2 minute read

DE KIJK VAN Deloitte

‘Kosten die coronasteun van een regionale of lokale overheid reeds dekt, kunnen niet worden meegenomen.’

Philippe Van Krunkelsven Deloitte Belastingconsulenten Kosten gemaakt voor bijvoorbeeld een bedrijfsevenement zijn in de regel fiscaal aftrekbaar als beroepskosten, ook al heeft dat evenement niet kunnen plaatsvinden door beperkende coronamaatregelen. Indien de vennootschap tijdens dat boekjaar evenwel een verlies lijdt, dan zal zij het effect van de kostenaftrek pas merken in het eerstvolgende boekjaar waarin opnieuw met winst wordt aangeknoopt.

Met de nieuwe fiscale steunmaatregel wil de wetgever net een dergelijk liquiditeitsissue voorkomen. Onder bepaalde voorwaarden kan een vennootschap opteren voor een terugbetaalbaar belastingkrediet voor nietrecupereerbare uitgaven. De consequentie hiervan is dat de vennootschap de aftrek als beroepskosten weliswaar initieel neutraliseert in haar vennootschapsbelastingaangifte, door diezelfde kosten op te nemen onder haar verworpen uitgaven.

Toepassingsvoorwaarden Het tarief van dit nieuwe belastingkrediet is steeds 25%, ongeacht de grootte van de vennootschap. Indien de vennootschap geniet van het verlaagde tarief van 20% of een ander gunsttarief, dan verkrijgt deze aldus een bijkomend fiscaal voordeel.

De kosten die recht geven op het belastingkrediet, moeten wel kwalificeren als aftrekbare beroepskosten. Zijn bepaalde kosten maar gedeeltelijk aftrekbaar (bijv. receptiekosten), dan komen deze ook maar in diezelfde mate in aanmerking voor de berekening van het belastingkrediet. Daarnaast moeten de kosten effectief gemaakt zijn en mogen deze evenmin kwijtgescholden worden. Een kost die gedekt wordt door een annulatieverzekering komt in aanmerking, terwijl kosten die reeds gedekt zijn door coronasteun van een regionale of lokale overheid niet kunnen worden meegenomen.

Concrete voorbeelden van kwalificerende uitgaven zijn bijvoorbeeld reeds betaalde facturen van communicatie- en marketingcampagnes, reeds betaalde voorschotfacturen van onderaannemers en artiesten, annulatiekosten en gemaakte personeelskosten. Kosten voor voeding en drank en terugbetalingen aan standhouders worden daarentegen geacht niet samen te hangen met de annulatie en kunnen niet worden weerhouden.

Zoals al aangegeven, geldt de regeling bij geplande evenementen tussen 1 oktober 2021 en 28 januari 2022 die niet mochten doorgaan door de toen geldende coronabeperkingen, van federaal tot gemeentelijk niveau. Daarnaast moeten de evenementen een commercieel oogmerk hebben. De wet definieert een evenement als een activiteit die vanuit zijn karakter beoogt bij te dragen tot het actief creëren van omzet, toegevoegde waarde en directe en indirecte tewerkstelling, hetzij bij de belastingplichtige zelf, hetzij bij de onderaannemers die aan de activiteit meewerken. Volgens de memorie van toelichting komen een teambuilding of een personeelsfeest niet in aanmerking, een kerstmarkt of een theatervoorstelling wel.

Uitzonderingen Er gelden verschillende uitzonderingen, zoals een onderneming in moeilijkheden en zelfstandige ondernemers (die belast worden in de personenbelasting). Verder worden ook vennootschappen met een positief resultaat uitdrukkelijk uitgesloten. Tot slot is de maatregel enkel van toepassing op aanslagjaar 2022. Dit betekent concreet dat vennootschappen die hun boekjaar afsluiten op 30 december 2021 niet kunnen genieten van dit nieuwe belastingkrediet.

Steunmaatregel voor niet te recupereren uitgaven

Grote of kleine vennootschappen die omwille van de coronamaatregelen tussen 1 oktober 2021 en 28 januari 2022 (een) commerciële evenement(en) hebben moeten annuleren, kunnen in aanmerking komen voor een nieuwe steunmaatregel voor specifiek gemaakte kosten. Onder bepaalde voorwaarden kunnen ze genieten van een zogenaamd terugbetaalbaar belastingkrediet voor niet-recupereerbare uitgaven tijdens aanslagjaar 2022.

This article is from: