4 minute read

De essentie

Next Article
Inleiding

Inleiding

Het is de ambitie van de huidige Vlaamse regering om Vlaanderen te laten doorstoten tot de top 5 van innovatieve kennisregio’s in Europa. Meer nog, die ambitie wordt ook de centrale toetssteen van haar innovatiebeleid, zo staat letterlijk in het regeerakkoord. Ambitieuze doelen stellen, is één zaak, ze realiseren een andere. Daarvoor moeten nog enkele zwakkere punten weggewerkt worden, zoals de kennisdoorstroom naar de brede groep van bedrijven, in het bijzonder de kmo’s.

Nog heel wat kmo’s blijken onvoldoende mee te zijn in het verhaal van innoveren en valoriseren, niettegenstaande er ook veel goede voorbeelden te vinden zijn. Daardoor worden er kansen gemist. Een aantal onder hen zijn niet mee met de beschikbare kennis en technologieën omdat ze te weinig in contact staan met het huidige innovatie-ecosysteem. Dat moet verbeterd worden.

Sommige kmo’s ervaren ook drempelvrees om te innoveren omdat ze te veel risico’s zien of de noodzaak te weinig vatten. Daardoor missen ze kansen en vergroot de kloof almaar meer tussen hen en de innovatieve bedrijven. Dat maakt hen op termijn zeer kwetsbaar. Ook voor de Vlaamse economie is dit geen goede zaak, want die is exportgedreven en ervaart steeds grotere internationale concurrentie. Om de positie van Vlaanderen te verstevigen, zijn een brede innovatie en de valorisatie ervan dan ook absoluut noodzakelijk.

“Nog heel wat kmo’s zijn onvoldoende mee in het verhaal van innoveren en valoriseren.”

Structurele partner:

Innovatie- en businessstrategie op één lijn

Op het vlak van bedrijfscultuur kunnen we van internationale topinnovatoren veel leren. Zo blijken niet alleen de hoeveelheid middelen die naar innovatie gaat belangrijk, maar evenzeer een gerichte besteding ervan. Meer middelen zorgen voor een hefboom, maar de juiste allo catie ervan voor een nog grotere. Een goede oriëntatie van middelen is slechts één van de vijf kenmerken van innovatieve topbedrijven. Een open innovatiecultuur, betrokkenheid van het management, focus op de behoeften van de klant en een rigoureuze projectselectie (‘kill your darlings’), vormen de overige vier. De overheid zou er daarom voor kunnen kiezen om bij de steunaanvragen ook op dat vlak de ambities te verhogen (excellentie op innovatie- en businessvlak).

Dubbel innoveren

De innoverende bedrijven beperken zich echter nog te vaak tot incrementele innovatie, terwijl de nodige aandacht voor disruptieve innovatie minstens even belangrijk is. De wereld evolueert immers steeds sneller. Bedrijven die enkel bezig zijn met het automatiseren en optimaliseren van producten en processen dreigen vroeg of laat voorbijgestoken te worden door een disruptieve concurrent. Voorlopig is die misschien nog in een nichemarkt actief, maar als zijn innovatie mainstream wordt,

➜ WIE?

JOHAN GULDIX Senior adviseur innovatie en ondernemen johan.guldix@voka.be

Johan Guldix volgt op het Vokakenniscentrum dossiers op rond innovatie en ondernemen.

kan het zeer snel gaan. Om te vermijden dat zij in die val trappen, moeten zij op beide sporen inzetten door een onderscheid te maken tussen innovaties op de korte en lange termijn. Enerzijds moet er voldoende geïnvesteerd worden in incrementele innovatie die op korte termijn bijna zeker winst oplevert met weinig risico’s en anderzijds in onzekere disruptieve innovatie die op langere termijn grote voordelen kan opleveren, maar ook risico’s inhoudt. Niet alle investeringen zullen return opleveren, maar één disruptieve innovatie kan wel het verschil maken tussen leven en dood. Niet schieten, is altijd mis.

Een ecosysteem en instrumenten voor innovatie

Kmo’s denken nog te vaak dat zij er alleen voor staan. Niets is minder waar, want Vlaanderen beschikt over een uitgebreid steuninstrumentarium. Hoewel steeds meer kmo’s het ecosysteem en instrumentarium beginnen te ontdekken, zit hier nog veel potentieel, want onbekend is onbemind. Veel kmo’s nemen de tijd niet om het bestaande instrumentarium te verkennen omdat ze er onterecht vanuit gaan dat ze er niet voor in aanmerking komen of de administratieve lasten te zwaar zijn.

Samenwerking

Kmo’s kunnen niet alleen meer gebruik maken van financiële steun, maar ook van bestaande samenwerkingsmogelijkheden. Innovatie gebeurt immers steeds meer interdisciplinair. Niet alleen in het bedrijf is samenwerking van belang, maar ook extern. Gelukkig is er al heel wat mogelijk op dat vlak met onderzoeks- en kennisstellingen, hogescholen en collega-bedrijven. Kmo’s kunnen zich bovendien op maat laten bijstaan door Team Bedrijfstrajecten of andere partners van VLAIO. Ook zijn er heel wat beloftevolle start- en scale-ups actief in het innovatielandschap om in de B2B-markt vernieuwingen op maat te implementeren.

“Niet alle investeringen zullen return opleveren, maar één disruptieve innovatie kan wel het verschil maken tussen leven en dood.”

Om Vlaanderen verder naar de innovatietop te loodsen, moet ook de overheid het innovatieecosysteem blijvend versterken. We geven alvast een aanzet door enkele beleidsaanbevelingen te formuleren.

• Zet blijvend in op het versterken van samenwerking. Doe dit door onderlinge en interdisciplinaire samenwerking meer te belonen en etaleer goede voorbeelden.

• Versterk laagdrempelige steunmaatregelen en initiatieven zoals TETRA, COOCK, Blikopener, …

• Werk een duidelijke visie en stappenplan uit met uitdagende ambities voor de proeftuinen rond Industrie 4.0. Voorzie extra middelen en betrek de private dienstverleners volop om de industriële digitalisering te versnellen.

• Laat de kennisinstellingen geleidelijk verder van kennisgericht naar meer vraaggedreven onderzoek evolueren. Maak daarom werk van de ‘Flipped TTO’s’ (‘Tech Transfer Offices Flanders’) en pas ook de financieringssleutel van de kennisinstellingen in die zin verder aan.

• Stimuleer de alignering van innovatie- en businessstrategie binnen bedrijven door daar in steundossiers meer aandacht aan te schenken, eventueel via een bonussysteem. Zo wordt het succes van marktintroducties bevorderd en de koopmansgeest aangewakkerd.

This article is from: