Chemie Magazine - april 2019

Page 1

Restlevensduur assets met kwart toegenomen

Arlanxeo groot in synthetisch rubber

De ambities van Innovatiehub Oost-Groningen

Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

FOSSIELENJAGERS ALS ANNE SCHULP WETEN HET ALLANG:

IRIDIUM STAAT AAN ONZE BASIS

JAARGANG 61 • 04 • 30 APRIL 2019


NEW NAME, STILL YOUR TRUSTED GLOBAL INDUSTRIAL SAFETY PARTNER We do not make the world safer. We make sure you can. At our new training facility we prepare you optimally to deal with all kind of incidents. Do you want the best possible training? Sign up or ask for more information via fireacademy@nl.relyonnutec.com or call +31 (0) 181 376 666.

www.relyonnutec-fireacademy.com


INHOUD 04 | 30 april| 2019

14

IRIDIUM MARKEERT OPKOMST VAN ZOOGDIEREN Wereldwijd markeert een kleilaagje met iridium, element nr. 77, afkomstig van de inslag van een asteroïde, het einde van de dinosauriërs, en de opkomst van zoogdieren. “Sommige diersoorten hadden daarna wel een kans, waaronder onze verre, verre voorouder.” Vierde deel in de serie over bijzondere elementen, naar aanleiding van 150 jaar periodiek systeem.

ÉÉN UNIFORM VEILIGHEIDSBELEID Chemelot heeft de ambitie om in 2025 de meest veilige, duurzame en competitieve site van WestEuropa te zijn. Veiligheid is daarbij een belangrijke onderscheidende factor. Om de veiligheidsprestaties van de site verder te verbeteren, is recent het Chemelot-brede programma ‘Samen bewust veilig’ van start gegaan.

20

april 2019 Chemie Magazine 3


Cooling, power and heating

Tijdelijk stroom, koeling of verwarming nodig? Van Abeelen staat garant voor efficiency, 24/7 zekerheid en hecht grote waarde aan milieuvriendelijke oplossingen en duurzaamheid. Wij werken met een team van specialisten die oplossingen bieden speciaal voor de behoeften van petro(chemische) en pharmacy industrie. Van nood- tot seizoensgebonden situaties, van onderhoudswerkzaamheden tot volledige energievoorzieningen. Ongeacht hoe groot, klein, eenvoudig of complex de aanvraag is, wij zijn binnen zeer korte tijd op locatie voor de juiste oplossing. Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie: T +31 (0)161 219 031 | E john@vanabeelen.eu

25 jaar

019

1994- 2


INHOUD 04 | 30 april| 2019

7 7

28

Restlevensduur installaties (petro)chemische industrie met een kwart toegenomen

9 11 13 14 20 24

34

Arlanxeo wereldspeler in elastomeren, met hoofdkantoor in Maastricht

26 28 32 34 38 40

45

Verrassende uitslag onderzoek over leefomgeving DuPont en Chemours

45 49 50 50

Voorwoord Colette Alma Laatste keer Evenementen

NIEUWS

Chemie toont bijdrage aan SDG’s Nieuwe pil wint essenscia Innovation Award Investering in doorbraaktechnologie

ACHTERGROND

Periodiek systeem Iridium, nr. 77 Veiligheid Chemelot lanceert ‘Samen bewust veilig’ Wetgeving Sterkere rol voor gemeente in Omgevingswet Wetenswaardig S/park in Deventer krijgt Coci-status Veiligheid Verjongingskuur voor assets Transport Vervoer gebaat bij transparantie VNCI-lid Arlanxeo: groot in elastomeren Uitgelicht Rutte brengt werkbezoek aan Avantium Innovatie Innovation Hub Oost-Groningen Leefomgeving Meer zorgen over hondenpoep dan GenX VNCI Nieuws Mensen Colofon

40

Innovatiehub Oost-Groningen: aardappels, hennep en magnesium samen sterk

april 2019 Chemie Magazine 5


SEE VITAL SIGNS. TAKE VITAL ACTION. In de wereld van Ultimo draait alles om beheer­ processen en de software die u daarvoor nodig hebt. Als u de maintenance verantwoordelijke bent, wilt u niets liever dan dat uw assets u continu vertellen wanneer het volgende preventieve onderhoud nodig is, welke werkzaamheden op stapel staan, welke contractverplichtingen aan de orde zijn of wat de exacte locaties van uw installaties zijn. Ultimo zorgt ervoor dat de cruciale signalen over uw assets worden doorgegeven. Zodat u ze ziet en daadkrachtig kunt handelen. Are you listening?

