
9 minute read
BEDRIJF Kreglinger Europe
Wim Arnouts, Kreglinger Europe
Van vele markten thuis zijn, is een gave die niet in het minst opgaat voor Kreglinger Europe. Met 225 jaar expertise voorziet het spelers in de voedingsindustrie, cosmetica- en farmafabrikanten tot zelfs producenten van gewasbeschermingsmiddelen van essentiële bestanddelen. Al houdt zijn rijke geschiedenis de historische nummer 1 in het Antwerpse handelsregister én medegrondlegger van de Antwerpse Kamer van Koophandel allerminst tegen om mee te evolueren met z’n tijd.
door Jan Van de Poel fotografie Wim Kempenaers
‘Natuurlijk is de huidige geopolitieke situatie een domper, want Oekraïne was voor ons een groeimarkt. Anderzijds hebben we Antwerpen meegemaakt onder Frans en Nederlands beleg, nog voor het ontstaan van België. Bij de slag van Waterloo bestonden we al ruim 18 jaar. Daarna hebben we beide wereldoorlogen gekend en waren er nog heel wat andere implicaties, onder meer tijdens de Congocrisissen in de zestiger- en negentigerjaren. Het bedrijf heeft dus wel al wat stormen doorstaan’, merkt CEO Wim Arnouts op, wanneer hij mogelijke obstakels voor Kreglinger Europa in de huidige economische context afweegt. Op het eerste gezicht zou je denken dat het pad van de gespecialiseerde distributeur van waardevolle ingrediënten en producten daarmee bezaaid ligt, in een periode van oorlog op het Europese continent, beperkte beschikbaarheid van grondstoffen en logistieke issues met navenante transportprijzen tot gevolg. Maar het roemrijke familiebedrijf weet daarmee om te gaan, vanuit zijn rijke geschiedenis van ruim twee eeuwen. Dat verhaal begon in 1797, wanneer de protestantse broers Georg en Chrétien Kreglinger een handelsfirma opstartten in Antwerpen.
Wim Arnouts: ‘Religieuze spanningen hadden hen als kinderen van een textielhandelaar uit Zuid-Beieren naar Antwerpen doen vluchten. Na de blokkade van Antwerpen waren ze er meer dan welkom om de economie terug aan te zwengelen. In de beginperiode was Kreglinger actief in de délainage, het wegwassen van wol van de huid van geslachte schapen. Scheerwol vermengen met de vezels van die bekomen wolresten zorgt voor een veel sterkere draad. Binnen de firma is dat altijd een belangrijke activiteit gebleven tot het begin van de 21ste eeuw. In de textielindustrie in Europa maakte eind jaren 1960 de synthetische vezel opmars. Door onze samenwerking voor de levering van wol, kregen we van textielfabrikanten toen de vraag om hen ook te voorzien van ingrediënten voor de productie van die nieuwigheid.’
COMMODITIES LINKS LATEN LIGGEN
Omdat die bouwstenen bruikbaar zijn voor nog andere toepassingen – van coatings over cosmetica- tot landbouwproducten – heeft Kreglinger Europe zo een brede portefeuille van gespecialiseerde producten voor verschillende industrieën kunnen opbouwen. ‘Wanneer je er onze geschiedenis op nagaat, zie je dat we voortdurend oog hebben voor evoluties op de markt. Als je wil blijven bestaan in onze business, moet je meer doen dan stilletjes in je kantoor blijven zitten. Daarom ook zijn we wereldwijd actief. Met net geen vijftig mensen aan boord zijn we tegelijk een eerder kleine speler gebleven, waardoor we ons flexibel kunnen opstellen. Dat maakt ons een ideale gesprekspartner voor zowel de kleinschalige als de meer uit de kluiten gewassen kmo’, stipt de CEO aan.

