2020-09-VL-Voka Paper

Page 1

Een maandelijkse uitgave van Voka vzw | Verschijnt niet in augustus | Jaargang 4- september 2020 Koningsstraat 154-158, 1000 Brussel P912687

VOKA

PAPER SEPTEMBER 2020

ED C TE H

EDTECH Gamechanger voor het onderwijs?


ED

EDTECH INHOUD

EdTech Gamechanger voor het onderwijs?

De essentie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 EdTech, booming sector . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Hefbomen voor een kwalitatief digitaal onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

colofon Voka-kenniscentrum Niko Demeester | Secretaris-generaal Bart Van Craeynest | Hoofdeconoom Sonja Teughels | Arbeidsmarkt Veronique Leroy | Arbeidsmarkt en arbeidsverhouding Pieter Van Herck | Welzijns- en gezondheidsbeleid Jonas De Raeve | Onderwijs Goedele Sannen | Mobiliteit en logistiek Katelijne Haspeslagh | Milieu en klimaat Lorenzo Van de Pol | Klimaat en energie Steven Betz | Ruimtelijke ordening en milieu Karl Collaerts | Fiscaliteit en begroting Johan Guldix | Innovatie en ondernemen Gilles Suply | EU en internationaal ondernemen Dieter Somers | Digitale transformatie

2 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

Eindredactie Sandy Panis, Katrien Stragier Foto’s Imagedesk en Shutterstock Vormgeving Capone Druk INNI Group, Heule

‘EdTech: Gamechanger voor het onderwijs?’ is een brochure van Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen. De overname of het citeren van tekst uit deze Voka Paper wordt aangemoedigd, mits bronvermelding. Verantwoordelijke uitgever Hans Maertens i.o.v. Voka vzw Burgemeester Callewaertlaan 6 - 8810 Lichtervelde info@voka.be - www.voka.be


D

VOKA.BE

De essentie Educatieve technologie (EdTech) zal onvermijdelijk een gamechanger zijn voor het onderwijs. Er is vandaag al haast geen enkele school die nog zonder learning managementsysteem, smartboards of digitale communicatietools werkt. En de technologische mogelijkheden zullen in de toekomst nog veel grotere veranderingen teweegbrengen. Het is belangrijk dat we deze evolutie met een open blik benaderen en de juiste randvoorwaarden creëren zodat de meerwaarde voor het onderwijs gegarandeerd wordt.

D

e digitaliseringsgolf zal niet afnemen en een grote impact hebben op elke sector, ook op het onderwijs. Dat is vandaag al volop bezig, en corona heeft dit proces nog versneld. Het onderwijs is vandaag niet klaar voor deze digitaliseringsgolf. Leraren hebben onvoldoende vaardigheden om ICT op een kwalitatieve manier te integreren in de klaspraktijk en krijgen onvoldoende bijscholingen op dit vlak. Het aantal scholen met een ICT-beleidsplan neemt zelfs af. Er zijn bijkomende initiatieven nodig om dit te versterken en zo de digitale mogelijkheden optimaal te benutten.

“Het is belangrijk dat we de digitaliseringsgolf met een open blik benaderen en de juiste randvoorwaarden creëren zodat de meerwaarde voor het onderwijs gegarandeerd wordt.”

Op termijn kan alles wat niet rechtstreeks met het pedagogische luik te maken heeft, wellicht grotendeels gedigitaliseerd worden. Het automatiseren van administratieve en ondersteunende taken zoals het bijhouden van aanwezigheden kan extra tijd en middelen opleveren voor de belangrijke zaken die echt het verschil maken: lesgeven, professionaliseren van leraren, besturen van een school. Ook op het vlak van het puur pedagogische, met name het effectief aanleren van competenties, is er meer mogelijk dan men zou denken. Veel digitale mogelijkheden worden momenteel nog onderbenut. Smartboards worden in veel scholen nog altijd op dezelfde manier gebruikt als de klassieke schoolborden. Bovendien evolueert de technologie zelf razendsnel en daarmee ook de mogelijke toepassingen ervan. Het meest disruptieve aspect van EdTech ligt vooral bij de explosie van digitale leermiddelen. Een beter gebruik van technologie kan zo grote gevolgen hebben voor de manier waarop we kinderen en jongeren laten leren. Covid-19 heeft duidelijk gemaakt dat fysiek onderwijs niet de enige manier is om les te geven. Het is dan ook niet langer ondenkbaar dat onderwijs in de toekomst altijd op een blended manier georganiseerd wordt. Een deel van de lessen wordt dan op school gegeven – al dan niet digitaal – en een deel van de lessen op afstand. Dat biedt perspectief ➜

WIE? Structurele partner:

JONAS DE RAEVE Adviseur onderwijs

Jonas.deraeve@voka.be Jonas De Raeve volgt op het Vokakenniscentrum dossiers op rond onderwijs en levenslang leren.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 3


EDTECH DE ESSENTIE

voor het oplossen van andere problemen waar het onderwijs mee kampt, zoals het oplopende lerarentekort en de enorme achterstand op het vlak van schoolinfrastructuur.

trajecten moeten zelf deels fysiek, deels digitaal opgezet worden. 4. Gebruik technologie om de planlast van leraren drastisch te verminderen. State-of-the-art IT-infrastructuur 5. Zorg dat elke leraar, leerling en school over de nodige IT-infrastructuur beschikken om educatieve technologie op een kwalitatieve manier te gebruiken. Digi-vriendelijke overheid 6. Bouw een echt kenniscentrum uit om scholen en leraren te ondersteunen op het vlak van technologie. 7. Stimuleer de ontwikkeling van een incubator rond EdTech waar ondernemingen, overheid en kennisinstellingen elkaar versterken. 8. Doe een digi-check op de volledige onderwijsregelgeving en werk belemmeringen weg. Professioneel schoolbeleid 9. Zet in op sterkere schoolbesturen zodat zij een professioneel ICT-beleid kunnen uitwerken. 10. Zorg dat schoolbesturen ervaren IT-profielen kunnen aantrekken uit andere sectoren om de rol van ICT-coördinator op te nemen. Innovatieve onderwijscurricula 11. Verplicht scholen en leraren om de nieuwe eindtermen rond digitale competenties ambitieus in te vullen. 12. Zorg dat de leerplannen van de onderwijsverstrekkers afgestemd zijn op blended leren. 13. Experimenteer met hybride opleidingen met een deel fysiek op school, een deel digitaal en een deel via werkplekleren. Levenslang leren 14. Beperk het leerkrediet niet tot erkende opleidingen in het hoger onderwijs, maar zet het ruimer in voor levenslang leren. 15. Zorg voor een bredere erkenning en gebruik van alternatieve kwalificaties.

“Het is niet langer ondenkbaar dat onderwijs in de toekomst altijd deels fysiek, deels digitaal georganiseerd wordt.” Toch wil deze Voka Paper geen ver toekomstbeeld schetsen. Digitalisering moet verstandig gebeuren want het komt de effectiviteit en efficiëntie van onderwijs niet automatisch ten goede. Om op een goede manier om te gaan met nieuwe technologieën is het essentieel dat de randvoorwaarden goed zitten. Daar ligt een belangrijke rol voor zowel de overheid, het onderwijs zelf, als de EdTech-ondernemingen. Dat is ook een werk van lange adem en volgehouden inspanningen. Deze paper stelt een plan voor met vijftien concrete maatregelen die op korte termijn noodzakelijk zijn om de technologische vooruitgang te gebruiken voor een beter onderwijs. Effectief onderwijs 1. Baseer de ontwikkeling én het gebruik van educatieve technologie op evidentie uit onderwijs- en cognitieve wetenschappen. 2. Maak van onderzoek rond educatieve technologie een speerpunt binnen het beleidsgericht onderwijsonderzoek. Doeltreffende leraren 3. Leraren moeten educatieve technologie leren gebruiken in de lerarenopleiding en via professionalisering doorheen de carrière. Deze opleidingsFiguur 1: Plan voor een kwalitatief digitaal onderwijs Effectief onderwijs 1

Gebaseerd op wetenschappelijke evidentie

2

Speerpunt binnen beleidsgericht onderwijsonderzoek

Doeltreffende leraren 3

EdTech in lerarenopleiding en professionalisering

4

Planlast verminderen

State-of-the-art IT-infrastructuur 5

IT-infrastructuur voor elke leraar, leerling en school

Digi-vriendelijke overheid 6

EdTech kenniscentrum

7

EdTech incubator

8

Digi-check op onderwijsregelgeving

4 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

Professioneel schoolbestuur 9

Sterkere schoolbesturen met professioneel ICT-beleid

10

Ervaren IT-profielen uit andere sectoren

Innovatieve onderwijscurricula 11

Ambitieuze invulling nieuwe eindtermen

12

Leerplannen afstemmen op blended leren

13

Hybride opleidingen (fysiek+digitaal+duaal)

Levenslang leren 14

Leerkrediet gebruiken voor levenslang leren

15

Alternatieve kwalificaties versterken


VOKA.BE

Inleiding De digitalisering van onze samenleving sijpelt al een tijdje door binnen het onderwijs. De laatste jaren zijn onder andere digitale lessen en leeromgevingen, digitale leermiddelen, adaptieve programma’s en toetsapplicaties langzaam ingeburgerd in het onderwijs. Dat levert een booming sector op met heel wat EdTech-spelers en -gebruikers.

D

eze digitale ontwikkelingen hebben tot op heden zeker niet altijd tot uitsluitend positieve resultaten geleid. Het bekendste voorbeeld is misschien wel dat van de Massive Online Open Courses. MOOCs waren veelbelovend toen ze in 2012 opkwamen en men dacht dat ze het hele hoger onderwijs radicaal zouden veranderen aangezien iedereen ter wereld de mogelijkheid kreeg om van de beste proffen les te krijgen. Dat was niet helemaal het geval. MOOCs blijken vooral interessant voor reeds hoogopgeleide mensen en veruit het grootste deel van de ingeschreven studenten behaalt nooit de eindstreep.1

“Digitale ontwikkelingen hebben tot op heden zeker niet altijd tot uitsluitend positieve resultaten in het onderwijs geleid.” De Covid-19 pandemie is een ander voorbeeld en maakte duidelijk dat een plotse totale afhankelijkheid van digitale tools niet ideaal is om het reguliere, face-to-face onderwijs op een volwaardige manier te vervangen. Met het sluiten van scholen, hogescholen en universiteiten moest iedereen een versnelling hoger schakelen. Op grote schaal werd bestaande EdTech ingezet en nieuwe in gebruik genomen om digitale lessen te geven en het contact met leerlingen te behouden. Docenten en leraren kregen in sneltempo bijscholingen. Deze krachttoer zorgde ongetwijfeld voor een belangrijke afremming van de oplopende leerachterstand, maar leverde tegelijkertijd ook complicaties op. Niet alle lerenden konden bereikt worden, er waren grote (kwaliteits)verschillen tussen scholen en de leraren waren lang niet altijd voldoende voorbereid om deze omslag te realiseren.2 Betekenen deze voorbeelden dat het klassiek onderwijs de norm blijft? Misschien wel. Technologie is uiteindelijk maar een middel dat ingezet kan worden om een bepaald doel sneller of beter te bereiken. Dat geldt zeker wanneer het gebruikt wordt in leerprocessen en nog meer wanneer het gaat over onderwijs aan kinderen en jongeren. Het is daarom essentieel dat dit doordacht en

kwalitatief gebeurt, met de juiste online pedagogie en didactiek. Als dat het geval is, kan technologie wel degelijk een meerwaarde betekenen. Met de juiste randvoorwaarden en doordacht beleid zijn de mogelijkheden enorm. Neem het voorbeeld van artificiële intelligentie (AI). Vandaag wordt AI al gebruikt in bepaalde adaptieve leermiddelen waarmee het niveau, tempo en de context wordt aangepast op maat van de leerling. De gegevens die dit oplevert kunnen mits juiste analyse en schaal en met een goed kader rond gegevensbescherming gebruikt worden om leerlingen objectiever te evalueren, opleidingen en onderwijsinstellingen te versterken of pijnpunten bloot te leggen. In een volledig digitale wereld konden we tijdens de Covid-19 crisis onmiddellijk monitoren hoeveel de leerachterstand bedroeg, welke leerlingen extra ondersteuning nodig hadden en hoe deze remediëringstrajecten er inhoudelijk moesten uitzien. Om de digitale mogelijkheden in de toekomst wel optimaal te kunnen benutten, moeten we zorgen dat ons onderwijs klaar is om nieuwe technologieën succesvol te implementeren. Dat zal niet van vandaag op morgen gebeuren, maar vraagt een volgehouden inspanning die best zo snel mogelijk start. Voka reikt met deze paper alvast een plan aan met vijftien concrete aanbevelingen. 1. 2.

Reich, J. and Ruipérez-Valiente, J. A. (2019). The MOOC Pivot. Science 363(6423), pages 130-131 OESO, Education responses to Covid-19: Embracing digital learning and online collaboration, 23 maart 2020.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 5


EDTECH BOOMING SECTOR

1. EdTech booming sector Wereldwijd is EdTech een opkomende sector. Vooral in groeilanden als China en India gaat het heel erg hard, maar ook in Vlaanderen wint het gebruik van technologie in het onderwijs aan belang. Covid-19 zorgde voor een ongeziene accelerator. EdTech is niet enkel in het initieel onderwijs aan een opmars bezig, maar zorgt ook in het domein van levenslang leren voor grote veranderingen. Wereldwijd

E

ducatieve technologie evolueert volop. Bijgevolg is elke poging tot afbakening of een raming van kerncijfers na enkele maanden al grotendeels gedateerd. Dat komt onder andere omdat de onderwijssector zelf een sterk groeiende markt is. Volgens bepaalde prognoses zijn er in 2025 wereldwijd 500 miljoen meer lerenden, voornamelijk door de sterke bevolkingsgroei in ontwikkelingslanden. Het aandeel investeringen in technologie binnen de onderwijssector is bovendien nog erg beperkt en zal naar alle verwachtingen exponentieel toenemen.3 Desondanks wordt de globale EdTech waarde vandaag al op meer dan 150 miljard euro geschat. Dit zal wellicht op korte termijn verdubbelen. EdTech is daarmee al meer waard dan de volledige traditionele uitgeversmarkt. 4 De groei tekent zich voornamelijk af in landen als China en India, niet toevallig landen met een enorm klantenpotentieel. In 2018 vertegenwoordigden ze samen 70% van het globaal geïnvesteerde durfkapitaal in EdTech.5 De meeste EdTech unicorns, in mei 2020 waren er dat al 18, komen bijgevolg uit China of India. Hujiang is het grootste Chinese e-learning platform met meer dan 110 miljoen geregistreerde gebruikers.6 Andere – en bij ons beter gekende – unicorns zijn bijvoorbeeld Coursera, die MOOCs aanbiedt en Duolingo, die een app heeft ontwikkeld om talen te leren.

150 miljard (x2)

De globale EdTech waarde wordt vandaag al op meer dan 150 miljard euro geschat en dit kan snel verdubbelen.

Figuur 2: EU hinkt achterop op vlak van geïnvesteerd risicokapitaal in EdTech (in Amerikaanse dollar, per miljoen) 12.000

Een zuivere afbakening van de sector is dus niet mogelijk. EdTech kan immers gebruikt worden voor zeer veel verschillende doeleinden: het geven van instructie, het opdoen van ervaringen, het begeleiden van studenten, het opvolgen van leerwinsten, het evalueren van lerenden, het communiceren met studenten, het verlichten van administratief werk, het in kaart brengen van competenties, enzovoort. Voor elk doel zijn er verschillende toepassingen mogelijk zoals online lessen, applicaties, virtual of augmented reality, robots, codeertaal, learning managementsystemen, social media, data-analysesoftware, visualisatieen gamificatietechnologie of artificiële intelligentie. ‘The Global Learning Landscape’ is een van de initiatieven die dit geheel probeert te ordenen via een open-source taxonomie waar een wereldwijde community van opleiders en onderwijsexperten aan meewerkt en elkaar op die manier ook kunnen vinden. Ze doen dit via vijftig kernclusters die het leerproces volgen van kleuteronderwijs tot en met levenslang leren. Onder deze clusters verzamelen ze meer dan 50.000 ondernemingen en 500.000 apps. Dat zegt iets over de diversiteit en complexiteit van de sector.

10.000 8.000

3.

6.000 4.000

4.

2.000 China 2014

VS 2015

2016

Bron: HolonIQ, april 2019

6 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

EU 2017

5.

2018

6.

$87bn+ of Global EdTech funding predicted through 2030. $32bn last decade, https://www.holoniq. com/notes/87bn-of-global-edtech-funding-predicted-to-2030/. Education Publishing and the $140B Digital Disruption, https://www.holoniq.com/notes/education-publishing-and-the-140b-digital-disruption/. China and India 70% of Global EdTech Venture Capital, https://www.holoniq.com/notes/china-indianow-70-global-edtech-vc/. Global EdTech Unicorns, https://www.holoniq.com/ edtech-unicorns/.


VOKA.BE

Figuur 3: EdTech clusters volgens The Global Learning Landscape

Knowledge & Content

K Knowledge

Education Management

Traditional Models

New Delivery Models

Experiencing Learning

International Education

Learning Support

Assessment & Verification

Workforce & Talent

Skills & Jobs

Em

Management B2B

Pk

Mo

X

L

Tr

A

Wp

Us

B2B, B2C

Or

Le

S

Pr

Ro

Lt

Sn

Po

T

It

Cu

Ct

V

Op

Ai

Di

As

C

Cd

At

Er

Ad

Al

Bc

Ga

Is

Tu

Cp

Pm

Gi

Qa

Fi

U

Ap

St

In

Tp

Sv

Wl

Mn

Gg

I

Ac

Ev

Aw

Global Giants B2B, B2C

Investors B2B

Accelerators B2B

Events B2C, B2B

Awards B2B, B2C

Op Research P2P, B2C

Curriculum B2B

Ed Resources B2B, B2C

Q&A P2P

Learning Env B2B

Class Tech B2B

Admissions B2B

Finance B2C

Pre K B2C

School B2C

Vocational B2C

Alternate B2C

University B2C

MOOC B2C, B2B2C

Prop Online B2C, B2B2C

OPM B2B

Bootcamp 2.0 B2C, B2B2C

Apps B2C, P2P

XR, AR, VR B2C, B2B2C

Robotics B2C, B2B2C

Voice & Chat B2C, B2B2C

Games & Sim B2C, B2B2C

STEM/Coding B2C, B2B2C

Language Lrn B2C

Language Test B2C

Discovery B2B2C, B2C

Intl Schools B2C

Intl Study B2C, B2B2C

Teacher P2P, B2C

Study Notes B2C, P2P

After School B2C, P2P

Tutoring P2P, B2C

Test Prep B2C

Assessment B2B, B2B2C

Portfolio B2C, B2B2C

Credentialing B2B2C, B2C

Career B2C, B2B

Workforce B2B

Talent Acq B2B

Development B2B2C

Performance B2B

Verification B2B2C, B2C

Wellness B2B, B2B2C

Upskilling B2C, P2P

Internships B2C, B2B2C

Apprenticeship B2C, B2B2C

Gigs P2P, B2B2C

Mentoring P2P

Bron: The Global Learning Landscape

Covid-19 zorgde voor een bijkomende accelerator binnen de EdTech sector. Opeens hadden meer dan een miljard leerlingen wereldwijd te maken met gesloten scholen waardoor ze van de ene dag op de andere afhankelijk waren van digitaal onderwijs. Dit maakt meteen ook duidelijk dat het succesvol gebruik van technologie binnen het onderwijs afhangt van een gegronde voorbereiding en organisatie en niet van een plotse omschakeling vanwege een pandemie.7 Veel bedrijven en start-ups gaven tijdens de crisis gratis toegang tot hun diensten en creëerden zo een enorme boost van het aantal gebruikers. ByJu’s, het grootste EdTech-bedrijf ter wereld, zag een stijging van maar liefst 60% in het aantal studenten.8 Al leidde Covid-19 voor veel nieuwe start-ups ook tot moeilijkheden omdat durfkapitaal minder vlot beschikbaar was. Edsurge, een community rond onderwijstechnologie, denkt dat tijdens de crisis vooral de bestaande start-ups konden profiteren van nieuw kapitaal. Bovendien zijn veel EdTech bedrijven ook nog altijd afhankelijk van traditio-

nele producten zoals geprinte handboeken en het verlies op dit vlak kon niet altijd goedgemaakt worden door de groei van digitale producten. In die zin vertaalde de toegenomen vraag naar educatieve technologie zich niet automatisch in een financiële boost voor de hele sector. De grote vraag is ook of de tijdelijke groei van educatieve technologie ook structureel kan verankerd worden of dat we post Covid-19 terug naar de situatie zoals voordien gaan.9 Het is op dit moment nog te vroeg om deze analyse te maken. 7. 8.

9.

‘How covid-19 is interrupting children’s education’, The Economist, maart 2020. Byju’s sees a 60% increase in new students after making its app free for all, https:// www.businessinsider.in/business/startups/ news/byjus-sees-a-60-increase-in-newstudents-after-making-its-app-free-for-all/ articleshow/74692509.cms. How Will Coronavirus Impact Education Technology Investments in 2020?, https://www.edsurge.com/ news/2020-03-18-how-will-coronavirus-impacteducation-technology-investments-in-2020.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 7


EDTECH BOOMING SECTOR

61% vs 74%

Slechts 61% van de Vlaamse leraren staan open voor innovatie tegenover een OESOgemiddelde van 74%.

Naast risiciokapitaal waar een snelle return on investment verwacht wordt, duiken er recent ook andere vormen van langetermijnfinanciering op. Pearson, een Brits onderwijsbedrijf, lanceerde onlangs een Social Impact Bond (een publiek-private samenwerking voor sociale projecten, wordt in Vlaanderen al voor projecten in werk toegepast) van 350 miljoen pond over een periode van tien jaar. Investeerders worden beloond op basis van de maatschappelijke meerwaarde van de onderwijsprojecten die met deze Social Impact Bond gefinancierd worden.10 Dit soort van investeringen is een interessante piste voor de publieke onderwijssector om op structurele wijze private financiering op te halen. Vlaanderen In Vlaanderen breekt EdTech minder snel door. Dat komt wellicht deels omdat het onderwijs hier bijna uitsluitend gefinancierd wordt door publieke middelen. Er is daardoor minder ruimte voor innovatie vanuit private ondernemingen. Bovendien blijkt uit OESO-cijfers dat een gemiddelde leraar heel wat minder openstaat voor innovatie en verandering dan collega’s uit andere landen. Slechts 61% van de leraren staan hier voor open tegenover een OESOgemiddelde van 74%.11

Figuur 4: EdTech ondernemingen

halen steeds meer kapitaal op € 35.000.000 € 30.000.000 € 25.000.000 € 20.000.000 € 15.000.000 € 10.000.000 € 5.000.000 €-

2013-2016

2017-2020

Bron: Sirris – Omar Mohout

Figuur 5: EdTech haalt minder kapitaal

op dan andere techsectoren (2016-2020) 4%

4%

3%

HealthTech

7%

FinTech 49%

MediaTech

Desondanks is de sector ook hier in volle ontwikkeling. Volgens cijfers van Sirris, het collectief centrum van en voor de technologische industrie, zijn er in België minstens negentig EdTech-ondernemingen actief (57 in Vlaanderen, 18 in Brussel en 15 in Wallonië). Het kapitaal dat ze ophalen blijft vrij beperkt, hoewel er zeker een stijgende lijn in valt te herkennen (figuur 4). EdTech blijft ook beperkt in vergelijking met andere techsectoren zoals HealthTech voor de medische sector of FinTech voor de financiële sector (figuur 5). Het ophalen van kapitaal blijkt voor EdTech-spelers minder evident aangezien investeerders op korte termijn al een rendement voor hun investering willen zien terwijl de EdTech-markt nog onzeker is, in volle ontwikkeling en vaak pas rendabel op langere termijn. Een succesvolle samenwerking opzetten met scholen is een werk van lange adem. Uit een Vlaams thesisonderzoek blijkt dat verschillende Vlaamse EdTech-start-ups hierdoor operationele verliezen draaien.12

HRTech 33%

Bron: Sirris – Omar Mohout

8 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

FoodTech EdTech

Ook in Vlaanderen zijn er pogingen om de veelheid aan digitale tools te ordenen. Met Onderwijs gaat viraal bieden imec en KU Leuven vanuit hun expertise in smart education een overzicht van gratis beschikbare e-learning tools. Ze werken ondertussen aan het i-Learn project dat een online portaal wil creëren waarop digitale toepassingen voor gepersonaliseerd leren ter beschikking staan


VOKA.BE

voor scholen. Ook de overheid draagt hiertoe bij via Klascement, een educatieve portaalsite van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming waar leraren lesmateriaal en leermiddelen kunnen delen met elkaar. Positief is de link tussen de EdTech-sector en het onderzoek uit kenniscentra. Die laatste zijn een belangrijke voedingsbodem voor de verdere verspreiding van educatieve technologie. Aan universiteitskant neemt imec de leiding met het Smart Education programma dat focust op het doelgericht inzetten van educatieve technologie in het onderwijs. Het programma brengt onderzoekers van verschillende onderzoeksgroepen aan KU Leuven, VUB en UGent samen voor de ontwikkeling van slimme onderwijstoepassingen. Ze werken daarbij heel concreet rond vier speerpunten: onderzoek naar individueel leergedrag, ontwikkeling van slimme onderwijstechnologieën, proeftuinonderzoek om nieuwe technologieën te testen en bij te sturen en maatschappelijke en economische valorisatie. Daarnaast zetten ook de Vlaamse hogescholen sterk in op dit kennisdomein via hun onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. Aan verschillende hogescholen zijn er onderzoeksgroepen bezig rond EdTech. Dat leidt soms ook tot het oprichten van ondernemingen. Play it Safe is bijvoorbeeld een spin-off van Howest. De oprichters van deze start-up gaven eerst een tiental jaar les aan de wereldbefaamde Digital Arts and

“Kenniscentra zijn een belangrijke voedingsbodem voor de verdere verspreiding van educatieve technologie.” Onderwijs gaat viraal

i-Learn

Klascement

Entertainment opleiding van Howest en ontwikkelen nu met Play it Safe veiligheidsopleidingen voor het bedrijfsleven. EdTech vloeit soms ook voort uit andere techactiviteiten. Manual.to bijvoorbeeld is een Vlaamse start-up die software aanbiedt aan bedrijven om snel instructies en handleidingen aan te bieden in digitale vorm. Zo wordt het eenvoudig om werkinstructies, veiligheidsvoorschriften en handleidingen te maken, te vertalen en up-to-date te houden. Dezelfde software blijkt echter ook heel interessant voor het onderwijs, bijvoorbeeld om cursussen te digitaliseren. 10. WILLIAMSON B. en HOGAN H., ‘Commercialisation and privatisation in/of education in the context of Covid-19’, Education International Research, juli 2020. 11. OESO, School Education during Covid-19. Were Teachers and Students Ready? Country Note Belgium, 2020. 12. DESMYTTERE, R., ‘The EdTech market in Flanders A descriptive analysis’, Thesis in het kader van de opleiding Master of Business Economics: Marketing, promotor Prof. Dr. KNOCKAERT, M., academiejaar 2018 – 2019.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 9


EDTECH BOOMING SECTOR

Levenslang leren Hoe groot de mogelijkheden van educatieve technologie in het initieel onderwijs ook zijn, de grootste verandering op korte termijn zal wellicht in het postinitieel onderwijs te vinden zijn. Digitale lesvormen zijn nu al sterk ingeburgerd in het aanbod van levenslang leren. Hogescholen en universiteiten zetten steeds meer in op blended leren en een specifiek aanbod voor werken10 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

TC den. Verschillende prestigieuze internationale universiteiten bereiken nu al een groter aandeel werkenden via hun extension schools dan dat er studenten zijn in hun reguliere opleidingsprogramma’s. Samenwerkingen maken het mogelijk om delen van dit aanbod digitaal te integreren in de leertrajecten van Vlaamse universiteiten. Ook private opleiders gebruiken steeds vaker digitale componenten om hun aanbod flexibel en laagdrempelig te maken. Ze spelen zo in op de grootste obstakels om te participeren aan le-


VOKA.BE

Op de groeiende markt van het levenslang leren zorgt educatieve technologie voor een explosie van nieuwe opleidingsmogelijkheden. Hierdoor ontstaat ook een wildgroei aan alternatieve vormen van kwalificering naast het formele onderwijsdiploma door erkende onderwijsinstellingen. Dat kan in de vorm van digitale badges, micro-diploma’s, beroepskwalificaties, … die ofwel op zich staan ofwel deel uitmaken van een bredere kwalificatie.14 Ze kunnen door dezelfde erkende onderwijsinstellingen uitgedeeld worden of door andere aanbieders zoals private opleiders, technologiebedrijven zoals Google, HR-bedrijven zoals Adecco of LinkedIn en door andere organisaties. Deelnemers zijn vaak jonge, hoogopgeleide mensen met een hoog inkomen die meestal werkzaam zijn in grote bedrijven. Uit OESO-cijfers blijkt dat meer deelnemers dit type opleiding zinvol vinden voor de job dan de formele opleidingen. Slechts 6% vond de nietformele opleiding zinloos ten opzichte van 17% voor formele opleidingen (figuur 6).15

“Ook voor werkgevers zijn alternatieve kwalificaties steeds interessanter om hun impact op onderwijs en de instroom op de arbeidsmarkt te vergroten.” Figuur 6: Non-formeel onderwijs en opleiding

zijn meer bruikbaar voor de job dan formeel onderwijs en opleiding

non-formeel onderwijs non-formeel en opleiding onderwijs en opleiding

52% 52%

formeel onderwijs formeel en opleiding onderwijs en opleiding

52% 52% 0% 0%

10% 20% 30% 40% 50% 10% 20% 30% 40% 50% zeer nuttig zeer nuttig redelijk nuttig redelijk nuttig

27% 27%

18% 18%

15% 15%

13% 13%

60% 70% 60% 70%

venslang leren: de combinatie met het werk en privéleven en problemen met tijdstip en locatie van opleiding.13 EdTech zal ook helpen om verder in te zetten op de digitale omscholing van werknemers. Met klassieke opleidingen is het vandaag immers vaak eenvoudiger om jonge mensen met meer digitale skills aan te werven dan te investeren in omscholingsprogramma’s. Om de deelname aan EdTech-opleidingen verder te stimuleren, kan men het gebruik van het bestaande leerkrediet verruimen. Studenten met een diploma hoger onderwijs kunnen met dit leerkrediet goedkoop een bijkomende opleiding volgen en de onderwijsinstellingen krijgen overheidsfinanciering op basis van het leerkrediet. Dit kan echter vandaag enkel ingezet worden voor bachelor- of masteropleidingen. Het leerkrediet zou ook gebruikt moeten kunnen worden voor alle bijscholingen van hogescholen en universiteiten en bij uitbreiding ook voor opleidingen van private opleiders.

17% 17%

80% 90% 100% 80% 90% 100%

enigszins nuttig enigszins nuttig niet nuttig niet nuttig

Bron: OESO

6% 6%

Ook voor werkgevers zijn deze alternatieve kwalificaties steeds interessanter om hun impact op onderwijs en instroom op de arbeidsmarkt te vergroten en om hun productiviteit te verhogen. Op de traditionele opleidingsprogramma’s is de impact van werkgevers nog vrij beperkt, maar in het geval van alternatieve kwalificering kunnen ze de inhoud en leermethode afstemmen op maat.16 Er zijn echter nog heel wat beperkingen voor deze alternatieve vormen van kwalificering. Ze zijn niet altijd bekend bij werkgevers, vaak niet formeel erkend door de overheid en er ontbreekt soms zekerheid over de kwaliteit of inhoud van deze kwalificaties.17

LEVENSLANG LEREN: AANBEVELINGEN

Beperk het leerkrediet niet tot erkende opleidingen in het hoger onderwijs, maar zet het ruimer in voor levenslang leren. Zorg voor een bredere erkenning en gebruik van alternatieve kwalificaties.

13. OESO, OECD Skills strategy Flanders, 2019. 14. KATO, S. en GALAN-MUROS, V., ‘The Emergence of Alternative Credentials’, OECD Education Working Paper No. 216, maart 2020. 15. Idem 16. Idem 17. Idem

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 11


EDTECH HEFBOMEN

2. Hefbomen voor een kwalitatief digitaal onderwijs De mogelijkheden van EdTech zijn enorm, maar om ze optimaal te benutten is het essentieel dat de randvoorwaarden vervuld zijn. Alleen dan zal de digitale evolutie leiden tot een effectiever en efficiĂŤnter onderwijs. Gelukkig zijn er meer en meer wetenschappelijke evidentie, internationale voorbeelden en praktijkervaring om dit succesvol te realiseren.

12 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020


VOKA.BE

Effectief onderwijs

D

e belangrijkste reden om EdTech te gebruiken is om het onderwijs effectiever te maken en dus de leerprocessen te versterken en ervoor te zorgen dat er meer en dieper geleerd kan worden. Wanneer dat niet gegarandeerd kan worden, is het een risico om zomaar educatieve technologie te gebruiken. Daarvoor is het onderwijs te belangrijk en de economische impact te groot. Uit wetenschappelijk onderzoek dat cognitieve skills linkt aan economische groei, blijkt dat een algemene stijging van 25 Pisa-punten, wat ongeveer overeenkomt met een half jaar extra scholing per leerling, voor België 980 miljard euro extra bbp oplevert over een periode van een gemiddeld mensenleven.18 We kunnen dus geen onberekende risico’s nemen. De positieve effecten van een goed gebruik van onderwijstechnologie zijn gelukkig al meermaals aangetoond. In 2018 toonden onderzoekers aan dat na langdurig gebruik van de app Mindspark Indiase kinderen meer vooruitgang boekten op taal en wiskunde dan hun leeftijdsgenoten uit een controlegroep.19 De hamvraag is natuurlijk of deze positieve effecten ook gelden voor een regio als Vlaanderen met een sterke onderwijstraditie? Wat vaststaat is dat educatieve technologie als losstaand middel geen positieve effecten genereert. De manier waarop dit gebeurt is essentieel.20

“Wat vaststaat is dat educatieve technologie als losstaand middel geen positieve effecten genereert.” Vanuit de wetenschap is het vrij duidelijk wat goed lesgeven is. Recent verscheen er nog een boek van onder andere Tim Surma en Paul Kirschner dat heel concrete handvaten aanreikt om een goede les op te zetten die leerlingen uitdaagt en mee doet denken. Diezelfde handvaten – herhaling, structuur, activering van leerlingen, afwisseling, feedback, … – kunnen ook toegepast worden, en misschien op een effectievere en efficiëntere wijze, met behulp van educatieve technologie. De primaire leerprocessen en de werking van de hersenen om nieuwe informatie op te nemen en te verwerken is immers niet met dezelfde snelheid veranderd als de digitale revolutie. De juiste didactiek is bij EdTech dus net zo belangrijk als bij klassiek lesgeven. Dat betekent geen copy-paste van het traditionele onderwijs, maar vereist een specifieke online didactiek. Daar ligt ook een belangrijke rol voor instructional designers die e-learnings of een blended leertraject vormgeven op een manier die effectief, interessant en motiverend is voor de lerende. Wijze lessen

Tim Surma schreef samen met andere onderwijsonderzoekers het boek ‘Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek’. Dit boek legt twaalf instructieprincipes uit en geeft voorbeelden hoe deze principes toegepast kunnen worden in de klas. Het vormt daarmee een kruispunt tussen het wetenschappelijk onderzoek en de klaspraktijk. Tim Surma coördineert daarnaast ExCEL, het nieuwe expertisecentrum voor effectief leren van Thomas More. Dat biedt ondersteuning aan de lerarenopleidingen van Thomas More en helpt scholen en leerkrachten in heel Vlaanderen excelleren in goed lesgeven.

18. OESO, The High Cost of Low Educational Performance. The Long-Run Economic Impact of Improving PISA Outcomes, 2010. 19. ‘How covid-19 is interrupting children’s education’, The Economist, maart 2020. 20. Kennisnet, Onderwijsvernieuwing met technologie. Een internationale blik, maart 2019. 21. SURMA, T., KIRSCHNER, P., e.a., Wijze lessen, 12 bouwstenen voor effectieve didactiek, 2019.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 13


EDTECH HEFBOMEN

Het is essentieel om bij de ontwikkeling en het gebruik van educatieve technologie rekening te houden met wetenschappelijke onderbouwing. Op die manier experimenteren we niet met leerlingen en vernieuwen we niet om te vernieuwen, maar gebruiken we educatieve technologie om het onderwijs effectiever te maken. Dit is zowel een verantwoordelijkheid van de ontwikkelaars van digitale tools als van de leraren die er gebruik van maken. Technologie kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor gepersonaliseerde leertrajecten, die best niet gebaseerd zijn op wat de leerling zelf verkiest, maar wel op objectieve inzichten uit adaptieve leerplatformen.22 Een ander voorbeeld is het gebruik van technologie voor actieve leervormen. Dat gebeurt best niet via complexe apps waarbij er meer energie gaat naar de werking van de app dan naar de inhoud die ermee aangeleerd wordt. Dan zijn bijvoorbeeld digitale quizzen beter omdat die complexe taken kunnen opdelen in haalbare delen zodat jongeren ze sneller kunnen aanleren. Duolingo, de app om talen te leren, werkt op die manier en gebruikt data van miljoenen gebruikers om permanent hun algoritmes te verbeteren om sneller te kunnen leren.23 Een laatste voorbeeld is het gebruik van smartphones voor lesdoeleinden. Dat kan werken, maar dan moet er gewaakt worden dat de studenten niet continu gestoord worden door notificaties.24 Door een goed onderbouwd gebruik van technologie kunnen ook andere bekommernissen opge14 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

“Als bij digitaal onderwijs voldoende rekening gehouden wordt met verschillen in digitale geletterdheid, dan kan de ongelijkheid tussen leerlingen zelfs verkleind worden.� vangen worden. Een vaak gehoorde vrees is bijvoorbeeld dat technologie de ongelijkheid tussen leerlingen (de zogenaamde kenniskloof) vergroot. Immers niet iedereen heeft gelijke toegang tot digitale middelen. Nederlands onderzoek wees bijvoorbeeld uit dat leerlingen in hun voorkennis en vaardigheden op het gebied van digitale geletterdheid sterk van elkaar kunnen verschillen en dit in elk van de onderzochte opleidingsniveaus.25 Uit ander onderzoek naar bepaalde adaptieve oefensoftware bleek dat er voor alle leerlingen positief effect is op de leerresultaten, maar dat vooral de betere leerlingen de meeste leerwinst behalen.26 Maar net als in het klassieke onderwijs hangt alles natuurlijk af van hoe de leeromgeving ontworpen is. Het is dus vooral belangrijk om bij digitaal onderwijs rekening te houden met deze verschillen.27 Dan kan de ongelijkheid zelfs verkleind worden. Dat werd bijvoorbeeld vastgesteld in een doctoraatsonderzoek dat de resultaten vergeleek van studenten uit drie


VOKA.BE

Vlaamse universiteiten waarbij een deel van de studenten colleges kreeg met filmpjes en een ander deel klassieke hoorcolleges zonder die filmpjes. Daaruit bleek dat welgestelde studenten in klassieke hoorcolleges beter scoren dan studenten uit minder welgestelde gezinnen. Dat verschil was er niet in de colleges met filmpjes.28 Om educatieve technologie nog meer af te stemmen op wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat het onderzoek over EdTech versterkt wordt. De overheid moet dit stimuleren door er een speerpunt van te maken binnen het beleidsgericht onderwijsonderzoek.

EFFECTIEF ONDERWIJS: AANBEVELINGEN

Baseer de ontwikkeling én het gebruik van educatieve technologie op evidentie uit onderwijs- en cognitieve wetenschappen. Maak van onderzoek rond educatieve technologie een speerpunt binnen het beleidsgericht onderwijsonderzoek. Doeltreffende leraren Om bij digitale tools te steunen op de principes uit de onderwijs- en cognitieve wetenschap ligt er niet alleen een belangrijke rol voor de ontwikkelaars van deze tools, maar ook voor de leraren die ermee aan de slag gaan. Zij moeten immers de keuze maken welke tools ze voor welk doel en in welke context inzetten. Dat vraagt een enorme expertise en professionaliteit. In die zin

The Great Teaching Toolkit

maakt de digitale evolutie de noodzaak van goed leraarschap alleen maar groter. Gelukkig weten we vanuit de wetenschap wat goed leraarschap inhoudt en ook dat verandert niet fundamenteel. The Great Teaching Toolkit biedt bijvoorbeeld een goed overzicht van de principes van goed leraarschap op basis van beschikbare wetenschappelijke evidentie. Cambridge International, een onderdeel van de Cambridge universiteit heeft hiervoor samengewerkt met de Britse onderzoeksorganisatie Evidence Based Education. 29 Educatieve technologie zorgt er niet voor dat leerlingen plots volledig zelfstandig kunnen leren en degradeert de leraar niet tot een soort coach die enkel het proces moet overzien. De leraar blijft – ook in een digitale wereld – de inhoudelijke en didactische expert en draagt via instructie kennis over. Technologie kan hen helpen om deze rol beter uit te voeren. Artificiële intelligentie kan de leraar bijvoorbeeld via learning analytics sneller op de hoogte brengen van een probleem of het kan de leraar via een adaptief leersysteem helpen om de moeilijkheidsgraad van opgaven aan te passen aan het niveau van de leerling. Op die manier kan technologie de impact van de leerling op het leerproces op een objectieve manier verhogen en voor een deel de onbewuste vooroordelen van leraren uitschakelen.30 Technologie kan er daarnaast voor zorgen dat de leraar zich terug kan focussen op zijn kerntaak, met name het lesgeven. Daarin ligt wellicht de grootste meerwaarde. Technologie kan bijvoorbeeld een groot deel van de administratieve en routinetaken van leraren overnemen zoals verbeterwerk, aanwezigheidsregistratie en lesvoorbereidingen. Door het verbeteren van basics als spelling en grammatica gedeeltelijk te automatiseren, kan de leraar dieper ingaan op aspecten als schrijven en kritisch denken.31 22. CHRISTODOULOU, D., Teachers vs. Tech? The case for an ed tech revolution, Oxford University Press, 2020. 23. Idem 24. Idem 25. Kennisnet, Leerlingmonitor Digitale Geletterdheid, maart 2020. 26. Kennisnet, Waarden wegen. Een ethisch perspectief op digitalisering in het onderwijs, januari 2020. 27. AGIRDAG, O. en ELEN J., ‘Digitaal onderwijs biedt ook (gelijke) kansen!’, blogbericht op website Platform L, KU Leuven. 28. BELET, M., Education and sociocultural identification: Facilitating learning effects through congruence, doctoraatsthesis, 2018. 29. COE R., RAUCH, C.J., Great Teaching Toolkit. Evidence Review, Cambridge International en Evidence Based Education, 2020. 30. Kennisnet, Waarden wegen. Een ethisch perspectief op digitalisering in het onderwijs, januari 2020. 31. The Economist, ‘Staff of 2030: Future-ready teaching’, Intelligence Unit report, mei 2020.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 15


EDTECH HEFBOMEN

rijkste belemmeringen om positieve effecten van technologie te realiseren.34 Volgens cijfers van de OESO staat ons land slechts op de 63ste plaats (op 78 landen) wat vaardigheden van leraren betreft om digitale middelen te integreren in hun lessen.35 Dit moet dan ook meer aan bod komen in de lerarenopleiding en in de professionalisering doorheen de carrière.

“Technologie kan ervoor zorgen dat de leraar zich weer kan focussen op zijn kerntaak, met name het lesgeven.” Een recent McKinsey-rapport becijferde dat leraren 20 tot 40 procent van hun tijd besteden aan activiteiten die door technologie geautomatiseerd kunnen worden.32 Hierdoor zouden ze meer tijd over hebben om effectief les te geven. Daar halen ze ook de meeste voldoening uit. Het zou meteen ook een oplossing kunnen zijn voor het lerarentekort want ook in Vlaanderen blijkt uit onderzoek dat leraren slechts 60 à 70 procent van de werktijd besteden aan lesgeven. Technologie kan dus een belangrijke sleutel zijn om het lerarenberoep terug aantrekkelijk te maken en om de autonomie van de leraren te versterken.

63ste van 78

Ons land staat op de 63ste plaats (op 78 landen) wat vaardigheden van leraren betreft om digitale middelen te integreren in hun lessen.

Kort samengevat moet technologie leraren versterken in datgene waar ze goed in zijn: bijvoorbeeld lesgeven en leerlingen motiveren en hen ondersteunen in datgene waar ze minder goed in zijn zoals het bewaren van consistentie en het verwerken van data.33

Volgens andere OESO-cijfers zijn er nergens minder leraren – slechts 40% –die via bijscholingen ICT-vaardigheden aangeleerd krijgen.36 Om zelf te ondervinden hoe educatieve technologie werkt, worden deze opleidingstrajecten best ook zelf op een blended manier vormgegeven. Dat betekent dat er serieus moet geïnvesteerd worden in professionaliseringstrajecten volgens stateof-the-art principes. Deze trajecten moeten ook openstaan voor mensen buiten het onderwijs die leerlingen begeleiden, bijvoorbeeld een medewerker van een chemisch bedrijf die bijles chemie geeft. Er zijn mooie voorbeelden die hierop inspelen, DTeach bijvoorbeeld. D-Teach is een van de pioniers van afstandsonderwijs in België. Ze startten al in 2012 via een BRYO-traject van Voka. D-Teach hecht veel belang aan online pedagogie en didactiek. Via een Baekeland-mandaat van Vlaio ondersteunen ze momenteel onderzoek naar een opleiding tot ‘synchrone digitale leerkracht’. Bij synchroon digitaal lesgeven zitten de leerkracht en leerlingen gelijktijdig in één virtuele ruimte. Dergelijke opleiding bestaat nog nergens ter wereld. D-Teach ondersteunt de academische wereld, organisaties en bedrijven in het didactisch uitwerken van een online opleiding.

Het is dan wel essentieel dat leraren voldoende competent zijn om educatieve technologie te gebruiken. Uit een Whitepaper van The Economist blijkt dat slechts 38% van de leraren het gevoel heeft dat hun opleiding hen voldoende heeft voorbereid om dit te doen. Onvoldoende opleiding voor leraren wordt gezien als een van de belang-

Figuur 7: Onvoldoende opleiding van leerkrachten is een van de belangrijkste

belemmeringen voor een goed gebruik van technologie in de klas.

gebrek aan schoolbeleid

17%

slechte internetverbinding

19%

te duur

29%

onvoldoende voorbereidingstijd

30%

onvoldoende technische ondersteuning

31%

onvoldoende opleiding voor leerkrachten

35%

onvoldoende goede tools voor studenten

36% 0%

Bron: Enquête van The Economist Intelligence Unit

16 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

5%

10%

15%

20%

25% 30% 35% 40%


VOKA.BE

State-of-the-art IT-infrastructuur Met onderbouwde didactische principes en goed getrainde leraren alleen zal het niet lukken. Een degelijke IT-infrastructuur is essentieel om een versnelling hoger te kunnen schakelen op vlak van educatieve technologie. We zitten boven het OESO-gemiddelde voor het aantal leerlingen die over een computer beschikken die ze kunnen gebruiken voor schoolwerk en voor het aantal leerlingen die thuis een rustige plaats hebben om te studeren.37 Toch is dat niet voldoende. In een moderne, welvarende kenniseconomie moet elke leraar en leerling over een eigen toestel beschikken. Dat is vandaag niet het geval. Bovendien zijn ook de specifieke ICT-werkingsmiddelen beperkt. Een secundaire school krijgt 67 eurocent per leerling per schooljaar, een basisschool 84 eurocent.38 Ze moeten het dus doen met de algemene werkingsmiddelen waarbij IT-investeringen vaak niet de hoogste prioriteit krijgen.

Creatief idee: Implementeer het ‘Netflix-model’

Waarom niet voor elk vak de beste leraren in Vlaanderen selecteren om voor bepaalde onderdelen een digitale les op te maken, ondersteund door de juiste technologie en op basis van wetenschappelijke inzichten? Andere leraren kunnen dan via een soort Netflix-abonnement lesinhouden selecteren en integreren in hun lessen. Een vorm van digitale co-teaching.

DOELTREFFENDE LERAREN: AANBEVELINGEN

Leraren moeten educatieve technologie leren gebruiken in de lerarenopleiding en via professionalisering doorheen de carrière. Deze opleidingstrajecten moeten zelf op blended wijze opgemaakt worden. Gebruik technologie om de planlast van leraren drastisch te verminderen.

De laatste ICT-monitor geeft een redelijk goed beeld van de huidige situatie.39 In het secundair onderwijs beschikt de helft van de leerlingen over een toestel, in het lager onderwijs is dat slechts één op vier. Bovendien zijn bijna 60% van de computers in het basisonderwijs ouder dan 4 jaar. De Covid-19 crisis maakte duidelijk dat lang niet alle scholen en leerlingen over het nodige materiaal beschikten om een radicale omslag naar afstandsonderwijs mogelijk te maken. Gelukkig waren er initiatieven zoals Digital4Youth dat met hulp van ondernemingen duizenden laptops kon inzamelen. Er is ook nog potentieel in BYOD (Bring Your Own Device), het gebruiken van eigen toestellen. Dat wordt vandaag onderbenut. In het lager onderwijs heeft bijvoorbeeld 70% thuis een eigen computer, maar wordt in zeven op de tien scholen nooit eigen toestellen gebruikt. 32. McKinsey & Company, How artificial intelligence will impact K-12 teachers, januari 2020. 33. CHRISTODOULOU, D., Teachers vs. Tech? The case for an ed tech revolution, Oxford University Press, 2020. 34. The Economist, ‘Staff of 2030: Future-ready teaching’, Intelligence Unit report, mei 2020. 35. OESO, Learning remotely when schools close: how well are students and schools prepared? Insights from PISA, 2020. 36. OESO, School Education during COVID-19. Were Teachers and Students Ready?, Country Note Belgium, 2020. 37. OESO, School Education during COVID-19. Were Teachers and Students Ready?, Country Note Belgium, 2020. 38. ‘Middelen voor digitale klas zijn ‘totaal ontoereikend’’, De Standaard, 8 juni 2020. 39. HEYMANS, P. J., GODAERT, E., E.A., MICTIVO2018. Monitor voor ICT-integratie in het Vlaamse onderwijs. Eindrapport van O&O-opdracht: Meting ICT-integratie in het Vlaamse onderwijs, KU Leuven en Universiteit Gent, 2018.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 17


