
7 minute read
INTERNATIONAAL ONDERNEMEN Port of Antwerp-Bruges
Tweedaagse missie checkt potentieel van Europa’s grootste binnenhaven in Duisburg
Lees pag. 66

Maxime Peeters, Port of Antwerp-Bruges
Op nauwelijks 200 kilometer van Antwerpen is de Rijn-Ruhrregio de thuisbasis van een aantal belangrijke industriële spelers, die met Duisburg bovendien de grootste binnenhaven van Europa heeft. Het spreekt dus voor zich dat onder andere Port of AntwerpBruges met veel interesse uitkijkt naar de missie van de Kamer naar de driehoek Duisburg-DüsseldorfEssen op 7 en 8 september.
door Jan Van de Poel fotografie Stefaan Van Hul
‘Wist je dat 40% van de in Antwerpen toegekomen cargo zijn weg voortzet via de binnenvaart? Jaarlijks gaat het om meer dan 100 miljoen ton die via de bestaande corridors zo ook doorvloeit richting de binnenhaven van Duisburg’, weet Piet Opstaele, innovation enablement manager bij Port of AntwerpBruges. In die rol zoekt hij naar kansrijke innovaties die de haven van Antwerpen nog sterker op de kaart kunnen zetten, door bestaande zaken te optimaliseren en al dan niet al beschikbare data te koppelen. Vanuit logistiek oogpunt is hij zo ook heel benieuwd naar de mogelijkheden die een Europees project rond smart shipping kan bieden. Piet Opstaele: ‘We moeten andere manieren vinden om voldoende logistieke volume ter beschikking te krijgen, als alternatief voor het wegtransport. Het heeft geen zin om het aandeel daarvan slechts met 1 of 2% te kunnen drukken. Net zoals het spoor heeft de binnenvaart alleszins het potentieel om daarvan een grotere hap te nemen, dan nog op een prijsvriendelijke én duurzame manier. Geautomatiseerde scheepvaart op een traject tussen Antwerpen en Duisburg via Roermond kan daarin een belangrijke rol spelen. De coronacrisis heeft al aangetoond dat diegenen die het meest gedigitaliseerd waren, het minst hebben afgezien. Tegelijk speelt geautomatiseerde scheepvaart in op het probleem van bemanning, zowel dan naar de krappe instroom in het beroep als de personeelskosten en mogelijkheden naar inzetbaarheid.’ Omdat de infrastructuur hiervoor er ook al is, komt het er volgens hem vooral op aan om die intensiever te gebruiken. ‘Vanuit hun streven naar duurzamer transport zijn ook de grote verladers van deze wereld al vragende partij ervoor’, weet Piet Opstaele. ‘De nodige capaciteit hiervoor vormt overigens geen mogelijke bottleneck, zoals dat bij het spoor wel is. Daar krijgt het personenvervoer meestal nog voorrang, terwijl op het water nog een enorme capaciteit beschikbaar is. De binnenscheepvaart is trouwens ook gemakkelijker slimmer te maken dan het wegtransport. De weg is nu eenmaal een veel complexere omgeving waar bovendien ook de densiteit en de snelheid van het verkeer hoger is dan op het water.’ Net als de haven van Hamburg heeft die in Duisburg op dat vlak al stappen gezet. ‘Terwijl ook Vlaanderen op dit terrein een voorloper is. Al langer dan vandaag is Duisburg een belangrijke binnenhaven voor Antwerpen, als verbinding met het verdere hinterland. De relaties met Duisburg zijn ook goed’, onderstreept Piet Opstaele waarom hij de evoluties in de Rijn-Ruhrregio in het oog houdt.
STRATEGISCHE WISSELWERKING
Bij zijn collega Maxime Peeters, policy- & projectmanager Sustainable Energy bij Port of Antwerp-Bruges, is dat niet anders. ‘Net als in Nordrhein-Westfalen kent de Antwerpse regio een grote energievraag, onder meer door het industriële ecosysteem met opvallend veel Duitse spelers. Als we succesvol de shift van fossiele naar hernieuwbare energie willen maken om klimaatneutraal te worden, zal waterstof in verschillende toepassingen van de chemie tot de maritieme sector een belangrijke rol innemen. Vandaag speelt waterstof al een rol in onze haven, met de aanwezige productiecapaciteit en lopende toepassingen in de chemische industrie en de raffinage. We hebben ook al een heel aantal terminals en pijpleidingen voor waterstofdragers. Om de groeiende volumes mogelijk te maken, is verdere uitbreiding van de infrastructuur cruciaal. Daarom bouwt Fluxys een open-acces waterstofbackbone uit in Antwerpen, die ook geconnecteerd is met andere industriële clusters in België en Duitsland. Port of Antwerp-Bruges zal een belangrijke rol spelen in de aanvoer van klimaatneutrale waterstof vanuit landen als Chili en Oman. De waterstofstrategie van ons land hangt nauw samen met die van Duitsland, dat ook veel waterstof wil importeren via zeegebonden havens zoals Antwerpen en Zeebrugge. Voor beide landen is het een belangrijke molecule in de industrie’, wijst hij op het strategische belang van een goede wisselwerking tussen de Belgische en de Duitse markt. Om in die energietransitie te slagen, moeten beide landen zich klaarstomen om grotere stromen te ontvangen en door te voeren via de binnenvaart, het spoor of pijpleidingen. ‘Dat is eerst en vooral een zaak van de terminals en schakels in die logistieke ketens verder te ontwikkelen, naast het opzetten van solide partnerships en het sluiten van de keten met afname. Dan is het vrij logisch dat we als haven hierbij kijken naar de dichtstbijzijnde industriële clusters in Duitsland, die voor diezelfde uitdaging staan en waarmee we al zeer goede relaties hebben’, stelt Maxime Peeters. ‘Het gaat overigens om meer dan louter waterstof importeren. Ook heel wat daarvan afgeleide chemische producten zijn door te voeren naar de Duitse markt.’
Het nieuwe Port of Antwerp-Bruges heeft trouwens niet alleen de ambitie om een belangrijke importhub voor waterstof te worden in Europa. In samenwerking met industriële en maritieme klanten onderzoekt het onder andere de mogelijkheden voor de productie van groene methanol uit waterstof en afgevangen CO2. Groene methanol is een duurzame brandstof voor bijvoorbeeld schepen. ‘Als haven hebben we zelf al twee mooie projecten hierrond uitgewerkt. Zo varen binnenkort twee van onze sleepboten met deze nieuwe motortechnologieën op waterstof en methanol. Daarnaast is er het NextGen District, dat nieuwe circulaire industrie toelaat om maximale synergieën uit te bouwen’, stipt Maxime Peeters nog aan.
www.portofantwerp.com
Benieuwd wat de Rijn-Ruhrregio voor uw bedrijf kan betekenen? Alle info en inschrijven voor onze missie Duitsland via deze QR-code of jill.suetens@voka.be
SCAN ME
EU voert paspoort voor batterijen in

