3 minute read

DE KIJK VAN SD Worx

‘Met een inflatie van 8,31% bevinden we ons op het hoogste peil in bijna 40 jaar.’

Geert Vermeir Manager juridisch kenniscentrum, SD Worx De Nationale Bank verwacht in 2022 een zeer hoog inflatiecijfer. In 2021 was dat al hoog: de prijzen stegen met 3,2%.

Dit jaar zou er sprake zijn van meer dan een verdubbeling: 7,4%. Het meest recente cijfer van maart 2022 bevestigt dat in elk geval. Met 8,31% bevinden we ons op het hoogste peil in bijna 40 jaar.

In bijna alle sectoren zijn de lonen van de werknemers gekoppeld aan de inflatie. Het principe van deze automatische indexering is eenvoudig: stijgt de levensduurte door toenemende inflatie, dan laat men de lonen stijgen door er een indexering op toe te passen. Elke sector hanteert eigen afspraken, dus kunnen het tijdstip en de mate van indexering onderling sterk verschillen.

Twee subvormen, veel variaties Er zijn twee grote varianten: • indexering op een onbekend tijdstip, bij het bereiken van een spil of een drempel.

De hoogte van de indexering ligt vast. De wedden van de ambtenaren en de sociale uitkeringen indexeren op deze wijze.

Telkens met 2%, maar sneller of trager, naarmate de inflatie eerder hoog of laag is. • indexering op een vast tijdstip, met onbekend percentage. Een voorbeeld is de indexering in het paritair comité nr. 200, het aanvullend PC voor bedienden. Jaarlijks op 1 januari, en de hoogte van de indexering varieert in functie van de inflatie.

Toch zijn er veel meer toepassingen en berekeningswijzen. Sectoren met spilmechanisme hanteren verschillende systemen. Niet iedereen heeft dezelfde spil, waarna er een indexering volgt. Daarom verschilt ook het tijdstip van indexering. Bij de sectoren met indexering op een vast tijdstip indexeert het loon soms maandelijks, soms elk kwartaal, soms jaarlijks. In bepaalde situaties indexeert enkel het ‘schaalloon’, of het sectorale minimumloon. In andere situaties indexeren alle (werkelijke) lonen, ook als die hoger liggen dan wat sectoraal verplicht is.

Indexering van meer dan 12% door hoge inflatie

België kent de zogenaamde automatische loonindexering. Wanneer de prijzen van goederen en diensten stijgen, stijgen automatisch de uitkeringen, de wedden en de lonen. Hoge inflatie zorgt voor hoge loonindexeringen, en op die manier voor hoge loonkoststijgingen.

Belangrijk is wel te vermelden dat indexering verplicht gebeurt op basis van het zogenaamd afgevlakt gezondheidsindexcijfer. Het gaat om een gemiddeld cijfer over vier maanden, zonder rekening te houden met de prijs van alcohol, tabak, benzine en diesel. Prijsstijgingen van deze producten vertalen zich met andere woorden nooit automatisch in een hoger loon.

Prognose 2022 en eerste helft 2023 SD Worx maakt maandelijks, op basis van de macro-economische inflatiecijfers, een inschatting van de toekomstige loonindexeringen. Het gaat natuurlijk om een prognose, die geen zekerheid biedt.

Toch is duidelijk dat de hoge inflatie zorgt voor ongezien snelle en hoge loonindexeringen. Dit en volgend jaar samen komen we al op een totale indexering van 12%. Het jaarlijks gemiddelde lag tot voor kort op minder dan 2% per jaar. Uiteraard wordt op die manier de koopkracht van de werknemers beschermd. Anderzijds komt er een sterke stijging van de loonkosten, met nadelige gevolgen voor het concurrentievermogen van de Belgische ondernemingen.

Enkele voorbeelden om dit te illustreren. In het aanvullend PC 200, met ongeveer 500.000 bedienden in allerlei sectoren, indexeren de lonen jaarlijks op 1 januari. Na de 3,58% van begin 2022 voorzien we momenteel in 2023 een indexering van 8,38%. Voor de arbeiders in de voedingsnijverheid (PC 118) en de horeca (PC 302) zien we gelijkaardige voorspellingen. De bedienden in de scheikundige en farmaceutische sector zagen hun loon in 2021 twee keer stijgen met 2%, in juni en in december. In 2022 voorzien we maar liefst vier indexeringen, telkens met 2%. Na februari en april volgen vermoedelijk nog juli en december. In maart 2023 zou dan de volgende indexering al plaatsvinden.

This article is from: