann.vandamme@voka.be – T 09 266 15 71

Op de cover 6

Inhoud

Actueel

6 Op de cover

Welkom in het Wintercircus, dé technologietent van Gent

Podium, springplank en draaischijf voor opkomend techtalent

Telexen

Vers ledennieuws

Trends

16 Dossier welzijn, veiligheid & HR

Wordt de werkgever straks ook psycholoog? Een HR-directeur, preventie-expert en aanbieder van gezondheid over ons welzijn, op én naast de werkvloer

Opinie

1 Aan zet

Het Wintercircus opent: laat het techtakel beginnen!

zit in de genen

26 In de lobby

Failed Learning Account

Oost-Vlaams Voka memorandum

60 Geert dacht

Politiek, als ik niet luister hoor ik het niet

Inspiratie

4 Belle Vue

Niets gaat verloren bij Grond- & Afbraakwerken Eggermont

36 Thuishaven

Volvo Cars: bye bye dieselwagen

5.700 zonnepanelen op Gentse bedrijfsdaken dankzij zonnecoach

Voka-VeGHO lid in de kijker: goedereninspecteur en scheepsagent Navonus

42 Vakvrouwen

Bij Orteam geloven ze in verfijnd vrouwelijk technisch orthopedietalent

46 Het zit in de genen

Zeven familieleden aan het stuur bij mobiliteitsaanbieder Valckenier

50 Groeipijnstillers

Accountants Academy: Hoe ga je als klein bedrijf door een exit?

52 Talent

Talentcenter in Voka Box Gent: op zoek naar de beste studiekeuze voor elk talent

Waarom niet eens studenten loslaten op jouw bedrijfsdata?

De maand van Voka

58 Binnenkort bij Voka

Op de agenda bij Voka Oost-Vlaanderen

Zicht op zaken

Bij Grond- & Afbraakwerken

Eggermont gaat niets verloren

In nauwelijks acht jaar evolueerde Simon Eggermont van zelfstandige in bijberoep tot een circulair bedrijf dat zo’n 10 miljoen euro omzet draait met drie bedrijven in grondwerken, recyclage en betonproductie.

Een van hun activiteiten: het afzeven van grond. Op deze foto scheiden ze de grond van stenen en onzuiverheden. Die aarde komt uit hun bouwprojecten (o.a. funderingen). Zo kunnen ze de gezuiverde grond hergebruiken bij andere bouwprojecten. De overgebleven stenen recycleren ze tot een grondstof (granulaat). Ook hun betonbrokstukken uit afbraak worden afgezeefd tot zand en grind om er dan opnieuw betonmengsels van te maken.

Zo gaat helemaal niets verloren.

Het Gentse Wintercircus: springplank en podium voor start-ups en zoveel meer

Jongleren met technologie, innovatie en een vleugje magie

De Gentse gunfactor is groot, heel groot. Ze ligt mee aan de basis van de verrijzenis van het Gentse Wintercircus dat straks weer wervelt zoals vanouds. Van stadscircus over autogarage tot technologietempel. “Het Wintercircus moet een iconische plek en instituut worden”, klinkt het. De verwachtingen zijn dan ook hooggespannen nu het officieel zijn deuren heropent. Een dubbelinterview met de circusdirecteuren: ceo Louis Jonckheere en voorzitter Hilde Schuddinck.

TEKST SAM DE KEGEL – FOTO WIM KEMPENAERS

Eén maand voor de opening – het Wintercircus opent de tweede helft van mei, wanneer jij dit artikel ongeveer leest – is het een en al bedrijvigheid in het Wintercircus. Hier wordt nog met man en macht geboord, gefreesd, gezaagd. De acrobaten van dienst zijn enkele tientallen stielmannen die de laatste hand leggen aan de afwerking van deze imposante technologietempel, ooit een stadscircus, hippodroom en autogarage (Mahy).

Een slijpschijf – de krachtpatser onder het elektrische gereedschap – eist even de aandacht op bij de start van het interview. We zetten ons schrap voor een turbo-gesprek waarbij de zinnen nu eens galopperen zoals wilde paarden, dan weer elegante pirouettes

draaien of gracieus balanceren, op de dunne grens tussen realisme en ambitie.

De Gentse start-ups haalden in 2022 samen 368 miljoen euro aan kapitaal op, goed voor bijna de helft van het bedrag dat alle start-ups in Vlaanderen ophaalden. Vorig jaar zag de Gentse economie de buitenlandse investeringen halveren, maar Gent blijft een magneet voor start-ups. Bovendien zijn twee van de drie Vlaamse unicorns – Deliverect en team.blue – in Gent gevestigd en heeft Gent met het Wintercircus dé nieuwste technologietempel van ons land. Wat zit er toch in dat Gentse water, denkt een mens dan?

Louis Jonckheere: “Gent heeft de traditie

van een rebelse, ondernemende, eigenzinnige stad te zijn. Daarnaast is dit een van de beste universiteitssteden van ons land met bijzonder veel knappe koppen, van ingenieurs tot academici. Op een bepaald moment had je dan gewoon een vonk nodig, met enkele ondernemers zoals Lorenz Bogaert en Toon Coppens, die eind jaren negentig Netlog oprichtten (de Belgische socialenetwerksite werd op haar hoogtepunt op circa 100 miljoen dollar gewaardeerd, maar zou uiteindelijk het onderspit delven tegenover Facebook, red.). De bal ging aan het rollen, er kwamen steeds meer nieuwe founders en start-ups (zo richtten Louis Jonckheere en Pieterjan Bouten samen Showpad op in 2011 en daarvoor al In The Pocket, samen met Jeroen

af.”

Lemaire, red.) en zo werd die sneeuwbal steeds sterker en groter.”

Hilde Schuddinck: “Wat ook hard meespeelt: er zijn hier nauwelijks ego’s. Ondernemers zullen elkaar geen stokken in de wielen steken, ze willen elkaar vooruithelpen.”

Louis: “Dat laatste is typisch Gents. Andere ecosystemen doen dat misschien ook, maar het Gentse nog een tikkeltje meer (monkellachje).”

Is dat ijzersterk ecosysteem waarin corporate bedrijven, start- en scale-ups en onderzoeks- en onderwijsinstellingen slim samenwerken hét speerpunt van deze stad?

Louis: “Absoluut. Het is niet zo vanzelfsprekend

om al die spelers zo te laten samenwerken. In Gent gebeurt dit heel natuurlijk. Dit gebouw zal daar ook een stuk het verlengstuk van worden, als je kijkt naar het aandeelhouderschap van TENT (Together for Entrepreneurship, Networking and Technology, de uitbater en vennootschap achter het Wintercircus, red.). Dat consortium is uniek met topondernemers, Voka, imec, de universiteiten UGent en KULeuven, IJV-IFAS npo en het stadsbestuur. Iedereen wil mee impact hebben.”

Hilde: “Elkeen wil zijn beste beentje voorzetten om Gent en bij uitbreiding de regio nog beter op de kaart te zetten. Het Wintercircus is de kers op de taart van dit samenwerkingsverband.”

Er heerst hier ook een sterke pay-it-forward mentaliteit. Ondernemers helpen elkaar bijna belangeloos, stellen netwerken en knowhow ter beschikking om de ander beter te maken?

Louis: “Pay-it-forward betekent inderdaad anderen belangeloos helpen. Ik leerde het concept in de VS kennen waar ik zes jaar heb gewoond en gewerkt, waarvan vijf jaar in Silicon Valley. In het begin stond ik versteld hoe hard en spontaan ik geholpen werd door iedereen aan wie ik het vroeg. Het start altijd met enkele topondernemers die beslissen om bereikbaar te zijn, zoals de twee oprichters van HP. De rest volgt dan en zo creëer je die cultuur. Pay-it-forward betekent iets teruggeven aan je community die jou destijds ook zo geholpen heeft. Dat is de ‘lijm’

Hilde Schuddinck, co-ceo Voka Oost-Vlaanderen en voorzitter Wintercircus: “Onze raad van bestuur en aandeelhouders hebben al zoveel bewezen, maar ze blijven met die nieuwsgierige jongens- en meisjesachtige blik naar de zaken kijken. De goesting druipt ervan

Louis Jonckheere, ceo Wintercircus: “We willen van het Wintercircus een iconische plek en internationaal instituut maken met een eigen identiteit die mensen zal inspireren om te ondernemen en impact te hebben.”

van Silicon Valley: een ecosysteem waarin ondernemers er voor elkaar zijn. Wil je er een kop koffie gaan drinken met een bekende ceo, dan krijg je gegarandeerd die kans.”

Soms geven mensen elkaar cadeaus in de hoop iets terug te krijgen, maar daar gaat het dus helemaal niet over?

Louis: “Neen. Maar als je de ander lang genoeg helpt in zo’n ecosysteem en je bent oprecht, komt er wel iets terug je richting uit. Nu, wij blijven Vlamingen en hebben nog altijd te veel schroom om hulp te vragen. En ook ondernemers die iets willen teruggeven, hebben soms een duw in de rug nodig om effectief iets terug te geven. Eén van de taken van het Wintercircus is mee dat duwtje geven aan dat ecosysteem.”

Louis, klopt het dat je zelf gevraagd hebt om ceo te worden van het Wintercircus, ook om iets terug te geven aan de stad Gent?

Louis: “Zeker. Gelukkig was iedereen in het bestuur akkoord (glimlach). Ik heb de beslissing ook heel snel genomen. Ik wou het gewoon heel graag doen, ook al zijn er veel onvoorspelbare factoren, maar dat ben ik wel gewoon als ondernemer.”

Hilde: “Een jaar geleden gingen we op tweedaagse naar Londen met enkele aandeelhouders. Daar hebben we ontzettend veel over het Wintercircus gepraat. Toen hij daarna aangaf ceo te willen worden, vielen alle puzzelstukken plots in elkaar. Hij is de ideale man op de juiste plek en op het juiste moment. Louis is jong en heeft al een track record om u tegen te zeggen. Hij is een rolmodel voor vele jonge ondernemers. Een van zijn talenten is om er meteen sterke mensen bij te betrekken.”

Louis: “Als je een bedrijf met een bepaalde complexiteit wil bouwen – en dat is het Wintercircus zeker – dan moet je je goed omringen. Wij gaan ook niet zomaar voor ‘huisbaas’ spelen en wat ruimtes verhuren, integendeel.”

Wat is de ultieme missie van het Wintercircus in enkele krachtlijnen?

Hilde: “Technologie is de basiscomponent om hier jonge bedrijfjes te borgen zodat ze sneller kunnen groeien en schalen binnen de omkadering van een sterk ecosysteem. Zo willen we impact en dat sneeuwbaleffect creëren waarvan zonet sprake. Verder wordt dit ook een plek die Gent in de schijnwerpers moet zetten als de place to be waar zaken

gebeuren die de toekomst zullen vormgeven. Tot slot willen we ook de burger, de Gentenaar, hier welkom heten.”

Louis: “De Startup Campus wordt het kloppend hart, de inner circle. Dit moet een plek worden waar ons ecosysteem komt werken en netwerken. We willen onze community een stroomstoot geven met dit gebouw door hier dingen te laten gebeuren, events te organiseren. Maar dit moet ook een plek worden die technologie, innovatie en ondernemerschap dichter bij de burger brengt. Dat is ook de reden waarom dit gebouw zo magisch is. Er zijn al vele techcampussen met een ledenwerking, maar hier komt er ook een publiekswerking, plus een organisatie die impact wil hebben op de maatschappij. Dat maakt het superuniek.”

Hoe zien jullie die publiekswerking?

Louis: “Ons gebouw zal publiek toegankelijk zijn. Er zal hier horeca zijn op het gelijkvloers, een restaurant op de vierde verdieping. Het gebouw is dus publiek doorwaadbaar. Daarnaast zullen we een volledig eigen programmatie hebben in het Wintercircus, een agenda met publieke activiteiten. Het grote verschil met andere organisaties is dat onze activiteiten altijd een raakvlak zullen hebben met technologie en innovatie. Je zal hier geen tentoonstelling zien over 17de-eeuwse kunst, maar wel kunstinstallaties met robotten en AI. Onze kunstpartners willen hier zaken doen, maar ook in contact komen met onze community.”

Hilde: “Zeker de culturele wereld en ondernemerswereld liggen nog (veel) te ver uiteen. Hier kunnen ze elkaar beter leren kennen wat ongetwijfeld tot een boeiende synergie zal leiden.”

Ondertussen zijn ook de meeste namen van de start-ups gekend die een stek krijgen in het Wintercircus. Was de finale selectie een moeilijke bevalling?

Louis: “Er waren 120 kandidaten, we zullen er in totaal zo’n 26 à 27 toelaten. We moesten dus veel ‘nee’ zeggen, maar dat wil niet zeggen dat we die bedrijfjes gaan uitsluiten uit ons ecosysteem. We willen onze Startup Campus ook divers genoeg houden, qua achtergrond, sectoren, verdeling mannen versus vrouwen. Er zijn nu eenmaal meer mannelijke techfounders dan vrouwen, maar we willen meer doen dan enkel de markt laten spelen. We hadden wel negen strenge criteria, van de kwaliteit van de

technologie en van het team over de markt waarin ze opereren tot de tractie die ze creëren. Zijn er bijvoorbeeld al investeerders, zijn er al gebruikers van het product, hoe veelbelovend is hun technologie. Maar ook: gebruiken ze AI, AR of andere cutting edge technologie…”

Hilde: “Een aantal van onze aandeelhouders – met veel kennis en knowhow – zetelden mee in de jury. We organiseerden een aantal jurydagen, start-ups mochten pitchen, daarna volgde een Q&A en nadien gaven we punten op al die criteria. Wie echt goed is, springt er uit.”

Louis: “Wat is het verschil tussen een goede en slechte start-up? De kwaliteit van de founders. Een slechte founder kan een briljant idee volledig om zeep helpen, een briljante founder kan zelfs een slecht idee transformeren in een succesvol idee.”

Hoelang mogen zij resideren in het Wintercircus?

Louis: “Maximaal drie jaar. We hebben in totaal 283 plekken of seats. Start-ups groeien natuurlijk in personeel, we willen ook voldoende rotatie.”

Hilde: “Ze moeten hier ter plekke komen werken, dus niet van thuis uit. Daar willen we streng over waken. Aanwezigheid is een heel stevig criterium, net om die interactie tussen al die bedrijfjes te vergroten zodat ze elkaar onderling vooruit helpen.”

Louis: “En ook omdat ik niet geloof dat je een start-up kunt doen groeien als je elkaar niet voldoende ziet. Je kunt geen bedrijfscultuur bouwen achter je computer.”

Het Wintercircus start daarnaast ook met een ‘memberformule’. Hoe werkt dit?

Louis: “Ik praat graag over cirkels. Hoe groter de cirkel, hoe meer mensen we zullen impacteren. De kleinste cirkel is de Startup Campus, dat gaat over 283 mensen. De cirkel daarboven wordt onze ‘social club’, een ledenwerking aan een democratische prijs die we willen opzetten rond ondernemers en changemakers uit de brede techwereld. Die kunnen hier komen werken en vergaderen in onze meeting rooms. Maar we bieden ook sportactiviteiten aan en ze krijgen voordelen in onze horeca. We geloven immers dat je enkel goed kan ondernemen in een gezond lichaam en gezonde geest. We zullen de leden tot slot ook activiteiten en events

aanbieden die we zelf of met sterke partners, zoals Voka, zullen organiseren. We willen een platform worden voor organisaties die wij echt relevant vinden voor onze community. Sport en Wellbeing wordt bijvoorbeeld gecureerd door Evi Van Acker en Cédric Van Branteghem, Politics & Society door Tom Van de Weghe, Peter Hinssen zal dan weer Technology & Innovation cureren, en Florence De Clercq en Stijn Jansen nemen Art voor hun rekening.”

Het Wintercircus ondersteunt ook vier sociale organisaties: She DID IT, TAJO, VOOM en Sociale InnovatieFabriek. Een bewuste keuze?

Louis: “We noemen ze liever impactpartners. Naast onze commerciële partners (Belfius en Eneco, red.), artistieke partners (Nerdlab, red.) en mediapartner (Mediafin, red.) willen we vier organisaties ondersteunen die werken met ondervertegenwoordigde groepen uit onze samenleving. She DID IT coacht bijvoorbeeld vrouwen met een Maghrebachtergrond die willen ondernemen. TAJO is dan weer een talentatelier voor kwetsbare jongeren. Wij bieden minimaal 10 procent van onze infrastructuur aan deze organisaties aan heel democratische prijzen.”

In circusjargon: jullie willen wel heel veel balletjes tegelijk in de lucht houden in het Wintercircus?

Louis (lacht): “Klopt, maar ondertussen hebben we een team met 10 vaste medewerkers dat er helemaal klaar voor is. Het wordt spannend, dat is zeker.”

Hoe internationaal wil het Wintercircus zich profileren? Zal het kunnen wedijveren met internationale hubs zoals pakweg STATION F in Parijs?

Hilde: “Dat is zeker de ambitie. Louis en ik hebben er allebei al veel gezien, maar er zijn er weinig die zo uniek zijn, en niet enkel door de uniciteit van dit gebouw. Zodra je hier binnenkomt krijg je een woweffect, maar er moeten hier ook wow-dingen gebeuren. Bovendien krijgt de burger ook hier de kans om mee te ontdekken wat technologie allemaal te bieden heeft. De echte quadruple helix dus.”

Louis: “Toen de start-ups hier kwamen pitchen vroegen we hen waarom ze hier willen komen werken. Niemand sprak over het gebouw. Iedereen sprak over de community en het ganse netwerk er achter. Het gebouw is magisch, maar het zijn het team,

de aandeelhouders, raad van bestuur en alle stakeholders die de magie zullen moeten waarmaken. Vorige week benaderden mij nog drie internationale VC’s die ook deel willen uitmaken van deze club. Zo’n concentratie van start-ups en ecosysteem verwachten ze niet in een ‘kleine’ stad als Gent.”

Hilde: “Ik was onlangs te gast bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Nog zo’n parel om trots op te zijn. Gent heeft immers ook enorme troeven op vlak van biotech. We mogen nog meer pronken en communiceren over al die ambitie hier.”

Waar moet het Wintercircus binnen 10 jaar staan?

Louis: “Het moet een kwaliteitslabel zijn voor wie hier komt werken, zoals bijvoorbeeld STATION F in Parijs. Het succes zal ook deels afgemeten worden aan wat er gebeurt met de start-ups eenmaal ze hun vleugels uitslaan. Hoe succesvol worden ze? In het brede ecosysteem hopen we op die pay-itforward cultuur, waarbij het netwerk elkaar hopelijk versterkt. Dat is natuurlijk moeilijker meetbaar, maar dàt is de sneeuwbal die alles moet vooruitduwen.”

Hilde: “Uiteindelijk hopen we dat er zo op langere termijn nog meer ondernomen wordt en ondernemen in een positiever daglicht komt bij het brede publiek.”

Louis (neemt over): “We willen van het Wintercircus een iconische plek en internationaal instituut maken met een eigen identiteit die mensen zal inspireren om te ondernemen en impact te hebben. We leven nu in een wereld met veel negativiteit en weinig geloof

in de toekomst. Maar bij ons is er geen plek voor verzuring. Onze partners, aandeelhouders maar evengoed de horecapartners en aannemers die voor ons werken, willen vooruit en zijn ook bereid om weloverwogen risico’s te nemen.”

Hilde: “Onze raad van bestuur en aandeelhouders hebben al zoveel bewezen, maar ze blijven met die nieuwsgierige jongens- en meisjesachtige blik naar de zaken kijken. De goesting druipt ervan af.”

Louis: “We hopen echt dat het er boenk op zal zijn. De mensen kijken met veel verwachting naar het Wintercircus, sommigen ook met argusogen. Maar daar krijg ik net energie van. Dit is niet zomaar een bedrijf maar een publiek gebouw, zeg maar een stadswijk, waar iedereen een opinie zal over hebben. Dat maakt het voor mij zo boeiend. Iedereen zal ons een kans geven; of de mensen zullen blijven terugkomen, hangt volledig af van de kwaliteit van onze dienstverlening.”

Slotvraag: Denken jullie dat Gent op termijn echt dé technologiehoofdstad van Europa kan worden zoals Stad Gent eerder al ambitieus poneerde?

Louis: “Ik ben heel blij dat ze dat expliciet zeiden, want een realisatie begint met een ambitie uitspreken. Het zet een mindset en geeft het ganse ecosysteem het gevoel dat het stadsbestuur hier ook wil op inzetten. Stad Gent is eigenaar van dit gebouw en gaf het in erfpacht (voor 75 jaar, red.). Als partner willen ze mee het ecosysteem versnellen. En schrijf maar op: dit gebouw zal ook veel betekenen voor het toekomstige imago van de stad.”

Deze drie start-ups nemen hun intrek in het Wintercircus

Nieuw techtalent in de tent

120 kandidaturen van start-ups rolden de afgelopen weken binnen om een felbegeerd plekje in het Wintercircus te bemachtigen. Een strenge selectieprocedure met vooropgestelde criteria, waaronder groeipotentieel en vooruitstrevendheid, leidde tot een shortlist. Onder meer Nuclivision, Tally en Powernaut mogen zich gelukkig prijzen en vertellen als ware software- en technologiejongleurs hoe het Wintercircus een belangrijke pitstop is in hun groeipad.

Nuclivision maakt nucleaire geneeskunde slimmer en veiliger dankzij ingenieuze software

Dagelijks draaien de scanners in ziekenhuizen op volle kracht. Het zijn vernuftige machines die op korte tijd artsen helpen om een correcte diagnose te stellen. Voor oncologie worden vaak PET (Positron Emission Tomografie)scans gebruikt. Het is een vorm van nucleaire beeldvorming waarbij met een licht radioactieve vloeistof (ook wel ‘tracer’ genoemd) kwaadaardige cellen zichtbaar worden.

Ondanks de doeltreffendheid om in een vroeg stadium kanker op te sporen, blijven

de scans wel gezondheidsrisico’s met zich meedragen door de radioactiviteit van de tracers. Ze zijn bovendien erg duur. Daar wil Nuclivision als jonge start-up iets aan doen. “We ontwikkelen software die toelaat om met minder radioactieve tracervloeistof dezelfde beeldkwaliteit te bereiken”, vertelt medeoprichter Maarten Larmuseau, die samen met Tomas Brants als kompaan, Simon DeKeyser als expert in machine learning, en enkele vooraanstaande proffen en artsen in de nucleaire geneeskunde een gebalanceerd team vormt.

Minder tracervloeistof

De voorbije jaren deed Nuclivision beroep op verschillende ziekenhuizen om data van zoveel mogelijk patiëntenscans te verzamelen. “Die scanners kunnen ook hun resultaat downsamplen, of een reconstructie maken van hoe de scan eruit zou zien als je maar een vierde van de vloeistof toedient. Bij een vermindere hoeveelheid radioactieve stof gaat de beeldkwaliteit immers achteruit en ontstaat er ruis in de vorm van kleine spikkeltjes die op de scan, verspreid over het lichaam, te zien zijn en mogelijks wijzen op onbestaande tumoren.

TEKST LAURENS FAGARD EN JAN VAN GYSEGHEM

Doordat onze software continu goede scans vergelijkt met simulaties, weet het de spikkeltjes te elimineren en komt het zo tot een sluitend algoritme. Op die manier hoeft de patiënt dus veel minder tracervloeistof in te nemen om tot hetzelfde resultaat te komen. Onze software is dus een aanvulling op de vloeistof die je niet gebruikt.”

“Het was een werk van lange adem om de technische ontwikkelingen rond te krijgen, maar nu is ons algoritme gefinaliseerd”, verzekert Maarten. “De medische keuring is het enige wat ons nog rest. Het blijft software waardoor er risico’s aan verbonden zijn. Omdat we in een medische sfeer zitten, zijn die risico’s uiteraard met de grootste zorgvuldigheid uitgesloten. De typische ‘hallucinaties’ – waarbij AI resultaten verzint – en die je wel eens ziet bij ChatGPT, zijn dus

onmogelijk voor ons systeem. De arts-specialisten die onze software nu al gebruiken in testfase, zijn alvast bijzonder enthousiast.”

Naast de gezondheidsrisico’s die voor de patiënt drastisch verminderen, is het kostenplaatje voor de ziekenhuizen ook uiterst interessant. “Het is moeilijk om exact te becijferen, maar doordat je minder radioactieve vloeistof nodig hebt, kom je al snel tot een besparing van enkele tienduizenden euro’s op jaarbasis. Naast de hoeveelheid tracer hangt de beeldkwaliteit ook af van hoelang de patiënt onder de scanner ligt. Onze software laat toe die beeldkwaliteit te verbeteren los van die twee factoren, en dus ook als patiënten minder tijd onder de scanner spenderen. Als je de lange wachtlijsten bekijkt, is ook dat zeker geen overbodige luxe.”

Medisch netwerk van vitaal belang In de toekomst hoopt Nuclivision ook de software te gebruiken buiten de oncologie. “PET-scans zijn veelbelovend om neurodegeneratieve ziektes op te sporen zoals Alzheimer of Parkinson. De behandeling voor dergelijke ziektes begint te verbeteren in vergelijking met enkele jaren terug. Daardoor hebben de scans ook meer nut nu.”

Eenmaal medisch gekeurd, werpt het jonge Gentse bedrijf zijn blik op Europa. “In België zijn er 33 PET-scanners en dat aantal is wettelijk vastgelegd. Als we willen groeien, moeten we naar andere landen met onze technologie. De stap naar het buitenland is sneller gezet doordat we zo’n groot netwerk achter ons hebben. In de medische wereld heb je dat broodnodig. Anders kom je nergens.”

Simon DeKeyser, expert in machine learning en Sezgin Üstmert, nucleaire arts samen met oprichters

Nuclivision Maarten Larmuseau en Tomas Brants

Hoe Tally wil pionieren met formulieren

Een online formulier dat goed oogt, snel en eenvoudig opzetten. Die ambitie zetten ondernemers- en levenspartners Marie Martens en Filip Minev een viertal jaar geleden om in daden als het vorige plan een knauw krijgt. Marie neemt ontslag als marketingmanager en Filip verlaat zijn start-up na de verkoop. Als digitale nomaden besluiten ze de wereld in te trekken met Hotspot, een eigen platform dat hotels met travel influencers in verbinding brengt. De coronapandemie steekt een stokje voor die levensdroom. De tijd die ze thuis doorbrengen, brengt hen op het idee om Tally op te richten, een form builder

“Tijdens onze vorige werkervaringen maakten we al eens gebruik van online formulieren. We vonden nooit echt een tool die volledig aansloot op onze noden. Een Google Forms is wel gratis maar beperkt als je er een eigen identiteit in kwijt wil. Andere spelers bleken meestal veel te duur omdat je betaalt volgens het aantal verzamelde antwoorden. Als je zo’n tool als start-up gebruikt, lopen de kosten dan al snel op. We wilden onze voet zetten naast bestaande formulierenbouwers en hielden zo Tally boven de doopvont”, vertelt Marie.

Formulierencommunity

Als jong bedrijf pakken Marie en Filip het al snel helemaal anders aan. “We bieden een ongelimiteerd aantal formulieren en vragen aan, en zijn transparant over onze strategie en nieuwste ontwikkelingen. Daarnaast is de community van experten een uniek element in ons concept. Van bij het begin kunnen we rekenen op een 3.000-tal believers die in een Slack-groep onderling tips uitwisselen met elkaar. Mensen die echt goed worden in formulieren bouwen, maken sjablonen die ze te koop aanbieden op Tally.”

“Tijdens de begindagen was socialemediaplatform X een belangrijke schakel in

onze groei. Door actief tips en tricks te posten, raakte onze tool al snel bekend over de hele wereld. We werken volgens een freemium-model en tellen nu zo’n 300.000 gebruikers waarvan een 4.000-tal klanten een betalend abonnement hebben. Dat zijn vooral start-ups of kleinere kmo’s die bewust kiezen voor innovatieve tools in plaats van grote spelers, zoals Google of Microsoft. Zij zijn vooral geïnteresseerd naar de integraties met andere platformen of tools. Onze applicatie is bovendien no-code, waardoor je helemaal geen technische kennis of achtergrond nodig hebt om te programmeren. Iets wat in de Verenigde Staten of Frankrijk heel sterk leeft.”

Door het unieke community-aspect van Tally, bestaat het basisteam voorlopig nog uit Marie, Filip én Jonathan, een freelancer die de customer support op zich neemt. “Zelfs voor klanten die gratis gebruik maken van onze tool, bieden we ondersteuning. Voor vragen die complexer worden, verwijzen

we door naar een selectie van consultants waarvan we weten dat ze goed en betaalbaar zijn. Het voordeel is dat onze tool schaalbaar is. Het aantal gebruikers blijft stijgen los van onze personeelsgroei. Momenteel draaien we bootstrapped (zonder inbreng van investeerders, red.) een maandelijkse omzet van 100.000 euro.

Eindeloos nieuwe features Volgens Marie poppen er dagelijks bedrijfjes op die platformen bouwen waar ze online formulieren op aanbieden. “De finaliteit van ons product is wellicht niet vernieuwend, de vraag naar online formulieren is zodanig groot dat we kunnen uitgroeien tot een gevestigde waarde in het landschap. De komende jaren mag het aantal gebruikers nog flink omhoog en willen we ons innovatieve karakter niet uit het oog verliezen. Elke week lanceren we nieuwe features. We teren nog op een waslijst van duizenden verbeteringen. Nog vlotjes werk voor de volgende tien jaar”, lacht Marie.

Marie Martens en Filip Minev, de oprichters van Tally - ©BuroBonito

Powernaut wil decentrale energie gemakkelijk en voordelig maken voor iedereen

Je staat er wellicht niet bij stil maar in de energiesector is een sluipende (r)evolutie aan de gang, van een centrale naar een gedecentraliseerde productie. Hierdoor verliezen energieleveranciers en netwerkoperatoren zicht op de geproduceerde en geconsumeerde energie.

“Het simpele beeld van een eindconsument die gewoon energie van het net afneemt, is volledig achterhaald”, zegt Florentijn

Degroote van de Gentse start-up Powernaut. “Huishoudens produceren nu ook zelf energie. Voor energieleveranciers is dat bijzonder complex om in kaart te brengen.”

Het energievraagstuk draait rond flexibiliteit: netten ‘balanceren’ is immers een belangrijke kostenfactor. Precies op dat punt wil Powernaut de energieleveranciers en netwerkoperatoren bijstaan via een eigen software die connectie maakt met slimme installaties bij de eindklanten: thuisbatterijen, warmtepompen, elektrische wagens en slim

aanstuurbare zonnepanelen. Dat b2b-softwareplatform moet energieleveranciers in staat stellen de installaties beter te begrijpen en aan te sturen.

“Aan het eind moet decentrale energie gemakkelijk en voordelig worden voor iedereen”, vat Florentijn de missie van Powernaut samen.

Starten en groeien

Powernaut is het project van Florentijn Degroote en Serge Morel, dat begin 2024 van start ging. Florentijn studeerde zes jaar geleden af als ingenieur met specialisatie energie & AI. Hij ging aan de slag bij een AI- en dataconsultingbureau en zag al snel de mogelijkheden van een businessproject rond het balanceren van netten. Computerwetenschapper Serge was voordien acht jaar ceo van Stampix.

Inmiddels is het team uitgegroeid tot vier mensen. Allen koppelen een stevige

energiekennis aan softwareontwikkeling. Een vijfde teamlid wordt verwacht tegen eind 2024. “De manier waarop wij de problemen benaderen en oplossen is heel vernieuwend”, geeft Florentijn aan. “De sector is zich totaal aan het omvormen, flexibiliteit wordt dé uitdaging.”

Dat geldt ook in andere landen. Op verder geëvolueerde Europese energiemarkten zoals Scandinavië, VK en Nederland zijn al een aantal soortgelijke spelers zoals Powernaut actief.

Powernaut gaat ondertussen vooruit. Het bundelt zijn krachten met hun sterke partnerbasis, die onder meer domoticabedrijven bevat. Het werkt samen met de meest innovatieve netwerkoperatoren en energieleveranciers, waar de belangstelling voor de oplossingen van de start-up groot is. Die wil met haar product bijdragen aan het correct verlonen van iedereen die bijdraagt aan de stabiliteit van onze netten.

Florentijn Degroote en Serge Morel (achterste rij), de oprichters van Powernaut, samen met Joana Cuenca en Arne Berresheim

Zo zullen ook eindconsumenten tot honderden euro’s kunnen besparen op hun jaarlijkse energierekening.

Florentijn: “Tot dan pionieren wij verder, samen met de klanten. Kennisopbouw is onontbeerlijk.” De co-founder van Powernaut ziet op technisch vlak twee belangrijke uitdagingen om voldoende meerwaarde te creëren: het accuraat in kaart brengen en voorspellen van de energiestromen binnen een huishouden (productie en consumptie) om zo te werken aan optimalisaties. En: een ‘marktwerking’ in het Powernautplatform opzetten; het matchen van vraag en aanbod inzake energieflexibiliteit. “Een huzarenstukje”, noemt Florentijn het.

Op langere termijn wil Powernaut opschalen en contracten najagen met grote energiespelers in de buurlanden. Voorlopig draait Powernaut met eigen middelen, geruggesteund door een aantal business angels; tegen eind 2024 hoopt men vers kapitaal op te halen. Gesprekken met business angels lopen. Florentijn benadrukt het belang van de onafhankelijke positie van Powernaut. “Hoe verleidelijk ook vanuit financieel oogpunt, in zee gaan met één energieleverancier zou een strategische blunder zijn. We zoeken dus echt onafhankelijke investeringsmechanismen.”

Powernaut kijkt uit naar de overstap naar het Wintercircus, binnen het jaar en na afloop van het contract op de huidige vestiging. Tegen dan moet het bedrijf klaar zijn voor de ‘move’.

Start-ups kijken reikhalzend uit naar een Wintercircus op volle toeren

“Vooral onder de indruk van het netwerk achter het Wintercircus”

Naast technologie en software hebben de drie start-ups alvast nog iets gemeen: een huizenhoog enthousiasme om het Wintercircus mee op de kaart te zetten. “Los van het feit dat de locatie iconisch is en zelfs iets mysterieus heeft, is het idee bijzonder interessant”, vertelt Maarten van Nuclivision. “We zien het als een investering om ons boeltje naar hier te verhuizen omdat we toegang krijgen tot een vrij groot netwerk met grote namen die erachter zitten. Gent is nu al de techstad bij uitstek en als je een grote groep start-ups kan verzamelen op één plek, krijg je ongetwijfeld magie.”

“Je voelt inderdaad dat het ecosysteem van start-ups in Gent op ontploffen staat”, bevestigt Marie van Tally. “Voor Filip en ik was het nu nog niet altijd even duidelijk hoe we best die community leren kennen. Er zijn af en toe wel meet-ups her en der, maar nog op geen voor de hand liggende manier. Voor ons komt het Wintercircus dus als een geschenk uit de hemel. Dagelijks zullen we wellicht oprichters tegen het lijf lopen die voor gelijkaardige uitdagingen staan en die je even als klankbord kan gebruiken. Hoewel we als team van twee misschien de vreemde eend in de bijt zijn, maakt dat het net interessant. Een gevarieerde mix van sectoren en samenstellingen.”

“Je mag de kracht van een community niet onderschatten”, vult Maarten aan. “Leren van andere start-ups tegen welke muren zij botsen om ze dan nadien zelf te ontwijken, is heel waardevol. In ons geval riskeer je met de medische certificatie van onze software verloren te lopen in een juridisch doolhof. Door een babbeltje te slaan met een bedrijf naast jou, raak je misschien al een heel eind verder.”

Florentijn van Powernaut bevestigt: “De locatie, sfeer en omgeving zijn erg belangrijk voor de ontwikkeling van een start-up. Het Wintercircus, in het centrum van één van de meest vooruitstrevende steden op vlak van innovatie en technologie, is een schot in de roos. Florentijn gelooft heel sterk in het team achter het Wintercircus: “Het zijn zonder onderscheid heel inspirerende mensen. Voor ons voldoende redenen om te kandideren voor een stek.”

“Bedreiging nummer één voor ons welzijn?

Buitensporige

schermtijd!”

Ruim 500.000 Belgen zitten al meer dan een jaar ziek thuis. Tegelijkertijd zetten werkgevers sterk in op preventie, welzijn en gezondheid. Wat is er aan de hand? Hoe houden we onze werknemers fit, kwik en gefocust? En hoe ver reikt de verantwoordelijkheid van werkgevers daarin eigenlijk?

Een HR-directeur, preventie-expert en aanbieder van gezondheid proberen de vinger op de wonde te leggen.

Geen betere plek om een gesprek over preventie, welzijn en gezondheid te houden dan op de werkvloer van Energy Lab, in de catacomben van de Planet Group Arena, de thuisbasis van voetbalclub KAA Gent. We posteren ons in een hip mini-auditorium, terwijl enkele medewerkers een werkpauze opvullen met een partijtje pingpong. Vlakbij is een koelkast gevuld met gezonde tussendoortjes. Op de muren zien we een estafette van foto’s met ‘mensen in beweging’, al lopend, fietsend, zwemmend. Inspirerende slogans ook, zoals ‘It’s not about being the best, it’s about being better than you were yesterday’.

Dit bedrijf, onderdeel van de Golazo Groep, ademt gezondheid en begeleidt al 15 jaar lang individuen en werknemers om een gezondere levensstijl aan te kweken. Dat

Wie is wie?

JELIS VAN DRIESSCHE PREVENTIE-EXPERT EN

ACCOUNTMANAGER VOOR OOST- EN WEST-VLAANDEREN

BIJ MENSURA

Mensura inspireert en begeleidt werkgevers om samen een positieve en meetbare impact te hebben op het welzijn van organisaties en medewerkers. “Als specialist op het vlak van preventie, veiligheid en gezondheid helpen we vermijdbaar verzuim tot een minimum te herleiden en werknemers gezond en veerkrachtig aan het werk te houden.” Met meer dan 56.000 klanten, van kmo’s tot grote organisaties, is Mensura de grootste Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk in België.

KRISTOF DE SMET CEO EN MEDEOPRICHTER VAN ENERGY LAB

Energy Lab, met hoofdzetel in Gent, startte 15 jaar geleden als testlabo voor amateuren topsporters. Intussen ligt de hoofdfocus op bedrijven en wil Energy Lab werknemers helpen om optimaal te presteren via totaalprogramma’s. Het bedrijf in ‘gezondheid’ telt nu 35 vaste medewerkers en draait een omzet van 10 miljoen euro.

INGE CORNE HR-DIRECTEUR BAKERY PRODUCTS EUROPE & EXPORT BIJ VANDEMOORTELE

Vandemoortele werd in 1899 al opgericht als Belgisch familiebedrijf. In de afgelopen 20 jaar is het uitgegroeid tot een voedingsbedrijf over heel Europa en een marktleider in diepgevroren bakkerijproducten en plant-based food solutions. “Met trots leveren we innovatieve en hoge kwaliteit aan professionele chefs, artisanale bakkers en retailklanten.” Met hoofdzetel in Gent en activiteiten in Europa, Azië en de VS, telt het bedrijf meer dan 4.000 werknemers en draait het intussen een omzet van 1,9 miljard euro.

gebeurt via slimme apps, interactieve workshops, begeesterende keynotes maar vooral ook door totaalprogramma’s voor bedrijven die willen inzetten op het welzijn en de veerkracht van hun personeelsleden. En dat er werk aan de winkel is, blijkt uit de cijfers.

500.000 langdurig zieken

Vandaag zitten zowat 500.000 Belgen al meer dan een jaar ziek thuis, blijkt uit cijfers van het Rijksinstituut voor Ziekteen Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Dat cijfer stijgt al jaren. Hoe verklaren jullie dit enorm aantal langdurige zieken?

Kristof De Smet: “Het is een hallucinant cijfer. We moeten natuurlijk allemaal langer werken en hoe ouder we worden, hoe meer risico we lopen om uit te vallen, maar de verklaring is natuurlijk multidimensioneel. Vooral het procentueel aandeel van

psychische aandoeningen is fors gestegen. Ruim een derde (36% volgens CM, red.) zit nu thuis wegens mentale aandoeningen. Onlangs maakte ik op LinkedIn een vergelijking tussen de marathon lopen en werken. In 1947 was de recordtijd op de marathon 2.27 uur. 75 jaar later flirten we met de grens van 2 uur, dankzij efficiëntere trainingsmethodes, betere schoenen, zeg maar een betere omkadering. Op de werkvloer is de voorbije vijftig jaar de productiviteitsgraad met 160% gestegen. Wat vijftig jaar geleden op 8 uur gedaan werd, kan nu in 3 uur uitgevoerd worden, maar de werkdag is wel 8 uur gebleven. We zijn dus veel sneller beginnen lopen en onze finish ligt niet meer op 42 maar op 100 km. Dankzij de digitale tools krijgen we meer gedaan en zijn we efficiënter. Tegelijkertijd moeten we sneller werken en het langer volhouden, hoewel veel werkgevers heel veel

inspanningen doen om het welzijn te verhogen en de mensen veerkrachtiger te maken. Maar in het cliché dat we steeds ‘meer moeten doen op kortere tijd’ zit zeker waarheid. Dankzij artificiële intelligentie zullen we daarin nog een extra stap zetten. Wat vroeger acht uur tijd kostte, kunnen we binnenkort misschien in een half uur klaarspelen. Hoe gaan we structureel met deze uitdaging om, is een van de hamvragen. Bovendien zijn werk en privé steeds meer in elkaar vervlochten, net door die digitalisering.”

Inge Corne: “Ook bij arbeiders zie je die trend van digitalisering, niet enkel bij bedienden. Historisch is er een heel sterke focus gelegd op het fysieke en ergonomische welzijn van medewerkers. Vandaag gaat het evenzeer over mentale aspecten en sociaal contact. Hoe connecteer je nog met mensen in dit hybride werkveld? Iedereen wil terecht tot een organisatie behoren en persoonlijk

groeien. Welzijn creëren is geen one size fits all-verhaal, maar het is wel cruciaal om een cultuur te creëren waarin welzijn belangrijk is, mensen daarover kunnen reflecteren en er zelf ook een stuk kunnen voor mee instaan.”

Zien jullie bij Vandemoortele ook dat het psychosociaal welzijn steeds belangrijker wordt?

Inge: “Ons welzijnsbeleid is op zeven pijlers gebaseerd, waarbij zowel fysiek, mentaal als sociaal welzijn een plek krijgen. We motiveren de leidinggevenden om een brede cultuur van welzijn te creëren, om medewerkers te motiveren om te bewegen – ze moeten het natuurlijk zelf doen – of om opleidingen te volgen. Dat kan zelfs een opleiding zijn die in wezen niets met hun job te maken heeft, bijvoorbeeld ‘Hoe bereid ik me voor op mijn pensioen?’”

Is er bij jullie ook een stijging van het aantal langdurig zieken, zoals in de rest van België?

Inge: “Ons kortverzuim is wat gedaald, naar 3%. Ons langdurig verzuim schommelt rond de 4%. Als medewerkers langer dan een jaar ziek zijn, wordt het moeilijk om hen terug te re-integreren. Het is sowieso heel belangrijk om met hen contact te houden.”

“ We moeten feller zijn in het benoemen van schermtijd als een verslaving. Focus is het nieuwe goud KRISTOF DE SMET, ENERGY LAB

Kristof: “Er is een opvallende paradox. Er zijn wellicht nog nooit zoveel inspanningen gebeurd door werkgevers om mensen fysiek en mentaal fitter te maken. Tegelijkertijd zien we nog geen positief kantelpunt bij langdurig afwezigen.”

Jelis Van Driessche: “Wij merken dat bedrijven nog te vaak zaken ad hoc gaan aanbieden op vlak van welzijn, maar dat er geen volledig beleid rond ontwikkeld is. Je moet een multidisciplinair traject én maatwerk aanbieden, want mentaal welzijn kan voor mij iets helemaal anders zijn dan voor jou. De een wil misschien meer bewegen, de andere zal meer beroep doen op psychosociale ondersteuning.”

Geen welzijn zonder empathisch leiderschap

Hoe zijn de cijfers bij Mensura zelf naar verzuim toe?

Jelis: “We zitten gelukkig onder het gemiddelde (lacht). De meeste bedrijven hebben procedures rond (langdurig) ziekteverzuim, maar de vraag is in hoeverre die gekend zijn in de organisatie, hoe ze toegepast worden, welke acties eraan gekoppeld zijn en vooral hoe leidinggevenden ernaar kijken. Vaak denkt men nog dat de HR-afdeling verzuim moet aanpakken, maar ik wil benadrukken dat de rol en de aanpak van leidinggevenden cruciaal is. Het is belangrijk contact te houden met langdurig zieken en de drempel zo laag mogelijk te houden om de werknemer te re-integreren.”

Kristof: “Daar ben ik het 200 procent mee eens. De rol van de leidinggevende is cruciaal voor het welzijnsgevoel binnen organisaties, dat blijkt ook meer en meer uit wetenschappelijke studies. Het is zoals in de sport: de coach bepaalt het ritme. De spelers kunnen en moeten zichzelf goed verzorgen, voldoende slapen … maar de coach bepaalt hoe groot de druk is om te winnen. Geef de leidinggevende die leiderschapstools. Welke (werk)druk kan ik aan mijn team geven zodat ze optimaal presteren? Maar nogmaals, de werknemer moet zich natuurlijk ook zelf voldoende soigneren.”

Inge: “Dat klopt. In eerste instantie moet je een psychologisch veilige cultuur creëren waarin medewerkers dingen mogen bespreekbaar maken en leidinggevenden empathie hebben en luisteren naar eventuele problemen. Die leidinggevende zal die problemen niet altijd kunnen oplossen, maar gehoor krijgen is al veel. Trouwens, als mensen een bedrijf verlaten is het ook vaak omwille van een verloren vertrouwen in een leidinggevende.”

Werkgevers sporen werknemers aan om meer te bewegen, bieden gezonde voeding aan, geven zelfs slaapadvies. Ze reiken tools aan die de draagbaarheid van de job verbeteren, en toch blijft het verzuim relatief hoog. In hoeverre moeten we de oorzaak zoeken in de werksfeer, want ook na het werk zijn de mensen heel druk doende, veel meer dan vroeger? Worden de bedrijven niet te veel met de vinger gewezen als mensen uitvallen, terwijl de oorzaken voor verzuim wellicht ook een groot stuk buiten die werksfeer zitten?

Inge: “Elk bedrijf wil zo weinig mogelijk verzuim en gezonde en productieve werknemers. Maar de rol van de werkgever stopt op een bepaald moment. Hij is nog altijd geen psycholoog. Intern hebben we daar soms discussies over. Natuurlijk kunnen we werknemers begeleiden en coachen maar soms zijn er diepgaandere psychologische of andere problemen. Dan is het niet aan ons om dit aan te pakken en mogen we dat zelfs niet doen. Als werkgever moeten we onze plaats daarin kennen, daar heb je experten voor. Burn-out is niet louter werkgerelateerd, er speelt heel vaak ook een privéfactor. Ik zal mensen wel altijd doorverwijzen naar een psycholoog, uit zorg. En daarnaast moeten we uiteraard de werkfactoren die een rol spelen aanpakken.”

Inge, Kristof enJelis zijn het er roerend over eens dat een kwaliteitsvolle, uitdagende job – waarin je je goed voelt én waarvoor je een correct salaris krijgt – wellicht de beste manier is om niet uit te vallen.

“ Je hebt als werkgever de verantwoordelijkheid om een gezonde werkomgeving aan te bieden. Maar als werknemer moet je ook uitgerust op je werk arriveren

JELIS VAN DRIESSCHE, MENSURA

Jelis: “Burn-out is inderdaad bijna altijd werk- én privégerelateerd. Waar kan je als werkgever ondersteunen en tot waar kan of moet je hulp bieden? Meer en meer bedrijven stellen een employee assistance programme (EAP) ter beschikking aan hun werknemers, Dit programma geeft een variatie aan dienstverlening die inspeelt op privégerelateerde noden. Zo kunnen bijvoorbeeld bij burn-out/ mentale problemen ook externe psychologen worden ingeschakeld.”

Een ceo van een productiebedrijf zei ons onlangs: ‘We moeten zelf meer en meer psycholoog spelen, maar waar is de grens?’

Jelis: “Het is hierin vooral heel belangrijk dat je leidinggevenden perfect weten wat er van hen verwacht wordt. Ze kunnen preventief helpen zodat de werknemer niet uitvalt.”

Verslaafd aan schermpjes

Volgens Kristof De Smet kan je de stijging van het grote aantal langdurig zieken ook niet los zien van enkele zorgwekkende, maatschappelijke trends. Kristof: “De belangrijkste lijkt me de individualisering van de maatschappij. Iedereen beaamt dat we veel energie halen uit sociale contacten en graag met elkaar connecteren. Tijdens corona werd het

koffiemomentje zelfs opnieuw verheerlijkt, terecht. Maar als je vandaag op de trein zit, tuurt iedereen op zijn schermpje terwijl er vroeger een babbeltje werd gedaan. We werken ook veel meer van thuis uit, scrollen op de smartphone terwijl we lunchen ...”

Ook al waren er nog nooit zoveel manieren om te communiceren via social media, toch dreigen we in een sociaal isolement te belanden …

Kristof: “Klopt helemaal. Sommigen gaan zich daardoor nog meer afzonderen en komen in een vicieuze cirkel terecht. Daarnaast is het schrikbarend hoeveel ‘schermtijd’ we allemaal spenderen. Als ik naar mijn kinderen kijk, maak ik me nog meer zorgen. En onze kinderen zijn de werknemers van (over)morgen. Dat is misschien wel bedreiging nummer één voor ons welzijn, op en naast de werkvloer: onze buitensporige blootstelling aan schermtijd.”

Moeten we niet vaker en kordater zeggen dat overexposure gewoon schadelijk is, en dat we daarin ook een individuele verantwoordelijkheid hebben?

Kristof: “Dat moet misschien feller gezegd worden, ja. Mijn collega Elke Geraerts van

Better Minds at Work bestudeert de invloed van sociale media en schermtijd op de hersenen. Dat is schrikbarend. We besteden ook meer en meer hersentaken uit naar onze smartphone. Denk aan rekenen, vertalen of navigeren, waardoor we ons brein veel minder trainen. De hersenen van kinderen worden getraind door te voelen, te spelen, te connecteren. Niet door als tweejarige al te swipen, nog voor ze kunnen lopen. We moeten ook feller zijn in het benoemen van schermtijd als een verslaving. Naast alcohol- en drugverslaving bestaat er ook echt een schermverslaving. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft tien criteria opgesteld voor verslavingen. Je kan ze vaak alle tien afvinken bij schermverslaving, tot en met ‘gebruik waardoor je anderen in gevaar brengt’, zoals in het verkeer. Pas als je dit durft te benoemen als een verslaving, kan je het ook behandelen. Maar we moffelen het eerder weg of minimaliseren een en ander, terwijl dit toestelletje wellicht één van de grootste bedreigingen is voor ons welzijn. Wij bieden zelf workshops aan rond digitale detox, om mensen bewust te maken van hun overmatig schermgebruik. Focus is het nieuwe goud, mensen moeten weer taakgericht leren werken.”

Jelis: “Onderschat ook de impact van sociale media niet. Zowel privé als op de werkvloer worden steeds leuke fijne evenementen gepost wat maakt dat je een vertekend beeld van de werkelijkheid krijgt.”

Inge: “In onze sector (in de voedingssector gelden strenge, hygiënische regels, red.) mogen de eigen gsm’s niet mee in de productie, maar op de werkvloer worden iPads natuurlijk functioneel gebruikt op de werkvloer. Maar bewustwording op de werkvloer rond verantwoord smartphonegebruik mag en moet zeker gebeuren.”

Kristof: “De meeste schade aan de hersenen gebeurt wellicht na het werk. We laten onze hersenen niet meer toe om te ontspannen door ’s avonds nog uren verder te scrollen. En nogmaals: wij zijn al op het randje van

verslaafd, maar bij de generaties die straks de arbeidsmarkt bestormen, is het probleem nog veel groter. Ik vind het ook absurd hoe oplossingen voor dergelijke verslavingen ook weer gezocht worden in de digitale hoek, via apps bijvoorbeeld. Gekker moet het niet worden. We nodigen alcoholverslaafden toch ook niet uit op café om daar te ontwennen? Heel wat werkgevers bieden apps aan om te mediteren, maar je leidt ze op die manier weer af naar dat schermpje.”

Moeten werknemers ook niet wat meer aan ‘zelfzorg’ doen? Ik citeer een bedrijfsleider: ‘Sommigen plannen hun weekend overvol en beginnen doodvermoeid aan de werkweek.’

Kristof: “Uiteraard zitten mensen zelf aan het stuur van hun eigen leven. Zelfzorg en zelfleiderschap zijn daarin heel belangrijk. Sociale activiteiten geven veel energie, maar als de slinger te ver doorslaat, kosten ze ook

Kostenanalyses zijn in de huidige economische context van groot belang voor bedrijven.

Helaas wordt bij de personeelskost nog te vaak enkel de kost van de operationele prestaties meegerekend terwijl ook de prestaties van de genomen maatregelen van human resources van invloed zijn. In samenwerking met Bijster ontwikkelde Accuria een uniek platform waar, naast de klassieke rapportering, ook gebruik wordt gemaakt van de nieuwste technologieën. De oplossing bestaat uit twee delen. Enerzijds een hr-dashboard en anderzijds de online rapporteringstool ‘HR-Analytics’.

HR-Dashboard

In samenwerking met enkele klanten stelde Accuria het hr-dashboard samen. Hierin wordt data zo eenvoudig mogelijk weergegeven. Op het dashboard bevinden zich de belangrijkste indicatoren om hr-prestaties te meten. Zoals een aantal kengetallen, maar ook een aantal ‘Key Performance Indicators’ (KPI’s) waarmee data met elkaar wordt vergeleken. Bijvoorbeeld de gepresteerde uren versus de afwezigheden of de loonkost van twee opeenvolgende jaren.

Online HR-analytics

De online rapporteringstool is gebouwd op het Microsoft Power BI-platform. Zo wordt data op een eenvoudige manier gevisualiseerd, gefilterd en geëxporteerd. Naast de weergave van data gaat deze tool nog verder. Een aantal KPI’s bevatten een trendanalyse. Die voorspelt de tool aan de hand van beschikbare data van hoe de KPI’s zullen evolueren in de toekomst. De gebruiker krijgt zo inzicht in zowel het verleden als de toekomst. Hierdoor is het mogelijk om tijdig remediërende acties te nemen.

Voordelen

࢚ Data eenvoudig weergeven en analyseren

࢚ Inspelen op toekomsttrends

࢚ Tegen een betaalbaar tarief

࢚ Uniek platform in hr-/ IT-landschap

energie. Daar kan de werkgever ook mee voor bewustwording zorgen. Aantal uren slaap – schermpjes zijn hier een sluipmoordenaar –te veel alcohol, te weinig beweging, het heeft allemaal een impact op ons welzijn.”

Jelis: “Je hebt als werkgever de verantwoordelijkheid om een gezonde werkomgeving aan te bieden. Maar als werknemer heb je ook de verantwoordelijkheid om uitgerust op je werk te arriveren. Wanneer je op zondagavond naar het voetbal gaat en je hebt op maandag een ochtendshift, dan kan dit het werk beïnvloeden.”

Pleidooi voor realisme

Energy Lab, ooit gestart als labo voor amateur- en topsporters die zich voorbereiden op sportieve doelstellingen, surfte de voorbije 15 jaar mee op een veranderende maatschappij én nieuwe uitdagingen op de arbeidsmarkt. “Onze focus lag eerst totaal

Betaalbare data

Het is de ambitie van Accuria om elk bedrijf - klein of groot - te helpen in de dagelijkse ontzorging van het hr-beleid. Als erkend sociaal secretariaat bieden we dit aan tegen een betaalbaar tarief. Het hr-dashboard wordt maandelijks gratis afgeleverd aan al onze klanten. Tegen een kleine maandelijkse meerkost krijg je ook toegang tot een performante hr-analytics tool. Hiermee bieden we een ongeziene, betaalbare meerwaarde aan onze kmo-klant.

Bart Deprez, directeur Accuria

Ben jij ook op zoek naar een sociaal secretariaat dat méér doet dan het maandelijks opmaken van je loonbrieven?

niet op bedrijven, maar al vrij snel werden we gecontacteerd door bedrijven vanuit een sportieve invalshoek. Bedrijven wilden bijvoorbeeld op een verantwoorde manier deelnemen aan de 10 Miles van Antwerpen met een team van medewerkers. Zo’n teambuilding bracht en brengt nog steeds werknemers dichter bij elkaar. Het aanbieden van een sportevenement is natuurlijk niet de holy grail om iedereen gezond en fit te krijgen. Daarom bieden we nu totaaloplossingen aan die zowel op het sportieve, mentale als spirituele welzijn mikken, waarbij we ook meer en meer leiderschapsprojecten aanbieden. Zeg maar een holistische aanpak waarbij we allianties vormen met Better Minds at Work of Peak4 in Nederland, die veel meer expertise in huis hebben rond mentaal welzijn en leiderschapscoaching.”

Vandaag solliciteren de bedrijven bij de kandidaten, hoor je wel vaker. Stellen de kandidaten ook hoge eisen op vlak van welzijn en werkdruk?

Inge: “Net na de coronapandemie waren sollicitanten echt veeleisend, nu is dat weer wat beter. Maar inderdaad, als je op vlak van wellbeing geen beleid hebt, haken ze af. Dat geldt niet enkel voor jongeren, maar evengoed voor oudere werknemers. Velen zoeken nu een purpose, ze willen een maatschappelijk relevante en duurzame job.”

Jelis: “Soms hebben sollicitanten het idee dat het inhoudelijke jobpakket 100% op hun lijf moet geschreven zijn, maar er bestaat volgens mij geen enkele job waarbij je alle facetten even graag doet. Wat meer realisme is zeker aangewezen. Nu zijn werknemers

sneller verveeld en/of denken ze dat het gras groener is aan de overkant. Ook een hip of huiselijk kantoor wordt alsmaar belangrijker. Maar dat zegt nog altijd weinig of niets over de bedrijfscultuur.”

Inge: (lacht) “Wij krijgen gelukkig heel positieve reacties op ons gebouw. Ook in productieomgevingen worden refters meer en meer aangename leefruimtes. Maar welzijn wordt inderdaad nog te vaak gebanaliseerd tot ‘zaken geven aan je medewerkers’, zoals een extra verzekering of een ander extralegaal voordeel in je salarispakket.”

Kristof: “Een beetje meer realisme mag zeker gepredikt worden. Google was een van de eerste bedrijven die bijna een speeltuin van de werkvloer maakte. Waarbij de

Voka bedankt zijn partners

werknemer een plek wil waar hij én volledig tot ontplooiing kan komen én rust kan vinden én gezond kan eten, maar waarbij ‘wat kan ik zelf bijdragen aan mijn werkgever’ niet altijd de eerste prioriteit meer was. Ik pleit voor jobtransparantie, met een duidelijke invulling van de functie en de verwachtingen. Op het einde van de dag moeten er nog altijd projecten gerealiseerd worden en budgetten beheerd worden. Eén van de belangrijkste parameters voor burnout is trouwens dat werknemers niet meer weten wat van hen verwacht wordt. We moeten hen niet enkel gezond maar vooral ook performant maken. Het gaat over high performance en high wellbeing.”

Een Ploeg Met Een Plan

De drie gesprekspartners zijn het er roerend over eens dat een kwaliteitsvolle, uitdagende job – waarin je je goed voelt én waarvoor je een correct salaris krijgt – wellicht de beste manier is om niet uit te vallen. Je hoeft niet ziek te worden van hard te werken, kortom. “Gelukkig krijgen wij ook heel veel vragen over de jobinhoud, groei- en opleidingskansen”, vertelt Inge fijntjes.

“

De rol van de werkgever stopt op een bepaald moment. Hij is nog altijd geen psycholoog

Kristof slalomt graag nog eens naar de sportwereld. “In een ploegsport zal een team pas uitblinken als alle spelers presteren en in topconditie zijn. Je moet hen dus de juiste tools aanbieden, je moet de coach opleiden zodat hij slim druk legt én wegneemt op de juiste momenten, maar als die speler zelf beslist om tot ’s ochtends uit te gaan, dan kan je eventueel afscheid nemen van die speler als hij in dat negatieve patroon blijft hervallen. Ook als bedrijf moet je die keuze hebben. Een speler presteert ook het best in een team als hij van zijn coach duidelijke richtlijnen krijgt. De beste coaches hebben een helder gameplan. Daarom sta ik wat sceptisch tegenover volledig zelfsturende teams, vol autonomie maar zonder sturing. Niet iedereen loopt graag in de schijnwerpers, niet iedereen wil in de spits spelen. Ik geloof niet in sportcoaches die zeggen: ‘Doe maar jullie zin, het belangrijkste is dat we winnen’. Investeer dus vooral in leiderschapscoaching.”

“En het allerbelangrijkste is misschien dat teamleden ook voor elkaar in de bres springen indien nodig. Iedereen heeft weleens een mindere dag”, besluit Jelis.

Werk samen met Voka Welt aan een inclusieve werkvloer

Voka zet via Welt kosteloos in op een stevig HR-beleid dat inclusief en duurzaam is. Door intensieve begeleiding, deelname aan lerende netwerken en ondersteuning bij het opstellen van een actieplan, helpen we je om diepgaande inzichten te verkrijgen en actie te ondernemen. Dit alles is gericht op het creëren en faciliteren van duurzame loopbanen binnen jouw organisatie.

Neem contact met griet.santy@voka.be

Samen bouwen aan inclusieve werkvloeren

I AM HUMAN:

Betrokkenheid verhogen op basis van datagedreven rapporten

De successen die je als onderneming boekt, zijn sterk afhankelijk van de motivatiegraad van het menselijk kapitaal. Hoe hoger de betrokkenheid van elke medewerker, hoe plezanter én productiever een bedrijf wordt. I Am Human helpt ondernemingen om het engagement van hun mensen te upgraden. Het team rond Ann-Sophie Maeyaert doet dat op een heel strategische en ‘data driven’ manier.

I Am Human borduurt verder op de diepgaande knowhow en rijke ervaring die Ann-Sophie Maeyaert in de HR-wereld opbouwde. “De juiste talenten aantrekken en behouden, is en blijft van onschatbare waarde voor een bedrijf. Net daarom profileren wij ons als de ‘employee engagement’-partner voor Belgische kmo’s met minstens 75 medewerkers”, verduidelijkt Ann-Sophie.

De dienstverlening van I Am Human steunt vooral op twee pijlers, OKR coaching en ‘employee engagement’-strategie. “Als OKR-coach (Objectives & Key Results) helpen we onze klanten om hun strategie via de OKR-managementmethode te vertalen naar werkbare, richtinggevende doelstellingen. We ondersteunen hen bij het opzetten en implementeren van dit framework en zorgen ervoor dat de organisatie voldoende maturiteit krijgt in functie van de verdere opvolging.”

ENGAGEABLE

Daarnaast begeleidt I Am Human kmo’s bij het opstellen van een ‘employee engagement’-strategie. “Daarvoor maken we intensief gebruik van data”, legt Ann-Sophie uit. “We beginnen het traject met een enquête bij alle medewerkers via het zelf ontwikkelde online platform ‘Engageable’. De respons van iedereen op een aantal open en gesloten vragen laat toe om de pijnpunten en troeven van de hele organisatie tot op teamniveau in kaart te brengen. De resultaten vormen een goede weerspiegeling van de effectieve bedrijfscultuur en de betrokkenheid van de medewerkers, vermits we ook gedrag naar bedrijfsspecifieke waarden meten en verduidelijken.”

Zo krijgt HR een duidelijk beeld van de prioriteiten vanuit de organisatie tot op teamniveau en kan het investeren in wat er écht toe doet. “Die eerste ‘survey’ fungeert als een nulmeting, waarna je de impact van gerichte acties kan gaan aftoetsen. Die acties zijn het gevolg van de concrete adviezen die we formuleren op basis van een stevig

onderbouwd rapport. We hoeven niet uit te leggen hoeveel je als organisatie wint als je door toepassing van de adviezen je retentie kan verhogen of je employer brand kan versterken op wat er werkelijk leeft.”

Op die manier helpt I Am Human bedrijven om zich echt als een mensgerichte onderneming te ontpoppen. “In 90% van de gevallen blijkt de perceptie van het management over het engagement van medewerkers, of de factoren die de grootste positieve of negatieve invloed op die mensen hebben, niet te kloppen met de realiteit. Heel vaak spelen er dus andere zaken dan wat ze via hun buikgevoel ervaren.”

I Am Human onderscheidt zich door een grote diversiteit aan data in de analyse mee te nemen, zodat het rapport veel verder reikt dan de perceptie van de medewerkers.

OUTSOURCING EN WORKSHOPS

“Daarnaast helpen we bedrijven ook door ondersteuning te bieden aan de HR-dienst bij implementatie van projecten en organiseren we opleidingen via workshops in beperkte groepen. Ook daarbij gaan we heel (praktijk)gericht te werk, zodat HR-mensen en andere leidinggevenden in hun bedrijf meteen aan de slag kunnen met wat ze bij ons hebben opgestoken”, besluit Ann-Sophie Maeyaert.

Blekte 79 – 9340 Oordegem 0491 08 69 86 info@iamhuman.be – www.iamhuman.be

Zaakvoerder I Am Human Ann-Sophie Maeyaert

Esign wordt Dynamate

Esign uit Gent bundelt de krachten met drie andere IT-bedrijven: Christiaens, Harmonize IT en denk IT. Gezamenlijk gaan ze verder onder de naam Dynamate met de financiële ondersteuning van Sofindev. Het dagelijkse management blijft verder lopen via ceo Anton Luyten, cto Matthias Stevens en cmo Emma De Jager.

esign.eu

Olivier Niclaus is nieuwe kopman Centrum Ronde van Vlaanderen

Op 1 mei startte Olivier Niclaus als de nieuwe directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen (CRVV) in Oudenaarde. Hij volgt Geert Joris op, die deze taak de afgelopen 7,5 jaar vervulde. Niclaus zal heel wat werk hebben met de verhuis van het CRVV naar de abdij van Maagdendale. Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme Zuhal Demir investeert 6 miljoen euro in deze nieuwe wielerhub in Oudenaarde: “De wielerhub moet het epicentrum worden van het sportief fietstoerisme in Vlaanderen.”

crvv.be

Ants versterkt zich met nieuwe chief customer & commercial officer

Het team van Ants (voorheen Ants Connect), een bedrijf in digital performance marketing met vestigingen in Gent en Antwerpen, dat in 2022 toetrad tot de Craftzing Group, heeft versterking aan boord gehaald. Kenneth Tallir, voorheen head of omnichannel & marketing bij CRAS Group in Waregem, wordt er de nieuwe chief customer & commercial officer (cco). Tallir stapt in als partner en wordt lid van het managementteam. Ants blijft ondertussen volop zoeken naar extra versterking.

ants.agency

Familiezorg O-Vl. wint Zorgaward voor Beste Marketing

Op 18 april heeft Familiezorg O-Vl. de Zorgaward voor Beste Marketing van 2024 gewonnen. De prijs werd uitgereikt door ZORG Magazine tijdens de jaarlijkse Zorgawards in Docks Dome in Brussel. Daarnaast sleepte de organisatie een nominatie in de wacht voor Beste Thuiszorgorganisatie van het jaar.

Het vijfkoppige communicatieteam van de organisatie werkte een wervingscampagne uit om cursisten aan te trekken voor hun opleiding tot verzorgende/zorgkundige, die tweemaal per jaar georganiseerd wordt in samenwerking met VDAB. De campagne Spreid je vleugels, word verzorgende richt zich tot werkzoekenden en zijinstromers en maakt creatief gebruik van vier vogelmascottes: de pelikaan, albatros, kolibrie en flamingo. Ze stellen de verschillende types verzorgenden voor, elk met hun eigen kwaliteiten die onmisbaar zijn in de thuiszorg.

familiezorg.be

Olivier Niclaus, de nieuwe directeur van het CRVV

Ceo Jacob Verroken en de nieuwe chief customer & commercial officer Kenneth Tallir

Een van de vier affiches uit de campagne ‘spreid je vleugels, word verzorgende’.

Jouw belangen kamerbreed verdedigd

Opleidingsinspanningen van werkgevers controleren? Onwerkbaar en ongewenst!

Sinds 1 april 2024 is de Federal Learning Account (FLA) van kracht. Dat is een tool waarin bedrijven de opleidingsdagen van hun werknemers moeten registreren. Op die manier wil men controleren of het individuele opleidingsrecht van 5 dagen per jaar voor elke werknemer, ingevoerd met de Arbeidsdeal, door ondernemingen wordt gerespecteerd. Die blinde verplichting in de privésector is onwerkbaar én hoogst ongewenst. Bovendien was er niemand vragende partij voor en nu blijkt de maatregel op de koop toe technisch onuitvoerbaar. Voka Oost-Vlaanderen raadt ondernemingen aan om af te wachten.

TEKST

SIMON LEFEVRE

De Federal Learning Account (FLA) is een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Het leidmotief is regelrecht wantrouwen ten aanzien van de werkgever, een beleid dat grossiert in micromanagement zonder visie of richting. Kind van de rekening zijn onze ondernemers die opnieuw geconfronteerd worden met een complex en dus administratief belastend systeem. Voka Oost-Vlaanderen herhaalt dan ook zijn vraag voor de afschaffing van de FLA.

Geert Moerman, gedelegeerd bestuurder Voka Oost-Vlaanderen: “Vlaanderen heeft één echte grondstof en dat is menselijk talent. Ondernemingen die hun medewerkers onvoldoende opleiding aanbieden, snijden zichzelf in het vlees. Ofwel zijn mensen dan immers minder geschikt voor hun job, ofwel vertrekken ze. De vrije markt doet hier perfect haar werk en bestraft ondernemingen sowieso die hier niet voluntaristisch mee omgaan. Waarom moet een overheid gaan reguleren wat de markt zelf doet? En wanneer gaat de overheid eindelijk haar belofte gestand doen om niet voortdurend nieuwe administratieve lasten op ondernemingen te leggen?”

werknemers registreren.

Verwarring troef

Sinds de Federal Learning Account (FLA) in werking trad, heerst er grote onduidelijkheid. Via een nieuwe digitale toepassing moeten werkgevers de vormingsadministratie bijhouden. Die nieuwe applicatie werkt echter niet naar behoren waardoor de inwerkingtreding al met minstens 2 maanden is uitgesteld. De verwarring leidt in de bedrijven tot grote onduidelijkheid en extra kosten. “Na de invoering van de wet blijven talloze vraagtekens onbeantwoord. Bovendien zijn nog niet alle vereiste functies geïmplementeerd. Gezien de grote onduidelijkheid en de immense administratieve rompslomp roepen we ondernemers op om af te wachten tot de federale overheid deze overdreven vorm van regulitis afschaft. Ik koester de hoop dat er na de verkiezingen een frisse blik komt op dit soort administratieve rompslomp”, besluit Geert Moerman.

In de FLA-tool moeten bedrijven sinds 1 april 2024 de opleidingsdagen van hun

Nu ondernemen voor morgen in Oost-Vlaanderen

Met de verkiezingen in aantocht, heeft Voka Oost-Vlaanderen een regionaal memorandum opgesteld met specifieke prioriteiten. De eisenbundel voor sterkere ondernemingen in Oost-Vlaanderen is opgebouwd rond de speerpunten van de regio, tech- en scale-ups & duurzame industrie en logistiek. Deze maand focussen we op de thema’s ruimte, energie en mobiliteit.

Ruimte

Om alle transities ( klimaat- en energietransitie, nood aan innovatie en digitalisering, gecombineerd met een zeer krappe arbeidsmarkt) te realiseren hebben ondernemingen letterlijk en figuurlijk ruimte nodig. Oost-Vlaanderen heeft van alle Vlaamse provincies het kleinste actief aanbod aan bedrijventerreinen. Bovendien kent Oost-Vlaanderen de sterkste daling in beschikbare oppervlakte, zowel in ha (daling van 518 ha) als procentueel (daling van 5%).

Energie

Energie staat door klimaatuitdagingen en fluctuerende energiemarkten centraal voor ondernemers. De energietransitie en technologische vernieuwing zijn cruciaal, maar leveringszekerheid is essentieel. Het elektriciteitsverbruik zal de komende jaren sterk stijgen, ondanks maar ook net door energiebesparende maatregelen, zoals de elektrificatie van ons vervoer, gebouwenverwarming en het verduurzamen van de industriële processen, warmte- en stroomvragen. De overgang van centrale naar decentrale stroomproductie voegt complexiteit toe.

DIT

VRAAGT VOKA OOST-VLAANDEREN:

Ruimte voor duurzame groei: Een robuuste voorraad aan bedrijfsruimte is essentieel. Herbestem daarom verouderde en inefficiënte bedrijventerreinen naar moderne en strategisch gelegen locaties. Bedrijven die moeten herlokaliseren, moeten actief begeleid worden met concrete oplossingen. Verweefbare activiteiten worden gelokt naar de stads- en dorpskernen, maar werk ook aan een draagvlak voor verweving en actieve begeleiding voor verweefbare bedrijven. Het provinciaal ruimtelijke toekomstplan was alvast geen goed voorbeeld daarvan.

DIT VRAAGT VOKA OOST-VLAANDEREN:

Infrastructuur moet de transitie kunnen volgen: Prioriteer investeringen in ons elektriciteitsnet om de energietransitie te faciliteren. Met een stijgend elektriciteitsverbruik en groei in decentrale productie is er dringend behoefte aan modernisering om verstoppingen op het net te voorkomen. Boost de buisleidingeninfrastructuur in en rond de haven om onze infrastructuur toekomstbestendig te maken. Door het gebruik van leidingen voor het transport van moleculen zoals waterstof en CO2, grondstoffen voor de industrie en warmte (naast de klassieke producten zoals aardgas), benutten we een potentieel dat nu nog onvoldoende wordt aangeboord. Een robuust netwerk van buisleidingen trekt niet alleen nieuwe bedrijven aan, maar bevordert ook investeringen en

Dat plan zorgde voor een netto afname van de hoeveelheid bedrijfsruimte en voorzag op geen enkele manier in transitie voor bedrijven.

Vlotte vergunningsprocedures: Naast voldoende ruimte voor bedrijvigheid, met de blik voorbij de bouwshift, moeten ook de vergunningenprocedures vlotter. Oost-Vlaanderen deelt hier in de problematiek die voor heel Vlaanderen geldt. De duurtijd, onzekerheid en beroepsmogelijkheden remmen vandaag investeringen in duurzaamheid af.

werkgelegenheid in de regio. Een leidingentunnel op strategische plaatsen, zoals onder het kanaal Gent-Terneuzen of onder de Westerschelde, verzekert alle mogelijkheden voor de toekomst.

Positioneer North Sea Port als waterstof & CO2 hub: Creëer een langetermijnvisie voor waterstof, gecombineerd met een specifiek wetgevend kader en een flexibel vergunningsbeleid. Dat zal Vlaanderen positioneren als de leidende waterstofhub in Europa. De projecten binnen North Sea Port kunnen daarvoor als voorbeeld gebruikt worden.

Faciliteer investeringen in hernieuwbare energie: Oost-Vlaanderen is een voorloper in windenergie, maar we moeten

Een slagkrachtig beleid in Oost-Vlaanderen in Oost-Vlaanderen

vergunningsprocedures voor windturbines implementeren die de snelheid van uitvoering verhogen. Vandaag duren de procedures zo lang dat de turbines uit de vergunningsaanvraag vaak niet meer de beste keuze zijn op het ogenblik van de realisatie. De overheid moet erop toezien dat het algemeen belang primeert op individueel belang bij het plaatsen van windmolens.

Mobiliteit

Oost-Vlaanderen, met zijn cruciale verkeersaders, ervaart druk op zijn transportinfrastructuur. Voor een stabiele economie zijn duurzame transportoplossingen essentieel. Om een antwoord te bieden op de verdere duurzame economische groei en de stijgende vraag naar logistieke dienstverlening, is het noodzakelijk om de bestaande capaciteit te optimaliseren, knelpunten aan te pakken en te investeren in duurzame transportopties. Een vlotte modal shift die rekening houdt met de economische realiteit is daarbij belangrijk.

DIT VRAAGT VOKA OOST-VLAANDEREN:

Stimuleer ook energie-uitwisseling, waarbij bedrijven energieoverschotten delen en gebruik maken van restwarmte. Faciliteer uitbreiding van warmtenetten en verminder wettelijke beperkingen voor bedrijfsgemeenschappen die duurzame energie uitwisselen. Onder het huidige regelstelsel botsen ondernemingen nog te vaak op praktische problemen en beperkingen.

Voka verdedigt jouw belangen op alle beleidsniveaus.

Via analyses, opinies en positieve samenwerkingen werken we elke dag aan een gunstiger bedrijfsklimaat.

Contacteer jan.geers@voka.be of ga naar onze website.

Intensief gebruik van onze water- en spoorwegen: Een aantal investeringen in infrastructuur zijn nodig om goederen via de water- en spoorwegen efficiënt te vervoeren. Een nieuwe tunnel in Zelzate is om vele redenen een goede zaak, onder meer om grotere schepen tot in Gent te halen. Vergroot de diepgang van het kanaal en pas de nodige oevers aan om efficiënt en duurzaam transport te stimuleren. Ook de Dender wacht al jaren op een opwaardering. De nieuwe sluis in Denderbelle en een aantal aanpassingen aan de vaarweg en spoorbrug zijn noodzakelijk om de Dender bevaarbaar te houden voor economisch transport. Er komen jaarlijks duizenden extra vrachtwagens op de weg als dat niet gebeurt. De Seine-Scheldeverbinding kan de Europese binnenvaart versterken en bijdragen aan de Vlaamse havenactiviteiten. Zet het investeringsplan verder en coördineer met Frankrijk om de aansluiting te maken met het nieuw te graven kanaal tussen Compiègne en Cambrai. Ten slotte verhoogt een robuust spoorwegnetwerk, met een verregaande digitalisering en verhoogde dienstverlening, de capaciteit en efficientie. Er is een systeem nodig waarbij bedrijven aangemoedigd worden om via gespreid vervoer (single wagon load) gebruik te maken van het spoor voor hun goederentransporten. De uitvoering van de geplande spoorinvesteringen in het North Sea Port havengebied zijn nodig om de groei van spoorvervoer mogelijk te maken.

Fietsveiligheid in het woon-werkverkeer:

Bedrijven stimuleren het gebruik van de fiets, maar met dat stijgend aantal fietsers komt ook een hoger aantal fietsongevallen. Veilige fietsinfrastructuur kan die ongevallen reduceren. Zorg voor veilige fietsroutes van de voordeur tot de bedrijfspoort. Breng in kaart waar gewestwegen aangepakt moeten worden en stem af met andere wegbeheerders om consistente investeringen te doen op lokaal niveau. Het Gentse havengebied heeft met voorsprong de sterkste fietsfocus in het woon-werkverkeer van alle Vlaamse havens, maar ook een groot aantal wegbeheerders. De inventarisatie die hiervoor

gestart is, moet resulteren in resultaat op het terrein, door de investeringen door te zetten en nog op te schroeven.

Openbaar vervoer en vervoer op maat naar werkplekken: Afstemming van openbaar vervoer met bedrijvenzones en directe lijnen is essentieel voor vlotte verbindingen. Verzeker de werking van vervoer op maat om een antwoord te bieden op lokale vervoersnoden. Laat vervoersregio’s per tewerkstellingspool kijken naar die noden in frequentie, capaciteit en bedieningsuren. In het havengebied moet ook de mogelijkheid van waterbus, fietsbus of andere creatieve vervoersmiddelen onderzocht worden en geïmplementeerd raken. Voor het vervoer op maat is Max Mobiel het best mogelijke initiatief om verder op in te zetten qua financiering.

Duurzame weginfrastructuur: Ook in het toekomstig woon-werkverkeer heeft het wegvervoer nog een belangrijke plaats. Werk bottlenecks weg, waarvan een aantal al decennia voor overlast en onveiligheid zorgen. Vooral de N-wegen (N60, N42 en N41) zijn hardnekkige probleempunten met ellenlange histories en veel te uitgebreide bezwaarprocedures, quasi allen ingespannen door verenigingen die op Vlaamse subsidies opereren. Verzeker sluitende procedures, beperk beroepsmogelijkheden en voorzie financiering om deze bottlenecks en missing links eindelijk weg te werken.

Investeer met visie in de Gentse Zuidrand: De Gentse Zuidrand huisvest een digitale- en biotechnologiecluster van wereldniveau en zet Vlaanderen hiermee op de kaart. Het gebied loopt van The Loop over Tech-Lane tot Eilandje Zwijnaarde en mobiliteit is er op dit moment een remmende factor voor ontwikkeling en tewerkstelling. Investeer met visie in (gedeelde) parkeermogelijkheden, snelle shuttleverbindingen naar knooppunten, hoogwaardig openbaar vervoer en vlotte autobereikbaarheid. Doe dit voor alle bedrijventerreinen die in het gebied gelegen zijn binnen een coherente visie, in plaats van op alle delen afzonderlijk.

STREEKFONDS OOST-VLAANDEREN VERBINDT SCHENKERS EN DOENERS EN VERSTERKT ZO LOKALE

PROJECTEN DIE MENSEN MET ELKAAR EN DE OMGEVING VERBINDEN

Zinvol zaaien op de zorgboerderij

Acht jaar geleden kreeg de Landegemse historische hoeve ‘t Schaaphof een nieuw leven als biologische zelfplukboerderij. Vorig jaar kwam daar een tweede titel bij: zorgboerderij. Geëngageerde plukkers Tine, Dirk en Annelies besloten immers om hun pedagogische krachten te bundelen en Groeisels op te richten, een vzw die mensen met een zorgnood helpt groeien. #Regiokracht, het regionale netwerk van het streekfonds in Leiestreek & Meetjesland, zette er mee haar schouders onder, samen met verschillende partners zoals Brouwerij Huyghe. Catherine Dubrulle, Marketing Manager en Legal Advisor van de brouwerij, kreeg er nu een rondleiding.

“Hier buiten vullen we potjes met aarde, ter voorbereiding. Daarna gaan de potjes naar de serre en worden er kleine plantjes in overgeplant. Vandaag zijn het paprika’s. Die moeten dan nog even groeien en mogen dan verhuizen naar de aarde”, vertelt Kaï (20), die zich tot ware gids heeft ontpopt. Als een van de eerste zorggasten van Groeisels kent hij het werk dan ook als geen ander. “Normaal ga ik naar school in Ten Dries, een school voor buitengewoon onderwijs, maar twee halve dagen per week kom ik naar hier. Het is maar tien minuutjes fietsen, dus ik kan dat zelf. Ik kom heel graag naar de boerderij, want hier kan ik mijn hoofd leegmaken. Op veel andere plaatsen lukt dat niet, omdat er te veel mensen rondom mij zijn. Ook mag ik hele leuke dingen doen. Ik ben graag aan het werk.”

Werk is er op de plukboerderij inderdaad genoeg. Er moeten groenten gezaaid worden voor 230 plukkers met een zelfplukabonnement, maar ook voor verkoop via groente- en fruitpakketten en markten. Dat maakt dat mensen die hier aankloppen voor een zinvolle dagbesteding écht zinvol werk leveren. “Daarnaast bieden we zorg aan op maat”, zegt Tine Maertens, die mee aan de wieg van vzw Groeisels stond. “Ik heb een graduaatsdiploma orthopedagogie, mede-oprichters Dirk Martens en Annelies Van Imschoot zijn opvoeder en logopediste in het buitengewoon onderwijs. Vanuit onze achtergrond stellen we samen met onze deelnemers een persoonlijk traject op, met opvolgingen en evaluaties. Zo kunnen we echt op hun persoonlijke doelen inspelen en hen helpen groeien.”

WARMTE EN VERBINDING

De vrijwilligers van Groeisels zijn elke donderdag en vrijdag op ‘t Schaaphof om deelnemers in groepjes te ontvangen. “Die houden we bewust klein, zodat het ook mogelijk is om een-op-een te werken. Vorig jaar hebben we vijftien mensen begeleid van uiteenlopende leeftijden en met diverse zorgnoden: van volwassenen met een burnout tot jongeren met een beperking en tieners die het wat moeilijker hebben op school. Hier zijn ze geen nummer in de klas, maar worden ze gezien als volwaardig persoon. Dat doet hen veel deugd. Hetzelfde

geldt voor de rust en de verbinding die de deelnemers ervaren. Iedereen helpt elkaar en leert van elkaar. Het is een hele warme plek.”

VOOR DE VOLGENDE GENERATIES

Gemoedelijkheid, warmte en sociaal samenzijn zijn zaken waar Catherine Dubrulle van Brouwerij Huyghe als ondernemer veel belang aan hecht. “We zijn tenslotte een brouwerij”, glimlacht ze. “Daarnaast zijn we sterk bezig met duurzaamheid. Mijn zoon Alexandre zal de vijfde generatie worden aan het roer van de familiezaak, dus mijn man, Alain De Laet, doet alles in functie daarvan. Dat denken aan de volgende generaties, met aandacht voor duurzaamheid en het sociale aspect, is exact wat ook #Regiokracht doet.” Brouwerij Huyghe is dan ook fier om partner te zijn van #Regiokracht en zo samen met het streekfonds warme initiatieven – zoals Groeisels – te steunen.

44 lokale initiatieven kunnen dit jaar rekenen op steun van Streekfonds Oost-Vlaanderen

Vorig jaar vloeide er 448.627 euro naar de projecten, de som van opgehaalde middelen via crowdfunding en verdubbeling door Streekfonds Oost-Vlaanderen. En iedereen kan hieraan bijdragen als donateur van een kleine gift. Samen maken we een immens verschil. Impact creëren op maatschappelijke noden, samen met onze meer dan 80 partnerbedrijven die zich hiervoor inzetten, dat is de missie van Streekfonds Oost-Vlaanderen. Scan de QR-code en ontdek welke initiatieven in jouw buurt jij als ondernemer kan steunen met een kleine gift.

Catherine Dubrulle van brouwerij Huyghe (links) op bezoek bij zelfplukboerderij ’t Schaaphof, een vzw die mensen met een zorgnood helpt groeien.

Groep Blancquaert – bankagenten & verzekeringsmakelaars

Het bonusplan, meer dan een klassieke groepsverzekering!

Uw instrument als werkgever om uitzonderlijke prestaties te belonen op een fiscaalvriendelijke manier.

Het bonusplan is fiscaal voordelig voor u en uw medewerkers, en biedt u ook heel wat flexibiliteit. Hierdoor voert u binnen uw bedrijf een vergoedingssysteem in dat beantwoordt aan de behoeften van al uw medewerkers. Maar hoe implementeert u een bonusplan, aangepast aan uw bedrijf?

Wat is het?

Een manier om talent aan te trekken, te behouden en te stimuleren, en om een positieve werkcultuur te bevorderen.

Het bonusplan is gebaseerd op individuele doelen en bedrijfsresultaten, en beloont werknemers op basis van hun bijdrage aan het succes van het bedrijf.

Aan wie kan u dit toekennen?

De werkgever bepaalt zelf welke categorie van werknemers in aanmerking komt voor het bonuspensioenplan.

Opgelet! de categorie(ën) moeten open en objectief zijn en mogen niet discrimineren.

Hoewel binnen een groepsverzekering alle werknemers binnen eenzelfde categorie op gelijke basis dienen behandeld te worden, biedt een bonusplan wel degelijk heel wat flexibiliteit.

Het is namelijk mogelijk om binnen een bonusplan de stortingen aan te passen in functie van de leeftijd en de anciënniteit van de betrokkenen, zolang dat onderscheid in verhouding staat tot het doel (stimuleren en motiveren).

En verder, wat zijn de overige spelregels?

Naast de datum van uitkering, de begunstigde bij overlijden, ... moet u in het pensioenreglement duidelijk vastleggen hoe de premie bepaald zal worden. U moet daarvoor een objectieve methode aanwenden. De hoogte van de premie mag niet afhangen van een beslissing van de werkgever. Daarnaast moet

u ook duidelijk bepalen wanneer de premie verworven is. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat een collega die halverwege het jaar het bedrijf verlaat, toch voor een volledige bonus in aanmerking komt. Verder bepaalt u in dat reglement ook hoe de bonus berekend wordt als het statuut of de tewerkstellingsgraad van een collega wijzigt. Zorg ook voor een regeling voor werknemers die langdurig arbeidsongeschikt zijn.

Het reglement omschrijft ook de waarborgen, maar daarbij heeft u eigenlijk geen keuzemogelijkheden. De waarborg is een aanvullend pensioen, met uitkering van de reserve bij vroegtijdig overlijden. Andere waarborgen, zoals een verhoogde uitkering bij overlijden, zijn niet mogelijk. De premie is daarvoor immers te volatiel, ze kan zelfs in een bepaald jaar 0 zijn en dan is de financiering van een overlijdensverzekering niet evident. Daarom combineert u een bonusplan ook het beste met een groepsverzekering met periodieke premies. Daarin zijn wél bijkomende waarborgen zoals overlijden en gewaarborgd inkomen mogelijk.

De stortingen in een groepsverzekering zijn voor het bedrijf slechts fiscaal aftrekbaar zolang u de zgn. 80%-regel respecteert.

Fiscaal voordelig?

Als het bedrijf uw bonus echter in een groepsverzekering stort, dan wordt er op die storting slechts 4,4% verzekeringstaks ingehouden. Verder is er enkel een sociale bijdrage verschuldigd van 8,86%. Voor premies hoger dan het wettelijk referentiebedrag van € 93.760,79 is ook wel de zgn. Wyninckxbijdrage van 3% te betalen. Wanneer u uw kapitaal later opneemt, betaalt u een sociale bijdrage van 3,55% en doorgaans een solidariteitsbijdrage van 2%. Als u voor uw 65ste met pensioen gaat, betaalt u op de uitkering na sociale bijdragen 16,5% belastingen (plus gemeentetaks). Afgerond betaalt u dus in het totaal zo’n 22%. Van een budget van € 1.000 voor de werkgever blijft er dan netto € 685 over. Als u pas op uw 65ste(66 of 67 jaar afhankelijk van uw geboortjaar) uw kapitaal opneemt en tot dat moment beroepsmatig actief blijft, dan

bedraagt het belastingpercentage slechts 10% waardoor u in het totaal afgerond zo’n 16% betaalt. Datzelfde budget van € 1.000 levert u dan netto een bijkomend pensioenkapitaal van afgerond € 740 op. We maken daarbij abstractie van het rendement van uw verzekering zelf.

Mogelijkheid tot financiering van vastgoed? In het bonusplan kan u uw medewerkers de mogelijkheid geven om een voorschot op te nemen op dit aanvullend pensioenkapitaal. Hiermee kunnen ze dan voor hun pensioen een deel van de reeds opgebouwde pensioenreserve in tak21 gebruiken voor de aankoop of renovatie van een onroerend goed of om een hypothecaire lening terug te betalen.

Wenst u een bonusplan te integreren in uw bedrijf of wenst u gewoon meer informatie over de mogelijkheden … aarzel dan niet om ons even te contacteren.

Philip Wauters 09 239 42 30 philip@groepblancquaert.be

Certifisc – Accountants & Fiscalisten

De nieuwe regels inzake huuraftrek vanaf aanslagjaar 2024

De wet houdende diverse fiscale bepalingen van 28 december 2023 verstrengt de regels met betrekking tot de aftrekbaarheid van huurgelden. Vanaf aanslagjaar 2024 zijn huurgelden slechts aftrekbaar in de mate dat de huurder de identiteit kenbaar maakt aan de administratie.

Doelstelling van de wetgever

Met deze nieuwe bepalingen wil de wetgever twee problemen oplossen. Enerzijds ondervindt de belastingadministratie moeilijkheden om de gevallen te detecteren waarin huurders het goed dat zij huren bij een particuliere verhuurder, al dan niet gebruiken voor de uitoefening van hun beroep.

Anderzijds gebeurt het in de praktijk regelmatig dat de particuliere verhuurder misleid wordt door zijn huurder. Dit is het geval wanneer de huurovereenkomst elk beroepsmatig gebruik van het gehuurde verbiedt, maar de huurder de betaalde huurprijs toch geheel of gedeeltelijk als beroepskost in aftrek brengt. Voor de fiscus is deze aftrek het signaal dat de huurder het pand wel degelijk gebruikt voor de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheid. De (particuliere) verhuurder kan hierbij geconfronteerd worden met een fiscale navordering. Hij is in deze omstandigheden namelijk belastbaar op basis van de (meestal veel hogere) netto-huur en niet op basis van het kadastraal inkomen.

Nieuwe maatregelen

Dit laatste wordt verholpen door de huuraftrek te weigeren als beroepskost wanneer de huurovereenkomst “kosteloos” is geregistreerd omdat het onroerend goed “uitsluitend bestemd is tot huisvesting van een gezin of van één persoon”.

Daarnaast wordt een bijkomende verantwoording ingevoerd. De huurder moet voortaan aan zijn aangifte in de inkomstenbelastingen een bijlage toevoegen waarin hij een aantal gegevens moet vermelden in verband met het gehuurde goed en de betaalde huurprijs.

Wie is onderworpen?

De administratie bevestigt dat het gaat om een belastingplichtige

– die een onroerend goed huurt of houder is van een zakelijk gebruiksrecht (erfpacht, opstal, vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, enz.) op een onroerend goed

– rechtspersoon die ertoe gehouden is om een aangifte in de inkomstenbelastingen in te dienen of een natuurlijk persoon is die de huurvergoedingen voor dat onroerend goed of de vergoedingen voor de vestiging of overdracht voor dat zakelijk gebruiksrecht geheel of gedeeltelijk als werkelijke beroepskosten in aftrek brengt.

De nieuwe regels gelden zowel wanneer de huurder onderworpen is aan de personenbelasting (bv. zelfstandige of vrije beroeper), de vennootschapsbelasting als aan de rechtspersonenbelasting (bv. vzw).

Let op! Dit geldt niet enkel als u huurt van een derde, maar eveneens als u als bedrijfsleider een deel van uw woning verhuurt aan uw vennootschap. De nieuwe regels gelden niet voor roerende verhuur, bijvoorbeeld de verhuur van kantoormeubilair. Bij gemengde verhuur, moet u enkel de huur met betrekking tot het onroerend goed melden.

Als u de huur niet in kosten brengt, is er echter geen meldingsplicht opgelegd.

De informatie wordt verstrekt via het formulier nr. 270 MLH dat mee overgemaakt moet worden.

Welke vergoedingen?

De nieuwe regeling geldt niet enkel voor huurvergoedingen en toegekende huurvoordelen, maar is ook van toepassing op vergoedingen en voordelen betaald of toegekend vanuit een recht van opstal, een recht van erfpacht of een ander zakelijk gebruiksrecht. De landpacht wordt niet beoogd.

Uitzondering

De wet voorziet in één uitzondering op de rapporteringsplicht. De verplichting geldt niet wanneer het gaat om huurvergoedingen en vergoedingen voor een zakelijk gebruiksrecht die verbonden zijn aan de leveringen van goederen of diensten verricht door een belastingplichtige gevestigd in de Europese Economische Ruimte waarvoor volgens de toepasselijke btw-reglementering daadwerkelijk een factuur of een document in de plaats ervan werd opgesteld.

Te vermelden gegevens

U dient melding te maken van de identificatiegegevens van de verhuurder (naam, adres, rijksregisternummer voor natuurlijke personen en voor rechtspersonen: de naam, zetel en KBO nummer), alsmede de op jaarbasis betaalde vergoeding.

Uw boekhouding digitaal, advies in mensentaal

COTTYN Advocaten

Het nieuw buitencontractueel aansprakelijksheidsrecht –zorgen voor onderaannemers, bestuurders en werknemers?

1.

Het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht is een belangrijk onderdeel van het juridische landschap dat terecht veel aandacht verdient. Dit rechtsgebied is voortdurend in ontwikkeling om te voldoen aan de veranderende behoeften en complexe uitdagingen van de moderne samenleving. Op 1 februari 2024 werd dan ook een wetsvoorstel goedgekeurd dat gevoelige wijzigingen doorvoert in dat aansprakelijkheidsrecht, waarbij de meest in het oog springende de afschaffing van de “quasi immuniteit van de uitvoeringsagent” en het relatief “samenloopverbod” tussen contractanten zijn.

Concreet zal het voortaan eenvoudiger worden:

• om rechtstreeks de onderaannemers, bestuurders en werknemers – hulppersonen of uitvoeringsagenten genoemd – van jouw contractspartij aan te spreken; • om zijn eigen contractspartij buitencontractueel aan te spreken;

We focussen ons in deze bijdrage op de afschaffing van de quasi immuniteit.

2.

Onder de op heden geldende “quasi immuniteit” genieten de uitvoeringsagenten of hulppersonen van een verregaande bescherming tegen eventuele vorderingen van derden zoals de contractspartij van hun opdrachtgever. In de bouwsector betekent dat bijvoorbeeld concreet dat een bouwheer in principe niet rechtstreeks de onderaannemer van de hoofdaannemer kan aanspreken. De bouwheer heeft namelijk enkel een contractuele band met de hoofdaannemer. In de praktijk heeft dit tot gevolg dat de bouwheer de hoofdaannemer moet dagvaarden, en de hoofdaannemer op zijn beurt de onderaannemer zal dagvaarden indien die van oordeel is dat de fout zich daar situeert. Hetzelfde geldt voor bestuurders en werknemers van een vennootschap. Zij kunnen in principe niet rechtstreeks worden aangesproken door een contractspartij van de vennootschap zelf. Als deze contractspartij schade lijdt zal hij/zij deze schade

enkel kunnen verhalen op de vennootschap. De vennootschap kan vervolgens zelf een vordering instellen tegen de bestuurder of werknemer die de schade heeft veroorzaakt.

3.

Het nieuwe Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wijzigt dit principe.

Zo zal een bouwheer rechtstreeks de onderaannemer van zijn aannemer kunnen aanspreken, als die een fout begaat in de uitvoering van zijn (onderaannemings)contract en zal een contractspartij rechtstreeks de bestuurder of werknemer van zijn medecontractant kunnen aanspreken, tenminste als die persoon een fout heeft begaan binnen de uitvoering van het contract met de vennootschap. Zo ook zal een contractspartij zijn wederpartij buitencontractueel aansprakelijk kunnen stellen.

