Chemie Magazine - april 2017

Page 1

REACH-deadline baart mkb kopzorgen

Plannen voor grootschalig CO2 Smart Grid

Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

DCMR, GroenLinks en FNV over Responsible Care

JAARGANG 59 • 04 • 20 APRIL 2017

TEST ZINK-BROMIDEBATTERIJ BIJ MELKVEEHOUDER

ENERGIENEUTRAAL BOEREN MET CHEMIE


The difference between a packaging supplier and a value added packaging partner is the difference between spending money and saving money

Want to know why and how?

Contact us!

Packaging Management From Another Perspective

Coldenhovenseweg 79 - 6961 EC Eerbeek - Postbus 108 - 6960 AC Eerbeek - Tel: +31 (0)313- 67 95 30 Fax: +31 (0)313- 67 95 31 - E-mail: bark@bark-verpakkingen.com - Internet: www.bark-verpakkingen.com


INHOUD 04 | 20 april | 2017

14

ICL TEST ZINK-BROMIDEBATTERIJ BIJ ‘FOTONENBOER’ De transitie naar duurzame energie vergroot de behoefte aan energieopslag. Chemiebedrijf ICL ziet mogelijkheden voor batterijsystemen met zinkbromidetechnologie. Vorig jaar nomineerde de VNCI de techniek voor de Responsible Care-prijs, nu is er al sprake van een concreet project: een test bij de ‘Fotonenboer’, een bijna energieneutrale melkveehouder in Vierakker.

‘HET IS TIJD OM DOOR TE PAKKEN’ Dankzij het Responsible Care-programma, dat in Nederland dit jaar 25 jaar bestaat, heeft de chemische industrie haar VGM-prestaties fors verbeterd. Maar dat is niet voldoende, vinden DCMR, GroenLinks en FNV. “Op het gebied van milieu en veiligheid is grote vooruitgang geboekt. Nu is het tijd om door te pakken, ook op het gebied van duurzaamheid en de energietransitie.”

30 april 2017 Chemie Magazine 3


Laten we er niet omheen draaien E3 Modulevel

Torque Tube

®

Stabiel Uitgangssignaal • De 32 mm reikwijdte en het dempend effect van de veer op turbulentie en trillingen geeft een 4x stabieler signaal dan torque tubes.

• Een torque tube heeft slechts 16 mm verplaatsing en wordt verstoord door turbulentie en trillingen.

Structurele Integriteit • Reikwijdte van de veer is niet onderhevig aan wrijving en bijhorende slijtage. • Enclosing tube met wanddikte van 2,2 mm voor robuuste, corrosiebestendige drukbevattende delen. • Stabiele drukafdichting voorkomt vermoeidheidsbreuken.

• Meskantoplegging veroorzaakt wrijving en slijtage.

• Wanddikte van slechts 0,25 mm is vatbaar voor corrosie. • Buigzame torsiebuis als procesafdichting bevordert vermoeidheidsbreuken.

Gebruiksvriendelijkheid • Makkelijk te installeren en te onderhouden door compact vertikaal design en verwijderbare/draaibare kop.

Voortreffelijke output stabiliteit, structurele integriteit en gebruiksvriendelijkheid maken de E3 Modulevel® verdringer meetomvormer een betere niveaucontrolemeter dan torque tubes. Vermijd het wispelturige karakter van de torque tubes prestaties, duurzaamheid en onderhoud. De E3 Modulevel is met zijn LVDT veer de enige recht-doorzee keuze voor een nauwkeurige, betrouwbare vloeibare niveaumeting -en controle. Contacteer Magnetrol, de expert in niveaucontrole, voor rechttoe rechtaan info over de E3 Modulevel.

• Moeilijk hanteerbaar door zware assemblage en logge constructie.

www.magnetrol.com

+32 (0)52 45 11 11 • info@magnetrol.be


D â‚Ź/TON

INHOUD 04 | 20 april | 2017

7

22

OCAP-netwerk kan basis worden voor CO2 Smart Grid voor hele Randstad

7

Voorwoord Colette Alma Nieuwe wereld Evenementen

NIEUWS 9 11 13

Chemiebedrijven garanderen extra energiebesparing Betrokkenheid bij EU-regelgeving uitgelegd Actuele ontwikkelingen spoorvervoer besproken

ACHTERGROND

35

Subsidieregeling DEI helpt ChainCraft bij bouw demofabriek voor biobased vetzuren

14 18 22 27 28

MANUFACTURER

49

Take Back Chemicals: circulaire economie in de chemie

REGENERATED CHEMICAL

30 35 38 42 46

18

Mkb bezorgd over REACH-deadline, met name over de hoge registratiekosten

49 53 54 54 54

Energie & klimaat Energieneutrale melk dankzij chemie REACH REACH-deadline baart mkb kopzorgen CO2 Plannen voor grootschalig CO2 Smart Grid Veiligheid Publiek-private samenwerking brandweer Wetenswaardig DSM Delft opent Biotechnology Center Responsible Care DCMR, GroenLinks en FNV over Responsible Care Demofabriek ChainCraft realiseert demofabriek dankzij DEI Arbeidsmarkt Marit van Lieshout over procesoptimalisatie en -intensificatie Afscheid Voormalig VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann met pensioen Uitgelicht Hoe Rotterdamse industrie kan verduurzamen Duurzaamheid Whitepaper over Take Back Chemicals VNCI Nieuws Mensen VNCI Online Colofon

april 2017 Chemie Magazine 5


Arnhem 026 744 07 44

Haarlem 020 262 22 22

Sittard 046 202 20 00

Breda 076 531 94 03

IJsselstijn 030 744 06 48

Veghel 041 374 47 44

Groningen 050 205 2222

Rotterdam 010 707 01 00

Zwolle 038 202 30 00

NIEUWE VESTIGING IN OLDENZAAL! (0541 201 000)

Zoekt u werknemers of bent u op zoek naar een baan? Al meer dan 15 jaar werft en selecteert Pro Industry de beste vakmensen in de procesindustrie. De medewerkers van Pro Industry zijn specialist medewer in de markt en bieden naast vakinhoudelijke kennis een gezonde portie enthousiasme!

Met een nieuwe vestiging in Oldenzaal heeft Pro Industry een landelijk netwerk van tien locaties. Wij zijn dus altijd dichtbij. Neem contact op of kijk op www.pro-industry.nl en vindt de kandidaat die bij u past.


Voorwoord

NIEUWE WERELD

I

s er een overeenkomst te verzinnen tussen een melkveehouder en een chemiebedrijf? Ze leveren allebei een doorgaans vloeibaar product af, verder kwam ik aanvankelijk niet. Tot ik het artikel op pagina 14 van deze Chemie Magazine onder ogen kreeg en las hoe de ‘Fotonenboer’ in het Gelderse Vierakker en VNCI-lidbedrijf ICL elkaar gevonden hebben in een proefproject om energieneutrale melk te produceren. De melkveehouder wil de elektriciteit die de zonnepanelen op zijn schuurdaken opwekken zo gunstig mogelijk gebruiken. Daarvoor heb je energieopslag nodig. En laat ICL hier nu net de oplossing voor bieden met een speciaal batterijsysteem op basis van zinkbromide. Ik vind het mooi om bedrijfsmatige verbindingen te zien tussen sectoren waar je dat niet snel zou verwachten. Er zijn al veel voorbeelden van partijen die zich buiten de gebaande paden wagen en op het raakvlak nieuwe mogelijkheden ontdekken, maar dat een melkveehouder en een chemiebedrijf de handen ineenslaan is nieuw. Het is een fraai voorbeeld van wat volgens mij in de toekomst de regel zal zijn en een voorbode is van hoe een circulaire economie werkt. Daarbij vraag ik me af

wat het voor chemiebedrijven betekent als hun nieuwe businesskansen vooral gezocht moeten worden in verbindingen in onverwachte waardeketens. In ieder geval kunnen we verwachten dat een rol voor chemiebedrijven in de circulaire economie nieuwe competenties vraagt. Er zal een nog grotere nadruk op netwerken komen te liggen, en op verschillende vormen van partnerschap. Ook zullen chemiebedrijven meer inzicht moeten krijgen in hoe producten gebruikt worden. Het kan bijna niet anders of de circulaire economie opent zo een heel nieuwe wereld. Het is de moeite waard om die wereld nu al te verkennen. Zoals vanaf deze maand in Vierakker gebeurt. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 11.5 VNCI Milieudag Presentaties en parallelsessies over actuele milieuthema’s, zoals Omgevingswet, duurzaam waterbeheer, een werkbaar bestemmingsplan en milieuvergunning, emissietoets en beleid opkomende stoffen. Locatie: Woudschoten Conferentiecentrum, Zeist Organisatie: VNCI 11.5 BCF Career Event Carrièrebeurs voor hoogopgeleide starters en professionals in life sciences, chemie, food en farma. Bedrijven komen er in direct contact met tweeduizend hoogopgeleiden. VNCI-leden krijgen 500 euro korting. Locatie: Jaarbeurs, Utrecht Organisatie: Hyphen Projects

16.5 Molecules meet Digits VNCI, Deloitte, TNO, ISPT en Brightlands Chemelot Campus presenteren een nieuw event waar de chemische industrie en de digitale wereld elkaar ontmoeten. Locatie: Chemelot Campus, Geleen Organisatie: VNCI, Deloitte, TNO en ISPT 17.5 Process Safety Congress Onderwerpen richten zich op het delen van ervaringen en het leren van incidenten, met als doel het verder verbeteren van de procesveiligheid(cultuur). Locatie: Van der Valk Hotel, Dordrecht Organisatie: PScongres 1.6 VNCI Jaarevent Dé ontmoetingsplek voor de chemische industrie. Inspiratie, het delen van kennis en vooral het ontmoeten van elkaar staan

centraal. Nobelprijswinnaar prof. dr. Ben Feringa geeft een inspirerend gastcollege. Locatie: Fokker Terminal Organisatie: VNCI VERGADERINGEN VNCI 1.5 BG Duurzaamheid 2.5 WG Procesveiligheid 9.5 WG Juristen 10.5 BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu 16.5 WG Energie en Klimaat 17.5 WG Security 1.6 WG Milieu 1.6 WG Arbeidshygiëne 1.6 WG Stoffenbeleid 1.6 VNCI Communicatie Netwerk

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN april 2017 Chemie Magazine 7


Gebruiksvriendelijke & flexibele maintenance management software

Met de Ultimo software brengt u meer structuur aan in uw onderhoudswerkzaamheden, werkt u efficiĂŤnter en creĂŤert u ruimte om te besparen. Bovendien toont u met de inzet van de software eenvoudiger aan dat u aan belangrijke wet- en regelgeving voldoet. Heldere dashboards en rapporten verschaffen u en uw stakeholders meer inzicht in de prestaties.

MET ULTIMO IS MEER MOGELIJK: + Een uitgebreide HSE-suite voor ondersteuning op het gebied van Health, Safety & Environment. + Mobiel werken met de app Ultimo Go. + Standaard software, die eenvoudig op maat kan worden gesneden. + Een vrij instelbare, persoonlijke startpagina met ruimte voor grafieken, dashboards en andere overzichten. + Diverse standaard interfaces, bijv. met ERP-systemen. + Starten met Ultimo Lite, een eenvoudig, maar toch compleet systeem voor de kleine TD of als instapmodel.


Actueel AkzoNobel Rotterdam.

AKZONOBEL VERDUURZAAMT CHEMIEFABRIEK ROTTERDAM AkzoNobel gaat zijn chloorfabriek in de Botlek verduurzamen door te investeren in ‘zero gap technology’. Het chemiebedrijf heeft hiervoor in het kader van het Energieakkoord een afspraak met het ministerie van EZ getekend. Eerder al tekende het bedrijf een soortgelijke afspraak met betrekking tot energiebesparingen in Hengelo en Chemie Park Delfzijl.

B

ij de ‘zero gap technology’ zitten de platen met membranen, die worden gebruikt voor de elektrolyse, zo dicht tegen elkaar dat er geen ruimte meer tussen zit. Hierdoor verlopen de chemische processen efficiënter. Het energieverbruik in de elektrolysefabriek ligt daardoor tot 10 procent lager. De innovatie levert jaarlijks een besparing op vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van 26.000 huishoudens. “Nieuwe initiatieven en samenwerkingsverbanden zijn nodig om een volgende, grote stap te maken in de verduurzaming van de chemische industrie en economie in Nederland”, aldus Knut Schwalenberg, directievoorzitter AkzoNobel Nederland en managing director Industrial Chemicals. “We moeten deze kansen grijpen en voortdurend zoeken naar nieuwe vormen van samenwerking.” In het advies dat voormalig Shell-topman Rein Willems vorig jaar in opdracht van het ministerie van EZ uitbracht over de toekomst van de Rotterdamse haven was het efficiënter maken van het chloorcluster een van de belangrijke aanbevelingen. In de Botlek zijn meerdere bedrijven afhankelijk van het chloor, natronloog, bleekloog en de waterstof die de chloorfabriek van AkzoNobel produceert, zoals Huntsman, Hexion en ShinEtsu. p

CHEMIEBEDRIJVEN GARANDEREN EXTRA ENERGIEBESPARING De VNCI heeft samen met VNO-NCW en andere brancheorganisaties met het ministerie van Economische Zaken een principeovereenkomst gesloten over individueel commitment van bedrijven aan het realiseren van een deel van de 9 petajoule extra energiebesparing tot 2020. Deze hoeveelheid energiebesparing was nog nodig voor de uitvoering van het SER Energieakkoord en het terugdringen van de CO2-uitstoot.

V

olgens de VNCI geven de afspraken de bedrijven flexibiliteit en ruimte om te zorgen dat de doelen uit het Energieakkoord gehaald worden. “Het is goed dat ook na intensief onderhandelen afspraken in publiek-private samenwerking tot stand komen, waardoor wetgeving en onnodige regels achterwege kunnen blijven”, aldus de VNCI.

Het uitgewerkte systeem is door minister Kamp van EZ naar de Tweede Kamer gestuurd. De afspraken over de 9 petajoule komen boven op het succesvolle MEE-convenant, waarin overheid en bedrijven afspraken maken over energiebesparing. Mede door deze aanpak met convenanten loopt de Nederlandse industrie voorop in het besparen van energie. De nieuwe afspraken volgen eenzelfde aanpak als het MEE-convenant. De bedrijven maken individuele besparingsafspraken die gezamenlijk optellen tot de 9 petajoule. Dat is ongeveer het equivalent van het jaarlijks energiegebruik van 135.000 huishoudens. Halen bedrijven de doelstellingen niet, dan wordt een sanctie opgelegd. Bedrijven kunnen wat ze meer of te weinig besparen ook onderling uitruilen, zodat flexibiliteit ontstaat. p

VNCI MILIEUDAG OP 11 MEI ‘Duurzaam in de omgeving’, dat is de titel van de VNCI Milieudag op 11 mei in het Woudschoten Conferentiecentrum in Zeist. Onder dagvoorzitterschap van Jos Dingemans (Aspen Oss) passeren diverse actuele milieuthema’s de revue, waaronder de Omgevingswet (Jos Roosen, VNCI), duurzaam waterbeheer (Cees van Houwelingen, Dow Benelux), een werkbaar bestemmingsplan en milieuvergunning (Richard de Oude en Reinout van Zevenbergen, Croda) en de transitie naar een duurzame samenleving (Sjoerd Looijs, VNCI). Verder zijn er diverse parallelsessies, onder meer over de emissietoets, handreiking opstellen UPD, beleid opkomende stoffen en de generieke risicomethodiek: basis voor PGS Nieuwe Stijl. p VNCI-leden kunnen zich tot 4 mei aanmelden via www.vnci.nl/evenementen april 2017 Chemie Magazine 9


Industriële complexen met reactievermogen

Duurzaamheid, veiligheid en productiviteit hebben prioriteit bij de bouw en het onderhoud van industriële complexen. En worden steeds vaker gewaarborgd door intelligente, zelfdenkende systemen en installaties. Door state-of-the-art elektrotechniek, werktuigbouw, automatisering en informatisering. Technologieën die elkaar aanvullen én versterken. Bij Croonwolter&dros passen we ze geïntegreerd toe in projecten die de toekomst van de industrie in Nederland vorm geven en onze leefwereld veiliger, duurzamer en comfortabeler maken.

intelligentie door technologie


Actueel In 2016 won SABIC Bergen op Zoom de prijs met het project ‘Zelfroosteren’.

BETROKKENHEID BIJ EU-REGELGEVING UITGELEGD

H

et initiatief voor wetgeving ligt in de EU bij de Europese Commissie, maar het Europees Parlement en de Raad van Ministers moeten met de voorstellen instemmen, en dat leidt vaak tot een langdurig proces. Dit proces werd tijdens de bijeenkomst toegelicht, evenals de rol die de chemische industrie daarbij kan spelen. Nadat een richtlijn of verordening eenmaal is vastgesteld, zijn er meestal nog uitvoeringsmaatregelen nodig. Daarbij gaat het om nietessentiële wijzigingen, zoals het aanpassen van bijlagen voor bijvoorbeeld afval-regelgeving of uitvoeringsbesluiten onder REACH. De Europese Commissie bereidt dat voor, maar ook hiervoor is vaak nog instemming of toestemming van de andere spelers nodig. Tegenwoordig zijn er hiervoor twee mogelijkheden: implementerende handelingen en gedelegeerde handelingen, met ieder een eigen procedure. Maar voorlopig geldt ook nog de oude procedure met toetsing, zoals die onlangs is gebruikt voor hormoonverstorende stoffen. Er zijn tegenwoordig ook meer mogelijkheden om op bestaande regels te reageren, bijvoorbeeld via de REFIT Board (Regulatory Fitness and Performance Programme), een tijdelijke commissie van vertegenwoordigers van de lidstaten en diverse maatschappelijke stakeholders. Zij beoordeelt voorstellen voor verbetering van bestaande wetgeving. Indien dit tot succes leidt, neemt de Europese Commissie de bevindingen mee. p

FOTO: SHUT TERSTOCK

Op 4 april hielden Cefic en de VNCI een bijeenkomst voor VNCI-medewerkers en geïnteresseerde bedrijven over het Europese wetgevingsproces, met als doel de kennis hierover te vergroten. Sinds de EU’s Better Regulation Agenda zijn er meer mogelijkheden betrokken te zijn bij de ontwikkeling van EU-regelgeving.

JOINT VENTURE DSM EN EVONIK VERDUURZAAMT VISKWEEK DSM en Evonik hebben een joint venture opgericht voor de productie van omega 3-vetzuren voor diervoeding uit algen, als duurzaam alternatief voor visolie. De twee bedrijven stellen dat het nu voor het eerst mogelijk is om zonder gebruik van visolie van wild gevangen vis omega 3-vetzuren voor huisdiervoeding en kweekvis te produceren.

V

olgens DSM en Evonik stijgt de vraag naar omega 3-vetzuren voor diervoeding. De vraag komt voornamelijk van viskwekerijen, die de vetzuren gebruiken voor het voeden van met name vette vissoorten, zoals zalm. Deze omega 3-vetzuren zijn afkomstig van wild gevangen kleine vis. Productie van omega 3-vetzuren uit algen is een veel duurzamer alternatief, omdat het voedsel van die kleine vissen – algen – kan worden ingezet, waarmee een stap in de voedselketen wordt overgeslagen. Daardoor hoeven de zeeën volgens de twee concerns minder te worden leeggevist en wordt een bijdrage geleverd aan het behoud van de ecologische balans en biodiversiteit van de oceanen. De joint venture, met de naam Veramaris en een hoofdkantoor in Nederland, bouwt een productiefaciliteit op commerciële schaal (investering: 200 miljoen dollar) in de VS, met een productiecapaciteit van 15 procent van de totale huidige jaarlijkse vraag naar de omega 3-vetzuren vanuit de zalmteelt. De faciliteit, op een bestaand terrein van Evonik, wordt naar verwachting in 2019 in gebruik genomen. p

RECTIFICATIE

In de maarteditie van Chemie Magazine werd vermeld dat NWO de TOP-subsidie heeft toegekend aan Geert-Jan Kroes. Hij werkt echter niet bij de WUR, zoals abusievelijk werd vermeld, maar bij de Universiteit Leiden, aan het Leids Instituut voor Chemisch onderzoek. p april 2017 Chemie Magazine 11


NIEUW vanaf april 2017

Omdat kleine details van groot belang zijn Verbeterde schoonmaakoplossingen voor de industrie Rsneller

R zekerder

Rschoner

Waar details het verschil maken, is de keuze voor de juiste reinigingsdoek beslissend. Verkort uw productietijd en vergroot uw potentieel - met verbeterde poets- en reinigingsoplossingen voor de industrie.

www.tork.nl


TWI TTER

Actueel

Dirk Koppert @dirkkoppert Mooi project @BioMCN =Vergroening Chemie Delfzijl = @ChemportEurope = @TopDutchCom = geweldig instrument RIG! Patricia Dankers @P_Dankers Wie wordt de nieuwe ambassadeur van de Chemie? De Freek Vonk van de chemie. Radboud Universiteit @Radboud_Uni Twee ERC Advanced Grants krijgen, beide ná z’n pensioen. Roeland Nolte, vernieuwer organische chemie, flikt het. http://www.ru.nl/nieuwsagenda... chi @joshsbff hey mams ik heb een 10 op chemie wees trots ily Stephan Roest @newsextract Proeffabrieken helpen groene chemie groot worden. https://fd.nl/ ondernemen/1192913/proeffabriekenhelpen-groene-chemie-groot-worden … #FD Chemelot @Chemelot @ProRail laat in animatie zien dat zorgvuldig wordt omgegaan met het vervoer van gevaarlijke stoffen

FOTO: SHUT TERSTOCK

NWOChemie-Exact @NWOCEW Nuttige brainstorm over imago van de chemie bij #LorentzCenter @ NWONieuws met @KNCVchemie @vnci @_knaw #chemici #samenoptrekken

ACTUELE ONTWIKKELINGEN SPOORVERVOER BESPROKEN Voor de vijfde keer heeft de VNCI in samenspraak met ProRail en DB Cargo het jaarlijkse operationele RID-overleg georganiseerd (RID = Reglement betreffende het internationaal spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen). Hierbij werden onder meer praktische problemen rond het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen besproken. Zo’n veertig betrokkenen van bedrijven, overheden en andere stakeholders waren aanwezig op het emplacement Kijfhoek in Zwijndrecht.

E

r werd onder meer ingegaan op de zogeheten druppellekkages, waarbij ketelwagens met gevaarlijke stoffen een lichte lekkage vertonen. Hiervoor werd tot op heden vaak het hele treinverkeer rondom de ketelwagen gestopt. Dit zorgde voor veel overlast en ook ergernis bij passagiers van personentreinen die vertraging opliepen. Deze procedure is door de zogenaamde groene/rode-knop-procedure aangepast, zodat – afhankelijk van het gevaar van de stof – doorgaand treinverkeer niet altijd gestopt hoeft te worden. DB Cargo gaf overigens aan dat het aantal druppellekkages gestegen is en dat dit met name tijdens de vorstperiode begin dit jaar aan de orde was. Een ander actueel thema dat besproken werd was het meldingsformulier waarmee ProRail richting de vervoerders duidelijker kan communiceren over kleine incidenten. Hierdoor kunnen de opdrachtgevers beter maatregelen nemen om het probleem te verhelpen. Tot op heden wisten zij vaak niet wat er gebeurd was. Spoorvervoerder LTE lichtte vervolgens toe welke problemen ondervonden worden met de specifiek Nederlandse regelgeving, zoals het Basisnet en het ‘Convenant warme-BLEVE-vrij rijden’, alsmede hoe er zo nu en dan wel heel zwaar gereageerd wordt op relatief kleine incidenten. Ook (chemie)bedrijven kwamen aan bod tijdens het overleg. Vopak ging in op de problemen waar een terminal mee te maken heeft bij het laden en lossen van ketelwagens. Daarbij ontstond een levendige discussie over hoe ver een vuller, wat zowel een chemiebedrijf als een terminal kan zijn, moet gaan in het controleren van de dichtheid van afsluiters die tijdens het laad/los-proces niet worden gebruikt. Chemiebedrijf SABIC gaf een toelichting op de risicoanalyse die het gemaakt heeft van het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen, mede naar aanleiding van het rapport van de Onderzoekraad voor Veiligheid over de treinbotsing in Tilburg op 6 maart 2015. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site). april 2017 Chemie Magazine 13


Jan Borgman en Erna Roeterdink: ‘De zonnepanelen en batterij maken ons (vrijwel) elektriciteitsneutraal.’

ICL TEST ZINK-BROMIDEBATTERIJ BIJ ‘FOTONENBOER’

ENERGIENEUTRALE MELK De transitie naar duurzame energie vergroot de behoefte aan energieopslag. ICL ziet mogelijkheden voor batterijsystemen met zink-bromidetechnologie. Vorig jaar nomineerde de VNCI de techniek nog voor de Responsible Care-prijs, nu is er al sprake van een concreet project: een test bij de ‘Fotonenboer’ in Vierakker. Als de proef slaagt, betekent dit een revolutie in de energievoorziening. Tekst: Leendert van der Ent

14 Chemie Magazine april 2017

D

e zon veroorzaakt een zinderende hitte bij de Dode Zee in Israël. Toeristen die een verkoelende duik willen nemen, blijven drijven. Dat komt door het hoge zoutgehalte. Een van die zouten is broom. Chemieconcern ICL is de grootste broomproducent ter wereld en wint dat materiaal hier op grote schaal. Het bedrijf – vooral de vestiging in Terneuzen – is al jaren bezig met onderzoek naar de toepassing van broom in Redox Flow-batterijtechniek. In Vierakker in de Achterhoek stond van september 2010 tot januari van dit jaar een Redox Flow-batterij op basis van een andere technologie: vanadium-vanadium. Ook hier schijnt de zon; de zonnepanelen op het dak van de schuur van Jan Borgman en Erna Roeterdink produceren volop stroom. Naast melk is dat een van de producten die hun boerderij oplevert. Daarom noemen zij zich ‘Fotonenboer’. Overtollige stroom begonnen ze op te slaan in hun Redox Flow-batterij. Dergelijke opslag vindt in de praktijk weinig plaats (zie kader ‘Schaf salde-


Energie en klimaat

DANKZIJ CHEMIE ringsregeling af’), toch is het een logische toevoeging aan een duurzaam energiesysteem. Hernieuwbare energie uit zon en wind kenmerkt zich door een wisselend aanbod, dat in tijd zelden overeenkomt met de vraag. Naarmate de transitie naar duurzame energie meer vorm krijgt, neemt de behoefte aan afstemming van vraag en aanbod toe. Deels moet er afstemming van vraag en aanbod plaatsvinden door marktinstrumenten en prijsprikkels. Voor een ander deel kan die afstemming in de tijd plaatsvinden door opslag van elektriciteit en smart grids, waar batterijen een onderdeel van zijn. Opslag groeit zo uit tot de missing link in de transitie naar een duurzaam energiesysteem.

Panne

“Zes jaar geleden startte de Fotonenboer een proef van vijf jaar met een Redox Flow-batterij”, vertelt Jeroen de Veth van projectontwikkelaar en systeemintegrator Trinergie. “Daarin sla je energie op in tanks met twee

chemische vloeistoffen. Als je die elkaar laat tegenkomen in meerlaagse elektrochemische cellen – stacks – komt de energie weer vrij. We wilden uitzoeken hoe je een goede businesscase krijgt voor stationaire batterijen. Dergelijke batterijen kunnen boerderijen, middenen kleinbedrijven en woonwijken in combinatie met zon en wind volledig zelfvoorzienend maken.” Dat is nu nog niet rendabel, onder andere vanwege de hoge vergoeding voor teruglevering van duurzame elektriciteit aan het net. De Veth: “Maar deze opslagtechnologie maakt gebruik van goedkope chemicaliën en heeft het in zich om goedkoop grootschalige energieopslag te realiseren.” De opslag werkte vierenhalf jaar uitstekend, totdat een technisch probleem optrad in een van de elektrochemische cellen. Deze vanadium-batterij voldeed daarmee dus niet en reparatie van de panne zou te duur uitvallen. Einde verhaal? Edie Engels, managing director van ICL Industrial Products in Terneuzen, zag mogelijkheden: e april 2017 Chemie Magazine 15

FOTO: BABET HOGERVORST

FOTONENBOER: ‘WE WILLEN ER OOK IETS AAN VERDIENEN’

Eigenlijk is elke boer een ‘Fotonenboer’, want hij maakt gebruik van lichtdeeltjes (fotonen) die planten laten groeien. Jan Borgman: “In ons geval zijn dat gras en mais voor ons melkvee. Maar daarnaast oogsten we ook fotonen met onze zonnepanelen.” Die panelen kwamen er in combinatie met de eerste Redox Flow-batterij in 2010 in het kader van het Courage-project, gericht op het melkveebedrijf van de toekomst. “De zonnepanelen en batterij maken ons (vrijwel) elektriciteitsneutraal. De tweede stap is energieneutraal worden door ook het netto gasverbruik tot nul te reduceren. Dat gaan we doen door de warmte uit onze melk te benutten voor de verwarming van de boerderij. De derde stap richting klimaatneutraliteit is voor een melkveebedrijf bijna onmogelijk vanwege de methaanuitstoot van koeien. Mestvergisting of een windmolen zou ons op termijn in die richting brengen.” Borgman hoopt dat energieopslag tot een zinvolle economische activiteit kan uitgroeien. Door de salderingswet is dat nu niet zo. “Vanwege het perspectief doen we aan dit vervolgproject met de nieuwe batterij mee. We vinden het interessant, dragen een steentje bij, maar willen er op termijn ook iets aan verdienen. Die vraag is ook de insteek van de demo: wanneer en dankzij welke factoren wordt het economisch interessant om dit te gaan doen?”


De test bij de ‘Fotonenboer’ moet uitwijzen tegen welke knelpunten de technologie in de praktijk mogelijk aanloopt.

“Al jaren doet onze R&D-afdeling in Israël onderzoek naar de toepassing van ‘zink-bromide (Zn/Br2) flow celltechnologie’ voor energieopslag. Veel praktijktoepassingen waren er alleen nog niet, dus ben ik op de mogelijkheid ingesprongen om de bestaande infrastructuur bij de Fotonenboer te benutten. Ik heb contact opgenomen met Jeroen de Veth om de businesscase voor de zink-bromidetechnologie in de praktijk te kunnen bestuderen.” Het maakte de weg vrij naar een nieuw demonstratieproject, waarvoor de EU subsidie verschafte. De Veth: “We willen achterhalen welke kostendaling nodig is om deze techniek haalbaar te maken.”

Dienstverlening

De stap van ICL is opmerkelijk, want het bedrijf produceert wel halffabricaten voor batterijchemie, maar niet de eindproducten die in Vierakker komen te staan. ICL betrekt ze van het Australische RedFlow. ICL-IP in Ter-

’SCHAF SALDERINGSREGELING AF’

Engels heeft een politiek statement: “De salderingsregeling van duurzame energie voor huishoudens, die in 2019 afloopt, is weliswaar gunstig voor lokale opwekking, maar rijdt tegelijkertijd opslagprojecten in de wielen. De regeling was in de tijd begrijpelijk om opwekking te stimuleren. Maar nu opslag de infrastructuur compleet maakt, staat de saldering een gezonde doorontwikkeling juist in de weg. Schaf de salderingsregeling dus af. Die opslag is voor de toekomst hard nodig.” 16 Chemie Magazine april 2017

neuzen is een van de broomverwerkende fabrieken van ICL. Al sinds 2012 biedt het bedrijf ondersteuning aan producenten en ontwikkelaars van Zn/Br2-batterijen zoals RedFlow. De ondersteuning betreft chemie, logistiek en milieu- en veiligheidstechnische aspecten. ICL Terneuzen schaalde de productie van battery grade Zn/Br2 en de Bromine Complexing Agent (BCA), het ‘motorblok’ van de batterij, op. Bovendien werd dit laatste product in samenwerking met corporate onderzoekers in Israël sterk verbeterd. Het bedrijf ontdekte dat de start-ups in deze markt weinig ervaring hebben met deze broomproducten. Engels: “Ze weten veel van batterijen, maar minder van chemie. Omdat wij de nodige chemische kennis wel hebben, ontwikkelden we een kant-en-klare elektrolyt-blend voor hen.” ICL gaat ver in de dienstverlening. “Omdat we in deze technologie geloven”, aldus Engels. “We helpen klanten proactief met labelling en compliance. In dat licht kun je onze stap richting Vierakker zien. We zijn ook bereid te investeren in demonstratieprojecten.” Vierakker is weliswaar de eerste test met een zink-bromidebatterij in Nederland, maar niet de eerste stap van ICL naar praktijktesten. Een demoproject dat in 2015 in de Verenigde Staten van start ging voldeed aan alle verwachtingen, maar is inmiddels achterhaald – de technologie is alweer veel verder. Engels: “Daarnaast hebben we een grote batterij op een trailer in aanbouw. Die rijden we rond en daarmee voeren we op allerlei locaties onder verschillende omstandigheden testen uit.” Vierakker is hierop een mooie aanvulling. Engels schat de businesscase in Vierakker gunstig in: “We hebben vertrouwen in


‘Er is een schreeuwende behoefte aan opslag’

de technologie, in RedFlow en in onze projectpartners.” Dat zijn de Fotonenboer, Trinergie, LTO Noord, energiebedrijf AgroEnergy en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

Stationaire toepassingen

ICL wil weten tegen welke knelpunten de technologie in de praktijk mogelijk aanloopt. Engels: “Zo’n batterij is een complex samenspel van factoren. Als onze afnemers problemen hebben die wij niet kennen, kunnen we er niets aan doen. Zodra we iets wel weten, kunnen we bijdragen aan een oplossing. Omdat de stap naar de praktijk vaak lastig is, nemen wij het voortouw.” ICL ziet de urgentie: “Er is een schreeuwende behoefte aan opslag.” Behalve vraag ziet ICL ook de mogelijkheden. “Het gaat weliswaar om een complex molecuul, maar de grondstoffen zijn commodity’s – in tegenstelling tot lithium”, merkt Engels op. “Zink-bromide heeft een veel kleinere zelfontlading, minder problemen met capaciteitsreductie en dus een langere levensduur. Er is geen risico op spontane ontbranding: het elektrolytmengsel is chemisch stabiel en broom kent veel toepassingen als vlamvertrager. We kunnen nog grote stappen zetten op het gebied van energiedichtheid. Ook is het handig dat de vloeistoftanks voor op- en ontladen gescheiden kunnen worden van opslag, waardoor veel grotere hoeveelheden energie kunnen worden opgeslagen.” Nog een verschil: de technologie is volledig recyclebaar. Engels: “We hebben het van het begin af aan ontworpen als een circulair proces. Het zijn allemaal redenen waarom we graag helpen de markt voor stationaire toepassingen te ontwikkelen.”

Gigantisch potentieel

De technologie heeft één nadeel, of misschien anderhalf. Een half nadeel zou kunnen zijn dat de elektrodetechnologie nog te traag is voor inzet als net-stabilisatie. Dat wil zeggen: wat betreft batterijtechnologie met haar reactietijd van minder dan 20 milliseconden is er geen probleem, de uitdaging ligt op het vlak van de vermogenselektronica (Power Conversion System, PCS). Doorontwikkeling maakt dit wellicht oplosbaar; juist op dit punt richt Trinergie zich. Bij de inzet voor mobiele

NOMINATIE VOOR RESPONSIBLE CARE-AWARD

In 2016 nomineerde de VNCI deze batterijtechniek van ICL voor de Responsible Care-award. Nauwelijks een jaar later is er al een praktijktest. Een voordeel van de ‘zink-bromide Redox Flow-technologie’ vormen de zeer goed beschikbare en betaalbare chemicaliën. Opschaling van de elektrolytproductie vormt geen belemmering. De ontwikkelingen zitten vooral in de productie van de stacks waar de elektrochemische energie-uitwisseling met het elektrolyt plaatsvindt. De afdichting daarvan moet goed gewaarborgd zijn. De productie ervan laat zich enigszins vergelijken met die van brandstofcellen. Net als bij brandstofcellen is er sprake van twee media met een membraan ertussen. En net als bij brandstofcellen zijn de platte cellen in stacks te plaatsen. De productie is nu nog kleinschalig en handmatig, dus kostbaar. Hoe meer hernieuwbare energie er komt, des te groter de vraag naar opslagsystemen. Op termijn zullen de kosten door opschaling en robotisering sterk omlaag kunnen. De komende jaren moeten uitwijzen hoever de kosten kunnen dalen en of die prijsdaling voldoende zal zijn voor een flink marktaandeel ten opzichte van een (deels) concurrerende technologie zoals waterstofproductie.

toepassingen is het een stuk onzekerder of doorontwikkeling op korte termijn soelaas kan bieden. De verhouding tussen massa en energiedichtheid moet daarvoor sterk omhoog en het is nog onduidelijk of dit kan. Anderzijds is het potentieel voor stationaire toepassingen gigantisch. Engels: “Denk in combinatie met zonnepanelen aan standalone energievoorziening van bijvoorbeeld telecomzendmasten en aan toepassingen zoals in Vierakker om (agrarische) bedrijven en woonwijken zelfvoorzienend te maken. Noodstroomvoorzieningen voor ziekenhuizen? Het kan. Ook voor beheerders van energienetten ligt opslag soms meer voor de hand dan investeren in meer kabels, meer intelligentie en meer interactiviteit op het net. Dat geldt bij uitstek bij afgelegen grootschalige duurzame energieopwekking, zoals bij een getijdecentrale. Als de afname ver van de opwekking af ligt, wordt opslag bij de centrale het overwegen waard. Batterijen kunnen al met al een belangrijke rol spelen in de toekomstige stroominfrastructuur.” p april 2017 Chemie Magazine 17


REACH-DEADLINE ZORGT VOOR KOPZORGEN BIJ HET MKB

‘HOGE KOSTEN VOOR REGISTRATIE ZIJN HET GROOTSTE PROBLEEM’

18 Chemie Magazine april 2017


REACH

CEFIC

Bedrijven maken zich op voor een belangrijke deadline van de Europese stoffenwetgeving REACH: de verplichte registratie van stoffen per 31 mei 2018. Zeker het mkb worstelt hiermee. Vooral met de hoge kosten die gemoeid zijn met registratie, maar ook met issues rond handhaving en compliance. “Het levert ingewikkelde technische discussies op, waarvoor het mkb over het algemeen de kennis niet in huis heeft”, stelt directeur Ruud Koene van RÜTGERS Resins. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

D

e Europese stoffenwetgeving REACH bepaalt dat ondernemingen die stoffen vervaardigen of importeren in hoeveelheden van 1 tot 100 ton per jaar deze uiterlijk 31 mei 2018 moeten hebben geregistreerd bij het Europees Chemicaliënagentschap (ECHA). Hierbij gaat het om stoffen die niet kankerverwekkend, mutageen of reprotoxisch zijn. De chemische industrie staat volledig achter de doelstellingen van REACH, benadrukt Dirk van Well, senior beleidsmedewerker Stoffen en Arbeidshygiëne van de VNCI. “Chemiebedrijven vinden het belangrijk dat mens en milieu goed zijn beschermd tegen de risico’s van de productie en het gebruik van chemische stoffen. Bovendien kan de chemische industrie door REACH het concurrentievermogen behouden en verbeteren. Maar het moet wel werkbaar blijven.” En daar wringt de schoen, weet Ruud Koene, directeur van RÜTGERS Resins in Uithoorn. Het bedrijf met zeventig werknemers, onderdeel van een Duits-Amerikaans concern, produceert onder meer halffabricaten voor de verf-, rubber-, en drukinktindustrie. Een van de grootste problemen voor het mkb zijn volgens hem de hoge kosten die de bedrijven moeten maken om aan de wetgeving te voldoen. Veel mkb-bedrijven maken immers unieke stoffen in kleine hoeveelheden voor nichemarkten. De kosten om deze stoffen te registreren wegen vaak niet op tegen de opbrengsten. Daardoor tellen bedrijven hun knopen en brengen ze sommige stoffen niet meer op de markt. Dat heeft weer grote gevolgen voor hun afnemers, die de stoffen nodig hebben in bijvoorbeeld een verfreceptuur.

De vele vragen waar het mkb mee worstelt zijn niet alleen voor de VNCI maar ook voor de Europese chemiekoepel Cefic reden om de voorlichting te intensiveren. Zo gaf Cefic-directeur Marco Mensink in februari tijdens een VN-congres in Brazilië aan dat de ondersteuning van het mkb om de deadline van mei 2018 te halen dit jaar de belangrijkste activiteit van de organisatie zal zijn. Mensink zei verder dat REACH tot nu toe veel informatie en kennis over de stoffen die de chemische industrie produceert heeft opgeleverd, maar dat de wetgeving wel werkbaar moet blijven. De hoge kosten voor het mkb om aan de wetgeving te voldoen zijn Cefic een doorn in het oog, evenals de gebrekkige controle op de import van producten waarin chemische stoffen zijn verwerkt. Dat heeft gevolgen voor de concurrentiepositie van Europese chemiebedrijven, aldus Mensink.

Mkb-bedrijven hebben bovendien minder mogelijkheden om de kosten die de wetgeving met zich meebrengt met elkaar te delen in vergelijking met grotere ondernemingen. Zo zijn er 140 bedrijven die in een eerdere fase van REACH zwavel registreerden bij het ECHA. De kosten voor de registratie, waaronder toxicologische onderzoeken, konden ze met elkaar delen door samen te werken in een informatie-uitwisselingsforum voor stoffen (SIEF). Voor het mkb is het veel lastiger. Veel van deze bedrijven zijn in hoge mate gespecialiseerd en maken of importeren stoffen die niet of slechts door een beperkt aantal andere bedrijven worden gemaakt of geïmporteerd. Het delen van informatie en kosten kan dan problematisch zijn, en soms moeten bedrijven in dit soort situaties noodgedwongen gebruikmaken van onafhankelijke trustkantoren. Daar komt bij dat bedrijven de kosten voor het vaststellen van de stofidentiteit niet met elkaar kunnen delen.

Verwarring

Bovendien bestaat de kans dat bedrijven die chemisch gezien vrijwel vergelijkbare stoffen produceren en verkopen toch verschillende registratiedossiers moeten indienen. Dit brengt het specialistische karakter van deze producten met zich mee. Dat zorgt in de leveringsketen voor verwarring, stelt Koene. Daarnaast beschikken kleinere bedrijven vaak niet over REACH-specialisten en moeten ze kostbare consultants inhuren om aan de registratieverplichtingen te voldoen. Ook hebben de laboratoria die de toxicologische onderzoeken uitvoeren te weinig capaciteit, waardoor de prijzen voor de onderzoeken stijgen. Een ander punt van zorg voor het mkb is de handhaving. Van Well benadrukt dat het kennisniveau bij IL&T en I-SZW hoog is, maar dat er soms toch nog interpretatieverschillen zijn over invulling van REACH, bijvoorbeeld over de precieze eisen aan het veiligheidsinformatieblad (Vib). Zo is een chemiebedrijf aangesproken op het feit dat het Vib geen versienummer had. “Maar goed beschouwd is het vermelden van het versienummer slechts een van de opties die REACH biedt om duidelijk te maken dat het Vib is gewijzigd”, stelt Van Well. Chemiebedrijven ontwikkelen volgens hem steeds vaker systemen om discussies met de Inspectie te voorkomen e april 2017 Chemie Magazine 19


’BEGIN OP TIJD, ZORG VOOR GOEDE PLANNING EN INVESTEER IN KWALITEIT’

‘Het moet wel werkbaar blijven’

De registratiedeadline van 31 mei 2018 was het belangrijkste onderwerp tijdens de twaalfde ‘ECHA-stakeholderdag’ op 5 april in Helsinki. De boodschap, met name bedoeld voor het mkb, was helder: begin op tijd, zorg voor een goede planning en investeer in kwaliteit, zowel in die van het dossier zelf als van de informatie over de stofidentiteit. Het Europees Chemicaliënagentschap (ECHA) heeft inmiddels een geavanceerd systeem voor de zogenaamde Completeness checks. Gebrekkige kwaliteit van het dossier of een onjuiste identificatie van de stof kan ertoe leiden dat ECHA registraties niet accepteert of aanvullende informatie eist. Om bedrijven te helpen om over deze hoge lat te springen, heeft ECHA een groot aantal instrumenten ontwikkeld. Via een goed gedocumenteerd stappenplan worden bedrijven op een toegankelijke manier door het registratieproces geleid. Daarnaast zijn handreikingen, programma’s en websites ontwikkeld die helpen bij het vaststellen van de stofidentiteit. Ook voor zogeheten Chemical Substances of Unknown or Variable Composition, Complex Reaction Products and Biological Materials (UVCB’s) worden bedrijven geholpen bij het toepassen van slimme methoden om informatie te genereren. Als alternatief voor dierproeven zijn best practices beschreven, wordt inzicht gegeven in mogelijke testkosten, rechten en plichten bij het delen van gegevens en de kosten. Verder zijn tal van andere handreikingen gepubliceerd. Komende tijd organiseert ECHA interactieve webinars en online trainingen. Ook komt er de ECHA-cloudservice, om online registraties in te dienen, zonder de complexe IUCLID-software te installeren.

en ervoor te zorgen dat ze compliant zijn. Maar dat blijkt in de praktijk geen eenvoudige zaak, weet Koene. “Wij bevinden ons nu in de fase van de compliance checks. Het komt erop neer dat wij onze stoffen hebben geregistreerd bij het ECHA en voldoende toxicologische onderzoeken hebben ingeleverd om de dossiers in orde te maken. Maar nu blijkt dat voor sommige dossiers toch weer aanvullende onderzoeken nodig zijn. Dat kost weer extra geld, zeker gezien de beperkte capaciteit van de laboratoria die deze onderzoeken moeten uitvoeren. Ook stelt het ECHA vragen over of de identificatie van de stoffen wel correct is geweest. Het levert ingewikkelde technische discussies op, waarvoor het mkb over het algemeen de kennis niet in huis heeft.” Koene maakt zich verder zorgen over het ontbreken van voldoende Europese afstemming bij de handhaving. Hierdoor is er in de praktijk geen sprake van een gelijk speelveld in Europa. Hij noemt een voorbeeld uit zijn eigen praktijk. RÜTGERS Resins heeft ook een fabriek in Duitsland, die precies dezelfde producten maakt als in Uithoorn. “Mijn Duitse collega’s hebben echter nog nooit een compliance check gehad. In Uithoorn komt de Inspectie voor de Leefomgeving echter regelmatig over de vloer. Recentelijk hebben wij nog onze safety data sheets moeten aanpassen. Het betekent dat klanten straks twee verschillende documenten krijgen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”

Voorlichting

Van Well signaleert verder dat mkb-bedrijven veel vragen hebben over hun rechten en plichten in de informatie-uitwisselingsfora over stoffen. Dat geldt ook voor de 20 Chemie Magazine april 2017

manier waarop ze het beste met leden van de fora kunnen communiceren, evenals vraagstukken over de kostenverevening. “Mkb-bedrijven willen weten hoeveel ze moeten betalen om de dossiers op orde te krijgen. Dat is vaak niet zo helder. De hoofdregel is dat bedrijven die stoffen in kleinere hoeveelheden op de markt brengen minder gegevens hoeven aan te leveren. Ze hoeven dus niet voor het hele dossier te betalen.” Chemiebedrijven moeten er volgens Van Well rekening mee houden dat REACH na de deadline in mei 2018 nog niet is afgerond. Ook daarna zullen gegevens moeten worden gegenereerd en worden beoordeeld, zowel voor bestaande als nieuwe stoffen. Bovendien zullen er aanvullend eisen komen voor stoffen in nanovorm en is de verwachting dat dit mogelijk ook voor de beoordeling van hormoonverstorende stoffen gaat gelden. p

ONDERSTEUNING

De VNCI organiseert dit jaar workshops en mogelijk webinars om de mkb-leden te ondersteunen bij het halen van de belangrijke REACH-deadline. Uit een enquête van de VNCI onder de leden blijkt volgens Van Well dat ze niet zozeer willen weten wát ze moeten doen, maar vooral hóé ze het moeten doen. “Daar zullen wij bij de inhoud van de voorlichtingsactiviteiten rekening mee houden. Zo denken wij eraan om in juni een workshop te organiseren waarin de kosten voor REACH en de rechten en plichten van bedrijven in de informatie-uitwisselingsfora centraal staan.”


Innovating together TechnipFMC is a world-class leader in design, engineering, procurement and construction of process plants for the oil, gas and petrochemical industries. Our office near The Hague is a dedicated technology center with a team skilled in worldwide execution of full EPC projects in: `` Ethylene production `` Hydrogen/syngas production `` Fast pyrolysis bio-oil production `` EDC, DRI, and special and refinery heaters We also specialize in modernizing: `` Ethylene furnaces and plants `` Reformers and hydrogen/syngas plants `` EDC, DRI, and special and refinery heaters Our dedicated service team is prepared to support the operation of your plants.

For more information, please contact us: tpbenelux@technipfmc.com Technip Benelux B.V. Afrikaweg 30 P.O. Box 86 2700 AB Zoetermeer TechnipFMC.com


RANDSTAD WIL NETWERK VOOR GROOTSCHALIG HERGEBRUIK VAN KOOLDIOXIDE

CO2 SMART GRID: VAN AFVAL NAAR GRONDSTOF Er bestaat al een netwerk dat afgevangen CO2 uit de Rotterdamse haven naar de Westlandse kassen vervoert. Maar de ambities van West-Nederland reiken verder: uitbreiding van dit OCAP-netwerk tot een CO2 Smart Grid voor de hele Randstad en grootschalig CO2-hergebruik binnen vijftien jaar. Het zou een wereldwijde primeur zijn. Tekst: Leendert van der Ent

H

et Rotterdamse havengebied veroorzaakt 19 procent van de nationale CO2-uitstoot. Op de Nationale Klimaattop van 26 oktober 2016 onder het motto ‘Bring Paris Home’ tekenden havengerelateerde partijen een intentieverklaring. Het halen van de nationale klimaatdoelen – 85 tot 95 procent emissiereductie in 2050 – is onmogelijk zonder flinke emissiereductie in de haven. Het is de haven menens met verduurzaming. President-directeur Allard Castelein van Havenbedrijf Rotterdam verwoordt het in NRC van 23 maart zo: “Sinds Parijs beseffen bedrijven dat verduurzaming een voorwaarde is om te overleven.” Voor wie dat niet beseft en niet meegaat met de energietransitie heeft hij een duidelijke boodschap: voor diegene is straks in de haven geen plaats meer. Niets doen is geen optie.

22 Chemie Magazine april 2017

De haven vertaalt de dadendrang in de aanleg van nieuwe infrastructuur. De bedrijvigheid in de haven produceert voldoende warmte om 500.000 woningen te verwarmen. Die energie warmt momenteel behalve kassen vooral nog de buitenlucht op, maar in de toekomst moet deze thermische energie interieurs behaaglijk houden. Een warmtenet richting het Westland, Den Haag en Leiden moet daarvoor zorgen. Deze warmte kan talloze gasaansluitingen vervangen. De partijen in De Warmtealliantie willen de komende vijf jaar starten met de aanleg van de benodigde pijpleidingen. Zo kan warmte uit de haven emissies elders voorkomen.