‘Een twintigtal jaar geleden hebben we bewust besloten om commodities los te laten. Deels door de volatiliteit van de prijzen en de krappe marges op die markt, deels vanuit het besef dat we als kleinere schakel daar evenmin concurrentie zijn voor de grote spelers. Dan spitsen we ons liever toe op producten waar het anderen ontbreekt aan technische kennis, het netwerk of het geduld om die ideale partner voor de klant te kunnen zijn. Voor onze klanten zijn dat vaak essentiële bestanddelen in hun productie. Wij bieden hen die samen met technische kennis en ondersteuning door productspecialisten. Nagenoeg al onze mensen hebben specifieke profielen, zoals een productformulator in de cosmetica of een ontwikkelaar van voedingsproducten. Voorts gaat het om producten van hogere waarde, die meestal in kleine volumes worden verhandeld. De markt van dit soort grondstoffen of producten is beduidend meer gevrijwaard gebleven van schokken zoals de markten van meer algemene basisgrondstoffen nu kennen. In onze portefeuille zien we quasi geen producten of gespecialiseerde bestanddelen waarop klanten langer moeten wachten. Net door hun specifieke aard wegen de gestegen prijzen voor transport ervan ook minder door in het hele kostenplaatje.’
MEE DE GULDEN MIDDENWEG ZOEKEN
Met klanten in de voedingsindustrie of de farma staat een nieuwe samenwerking bij Kreglinger Europa vaak synoniem aan een traject van jaren. ‘In deze sectoren staat productontwikkeling al snel voor een lang proces.
In de farma kan dat zelfs oplopen tot tien jaar. Desondanks gaan we liever mee in een technisch uitdagend verhaal dan in een ontwikkelingstraject dat in nauwelijks enkele maanden leidt tot een verkoopbaar eindresultaat. Wat makkelijk ontstaat, is ook snel weer af te voeren. Bij een succesvolle ontwikkeling die meer tijd heeft gevraagd, heb je meer zekerheid dat je er voor langere tijd een klant bij hebt’, stelt Wim Arnouts. ‘Waar merken vroeger vooral zelf hun product ontwikkelden, zien we de jongste jaren wel dat ze hun ideeën toevertrouwen aan productontwikkelaars. Die vragen bij ons na welke mogelijkheden wij zien om tot een onderscheidend product te komen. Opnieuw zijn wij dan met onze technische kennis een belangrijke go-between. Uiteraard geven merken hun kennis niet zomaar uit handen. Omdat niemand door die verschuiving nog de volledige kennis heeft, zijn we nog meer dan vroeger het aanspreekpunt voor zowel marketeer, productontwikkelaar als producent. Op basis van hun informatie zoeken we dan mee naar de gulden middenweg tussen de nodige hoeveelheid van een ingrediënt dat marketinggewijs als troefkaart kan worden uitgespeeld en de betaalbaarheid van het eindproduct. Terwijl productontwikkeling vroeger heel wat geheimdoenerij inhield, weten we vandaag misschien wel het meest van alle betrokkenen.’
TRENDS OPPIKKEN IN AMERIKA
Naast de veranderende aanpak in productontwikkeling valt Wim Arnouts vooral de toenemende hang naar natuurlijke, en liefst van al plantaardige ingrediënten op. ‘Het pure scheikundige wordt alsmaar meer afgezworen. En ook ingrediënten van dierlijke oorsprong ziet men alsmaar minder graag in formuleringen. Bijvoorbeeld lanoline is een uit wol gewonnen vet, dat al sinds de tijd van Cleopatra te vinden is in verzorgingsproducten. Vandaag grijpt de cosmetica-industrie daarvoor liever naar een plantaardig alternatief. In West-Amerika is vegan cosmetica al goed voor een derde van de markt. En ook in Europa voelen we die tendens sterk. Ook de voedingsindustrie heeft de jongste jaren trouwens verbazingwekkende stappen vooruit gezet in die trend’, heeft de CEO van Kreglinger Europa onthouden van zijn bezoeken aan Natural Products Expo West in Anaheim, de beurs aan de Amerikaanse westkust waar de voedingsindustrie zich komt herbronnen. ‘Daar was tien jaar geleden al duidelijk dat vegan een thema voor de toekomst is. Al is het ook makkelijker gezegd dan gedaan om voor een dierlijk ingrediënt een plantaardig alternatief met dezelfde goede eigenschappen te vinden.’