Met andere woorden vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet zal een schadelijdende contractspartij (vb. de bouwheer of klant van de vennootschap) de keuze hebben de schade te verhalen (buiten) contractueel op zijn contractspartij (vb. de hoofdaannemer of vennootschap) of buitencontractueel op de uitvoeringsagent/ hulppersoon (vb. de onderaannemer of bestuurder/werknemer van de vennootschap.

4.

Wanneer de onderaannemer, bestuurder of werknemer rechtstreeks aangesproken worden door de schadelijdende partij (bouwheer of klant van de vennootschap), bepaalt de wet wel dat zij een aantal verweermiddelen kunnen inroepen.

Zij kunnen zich steunen op de:

• contractuele (aansprakelijkheidsbevrijdende) bedingen: - uit de overeenkomst tussen bouwheer/ hoofdaannemer of klant/vennootschap; - uit hun eigen overeenkomst met de hoofdaannemer of eigen bestuurdersarbeidsovereenkomst met de vennootschap; • verweermiddelen uit andere wetgeving

zoals de aansprakelijkheidsbeperking van werknemers in artikel 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet of het wettelijke regime inzake bestuurdersaansprakelijkheid in het vennootschapsrecht

Evenwel zullen er contractueel afwijkende afspraken kunnen gemaakt worden. Dat betekent dat de buitencontractuele aansprakelijkheid van de onderaannemer, bestuurder of werknemer contractueel beperkt, of zelfs uitgesloten kan worden.

Deze verweermiddelen kunnen niet worden ingeroepen noch kunnen er contractuele afspraken gemaakt indien de fout opzettelijk werd begaan of bestaat uit de aantasting van de fysieke of psychische integriteit.

5.

Deze wetswijziging zal van toepassing zijn op alle schadegevallen die zich voordoen vanaf de inwerkingtreding (voorzien op 1 januari 2025 zijn), en dit ongeacht de datum waarop de overeenkomsten zijn gesloten tussen jouw onderneming, jouw klant en personen waarop een beroep wordt gedaan voor de uitvoering.

De toekomstige wet kan dus evengoed een invloed hebben op alle eerder afgesloten overeenkomsten.

6. Besluit

De aansprakelijkheid van uitvoeringsagenten tegenover derden wordt dus verruimd. De wetgever laat het aan de partijen over om contractueel afwijkende afspraken te maken. Volgens de laatste beschikbare informatie zouden de nieuwe regels op 1 januari 2025 in werking treden en ook van toepassing zijn op bestaande contracten. Anticiperend contractueel handelen is dus geboden. Met de nodige contractuele clausules aangevuld met de reeds bestaande wettelijke bescherming hoeft alsdan het nieuw buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht geen al te grote zorgen voor de onderaannemer, bestuurder of werknemer op te leveren.

Innovatie & technologie Wat is 5G-slicing en wat betekent het voor uw business?

De troeven van het 5G-netwerk op het vlak van snelheid, bandbreedte en lagere latentie zijn intussen bekend. Een ander, even essentieel kenmerk blijft evenwel vaak onderbelicht: network slicing. Tania Defraine, Director Enterprise Solutions & Platforms bij Proximus NXT, legt uit hoe het opdelen van het mobiele netwerk in aparte schijven resulteert in een maximale bedrijfszekerheid, flexibiliteit en kostenefficiëntie.

Gegarandeerde capaciteit

Bij network slicing krijgen applicaties een gegarandeerd deel van de bandbreedte van het netwerk toegewezen: een slice. Op die manier opereren kritische toepassingen met specifieke vereisten rond latentie of bandbreedte geïsoleerd van het andere netwerkverkeer.

5G-slicing vormt bijgevolg de aangewezen oplossing voor bedrijfsprocessen waar vertragingen absoluut uit den boze zijn. Slicing garandeert zo een maximale betrouwbaarheid en veiligheid.

Slicing van het netwerk biedt bijvoorbeeld grote troeven voor de evenementensector. Om vlot en cashless te betalen, is een stabiele netwerkverbinding met een gegarandeerde capaciteit er onontbeerlijk. In Dendermonde heeft Proximus NXT samen met de aanbieder van cashloze betalingen EventPay de mogelijkheden van 5G slicing getest tijdens het drukke eindejaarsevenement Wintermonde.

Event reservation

Voor een vlot en bedrijfszeker betaalverkeer maakten we gebruik van event reservation. Die pre-slicing techniek reserveert voor de vele 4G-toestellen die nog geen 5G ondersteunen, een deel van de aanwezige netwerkcapaciteit. Eventpay beschikte op die manier over een specifieke netwerkslice met een gegarandeerde capaciteit voor de verwerking van betalingen.

“5G-slicing vormt de aangewezen oplossing voor bedrijfsprocessen waar vertragingen uit den boze zijn en garandeert een maximale betrouwbaarheid en veiligheid.”

Tania Defraine, Director Enterprise Solutions & Platforms bij Proximus NXT

Dankzij dit ‘gereserveerde’ deel van de beschikbare netwerkcapaciteit kreeg EventPay de waarborg dat zijn diensten gestroomlijnd zouden verlopen, zonder dat het hoefde te investeren in extra netwerkhardware of -software. Tijdens het eerste weekend van Wintermonde gebeurde ongeveer een derde van de betalingen via toestellen die verbonden waren met die specifieke slice.

Op het zomerse familiefestival Cirque@Taque in Ekeren bleek die techniek al even succesvol. Zelfs wanneer het mobiele netwerk verzadigd raakte, bleef het betalingsverkeer via de toestellen heel vlot verlopen. Net omdat een deel van het netwerk daar speciaal voor was gereserveerd.

Bent u al mee met 5G?

U merkt het, 5G-slicing biedt een grote meerwaarde waar een stabiele netwerkverbinding met een gegarandeerde capaciteit cruciaal blijkt. Proximus NXT rolt volop nieuwe toepassingen voor 5G en 5G-slicing uit. Ik verwacht dat de vraag alleen maar toeneemt en almaar meer ondernemingen de troeven ervan ontdekken.

Bent u benieuwd naar de mogelijkheden van 5G en 5G-slicing voor uw organisatie en hoe Proximus NXT u daarin kan bijstaan?

Scan de QR-code.

Vier op de tien Oost-Vlaamse kmo’s willen aanwerven in tweede kwartaal

41,5% van de Oost-Vlaamse kmo-werkgevers wil vóór eind juni opnieuw personeel aanwerven. OostVlaanderen komt daarmee net onder Brussel (42,3%). In Oost-Vlaanderen zijn de ontslagintenties zelfs de op een na laagste van Vlaanderen en Brussel. Dat zegt de recente bevraging van SD Worx (maart 2024) bij 870 kmo-bedrijfsleiders.

HOGER DAN VLAANDEREN EN WALLONIË

In Vlaanderen en Wallonië hebben gemiddeld één op de drie kmo’s aanwervingsplannen. Oost-Vlaanderen (41,5%) en Vlaams-Brabant (37,5%) zitten daar mooi boven. Het gemiddelde is vergelijkbaar met het gemiddelde in dezelfde periode vorig jaar.

De ontslagintentie in Oost-Vlaanderen is de op een na laagste van Vlaanderen en Brussel: slechts 6,9%. Limburg is koploper met 15,5%. Algemeen was de gemiddelde ontslagintentie nog 11% in hetzelfde kwartaal vorig jaar. In Vlaams-Brabant, de provincie met de laagste ontslagintentie, denkt 5,9% van de kmo’s personeel te gaan ontslaan. In Brussel is dat 7,3%.

“Dit is positief nieuws”, bevestigt Annelies Rottiers, kmo-adviseur bij SD Worx. “Brusselse, Oost-Vlaamse en VlaamsBrabantse kmo’s springen er dit kwartaal positief uit, met de grootste aanwervingsplannen en de laagste ontslagintenties.”

MOEILIJKER IN INDUSTRIE EN BOUW De tewerkstellingsintenties van kmo’s in industrie en bouw zijn wel afgenomen (van 41% naar 34% van de kmo’s). “Daar blijft het moeilijk om de juiste profielen te vinden”, zegt Annelies. “De helft van de vacatures blijft lang openstaan. Intenties vertalen zich niet onmiddellijk in realiteit; de jobs invullen is een grote uitdaging. 2023 was een moeilijk jaar voor onze Belgische kmo’s om extra tewerkstelling te creëren.”

VRAAG NAAR TIJDELIJKE

TEWERKSTELLING OPNIEUW HOGER DAN IN VORIG KWARTAAL

Het merendeel van de nieuwe jobs gaat over vaste tewerkstelling met een contract van onbepaalde duur (63%). 14% gaat over tewerkstelling met een contract van bepaalde duur. Bijna een kwart (23%) van de kmo-bedrijven met aanwervingsplannen denkt aan tijdelijke contracten in een andere vorm, zoals uitzendwerk (6%), flexi-jobs (5%), studentenjobs (8%) of freelancers (4%).

In het vorig kwartaal dachten bedrijven minder aan tijdelijke contracten onder een

In onze driemaandelijkse kmo-bevraging bevroegen we al voor de 56e keer een representatief aantal kmo’s over tewerkstelling. 870 bedrijven van 1-250 werknemers namen deel in maart. De gewogen resultaten zijn representatief voor alle kmo’s in België.

andere vorm (18%). Vorig jaar in maart ging het om 21% ten opzichte van 12% in het kwartaal ervoor.

Annelies: “Kmo’s willen voor een stuk flexibiliteit inbouwen in hun personeelsbestand: een op de drie (33%) van de kmo’s verwacht een toename van de hoeveelheid werk in het volgende kwartaal. Een op de tien (11%) verwacht net een afname in diezelfde periode.”

“Wel zijn de vooruitzichten beter dan het vorige kwartaal: toen verwachtte nog 16% een afname. Men blijft dus voorzichtig op middellange termijn: slechts een kwart (27%) verwacht een toename van de tewerkstelling tegen eind 2024.”

PGS Group en IDE Group bundelen krachten naar duurzame toekomst

PGS Group, marktleider in de palletindustrie in België en Frankrijk, zet zijn snelle groei in Europa voort. Tot nu toe lag de focus op verticale integratie binnen de palletindustrie, met onder andere eigen zagerijen, een eigen nagelproductie en een eigen engineeringsbedrijf. Door de samenwerking met IDE Group wordt nu ook ingezet op differentiatie.

Ceo Luc Grauwet ziet alleen maar voordelen in de samenwerking met de grootste zagerij van Vlaanderen. “De verpakkings- en houtindustrie zijn zeer volatiel en onderhevig aan geopolitieke en mondiale ontwikkelingen, zoals covid, de oorlog in Oekraïne en de recente escalatie in het Midden-Oosten. Daarom past participatie in IDE Woods perfect in onze strategie om in te zetten op een grotere en stabielere bevoorradingszekerheid. Bovendien ligt de zagerij dicht bij onze drie grootste productiebedrijven, wat naadloos past in onze visie op duurzaamheid.”

ide-woods.com - solid.eu - pgsgroup.com

Ceo IDE Group Peter Ide en ceo PGS Group Luc Grauwet

Volvo Cars neemt definitief afscheid van dieselwagen

Begin februari bouwden de Volvo Car-medewerkers in Gent hun laatste wagen met dieselmotor. Een V60. En ook de Zweedse fabriek in Torslanda zag onlangs de laatste XC90-dieselwagen van de band rollen. Vaarwel diesel, welkom elektrisch. De autoproducent wil een volledig elektrische autofabrikant worden en nuluitstoot van broeikasgassen bereiken tegen 2040. Vorig jaar zag het bedrijf zijn verkoop van volledig elektrische wagens stijgen met 70% en hun wereldwijde marktaandeel in elektrische wagens met 34%. Bij wijze van afscheid, een terugblik op de dieselgeschiedenis.

1979

Zweden noch Europa is een dieselmarkt. Dieselwagens worden vooral gekocht om dienst te doen als taxi’s of voor lange afstanden. Beetje bij beetje beginnen mensen echter de voordelen in te zien van de zuinigere dieselmotoren en neemt de vraag toe. Volvo Cars lanceert zijn allereerste dieselwagen: de Volvo 244 GL D6. Met een krachtige en heel zuinige motor. De eerste zescilinderdieselmotor voor personenwagens ter wereld ook.

2001

De markt voor dieselwagens raakt in een stroomversnelling. Wanneer ze de Volvo V70 lanceren, is het ook tijd om hun eerste zelfgebouwde dieselmotor te introduceren. Deze vijfcilindermotor, vervaardigd in de Volvo Powertrain-fabriek in het Zweeds Skövde, zal een groot succes worden en tal van Volvo’s in heel Europa aandrijven. De motor komt in verschillende versies en is zo krachtig dat hij zelfs op het circuit wordt gebruikt in een auto genaamd S60 Challenge Fun fact: de vrienden bij Volvo Penta besluiten een scheepsversie van deze motor te maken.

2008

Tijd voor de volgende dieselmijlpaal: de lancering van het Drive-E-gamma met kleine, maar uiterst zuinige 1,6-liter dieselmotoren. Goed voor 1.300 km met één enkele tank. En met een CO2-uitstoot die zo laag is dat de motoren in Zweden het label ‘groene motoren’ krijgen. De Drive-E-motoren zijn flexibel ontworpen en werken goed in verschillende Volvo-modellen. En met hun evenwicht tussen efficiëntie en prestaties betekenen ze een grote stap voorwaarts in de dieseltechnologie.

2012 Lancering van de Volvo V60 D6 plug-in hybride. Een unieke wagen, want het is de eerste plug-in hybride met een dieselmotor ter wereld. Meteen ook hun technisch meest geavanceerde model ooit: elektrisch, hybride én met power onder de motorkap. Afhankelijk van de rijmodus biedt hij een elektrisch bereik van 50 kilometer en een totaal bereik tot 1.000 kilometer. Met een gecombineerd vermogen van 215+70 pk accelereert hij bovendien in 6,2 seconden van 0 naar 100 km/uur.

2013

Voor de tweede keer in de geschiedenis lanceren ze een volledig zelfgebouwde familie van dieselmotoren: Volvo Engine Architecture (VEA). De combinatie van een hogere inspuitdruk en de unieke i-ART-technologie wordt beschouwd als revolutionair in de dieselindustrie. Voor de klanten betekent dit een lager brandstofverbruik, lagere emissies en een hoog rendement – met een onmiskenbaar ronkend geluid er bovenop. De nieuwe motoren worden gebruikt in verschillende modellen en worden een succes in de XC90 generatie 2. Ze blijven meegaan tot het einde en zitten dus ook in de allerlaatste V60 en XC90 met dieselmotor die van de band zijn gerold.

2023 De autoproducent stapt af van verbrandingsmotoren door de verkoop van hun aandeel in Aurobay, de joint venture voor verbrandingsmotoren die ze samen met Geely Holding hebben.

In februari 2024 bouwde Volvo Car Gent de laatste wagen met dieselmotor. Vaarwel diesel, welkom elektrisch

Al bijna 5.700 zonnepanelen op Gentse bedrijven na proefproject met zonnecoach

Al zeven Gentse bedrijven hebben zonnepanelen gelegd of besteld met de hulp van de ‘zonnecoach’ van de Stad Gent. Samen goed voor bijna 5.700 exemplaren. Negen andere bedrijven doorlopen op dit moment een traject.

In het molybdeenbedrijf Molymet Belgium aan de Langerbruggekaai in de Gentse haven werden eind maart 2024 de nieuwe zonnepanelen voorgesteld. Er liggen er al 466, het bedrijf bekijkt de mogelijkheid voor nog eens 1.500 panelen. Het is een investering die zichzelf in vijf jaar terugbetaalt. Molymet is een van de zeven bedrijven die zonnepanelen hebben gelegd of besteld met de hulp van de zonnecoach van de Stad Gent.

“In ons duurzaamheidsplan 2030 zetten we resoluut in op hernieuwbare energie. Naast windenergie gebruiken we nu ook zonne-energie om de processen verder te vergroenen. De 466 nieuwe zonnepanelen op onze magazijnen zorgen voor groene stroom die we volledig zelf verbruiken. We verwelkomen vanaf nu dus de zon voor gratis elektriciteit. Samen met de windmolen halen we op die manier ongeveer 80 procent van ons totaal elektriciteitsverbruik uit hernieuwbare energie”, zegt Godfried Van Schuylenbergh, vice president operations Europe Molymet Belgium.

Ook Carrefour Oostakker (2.200 exemplaren), woonzorgcentra Domino en Tempelhof (1.000) en de bedrijven Fast Forward Events (200), Hansa-Flex (150) en Bofidi (70) hebben met de hulp van de zonnecoach zonnepanelen gelegd. Bij Cannoodt worden er binnenkort 96 panelen gelegd. Samen is dat goed voor bijna 5.700 exemplaren, of het equivalente verbruik van 622 gezinnen. “Vanaf juni 2025 verplicht Vlaanderen bedrijven met een groot verbruik om zonnepanelen te installeren en later volgen ook bedrijven met middelgroot verbruik. Met de zonnecoach ondersteunen we de Gentse ondernemers daarin. Gent is dan ook kampioen in zonnepanelen. In geen enkele Vlaamse gemeente levert de zon meer energie dan hier”, zegt Tine Heyse, schepen van Milieu en Klimaat.

De ‘zonnecoach’ is een energiespecialist aangesteld door de Stad Gent. Elke Gentse onderneming met een groot dak kan er gratis een beroep op doen. De zonnecoach bekijkt hoeveel panelen er kunnen komen, vergelijkt offertes, berekent opbrengsten of

helpt zoeken naar externe financiering. De zonnecoach contacteert ook zelf bedrijven. Op dit moment lopen er nog trajecten bij negen bedrijven.

In totaal vroegen 68 Gentse bedrijven om gratis advies of begeleiding. De bedrijven die (nog) niet beslisten om effectief zonnepanelen te leggen, hebben een goed rapport achter de hand om die beslissing later nog te maken.

Voka-VeGHO sterker in de haven dankzij:

De nieuwe zonnepanelen op de daken van Molymet in North Sea Port

Bedrijven verenigen in North Sea Port

Voka-VeGHO-lid

“Onze integratie van inspectie- en agentuurdiensten biedt een strategisch voordeel”

Geregeld zetten we een Voka-VeGHO-lid uit North Sea Port in de schijnwerpers. Deze maand: Navonus, goederen surveyor en scheepsagent met een breed scala aan diensten.

Navonus in 2 cijfers

900

De agentuurdivisie van Navonus behandelt jaarlijks zo’n 900 zeeschepen, waarvan 400 in North Sea Port.

2.500

Navonus voert jaarlijks zo’n 2.500 inspecties uit.

Wat doet jullie bedrijf en wie zijn jullie klanten?

Josie Peiffer: “Als goederen surveyor bieden we een breed scala aan diensten aan, van pre-shipment, sampling, kwaliteits- en gewichtsonderzoeken tot ruimcontrole, gewichtsbepalingen en opvolgen van bunkerbeladingen. We leveren ook de vereiste certificaten af (zoals OVOCOM). Met een no-nonsensementaliteit en toegewijde aandacht zoeken we logistieke oplossingen en adviseren we onze klanten met hun contracten (via onze GAFTA-, FOSFA- en ISO 17020-accreditaties) wanneer dat nodig is.”

Joris Clappaert: “Hetzelfde geldt voor onze agentuurdiensten, waar we als professionele tussenpersoon verantwoordelijk zijn voor het regelen en coördineren van allerlei zaken met betrekking tot zeeschepen en havenfaciliteiten. De taken van een scheepsagent omvatten onder meer het verwelkomen van schepen bij aankomst in de haven, het regelen van douane- en immigratieformaliteiten, het coördineren van laden en lossen, het organiseren van bunkeren- en bevoorradingsdiensten, het regelen van herstellingen en onderhoudswerkzaamheden en het afhandelen van financiële en administratieve zaken met betrekking tot de scheepvaartactiviteiten. Daarnaast fungeert een scheepsagent als communicatieschakel

tussen de schipbemanning, rederijen, havenautoriteiten, douane, loodsen en andere betrokken partijen. De scheepsagent zorgt ervoor dat alle operationele aspecten van het schip soepel verlopen en dat de logistieke processen efficiënt worden afgehandeld. Het uiteindelijke doel van een scheepsagent is om ervoor te zorgen dat het schip veilig en op tijd kan aankomen en vertrekken uit de haven, volgens de geldende voorschriften en procedures.”

Sinds wanneer zijn jullie gevestigd in North Sea Port?

Joris: “Navonus werd in 2011 opgericht door Josie Peiffer en mezelf, met ondersteuning van Piet Wassenaar, oprichter en ceo van de Maaskade Groep. Door onze expertise in goedereninspectie en agency te combineren en het hoofdkantoor in Gent te vestigen, hebben we ons op de kaart gezet. Hoewel onze eerste stappen uitdagend waren, hebben we naam gemaakt. De bedrijfsstrategie van Navonus is nauw afgestemd op de unieke kenmerken van de Gentse haven. In een haven als North Sea Port, waar import- en bulkstromen overheersen, zijn goederenontvangers vaak betrokken bij zowel scheeps- als vrachtactiviteiten. Onze integratie van inspectie- en agentuurdiensten biedt een strategisch voordeel om aan deze behoeften te voldoen.”

Hoe zijn jullie als bedrijf gegroeid?

Josie: “Navonus heeft in de afgelopen jaren zijn aanwezigheid en netwerk aanzienlijk uitgebreid, met vestigingen in de havens van Antwerpen, Zeebrugge, Rotterdam, Terneuzen, Vlissingen en Hamburg, evenals een netwerk van vertegenwoordigers in verschillende Europese landen en overzeese locaties. De recente toevoeging van een filiaal in Aarhus, de grootste haven van Denemarken, benadrukt de groeistrategie van het bedrijf. In de afgelopen twaalf jaar heeft het Belgische bedrijf een gestage groei ervaren, nieuwe markten betreden en tegelijkertijd vastgehouden aan zijn kernwaarden van nabijheid en service.

De kernwaarden van Navonus bestaan uit drie belangrijke principes: lokaal handelen, uitgebreide en persoonlijke service bieden en onafhankelijkheid behouden. Als dienstverlener kunnen we maar zo goed zijn als onze mensen. De juiste mensen vinden, hen zo goed mogelijk trainen en hen tevreden houden, daar draait het om.”

Hoe zetten jullie in op innovatie en duurzaamheid?

Joris: “Zowel in onze surveyor- als scheepsagentuuractiviteiten worden moderne tools

gebruikt, zoals port call software en moderne tools voor het meten van voorraden in magazijnen en silo’s. Prioriteit geven aan duurzaamheid maakt ook deel uit van onze aanpak. Zo sloot Navonus zich in 2019 aan bij het Green Award-programma voor schonere en veiligere zeescheepvaart als Incentive Provider, waarbij een korting van 5% op rekeningen wordt aangeboden aan reders die deelnemen aan het programma.”

Wat is jullie grootste troef?

Josie: “Diversificatie, waarbij elk filiaal zich specialiseert in specifieke vracht- en inspectiediensten die aansluiten bij de lokale markten. Aangezien elke vestiging een andere haven met specifieke kenmerken bedient, zijn de activiteiten gediversifieerd naar verschillende producten (vloeibare bulk, meststoffen, eetbare oliën, rijst, schroot), naast de droge bulkgoederen zoals graan, die de basis vormden in Gent.”

Joris: “De agentuurdivisie behandelt nu ongeveer 900 zeeschepen per jaar. In dit aantal evenaart Zeebrugge momenteel North Sea Port met elk zo’n 400 schepen, maar de agentuuractiviteiten richten zich in Zeebrugge vooral op pure autovervoerders, terwijl Gent meer bulkschepen en tankers

ziet. In Antwerpen werden naast tankers ook offshore en baggerwerken onderdeel van de portefeuille sinds Navonus een aanbesteding van DEME won voor de bemiddeling van schepen die een havenbezoek of sluispassage in die haven nodig hadden. Die nichemarkten zijn onze sterkte.”

Josie: “Aan de surveykant voert Navonus jaarlijks ongeveer 2.500 inspecties uit, waarbij North Sea Port meer dan de helft van het totale volume voor zijn rekening neemt en binnenvaartschepen het voortouw nemen over zeeschepen. Een inspectie kan meerdere dagen duren als het gaat om het bewaken van de hele los- en/of laadoperatie. Het kan ook nodig zijn om meerdere inspecteurs in te schakelen voor verschillende soorten inspecties.

Aangezien de lokale omstandigheden variëren, verschilt de balans tussen goedereninspectie en scheepsagentuurdiensten van locatie tot locatie. In Hamburg en Aarhus, bijvoorbeeld, is de activiteit bijna volledig gericht op inspectie, met name in droge agribulk en eetbare oliën. Er kunnen echter nog andere stromen volgen en we zijn altijd van plan om op het gepaste moment scheepsagentuurdiensten toe te voegen, in lijn met onze kernwaarden.”

Navonus met hoofdkantoor in Gent combineert inspectieen agentuurdiensten.

(R)evolutie in het aansprakelijkheidsrecht Voor iedereen van belang

Recent werd een wetsontwerp goedgekeurd dat een verhoogde aansprakelijkheid van bestuurders, werknemers, dienstverleners, … tot gevolg kan hebben. De wetswijziging kan een impact hebben op nagenoeg iedereen die deelneemt aan het economische leven, waardoor het nodig is tijdig te beoordelen welke gevolgen de nieuwe regels voor u en uw bedrijf kunnen hebben en welke acties u kan of dient te nemen om ongewenste negatieve effecten te vermijden.

WAAROVER GAAT HET?

Deze wetswijziging biedt een verruimde mogelijkheid om “hulppersonen” aansprakelijk te stellen voor schade die een derde lijdt, door een fout van deze “hulppersoon”. “Een hulppersoon” is in deze context elke persoon die belast is met de gehele of gedeeltelijke uitvoering van een overeenkomst die tussen een opdrachtgever en een opdrachtnemer is afgesloten en zelf geen contractspartij bij de betreffende overeenkomst is. Het maakt daarbij geen verschil of deze “hulppersoon” een natuurlijk persoon is, of een onderneming. Deze ruime definitie heeft tot gevolg dat verrassend veel categorieën van personen een “hulppersoon” kunnen zijn: het betreft bestuurders, werknemers, dienstverleners, aannemers, onderaannemers, etc. We concretiseren dit even. Een opdrachtgever (A) sluit een overeenkomst met een opdrachtnemer (B), die op zijn beurt een hulppersoon (C) aanstelt om de opdracht geheel of deels uit te voeren. Op basis van de contractuele relatie tussen A & B kan bij foutieve uitvoering A zich richten tot B, dat verandert niet. Als C de reden van de foutieve uitvoering was, kon A zich bij een fout van C in het kader van de uitvoering van de overeenkomst slechts bij uitzondering rechtstreeks richten tot C zelf. Alleen B kon als daartoe een rechtsgrond bestond zich tot C richten. Dat kon bijvoorbeeld in het kader van een onvermogen van B aanleiding geven tot onoplosbare schade bij A. De nieuwe regelgeving laat A nu wél toe om C rechtstreeks (buitencontractueel) aansprakelijk te stellen. C zal zich dus vaker moeten organiseren om zich te verweren tegen dergelijke vorderingen.

ENKELE VOORBEELDEN:

• Zo kan een klant van een onderneming een bestuurder rechtstreeks aanspreken voor schade die deze klant lijdt door een fout of onzorgvuldigheid van de betrokken bestuurder.

• Eveneens kan een klant van een onderneming op basis van deze wetswijziging een werknemer van die onderneming rechtstreeks aanspreken voor de schade die hij heeft geleden door de fout van die werknemer bij de uitvoering van het contract.

• Ook een bouwheer zal zich rechtstreeks kunnen richten tot een onderaannemer voor fouten van deze laatste.

Deze algemene regel, doet geen afbreuk aan bestaande bijzondere specifieke regelgeving. Zo zal een aangesproken werknemer als verweermiddel zich in dat geval kunnen beroepen op de aansprakelijkheidsbeperking uit de Arbeidsovereenkomstenwet. De bestuurders van vennootschappen en verenigingen kunnen zich dan weer o.a. beroepen op de wettelijke grenzen inzake de bestuurdersaansprakelijkheid (de zgn. “caps”).

De nieuwe wet treedt normaliter pas in werking op 1 januari 2025 maar zal ook toepassing vinden op overeenkomsten afgesloten vóór 2025 voor zover de fout en de schade zich na de voormelde inwerkingtreding voordoen.

De wet laat ruimte om tijdig te anticiperen op eventuele ongewenste gevolgen van deze wetswijziging.

Het nieuwe aansprakelijkheidsregime geldt immers voor zover de wet of de overeenkomst niet in een andere regeling voorziet.

Het is dus mogelijk om de aansprakelijkheid van de “hulppersoon“ contractueel te beperken en zelfs uit te sluiten.

Het is dan ook van het grootste belang dat u zich tijdig de volgende vragen stelt:

• In welke mate kan de verhoogde aansprakelijkheid als bestuurder ingeperkt worden?

• Hoe kan ik als dienstverlener mijn aansprakelijkheid indekken ten opzichte van een klant van mijn opdrachtgever?

• Zijn de aansprakelijkheidsclausules in mijn contracten met klanten enerzijds en met dienstverleners, onderaannemers anderzijds voldoende op elkaar afgestemd?

• Is het nodig om mijn algemene voorwaarden aan te passen?

• Moet ik stappen ondernemen om mijn werknemers bijkomend te gaan beschermen in het licht van de nieuwe regels, eventueel via een aanpassing van de sociale documenten (arbeidsreglement en/of individuele arbeidsovereenkomsten)?

• Weet ik op welke onderaannemers mijn leveranciers een beroep doen en op de aansprakelijkheidsbeperkingen die deze onderaannemers hebben afgedwongen?

• Wat kan of moet ik als werknemer doen om eventuele aansprakelijkheidsvorderingen te vermijden?

• Ben ik voor dit alles voldoende verzekerd?

We raden dan ook aan om bestaande overeenkomsten aan een grondige analyse te onderwerpen en tijdig de nodige actie te ondernemen, zodat u voorbereid bent zodra de nieuwe wet in werking treedt.

Bij Deloitte hebben we alle expertise in huis om u hierin te ondersteunen. Samen bekijken we hoe we de negatieve impact van de nieuwe regels voor u zoveel als mogelijk kunnen beperken.

Author: Anne-Line Servaes aservaes@deloitte.com +32 9 393 75 88

Drie bedrijven slaan handen in elkaar voor nieuw type batterijen voor industrieel gebruik

Jan De Nul, ENGIE en Equans starten met een pilootproject rond het gebruik van Vanadium Redox Flow batterijen op industriële schaal. Dit type batterij, dat nog maar weinig bekend is bij het grote publiek, kan een veilige en duurzame aanvulling zijn op de veelgebruikte lithium-ion batterij. De drie bedrijven zullen onderzoeken hoe deze batterijen het elektriciteitsmanagement in een industriële omgeving kunnen optimaliseren, en hoe ze van toegevoegde waarde kunnen zijn in de transitie naar een koolstofvrije economie. De plechtige inhuldiging van het project vond plaats in aanwezigheid van de minister van Energie Tinne Van der Straeten.

Onderzoekscentrum ENGIE Laborelec voerde reeds in 2019 succesvolle labotests uit met een Redox Flow Batterij en test nu voor het eerst op industriële schaal de sturing en het onderhoud van deze technologie. Equans installeerde een Vanadium Redox Flow batterij, geproduceerd door Invinity Energy Systems en met een capaciteit van 800 kWh op de site van Jan De Nul in Hofstade (bij Aalst), naast hun zonnepaneleninstallatie van 578kW. De installatie is vier 20ft containers groot, per 2 gestapeld, en wordt beheerd door een slim Energy Management Systeem (EMS) van ENGIE, dat de batterij aanstuurt om de autoconsumptie van de installatie te optimaliseren.

jandenul.com - engie.com - equans.com

Act Events | Barco New Years Party

Van links naar rechts : Dirk De Nul, Mark Dirckx (ceo Equans), Christophe D’Haese (burgemeester Aalst), Tinne Van der Straeten (minister voor Energie), Carina Van Cauter (gouverneur), Vincent Verbeke (ceo Engie), Frederik Van Praet (co-manager BESS-project)

Technisch verfijnd talent

“Handigheid, visueel inzicht en oog voor detail zijn aangewezen in onze job”

Bij Orteam, een technisch orthopedisch centrum in Waasmunster, werken heel wat vakvrouwen. Wij konden er twee strikken voor een interview: Kim en Kaan. Hun beroep? Orthopedisch technieker. Hun passie? Kinderen en volwassenen met een (neuro)motorische beperking helpen.

Wanneer je bij Orteam in hartje Waasmunster binnenwandelt, voel je meteen de huiselijkheid. Een gezellig speelhoekje met een old time lessenaar doet vermoeden dat hier regelmatig kinderen over de vloer komen. Orteam is als technisch orthopedisch centrum met een eigen atelier gespecialiseerd in op maat gemaakte orthesen zoals steunzolen, enkelen voetorthesen, korsetten, sta-apparaten, ligorthesen en schedelhelmen. Het is ook een deskundig adviespunt voor kinderorthopedie, (sport)braces, medische bandages, mobiliteitshulpmiddelen en semi-orthopedische schoenen. En dit zowel voor volwassenen als voor kinderen.

Voor wie niet vertrouwd is met de wondere wereld van orthesen, dit zijn uitwendige hulpmiddelen die gemaakt worden voor de behandeling van afwijkingen en aandoeningen van spieren, pezen, botten en gewrichten. Ze zijn in eerste instantie bedoeld om patiënten te ondersteunen, te stabiliseren, te corrigeren, te immobiliseren, te beschermen of te ontlasten.

Orteam is gespecialiseerd in het aanmeten, het produceren en het aanpassen van orthesen op maat. “We werken ze ook altijd heel mooi af”, vertelt Imke Van Praet, algemeen manager bij Orteam. “De opmeting gebeurt door onze zogenoemde ‘verstrekkers’, hier bij

ons maar evengoed in scholen, ziekenhuizen (Orteam werkt samen met gespecialiseerde instellingen en Universitaire Ziekenhuizen Antwerpen, Gent, Leuven en Brussel, red.), of thuis bij de patiënt. Onze orthopedisch techniekers gaan vervolgens aan de slag met de data van onze verstrekkers.”

Van kapper tot orthopedisch technieker

“Ik doe deze job vooral voor de kinderen; ik werk gewoon super graag met en voor jongeren. Hier kan je ze echt helpen”, steekt Kim spontaan van wal. In een vorig leven studeerde ze voor kapster. “Omwille van allergieën moest ik met dit beroep stoppen.

Vakvrouwen

Nadien heb ik in de buitenschoolse opvang gewerkt en als onthaalouder. Ik woon in de buurt – mijn kinderen gaan hier vlakbij naar school – en toen ik een vacature zag voor orthopedisch technieker heb ik puur uit nieuwsgierigheid gesolliciteerd. Ik werd uitgenodigd voor een proefdag om te zien wat hier allemaal gebeurt en dat beviel me hard. Technische orthopedie is een kleine wereld. Je komt er niet zomaar mee in contact, en al zeker niet via school.”

Ook Kaan legde een ietwat apart parcours af. “Ik studeerde eerst publiciteitsgrafiek in het middelbaar maar dat was niet mijn ding.” Via via kwam ze in de technisch orthopedische

sector terecht, bij een concullega. “Ik leerde er eerst steunzolen en nadien orthesen en prothesen maken. Nadien belandde ik hier.”

Kim en Kaan hebben zelf wel geen rechtstreeks contact met patiënten. “Dat is de taak van onze zorgverstrekkers die alles nauwkeurig opmeten. Soms vinden we dat wel een beetje jammer, zeker als een orthese een beetje knelt en ze moet gecorrigeerd worden”, vertellen ze.

“Al is die afstand misschien ook wel goed. Soms zijn er erge situaties, ik zou het er emotioneel misschien wel moeilijk mee hebben als ik dan zo’n kindje zie met een

grote beperking”, vertelt Kim. “Schrijf maar op: dit is een warm bedrijf: onze verstrekkers, de ‘opmeters’, zijn nauw begaan met de patiënten. Zij communiceren met de dokters en kinesisten en geven ons werk.”

Handigheid én passie als troef Kaan werkt nu vijf jaar voor Orteam. Op haar afdeling was ze de eerste vrouw, al werkten er wel al heel wat vrouwen in de ‘afwerking’, waar de orthesen worden aangekleed met vaak kleurrijke motiefjes en textielweefsels. “Vrouwen blijven vaak toch liever af van het brute werk. Als er een zaag of slijpschijf aan te pas komt, zullen vrouwen ook hier nog vaak een man aanspreken.”

Kaan en Kim, twee vakvrouwen aan het werk bij Orteam als orthopedisch technieker.

Maar met twee linkerhanden kom je hier niet ver, of je nu een man of vrouw bent. “Enige handigheid is aangewezen”, zegt Kim fijntjes. “In mijn sollicitatiebrief schreef ik dat ik graag knutsel en ook niet vies ben van een kleine verbouwing in huis, al ben ik vooral de ziener en mijn man de ‘diender’ (lacht). Ik ben hier nu nog volop aan het leren. Soms ben ik wat ongeduldig, moet ik toegeven. Ondertussen ben ik ruim zes maanden in opleiding, maar eigenlijk kan ik al zelfstandig werken. Na één jaar kan je bijna helemaal zelfstandig je taken uitvoeren; iedereen is hier gelukkig ook heel behulpzaam.”

Visueel inzicht en zin voor detail zijn ook niet onbelangrijk. “Het is vooral een kwestie van doen”, vult Kaan aan. “Je moet deze job met feeling en passie doen. Als je een orthese maakt, moet je altijd een stap vooruit denken. Iedere voet is uniek, het wordt dus nooit ‘bandwerk’. Ook het contact met onze verstrekkers is belangrijk, zeker als er correcties moeten gebeuren nadien. We moeten meedenken met hen en krijgen ook de ruimte om zelf na te denken en onze mening te geven.”

Kim en Kaan hebben allebei hun ‘vaste’ werkbank, hun kleine heiligdom. “Hier hangt inderdaad veel gereedschap, van hamers over vijlen en beitels tot kniptangen. Zeker als er orthesen moeten aangepast worden, moet je creatief zijn. Je verwerft hier ook veel kennis over alle soorten materialen. Die hebben vaak een verschillende dikte en hardheid.”

Hoofdjes corrigeren met helm Kim specialiseert zich in de zogenaamde ‘grote’ orthopedie (zit-, sta- en ligapparaten), Kaan in de ‘kleine’ orthopedie (orthesen zoals rug- en handspalken en schedelhelmen). “Haar job is nog technischer dan mijn job, er komt immers ook metaalbewerking bij kijken”, zegt Kaan. “Ondertussen ben ik al helemaal baas over de slijpschijf”, lacht Kim.

Vrouwen met slijpschijven, het is een combo die je niet vaak hoort. Beide dames hebben zelf kinderen (Kaan twee meisjes van 15 en 9, Kim drie meisjes van 17, 4 en 8). Liggen ze wakker van het feit dat jongens van kindsbeen af in de regel met auto’s spelen en meisjes met poppen, dat die rollenpatronen al snel vastliggen? Kim: “Biologisch gezien zullen meisjes toch meer ‘zorgen’ dan jongens. Maar ik waak er wel over dat het speelgoed van mijn kinderen meerdere functies heeft waarmee ze zelf aan de slag moeten en die hen aanzet tot nadenken.”

Op de vraag wat ze het liefste maken, hoeft Kaan niet lang na te denken. “Ik maak het liefst schedelhelmen. Meestal is dat een valhelm voor kinderen of volwassenen met epilepsieaanvallen. We maken ook zogenoemde redressiehelmen voor baby’s en heel kleine kinderen die een afwijking hebben aan hun hoofd (bv afgeplat hoofd, red.), dat wij proberen corrigeren. Deze helmen hebben ook speciale verluchtingsgaten.”

Atelier Toverfee

Na het interview krijgen we nog een rondleiding in het bedrijf. Opvallend: op de afwerkingsafdeling van de grote en kleine apparaten, ‘Atelier Toverfee’, zien we ook bijna enkel vrouwen. Hier wordt er geknipt, gestreken, getrokken, geschalmd (waarbij de dikte van het leer wordt gebroken met een breekmes, red.) en gestikt. “Ze maken echt sublieme dingen. Dit is puur ambacht”, zegt Kaan fier.

We kijken naar zachte, afwasbare stoffen, 3D-gelamineerde stoffen alsook een uitgebreid assortiment aan uiterst kwalitatief (kalfs)leder en afwerkingsmaterialen. “Die afwerking maakt het verschil voor kinderen en hun ouders. Vaak moeten ze de apparaten of orthesen toch enkele jaren dragen, het oog wil ook wat. Kwaliteit én comfort, daar draait het om bij orthesen op maat”, besluiten beide dames.

Zijn er in jouw bedrijf vrouwen met technisch verfijnd talent aan de slag én willen ze getuigen in ons magazine?

Geef dit dan door aan ann.vandamme@voka.be

Het werk is nooit repetitief en vergt enige creativiteit.

Hoe een neutrale facilitator de kans op re-integratie na burn-out merkbaar verhoogt

De burn-outcijfers blijven maar stijgen. De helft is na een burn-out bang om te hervallen en bijna een vierde doet dat ook. Hoe komt dat toch? Met Mensura als partner onderzocht Antwerp Management School (AMS) wat beter kan in re-integratietrajecten na een langdurige uitval door burn-out. En daar vallen belangrijke lessen uit te trekken, meent dr. Gretel Schrijvers, CEO van Mensura groep.

Of we het nu leuk vinden of niet: rond re-integratie hangen vooral negatieve gevoelens. Bovendien focussen trajecten te veel op een beperking van de werktijd. Terwijl het onderzoek van AMS aantoont dat we net af moeten van dat ‘ontzie-beleid’, met het oog op nieuwe groeikansen via jobcrafting.

Het goede nieuws is dat er heel wat hefbomen zijn om de slaagkans van een re-integratietraject te vergroten. Focussen op de mogelijkheden in plaats van de beperkingen, bijvoorbeeld. Maar ook contact houden tijdens de afwezigheidsperiode. Al even essentieel: werkgever en werknemer moeten hun verwachtingen durven uitspreken. En dat kan enkel in een psychologisch veilige omgeving.

VEILIGE CONTEXT

En daar komt de neutrale gesprekspartner – de re-integratiefacilitator – in beeld. In het onderzoek hebben we de rol van de

re-integratiefacilitator getest en de meerwaarde bleek overduidelijk. Als neutrale spin in het web creëert die de veilige context voor dialoog tussen alle betrokkenen. Want leidinggevenden, collega’s en hr zijn meestal begripvol, maar problemen, verwachtingen of vooroordelen blijven toch vaak onuitgesproken.

In kaart brengen waar het fout liep is cruciaal, zodat je weet aan welke knoppen je moet draaien. Gradueel het werk hervatten maakt deel uit van het herstel. Toch zit de sleutel tot een duurzame re-integratie niet in lagere werklast, maar in hulpbronnen. Concreet: meer ondersteuning vanuit de leidinggevende, de naaste collega’s, preventiemaatregelen op organisatieniveau.

BREED TOEPASBAAR

Wat geldt voor re-integratietrajecten na burn-out, is ook toepasbaar in andere terugkeerscenario’s. Na elke lange periode van arbeidsongeschiktheid worstelen medewerkers met de vraag: wat kan ik nog

aan en wat niet? Focus op de capaciteiten in plaats van de beperkingen is ook dan de boodschap. En vergeet niet om het team te sensibiliseren over de terugkeer van hun collega. Neutrale begeleiding biedt in elk re-integratietraject toegevoegde waarde.

Soms bots je op de grenzen van wat mogelijk is qua aanpassingen aan de werksituatie. Mijn ervaring leert dat veel werkgevers de re-integratie dan als mislukt beschouwen, maar niets is minder waar. Het getuigt van goed werkgeverschap om je medewerker terug grip te laten krijgen op zijn of haar professionele en privésituatie, maar soms kan dat niet in jouw organisatie. Een succesvolle verderzetting van de loopbaan bij een ander bedrijf, is dan eveneens een positieve uitkomst. Sterker nog, je kan er als huidige werkgever mee een actieve rol in spelen.

Het zit in de genen

Ondernemerschap als familietrekje

Valckenier: mobiliteitspionier met no-nonsensementaliteit

Van een klein pompstation in Welle tot de zevende grootste autodealer in ons land. De voorbije jaren ging het hard voor Valckenier. Meer dan 200 mensen doen dagelijks het bedrijf op wieltjes draaien. Zeven familieleden zitten mee aan het stuur. Gordels aan voor het portret van een garage die uitgroeide tot een integrale mobiliteitspartner.

TEKST LAURENS FAGARD – FOTO WIM KEMPENAERS

Enkel breed lachende gezichten die me ontvangen wanneer ik de Valckeniergarage in Aalst binnenstap. De baseline move with a smile is duidelijk niet lukraak gekozen, maar zit diep in de familie geworteld. Met een kiem die in 1967 ontspruit wanneer wijlen Bart Valckenier met Rolanda De Smet de eerste garage opent in Welle. Als volleerd mecanicien trekt Bart de werkplaats terwijl Rolanda de administratie op zich neemt.

In de jaren nadien ontpopt de garage zich tot een gevestigde waarde in de streek. Intussen groeien kinderen Guy, Koen en Peggy tussen de auto’s op en steken ze dikwijls een handje toe. Wanneer Bart midden jaren tachtig voor een jaar ziek uitvalt, hangt de opvolging even aan een zijden draadje. Als jonge snaak neemt oudste zoon Guy de dagelijkse leiding over. “Het is misschien een publiek geheim, maar ik had nooit echt voeling met auto’s”, lacht Guy. “Koen daarentegen is gefascineerd door techniek, maar was op dat ogenblik

“

We zijn van kindsbeen af samen opgegroeid tussen de auto’s. Elke opendeurdag was een half familiefeest

RUBEN ASSELMAN

nog te jong. Uiteindelijk moet je gewoon met mensen kunnen werken en het product komt dikwijls pas op de tweede plaats.”

Fietsen in de toonzaal

Eind jaren negentig bouwden de Valckeniers het bedrijf verder uit tot exclusieve partner van Renault. “We wilden in één merk groot worden, namen garage na garage over en centraliseerden sommige diensten”, vertelt Koen. Voortschrijdend inzicht deed de familie verdere strategische stappen zetten. “Op lange termijn wisten we dat autoverkoop alleen niet ging volstaan. De oprichting van een carrosserieafdeling werd daar een goede aanvulling op. Intussen verhuren we jaarlijks ook zo’n 850 auto’s en zijn we al even bezig met autodelen. We hebben nu zelfs een volledig aanbod rond fietsleasing opgezet. Zo groeien we dus stelselmatig uit tot een mobiliteitsaanbieder in zijn geheel. Na een marktonderzoek merkten we ook wel dat onze klanten klaar zijn voor die alternatieve

mobiliteitsvormen. En bovendien stellen we onszelf continu in vraag, iets wat vader er bij ons heeft ingedramd.”

Vandaag biedt Valckenier een tiental automerken aan, waaronder Renault, Dacia, Citroën, Peugeot en Fiat, verspreid over elf vestigingen tussen Zellik en Oostende. Met de groei gaan ook uitdagingen gepaard. “De garages in Oostende en Brugge die we recent overnamen, liggen verder van onze bakermat. In die regio’s moeten we onze naam nog meer vestigen en onze medewerkers volop onderdompelen in de Valckenier-cultuur. In onze thuisregio hebben we een vernieuwend imago en die stempel willen we overal drukken. Je hebt dat innovatieve karakter ook nodig om relevant te blijven. Als één van de enige garages in België hebben we al sinds 2019 een Battery Repair Center, waar we batterijen van elektrische voertuigen herstellen. Dat vergde in het begin nog heel wat investeringen die nu beginnen lonen”, aldus Guy.

Bij de zevende grootste autodealer in ons land zitten ook zeven familieleden mee aan het stuur: Guy en Peggy Valckenier, Ruben Asselman, Koen, Lauren, Femke en Silke Valckenier.

Als tweede generatie legden Guy, Koen en Peggy de fundamenten voor een solide familiebedrijf. “En nu is het aan ons om ons te bewijzen”, lacht Femke, de dochter van Guy. “Op sommige vlakken hebben we ons echt geprofileerd als pionier. Auto’s delen als dealer was nog niet evident. Maar we mogen de klassieke autoverkoop niet als secundair zien. We zien onszelf als derde generatie veel bijbrengen rond digitalisering. Via een applicatie is het mogelijk om een auto te huren via ons, zonder dat daar enig fysiek contact voor nodig is. We zetten volop in op gebruiksgemak voor onze klanten.”

Een evolutie die Koen volmondig bevestigt, maar waar hij ook voor op zijn hoede is. “Het menselijke aspect blijft voor ons wel cruciaal. Er moet gewoon een goed evenwicht zijn tussen een babbeltje slaan en efficiëntie in processen.”

De zeven telgen

Van een zogenaamde generatiekloof is er bij Valckenier geen sprake. Al liepen de visies tijdens de eerste generatiewissel wel wat uiteen. “Ons vader is niet mild en wilde vaak zijn eigen koers varen”, zegt Koen. “Als we dan met een idee op de proppen kwamen, moesten we daarvoor strijden. Was hij dan wel ergens van overtuigd, kon het zijn dat hij

een dag later erop terugkwam. Het had soms wat weg van de Processie van Echternach (lacht). Maar achteraf bekeken zijn we daar sterker van geworden. We wilden ons gelijk halen. Nu zijn we toch bewuster bezig met de overdracht”, vult Guy aan.

“Ze willen ons alles stelselmatig aanleren en geen stappen overslaan”, bevestigt Ruben, zoon van Peggy. “Hoe dan ook zijn de meningsverschillen niet altijd generatiegebonden. Tussen nichten en neven gebeurt het ook al eens. Maar dat gebeurt overal en staat los van familiebedrijven. We zijn van kindsbeen af samen opgegroeid tussen de auto’s. Elke opendeurdag was een half familiefeest. Dat schept een band, maar even goed botst het eens. Als familie heb je gewoon een hoger tolerantievermogen en vergeet je snel. Je durft meer zeggen en je accepteert ook feedback als je iets niet goed doet.”

“Er is een blindelings vertrouwen en dat komt deels omdat we zo complementair zijn. De rollen tussen mezelf, Koen en Peggy zijn zo goed verdeeld omdat we iets doen waar we sterk in zijn. Het is bijna niet te geloven dat die complementariteit zich doortrekt naar de volgende generatie”, zegt Guy. “Mijn oudste dochter Silke is hier nu bijna tien jaar. Nadat ze verschillende rollen heeft opgenomen in de garage, legt ze zich nu toe op HR.

Dat deden we tot voor kort nog zelf, maar met 270 mensen moet daar iemand specifiek voor zijn. Femke verdiept zich nu in alles wat met marketing en communicatie te maken heeft. Ruben en Lauren (dochter van Koen) zijn minder lang in het bedrijf en ontdekken nog waar ze naartoe groeien. We geven iedereen bewust de tijd om zijn talenten te ontplooien.”

Met zeven telgen is bijna de volledige familie in het bedrijf vertegenwoordigd. “Enkel Yentel, de jongste zoon van Koen, werkt momenteel in de financiële sector. Zijn skills kunnen we dus op termijn ook goed gebruiken”, lacht Femke. “Maar we hebben onze kinderen nooit in de richting van de garage geduwd”, verzekert Koen. “De enige voorwaarde die we stellen als ze bij ons willen werken, is dat ze eerst externe ervaring opdoen. Dat staat expliciet in ons familiecharter vermeld. Voor de rest zijn ze altijd vrij geweest in hun keuzes. Twee weken geleden vertelde mijn dochter Lauren nog dat ze nergens anders zou willen werken dan hier. Dat maakt me uiteraard fier als ouder.”

Valckenier Cafés

Hoewel Guy, Koen en Peggy de dagelijkse leiding zeker nog niet uit handen geven, gaan ze de vraagstukken rond overname niet uit de weg. “In alle openheid is dat de moeilijkste knoop om door te hakken. Je kan moeilijk een bedrijf aansturen met zeven mensen. Op een gegeven ogenblik zullen we één of twee familieleden klaarstomen voor die rol gedurende een drietal jaar. Zonder er zwaarwichtig over te willen doen, mag je die leiderschapsrol toch niet onderschatten. Contacten met de merken onderhouden, relaties met klanten opbouwen, die zaken moet je al doende leren”, zegt Guy. “Maar als niemand in de familie zich kandidaat stelt om die functie op te nemen, schuwen we inbreng van buitenaf zeker niet. Momenteel hebben we met Olivier Deutschmann al een externe ceo die de autosector als zijn broekzak kent en het gewoon is om in familiebedrijven te werken.”

Een typische familiecultuur installeren en bewaken, is geen evidentie. “Nochtans merk ik wel dat veel mensen bewust voor een familiebedrijf kiezen. Dat zien we ook aan de retentiecijfers. Door onze groei moeten we waakzaam blijven dat die cultuur aanblijft in al onze vestigingen. De filiaalhouder in Oostende heeft tien jaar geleden zijn métier geleerd in de garage in Aalst. Hij is dus een echte ambassadeur die onze waarden mee vertegenwoordigt. Dat fiere gevoel proberen we naar iedereen over te brengen”, aldus Femke. “We organiseren nu ook Valckenier Cafés, zodat alle medewerkers over alle vestigingen heen elkaar leren kennen. Het is niet meer dan logisch dat ons eigen callcenter ook weet voor wie het afspraken inplant”, vult Ruben aan.

Als familie zichtbaar zijn in zoveel vestigingen, brengt ook uitdagingen met zich mee. “Lauren trekt bijvoorbeeld de garage mee in Gent en ik zit vaak in Zottegem. Op dat vlak is het handig dat we met zoveel zijn”, lacht Ruben. “Er is wel elke week een activiteit.

Dat maakt de job tijdrovend. Mijn werk- en privétijd lopen vaak door elkaar, maar we zijn dat gewoon omdat het nooit anders geweest is. Ook mensen die ik ken trekken die grens niet meer. Ze vertellen mij dan vaak over wanneer ze met hun wagen op onderhoud komen of beginnen vol enthousiasme over hun nieuwste aanwinst. De verpersoonlijking zijn van de garage is dus niet altijd fijn, maar dat weegt niet op tegen de trots om je eigen achternaam op de auto’s te zien. Bovendien zou ik me geen andere werkgever kunnen inbeelden. Ik zou mezelf wel 100% geven, maar voor de familiezaak doe je dat voor 200%”, vult Femke aan.

Jezelf dubbel plooien met een no-nonsensementaliteit: over die gemeenschappelijke karaktertrek is iedereen het eens. “Hier zal je niet snel tierlantijntjes zien. Het feit dat we samen grootgebracht zijn, bewijst ook welke waarden we hebben meegekregen. We staan met beide voeten op de grond en ons buikgevoel vertelt ons meestal waar we heen moeten.”

Voka: adviseur die familiebedrijven begrijpt en ze kan helpen groeien

Is jouw familiebedrijf ook een stukje van je ziel dat met je mee groeit? Wanneer je familiebedrijf groeit of een generatiewissel doormaakt, kan dat best wat uitdagingen geven. Ontdek hoe Voka jou bij deze uitdagingen kan helpen en kom in contact met andere ‘clans’.

Meer info: Elisabeth Minnaert –elisabeth.minnaert@voka.be

Valckenier biedt een tiental automerken aan verspreid over elf vestigingen tussen Zellik en Oostende. Als familie zichtbaar zijn in zoveel vestigingen, brengt zeker ook uitdagingen met zich mee.

Groeipijnstillers

Eerste hulp bij opschalen

“Visma lijkt wel een snoepwinkel, met al die extra kennis en ervaring”

Wie groeit, kent groeipijnen. En moet snel kunnen schakelen tijdens het schalen. In deze rubriek gaan we elke maand dieper in op een groeipijn van jonge scale-ups. Deze keer is het de beurt aan Accountants Academy, een digitaal leerplatform voor accountants, dat onlangs werd overgenomen door Visma.

Intrede van Visma

GROEIPIJN: Hoe is het om als vrij klein bedrijf door een exit te gaan?

Als accountant je kennis verbreden, vanachter je computer? Dat kan door een abonnement af te sluiten op Accountants Academy. Vier jaar geleden richtte Cédric Vercamer met twee investeerders het bedrijf op. Hun doel? De eerste Netflix voor accountants worden. “We bieden onze klanten een online kennisplatform aan waar ze onbeperkt opleidingsvideo’s kunnen volgen, over uiteenlopende topics. Wij stappen af van de klassieke live webinar of fysiek seminarie, en nemen onze opleidingsvideo’s steeds op in een professionele studio. Op die manier krijgt de gebruiker een soort van TV-ervaring”, vertelt Cédric. Een succes blijkt, want ondertussen telt het platform maar liefst 6.000 actieve gebruikers en werden ze overgenomen door een grote softwarespeler. Al speelde Cédric nooit met het idee om zijn start-up zo snel te verkopen... tot het Noorse softwarebedrijf Visma kwam aankloppen.

Het online platform werd initieel in de markt gezet als opleidingsverstrekkerstool. Vandaag is het veel ruimer dan dit en groeide het uit tot een Learning Management systeem, specifiek voor de accountancy sector. “Naast het bekijken van ons aanbod kunnen klanten bijvoorbeeld ook eigen video’s en kennis opladen en opvolgen. We blijven continu werken aan onze software en features.” Accountants Academy is nog een erg jong bedrijf en zuiver bekeken vanuit de grootte van ons personeelsbestand ook niet erg groot. De overname kwam dus voor velen als een verrassing. “Binnen Visma zijn we op dat vlak een van de kleinere bedrijven binnen de groep”, zegt Cédric. “Dit vind ik helemaal niet erg, integendeel zelfs. Enerzijds is dit het bewijs dat de grootte van een bedrijf niet alles zegt. Op zo’n korte periode kunnen we wel een uniek product voorleggen dat de voorbije jaren een zeer mooie groei kent. Anderzijds kunnen we nog heel veel leren van de anderen binnen de groep om zo nog betere oplossingen voor onze klanten te gaan uitwerken. Ik zie alleen maar voordelen.”

Buikgevoel

“De eerste meetings met Visma stonden in het teken van kennismaking. We namen hen mee in onze missie, visie, cijfers en het leerplatform zelf. Na iedere vergadering werd

hun plan iets concreter, al lag de bal steeds volledig in ons kamp. Initieel wilden we nooit zo snel door dit proces gaan, maar het gevoel zat goed. Ik vertrouwde het team van Visma voor de volle honderd procent. Ze hebben nu eenmaal een goede reputatie en deden al andere acquisities in België. Een eer om dit rijtje aan te vullen.”

Exit-structuur

Een exit brengt uitdagingen met zich mee, aldus Cédric. “Je moet verschillende zaken ondertekenen vooraleer je verkoopt. Van een non-disclosure agreement over een intentieverklaring tot een due diligence. Als ik erop terugkijk, was het echt een pittige periode. Dan is het belangrijk om op ieder moment het grotere geheel te blijven zien en je goed te laten ondersteunen. Bij Amotek Technologies vonden wij onze vertrouwens- en sparringpartner gedurende het volledige traject. “Tijdens zo’n due diligence gaan ze echt met een vergrootglas in op ieder onderdeel van jouw bedrijf. Je krijgt dus gegarandeerd vragen waarop je toch niet voorbereid bent. Logisch ook, want als je een start-up opricht, heb je zoveel aan je hoofd en mis je structuur. De administratieve kant leek toen het minst belangrijke aspect van ondernemen, want je wil zo snel mogelijk operationeel zijn en extra inkomsten genereren om zo terug verder te kunnen groeien. Het ding is, je weet dat je

Cédric Vercamer, mede-oprichter Accountants Academy

alles beschikbaar hebt: je verzamelt meestal snel je documenten op je bureaublad of in een zogenaamde mappenstructuur. Maar van een structuur is er dikwijls nog niet veel sprake. Op dat moment zijn er namelijk 1001 andere to do’s die op je wachten. “Het grote voordeel van een due diligence? De structuur moet er komen. De korte pijn, maar wel met een schitterend resultaat”, lacht Cédric. Een gouden tip: maak er werk van, investeer de nodige tijd in een goede structuur, centraliseer je documenten op de juiste manier en laat je professioneel omringen. Het gaat vaak om kleine dingen, maar achteraf besparen ze je veel werk en tijd.”

Expertise

Bij de overname door Visma wou Cédric absoluut nog actief blijven in het bedrijf. “Voor onze klanten verandert er weinig tot niets en de operationele taken blijven grotendeels dezelfde. De grote meerwaarde om deel te mogen uitmaken van de Visma-familie is dat we intern worden bijgestaan door een enorm aanbod aan kennis, ervaring en netwerk. Van cybersecurity over legal tot IT. Enorm belangrijke investeringen die bij een kleiner bedrijf voor de nodige uitdagingen zorgen, maar waarbij we in dit verhaal perfect ondersteund en begeleid worden. Door de overname kregen we er een pak extra kennis en ervaring bij. Maakt niet uit welke vraag we

hebben, de expertise is er bij Visma. Het lijkt wel een snoepwinkel”, lacht Cédric.

Achter de schermen

Een minder leuk aspect aan een exit-proces? “Ik heb het heel lang geheim moeten houden, dat was allesbehalve gemakkelijk. De enige persoon die het wist, was mijn vriendin en niemand anders. Je bent continu bezig met iets dat veel tijd in beslag neemt, maar je kan het met niemand delen. Ook niet met jouw collega’s. Ik heb het pas gedeeld met anderen nadat de SPA (sales and purchase agreement) ook effectief getekend was. Want tot dan kon er nog van alles misgaan. Ik ben altijd heel voorzichtig geweest, ging altijd uit van een worstcasescenario.”

Netwerk is key

Toen het contract officieel ondertekend werd, werden de medewerkers eerst ingelicht. “Ik heb het individueel verteld aan hen. Een doordachte beslissing, want ik wou hun eerste, persoonlijke reactie zien. Ik voelde me er meer comfortabel bij. Het waren steeds spontane babbels, zonder een bepaald script dat ik volgde. Dat is sowieso niet mijn stijl. Eenmaal we met het nieuws naar buiten kwamen, kreeg ik ook veel vragen van buitenstaanders. Ook hier moet je discreet blijven, want je mag ook niet zomaar alles delen met iedereen. Sommige mensen zijn echt wel heel curieus”, lacht Cédric.

“Ik heb heel veel bijgeleerd tijdens de voorbije periode en nog maar eens gemerkt hoe waardevol een goed netwerk rondom jou is. Durf advies inwinnen, durf je netwerk aanspreken en sta altijd open voor feedback, want je weet zelf niet alles. Onze exit was een enorme leerschool en een onvergetelijke ervaring. Iets waar ik enorm dankbaar voor ben. Nu ben ik vooral heel enthousiast voor de toekomst en alle nieuwigheden die we met Accountants Academy nog gaan lanceren!”

Hoe kan je als scale-up je bedrijf succesvol laten groeien? En je omringen door een waardevol netwerk?

Klaar om je bedrijf naar een hoger niveau te tillen? Van het optimaliseren van je bedrijfsprocessen tot het uitbreiden van je marktbereik, de Voka-experts hebben de ervaring en kennis om jou te ondersteunen bij het schalen van je onderneming. Laat je helpen met strategische planning, efficiëntieverbetering en het aantrekken van de juiste talenten om je groeiambities waar te maken.

Neem contact met simon.brouckaert@voka.be

Hier staat menselijk kapitaal centraal

Voka Oost-Vlaanderen opent talentcenter in de Voka Box

18.000

Elk jaar veranderen 18.000 leerlingen van richting omdat de oorspronkelijke keuze toch niet de juiste bleek.

De beste studiekeuze voor elk talent

Elk jaar veranderen 18.000 leerlingen in Vlaanderen van studierichting, vaak omdat ze niet de juiste studiekeuze maakten. Voka Oost-Vlaanderen wil leerlingen tussen de 12 en 14 jaar daarom bijstaan om de beste keuze te maken, die aansluit bij hun talenten en interesses. Met de opening van een Talentcenter in de Gentse Voka Box zullen kinderen wetenschappelijk begeleid worden om te ontdekken wat hun talenten zijn om zo een goed overwogen en succesvolle studiekeuze te maken. Op die manier wordt elk talent ingezet.

Het Talentcenter in de Gentse Voka Box zal kinderen tussen 12 en 14 jaar wetenschappelijk begeleiden om te ontdekken wat hun talenten zijn om zo een goed overwogen en succesvolle studiekeuze te maken.

Elk jaar veranderen 18.000 leerlingen van richting omdat de oorspronkelijke keuze toch niet de juiste bleek. In de helft van de gevallen verandert de leerling van ASO naar TSO of BSO. Er lijken nog veel mensen te zijn die het technische en beroepsonderwijs niet naar waarde schatten. Zo zijn er heel wat ouders die hun kind in eerste instantie het liefst naar het ASO sturen, ook al liggen de interesses en talenten van het kind elders. Een latere overstap baadt al te vaak in een negatieve sfeer: leerlingen krijgen de indruk dat ze gefaald hebben en worden sneller schoolmoe. Op die manier gaat talent verloren. Dat is zonde voor de jongeren in kwestie én ook voor de krappe Vlaamse arbeidsmarkt, die schreeuwt om technisch geschoolde profielen.

Arne Oosthuyse, directeur arbeidsmarkt Voka Oost-Vlaanderen: “1 op 7 kinderen verlaat de schoolbanken zonder diploma middelbaar onderwijs. We willen elk talent in Vlaanderen benutten en dat start bij het maken van de passende studiekeuze. Wie als kind goed kiest, legt de basis voor boeiende en succesvolle studies en een verdere loopbaan. We nemen vanuit Voka concrete verantwoordelijkheid op om te komen tot een beter werkend onderwijs dat uiteindelijk de hele maatschappij en economie ten goede zal komen.”

Wetenschappelijk onderbouwd Het Talentcenter is wetenschappelijk onderbouwd. Een team van psychologen van de UGent legt zich toe op het onderwerp in het kader van een door Voka gefinancierde leerstoel. De onderzoekers verzamelden data van 1.000 leerlingen wiens talenten en vaardigheden in kaart werden gebracht. Deze leerlingen worden verder opgevolgd waardoor het mogelijk wordt

“ We willen elk talent in Vlaanderen benutten en dat start bij het maken van de passende studiekeuze

ARNE OOSTHUYSE,

DIRECTEUR ARBEIDSMARKT VOKA OOST-VLAANDEREN

om het verband te onderzoeken tussen de testresultaten, studiekeuze, studiesucces en studietevredenheid. Op die manier kan de wetenschappelijke basis voor het Talentcenter verder verfijnd worden.

Hoe werkt het?

Leerlingen rond de leeftijd van 12-14 jaar komen met de klas naar het Talentcenter en voeren er tests en proefjes uit. De tests bestaan uit tien onderdelen waarmee de leerlingen tot twee uur bezig zijn. Het gaat onder andere om een VR-spel dat technisch inzicht test. Daarnaast zijn er ook cognitieve taal- en rekentesten en motorische testen.

De leerlingen krijgen na afloop een gepersonaliseerd talentenrapport met daarin vrijblijvend de mogelijke studierichtingen in de regio die aansluiten bij hun interesses en talenten.

Ontdek het Talentcenter in de Voka Box

Ontdek hoe het Talentcenter jouw tieners kan helpen bij het maken van de juiste studiekeuze op www.talentcenter.vlaanderen.

Het Talentcenter is gehuisvest in de Voka Box, de dynamische kantoorruimte van Voka Oost-Vlaanderen in de Gentse Lammerstraat. De ruimte op de benedenverdieping is speciaal omgetoverd tot een plek waar leerlingen naar hartenlust hun talenten kunnen ontdekken. Tussen het testen door is er ruimte om even te verpozen op het terras langs het water.

Meer info? Alexander Sonnevillealexander.sonneville@voka.be of via 0471 45 02 42

Laat eens studenten los op jouw bedrijfsdata

Dagelijks verwerken bedrijven gigantische hoeveelheden data. Met een groot deel vangen ze wellicht nooit iets aan. Een gemiste kans volgens HOGENT, die zijn derdejaarsstudenten toegepaste informatica loslaat op datasets die bedrijven aanleveren. “De vernieuwende inzichten waar studenten mee afkomen, doet bedrijven soms versteld staan”, zegt lector Giselle Vercauteren.

TEKST LAURENS FAGARD

Traditiegetrouw duiken de derdejaarsstudenten van HOGENT in de richting toegepaste informatica de praktijk in voor een aantal weken. Vanuit het keuzetraject AI & Data Engineering gaan ze aan de slag met data van bedrijven die hun enkele uitdagingen voorleggen. “Het gebeurt immers al te vaak dat bedrijven data verzamelen die niet verwerkt zijn in concrete toepassingen. Ze zien er wel het potentieel van in, maar het ontbreekt aan tijd of middelen”, vertelt lector Giselle Vercauteren. “Onze studenten kunnen zo met ideeën of een proof of concept bedrijven op weg helpen.”

Ook Voka Oost-Vlaanderen maakte gretig gebruik van de studenten hun knowhow. “In het licht van de ontwikkelingen op vlak van AI, wilden we niet achterblijven”, beklemtoont Miel Kurris. “Eerst bepaalden we voor onszelf wat we wilden bereiken met onze data en vooral hoe die onze dienstverlening richting onze bedrijven beter zou maken. We organiseren jaarlijks nogal wat opleidingen en activiteiten en vinden het belangrijk dat iedereen van de juiste dingen op de hoogte is. Om onze hoofddoelstelling behapbaar te houden, maakten we acht epics (of deelopdrachten, terminologie uit de Agilesoftwareontwikkeling, red.).”

“Zo waren we benieuwd of het mogelijk was om met data vanuit inschrijvingen, paginabezoeken en kliks op mailings bepaalde contacten een gepersonaliseerd overzicht met evenementen en opleidingen te bezorgen. Maar ook omgekeerd welke

contacten mogelijks interesse hebben voor een specifieke activiteit. Al vrij snel hadden we de eerste resultaten, maar meteen ook een realitycheck: we hebben te weinig data”, lacht Miel. “Dat is meteen ook waarom bedrijven met studenten in zee gaan. Je krijgt een frisse kijk op je uitdagingen. Maar het is nog altijd geen diepgravend onderzoek. Sommige resultaten zijn immers moeilijk te valideren. Vandaar dat we aan deze deelopdrachten een vervolg geven in de vorm van een bachelorproef”, vult Giselle aan. “Voor studenten of medewerkers uit de bedrijven zelf die nog verder willen gaan, hebben we een postgraduaat IT-management waarin je meer leert over projectmanagement en kosteninschattingen.”

Liefst anoniem

Niet alle epics hadden een ‘epische’ uitkomst. Miel: “Voor een van de andere opdrachten wilden we niet-actieve leden die weinig van onze dienstverlening gebruik maken, spiegelen aan actieve leden die qua type bedrijf gelijkaardig zijn. Zo hoopten we de vinger op de wonde te leggen. Maar die doelstelling draagt voorlopig nog ijdele hoop met zich mee. Verschillende groepjes studenten gaven onafhankelijk van elkaar aan dat AI voor dat soort dingen geen meerwaarde is tegenover klassieke technieken. Zo weet je dus niet alleen wat mogelijk is, maar vooral ook wat er niet kan.”

Een cruciale factor in het welslagen van werken met studenten ligt volgens Giselle in een goede begeleiding. “Het is cliché, maar

wat je erin steekt, haal je er op het einde ook uit. Je moet studenten een duidelijke opdracht geven en hen op regelmatige tijdstippen ondersteunen als ze vastlopen op iets. Je werkt uiteindelijk met mensen die wel verrassende inzichten aanreiken, maar zelf nog altijd in een leerproces zitten. Door kort op te volgen, kan je veel sneller ingrijpen als het fout dreigt te lopen.”

Ook het verwachtingspatroon van bedrijven ligt niet altijd in lijn met de realiteit. “Daar leren bedrijven soms vooral van zichzelf en wat ze precies willen.” En ook de veiligheid van data is soms nog een issue. “Ook wij hadden eerst onze twijfels om samen te werken omdat de gegevens die we van onze leden bewaren, gevoelig kunnen zijn. HOGENT kan het anonimiseren van data voor zijn rekening nemen en zo werk je terughoudendheid volledig van de baan”, zegt Miel.

De afgelopen jaren werkten de studenten al heel wat cases uit bij kmo’s en grote bedrijven, maar ook bij overheidsinstellingen. “Voor Sciensano deed een groepje analyses op de open data en voor Fluvius ontwikkelden een aantal studenten een volledig duurzaamheidsdashboard rond de organisatie van hun MVO-doelstellingen. Zo zijn medewerkers mee in waar het bedrijf naartoe wil in de toekomst op vlak van duurzaamheid en zie je ook waar je zelf je steentje aan kan bijdragen. Stuk voor stuk knappe voorbeelden van hoe het correct inzetten van data tot impactvolle dingen kan leiden.”

“

Bedrijven die met ons samenwerken zijn zich bewuster van welke mogelijkheden er met hun data zijn, maar vooral ook van wat onrealistisch is

Derdejaarsstudenten toegepaste informatica van HOGENT gaan aan de slag met data van bedrijven.

Hoe ver staat jouw bedrijf op het vlak van digitale ontwikkeling?

Vul de digiscan in die Voka samen met Deloitte Private ontwikkelde. Vergelijk zo jouw score met die van sectorgenoten en andere kmo’s. Ontvang concrete tips en krijg advies op maat. miel.kurris@voka.be

Drie Oost-Vlaamse Proefcentra worden Viaverda

Op 1 april fuseerden de drie Oost-Vlaamse Proefcentra voor aardappelteelt, groenteteelt en sierteelt (PCA, PCG en PCS) en ontpoppen zich tot Viaverda. Viaverda kiest er resoluut voor om teeltgericht en laagdrempelig te blijven werken, dicht bij de ondernemers.

Viaverda zal vanuit haar twee sites, in Destelbergen en Kruisem, de Vlaamse land- en tuinbouwer en groenvoorziener ondersteunen. Het bouwt verder op een decennialange Oost-Vlaamse traditie van onafhankelijk en toegankelijk praktijkonderzoek, demonstratie en voorlichting in verschillende sectoren. Al vele jaren werken de praktijkcentra intensief samen met telers en groenvoorzieners om pragmatische oplossingen te vinden voor de vele uitdagingen op het veld en in de serre. Meer dan 2.500 aangesloten bedrijven uit de sector onderlijnen het belang van praktijkonderzoek. Waar nodig zal innovatieve technologie samen met toeleveranciers ontwikkeld worden, om ze sneller beschikbaar te krijgen voor de ondernemers. viaverda.be

Telex

Gentse digitale handleidingenmaker manual.to Belgische inzending voor WK Ondernemen

Op de nationale voorronde van de Entrepreneurship World Cup, het WK Ondernemen, is het Vlaamse groeibedrijf manual.to uitgekozen als Belgische inzending voor de wereldwijde eindronde. Manual.to is een jong softwarebedrijf uit Gent dat zich specialiseert in het snel en handig opmaken van digitale handleidingen en how-to video’s. Het bedrijf zal deelnemen aan de wereldwijde finaleronde in Saoedi-Arabië eind dit jaar. Op het WK Ondernemen wordt meer dan 1 miljoen euro aan prijzengeld verdeeld. Het is ook een wereldwijd uitstalraam voor jonge ondernemingen die willen groeien en op zoek zijn naar financiering.

manual.to

MORO Essentials haalt 575.000 euro groeikapitaal op

Montea breidt vastgoedportefeuille uit in Duitsland met ruim 50 miljoen euro aan nieuwe investeringen

Montea, ontwikkelende belegger in logistiek vastgoed, verwerft een logistiek park met een totale verhuurbare oppervlakte van 63.500 m² in Hamburg. De aankoop betekent een verdere uitbreiding van de aanwezigheid van Montea in Duitsland, een steeds belangrijker wordende markt voor de vennootschap.

Montea heeft een groot logistiek park in de haven van Hamburg aangekocht van een fonds beheerd door Tristan Capital Partners. De gehele oppervlakte van de site bedraagt 89.000 m² en wordt gehuurd van de Havenautoriteit van Hamburg. Het bestaat uit vijf gebouwen gebouwd in 1993, 2018 en 2019. “Met deze investering kunnen we onze aanwezigheid in Duitsland aanzienlijk versterken en onze focus op haven- en luchthavenlocaties verderzetten. 53% van onze huidige portefeuille is multimodaal. Ons doel is om verder te groeien in Duitsland – zowel via acquisities als ontwikkelingen”, zegt Patrick Abel, Country Director Duitsland bij Montea.

De totale investering bedraagt circa 50 miljoen euro. Met deze transactie bezit Montea nu drie logistieke gebouwen in Duitsland.

montea.com

MORO Essentials, de start-up in luxe natuurlijke en hervulbare home & body essentials uit Aalter, heeft 575.000 euro aan groeifinanciering binnengehaald. Met deze kapitaalinjectie wil het bedrijf zijn assortiment uitbreiden en de eerste stappen zetten richting internationalisering.

MORO Essentials is een project van ondernemers Yasmine Mili en Lorenz Lüttgens, dat ze startten uit frustratie over het gebrek aan duurzame producten die geen compromissen vereisen op het gebied van gemak, kwaliteit of esthetiek. Lorenz: “Als je compromissen moet maken, hou je het gewoon niet vol en grijp je terug naar het niet-duurzame alternatief”. Ze verkopen bijvoorbeeld hand & body wash, verkocht in zakjes met 25 gram geconcentreerd poeder. Dit poeder wordt gemengd met kraanwater in een herbruikbare glazen fles, waarmee het bedrijf een einde maakt aan wegwerpplastic en onnodig watertransport.”

De investeringsronde werd succesvol afgesloten toen medeoprichter Yasmine Mili 37 weken zwanger was. “Het investeringslandschap bestaat (helaas) nog steeds voornamelijk uit mannen. Vrouwen moeten zichzelf niet bewust in een hoekje duwen. Ik was bang om te vertellen aan geïnteresseerde investeerders dat ik zwanger was, maar het bleek geen enkel probleem te zijn. Het is tijd dat vrouwen ophouden met zichzelf kleiner te maken dan ze zijn”, beklemtoont ze.

moro-essentials.com

Zaakvoerders van MORO Essentials Yasmine Mili en Lorenz Lüttgens

Jorim Rademaker, ceo van manual.to (tweede van rechts) samen met Harald Dumoulin van Smart Presentations, Bruno Delepierre van GEN Belgium en Jens De Vos van Voka

Oprichters

Ben Hilderson en Rudy Lefèvre

Vijfde dierenzorgcentrum van WelloPet in Gent

Huisdieren verdienen zorg voor een aangenamer en gezonder leven. Daarom biedt WelloPet gemak onder één dak en gemoedsrust door preventie in vestigingen in Merelbeke, Lochristi, Kuurne en Waregem. Rudy Lefèvre (ex-ceo AVEVE winkelketen) en dierenarts Ben Hilderson startten de onderneming in 2016. Nu telt WelloPet 25 dierenartsen en assistenten in loondienst, aangevuld met freelancers. In totaal gaat het om een 40-tal voltijdse werknemers. De vijfde vestiging van WelloPet komt in Sint-Denijs-Westrem, aan de afrit van de E40. De opening staat gepland op 1 juni. Dit nieuwe pand is met 911 vierkante meter (extra doorgroeimogelijkheden van 500 vierkante meter) dubbel zo groot als de grootste bestaande vestiging. Een crowdlendingcampagne maakt deel uit van een bredere financieringsmix van ruim 1 miljoen euro om deze groeiplannen te realiseren, met ook nog een leasing en investeringskrediet in aanvraag en een goedgekeurde co-financiering via ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV). wellopet.be

Akoestische specialist Bureau De Fonseca vervoegt Studibo-groep

Studibo, de sinds 2023 actieve groep van ingenieurs- en studiebureaus, blijft groeien. Bureau De Fonseca zorgt voor verdere inhoudelijke versterking als dé referentie in akoestisch advies.

Na Feys BV, Concreet, Keurdesk, RaCo en Stabico wordt Bureau De Fonseca de zesde onderneming binnen de Studibo-groep. Bureau De Fonseca heeft meer dan vijftien jaar ervaring en zet deze expertise in voor de optimalisatie van het akoestisch comfort in gebouwen en in de omgeving. Vanuit de hoofdzetel in Grimbergen bieden de akoestische ingenieurs ondersteuning voor zowel residentiële projecten als voor scholen, publieke gebouwen, kantoren, sporthallen, restaurants, discotheken, etc. De service gaat van metingen en de eerste evaluatie van eventuele geluidsproblemen over advies tot de uitwerking en de implementatie van akoestische oplossingen. Ook het opmeten en in kaart brengen van omgevingsgeluid afkomstig van verkeer, muziek, bouwwerven of machines in woon- of in industriële omgevingen is een onderdeel van de expertise van Bureau De Fonseca.

studibo.be

Lancering van doffice, een one-stop-shop voor employer branding

House Of Recruitment Solutions (HORS), de joint-venture tussen Mediahuis en DPG Media, lanceert op 4 juni een nieuw merk: doffice. Dat helpt bedrijven met hun employer branding strategie en mediaplan. Met als doel om zowel de retentie van hun talenten als het aantal kwalitatieve sollicitaties te verhogen.

Jobat heeft al jarenlang een sterke markt- en merkpositie op het vlak van rekrutering, employer marketing en jobbeurzen, en dit zowel vanuit Jobat.be als vanuit de nieuwsmerken van DPG Media en Mediahuis. “Met doffice gaan we next level en zullen we ook de employer branding strategie van organisaties voor onze rekening nemen”, stelt Hannelore Geldhof, head of doffice. Na de lancering telt HORS vier initiatieven met impact op human resources: Jobat, HR Gala, Baanbrekende Werkgever en doffice.

jobat.be

Keiberg 74, 9340 Lede - 053 83 13 38 info@vancauter.com - www.vancauter.com

Binnenkort bij Voka

Jouw kansenplanner

Netwerking

05.06.2024

Jong Voka Breakfastclub:

What’s new in tech?

Voor en door jonge ondernemers – vijf pitchers –vijf slides – vijf minuten

GENT GRATIS

13.06.2024

Voka Visit

Op bezoek bij Tarkett, wereldwijde leverancier van innovatieve vloeroplossingen.

DENDERMONDE GRATIS

19.06.2024

Voka Visit

Op bezoek bij Shell Catalysts & Technologies, ontwikkelaar van katalysatoren en procestechnologie.

GENT (NORTH SEA PORT) GRATIS

27.06.2024

Uitreiking Voka Charter Duurzaam Ondernemen (VCDO)

Laat je inspireren door een 100-tal bedrijven die door hun duurzame inspanningen het afgelopen jaar het VCDO krijgen overhandigd. Nadien sluiten we aan bij het STROOM-festival (georganiseerd door Festival van Vlaanderen).

WICHELEN GRATIS

Opleidingen / lerende netwerken en infosessies

DIGITALISERING EN INNOVATIE

04.06.2024

Voka Tech Updates: automatiseer manuele processen

Robotic process automation (RPA): middel om terugkerende manuele processen te automatiseren, Ontdek er alles over

GENT GRATIS

12.06.2024

De kunst van online copywriting

Ontdek de geheimen van helder en activerend schrijven en neem heel wat trucs mee om er meteen zelf mee aan de slag te gaan.

GENT

DUURZAAM

18.06.2024

Lerend netwerk CSRD

Ontdek hoe andere CSRD-plichtige bedrijven de nieuwe rapporteringsrichtlijn van de EU aanpakken?

GENT € 1.500 (VOOR 2 PERSONEN /BEDRIJF)

FINANCIEEL

06.06.2024

Cross-border overnames: een buitenlands bedrijf overnemen

Een bedrijf overnemen in Frankrijk, Nederland of zelfs buiten de EU? Deze sessie brengt de verschillende aspecten van een M&A proces in kaart.

GENT € 100

18.06.2024

Btw-class: doorfacturatie en doorrekening van kosten

We overlopen de verschillende soorten doorfacturaties en staan stil bij de juiste vragen die moeten gesteld worden bij de doorfacturatie van kosten.

OOSTKAMP (OOK ONLINE) € 235

GROEI & START

30.05.2024

Lerend netwerk Plato Tech

Bespreek jouw uitdagingen met gelijkgestemde founders van techbedrijven.

€ 1.350

11.06.2024

Lerend netwerk Plato Flow

Ben je ondernemer van een bedrijf met minstens 50 werknemers en zoek je een klankbord?

€ 1.350

HUMAN RESOURCES & TALENT

12.06.2024

Lerend netwerk HR-Managers voor kmo’s

Maak kennis met HR-collega’s uit verscheidende sectoren en luister naar best practices van HR-verantwoordelijken die werken in een kmo.

GENT INSPIRATIEDAG = GRATIS (TRAJECT = € 950)

13.06.2024

Lerend netwerk Plato HR

Wil je graag connecteren met andere ondernemers van gelijkaardige bedrijven, je versterken en leren hoe zij hun HR-beleid aanpakken?

GENT

€ 1.350

INTERNATIONAAL ONDERNEMEN

30.05.2024

Documenten van A tot Z

Wat is het belang van een correcte documentenflow bij je internationale activiteiten? Werk rond een aantal voorbeeldtransacties en leer hoe je een efficiënte documentenfollow-up organiseert.

GENT

05.06.2024

€ 475

Business Club ASEAN (Zuidoost-Azië)

Ontdek de opportuniteiten van de Zuidoost-Aziatische markt.

BRUGGE

18.06.2024

De Amerikaanse verkiezingen: economische perspectieven en gevolgen voor Europa

€ 550

Aanalyse door Peter Vanden Houte, hoofdeconoom ING, van de socio-economische gevolgen van een herverkiezing van Donald Trump. Wat zijn de gevolgen voor de economie en voor de export van Vlaamse bedrijven richting USA.

GENT

MARKETING & SALES

06.06.2024

Uitblinken bij je klanten

Ontdek hoe je de klantenbeleving over jouw onderneming kan optimaliseren.

GENT

STRATEGIE

07.06.2024

Lerend netwerk coo’s

€ 100

ZORG

13.06.2024

DigiZorg digitalisering en logistiek in de zorg bij Belintra

Innovaties in zorglogistiek, in samenwerking met Belintra

GAVERE GRATIS

OVERIG

14.06.2024

Expert pitch @ Voka

Interesse om een opleiding te geven binnen het netwerk van Voka Oost-Vlaanderen? Pitch jouw idee voor een klankgroep bestaande uit peers en Voka-medewerkers.

GENT GRATIS

18.06.2024

Infosessie: de concrete impact van de nieuwe wetgeving maritieme beveiliging op (haven)bedrijven

Rondetafelgesprek met Voka|VeGHO en DG Scheepvaart van de FOD Mobiliteit en Vervoer over de maritieme beveiliging in North Sea Port.

GENT GRATIS

20.06.2024

Inspiratiesessie: Hoe adviseer je een bedrijf bij internationalisering?

We gaan dieper in op dit specifiek thema dat relevant en actueel is voor adviseurs en bestuurders.

GENT

€ 250

€ 475

Ben je een operationeel directeur, chief operating officer die verantwoordelijk is voor het dagelijks operationeel beleid van een middelgrote of grote onderneming en toets je jouw uitdagingen graag af met gelijkgestemden in dezelfde functie en situatie?

EEKLO

€ 1.200

Meer informatie kan je vinden op onze website via deze QR-code * de vermelde prijzen zijn enkel voor leden en exclusief

Geert dacht

Het hoofd dat spreekt met het hart

“

Geen politicus durft te zeggen dat de koopkracht van alle werkenden en nog meer van alle nietwerkenden in België gevrijwaard werd

GEERT MOERMAN gedelegeerd bestuurderVoka Oost-Vlaanderen

Mis geen enkele Geert dacht. Abonneer je daarom op Geert zijn LinkedIn-nieuwsbrief.

Politiek, als ik niet luister hoor ik het niet

Deze titel komt uit de song Politiek van de betreurde Bram Vermeulen. Eigenlijk zou ik willen aanpassen naar: “Politiek, ik luister (te) veel maar doorgrond de echte problemen niet”. Politici zijn zo hard bezig om te luisteren naar ‘de mensen’ dat er nog ternauwernood ernstig beleid volgt, dat blijkt onder meer uit de budgettaire ontsporing. ‘Nee’ zeggen is onmogelijk, liever een goedkope en ongeloofwaardige ‘ja’.

Zoals in het koopkrachtdebat, geen politicus die durft te zeggen dat de koopkracht van alle werkenden en nog meer van alle niet-werkenden in België gevrijwaard werd en na de terugval van de energieprijzen zelfs verhoogd is. Nee, liever doet men mee met het opportunistisch geweeklaag van ‘de mensen’ als deze hun winkelkar vullen of ze geen andere mogelijkheid zien dan hun kinderen met een lege brooddoos naar school te sturen. Intussen zorgt de automatische indexering van lonen en uitkeringen voor een sterk aangetast concurrentievermogen van onze ondernemingen, die de bron van alle welvaartscreatie zijn. Maar dit is voor geen enkele partij een punt. Ik heb echt het gevoel dat ondernemers volledig buiten het politiek spectrum staan in het oeverloos hielen likken van de kiezer. Zelfs waar die aanwijsbaar de grootste nonsens beweert, zoals over zijn koopkracht.

Twee andere thema’s wegen heel zwaar door bij de kiezer en worden schromelijk onderschat door de centrumpartijen: (im)migratie en de Vlaamse welvaart die door onredelijk politiek en maatschappelijk gedrag in het Franstalig en Brusselse landsgedeelte aangetast wordt. Om met dit laatste te beginnen: twee derde van de Vlaamse kiezers vindt dit een belangrijk item, een aantal Franstalige politici – waaronder would-be premier Magnette – lachen de Vlaamse burger-belastingbetaler in hun gezicht uit en stellen een uitbreiding op Belgische schaal voor van hun beleid, waar ze Wallonië de voorbije decennia mee naar de dieperik brachten. Ook qua immigratie is de stelling van 80% van de Vlamingen duidelijk: arbeidsgerichte migratie kan, de hoogste humanitaire noden lenigen ook, maar geen wir schaffen das, we kunnen niet al het leed van de wereld torsen.

Vlaams Belang zal heel sterk scoren. Deze zondag wordt zwarter dan alle voorgaande zwarte zondagen, dat is quasi zeker. Schuld van het cordon sanitaire, al denken ze daar in Franstalig België net het omgekeerde over. Op zich is dit cordon ondemocratisch en geeft het een onredelijk hoog gewicht aan het links spectrum van de politiek, aangezien een deel van het speelveld afgesneden wordt. Handig van de linkerzijde maar doorzichtig, en vooral: afgestraft door de kiezer, zonder meer.

Problematischer is dat Vlaams Belang op vele maatschappelijke uitdagingen geen poging doet om een antwoord te bieden. En zo star is op immigratie, ook als deze economisch is, dat dit de Vlaamse welvaart in gevaar dreigt te brengen. De Europese markt, import en export worden ingeperkt, wat nefast zal blijken voor ‘de Vlaming’ die deze partij zo extreem wil afschermen.

Het is natuurlijk een ondankbare stiel, de politiek. Het is een zero sum game, wat de ene wint aan stemmen moet de andere verliezen. Stel je voor dat je een bedrijf of een gezin runt waar het succes van de ene per definitie ten koste gaat van de andere. Je kan je de sfeer en de dagelijkse gevolgen voorstellen. Bovendien word je om de vier jaar “gescoord” op de perceptie van resultaten die je tot dan hebt bereikt. Weg met het langetermijndenken, in de plaats komt de voortdurende perceptiestrijd, pluimen op de hoed steken, de andere afmaken. Ik kan me niet voorstellen in zo’n wereld te moeten functioneren, hoeveel contacten ik ook in deze wereld heb vanuit mijn job.

Ik besluit dan maar met het gevoel dat veel burgers overhouden aan het leven in België hedenten-dage, alweer met dank aan Bram Vermeulen, uit de song Rode wijn: “Wat een bestaan, wat een luizenleven. Het kan niet stuk, wat een geluk”.

Let wel: dit is een ironische song, na een pijnlijke scheiding, ga er de volledige tekst maar op na.

CSRD

Een gamechanger voor je onderneming

Vanaf 2024 moet een grote groep bedrijven verplicht rapporteren over duurzaamheidsbeleid en -prestaties. In april 2022 stelde de Europese Commissie immers de Corporate Sustainability

Reporting Directive voor. Deze richtlijn, die in november 2022 werd aangenomen door de Europese Unie, staat centraal in de Green Deal en moet zorgen voor transparante en kwalitatief hoogstaande duurzaamheidsinformatie. Het doel? Een vlotte transitie naar een duurzame Europese economie, met het Parijse klimaatakkoord uit 2015 als basis.

Over de Corporate Sustainability Reporting Directive

Vanuit de ambitie om tegen 2050 een klimaatneutraal Europa te bereiken, werkte de Europese Commissie de CSRD uit. Deze richtlijn wijzigt een aantal bestaande richtlijnen en breidt hun toepassingsgebied uit. Een ervan is de zogenaamde Non-financial Reporting Directive, die vandaag van toepassing is op circa 12.000 organisaties actief in de EU. De CSRD zal een impact hebben op zo’n 49.000 ondernemingen. Deze richtlijn maakt deel uit van een pakket maatregelen dat als doelstelling heeft om extra financiële middelen in de Europese Unie richting duurzame activiteiten te doen stromen. Transparantie rond ESG-performantie biedt diverse stakeholders accurate info om investeringsbeslissingen te nemen of om samen te werken. Uitrol in drie fasen

De implementatie van de CSRD verloopt in drie fasen. In welke fase je onderneming aan de richtlijn moet voldoen, hangt af van de schaalgrootte.

Vanaf 1 januari 2024 (verslag in 2025): bedrijven die al onderworpen zijn aan de NFRD. Concreet gaat het om ondernemingen die voldoen aan de definitie van een organisatie van openbaar belang en meer dan 500 werknemers hebben.

Vanaf 1 januari 2025 (verslag in 2026): grote bedrijven die aan minstens twee van de volgende drie criteria voldoen: (1) meer dan 250 werknemers, (2) meer dan 40 miljoen euro omzet en (3) meer dan 20 miljoen euro totale activa.

Vanaf 1 januari 2026 (verslag in 2027): beursgenoteerde kmo’s. Voor niet-beursgenoteerde kmo’s wordt gekeken naar een lichtere CSRDvariant die voor hen beter uitvoerbaar is.

Impact voor je bedrijf

De impact van de CSRD op je onderneming is groot. Welke componenten zal je moeten rapporteren?

• Gegevens op basis van het zogenaamde dubbele materialiteitsprincipe:

Voor de impact op het bedrijf wordt gekeken naar de financiële gevolgen van de risico’s en kansen voor je bedrijf (bv. grondstoffenschaarste of productieverstoringen door extreme weersomstandigheden).

Voor de impact van het bedrijf wordt de materiële impact nagegaan die je onderneming heeft op mens en milieu (bv. CO2-uitstoot of gebruik van niet-herbruikbare grondstoffen).

• Bedrijfsinfo over langetermijndoelstellingen op het vlak van duurzaamheid, inclusief de evolutie van bedrijfsinspanningen om deze te realiseren.

• Info over immateriële zaken zoals sociaal kapitaal (naast objectieve cijfers zoals milieuprestaties).

• Een rapportering in lijn met andere recente Europese regelgeving, zoals de Sustainable Finance Disclosure Regulation en EU Taxonomy.

• De verplichting om het duurzaamheidsverslag te laten toetsen door een accountant en het verslag beschikbaar te maken in elektronisch formaat. Wist je dat?

De European Sustainability Reporting Standards is de bindende rapportagestandaard waaraan ondernemingen moeten voldoen. Deze geeft aan welke zaken je als onderneming transparant moet maken in de verslaglegging. De vereisten gaan over risico’s, impact, strategie, beleid, governance en specifieke ESG-aspecten.

Voordelen van de CSRD-rapportering

Inzetten op de CSRD-rapportering zorgt binnen je bedrijf voor meer grip op de niet-financiële indicatoren over de bedrijfsactiviteiten. Zo krijg je helder zicht op nieuwe kostenbesparende mogelijkheden of op innovaties in het productieproces.

Ook wordt het duidelijker hoe je bedrijfsactiviteiten zich verhouden tot de alsmaar strenger wordende Europese ESG-regelgeving. Dit inzicht maakt je organisatie wendbaarder, toekomstbestendiger en het levert je een competitief voordeel op.

De ESG-verslaglegging biedt je op lange termijn ook kansen om de eigen productie- en toeleveringsketen vanuit een duurzaamheidsoogpunt te stroomlijnen. Zo kan je strategische partnerships sluiten en toekomstige knelpunten vroeg identificeren.

Samengevat

De juiste ESG-regelgeving ontwikkelen is voor veel organisaties een stevige uitdaging. Het aantal ESG-metrics is enorm en varieert per sector, bedrijfsgrootte en -complexiteit. Je start dus best zo vroeg mogelijk met een goede voorbereiding op de CSRD, zodat je tijdig de nodige data kan verzamelen en een governance-structuur kan inrichten.

Deskundig advies rendeert

Als financiële partner voor ondernemers zijn we er om je doelstellingen te helpen behalen.

Neem contact met ons op of surf naar

www.zidis.be

Wij zijn Zidis

Een snel, flexibel en efficiënt productiehuis met de nadruk op video. Een mix van jong geweld en ervaren verhalenmakers met enthousiasme als gemene deler. Beeldende content is hot en wij zijn er om jouw doelstellingen waar te maken met fantastische beelden! Op zidis.be kan je terecht voor bedrijfsfilms, livestreams, podcasts, animatievideo's, fotografie, rekruteringsvideo's, en zoveel meer!

Zidis Studios Antwerp - Ellermanstraat 54 - B-2060 Antwerpen

Zidis Studios East & West Flanders - Leihoekstraat 7c - B-9870 Zulte