9 minute read

INTERNATIONAAL ONDERNEMEN Kon-Carpets

‘Als je de moeite neemt om jouw relaties ter plaatse warm te houden, ontvangen Egyptenaren je als een koning.’

‘In Egypte is voortdurend wisselen van zakenpartner geen goed idee’

‘Een nachtelijke businessmeeting in het midden van de woestijn; dat maak je in België gewoonweg niet mee’, wijst Cüneyt Er op de soms wel heel opvallende Egyptische manier van zakendoen. Al was het voor de international sales director van Kon-Carpets wel een heel bepalende afspraak, die de poorten naar het vroegere land van de farao’s opende voor dit Antwerpse bedrijf.

door Jan Van de Poel foto’s Kon-Carpets, Shutterstock

Eerst als producent van tapijten, nadien als groothandel in laminaat- en parketvloeren doet Kon-Carpets als onderdeel van de Antwerpse Kadirelli Group sinds eind jaren 1990 zaken in Turkije, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en de Golfstaten. In Egypte draait zijn business volop sinds 2018, vertelt Cüneyt Er.

‘We hebben toen deelgenomen aan een missie van Flanders Investment & Trade. Van eerdere persoonlijke reizen naar Egypte wist ik al dat het land ons heel wat opportuniteiten te bieden had, onder meer door talloze ontwikkelingen die er dan al gaande waren. De bouw van de Nieuwe Administratieve Hoofdstad was toen ook al aan de gang’, herinnert hij zich. ‘Van de vele contacten en afspraken die ik tijdens die missie heb gehad, zal de eerste afspraak met onze Egyptische partner me altijd bijblijven. Daarvoor diende ik wel ’s nachts in het midden van de woestijn van de bus te stappen. Een bijzondere ervaring, die weliswaar veel in gang heeft gezet.’

VLOEREN GELEVERD VOOR 5.000 FLATS

Want na eerst vloerbekleding voor verschillende villaprojecten te hebben mogen leveren, kwam Kon-Carpets ook snel in beeld bij de Egyptische overheid als partner voor de afwerking van woningen in de Nieuwe Administratieve Hoofdstad. ‘Via onze vaste Egyptische partner hebben we daar de jongste vier jaar intussen vloeren voor 5.000 appartementen kunnen leveren’, geeft hij aan. ‘Via onze vaste partner leveren we tot op vandaag nog maandelijks voor dit reusachtig bouwproject. Maar heel regelmatig reis ik ook zelf af naar Egypte om er alles mee op te volgen. Egyptenaren hechten er veel belang aan dat je hiervoor tijd uittrekt. Ze vinden het belangrijk dat partners de moeite nemen om de onderlinge relatie ter plaatse warm te houden. Dan ontvangen ze je wel als een koning.’

EUROPESE MINDSET UITSCHAKELEN

Ontwikkelingen zoals die van de Nieuwe Administratieve Hoofdstad scheppen voor Vlaamse ondernemers zeker kansen. ‘Egyptenaren hebben trouwens graag producten van Belgische makelij’, merkt Cüneyt Er. Al vraagt succesvol zakendoen op langere termijn in Egypte volgens hem wel een doordachte benadering van de markt.

‘Geduld oefenen is er een belangrijke basisvereiste. Egyptenaren komen vaak te laat voor een afspraak. Het drukke verkeer is daarvan vaak een oorzaak, maar het past ook in hun cultuur. Daar moet je rekening mee houden, net zoals met het gegeven dat eerste onderhandelingen over prijs en andere voorwaarden met een partner weleens kunnen aanslepen. Maar zodra je tot een deal bent kunnen komen, verlangt de andere partij dan vaak wel een snelle levering. Je mag je daarin evenmin druk maken. Succesvol zakendoen in Egypte is vooral een zaak van afstand te nemen van jouw mindset bij zaken in Europa’, weet hij uit goede ervaring. In zaken hechten Egyptenaren volgens hem ook veel belang aan de trouw van hun partners. ‘In het opzetten van een eerste onderlinge samenwerking moet je als buitenlandse ondernemer doorgaans veel tijd investeren. Maar Egyptenaren zien een samenwerking vaak liever lopen over een langere termijn. Egypte is dan wel een immens land, in het zakenleven kom je al snel dezelfde mensen tegen. Het is dus geen goed idee om er voortdurend van zakenpartners te wisselen.’