Omslag in denken

Maar dat warmtenet doet nog niets aan de CO2-uitstoot in het havengebied zelf. Het eindpunt is helder: overschakelen op 100 procent her-

nieuwbare energie. Dat gaat niet van de ene op de andere dag. In elk realistisch scenario zal fossiele energie voorlopig nog een belangrijke rol blijven spelen. Wat te doen? Het begint met het denken: beschouw kooldioxide niet langer als afval, maar als grondstof. Er is al een netwerk dat afgevangen CO2 naar kassen in het Westland vervoert, waar tuinders het als meststof benutten. Dit OCAP-netwerk kan de basis worden voor een CO2 Smart Grid dat afgevangen kooldioxide bij bedrijven ophaalt om het naar lege gasvelden op zee te vervoeren voor opslag: Carbon Capture and Storage (CCS – zie kader). Dit moet leiden tot grootschalig CO2-hergebruik in vijftien jaar. De opslag op zee is hierbij een tijdelijke oplossing, een buffer. Het is de bedoeling dat partijen productieprocessen ontwikkelen waarin CO2 als meststof, voor algenteelt én als


C02 Het bestaande OCAP-netwerk kan de basis worden voor een CO2 Smart Grid dat afgevangen kooldioxide bij bedrijven ophaalt om het naar lege gasvelden op zee te vervoeren voor tijdelijke opslag.

EEN CIRKEL KENT GEEN PRIJS

Het zou mooi zijn om het gebruik van CO2 als grondstof als leidend principe te hanteren, met CO2-reductie als prettige bijkomstigheid. De circulaire economie als uitgangspunt nemen heeft helaas een praktisch bezwaar: de politiek stuurt wél op CO2-reductie. “Helaas zijn er voor circulair in Den Haag geen instrumenten. Het is een stip op de horizon waaraan je nergens een prijs kunt hangen”, stelt Postma vast.

industriegrondstof kan dienen. Dat is Carbon Capture and Utilisation (CCU). Bij die industrieën gaat het om chemie, biochemie en cementproductie. Tot voor kort werd dit met het stabiele molecuul niet voor mogelijk gehouden, maar dat is inmiddels een gepasseerd station: technisch is inzet van CO2 als chemische building block mogelijk. 26 bedrijven, maatschappelijke organisaties, overheden en onderzoeksinstellingen tekenden ervoor om binnen vijftien jaar jaarlijks minstens 8 miljoen ton CO2 per jaar te hergebruiken – zo’n 5 procent van de totale Nederlandse uitstoot van broeikasgassen.

ROADMAP AFVANG EN OPSLAG Hans Warmenhoven van De Gemeynt werkt aan een roadmap voor Carbon Capture and Storage (CCS). Waar het CO2 Smart Grid de praktische invulling biedt, brengt Warmenhoven het brede perspectief en gemeenschappelijke doelen in kaart: waar willen we heen en wat moeten we doen om dat te halen? Bovendien moeten de deelnemende partijen die gedeelde visie eenduidig communiceren. Daarom zijn nauwe contacten tussen de routekaart en CO2 Smart Grid wenselijk. “CCS is een second inconvenient truth”, geeft Warmenhoven aan. “Niemand wil het, maar het lijkt onontkoombaar om de klimaatdoelen te halen. Het is tijdelijk, totdat het gebruik van fossiele energie stopt. Daarom mag het structurele oplossingen niet in de weg staan.” Het is belangrijk dat betrokkenen dezelfde visie delen. “Een breed draagvlak, brede erkenning van de onontkoombaarheid is essentieel. Maatschappelijk draagvlak moet een politieke vertaling krijgen. Een uitrol over vijf tot tien jaar moet plaatsvinden op basis van een breed gedragen visie. De komende twintig jaar wil niemand opslag op land en goede monitoring van de opslag op zee door NEA (emissieautoriteit – red. ) is nodig. Partijen doen er goed aan geen milieuclaims te doen waarvan ze de reikwijdte niet kunnen overzien. Draagvlak is broos en te brede claims kunnen het draagvlak ondergraven.”

Haalbaarheidsstudie

Tijdens de Nationale Klimaattop tekenden ze een overeenkomst om gezamenlijk projecten te onderzoeken die de CO2-uitstoot sterk verminderen. Die partners hebben zich

e april 2017 Chemie Magazine 23


verenigd om dit meest ambitieuze plan van de top waar te maken. “Het bleek dat een CO2 Smart Grid van alle projecten niet alleen het meest ambitieuze is, maar ook de grootste kans biedt om een fikse emissiereductie te realiseren.” Dit vertelt Petrus Postma van ‘conceptfabriek’ BLOC op 30 maart aan zijn gehoor in de chemische pilot- en demofabriek PlantOne, vlak bij Rozenburg. De gelegenheid is de kick-off van de haalbaarheidsstudie voor het CO2 Smart Grid. De 26 partijen – aangevuld met inmiddels twee nieuwe ondertekenaars, en meer op komst – onderzoeken samen met BLOC hoe ze het CO2 Smart Grid kunnen realiseren. Bij dat onderzoek kan gastlocatie PlantOne een belangrijke rol spelen, maakt directeur Taco Boerstra duidelijk. “Om CO2 te verwaarden als grondstof moeten bedrijven het afvangen en het zuiveren doorontwikkelen. Ze zullen productieprocessen gaan ontwikkelen. Wij bieden daarvoor deels al de infrastructuur, deels gaan we die nog realiseren. Deelnemers kunnen verschillende systemen in onze labs ontwikkelen en op pilotplant- of demoschaal testen. We maken het voor deelnemers makkelijk om op die infrastructuur in te pluggen en hebben daar de benodigde vergunning voor.” Postma schetst hoe het verdergaat. “De haalbaarheidsstudie start nu met een eerste fase en leidt deze zomer tot een voorlopige go of no go. De gewenste uitkomst is dat we de basis voor businesscases in handen krijgen waar de hele keten mee vooruit kan. Na de beslissing moet er binnen vijftien maanden een plan van aanpak liggen waarmee partijen meteen aan de slag kunnen. Wat kan er vandaag en morgen technologisch binnen alle stappen, van afvangen aan de bron via infrastructuur tot toepassing als nieuwe 24 Chemie Magazine april 2017

Het is de bedoeling dat productieprocessen worden ontwikkeld waarin de afgevangen en opgeslagen CO2 als meststof, voor algenteelt én als industriegrondstof kan dienen.

grondstof? Behalve technologie verdienen het marktperspectief, het maatschappelijk perspectief en de keuze voor een uitvoeringsprogramma de aandacht.”

Nu beginnen

Alice Krekt, programmadirecteur bij Deltalinqs, improviseerde desgevraagd een samenvatting van de kick-off. “Ik had willen zeggen: Rotterdam, zo ken ik je weer – gericht op doorpakken en in staat oplossingen te bieden met moleculen. Maar daar zou ik de Amsterdamse aanwezigen mee tekortdoen.” De plannen stoppen namelijk niet bij het Rotterdamse havengebied. Heel westelijk Nederland biedt een uitgelezen kans voor deze transformatie. Amsterdam als vierde haven van Europa en andere regionale industrieclusters doen volle bak mee. Krekt: “De uitbreiding van OCAP naar een CO2 Smart Grid voor de hele Randstad zou een fantastische ontwikkeling zijn.” De zaal kreeg nog een mogelijkheid om korte schriftelijke aanbevelingen mee te geven. Eén daarvan: “Gewoon nu beginnen, we lopen al achter.” p www.co2smartgrid.nl

VERWANTE INITIATIEVEN: SCOT EN XPRIZE

Smart CO2 Transformation (SCOT) was een Europees onderzoeksprogramma dat liep tot 2016. Onderzocht werd de transformatie tot chemische bouwstenen, synthetische brandstoffen en mineralisatie voor de bouwmaterialenmarkt. In vijf jaar is dat steeds concreter geworden. Het leidde bijvoorbeeld tot een Joint Action Plan voor Smart CO2 Transformation. SCOT krijgt vervolg in de oprichting van een European CO2 Utilisation Association. Het founding consortium is er al, maar meer kandidaten zijn nog welkom. Voor de associatie zou de levenscyclusanalyse (LCA) centraal kunnen staan: wat levert slimme transformatie op, voor wie, en hoe verdeel je de revenuen? De organisatie zal zich dan ook richten op mogelijke waardeketens voor verschillende sectoren, het oplossen van technologische en economische uitdagingen en het verbeteren van de zichtbaarheid en acceptatie. www.scotproject.org De Amerikaanse Xprize Foundation richt zich met een speciale Carbon Xprize op de rendabele ontwikkeling van businesscases die tot CO2emissiereductie leiden. Voor de winnaar staat 20 miljoen dollar klaar. 27 teams zijn door de halve finale en testen en verfijnen momenteel hun concept. www.xprize.org/prizes


32e editie van de internationale beurs voor fijn- en speciaalchemicaliën

Met zijn gerichte profiel staat Chemspec Europe bekend als dé place to be voor internationale experts die actief zijn in de sector voor fijn- en speciaalchemicaliën. Inkopers en agenten die op zoek zijn naar zeer gespecialiseerde producten en op maat gemaakte oplossingen, zullen er toonaangevende bedrijven van over de hele wereld vinden met een maximaal aanbod van fijn- en speciaalchemicaliën.

Conferenties van topniveau!

Profiteer van de uitstekende kansen om te netwerken en laat u inspireren door de meest recente R&D-resultaten op conferenties van topniveau.

Agrochemical Outlook Conference Chemspec Careers Clinic Pharmaceutical Update Conference Pharma Outsourcing Best Practices Panel REACHReady Regulatory Services Conference RSC Symposium

Chemspec Europe 2017 – De drijvende kracht voor het bedrijfsleven van morgen! Beurs Conferentie Netwerken

31 mei – 1 juni 2017 Messe München, Duitsland

www.chemspeceurope.com

Organisatoren:


Tankmarkering

Overzichtsborden

Leidingmarkering

Veiligheidssignalering

Visit our website:

BLOMSMA-SAFETY.COM

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP TABLET EN SMARTPHONE U kunt Chemie Magazine ook (gratis) ontvangen op uw tablet en smartphone. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines • U krijgt telkens een mail als er een nieuwe editie is verschenen VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl

Total Project Service


Veiligheid

BEDRIJFSBRANDWEER CHEMELOT KWAM BRANDWEER ZUID-LIMBURG AL TIEN KEER TE HULP

EÉN BRANDWEERTEAM VOOR CHEMISCHE INCIDENTEN WERKT De bedrijfsbrandweer van Chemelot en de brandweer Zuid-Limburg werken inmiddels ruim twee jaar nauw samen. Tot ieders tevredenheid. Het gaat vooral om de inzet van gaspakken en een speciaal voertuig van de bedrijfsbrandweer bij ongelukken met gevaarlijke stoffen buiten de chemiesite Chemelot, maar binnen het verzorgingsgebied van de brandweer Zuid-Limburg. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

’I

n Nederland praten we al langer over publiek-private samenwerking tussen bedrijfsbrandweren en de reguliere brandweer. Toch komt deze samenwerking maar moeilijk van de grond”, zegt VNCIbeleidsmedewerker (Transport) Veiligheid en Gezondheid Macco Korteweg Maris. “Nu is het zo dat beide partijen elkaar soms helpen, zoals bij het incident in 2015 in Tilburg. Hierbij ontstond na een botsing een lekkage bij een spoorwegketelwagon van SABIC. De samenwerking tussen de bedrijfsbrandweer van Chemelot en de brandweer Zuid-Limburg gaat echter nog een stuk verder.” “In eerste instantie ging het vooral om de inzet van gaspakken van de bedrijfsbrandweer van Chemelot”, reageert Iwan Custers, kazernechef in Maastricht. “Wij beschikten zelf over gaspakkenteams, maar die werden bijna nooit ingezet. Ook werd er steeds minder getraind. Na overleg kwamen wij erachter dat de bedrijfsbrandweer nog veel meer te bieden had, zoals de levering van bluswater, blusschuim en bluspoeder.”

Heldere afspraken

“Operationeel waren we het snel met elkaar eens”, zegt Rob Smeets, performance engineer Risico Beheersing & Incidentbestrijding van Sitech Services. “Maar er lagen enkele juridische vraagstukken, waardoor het even

heeft geduurd voor de samenwerking echt van start kon gaan. Het is essentieel om de rol van de overheid te respecteren. De Veiligheidsregio, waar de brandweer ZuidLimburg onder valt, is immers niet alleen onze klant, maar tevens toezichthouder. Daarnaast is het belangrijk heldere afspraken met elkaar te hebben over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en aansprakelijkheden. De afspraken zijn vastgelegd in een Service Level Agreement.” Sinds de start van de samenwerking heeft de bedrijfsbrandweer tien keer bijstand verleend aan de brandweer Zuid-Limburg. Ook heeft de brandweer Zuid-Limburg een aantal keren met de specialisten van de bedrijfsbrandweer gebeld voor advies bij chemische incidenten.

Aanbevelingen

Welke lessen kunnen we nu leren van de samenwerking in Zuid-Limburg? Volgens Custers is de wil om samen te werken de eerste essentiële stap. Daarnaast is het volgens hem belangrijk om de samenwerking niet als een bezuinigingsmaatregel te presenteren. “Focus vooral op de kwaliteitsverbetering, zoals wij hebben gedaan richting onze bestuurders. Wij krijgen nu voor hetzelfde geld meer kwaliteit.” De samenwerking tussen de beide partijen is volgens Korteweg Maris een lichtend voorbeeld van publiekprivate samenwerking voor de rest van Nederland. Verder pleit hij ervoor dat hulpverleners het Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijke Stoffen (LIOGS) sneller inschakelen als ze ondersteuning nodig hebben bij een incident met gevaarlijke stoffen. De telefonische hulpdienst is 24 uur per dag bereikbaar om bij incidenten informatie op te vragen over gevaarlijke stoffen en de scenario’s die zich daarmee kunnen voordoen. p april 2017 Chemie Magazine 27


400 27 DSM OPENT NIEUW BIOTECHNOLOGY CENTER

ONDERZOEKERS UIT LANDEN

Op 19 juni opent DSM Delft een nieuw laboratorium-kantoor, het hypermoderne Biotechnology Center. Hiermee vergroot DSM de capaciteit van biotechnologisch onderzoek en ontwikkeling van toepassingen in voeding en voedingsmiddelen, diervoer, biobrandstoffen, farma en biobased materialen. Het DSM Biotechnology Center (DBC) is een hightech en transparant gebouw. Het vormt het hart van de Biotech Campus Delft, waar kennis, samenwerking en innovatie centraal staan, en wordt de motor achter DSM’s innovaties in biotechnologie. DSM introduceert er de Bright Way of Working, waarbij snelle samenwerking en afwisseling in activiteiten de werkplek bepa28 Chemie Magazine april 2017

len. De voltooiing van het biotechnologiecenter is onderdeel van DSM’s investeringsprogramma van 100 miljoen euro voor uitbreiding van onderzoek en ontwikkelingsfaciliteiten in Nederland, dat in 2013 is gestart. In dit innovatiecluster bouwen meer dan 400 onderzoek- en ontwikkelingsexperts uit 27 landen voort op een traditie van meer dan 150 jaar fermentatie en biotechnologische innovatie in Delft. Biotech Campus Delft, waar DSM Food Specialties zijn wereldwijde hoofdkantoor heeft, is een initiatief van DSM Delft, TU Delft, gemeente Delft en provincie Zuid-Holland. DSM heeft de site in Delft de afgelopen jaren uitgebreid met


Wetenswaardig Het Rosalind Franklin Biotechnology Center.

van de toekomst’ komen tegemoet aan de wereldwijd toenemende vraag naar proteïnen. DBC krijgt de naam Rosalind Franklin Biotechnology Center, als eerbetoon aan Rosalind Franklin (1920-1958), een briljante wetenschapper die tijdens haar tragisch korte leven een enorme bijdrage heeft geleverd aan onze kennis van DNA. Hiermee legde ze de basis voor de moderne biotechnologie. Met het eren van Franklin brengt DSM hulde aan alle vrouwelijke helden van de wetenschap. p FOTO: DSM

onder meer een voeding- en applicatiecenter en heeft mede geïnvesteerd in een hypermoderne fermentatieproeffabriek. Daarnaast is de site een belangrijke industriële productiesite voor onder meer halffabricaten voor antibiotica en gistextracten en smaakstoffen. Momenteel wordt er gewerkt aan innovaties zoals de productie van fermentatieve steviol glycociden. Dit zijn de caloriearme, zoetsmakende moleculen in de steviaplant, als antwoord op de wereldwijd groeiende vraag naar suikerarme voedingsmiddelen en dranken. Daarnaast wordt er een nieuwe technologie ontwikkeld waarmee het oneetbare product dat bij de extractie van raapzaad- of canola-olie overblijft wordt omgezet in een hoogwaardig plantaardig eiwit. Deze ‘proteïnen

april 2017 Chemie Magazine 29


DCMR, GROENLINKS EN FNV OVER RESPONSIBLE CARE

‘HET IS TIJD OM DOOR TE PAKKEN’

‘B

eschermen van mens en milieu door continue verbetering van de VGM-prestaties’, zo luidt het tweede punt van de Responsible Care Global Charter (zie kader). “Het is goed dat de chemische industrie zich gecommitteerd heeft aan een programma waarmee zij probeert goed voor haar omgeving te zorgen”, zegt Bas Eickhout, Europarlementariër voor GroenLinks. “In die zin ben ik blij met Responsible Care.” Dat vindt ook Axel Pel, hoofd Reguleren Industrie bij DCMR Milieudienst Rijnmond. “Heel lang geleden had je hier in de Rijnmond smogdagen. De lucht was, met name door de SO2-uitstoot, zo slecht dat scholen werden opgeroepen dicht te blijven. Sindsdien zijn er op het gebied van milieu enorme verbeteringen geboekt.” Maar daarmee is Responsible Care nog lang niet ‘klaar’, vinden zowel Eickhout als Pel. Zo is er wat betreft het vierde punt van de Global Charter, ’Beïnvloeden van businesspartners’, volgens Pel nog werk aan winkel. “Het zou mooi zijn als je vanuit de Responsible Caregedachte de zwakke broeders meer aanspreekt, in de eerste plaats binnen de eigen branchevereniging, maar ook in naastgelegen branches. Uiteindelijk word je toch

BAS EICKHOUT (GROENLINKS)

‘Ik wil graag naar een proactieve agenda’

30 Chemie Magazine april 2017

als één sector gezien. Door ook bedrijven die geen lid zijn van de VNCI erbij te betrekken, duw je de hele branche de goede kant op.”