Al uw assets vertellen hun verhaal. Maar luistert u hier wel naar? Weten hoe u uw assets en objecten kunt live­linken? Stel uw vraag aan sales@ultimo.com

Live-link your assets and facilities.


Voorwoord

LAATSTE KEER Dit is het laatste keer dat ik op deze openingspagina van Chemie Magazine mijn gedachten met u mag delen. Bijna vijftien jaar lang heb ik hier elke maand uw aandacht gevraagd voor ontwikkelingen die op de chemiesector afkwamen, en voor mijn visie op het belang van de sector. Het is dan ook verleidelijk om deze laatste keer de huidige positie van de sector te vergelijken met die van vijfien jaar geleden. Ten tijde van mijn aantreden bij de VNCI waren er ook zeker onderwerpen die hoog opspeelden. De Europese stoffenwetgeving was in de maak. In Nederland liepen de milieuconvenanten, waarmee zeer forse emissiereducties moesten worden bereikt. En op energiegebied was er naast de succesvolle meerjarenafspraak (MJA) het Nederlandse benchmarkconvenant, dat in 2009 werd omgezet in MEE omdat de benchmarkafspraken niet samen bleken te gaan met het ETS-systeem. Daarnaast moesten we stevige actie ondernemen om in het innovatiebeleid (de sleutelgebieden destijds) een plaats voor de chemie te veroveren. De media besteedden aandacht aan plotseling opkomende issues, zoals weekmakers in scoubidoutouwtjes (indertijd een hype onder kinderen) en aan langere-termijn-

zorgen zoals – ja, toen al – de transitie naar een duurzame economie. Maar op één aspect vind ik de situatie van vandaag wezenlijk verschillend van die van toen. Vijftien jaar geleden was de wet- en regelgeving die betrekking had op de industrie vooral een zaak van specialisten. De VNCI overlegde met de departementen over vormgeving van de regelgeving, en sprak in de Tweede Kamer met specialistische woordvoerders die het partijstandpunt voor een belangrijk deel zelfstandig konden bepalen. Als de industrie al genoemd werd in partijprogramma’s of regeerakkoorden, dan was dat zijdelings, of in economische zin. Nu staat de industrie en haar impact op de samenleving torenhoog op de politieke agenda. Dat betekent dat we onderwerp zijn geworden van partijpolitiek, en onderdeel van politieke uitruil, en dat beeldvorming soms belangrijker is dan de inhoud. Dat vraagt ook van de Koninklijke VNCI een wezenlijk andere aanpak. In deze situatie draag ik het stokje over aan Manon. Zij zal samen met Bernard, en geholpen door ons zeer competente VNCI-team, ook in deze nieuwe situatie de belangen van de Koninklijke VNCI hooghouden, en daarvan op deze plaats verslag doen. Ik wens haar heel veel succes toe. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 5.5 Impact van technologie op werk Invloed van robotisering en technologie op inzet van personeel en op taken, kennis en vaardigheden van medewerkers. Een van de sprekers is Onno de Vreede, hoofd Innovatie & human capital VNCI. Locatie: Duurzaamheidsfabriek, Dordrecht Organisatie: AWVN 13.5 Behind the scenes@Rotterdam Kansen die de chemie biedt op het vlak van innovatie, infrastructuur, energietransitie en arbeidsmarkt. Locatie: RDM, Rotterdam Organisatie: Deltalinqs, Port of Rotterdam, Gemeente Rotterdam, VNCI

15.5 Process Safety Doel is het versterken van de regionale process safety-cultuur door te netwerken en kennis te delen. Locatie: Van der Valk, Dordrecht Organisatie: PScongres 15.5 Groene Groeiers: van plastics naar plastics Tijdens de bijeenkomst wordt gezocht naar matches tussen bedrijven die uitzicht geven op de ontwikkeling van circulaire businesscases. Locatie: MECC, Maastricht Organisatie: Groene Groeiers koplopernetwerk (VNO-NCW) i.s.m. Chemelot

22.5 Stakeholderdialoog Koninklijke VNCI presenteert haar doelstellingen voor een duurzame toekomst van de Nederlandse chemische industrie. Locatie: NEMO Science Museum, Amsterdam Organisatie: Koninklijke VNCI VERGADERINGEN 9.5 Bestuurs Advies Commissie (BAC) 14.5 WG Milieu 22.5 BG Human Capital 28.5 BG Duurzaamheid

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/AGENDA april 2019 Chemie Magazine 7


CANADA: NSN EU: REACh, CLP

KOREA: AREC, CCA

RUSSIA: TR EAEU 041/2017

USA: TSCA, Prop 65

JAPAN: CSCL, ISHL TURKEY: KKDIK

TAIWAN: TCSCA CHINA: Decree 591, MEP Order no. 7 ASEAN: HSA, EHSNR, CLASS, RA 6969

BRAZIL: New Law on Chemicals

AUSTRALIA: NICNAS

Impact of global regulations on your supply chain Besides the quality of your products and your innovative power, the global regulatory compliance is one of the key factors for your success when selling chemical products around the globe. The implementation of new chemical regulations or amendments of existing ones, can have a considerable, sometimes even disruptive impact on your product portfolio and your ability to market your products in a compliant way. Our conference will focus on potential impacts on industry and how to prepare for the predictable consequences. We will provide a comprehensive overview on new and amended chemical legislations and regulatory procedures in numerous important markets in the Americas and the Asia-Pacific region. We will provide an overview about chemical legislations and regulatory procedures in numerous important markets in the Americas and the Asia-Pacific region. Topics include:  Registration and evaluation of chemicals in Korea  Management of chemicals in China and Taiwan  The “Frank Lautenberg Chemical Safety Act” (LSCA) - New TSCA  New substance notification in Canada  Chemical regulations in several ASEAN countries  The new chemical management system in Brazil  The reform of NICNAS in Australia  Planned reform of the CSCL in Japan  Chemical safety management in the Eurasian Economic Union (EEU)  Short overview about other most recent developments

We have been an independent service provider for industrial chemicals, crop protection, biocides, veterinary medicine, medical devices, cosmetics and food contact materials since 1996 at sites within Europe, Asia and the USA. For further information visit www.knoell.com or call us.

Chemical Control Regulations in Asia and the Americas Register now! Frankfurt - June 4, 2019

knoell Germany GmbH Dr. Michael Cleuvers Managing Director Chemicals & Biocides Tel. +49 214 20658-170 globalregistration@knoell.com www.knoell.com


Actueel

IMPACT VAN ALTERNATIEF GRONDSTOFGEBRUIK IN PETROCHEMIE

BIJDRAGE CHEMIE AAN 17 INTERNATIONALE DUURZAAMHEIDSDOELEN IN KAART GEBRACHT De vernieuwde website www.responsiblecare.nl, een initiatief van de VNCI, toont de bijdrage van de sector aan de zeventien duurzaamheidsdoelen die zijn opgesteld door de Verenigde Naties. Daarnaast biedt de site best practices en data over milieu- en veiligheidsprestaties van de sector.

D

e Verenigde Naties heeft zeventien SDG’s vastgesteld met als doeljaar 2030. Deze duurzaamheidsdoelen bieden een blik in de (nabije) toekomst. “Zo proberen we ook het vooruitdenken in de sector te bevorderen”, aldus senior beleidsmedewerker Responsible Care en duurzaamheid Sjoerd Looijs. “We willen, mede op basis van de gegevens die we jaarlijks ophalen bij onze leden, meer vooruitzicht geven op welke duurzaamheidsresultaten haalbaar zijn. Zo kunnen we niet alleen onze leden maar ook de buitenwereld laten zien waar we als sector naartoe willen.” Op de website zijn de SDG’s gekoppeld aan de drie duurzame actielijnen die de VNCI samen met haar leden heeft opgesteld: ‘Low carbon economy’, ‘Minimale impact op mens en milieu’ en ‘Bijdrage aan welzijn en welvaart’. Looijs: “Zo leggen we als sector de link naar de SDG’s en laten we zien wat onze bijdrage aan verduurzaming is.” Ook nieuw zijn de best practices op het gebied van duurzaamheid die de web-

site presenteert. Looijs: “De chemiesector heeft zoveel goede voorbeelden. Door ze hier te bundelen leggen we er nog meer de nadruk op. We laten ermee zien dat we als sector niet zo defensief zijn als de buitenwereld vaak denkt. Maar we zouden bijvoorbeeld ook het percentage vrouwen in senior posities kunnen laten zien, een onderwerp dat sterk leeft.”

Stakeholderdialoog

Op woensdag 22 mei organiseert de VNCI in Amsterdam een stakeholderdialoog over de drie duurzame actielijnen en de samenhang met de SDG’s. p Meer info: https://vnci.nl/agenda

RESPONSIBLE CAREPROGRAMMA De chemische industrie speelt een sleutelrol in de verduurzaming van onze samenleving. Het Responsible Care-programma, dat de basis vormt voor het continu verbeteren van veiligheid, gezondheid en milieu, neemt daar een belangrijke plaats in. Het is voor VNCI-leden de basis om invulling te geven aan duurzaam ondernemen.

Professor Andrea Ramírez van de TU Delft gaat een methodologie ontwikkelen om te analyseren wat de impact is van het vervangen van fossiele brandstoffen door alternatieve grondstoffen in petrochemische industriële clusters. Zij ontvangt hiervoor een Vici-beurs van 1,5 miljoen euro van NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek).

D

ergelijke industriële clusters, waarin 90 procent van de grondstoffen van fossiele oorsprong is, zijn complexe systemen met veel verschillende en steeds meer met elkaar verweven processen in en tussen bedrijven. Het ingrijpen in een enkel proces kan dus invloed hebben op andere processen, zowel op de lokale schaal van het industriële cluster als in de betrokken toeleveringsketens. In een nieuwe benadering zal Ramírez concepten uit de invasie-ecologie aanpassen om te kunnen beoordelen wat de impact is op hulpbronnen, energie en kosten – op lokaal en systeemniveau – als fossiele grondstoffen in industriele ecosystemen worden vervangen door alternatieven. Ze zal ook onderzoeken welke strategieën en technologieën op middellange en lange termijn tot meer resultaat zullen leiden. Deze benadering zal zij toepassen op een model van het Rotterdamse petrochemische industriecluster Pernis/ Moerdijk. Dit model kan later worden aangepast om elk (petrochemisch) industrieel cluster in de wereld te bestuderen. p

april 2019 Chemie Magazine 9


Wil jij werken aan een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid

• Uitvoering grote projecten/turn arounds

• • • • • •

• • • • •

Procestechnologie en installaties Processchema’s, P&ID’s Mechanische veiligheid, PED Maintenance Consequentie kwantificering (QRA, Safeti) Instrumentele beveiliging

Externe veiligheid/BRZO/PGS6 Kwalificeren en kwantificeren van risico’s Explosies Gevaarlijke stoffen Incidentenonderzoek

• ATEX

Data: 26 september, 10 oktober, 7, 14, 21 en 28 november,

Schrijf je snel in, deze opleiding zit altijd snel vol!

12 december en het tentamen is op 19 december 2019.

T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl

PHOV_190205_Adv Procesveiligheid_185x130-wt.indd 1

12-02-19 12:42


Actueel

Met de Phosphate Recycling Unit zet ICL een eerste stap naar een volledige fosfaatkringloop. V.l.n.r.: Prinses Astrid van België, juryvoorzitter François Cornelis en CEO van Mithra François Fornieri.

Het Luikse biofarmabedrijf Mithra heeft de essenscia Innovation Award 2019 gewonnen, de belangrijkste prijs voor industriële innovatie in België. Mithra ontwikkelde een anticonceptiepil van de nieuwste generatie, op basis van het natuurlijke hormoon estetrol.

N

a tien jaar onderzoek en ontwikkeling in België heeft Mithra, een onderneming gespecialiseerd in vrouwelijke gezondheid, een anticonceptiepil ontwikkeld op basis van estetrol (E4), een natuurlijk hormoon dat tijdens de zwangerschap in de lever van de menselijke foetus wordt geproduceerd. Mithra is erin geslaagd dit hormoon via een complex productieproces na te maken en klinische testresultaten bij vierduizend patiënten wijzen op een efficiënte en veilige werking, met minder neveneffecten voor de vrouw. De pil, Estelle, komt mogelijk volgend jaar op de markt. “We