Egypte in een notendop

• 33 x België in oppervlakte • 105,8 miljoen inwoners • New Caïro brengt 6,5 miljoen inwoners samen in een smart city • Bruto binnenlands product gevormd door 54 % diensten, 34 % industrie en 12 % landbouw • Top vijf van Vlaamse exportproducten voor Egypte: minerale brandstoffen (20,3 %), farmaceutica (20,1 %), gietijzer, ijzer en staal (16,9 %), kunststoffen (7,7 %) en machines (7,3 %)

Benieuwd wat Egypte jouw bedrijf te bieden heeft? Ontdek het tijdens onze studie- en netwerkmissie naar dit land van 27 november tot en met 2 december. Schrijf u in via deze QR-code

SCAN ME

Studiemissie Ruhrregio haalt economische banden aan

Samen met een dertigtal ondernemers, Vlaams ministerpresident Jan Jambon en Antwerps havenschepen Annick De Ridder heeft Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland op 7 en 8 september een studie- en netwerkbezoek gebracht aan Duisburg en de Ruhrregio. Dit Duitse knooppunt van haven en industrie vertoont sterke overeenkomsten met het Antwerpse havengebied.

Inspiratie, informatie en innovatie waren de pijlers van deze missie naar de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. ‘De aanwezigheid van een grote industriële cluster maakt dat er historisch sterke banden zijn tussen de regio’s AntwerpenWaasland en het Ruhrgebied. En dat ze vandaag dus ook voor dezelfde uitdagingen staan op vlak van energie en duurzame transitie. Onze ondernemers kunnen hier dus veel ideeën opdoen’, zegt Luc Luwel, gedelegeerd bestuurder van Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland. Tegelijk benadrukt hij dat dit bezoek meer is dan een studiemissie. ‘De Antwerpse en bij uitbreiding ook Vlaamse economie is sterk gericht op Duitsland. Het is van het grootste belang dat Duitse bedrijven blijven investeren in onze regio. De aanwezigheid van Vlaams minister-president Jan Jambon, die onze delegatie leidt, en van Antwerps havenschepen Annick De Ridder, die ook voorzitter is van Port of Antwerp-Bruges, is in die zin een heel belangrijk signaal.’

Regeringen vinden elkaar

Beiden werkten ter plaatse ook enkele afspraken vanuit specifiek oogpunt af. Zo had Vlaams minister-president Jan Jambon gesprekken met Hendrik Wüst en Oliver Krischer, respectievelijk ministerpresident en minister van Verkeer van Noordrijn-Westfalen. De heropening van de IJzeren Rijn was daarbij een van de belangrijke agendapunten. Net zoals de Vlaamse havens droomt ook de Duitse deelstaat van de heropening van deze snelle spoorverbinding tussen de Antwerpse haven en het Ruhrgebied. ‘We zitten op dezelfde golflengte. Zowel Vlaanderen als Noordrijn-Westfalen hopen op een doorbraak’, stelde Jan Jambon na het gesprek, met oog op het lopende kosten-batenonderzoek in dit dossier dat intussen al 20 jaar aansleept. Eind dit jaar, begin volgend jaar zou dat onderzoek afgerond moeten zijn.

Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen willen ook samen hun schouders zetten onder de uitbreiding van het bestaande pijpleidingennetwerk tussen Antwerpen en het Ruhrgebied voor de aanvoer van vloeibaar aardgas en waterstof. Voorts willen beide regio’s nog dit jaar een samenwerkingsakkoord sluiten om uit te groeien tot hotspots voor bedrijven in de kringloopeconomie. En ook voor het drielandenpunt tussen België, Nederland en Duitsland als locatie voor de Einstein Telescoop, een gigantische ondergrondse telescoop die Europa wil bouwen, zijn beide regio’s gewonnen.

‘Zowel Vlaanderen als Noordrijn-Westfalen hopen op een doorbraak rond de IJzeren Rijn. We zitten op dezelfde golflengte.’

Jan Jambon, Vlaams minister-president

(Foto Andrea Enderman)

Havens sluiten memorandum

Antwerps havenschepen Annick De Ridder en CEO Jacques Vandermeiren ondertekenden dan weer een memorandum van overeenstemming tussen Port of Antwerp-Bruges en de haven van Duisburg, met de focus op de aanvoer van groene waterstof. Als de grootste binnenhaven ter wereld is Duisburg vandaag al een strategische partner van Port of Antwerp-Bruges. Zo is er vanuit Antwerpen en Zeebrugge heel wat trafiek richting Duisburg, dat onder meer via spoorverbindingen met China is verbonden. ‘Port of Antwerp-Bruges profileert zich als de energiehub van Europa, terwijl er in het Ruhrgebied heel wat vraag is naar groene waterstof’, duidt Annick De Ridder. Het is ook de bedoeling nog extra in te zetten op de spoorverbindingen tussen Vlaanderen en hetRuhrgebied.

Bezoeken inspireren delegatie

Ook aan het dertigtal meegereisde ondernemers bood de missie de kans om zich volop te laten inspireren door nieuwe technologieën. Daarvoor stonden er onder meer uitgebreide bezoeken aan het hoofdkwartier van Evonik in Essen, de haven van Duisburg en TrHy - het innovatiecentrum voor waterstoftoepassingen – op het programma. Een ontvangst in de exclusieve Industrie en Business Club van Düsseldorf in het bijzijn van Vlaams minister-president Jan Jambon en bezoeken aan de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer in Duisburg en het Signal Iduna Park, de voetbaltempel van Borussia Dortmund, waren dan weer uitgelezen momenten om nieuwe lokale contacten te leggen.

Europese visie voor meer energie-eff iciëntie krijgt vorm

Tegen 2030 wil Europa zijn eindenergieverbruik verminderen met 36% en zijn primaire energieverbruik met 39 %. Daarbij wordt de publieke sector verplicht tot een jaarlijkse vermindering van 1,7 % qua energieverbruik en de renovatie van minstens 3 % van hun overheidsgebouwen. Samen met deze onderhandelingsstandpunten over de herziening van de richtlijn energie-efficiëntie, heeft de Raad van de Europese Unie ook zijn standpunten aangenomen over de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie.

De streefcijfers voor het reduceren van het primaire energieverbuik en het energieverbruik zijn gebaseerd op een nieuw basisscenario. Ze komen overeen met een reductiedoelstelling van 9 % ten opzichte van nieuw basisscenario 2020. Eindenergieverbruik is energie die door eindgebruikers wordt verbruikt, terwijl het primaire energieverbruik ook het energieverbruik voor de productie en levering van energie omvat.

BIJDRAGE LIDSTATEN

De Raad kwam overeen dat alle lidstaten zullen bijdragen tot de verwezenlijking van het algemene EU-streefcijfer door middel van indicatieve nationale bijdragen en trajecten. De lidstaten moeten deze vastleggen in hun geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen, die zij in 2023 en 2024 moeten actualiseren. De Commissie zal berekenen of met alle bijdragen het streefcijfer van 9 % wordt bereikt.

De Raad bereikte ook overeenstemming over een geleidelijke verhoging van het streefcijfer voor de reductie van het eindenergie¬verbruik. De lidstaten zouden vanaf 1 januari 2024 hun jaarlijkse eindenergieverbruik moeten terugbrengen met 1,18 %, met 1,3 % vanaf 1 januari 2026 en met 1,5 % vanaf 1 januari 2028. Daarbij kan maximaal 10v% van eventuele reductie-overschotten naar de volgende periode worden overgedragen. De Raad biedt de mogelijkheid om in gemotiveerde gevallen, bevestigd door energieaudits, bij de berekening van het streefcijfer rekening te houden met energiebesparingen die zijn gerealiseerd met technologieën voor de verbranding van fossiele brandstoffen in de industrie.

VERPLICHTING PUBLIEKE SECTOR

De Raad werd het eens over een specifieke verplichting voor de publieke sector om zijn energieverbruik jaarlijks met 1,7 % te verminderen, of met ten minste 1,9 % per jaar als openbaar vervoer of strijdkrachten buiten beschouwing worden gelaten. Deze verplichting zou vier jaar na inwerkingtreding van de richtlijn bindend worden, te beginnen met de grotere gemeenten. Daarnaast besloot de Raad dat de lidstaten jaarlijks ten minste 3 % van de totale vloeroppervlakte van hun overheidsgebouwen moeten renoveren. De Raad was het er ook over eens dat een evenredig deel van de energiebesparingen in de lidstaten gericht zou zijn op kwetsbare consumenten.

ENERGIEVERBRUIK DATACENTRA

De Raad voegde een bepaling toe over de transparantie van het energieverbruik van datacentra. Die zouden vanaf 2024 jaarlijks informatie over hun energieverbruik moeten publiceren. De Commissie zou een openbare EU-databank samenstellen met informatie over het energieverbruik van datacentra.

De herziening van de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie kadert in het Fit for 55-pakket, dat de Commissie in juli 2021 publiceerde. De hogere streefcijfers zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de algemene doelstelling van de EU om de nettobroeikasgasuitstoot tussen nu en 2030 met ten minste 55 % te verminderen ten opzichte van 1990. In de volgende maanden zal de Raad over deze thema’s onderhandelen met het Europees Parlement.

Meer info via

luc.vanlooveren@voka.be

This article is from: