5 minute read

Mensura

Next Article
MAAKT DA MEE

MAAKT DA MEE

‘De wet voor welzijn op het werk moet meer worden afgestemd op de realiteit van de werkvloer.’

Dr. Gretel Schrijvers Algemeen directeur, Mensura We vinden de toegang tot diensten voor bescherming en welzijn op het werk voor elke werknemer een normale en belangrijke zaak. Het volstaat om een blik op de kranten of de nieuwssites te werpen om de noodzaak geïllustreerd te zien: burn-outs, ongewenst seksueel gedrag, de nieuwe risico’s van hybride werken, ernstige arbeidsongevallen, … Maar moet die noodzakelijke bescherming niet gelden voor iedereen die werkt, ongeacht zijn of haar statuut? Anders gezegd: is het nog verdedigbaar dat zelfstandigen of speciale statuten zoals platformwerkers - denk aan werknemers van Uber of Deliveroo - daar niet automatisch op kunnen rekenen? Beroepsrisico’s verdwijnen niet omdat je zelfstandig bent of ingeschakeld wordt in de 24/7-economie van de e-commerce.

Geen verplichting Die discrepantie kwam pijnlijk tot uiting tijdens de hoogdagen van de pandemie. Heel wat zorgverstrekkers gingen toen gebukt onder een te hoge werkdruk. Wie als werknemer stond ingeschreven, had recht op psychologische ondersteuning. Maar voor zelfstandige artsen of kinesisten met een eigen praktijk was die er in principe niet. Nochtans waren zij blootgesteld aan net dezelfde risico’s. Waar het op neerkomt, is dat de wet voor welzijn op het werk meer afgestemd moet worden op de realiteit van de werkvloer. Voor werkgevers geldt, zodra ze één werknemer in dienst nemen, een verplichte aansluiting bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. In ruil kan elke werknemer bij arbeidsartsen en preventieadviseurs terecht. Zelfstandigen is niet dezelfde verplichting op te leggen, maar ze zouden wel tegen uurtarieven toegang kunnen krijgen tot dezelfde diensten.

Specialistenwerk Kunnen zij dan niet naar de huisarts? Natuurlijk. Maar preventie-experts zijn net gespecialiseerd in de risico’s die aan een werkplek zijn verbonden. De relatie tussen de arbeidsomstandigheden en de fysieke of mentale gezondheid is het vakgebied van de arbeidsarts. De huisartsen hebben meer een globaal zicht op gezondheid en mentaal welzijn, maar maken minder de koppeling met de werkomstandigheden. Dat is normaal. Ze zijn daar niet voor opgeleid.

Dat arbeidsartsen tegenwoordig al met een zeer volle agenda kampen, mag geen argument zijn om deze ruimere toepassing van de welzijnswet uit te stellen. Zet arbeidsartsen in waar ze meerwaarde kunnen bieden door hun opdracht intelligent in te vullen. Laat ze met hun expertise bezig zijn, terwijl bedrijfsverpleegkundigen de meer routinematige taken kwalitatief kunnen uitvoeren. Een officiële en erkende opleiding voor bedrijfsverpleegkunde is daarom in het belang van de hele actieve bevolking.

Beroepsrisico’s staan los van statuten

De bescherming van het fysieke en mentale welzijn moet een basisrecht zijn voor iedereen die een beroep uitoefent, ongeacht het statuut. Preventie is geen maatschappelijke kost maar een investering.

BASF

De Antwerpse site van BASF breidt uit met een nieuwe fabriek voor alkylethanolamines. De fabriek zou in 2024 operationeel moeten zijn als onderdeel van de divisie Intermediates van de BASF-groep, die chemische tussenproducten ontwikkelt en produceert. Het gaat onder meer om amines, diolen, polyalcoholen, zuren en specialties die worden gebruikt voor coatings, plastics, geneesmiddelen, textiel, detergenten en gewasbeschermers. Alkylethanolamines worden volgens BASF voornamelijk gebruikt voor vlokmiddelen in de behandeling van water en in de coatingsindustrie, waar ze dienen om pigmenten met harsen te verbinden. Andere mogelijke toepassingen zijn onder meer gasbehandeling, het verzachten van weefsels en additieven voor bewerkingsvloeistoffen in de metaalindustrie. BASF heeft al fabrieken voor alkylethanolamines in Antwerpen, Duitsland, de Verenigde Staten en China. Met de nieuwe fabriek verhoogt het zijn wereldwijde productie met bijna 30 procent tot meer dan 140.000 ton per jaar. Daarmee anticipeert het op de verwachte toenemende vraag naar het product.

www.basf.com

FAST LINES BELGIUM

De Vereniging van Maritieme en Logistieke Journalisten ESPA heeft Catrien Scheers onlangs de Maritieme Award 2021 uitgereikt. Hiermee is de gedelegeerd bestuurder van de familiale rederij Fast Lines Belgium uitgeroepen tot maritiem-logistieke figuur van het jaar. Al sinds 1972 lauwert de ESPA een persoon met een grote betekenis voor de maritieme sector met die titel. Voor het voorbije jaar viel die eer Catrien Scheers te beurt, en niet alleen omdat ze vrouwelijke waarden in de maritieme sector heeft geïnjecteerd. Met haar daadkracht heeft ze Fast Lines Belgium bovendien uitgebouwd tot een begrip in belangrijke shortseatrafieken die voor Vlaamse havens belangrijk zijn, zo meent ESPA. Fast Lines Belgium heeft verbindingen met voornamelijk Ierland, Polen en het Verenigd Koninkrijk met eigen haventerminals. Als gedelegeerd bestuurder leidt Catrien Scheers het bedrijf dat haar ouders in 1991 hebben opgestart.

www.fast-lines.com

PROXIMUS

Bij telecombedrijf Proximus is een nieuw expertisecentrum voor cyberveiligheid en artificiële intelligentie net uit de startblokken geschoten. Proximus Ada opereert vanuit Brussel met in eerste instantie een vijftigtal experts in artificiële intelligentie en cybersecurity aan boord. Het is de bedoeling om dit aantal in de komende drie jaar te verdrievoudigen. De expertise van Ada moet de bedrijven binnen de groep niet alleen helpen om hun producten en diensten te verbeteren, maar ook om via de ontwikkeling en lancering van nieuwe toepassingen hun groei in België en internationaal te stimuleren. Ada moet ook de weerbaarheid van de bedrijven van de Proximusgroep tegen cyberdreigingen versterken, net als de veiligheid van de oplossingen en diensten die zij voor hun klanten ontwikkelen. De naam van het centrum is een eerbetoon aan Ada Lovelace. Deze Engelse wiskundige en schrijfster uit de eerste helft van de 19e eeuw wordt beschouwd als de eerste vrouwelijke computerprogrammeur uit de geschiedenis.

www.proximus.be

CUSTOMER COLLECTIVE

Customer Collective telt sinds eind februari met het Nederlandse agency EnoRm een nieuwe speler in de groep. Met deze aanwinst breidt Customer het zijn expertise in branding & performance uit en versterkt het zijn digitaal aanbod. Het in Breda gevestigde EnoRm telt 28 medewerkers en vult de groep goed aan, onder meer door zijn uitgebreide ervaring met Shopify. Hierdoor bouwde het ook een solide klantenbasis uit, met namen zoals Burger King en Aartsen Fruit & Vegetables. De werking rond branding en performance binnen EnoRm voegt zich bij Fightclub, het succesvolle Nederlandse agency dat vorige zomer al aansloot bij Customer Collective. Nadat onlangs ook al het Belgische Grava zich heeft herdoopt tot Fightclub, telt Customer Collective onder die vlag intussen zo’n 100 experten op vlak van branding en performance in Nederland en België. Customer Collective concentreert zich op strategie, digitalisering, technologie, data en branding & performance om bedrijven te helpen bij het uitbouwen van een sterkere relatie met hun klanten. Daarvoor schakelt de groep de krachten van haar vijf specifieke onderdelen in: The House of Marketing, Upthrust, Dignify, addData en Fightclub.

This article is from: