Ketelwagens zonder automatische werkende vacuümklep en handbediende beluchtingsklep Ketelwagens voor vloeistoffen die voorzien zijn van
Ketelwagens zonder automatisch werkende vacu-
een beluchtingsklep met geforceerde bediening,
ümklep in het dampretoursysteem kunnen voorzien
maar zonder een automatisch werkende vacuüm-
te zijn van een sticker aan beide kanten van de ke-
klep in de dampretourleiding, dienen niet voorzien
telwagen in de buurt van de dampretouraansluiting
te zijn van een witte sticker of witte band al dan niet
die aangeeft dat de gaspendelleiding moet worden
onderbroken (zie foto’s onder met rood kruis). Deze
geopend alvorens het bodemventiel wordt geopend,
aanduidingen dienen verwijderd te worden.
zoals onderstaand.
Deze ketelwagens dienen voorzien te worden van de volgende aanduiding (zie kader links) aan beide kanten van de ketelwagen op het midden van de tank (verticaal) binnen een afstand van 3000 mm links of rechts van het mangat en in de buurt van de niet-actieve dampretour aansluiting.