Incidenten

Volgens Egbert Schellenberg, bestuurder FNV Procesindustrie, moeten we oppassen met zelfgenoegzaamheid. “Hoeveel Responsible Care in vijfentwintig jaar ook voor elkaar heeft gekregen, er zijn nog steeds te veel milieu- en veiligheidsincidenten. Ook bij bedrijven waarvan je de indruk hebt dat ze alles op orde hebben. Zoals bij Shell Moerdijk. Ik had zo’n incident daar nooit verwacht, omdat ik echt dacht dat dit bedrijf alles goed voor elkaar had. Dan ga je twijfelen of het overal wel goed op orde is. Uit het laatste OvV-rapport, naar aanleiding van Odfjell, blijkt ook dat er nog tekortkomingen zijn in de beheersing van de veiligheid bij BRZO-bedrijven. En het aantal near misses blijft hoog. Als ik een advies mag geven aan de chemische industrie: luister meer naar de werkvloer. Ik hoor tijdens ledenvergaderingen regelmatig dat operators hun ervaringen rapporteren, maar dat het management er niets mee doet. Gisteren nog hoorde ik bij een bedrijf een heel verhaal over wat er


Responsible Care bestaat 25 jaar. Dankzij het programma heeft de chemische industrie haar VGM-prestaties fors verbeterd. Maar dat is niet voldoende, vinden DCMR, GroenLinks en FNV. “Je moet ook nadenken over hoe je jezelf positioneert ten opzichte van de toekomstige uitdagingen.” Tekst: Igor Znidarsic

allemaal fout gaat in het onderhoudsbeleid. Maar er wordt niet naar geluisterd. Omdat het beleid nu eenmaal anders is of omdat het een kostenkwestie is.”

Energietransitie

Wat betreft het zesde punt, ‘Bijdragen aan duurzaamheid’, is de chemie volgens Pel wel “voorzichtig stappen aan het zetten”, maar liggen er “nog veel uitdagingen richting de toekomst” en zou het “sneller” moeten. “Het tempo van de veranderingen in de energietransitie is voor iedereen lastig bij te houden, ook voor de chemische industrie. Toch verwacht ik juist van de chemische industrie een voortrekkersrol. Die zie ik nu niet. Door hier een grote sprong voorwaarts te maken kan de chemie laten zien hoe serieus zij Responsible Care neemt”, aldus Pel, die deelnam aan de Responsible Care Stakeholderdialoog in 2015. “Op het gebied van milieu en veiligheid is de afgelopen tijd grote vooruitgang geboekt. Nu is het tijd om door te pakken, ook op het gebied van duurzaamheid en de energietransitie.” Bas Eickhout, die scheikunde en milieukunde heeft gestudeerd, gaat nog een stap verder. “Vijfentwintig jaar geleden was het, vanwege een aantal grote incidenten, e

AXEL PEL (DCMR)

‘Er liggen nog veel uitdagingen richting de toekomst’

RESPONSIBLE CARE

Responsible Care (RC) is een wereldwijd initiatief van de chemiesector, gericht op het continu verbeteren van de prestaties op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu (VGM). In 2014 kwam de International Council of Chemical Associations (ICCA) met een update van de Responsible Care Global Charter. Bedrijven die het ondertekenen laten daarmee weten gevolg te geven aan de volgende zes punten: 1. Een corporate leiderschapscultuur, gericht op het proactief ondersteunen van veiligheidsmanagement via het wereldwijde Responsible Care-initiatief. 2. Beschermen van mens en milieu door continue verbetering van de SHE-prestaties, de beveiliging van onze faciliteiten, processen en technologieën en door continu te verbeteren op het gebied van productveiligheid en product stewardship in de hele keten. 3. Versterken van managementsystemen door deel te nemen in ontwikkeling en implementatie van circulair georiënteerde, gedegen en risicogebaseerde wetgeving en best practices. 4. Beïnvloeden van businesspartners om het veilige beheer van chemische stoffen binnen de eigen werkprocessen te promoten. 5. Verenigen van stakeholders, begrijpen en reageren op hun zorgen en verwachtingen voor veiligere werkprocessen, producten en de open communicatie over de prestaties en producten. 6. Bijdragen aan duurzaamheid door verbeterde prestaties, grotere economische kansen en de ontwikkeling van innovatieve technologieën en andere oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen.

april 2017 Chemie Magazine 31


REACTIE VNCI

noodzakelijk om een minimumstandaard af te spreken. Maar dat is een defensieve agenda. Ik wil graag naar een proactieve agenda. We hebben nieuwe uitdagingen, die ik samenvat als schaarste aan grondstoffen. Je moet als chemische industrie niet meer alleen nadenken over vermindering van de omgevingsdruk, maar ook over hoe je jezelf positioneert ten opzichte van de transitie naar een duurzame economie. Ik zie hierin grote verschillen tussen bedrijven, met DSM als duurzame koploper en de rest grotendeels nog leunend op fossiele grondstoffen. Hierin zou de chemie veel progressiever en proactiever kunnen optreden.” Eickhout begrijpt ook niet waarom de VNCI tegen apart beleid op duurzame energie is en alleen stuurt op broei-

kasgasreductie en CO2-prijs. “De chemische industrie doet zichzelf hiermee tekort, want als er één sector gaat profiteren op energiebesparing is dat de chemie. Denk alleen al aan isolatie van huizen, een enorme markt. Toch houdt de VNCI dat in Brussel tegen. Responsible Care betekent – als je de term letterlijk neemt – ook meedoen aan het vormgeven van die toekomstige economie. Ik vind het jammer dat het RC-programma hierin geen ontwikkeling heeft doorgemaakt en alleen bij die defensieve agenda is gebleven.”

Transparantie

Pel geeft ook de transparantie een onvoldoende. “We hebben de afgelopen jaren een flinke discussie gehad

‘CHEMISCHE INDUSTRIE HEEFT EEN NATUURLIJKE MAXIMALE SNELHEID’

‘I

k ben blij met deze opbouwende kritiek”, zegt VNCI-directeur Colette Alma. “Responsible Care is inderdaad niet ‘af’. Het is een continu verbeterprogramma, waarmee we ook de komende 25 jaar de prestaties op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu blijven verbeteren en ervoor blijven zorgen dat er veilig met chemicaliën wordt gewerkt. Wereldwijd. We zijn heel blij dat China en India zich recent hebben aangesloten. Uiteindelijk moeten zo veel mogelijk landen dat doen.

32 Chemie Magazine april 2017

Ook wat dit betreft zijn we nog lang niet klaar.” Dat er te veel milieu- en veiligheidsincidenten zijn, daar is Alma het volledig mee eens. “Ook de VNCI vindt dat het aantal nog verder omlaag moet. Daarvoor hebben we samen met de overheid en de wetenschap het programma Duurzame Veiligheid 2030 opgezet, dat ervoor moet zorgen dat hardware, de procedures en de cultuur in orde zijn. Het streven is nul incidenten.” De zwakke broeders aanspreken hoort daar ook bij. Het

Responsible Care Dashboard, waarmee lidbedrijven hun prestaties kunnen vergelijken met het gemiddelde van de sector, maakt nu duidelijk welke bedrijven minder goed presteren. “Met de 10 procent minste performers gaan we aan een verbeterprogramma werken, zo hebben we afgesproken”, aldus Alma. Met de ‘naastgelegen branches’ is enkele jaren geleden Veiligheid Voorop opgezet, met daarin ook diverse tools voor het verbeteren van de veiligheid in de keten. “Daar zijn we nu, samen met de direct betrokken


met onder meer de VNCI over de publicatie van de samenvattingen van de BRZO-rapporten. Wij zijn voor openheid over de zaken die we bij onze inspecties constateren, uiteraard met de nodige zorgvuldigheid en de juiste procedures en waarborgen. De zorg van onder andere de VNCI was dat het mogelijk schadelijke effecten zou hebben voor bedrijven en dat het tot onrust ging leiden. De VNCI is uiteindelijk wel akkoord gegaan, maar met de nadruk op uiteindelijk.” Een groot minpunt van Responsible Care vindt Eickhout dat bedrijven die zich niet houden aan de principes ervan daar niet op aangesproken kunnen worden. “Om het Responsible Care-logo te mogen voeren moet een bedrijf zich aan een duidelijke set regels houden, maar

branches, hard mee aan de slag.” Ook belangrijk is goede communicatie tussen senior management en werkvloer. “Een tool in de Self Assessment Questionnaire in Veiligheid Voorop monitort de verschillen in perceptie tussen werkvloer en senior management, om er vervolgens indien nodig actie op te ondernemen. Ook is in Veiligheid Voorop het aantal senior management inspecties van de werkvloer een parameter. Het issue zit dus op ons netvlies.” Wat betreft de roep om meer transparantie zegt Alma dat het initiatief om de samenvattingen van inspectieresultaten te publiceren van de VNCI komt. “Natuurlijk was er daarna nog discussie over hoe die eruit zouden moeten zien, maar het voorstel kwam van ons.” Over de energietransitie zegt Alma dat de achterban het behalen van ‘Parijs’ heeft onderschreven. “Daar

EGBERT SCHELLENBERG (FNV)

‘Het aantal near misses blijft hoog’ als een bedrijf daar lichtzinnig mee omgaat is er geen mogelijkheid tot sancties, dat zo’n bedrijf bijvoorbeeld niet meer het logo mag voeren. Ik zou pleiten voor een wat steviger aanpak hierin. Dat is ook belangrijk voor de partijen die het wel goed doen, want imagoschade voor de hele sector heb je zo.” p

is geen discussie over.” Maar om de goede stappen te kunnen zetten is ook het juiste raamwerk nodig, met condities zoals een solide ETSsysteem en een goede samenwerking met de overheid. Alma: “Onze lidbedrijven zouden ook sneller willen. Maar de chemische industrie is een kapitaalintensieve industrie, niet erg wendbaar. Je moet op de lange termijn plannen. Er zit een natuurlijke maximumsnelheid op.” De chemische industrie zal volgens Alma nog lange tijd fossiele grondstoffen nodig hebben. “In de tussentijd kan de sector wel fors decarboniseren, door carbon capture, storage and utilisation en technieken om koolstof op te slaan. Uiteindelijk gaat het niet om de grondstoffen, maar om de CO2-uitstoot. Die moet omlaag. Om te decarboniseren zal de industrie meer energie moeten gebruiken. Als je producten niet meer uit fossiele grondstoffen maar deels uit bio-

massa of CO2 produceert, kost dat meer energie, want in biomassa zit minder energie dan in olie. Als je dezelfde producten maakt, moet je ergens de extra energie vandaan halen. Daarom vinden we het niet goed om op energie-efficiency te sturen. Netto minder CO2, daar gaat het om.” Sancties kent Responsible Care inderdaad niet. Wel is het zo dat als een bedrijf weigert om zich te committeren aan Responsible Care, het geen lid van de VNCI kan worden. Ook aan het voeren van het RC-logo zijn regels verbonden. Alma: “Het gaat niet om zware sancties, maar er zit wel drang achter. Gelukkig is in Nederland een bedrijf nog nooit verboden om het logo te voeren, in het buitenland wel. Maar uiteindelijk wil je de meeste partijen erbij houden, want als je ze uitsluit heb je er geen invloed meer op.”

april 2017 Chemie Magazine 33


HVK OPLEIDING HOGERE VEILIGHEIDSKUNDE OPLEIDING

Navigator Training is onderdeel van Navigator Consult b.v.; een adviesbureau in Manufacturing, Supply Chain en Safety management. Wij hebben een geintegreerde benadering voor het verbeteren van veiligheid samen met de andere bedrijfsprocessen.

Theorie in praktijk

Kleinschalig en interactief leren

Onze opleiding is sterk praktijkgericht. Theorie en inzicht

Kennis en inzicht krijg je door middel van literatuur en

zijn nodig om de gewenste richting te bepalen, maar

webinars. In groepsbijeenkomsten werk je samen aan

vaardigheden zijn nodig om de gewenste richting te

inspirerende en eigen casussen.

beïnvloeden. Die meest wenselijke combinatie is te allen tijde ons uitgangspunt.

Uiteraard zetten we top klasse docenten in om je leerproces maximaal te bevorderen.

Persoonlijk Assessment en

Beperkt afwezig op je werk en

individuele Coaching

minimale reistijden

Er wordt veel aandacht besteed aan je persoonlijke

De dagen dat je afwezig bent op je werk zijn tot een

effectiviteit. We starten met een persoonlijk assessment, je

minimum beperkt. Studeren en webinars volgen kun je

krijgt vaardigheidstrainingen en individuele coaching in je

doen, waar dat voor jou het meest prettig is.

eigen werksituatie

Meer weten? Bekijk: www.navigatortraining.nl

Waarin zijn wij onderscheidend? • Theorie in de praktijk toegepast

• Probleemloze software en klantvriendelijke cursusorganisatie

• Top klasse docenten

• Uitstekende prijs/kwaliteit verhouding

• Goede en actuele literatuur

• Persoonlijk assessment

• Beperking afwezigheid tijdens werktijd door webinars die vanuit huis

• Aandacht voor persoonlijke effectiviteit

te volgen zijn

• Individuele coaching in de functie op je bedrijf


Demofabriek

CHAINCRAFT REALISEERT DEMOFABRIEK BIOBASED VETZUREN MET FINANCIERINGSMIX

‘TOEKENNING VAN DE DEI-SUBSIDIE IS BIJZONDER’ ChainCraft bouwt momenteel een demofabriek in Amsterdam voor biobased vetzuren. Het koos bewust voor een financieringsmix en wist zelfs een subsidie te krijgen vanuit de regeling Demonstratie energie-innovatie, tot voor kort niet gericht op duurzaamheidsprojecten rond biobased bouwstenen. “De regeling Stimulering Duurzame Energieproductie moet die slag naar een level playing field ook maken.” Tekst: Marloes Hooimeijer

S

inds de start in 2010 bewijst ChainCraft (zie kader) dat met financiële creativiteit veel mogelijk is. “Met overheidssubsidies, vouchers en prijzengelden van businessplancompetities hebben we in de eerste fase een proof of concept op labschaal bereikt, enkele milliliters biobased vetzuur per dag”, vertelt grondlegger en directeur Niels van Stralen. Voor de volgende fase – de bouw van een pilotplant in het Amsterdams Westelijk Havengebied (een kubieke meter reactoren, meerdere kilo’s product per dag) – wist hij via de venture-capitalfonds Horizon3 en Dutch Greentech Fund en subsidies van haven en overheid circa 2 miljoen bij elkaar te halen. Directeur van Horizon3 Bart Raedts is sindsdien ook aandeelhouder en directeur van ChainCraft en samen met Van Stralen realiseerde hij de financiering voor de semi-commerciële demonstratiefabriek die momenteel in de haven wordt gebouwd en over een jaar operatio-

neel moet zijn. Raedts: “Het gaat om een veelvoud van de investering in de pilotplant. We gaan er per jaar minimaal 1000 ton biobased vetzuren produceren op basis van reststromen, zoals groente- en fruitresten afkomstig van veilingen en kassen en in een later stadium ook overdatumproducten van supermarkten. De realisatie van de installatie op deze schaal is een unicum in de wereld en vormt een doorbraak in de vergroening van de chemie. We hebben een afzetcontract met de diervoederindustrie gesloten, die nu afhankelijk is van minder duurzame vetzuren uit palmolie en fossiele olie. De vetzuren zijn ook geschikt voor de chemie-industrie, zoals voor verven en smeermiddelen.”

Subsidies

Voor de financiering heeft ChainCraft bewust gezocht naar een mix van zachte financiering (subsidies) en harde financiering (leningen en equity). “Als je de weg weet zijn er plenty mogelijkheden”, aldus e april 2017 Chemie Magazine 35


Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

GEEN VUILTJE IN DE LUCHT? Een schone omgevingslucht is voor iedereen belangrijk. Het betrouwbare SAMSON 240 serie regelventiel waarborgt dit. Dankzij een onderhoudsvrije V-ringpakkingconstructie wordt emissie tot een minimum beperkt. Tevens blijft een nauwkeurige regeling, dankzij de minimale hysterese, gewaarborgd. De SAMSON V-ringpakking voldoet aan de strenge TA-Luft eisen.

SAMSON REGELTECHNIEK B.V. Signaalrood 10 · 2718 SH Zoetermeer Tel. +31 79 361 05 0 info@samson-regeltechniek.nl www.samson-regeltechniek.nl

SMART IN FLOW CONTROL.

A01129NL

Reeds vele jaren betrouwbaar toegepast in alle takken van de industrie.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl


Demofabriek

‘Als je de weg weet zijn er plenty mogelijkheden’ Raedts. Al begon die weg wel met een tegenvaller: een afwijzing van het Europese subsidieprogramma Horizon 2020. Bij het vergelijkbare programma Kansen voor West-II hadden ze meer succes. Vanuit dit programma krijgt de scale-up subsidie van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en de provincie Noord-Holland. Het geld is bestemd voor aanloopverliezen, als er dingen misgaan of onderdelen vervangen moeten worden. Een groot aandeel in de financiering komt uit de subsidieregeling Demonstratie energie-innovatie (DEI) van RVO.nl, als objectsubsidie bestemd voor investeringen in de ‘hardware’ van de fabriek. “Het toekennen van deze subsidie is bijzonder omdat de regeling primair focust op demonstratieprojecten gericht op energiebesparing en niet op productie van biobased bouwstenen. In overleg met onze RVO-adviseur hebben we de juiste manier gevonden om onze aanvraag in te steken. We hebben ons productieproces gerelateerd aan de petrochemische en oleochemische processen waarin die vetzuren ook gemaakt worden. In die hele olieketen moet heel veel gekatalyseerd en gedestilleerd worden om uiteindelijk zuiver vetzuur te krijgen, voor ons proces is ongeveer de helft minder energie nodig.” Het pleit volgens ChainCraft voor de beoordelaars dat zij bereid waren een ruime opvatting van de regeling te hanteren en daarin ook indirecte energiebesparing mee te nemen. Raedts: “Die slag zou ook gemaakt moeten worden in de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE), waar nu geen level playing field geldt. Wij maken immers geen kilowatturen maar kilogrammen vetzuren en daar kun je dus geen exploitatiesubsidie vanuit SDE voor krijgen. Dat is zuur en krom. Want wij bieden een hoogwaardigere manier van verwaarding

van biomassa dan de afvalverwerker die er groene stroom van maakt en daar subsidie voor kan krijgen.”

Leningen

Deden de gemeente en haven in een eerdere fase ook nog mee in de vorm van subsidies, nu hebben beide partijen ervoor gekozen om een lening te verstrekken (met een extra risico-opslag). Iets waar een bank in deze risicovolle fase niet voor te porren zou zijn. Van Stralen: “De haven gelooft heel erg in de biobased transitie; nu komt een derde van zijn inkomsten nog uit bedrijvigheid die met fossiele energie te maken heeft. De lening van de stad komt uit het Amsterdam Klimaat- en Energiefonds, geld dat voortkomt uit de verkoop van NUON aan Vattenfall en is gereserveerd voor financiering van duurzaamheidsprojecten.” De ambitie van ChainCraft is om binnen enkele jaren een fullscale commerciële fabriek te realiseren die een factor tien groter is dan de demonstratiefabriek. Van Stralen: “Dan willen we ons niet meer alleen op afzet van onze vetzuren in de diervoedersector richten, maar ook de marktsegmenten in de chemie ontsluiten.” (Zie kader.) p

CHAINCRAFT

ChainCraft richt zich op fermentatie- en scheidingstechnologie voor de productie van biobased chemicaliën op basis van hernieuwbare tweedegeneratie-grondstoffen. De techniek die in de demonstratiefabriek wordt toegepast gaat uit van drie stappen. In de hydrolysefase wordt organisch afval met bacteriën behandeld om langere koolstofketens af te breken tot kortere. Via een gepatenteerd proces van fermentatie worden de korte koolstofketens door een specifieke bacteriekolonie verlengd tot langere ketens: de vetzuren. Deze vetzuren worden in de derde stap geraffineerd tot eindproduct. Op labschaal werkt ChainCraft aan nog twee fermentatietechnologieën, met andere grondstoffen en bacteriën, voor de productie van andere biobased chemicaliën.

PARTNERS IN CHEMIE GEZOCHT

De biobased vetzuren van ChainCraft kunnen als 1-op-1-vervanger (drop-ins) dienen voor de vetzuren die de chemie-industrie nu al toepast in verven, coatings, smeermiddelen, weekmakers en polymeren. De uitdaging voor de komende jaren is volgens Van Stralen om samen met partners in de chemie te onderzoeken welke toepassingen van vetzuren nog meer mogelijk zijn, voor antimicrobiële marinecoatings bijvoorbeeld. Van Stralen: “We zoeken chemiebedrijven die samen met ons willen innoveren, niet alleen biobased drop-ins zoeken maar ook andere toepassingen willen onderzoeken. Componenten in bepaalde smeermiddelen en verven zijn waarschijnlijk vervangbaar door ons C6-vetzuur.”

april 2017 Chemie Magazine 37


Marit van Lieshout: ‘Ik wil ervoor zorgen dat mensen met nieuwe ogen naar hun processen kijken. Waar zitten de échte bottlenecks?’

38 Chemie Magazine april 2017


Arbeidsmarkt

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

1

Marit van Lieshout LECTOR PROCESOPTIMALISATIE EN -INTENSIFICATIE AAN DE HOGESCHOOL ROTTERDAM EN ONDERZOEKER BIJ CE DELFT

Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik ben Marit van Lieshout en ik werk als lector Procesoptimalisatie en -intensificatie bij het kenniscentrum Duurzame Havenstad van de Hogeschool Rotterdam. Dit kenniscentrum, dat nauw samenwerkt met de opleiding chemische technologie, werkt mee aan het verduurzamen van de haven en de stad. We kunnen de klimaatdoelstellingen wel halen door alleen de milieuregels aan te passen, maar dan hebben we geen industrie meer. Dat is niet alleen zonde, maar ook niet te rechtvaardigen. Als de chemie hier weggaat, wordt de wereld echt niet schoner. Verduurzamen doen we door extreem praktijkgericht onderzoek: welke kennis en vaardigheden zijn er nu nodig om tot die verduurzaming te komen? Als lector zet ik met docenten het onderzoek op en begeleid ik hen en studenten bij de uitvoering. Zelf voer ik nauwelijks onderzoek uit, want ik werk hiernaast drie dagen in de week als onderzoeker bij CE Delft.

‘STEL JE TOCH VOOR DAT HET LUKT OM DE INDUSTRIE TE VERANDEREN’

Tekst: Inge Janse

FOTO’S: JEROEN MOERDIJK

Ze is een idealiste, maar geen romantica. Marit van Lieshout doet er daarom alles aan om samen met de industrie de wereld beter te maken. “Ik wil ervoor zorgen dat mensen met nieuwe ogen naar hun processen gaan kijken.”

2

Wat vertel je je kleine nichtje als zij vraagt wat voor werk je doet? Er zijn in Nederland heel veel fabrieken, en die zijn al net zo oud als je tante. Die fabrieken zijn aan modernisering toe. Want willen wij klaar zijn voor de toekomst, dus schoon produceren en concurrerend met de rest van de wereld, dan moeten die fabrieken de laatste techniek krijgen. Dat is alleen heel moeilijk. Samen met bedrijven, docenten en studenten breng ik daarom in kaart wat er mogelijk is om fabrieken moderner te maken. Ik illustreer mijn werk soms met een telefoon. Die waren in 1970 nog grijs en met een draaischijf. Je kunt die telefoons in beperkte mate vernieuwen, zodat ze bijvoorbeeld kunnen doorverbinden. Maar het worden nooit smartphones. En wil je met je oude draaischijftelefoon concurreren met een smartphone, dan heb je ook een encyclopedie nodig, een secretaresse, driemaal daags een postbode en een agenda. Ik e april 2017 Chemie Magazine 39


NAAM Marit van Lieshout. LEEFTIJD 45 jaar. WOONPLAATS Delft. HUWELIJKSE STAAT Samenwonend. KINDEREN Geen. OPLEIDINGEN Promotie procestechnologie (Rijksuniversiteit Groningen, 1999-2006), chemische technologie (TU Delft, 1990-1996), gymnasium (Mgr. Zwijsen College in Veghel, 1984-1990). NEVENACTIVITEITEN Geen. WERKGEVERS Lector Procesoptimalisatie en -intensificatie aan de Hogeschool Rotterdam (2016-heden), adviseur/onderzoeker energie-efficiency en duurzame energie bij CE Delft (2011-heden), bureaumanager bij Stichting De Witte Roos (2008-2011), projectcoördinator (vrijwilliger) bij Milieudefensie Delft (2007), manager Paper Performance Centre bij Proost en Brandt (2004-2006), projectleider bij TNO Industrie (1997-2003).

zoek dus uit wat je moet doen om in die fabrieken uit 1970 de technologie van nu te implementeren.

3

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Als kind had ik heel veel met het milieu, onder meer omdat ik als tiener las over de relatie tussen intensieve veehouderij en ontbossing. Ook snapte ik niet dat mensen naar de economie kunnen kijken los van hoe het met de aarde gaat. Straks ben je heel rijk, maar heb je geen schoon water en geen schone lucht meer. En dan? Wel wist ik toen al dat ik niet terug wilde naar een hutje op de hei. Ik was dan wel 40 Chemie Magazine april 2017

idealistisch, maar nooit romantisch. Op het gymnasium koos ik technische vakken, hoewel ik was opgegroeid tussen de alfa’s. Toen ik 14 was, kon ik niet eens een fietsband plakken! Demonstratief ging ik daarom op het pleintje mijn band plakken. ‘Maritje zelf doen’ was een van de eerste zinnetjes die ik kon zeggen. Daarna studeerde ik scheikundige technologie, zodat ik in de chemie aan het milieu kon gaan werken. Na mijn afstuderen in 1996 was er alleen helemaal geen werk voor academici in de industrie. Ik kon wél bij TNO met papier en karton aan de slag, dat kwam het dichtstbij. Ik promoveerde daar en ging naar papierfabrikant Proost & Brandt. Maar de duurzaamheid kriebelde. Via via ging ik in 2011 werken bij CE Delft, waar ik me bezighoud met de verduurzaming van de industrie. Sindsdien zit ik op mijn plek. Het lectoraat ben ik erbij gaan doen omdat de Hogeschool Rotterdam heel praktisch samenwerkt met bedrijven.

4

Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Ik zit op de plek waar ik wil zitten. Daar word ik blij van. Sowieso vind ik studenten heel inspirerend. Soms zie je dat er een lichtje aangaat. De meeste zijn heel praktisch, dat vind ik mooi, maar nog leuker is dat sommige zeggen: hé, wacht even, dit is ook een optie, waarom gebruiken we die niet? Daarnaast ben ik gek op de ruimte om te experimenteren met bedrijven. Als we samen goed kijken naar wat er nodig is om het verbeterpotentieel van de grond te krijgen ..., daar ga ik wel van huppelen hoor.

5

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Er is niet één ding dat er met kop en schouders boven uitsteekt. Bij CE Delft speelde ik bijvoorbeeld een belangrijke rol in het rapport voor de biobased delta. Dat wordt nog steeds gebruikt, maar wat de impact daarvan is? Daarom ben ik ook lector geworden. Ik wil zien dat er dingen gebeuren. Mijn grote voorbeeld voor innovatie

in de chemie is de Nederlandse agrisector; de koploper in de wereld, bijvoorbeeld met zaadveredeling, terwijl we zo’n klein landje zijn! Ik zou het heel mooi vinden als we Nederlandse fabrieken weten om te vormen tot de zaadveredelingsbedrijven van de chemische sector. Kom anders over zes jaar terug, als ik hier klaar ben als lector. Dan kijken we wat het lectoraat heeft opgeleverd, oké?

6

Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? Op dit moment zijn er voor heel veel bewezen technologieën engineering rules: regels waarmee je op de achterkant van een sigarendoosje kunt uitrekenen hoe groot je fabriek moet zijn, hoeveel energie het proces vraagt, wat het kost, et cetera. Die regels zijn er nog niet voor nieuwe technologieën. Sterker nog, het is vaak compleet onduidelijk wat de kritische succesfactoren zijn. Samen met mijn collega’s werk ik de komende zes jaar aan zo’n overzicht van de kritische succesfactoren, zodat je een wegwijzer hebt: kijk bij proces X naar optie A of B. Nog mooier zou het zijn als je ook weet wat die techniek betekent voor je productie, kwaliteit en efficiëntie. Dat willen we opleveren. Zo wil ik ervoor zorgen dat mensen met nieuwe ogen naar hun processen gaan kijken. Waar zitten de échte bottlenecks? Heb ik echt die reactietijd van 8 uur nodig in een reactorvat van 25 kubieke meter, of kan dat ook in 5 seconden met een spinning disc-reactor van 5 liter? Zo de-bottlenecken kan alleen als je niet uitgaat van het bestaande proces. Redesign from scratch dus. Daar verwacht ik heel veel van.

7

Wat levert je werk je op? Vooral een goed gevoel. Het is een goedbetaalde baan, begrijp me niet verkeerd. Maar dit werk inspireert me meer dan werken in de industrie. Als het lukt hè? Gelukkig ben ik ontzettend optimistisch. Dat moet ook wel, anders begin je er niet aan. Stel je toch voor dat het lukt om de indus-


Arbeidsmarkt

trie te veranderen en dat we daar als lectoraat aan bijgedragen hebben …, dat zou toch su-per-cool zijn? Dát levert het me op.

8

Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? Het meest concreet zijn de lessen die ik aan studenten geef. Als lector zorg ik ervoor dat de uitkomsten van het onderzoek verwerkt worden in het curriculum. In mijn werk met de chemische industrie heb ik bijna altijd te maken met bulkchemie. Ik kijk dus naar van alles, van vitamine B3 tot etheen. Mijn bijdrage zit erin om bij die bedrijven een nieuwe manier van denken van de grond te krijgen. Ook van mijn werk bij CE Delft durf ik niet te zeggen wat door mij veranderd is. Dat is het ontastbare. Ik moet al blij zijn dat ik een rapport heb.

9

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Ik ben eigenlijk intens tevreden over mijn werk. Dat heb ik van mijn ouders. Zij waren notaris en docente pedagogiek en deden hun werk ook altijd heel graag. Ik denk niet dat er voor mij ander werk is dat nog betekenisvoller of interessanter is. Ik ben op dit moment intens tevreden.

10

Hoe zie je jezelf over tien jaar? We hebben net een heel oud kajuitzeiljacht gekocht. Daarmee gaan we de zee verkennen. Dus als ik klaar ben met mijn lectoraat, over zes tot acht jaar, kan ik misschien wel een wereldreis met de boot gaan maken. De ruimte, de enorme vrijheid. De enige beperkingen zijn het getijde en het weer. Je door de natuur laten leiden is heel anders dan door mensen. Dat spreekt enorm tot mijn verbeelding. We beginnen van hier naar Engeland, en vervolgens naar de Kanaaleilanden, Denemarken of Noorwegen. Over tien jaar heb ik die reizen hopelijk gemaakt, dus dan is het misschien tijd voor een rondje om de wereld. Dat je dat met een zeilboot kunt doen. Geweldig! p

‘Ik verwacht heel veel van redesign from scratch’

?

WIE IS MARIT NAAST HAAR WERK? Vanwege de gekochte boot staat zeilen momenteel erg op de voorgrond. Daarnaast doet Marit aan yoga, leest ze graag (vooral literatuur en geschiedenis; momenteel leest ze Multatuli en over de geschiedenis van Delft, plus zo nu en dan over de wederwaardigheden van bekende zeilers), besteedt ze tijd met de familie en gaat ze – als het even kan – naar muziektheater.

april 2017 Chemie Magazine 41


VOORMALIG VNCI-VOORZITTER EN AKZONOBEL-MAN WERNER FUHRMANN MET PENSIOEN

‘EEN MEESTER IN HET SCHAAKSPEL VAN HET GROTE BEDRIJF’ 42 Chemie Magazine april 2017


Afscheid

COLETTE ALMA

‘Een stevige strategische blik en een sterke focus’

Na een lange carrière bij AkzoNobel gaat voormalig VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann dit jaar met pensioen. Medewerkers en ex-collega’s kijken terug op hun samenwerking met hem en zijn verdienste voor de VNCI en de chemische industrie.

‘H

eel plezierig en soepel in de omgang. Hij is een harde werker, maar blijft ondanks zijn drukke agenda relaxed en heeft altijd aandacht voor je. En hij behandelt iedereen met respect, zonder aanzien des persoons.” Zo kijkt VNCI-directeur Colette Alma terug op de samenwerking met Werner Fuhrmann, die tussen 2010 en 2015 VNCI-voorzitter was. “Hij bestuurde de vereniging op hoofdlijnen en gaf de richting aan, op de details liet hij je vrij. Hij heeft een stevige strategische blik en kan een sterke focus leggen: dit willen we en daar gaan we heen. Hij was een van de eersten die de schaliegasrevolutie in de VS een game changer noemde. Hij luidde de noodklok over de industrie in Europa en gaf duidelijk aan dat Europa als continent zonder eigen grondstoffen zich strategisch moet positioneren. Dat is ook de aanleiding geweest voor de jaarlijkse rondetafel met minister Kamp, waarmee de chemische industrie een goede relatie met het ministerie heeft kunnen opbouwen. Wat ik vooral van hem heb geleerd is dat je ook als je aan de top zit de organisatie tot in de haarvaten kunt managen, door te focussen op bepaalde punten. Bij hem was dat onder meer veiligheid.”