EDTECH HEFBOMEN

Figuur 8: Het aantal leerkrachten secundair onderwijs

dat dagelijks ICT gebruikt blijft miniem

35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Nooit

Enkele keren per jaar

Eén of meerdere keren per maand

Wekelijks

ICT-gebruik tijdens de les

Meerdere keren per week

Dagelijks Meerdere keren per dag

ICT-gebruik tijdens de lesvoorbereiding

Bron: MICTIVO2018

Hoewel elke secundaire school ondertussen beschikt over een elektronische leeromgeving blijft het gebruikt van technologie eerder beperkt. ICT wordt vooral gebruikt voor communicatie, lesvoorbereidingen en presentaties, maar weinig voor digitale toetsen, projectwerking en het verwerven van leerstof. De conclusie van het grootschalige onderzoek is dat er nog steeds relatief weinig gebruik gemaakt wordt van ICT tijdens de les en dat in alle onderwijsniveaus. Op vijf jaar tijd is dat bovendien niet substantieel gewijzigd. Dit wordt ook bevestigd door OESO-cijfers waaruit blijkt dat slechts 29% van de leraren de leerlingen regelmatig ICT laat gebruiken voor schoolwerk. België bevindt zich daarmee helemaal onderaan de klas. Het OESO-gemiddelde ligt met 53% een pak hoger. 40 De overheid kan dit stimuleren door gerichte ICTfinanciering, maar er zijn ook vele andere manieren om de IT-infrastructuur te versterken. Door er bijvoorbeeld aandacht voor te hebben in de voorwaarden van scholenbouw, door binnen een school de keuze te maken voor digitale toestellen in plaats van dure en eenmalig te gebruiken invulboeken of door via groepsaankopen de prijs te drukken.

60%

Bijna 60% van de computers in het basisonderwijs zijn ouder dan 4 jaar.

Digi-vriendelijke overheid Educatieve technologie kan alleen maar structureel ingebed worden in het onderwijs als het onderdeel is van een bewuste beleidsstrategie en als de regelgeving dit aanmoedigt. De Vlaamse overheid zet vandaag al in op digitalisering in het onderwijs. Dat doet ze via de curriculumontwikkeling en de nieuwe eindtermen, door raamovereenkomsten af te sluiten voor onderwijsinfrastructuur, door databanken (bv. Klascement) te ondersteunen die digitale leermiddelen verspreiden, door monitoring, onderzoek en evaluatie en ten slotte door concrete ondersteuning van scholen bijvoorbeeld in de vorm van ICT-coördinatie. Dit kan nog opgeschaald en meer gestructureerd aangepakt worden.

“Klascement zou een echt kenniscentrum moeten worden rond digitalisering op school.”

STATE-OF-THE-ART IT-INFRASTRUCTUUR

Zorg dat elke leraar, leerling en school over de nodige IT-infrastructuur beschikt om educatieve technologie op een kwalitatieve manier te gebruiken.

18 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

Klascement zou een echt kenniscentrum moeten worden rond digitalisering op school en moet leerkrachten en scholen actief ondersteunen op vlak van technologie. Dergelijke structuur maakt het ook eenvoudig om beleidsplannen rond bepaalde speerpunten zoals het recente plan over Artificiële Intelligentie en Cybersecurity sneller te implemen-


VOKA.BE

teren en de voorziene budgetten om te zetten in effectieve acties. Dergelijke overheidsdienst kan ook zorgen dat extra budgetten, zoals de recente investering van 35 miljoen euro voor ICT-middelen in het onderwijs, terechtkomen waar ze het meeste impact hebben. Kennisnet is bijvoorbeeld een publieke organisatie in Nederland die scholen ondersteunt bij een professionele inzet van ICT. Ze wordt gefinancierd door het ministerie van onderwijs en levert heel concrete tools aan scholen zoals een technologiekompas voor het onderwijs. Hiermee geven ze advies aan bestuurders, schoolleiders en ICT-verantwoordelijken die zich afvragen welke technologische ontwikkelingen relevant zijn voor het onderwijs en reiken ze handvaten aan om die

technologische ontwikkelingen in hun onderwijs in te zetten. Ook in andere landen zoals Oostenrijk, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk zijn er specifieke agentschappen gericht op digitaal onderwijs. 41 In Denemarken is er een nationaal agentschap voor IT en learning dat het gebruik van IT in onderwijs wil stimuleren. Ze gebruiken onderzoek en data om scholen te begeleiden om de juiste keuzes te maken. 40. OESO, School Education during COVID-19. Were Teachers and Students Ready?, Country Note Belgium, 2020. 41. European Commission, ‘Digital Education at School in Europe’, Eurydice Report, 2019.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 19


EDTECH HEFBOMEN

Figuur 9: Monitoring en/of evaluatie van digitale onderwijsstrategieën

door topautoriteiten tijdens de laatste vijf jaar 2018, 19.

Monitoring en/of evaluatie gebeurt: Op regelmatige basis Ad hoc Geen monitoring en/of evaluatie tijdens de laatste vijf jaar Er is geen toplevel strategie voor digitaal onderwijs

Bron:Eurydice

Positief in Vlaanderen is het 5-jaarlijkse MICTIVO-onderzoek waarmee Vlaanderen een van de weinige Europese landen is die een regelmatige monitoring doet op vlak van beleid rond digitaal onderwijs. 42 MICTIVO is een online onderzoek bij directies, leraren en leerlingen in het lager- en secundair onderwijs en de basiseducatie. Bij de afname wordt rekening gehouden met recente beleidsprioriteiten. Er waren afnames in 2008, 2012 en 2018. MICTIVO levert de overheid en scholen objectieve, beleidsrelevante data over het belang en de integratie van ICT in het onderwijs. De overheid kan echter nog meer doen om digitalisering ingang te doen vinden in het onderwijs. Vanuit de VLOR en SERV kwam er al een gemeenschappelijke oproep om een digitale beleidsagenda voor onderwijs en vorming op te maken. 43 De overheid moet verder inzetten op het ondersteunen van communities waar stakeholders samenkomen en elkaar versterken. Vandaag zijn er al dergelijke samenwerkingen. Imec. istart, VRT Sandbox, VDAB, ITEC, T2-campus en Syntra Vlaanderen bundelen bijvoorbeeld de krachten om als consortium EdTech op de kaart te zetten, kenbaar te maken en de toekomst van 20 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

“Er is een structurele incubator voor EdTech nodig om de EdTech spelers te verenigen en te ondersteunen.” leren vorm te geven. Het ontbreekt hen echter aan ondersteuning en middelen vanuit de overheid om een echt ecosysteem te worden. Daarvoor is een structurele incubator voor EdTech nodig om de EdTech spelers te verenigen en te ondersteunen. Beloftevolle innovaties kunnen zo kwalitatief opgeschaald worden. Voor tal van andere sectoren zijn er al goed werkende incubatoren aanwezig, maar een structurele samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen rond EdTech ontbreekt voorlopig. Dergelijke incubator kan ook een hefboom betekenen voor kleinere EdTechondernemingen om structureel de onderwijssector te benaderen en kan bovendien functioneren als een aanspreekpunt voor de overheid.


VOKA.BE

In Denemarken bijvoorbeeld is een non-profitorganisatie die de samenwerking rond leertechnologie in Denemarken wil bevorderen. De leden zijn bedrijven, analisten, onderwijsinstellingen die actief zijn op het gebied van leertechnologie. Daarnaast moet de overheid een digi-check doen op de volledige onderwijsregelgeving om alle belemmeringen in kaart te brengen en weg te werken. De regelgeving moet het mogelijk maken en zelfs aanmoedigen om te digitaliseren. Om als school erkend en gesubsidieerd te worden, moet je beschikken over een fysiek gebouw dat aan allerlei hygiëne-, veiligheids- en bewoonbaarheidsvoorwaarden moet voldoen. 44 Een digitale school, ook al slaagt die erin om alle eindtermen te realiseren, is vandaag onmogelijk en mag geen erkende getuigschriften afleveren. DIGIVRIENDELIJKE OVERHEID: AANBEVELINGEN

Bouw een echt kenniscentrum om scholen en leraren te ondersteunen op het vlak van technologie. Stimuleer de ontwikkeling van een incubator rond EdTech waar ondernemingen, overheid en kennisinstellingen elkaar versterken. Doe een digi-check op de volledige onderwijsregelgeving en werk belemmeringen weg.

“Amper 60% van de directies lager en middelbaar onderwijs zegt dat de school beschikt over een ICTbeleidsplan.” Professioneel schoolbeleid Ook op schoolniveau is er een mentaliteitswijziging nodig in het beleid. In het hoger onderwijs wordt die stilaan gemaakt. In alle recente strategische plannen van hogescholen en universiteiten speelt digitaal onderwijs een belangrijke rol. KU Leuven heeft bijvoorbeeld een omvangrijk digitaal plan opgemaakt. Dat komt onder andere door het besef dat digitalisering een boost kan betekenen voor het aanbod levenslang leren waar hoger onderwijsinstellingen nog heel wat potentieel onbenut laten. Slechts

5% van de studenten aan de KUL zijn bijvoorbeeld ouder dan 30 jaar. Er zijn heel andere voorbeelden zoals Harvard en UC Berkeley waar er meer studenten in de Extension Schools zitten dan in de reguliere opleidingen voor generatiestudenten. Harvard Extension School

De Harvard Extension School is onderdeel van de universiteit van Harvard en biedt opleidingen aan voor volwassenen met professionele ervaring. Sinds de oprichting in 1910 hebben meer dan 500.000 studenten lessen gevolgd aan deze Extension School. Dankzij een recente versterking van de online lessen, zitten er nu meer studenten in de Extension School dan in de rest van de universiteit. Ze bereiken hiermee ook studenten die anders geen toegang zouden hebben tot het hoger onderwijs. Door de professionele focus van de opleidingen in de Extension School ligt het percentage van studenten dat de opleiding volledig voltooit ook veel hoger dan in de traditionele MOOCs (Massive Open Online Courses). In het leerplichtonderwijs is er nog meer werk aan de winkel. Amper 60% van de directies lager onderwijs zegt dat de school beschikt over een ICT-beleidsplan. Dat is een daling met maar liefst 15% ten opzichte van vorige afnames. In het secundair onderwijs zien we eveneens een daling van het aantal scholen dat over een ICT-plan beschikt. Daar zegt 56,8% van de scholen over een beleidsplan te beschikken. In 2008 was dit nog 71%. Schoolbesturen met een zekere schaalgrootte, middelen en expertise slagen hier wel beter in. Ze kunnen bijvoorbeeld bestuurders aantrekken met expertise op vlak van ICT of bestuurders met onderwijswetenschappelijke deskundigheid die kunnen oordelen welke tools effectief zijn. Daarmee kunnen ze een gedragen ICT-visie uitwerken en doordachte keuzes maken. Sterke schooldirecteurs zijn hiervoor wel een absolute vereiste. Zij liggen vaak aan de basis van een succesvol IT-gebruik op school. Ze motiveren hun lerarenkorps, stellen concrete doelen, maken plannen en stippelen een beleid uit.

42. European Commission, ‘Digital Education at School in Europe’, Eurydice Report, 2019. 43. Digitaliseringsagenda voor onderwijs en vorming Gezamenlijke oproep van VLOR en SERV, 25 maart 2019. 44. Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs, artikels 13, 14, 15.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 21


EDTECH HEFBOMEN

In verschillende Europese landen zoals Ierland en Spanje wordt de implementatie van digitale technologieën, het gebruik ervan in de curricula en schoolprocessen en de kwaliteit van digitale infrastructuur meegenomen in de externe kwaliteitscontrole. 45 In Vlaanderen behoort dit niet tot de specifieke taken van de onderwijsinspectie. PROFESSIONEEL SCHOOLBESTUUR: AANBEVELINGEN

Zet in op sterkere schoolbesturen zodat zij een professioneel ICTbeleid kunnen uitwerken. Zorg dat schoolbesturen ervaren IT-profielen kunnen aantrekken uit andere sectoren om de rol van ICT-coördinator op te nemen. Innovatieve onderwijscurricula

“Er worden geen specifieke uren voorzien voor een ICT-coördinator waardoor een schoolbestuur moet kiezen tussen het aanwerven van een leraar of een ICT-coördinator.” Professionele schoolbesturen kunnen bovendien capabele ICT-coördinatoren aanwerven die vanuit een geïntegreerde benadering scholen en leraren kunnen ondersteunen om aan de slag te gaan met digitalisering, hen wegwijs kunnen maken in het EdTech-aanbod en ervoor kunnen zorgen dat de verschillende tools naadloos op elkaar zijn afgestemd. Die ICT-coördinatoren zijn vaak de spin in het web van een succesvolle ICT-integratie. Toch ontbreekt erkenning en ondersteuning voor dit ambt. Er worden geen specifieke uren voor voorzien waardoor een schoolbestuur moet kiezen tussen het aanwerven van een leraar of een ICT-coördinator. Het maakt het ook heel moeilijk om ervaren IT-profielen uit andere sectoren aan te trekken. Loon- en andere arbeidsvoorwaarden verlopen volgens vaste barema’s waardoor een echt HR-beleid ook op dit vlak onmogelijk is. Dit geldt ook voor andere specifieke profielen zoals instructional designers, GDPR-experten of cybersecurity-profielen. In Ierland, Slovenië, Finland en het Verenigd Koninkrijk is er bijvoorbeeld wel een afzonderlijke rol voor ICT-coördinator. 22 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020

Digitaal onderwijs gaat niet enkel over ICT als middel om onderwijs effectiever te maken, maar ook over de digitale competenties die leerlingen verwerven op school. De nieuwe eindtermen rond digitale competenties en mediawijsheid vereisen een intensievere ICT-werking. Van de 382 nieuwe eindtermen voor de eerste graad hebben er vijftien rechtstreeks te maken met digitale competentie. Dit gaat bijvoorbeeld over het verwerken van digitale informatie, vaardigheden om digitaal samen te werken en het toepassen van algoritmes om een probleem digitaal op te lossen. 46 Ook in de andere eindtermen is er aandacht voor het digitale. Ondertussen zijn er ook stilaan nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad. Niet alleen in Vlaanderen is er een hervorming bezig van de eindtermen. In de helft van de Europese onderwijssystemen is er een aanpassing van het curriculum, en van de digitale competenties in het bijzonder, bezig. 47 Het is aan de leerplanmakers, scholen en leraren om met deze eindtermen aan de slag te gaan. Digitalisering gaat over meer dan enkel de nieuwe eindtermen rond digitale competenties. Deze eindtermen moeten ze uiteraard ambitieus invullen door bijvoorbeeld aan de slag te gaan met programmeren en coderen. Het echte verschil kunnen ze maken op de manier waarop ze het geheel van eindtermen implementeren en in hoeverre ze daarvoor gebruik maken van technologie. De onderwijsverstrekkers die de eindtermen omzetten in leerplannen moeten daarbij veel meer dan vroeger rekening houden met digitale leer- en evaluatiemiddelen ter ondersteuning van blended leren. Daarvoor kunnen ze ook beroep doen op private spelers


VOKA.BE

die hen hierbij kunnen ondersteunen. Via digitale leermiddelen en evaluatie-instrumenten kan de inhoud veel meer op maat worden aangereikt met extra remediëring voor leerlingen met leermoeilijkheden en met cognitieve uitdaging voor begaafde leerlingen. Een voorbeeld van een private speler is Signpost, Belgisch marktleider voor IT-oplossingen in het onderwijs. Signpost legt zich sinds twee jaar ook zelf toe op de creatie van digitale content. Ze doen daarbij beroep op de expertise van ervaren leerkrachten en helpen zo leraren om aan de slag te gaan met de eindtermen. Ze bereiken met hun virtueel platform al 350.000 gebruikers in drie landen. Op lange termijn evolueren we voor bepaalde studierichtingen best naar hybride opleidingen waar een deel van de lessen fysiek op school wordt gegeven, een deel via digitale tools en een deel van de opleiding op duale wijze in een onderneming plaatsvindt. Dit is ook een vraag van de leerlingen zelf. Uit een enquête van de Vlaamse Scholierenkoepel blijkt dat 72% van de leerlingen ook na Covid-19 een deel van de lessen op afstand wil blijven volgen. 69% wil meer digitaal werken tijdens de les. 48

INNOVATIEVE ONDERWIJSCURRICULA: AANBEVELINGEN

Stimuleer scholen en leraren om de nieuwe eindtermen rond digitale competenties ambitieus in te vullen. Zorg dat de leerplannen van de onderwijsverstrekkers afgestemd zijn op blended leren. Experimenteer met hybride opleidingen met een deel fysiek op school, een deel digitaal en een deel werkplekleren.

45. European Commission, ‘Digital Education at School in Europe’, Eurydice Report, 2019. 46. DE CRAEMER, J., ‘Nieuwe eindtermen: wat staat erin over ICT, mediawijsheid en computationeel denken?’, Edublogs.be, juli 2019. 47. European Commission, ‘Digital Education at School in Europe’, Eurydice Report, 2019. 48. Bevraging Vlaamse Scholierenkoepel bij 555 leerlingen, juni 2020.

SEPTEMBER 2020 VOKA PAPER 23


ED C TE H EDTECH Gamechanger voor het onderwijs? 24 VOKA PAPER SEPTEMBER 2020


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.