De lidstaten van de Europese Unie hebben een nieuw regelgevend kader voor batterijen aangenomen. Industriële batterijen en batterijen van elektrische voertuigen krijgen een batterijpaspoort: een elektronisch raadpleegbaar dossier met de unieke gegevens van elke individuele batterij.
Dit batterijpaspoort moet batterijen beter traceerbaar maken en bedrijven de kans geven innovatieve producten en diensten te ontwikkelen. Consumenten zullen dan weer weten welke grondstoffen in hun batterijen verwerkt zijn. De verordening moet een Europees ecosysteem voor batterijen helpen ontwikkelen. Dat betekent dat de productie en het gebruik zo duurzaam mogelijk worden gemaakt en dat ook de verwerking van afgedankte batterijen in milieuvriendelijke omstandigheden gebeurt.
MINDER AFHANGEN VAN IMPORT
De nieuwe wetgeving is meer bepaald een voorloper op het gebied van circulaire economie. Ze past ook in de strategische autonomie die de Europese Unie beoogt. De grondstoffen kobalt, lood, lithium of nikkel die vaak in batterijen worden gebruikt, zijn in Europa weinig of niet beschikbaar. Door die meer efficiënt te gebruiken en indien mogelijk ook te recycleren of terug te winnen, wil de EU minder afhankelijk worden van de import uit derde landen. Voor consumenten is de nieuwe wetgeving belangrijk omdat die producenten zal verplichten batterijen vervangbaar te maken. Denk aan een tablet die nu naar het containerpark moet worden gebracht omdat de batterij stuk is, terwijl de rest van het toestel nog prima werkt.
BELGISCHE PUNTEN VAN KRITIEK
België keurde de verordening mee goed maar had wel twee punten van kritiek. Ons land wil dat de verordening aan de bestaande REACHwetgeving gekoppeld wordt. Deze wetgeving stelt normen voor het gebruik van chemische stoffen vast. Daarnaast verlangt België dat ook batterijen die naar derde landen worden uitgevoerd steeds aan de Europese kwaliteitseisen blijven voldoen.

Eengemaakt Europees octrooi is er eindelijk
Na onderhandelingen die maar liefst 50 jaar hebben aangesleept en bijna tien jaar nadat een akkoord werd bereikt, kan het eengemaakt Europees octrooi eindelijk in werking treden. Dat heeft de Europese Commissie in februari bekendgemaakt. Het eenheidsoctrooi moet het voor bedrijven en uitvinders makkelijker maken om hun producten in heel Europa te laten patenteren. Behalve Spanje en Kroatië keurden alle EU-landen het akkoord al in 2012 goed. Een octrooi in de 25 betrokken landen laten vernieuwen, kost nu nog om en bij de 29.000 euro. Dankzij het eenheidsoctrooi moet dat bedrag dalen naar ongeveer 5.000 euro. Met Oostenrijk hebben nu dertien landen de voorlopige inwerkingtreding van het octrooi goedgekeurd. Binnen het jaar zou het octrooi volledig uitgerold moeten worden. België keurde de voorlopige inwerkingtreding eerder al goed. Aan het eengemaakt octrooi is ook een nieuw octrooigerecht verbonden dat eventuele geschillen moet beslechten. Dat gerecht is op intergouvernementele basis goedgekeurd. Van de 27 EU-landen nemen enkel Spanje, Kroatië en Polen er niet aan deel.
Meer info over dit project of exporteren naar Oekraïne via luc.vanlooveren@voka.be