Tekst: Igor Znidarsic

‘D

EGBERT HENSTRA

‘Hij plaatst zaken altijd in een breder perspectief’

‘T

FOTO: CA SPER RIL A

e afgelopen jaren hebben de chemieactiviteiten van AkzoNobel een mooie ontwikkeling doorgemaakt”, zegt Knut Schwalenberg, CEO van AkzoNobel Nederland. “We hebben een stevige performance neergezet en staan in de top van allerlei rankings. Die prestatie is zeker de verdienste van Werner Fuhrmann. Hij heeft niet alleen veel betekend voor AkzoNobel, maar ook voor de chemische industrie in het algemeen, mede door zijn betrokkenheid bij de VNCI, Cefic en de ACC.” Zijn carrière bij AkzoNobel begon in 1979, na zijn studie economie in Mainz. Tot 1991 werkte hij bij de accountantsdienst van het toenmalige Akzo in Wuppertal, vervolgens bekleedde hij diverse financiële functies binnen het concern. Zo was hij tot 1993 CFO van Zout- en Basischemie en daarna tot 2000 CFO van de Chemicals Group. Daarna werd hij benoemd tot CEO van Chelates & Sulphur Products en vijf jaar later tot CEO van Industrial Chemicals. Vanaf 2011 was hij lid van het Executive Committee en verantwoordelijk voor Supply Chain en Specialty Chemicals. Hij was tussen 2010 en 2015 ook VNCI-voorzitter. Verder was hij onder meer bestuurslid van de Europese chemiekoepel Cefic en van de American Chemistry Council (ACC). Na een carrière van 38 jaar gaat hij dit jaar met pensioen. Velen hebben in de loop der jaren zijn pad gekruist, als leidinggevende, collega of werknemer. Een aantal van hen kijkt terug op hun samenwerking.

o the point, duidelijk, een slimme strategische denker, maar ook met een groot oog voor detail. En hij houdt je scherp. Als je bij een bespreking een vraag niet goed hebt voorbereid, weet hij die feilloos te stellen.” Aldus Egbert Henstra, managing director Ethylene & Sulfur Derivatives (Shanghai). Hij heeft vanaf 1995 meerdere malen met Werner Fuhrmann gewerkt. Twee keer was Werner zijn baas, één keer collega in hetzelfde managementteam. “Werner is geïnteresseerd in de feiten, om op basis daarvan de beste beslissing te nemen. Hij had altijd een duidelijk beeld van waar we naartoe moesten, maar was tegelijkertijd bereid om naar goede argumenten te luisteren. Hij plaatst zaken altijd in een breder perspectief en kijkt over de vraag heen. Daardoor kan hij vooruitkijken en de kansen en bedreigingen vroegtijdig op tafel krijgen. Dat heb ik van hem opgestoken: hoe past wat vandaag speelt in het grotere geheel en hoe kunnen we het meer als een mogelijkheid dan als een probleem zien? En hoe kunnen we één, twee, en in zijn geval vaak drie stappen voor zijn? Wat ik ook in hem waardeer is zijn toegankelijkheid. Hij is altijd bereid te luisteren en je kan volledig op hem vertrouwen. Een buitengewoon fijn iemand om mee samen en voor te werken.” e april 2017 Chemie Magazine 43


KNUT SCHWALENBERG

PETER NIEUWENHUIZEN

‘Van hem heb ik strategisch geduld geleerd’

‘G

eduldig, loyaal, voorspelbaar, in de zin van betrouwbaar”, zo omschrijft Peter Nieuwenhuizen, global RD&I director Specialty Chemicals, de man die de afgelopen jaren zijn baas was. “Van hem heb ik geduld geleerd, strategisch geduld. In een groot bedrijf kun je niet altijd in één keer je doel bereiken. Soms moet je iets even laten sudderen, ondertussen zorg je ervoor dat je voorbereid bent om de stap te maken als het zover is. Werner is een meester in het schaakspel van het grote bedrijf.” Nieuwenhuizen kreeg eerst met Werner te maken als consultant bij Arthur D. Little, toen hij een strategie uitwerkte voor Industrial Chemicals. “Opmerkelijk daarin was zijn nadrukkelijke keuze voor duurzaamheid. In 2006 lag dat voor zo’n industriële business niet voor de hand.” In 2011 ging Nieuwenhuizen op verzoek van Werner bij AkzoNobel werken. Ze bleken op dezelfde golflengte te zitten. “Als Werner tegen mij zei: ‘Kan jij misschien ...’, zei ik vaak: ‘Is goed ...’ Ik snap snel waar hij naar op zoek is. Hij was een zeer betrouwbare spil in ons bedrijf, je kon echt van hem op aan. Ik heb de samenwerking als uitermate prettig ervaren.”

PEGGY VIEHWEGER

‘Hij was geen gemakkelijke baas’

“E

en stevige, harde manager”, zo typeert Knut Schwalenberg, CEO van AkzoNobel Nederland en directeur van Industrial Chemicals, Werner Fuhrmann. “Privé is hij heel aardig, maar die zachte kant liet hij op het werk minder zien. Hij is een man van de oude deugden van een sterk plichtsbewustzijn en hard werken, en een beetje, met mate, genieten. Hij gaat voor de zaak, voor de prestatie, en heeft daar veel voor over.” Schwalenberg kreeg direct met hem te maken in 2005 toen Werner als CEO van Industrial Chemicals zijn baas werd. “Hij was geen gemakkelijke baas. Je kreeg niet veel cadeau, moest er echt om vechten. Hij heeft hart voor zijn medewerkers, maar hij is ook veeleisend. Hij managet strak, met korte lijnen, en wil alles weten. Inhoudelijk was het heel plezierig om met hem te werken, omdat hij zo vakkundig is. Hij kent de chemische industrie van voor tot achter. Ik heb veel discussies met hem gehad, en dat was altijd een mooie uitdaging, waar je van groeit. Wat betreft het bereiken van de doelstellingen kon hij hard zijn, maar hij staat ook voor zijn medewerkers. Zeker de laatste jaren is hij zachter geworden, wat volgens mij te maken heeft met zijn kleinkinderen.”

‘He’s a good guy’

P

eggy Viehweger (VS) speelde een belangrijke rol in de carrière van Werner Fuhrmann toen zij in 2000 business unit manager was van Functional Chemicals. Werner was op dat moment CFO van de Chemicals Group. Zij was het die hem benoemde tot CEO van Chelates & Sulphur Products. “Het was best wel een omschakeling van het runnen van een groep mensen die zich met cijfers bezighoudt naar het runnen van een business”, aldus Viehweger. “Je moet met veel mensen overweg kunnen, zorgen dat ze samenwerken, visie tonen, weten wat er speelt in de markt, de concurrentie kennen … Ik nam hem aan en gaf hem een kans, en hij heeft zich voortreffelijk aangepast aan de nieuwe baan. Hij is een slimme man, die veel meer kan dan één ding.” Viehweger omschrijft Werner als “briljant, zelfverzekerd en een harde werker”, maar ook als “stil en serieus”. “Hij is ook creatief en goed in het uitzoeken van dingen. Hij is een excellent employee. En hij gaat nooit voor de eigen glorie, maar stelt zich altijd ten dienste van het bedrijf en de mensen. He’s a good guy.”

44 Chemie Magazine april 2017

HARTWIG WENDT

‘Hij is als een elderly statesman’

D

e Europese chemische industrie heeft de schouders gezet onder een duurzaam Europa, en dat is voor een deel de verdienste van Werner Fuhrmann, die bij Cefic voorzitter was van de Programme Council Sustainability Programme. “Werner is echt overtuigd van het belang van duurzaamheid”, zegt Hartwig Wendt, executive director Sustainability en Speciality Chemicals, die bij Cefic met Werner samenwerkte. “Hij speelde een cruciale rol in het vinden van de grootste gemene deler op het gebied van duurzaamheid. Hij was de main negotiator tussen de leden en de vaak zeer uiteenlopende belangen. Die verschillen overbruggen en de duurzaamheid versnellen was geen gemakkelijke opgave, maar hij is erin geslaagd. We hebben nu een eerste Sustainability Charter, die komend oktober wordt gepubliceerd.” Wendt omschrijft Werner als “een beetje introvert”, en ziet dat ook als zijn kracht. “Hij denkt voortdurend na. Waar anderen eerst spreken en dan pas gaan nadenken, denkt Werner eerst na en steekt dan pas zijn hand op. Over wat hij dan zegt is goed nagedacht en hij kan het goed verwoorden, als een elderly statesman die de zaak afrondt en zich op de juiste diplomatieke wijze uitdrukt, zodat iedereen zich erin kan vinden.” p


Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

ENGINEERED

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE De vele voordele n van TTIP

Hormoonverstore nde stoffen: criteria nodig

Nut van E-numm ers in voeding Maandblad van

Maandblad van

de Vereniging van

de Nederlandse

Chemische Industrie

• jaargang 57 •

de

ties Juridische implica BRZO 2015

Kansen voor verduurzaming

Chemie biedt oplossingen

de Nederlands Vereniging van

e Chemische

Industrie • jaargang

57 • 10 • 22 oktober

Zuiveringsin stallatie Croda nog niet optimaal

Bestaande indust vliegwiel voor rie innovatie

TO HANDLE ANYTHING THAT COMES DOWN THE LINE.

AkzoNobel vervan schadelijke stoffengt

2015

Maandblad

van de Vereniging

van de Nederland

se Chemisch e Industrie

• jaargang

MET SPECIALE BIJLAGE

5 • 21 mei 2015

57 • 12 • 17

december 2015

RONALD Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2015

PLANT MANAGER OF THE YEAR 2015 Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren' Dyneema-vezel paradepaardje van DSM Wie verdient er een standbeeld?

IN TV-HITS ALS BREAKING BAD NCIS, MYTHBUSTERS EN

CHEMIE SPAT VAN HET SCHERM

OON ‘HET IS GEW TEND FORSE INVESTER EEN ONTZET EXXONMOBING LEUK VAK’ IL IN RAF ADEUR CHEMIE-AMBASS

KITTY NIJMEIJER

FINADERIJ ROTTER

DAM

15-10-15 16:35

Cover.indd 1

CM1511_01_

A_Cover.indd

JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS) CM1509_01_A_

1

CM1505_01_A_Co

ver.indd 1

13-05-15 16:17

10-12-15

16:08

h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

BRAY CONTROLS BENELUX Joulestraat 8 · 1704 PK · Heerhugowaard · Nederland T: +31 72 572 1410 · bcbe.sales@bray.com · www.bray.com YO U R G LO BA L F LOW C O N T RO L PA R T N E R™


Het Wuppertal Institut heeft in opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam, dat de ambitie heeft koploper in de energietransitie te zijn, onderzocht langs welke transitiepaden de Rotterdamse industrie haar CO2-uitstoot drastisch kan reduceren en tegelijkertijd de producten kan blijven maken waar de samenleving naar vraagt, zoals brandstoffen en chemische producten. De belangrijkste uitkomst: door gebruik van verschillende technieken lijkt tot wel 98 procent CO2-reductie haalbaar.

afvang en opslag van CO2. • Biomass and CCS. Leunt sterk op de toepassing van CCS (Carbon Capture and Storage) gecombineerd met biomassa als grondstof voor chemie. • Closed Carbon Cycle focust sterk op het sluiten van kringlopen. Er worden nog wel fossiele grondstoffen gebruikt, maar deze worden bijna volledig gerecycled. • In de laatste twee transitiepaden lijkt op dit moment een CO2-reductie van 98 procent haalbaar.

“Het onderzoek laat zien dat drastische CO2-reductie mogelijk is en dat verschillende projecten waar we op dit moment aan werken heel goed in de uitgewerkte transitiepaden passen, met name de benutting van restwarmte en afvang en opslag van CO2”, aldus Allard Castelein, CEO van het Havenbedrijf Rotterdam. “Maar het laat ook zien dat bedrijven in de komende decennia voor een groot deel op andere technologie moeten overstappen. De energietransitie is een proces van veel stappen, door veel partijen over een lange periode. Het onderzoek geeft aan dat het kan en is vooral een oproep om projecten te gaan starten. Klein beginnen en dan opschalen. Dat kan in Rotterdam, maar vraagt wel om een robuust langetermijnbeleid en ondersteuning vanuit het Rijk en Europa.”

Elk transitiepad kent zijn uitdagingen, zoals de beschikbaarheid van voldoende biomassa, 100 procent afvang van CO2 of een volledig hernieuwbare elektriciteitsopwekking. Bovendien kent elk transitiepad technische onzekerheden. Dat maakt dat er niet één beschreven transitiepad zaligmakend is, maar dat uiteindelijk een combinatie van verschillende paden nodig zal zijn om het beoogde doel te halen. Ook geldt dat in alle paden een aantal dezelfde technieken voorkomen. In het Rotterdamse havengebied wordt gewerkt aan een aantal projecten die in deze transitiepaden passen, zoals een regionaal warmtenet, afvang en opslag van CO2, omzetting van plastic afval in chemicaliën en waterstofproductie door elektrolyse. Dit soort projecten kan de economische vernieuwing van het Rotterdamse industriecomplex aanjagen. In de energietransitie volgt het Havenbedrijf een én-én-strategie. Het zet sterk in op de ontwikkeling van duurzame industrie, zoals hernieuwbare energie, biobased productie en circulaire initiatieven. Tegelijkertijd werkt het met de bestaande, op fossiel gebaseerde industrie samen aan een steeds kleinere CO2-footprint door bijvoorbeeld restwarmte te benutten en CO2 af te vangen en op te slaan.

Het Wuppertal Institut heeft vier mogelijke transitiepaden uitgewerkt: • Business-as-Usual. Dit scenario kent geen grote trendbreuken. Verbetering van de efficiency van de industrie door toepassing van best available technology zorgt voor minder CO2-uitstoot. Daarnaast is de verwachting dat de productie vermindert omdat de vraag naar brandstoffen afneemt. De uitkomst is 30 procent minder CO2-uitstoot in 2050, te weinig om de klimaatdoelstellingen te realiseren. • Technological Progress komt met 75 procent een stuk dichter in de buurt. Belangrijkste element hierin is grootschalige 46 Chemie Magazine april 2017

Het rapport ‘Decarbonization Pathways for the Industrial Cluster of the Port of Rotterdam’ is te vinden op www.portofrotterdam.com


Uitgelicht

FOTO: NATIONALE BEELDBANK

Botlek, met diverse chemiebedrijven en tankopslag.

april 2017 Chemie Magazine 47


Specialisten in Gasdetectie

Specialisten in ATEX • Gevestigd in Breda met 30 jaar ervaring • Compleet pakket: verlichting, behuizingen, wartels, barriers, schakel-, signalering-apparatuur en totaal oplossingen • Opleiding en training • Vrijblijvend advies & begeleiding

• Nederlandse producent Gasdetectie producten met meer dan 30 jaar ervaring • Wij kunnen alle gassen detecteren: O2, CO2, H2S, Brandbare gassen LEL, CL2, H2, SO2, HF, NH3, HCN, ETO, HF, Etc • Vrijblijvend advies en begeleiding • Volledige service & onderhoud

Deskundig! 5 jaar garantie! Flexibel en snel! Beste prijs kwaliteitverhouding!

PART OF STEUMA INSTRUMENTS INSTRUMENTS BV

Deskundig!

Steuma Instruments BV Kortestraat 10a • 4818 LT Breda +31(0)76 5220901 • info@steuma.com • WWW.STEUMA.NL

Snel en flexibel! Beste prijs kwaliteitsverhouding! Persoonlijke ondersteuning! Service! Distributor for:

PART OF STEUMA INSTRUMENTS INSTRUMENTS BV

Steuma Instruments BV Kortestraat 10a • 4818 LT Breda +31(0)76 5220901 • info@allex-solutions.com www.allex-solutions.com

De nieuwe PGS 29 uitgelegd! PGS 29 geldt voor de hele levensfase van de tank. PGS 29 geeft richtlijnen voor de arbeidsveilige, idsveilige, eld. milieuveilige en brandveilige opslag. NEN heeft hiervoor een complete leergang ontwikkeld. Deze bestaat uit drie modules die ook afzonderlijk gevolgd kunnen worden. Laat u informeren over: • Module 1: Wijzigingen PGS 29 • Module 2: Voorschriften Incidentbestrijding (o.a. brandblus- en koelsystemen) • Module 3: Tankontwerp, inclusief terreininrichting en Risk Based Inspection Volgt u alle drie de modules, profiteert u van een aantrekkelijke korting.

Data:

Module 21 maar 1: t, 30 me i Module 2 : 28 maar t, 6 juni Module 4 april, 1 3: 3 juni

Meer data en informatie op: www.nen.nl/leergangPGS29 l PGS29


Duurzaamheid

VIRGIN FEED €/TON

MANUFACTURER

REGENERATED CHEMICAL

SPENT CHEMICAL

POSITIEVE ERVARINGEN MET NIEUW CIRCULAIR BUSINESSMODEL

TAKE BACK CHEMICALS: RADICAAL ANDERS ZAKENDOEN

WASTE €/TON

USER

Nederlandse en Belgische bedrijven boeken positieve resultaten met het circulaire businessmodel Take Back Chemicals. De leverancier blijft hierbij eigenaar van de chemische stof, maar krijgt betaald voor de dienst bij de afnemer. Innovatiemanager Bart Vander Velpen van Royal HaskoningDHV zet de belangrijkste ervaringen op een rij. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

’B

edrijven denken vaak dat duurzaam ondernemen geld kost. Maar het tegendeel is waar. Het levert juist geld op”, weet innovatiemanager en business developer Bart Vander Velpen van Royal HaskoningDHV. Het bewijs? Het in maart van dit jaar verschenen witboek Take Back Chemicals met voorbeelden van Nederlandse en Belgische bedrijven die met het circulaire businessmodel hebben gewerkt. De essentie is dat de leverancier van april 2017 Chemie Magazine 49


Een stap in jouw carrière maken? Ga dan voor de opleiding Hogere Veiligheidskunde en/of Arbeidshygiëne Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit! • docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied • praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf • PHOV al meer dan 25 jaar toonaangevend in veiligheidskunde

25 september 2017 (avondopleiding): Hogere Veiligheidskunde, Arbeidshygiëne, Combi HVK, AH en/of A&O

Met PHOV kom je echt verder in je loopbaan!

Al afgestudeerd HVK’er of AH’er? Volg dan: 9 januari 2018 (middag-avondopleiding): Specialisatie HVK voor Arbeidshygiënisten 10 januari 2018 (avondopleiding): Specialisatie HVK voor Arbeidshygiënisten 10 januari 2018 (avondopleiding): Specialisatie Arbeidshygiëne

Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl

PHOV_170404_ChemieMag_HVK_AH_185x130_01.indd 1

10-04-17 12:37

WWW.VERSTEIJNEN.NL

OPSLAG

Wat is de + voor uw bedrijf? The + in your logistics

HANDLING

(GECONDITIONEERD) TRANSPORT

ADR OPSLAG (KLASSE 3,6,8 EN 9)

DIRECTE DISTRIBUTIE

GECONDITIONEERD TRANSPORT

GESPECIALISEERD IN TIJDLEVERINGEN

ISO, AEO EN SQAS GECERTIFICEERD


Duurzaamheid

‘Het draait niet meer om volumes maar om toegevoegde waarde’ chemicaliën niet meer betaald krijgt voor de hoeveelheid geleverd product, maar voor de functionaliteit ervan. De leverancier blijft dus eigenaar van de chemicaliën. Hierdoor ontstaat een financiële prikkel om chemicaliën te hergebruiken, neemt de milieudruk af en realiseren de samenwerkende partijen een stabiele en betrouwbare grondstoffenvoorziening.

Wederzijds vertrouwen

Take Back Chemicals vereist volgens Vander Velpen een andere manier van denken. Chemiebedrijven krijgen immers niet betaald voor de kilo’s product, maar voor de toegevoegde waarde die ze leveren. Wederzijds vertrouwen én de bereidheid vanuit de gebruiker van chemicaliën om inzicht te geven in de bedrijfsprocessen zijn essentieel. Ook zijn verdeelsleutels nodig voor de gecreëerde winsten, rekening houdend met de bedrijfsrisico’s die aan de nieuwe samenwerkingsvorm zijn verbonden. Daarnaast is het model vooral geschikt voor afvalstromen van chemicaliën met voldoende volume. In het witboek zijn voorbeelden uitgewerkt, variërend van een textielbedrijf en een polymeerproducent tot een pvc-fabrikant en een metaalbewerkingsbedrijf. Hieruit komt het beeld naar voren dat het model een grote potentie heeft, maar dat de toepassing vooral maatwerk vereist.

Salesmensen trainen

Dat heeft volgens Vander Velpen meerdere oorzaken. “Het is toch een radicaal andere manier van zakendoen”, legt hij uit. “Daarom is het belangrijk om salesmensen te trainen en te benadrukken dat het

niet meer om volumes gaat, maar om de toegevoegde waarde die ze leveren. Bovendien moeten bedrijven zich realiseren dat deze nieuwe manier van samenwerken tot andere contractvormen leidt.” Take Back Chemicals is volgens hem vooral geschikt voor niet-kernactiviteiten van een bedrijf, zoals schoonmaken, ontvetten en chemisch ontwateren. Het betekent dat de chemicaliën in een materiaalstroom gescheiden, gezuiverd en hergebruikt kunnen worden. Dat kan zowel on- als off-site plaatsvinden. Gelet op het radicaal anders zakendoen, is het belangrijk dat de overheid bijdraagt aan juridische zekerheid voor de bedrijven die met het circulaire businessmodel aan de slag gaan. Dat kan door de afvalstoffenwetgeving beter te laten aansluiten op Take Back Chemicals. Daarnaast ziet Vander Velpen een rol voor de overheid weggelegd om bedrijven over de streep te trekken. De bestaande Green Deal, Take Back Chemicals genaamd, is volgens hem een goede stap van de overheid, maar niet voldoende om veel bedrijven te motiveren. Financiele middelen beschikbaar stellen, zoals in Duitsland gebeurt, is wenselijk om de invoering van het nieuwe businessmodel te versnellen. p Vander Velpen roept VNCI-leden op om zich aan te melden voor het Take Back Chemicals-project, om zo nog meer haalbare cases te implementeren: bart.vander.velpen@rhdhv.com Meer informatie en download Take Back Chemicals White Paper: http://bit.ly/2nDVEmW

DRIE VOORBEELDEN

- Een textielbedrijf gebruikte trichloorethyleen om was te verwijderen uit textiel. Door de Europese wetgeving REACH is deze stof in de EU alleen toegelaten na het doorlopen van een autorisatieproces. De leverancier van trichloorethyleen bood een alternatieve stof aan, die binnen een paar jaar waarschijnlijk ook niet meer zonder autorisatie in de EU is toegestaan. Royal HaskoningDHV faciliteerde gesprekken tussen afnemer en leverancier van de was. Gezamenlijk vonden de partijen een oplossing door de samenstelling van de was te wijzigen. Om het verwijderingsproces aan te passen is een aanzienlijke investering nodig. Die is vooralsnog niet beschikbaar. Daarom pleit Vander Velpen voor financiële ondersteuning van het textielbedrijf vanuit de overheid om de aanpassing te realiseren. - In het proces van een polymeerproducent komt natriumchloride (keukenzout) vrij. Een nabijgelegen bedrijf bleek het goed te kunnen gebruiken. Daarom investeerde de polymeerproducent een bedrag in een installatie om het natriumchloride te zuiveren en aan de buurman te verkopen. - Een voedingsmiddelenproducent gebruikt fosfor- en zwavelzuur om oliën te zuiveren. Hierbij ontstaat een afvalstroom die het bedrijf niet zomaar kan lozen door lozingseisen. Royal HaskoningDHV bedacht met een universiteit een oplossing om het fosforzuur uit de afvalstroom te scheiden en te verwaarden. Momenteel zoekt de producent kapitaal om het project te realiseren.

ROTTERDAMSE BELANGSTELLING

In de Rotterdamse haven is een groeiende belangstelling voor Take Back Chemicals, stelt Monique de Moel, business developer bij Havenbedrijf Rotterdam en tevens programmamanager Circulariteit. Twee chemiebedrijven zijn er recentelijk mee aan de slag gegaan. Bedrijven zien volgens haar de economische voordelen van het businessmodel om invulling te geven aan de circulaire economie en de milieubelasting te reduceren. Bovendien draagt het bij aan de industriële symbiose, waarbij bedrijven grondstoffen in de loop houden en zorgen dat die dus niet in de afvalstroom terechtkomen. Wet- en regelgeving is volgens Moel momenteel gestoeld op de lineaire economie. “Daarom kan het niet anders dan dat de bedrijven soms tegen drempels aan lopen. Gelukkig ziet de overheid dit ook en werken we gezamenlijk aan oplossingen.” april 2017 Chemie Magazine 51


Veilig werken met VAPRO

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

11/01/17 09:36

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Verkoop en Verhuur

RUIM 35 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

info@hiltra.com - 0342-404160

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

JA

, IK WIL EEN ABONNEMENT

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE mers E-num Nut van in voeding

torende onvers Hormo criteria nodig : stoffen

len voorde De vele P van TTI

h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Zuiveringsin stalla Croda nog niet tie optimaal

Chemie biedt oplossingen

Maandblad

van de

iging van Veren

rlandse de Nede

ische Chem

Indus

ng 57 jaarga

• 5 • 21

Bestaande indust vliegwiel voor rie innovatie

Juridische implicaties BRZO 2015

Kansen voor verduurzaming

Naam Functie Adres

AkzoNobel vervan schadelijke stoffe gt n

Maandblad van de Verenigin

g van de Nederlan

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse

trie •

OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS)

Chemische Industrie • jaargang 57 • 10 • 22

MET SPECIALE BIJLAGE

oktober 2015

mei 2015

dse Chemisch e Industrie

• jaargang

57 • 12 • 17

Woonplaats E-mail

december 2015

RONALD Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2015

PLANT MANAGER OF THE YEAR 2015 Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren' Dyneema-vezel paradepaardje van DSM Wie verdient er een standbeeld?

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl

S NCIS, ITS AL IN TV-H NG BAD EN KI BREA ERS BUST MYTH

IE CHEM SPAT HET VAN RM SCHE

ROTTERDAM

CHEMIE-AMBASSADEUR KITTY NIJMEIJER

CM1614_Stopper Chemie 210x74.indd 1

CM1511_01_

A_Cover.indd

5 16:17 13-05-1

02-06-16 16:00

1

15-10-15 16:35 CM1509_01_A_Cover.indd 1

Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

FORSE INVESTER ING EXXONMOB IL IN RAFFIN ADERIJ

‘HET IS GEWOON EEN ONTZETTEND LEUK VAK’

10-12-15

16:08


VNCI

VNCI NIEUWS

VNCI JAAREVENT

Het programma van het VNCI Jaarevent heeft een metamorfose ondergaan, met meer focus op inspiratie, het delen van kennis en vooral het ontmoeten van elkaar. Op 1 juni is de Fokker Terminal in Den Haag dĂŠ ontmoetingsplek voor de chemische industrie. Speciale gast is Nobelprijswinnaar prof. dr. Ben Feringa, die een inspirerend gastcollege zal geven. Daarnaast is er een prikkelend netwerkplein en zijn er acht verschillende learninglabs, onder andere over de Brexit en een college Plant manager of the future. Aanmelden: http://jaarevent.vnci.nl

VNCI MILIEUDAG OP 11 MEI

Tijdens de VNCI Milieudag op 11 mei in het Woudschoten Conferentiecentrum in Zeist passeren diverse actuele milieuthema’s de revue, waaronder de Omgevingswet (Jos Roosen, VNCI), duurzaam waterbeheer (Cees van Houwelingen, Dow Benelux), een werkbaar bestemmingsplan en milieuvergunning (Richard de Oude en Reinout van Zevenbergen, Croda) en de transitie naar een duurzame samenleving (Sjoerd Looijs, VNCI). Verder zijn er diverse parallelsessies. VNCI-leden kunnen zich tot 4 mei aanmelden via www.vnci.nl/evenementen

MOLECULES MEET DIGITS

Op 16 mei organiseren VNCI, Deloitte, TNO, ISPT en Brightlands Chemelot Campus Molecules meet Digits, een event waar de chemische industrie en de digitale wereld elkaar ontmoeten. Het zal zich specifiek richten op Digital at the Core, op de impact die de digitale ontwikkelingen hebben op de kernprocessen van chemiebedrijven, inclusief onderhoud en de supply chain. Molecules meet Digits vindt plaats op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. Registreren: https://view.deloitte.nl/molecules-meet-digits-registration.html Meer informatie: parts@deloitte.nl

Veel belangstelling voor Chemelot tijdens de Dag van de Chemie 2015.

DAG VAN DE CHEMIE OP 6 OKTOBER 2018

Vorig jaar werd al duidelijk dat de volgende Dag van de Chemie zal plaatsvinden in 2018, het jaar waarin de VNCI haar 100-jarig bestaan viert. Inmiddels is ook de datum bekend: zaterdag 6 oktober. Extra speciaal is de samenwerking met het Weekend van de Wetenschap, dat in datzelfde weekend zal plaatsvinden. april 2017 Chemie Magazine 53


COL OFON

MENSEN

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemi-

UNIVERSITEIT LEIDEN

Marc Koper, hoogleraar Katalyse en oppervlaktechemie aan de Universiteit Leiden, heeft voor zijn grote bijdragen aan de elektrochemie de Faraday Medal 2017 gekregen. De Electrochemistry Group van de Britse Royal Society of Chemistry eert met de jaarlijkse prijs elektrochemici buiten Groot-Brittannië en Ierland. Met zijn collega’s van het Leids Instituut voor Chemisch onderzoek werkt Koper aan de ontwikkeling van nieuwe vormen van schone energie. Zo onderzoekt hij de mogelijkheden om uit CO2 brandstof te maken met behulp van elektriciteit. Ook werkt hij aan elektrochemische reacties die het mogelijk moeten maken zonne-energie op te slaan in waterstof.

sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

RADBOUD UNIVERSITEIT

Voor de tweede keer na zijn emeritaat heeft chemicus Roeland Nolte van de Radboud Universiteit een ERC Advanced Grant in de wacht gesleept. De beurs van 2,5 miljoen euro stelt hem in staat een heel nieuw idee te ontwikkelen: informatie opslaan op enkelvoudige polymeerketens. Hij gaat het synthesewerk met chemicus Floris Rutjes doen. De onderzoekers willen de informatie digitaal opslaan, in nullen en enen. Hiervoor willen ze zuurstofverbindingen gebruiken die twee (chirale) verschijningsvormen hebben. Als ‘schrijfkop’ gebruiken zij een moleculaire machine, die met licht geschakeld kan worden. De geschreven informatie wordt ook weer met licht afgelezen, door een molecuul dat over de gecodeerde polymeerdraad schuift.

Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17,

NRK

Wim van der Pennen is begin dit jaar in dienst getreden bij de NRK. Hij volgt Jolanda Neeft op en neemt de dossiers gevaarlijke stoffen, REACH, voedselveiligheid en milieu voor zijn rekening. Daarnaast is hij branchecoördinator voor NRK Folie en NRK Flexibele Kunststoffen. Hij is van huis uit chemisch technoloog en milieudeskundige en heeft veel ervaring opgedaan met uiteenlopende milieudossiers bij gemeenten, provincies en bedrijven, in binnen- en buitenland. Hij werkte tot voor kort als zelfstandig adviseur.

2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk MediaCenter Rotterdam

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

Overname

INSTAGRAM.COM/VNCI_CHEMIE

Beeld cover

Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

VNCI brengt, in samenwerking met Chemie Is Overal, op Instagram in beeld wat chemie is, wat je ermee kunt en waarom chemie belangTWITTER.COM/VNCI De VNCI met het laatste nieuws, rijk is vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

54 Chemie Magazine april 2017

Babet Hogervorst ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.

Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter

Production capabilities

Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food

VISIT US AT BCF CAREER EVENT ON 11 MAY 2017 | JAARBEURS UTRECHT

Recruitment is about people. Our drive is to make people happy. Not only by having excellent employment conditions but also by trying to make the whole recruitment process a more fun and positive experience. Preparing you as good as possible for upcoming interviews, increasing the chance of finding you a suitable position. Offering (individual) support in order to achieve excellent and lasting results. Through our extensive experience we have built expert knowledge in our field when it comes to recruitment & selection. We speak your language and understand your needs and the challenges you face. Interested to know what we can do for you? As main sponsor of the BCF Career Event we hope to welcome you there. You can visit our website for more information, current vacancies or send an open application. And with our free app you have new jobs, training and workshops at your fingertips.


Implementeer de nieuwe ISO-normen in uw voordeel. Anders kijken naar ISO 14001/9001 Wat is de status van uw managementsysteem, waar moet het heen en hoe komt u daar? Dat zijn de cruciale vragen voor uw nieuwe ISO-normering. Lloyd’s Register neemt u via enkele praktische workshops en trainingen mee. Met een slimme aanpak en handige tips die de transitie drastisch versoepelen. Veranker de aanwezige kwaliteit in uw organisatie en voeg zekerheid toe aan uw prestaties. Lloyd’s Register staat u bij in elke fase van dit kansrijke traject op weg naar een succesvolle toekomst.

GAP-analyse, een scherp beeld van morgen

Workshop ISO 9001:2015

Transitietraining ISO 9001:2015

Met een GAP-analyse krijgt u snel inzicht in de huidige staat van uw systemen en de impact van de nieuwe ISO-norm (14001/9001) daarop. Het resultaat van die analyse is een transparante rapportage die toont in hoeverre u al voldoet en wat nog noodzakelijke stappen zijn. Kies Lloyd’s Register om risico’s te verminderen en prestaties te verbeteren.

1-daags / € 530

2-daags / € 930

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Incl. locatiekosten, lunch en cursusmaterialen

Regio west: 24 januari 2017 Regio midden: 28 maart 2017 Regio west: 22 juni 2017

Regio west: 31 januari en 1 februari 2017 Regio midden: 21 en 22 maart 2017 Regio west: 13 en 14 juni 2017

Schrijf u nu in op www.lrqa.nl of bel +31 (0)10 201 84 45

Improving performance, reducing risk Lloyd’s Register and variants of it are trading names of Lloyd’s Register Group Limited, its subsidiaries and affiliates. Copyright © Lloyd’s Register Group Services Limited. [2013] A member of the Lloyd’s Register group.

Genoemde prijzen zijn geldig in 2017 en excl. BTW


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.