Nog zo’n trend in verzorgingsproducten is de terugkeer van de harde vorm. Wim Arnouts: ‘Vloeibare producten gaan terug naar af vanuit het duurzaamheidsidee. Want water transporteren is dwaas en zeep in bars kan bovendien in papier worden verpakt. Als die harde vorm dan nog eens toelaat om je product tot een derde van zijn volume te reduceren, is dat vanzelfsprekend ook logistiek gezien veel voordeliger. In Amerika en Europa groeit het besef van de klimaatverandering overduidelijk. Vanuit de duurzaamheidsgedachte zien we klanten meer eisen stellen om hun ecologische voetafdruk te beperken, door te kiezen voor upcycling en meer lokale leveranciers. Zo neemt bijvoorbeeld een klant uit het Verenigd Koninkrijk zich voor om alle nieuwe ingrediënten nodig voor zijn productie te halen in een straal van duizend mijl rond de fabriek. Zeker naar logistieke kosten is dat te verantwoorden, al beperkt dit tegelijk wel de mogelijkheden. Soms leidt dat tot een moeilijk verhaal, omdat leveranciers na een langlopende samenwerking plots niet meer in het plaatje passen. Upcycling biedt een antwoord op verspilling van ingrediënten. Vanuit de voedingsindustrie vloeien er nog al te veel producten nodeloos af naar de veevoederfabrikanten, hoewel ze nog perfect bruikbaar zijn als voedingsingrediënt. Vanuit dat idee werken we al samen met EverGrain, een spin-off van AB InBev die uit de maltresten na het brouwproces proteïnes voor menselijke consumptie haalt.’
NERGENS BETER DAN ANTWERPEN
Al verandert de business duidelijk, 225 jaar na zijn start is Kreglinger nog steeds verknocht aan Antwerpen. ‘Logistiek gezien is deze stad het centrum van Europa van waaruit je de meeste inwoners bereikt, ongeacht de perimeter. Het merendeel van onze klanten bevindt zich in Amerika, Zuid-Amerika, Canada en China. Stuk voor stuk zijn ze zeer te spreken over de ongelofelijke toegang tot Europa via Antwerpen’, weet Wim Arnouts. ‘In onze business is onze locatie essentieel en die is uitstekend. Het komt er dus vooral op aan om die te combineren met de juiste diensten. Doorheen onze geschiedenis hebben we om allerlei redenen tegenslagen meegemaakt. Die hebben ons geleerd dat we meer dan één been nodig hebben om op te staan, met continuïteit voor ogen. Elke dag weegt onze geschiedenis een beetje zwaarder. En niemand hier wil het laatste hoofdstuk van dit verhaal schrijven. Dus moeten we ervoor zorgen dat er een visie en een pipeline met ideeën en toekomstige ontwikkelingen zijn waarmee de volgende generaties voort kunnen. Zo werken we sinds een twaalftal jaar actief op de ontwikkeling van afgewerkte producten. Met onze ervaring en knowhow zien we daar commercieel kansen. Al moeten we anderzijds vaststellen dat de strikte Europese regelgeving verstikkend werkt. Van een kleiner bedrijf vergt het naast tijd ook procentueel een groot stuk van de omzet om voortdurend mee te blijven.’
Thuis in historisch Huis Spaengien
Een jaar na de oprichting nam Kreglinger in 1798 zijn intrek in Huis Spaengien, het sprekende renaissancepand met nummer 7 op de Antwerpse Grote Markt. Tot op vandaag heeft het nog steeds zijn hoofdkantoor in het voormalige gildehuis van de gilde van de voetboog, dat oorspronkelijk dateerde van 1515 en na de Spaanse Furie in 1580 werd heropgebouwd. ‘Toen Georg en Chrétien naar Antwerpen trokken, schreef hun broer Theo hen vanuit Parijs dat ze op zoek moesten gaan naar een pand met een mooie façade als sprekend visitekaartje voor hun bedrijf. Het kwam hen dus mooi uit dat ze in het Antwerpen onder Frans bewind op dit pand de hand konden leggen’, vertelt Wim Arnouts. ‘Relaties die we hier ontvangen, zijn steeds onder de indruk van ons kantoor. Onze geschiedenis staat hier letterlijk te boek, in de vorm van onze originele boekhouding vanaf onze eerste dag op 1 augustus 1797. We kunnen hier echt aantonen dat we misschien veel geld hebben verloren, maar anderzijds ook altijd genoeg hebben verdiend om 225 jaar lang altijd onze facturen te kunnen betalen. Meer kunnen we niet doen om te bewijzen dat we een betrouwbare partner zijn.’