zitten nu in de finale goedkeuringsfase en leggen onze dossiers voor aan de Amerikaanse en Europese regelgevende agentschappen”, aldus Jean-Michel Foidart en François Fornieri, oprichters van Mithra. “Dit is een pil made in Belgium. Ze werd in ons land ontwikkeld en zal hier ook worden geproduceerd, grotendeels voor export naar de hele wereld. Dit is een potentiële blockbuster met een positieve impact op de Belgische economie.” Het bedrijf heeft nog twee producten op basis van estetrol in de pijplijn, om de symptomen van de menopauze en de perimenopauze te verlichten. De Innovation Award, een tweejaarlijkse prijs van essenscia (de Belgische federatie van de chemie, kunststoffen en life sciences), werd op 2 april door prinses Astrid aan Mithra overhandigd in het Paleis der Academiën in Brussel. p

FOTO: ICL

NIEUWE ANTICONCEPTIEPIL WINNAAR ESSENSCIA INNOVATION AWARD

ICL PHOSPHATE RECYCLING UNIT GEOPEND

O

p 7 maart is de ICL Phosphate Recycling Unit geopend door vertegenwoordigers van het gemeentebestuur van Amsterdam en het provinciebestuur van Noord-Holland. Met de Phosphate Recycling Unit zet ICL een eerste stap naar een volledige fosfaatkringloop. Deze nieuwe circulaire installatie verwerkt alternatieve bronnen van fosfaat, zoals verbrandingsassen van rioolslib en beendermeel, op een schaal die op dit moment uniek is in de wereld. Fosfaat is essentieel voor meststoffen en daarmee voor de voedselproductie in de wereld. p

MAASVLAKTE IN BEELD VOOR BIOKEROSINE-FABRIEK Het Finse Neste overweegt de bouw van een fabriek voor duurzame kerosine in Rotterdam, zo meldt het FD. De fabriek zou verrijzen op de Eerste Maasvlakte, waar Neste al een raffinaderij heeft voor biodiesel.

D

oordat er al een dieselfabriek staat, vallen de kosten voor een kerosinefabriek lager uit dan wanneer de fabriek in bijvoorbeeld de VS zou worden gebouwd, waar Neste nog geen fabriek heeft, vertelde Neste-topman Peter Vanacker onlangs tijdens een kort bezoek aan Rotterdam. Finland, waar het concern

ook een raffinaderij heeft, is ook een optie. “De luchtvaartindustrie wil vanaf volgend jaar CO2-neutraal groeien. Dat betekent dat er in 2030 zeker 100 miljoen ton duurzame kerosine per jaar beschikbaar moet zijn”, aldus Vanacker tegen het FD. Neste bouwde in 2011 in Rotterdam een fabriek voor biodiesel uit dierlijke en plantaardige vetten. Twee jaar geleden nam het bedrijf de voormalige biodieselfabriek in Sluiskil over en vorig jaar opende het op de Eerste Maasvlakte een biopropaanfabriek. p april 2019 Chemie Magazine 11


There are things that regulatory professionals need to do over and over again. Checking spreadsheets needn’t be one of them. Veeva’s regulatory, quality, and claims management solutions help chemical companies bring innovative, high quality products to market faster without compromising compliance. Learn more at industries.veeva.com/chemical

Agility at the speed of your imagination.

ar

DC a V erb 4 v -2 u le 2 1 n f na a v

Nauwkeurige, veelzijdige doseerpompen • Reduceert de kosten van chemicaliën door een hogere doseernauwkeurigheid • Gemakkelijk te installeren geen randapparatuur nodig Vervang uw pompkop in seconden zonder extra gereedschap REVOLUTIONAIRE POMPKOPTECHNOLOGIE

wmftg.com/qdos-pumps-nl +31 10 462 1688


Actueel

CNV @vakbond Het kabinet wil een CO2-taks voor grote bedrijven invoeren. Dit kan tienduizenden banen in gevaar brengen. Funest voor het draagvlak onder het klimaatakkoord, vindt CNV-voorzitter @ArendvanW. Lees onze opinie in @telegraaf peterverhaar @peterverhaar Juist Tata Steel zegt dat ze binnen 10 jaar CO2 kunnen terugsluizen naar de chemie.....@ GreenpeaceNL wil dat niet horen, dat is niet hun verdienmodel @Buitenhoftv Provincie Groningen @provgroningen De Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra bracht vandaag een bezoek aan de Eemshaven, met speciale aandacht voor duurzame energie, vergroening van de chemie en innovatie. Hij nam onder meer een kijkje bij de proeffabriek voor bioraffinage @Avantium Corné Boot @enroctoob Spannend debat tussen Bernhard Wientjes @VNONCW @vnci en Joris Thijssen van @ GreenpeaceNL Helaas géén doorbraak....Bij @ remcodb Studio Energie feestje Simon Rozendaal @Simon_Rozendaal Het is slecht voor het #klimaat en de #energietransitie om de chemische industrie het land uit te willen pesten. Nieuwe column in @ Else4Weekblad

FOTO: TU DELFT

Suzanne Kröger @suzanne_GL Een derde van de chemische dossiers in NL is nog niet op orde. Risicovol voor mens en milieu. Voor de EU is dat zelfs 69%. Blij dat mijn motie met @CemLacin is aangenomen voor een actieplan met de @vnci zodat alle informatie volledig en kloppend is

e-Refinery werkt aan een technologie om CO2 en water met behulp van duurzame elektriciteit om te zetten in koolwaterstoffen, zoals etheen.

TU DELFT, SHELL EN OVERHEID INVESTEREN € 5 MLN IN DUURZAME DOORBRAAK VOOR CHEMIE TU Delft, Shell en diverse Topconsortia voor Kennis en Innovatie investeren samen 5 miljoen euro in de ontwikkeling van elektrochemische technologie voor verduurzaming van de petrochemische industrie. Zij werken onder meer aan een doorbraaktechnologie om CO2 en water via duurzame elektriciteit om te zetten in koolwaterstoffen.

M

et de investering in het project ‘Towards large-scale electroconversion systems (TOeLS)’ dragen Shell en de Topsectoren Chemie, HTSM, en Energie bij aan de doelstellingen van TU Delft e-Refinery. Dit overkoepelende programma werkt aan de doorbraaktechnologie waarmee CO2 en water met behulp van duurzame elektriciteit direct worden omgezet in koolwaterstoffen, zoals etheen. Deze kunnen vervolgens worden ingezet als duurzame grondstoffen, brandstoffen en als opslagmedium voor elektriciteit. Paulien Herder, programmaleider e-Refinery: “De uitdagingen voor industriële opschaling van elektrochemie liggen in het begrijpen van de samenhang tussen elektrochemische reacties, materiaalontwerp en de chemische, fysische en engineering processen. e-Refinery zorgt voor deze samenhang. Binnen het project TOeLS werken wij samen met Shell en de overheid aan de opschaling van elektro-conversie. Dit versnelt het verduurzamingsproces en stelt ons in staat om uiteindelijk elektro-conversiesystemen naar het gigawatt-niveau op te schalen.” p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). april 2019 Chemie Magazine 13


VANWEGE 150 JAAR PERIODIEK SYSTEEM BESTEEDT CHEMIE MAGAZINE DIT JAAR AANDACHT AAN EEN AANTAL BIJZONDERE ELEMENTEN

77

ZELDZAAM IRIDIUM BEPALEND VOOR ONS HIER-EN-NU ÉN SLIJTVASTE TOEPASSINGEN

NR. 77: DE VINGERAFDRUK VAN HET BUITENAARDSE

Iridium 192.217

Iridium is op aarde het zeldzaamste metaal. Wereldwijd markeert een kleilaagje met buitenaards iridium het einde van de dinosauriers, en de opkomst van zoogdieren. “Sommige diersoorten hadden wel een kans, waaronder onze verre, verre voorouder.” Slijtvast iridium wordt onder meer toegepast in vliegtuig- en ruimtevaartmotoren en bougies. Tekst: Marga van Zundert

14 Chemie Magazine april 2019

zuiver in handen te krijgen, en daarom dus duur. Alleen als slijtvastheid en betrouwbaarheid van groot belang zijn, wordt het metaal toegepast. Denk aan onderdelen van vliegtuig- en ruimtevaartmotoren, diepzeeapparatuur, en meer alledaags: slijtvaste bougies in benzinemotoren. In de chemie vind je iridium in sterke elektroden, smeltkroezen en bijvoorbeeld bewegende pomponderdelen.

Fossielenjager

Er is een misschien onverwachte beroepsgroep voor wie iridium helemaal geen onbekende is: paleontologen, de ‘fossielenjagers’. Nog e

FOTO: ANP

V

an de edelmetalen kennen we goud, zilver en platina, misschien ook palladium. Maar er horen ook onbekendere metalen thuis in dit rijtje robuuste metalen, zoals rhodium, iridium en ook osmium. Die zijn alleen een stuk zeldzamer op aarde. Bij de vorming van onze planeet zijn ze vooral in de kern terechtgekomen, door hun hoge dichtheid. De zeldzaamste van het stel is iridium, tegelijkertijd ook het hardste en zwaarste edelmetaal. Iridium is onverwoestbaar, bestand tegen de sterkste zuren en basen, tegen hoge temperaturen en oxidatie. Maar het metaal is lastig

Ir


Periodiek systeem

ANNE SCHULP:

‘Onder het iridium kun je fossielen van dinosauriërs aantreffen, erboven zie je plots een explosie van ander leven’ april 2019 Chemie Magazine 15


JAN SMIT:

FOTO: PATRICK POST

‘Was die asteroïde niet gevallen, dan zag het leven op aarde er nu heel anders uit’ POMPEÏ VAN DE PREHISTORIE

Onlangs heeft de Amerikaanse paleontoloog Robert DePalma in North-Dakota een plek ontdekt waar de rampzalige inslag van de Chicxulub-asteroïde is gevangen in talloze puntgave fossielen. De bijbehorende wetenschappelijke publicatie was afgelopen maand voorpaginanieuws. “Echt waanzinnig. Een speld in de hooiberg”, aldus emeritus hoogleraar Jan Smit, die meeschreef aan de publicatie. “Ik werd erbij geroepen vanwege mijn ervaring en kennis over de Krijt-Paleoceen-overgang. Het gaat om een vroegere bocht in de rivier. Vissen, maar ook boomstammen, plankton en zelfs dino-eieren zijn daar door vloedgolven op elkaar gelegd. Het is allemaal extreem goed bewaard gebleven, echt een uniek snapshot van de dag zelf. Er zijn bijvoorbeeld vissen gevonden met in hun kieuwen tektieten, kleine ‘glaspareltjes’ van door de inslag gesmolten aards gesteente. Soms hebben ze luchtbellen in het midden, wat betekent dat ze zijn ‘weggespat’ tot buiten de dampkring, daar zijn gestold en teruggevallen.” De gevonden vissen zijn zo gaaf dat studente Melanie During de jaarringen in de botten kon analyseren, en concludeert dat de ramp kort na de winter moet hebben plaatsgevonden. Er volgen nog veel meer publicaties, belooft Smit. “Er ligt nog voor vijftig jaar onderzoek.” De precieze plek van de vondst in North-Dakota wordt overigens nog strikt geheimgehouden.

meer in het bijzonder paleontologen die zich specialiseren in dinosauriers, zoals Anne Schulp, hoogleraar in Utrecht en verbonden aan Naturalis. “Dinosauriërs stierven massaal uit aan het eind van het Krijt, 66 miljoen jaar geleden. De overgang van Krijt naar Paleoceen is overal ter wereld in de bodem gemarkeerd door een dun kleilaagje met een opvallend hoge concentratie iridium: een iridium-anomalie. Onder het iridium kun je fossielen van dinosauriërs aantreffen, erboven zijn er nooit resten gevonden. Daar zie je plots een explosie van ander leven.” Wie meer wil weten over het iridium, stuurt hij het liefst door naar collega-paleontoloog Jan Smit, emeritus hoogleraar geologie aan de VU. 16 Chemie Magazine april 2019

Smit was een van de opstellers in de jaren tachtig van de ‘impacttheorie’. Hij vermoedde dat een catastrofe een plots eind had gemaakt aan de dinosauriërs. Een theorie die destijds veel weerstand opriep maar inmiddels gestaafd is met bewijs. De boosdoener, een gigantische asteroïde, en het ‘plaats delict’, Chicxulub, zijn achterhaald. Nabij dit dorp op het Mexicaanse schiereiland Yucatán sloeg 66 miljoen jaar geleden een asteroïde ter grootte van maar liefst vijf Mount Everests in. Die vaagde het groene, glooiende en vochtige gebied weg waar dinosauriërs in allerlei soorten en maten de dienst uitmaakten. Al het leven binnen een ring van 1000 kilometer werd direct gedood door de

enorme schokgolf, vuurbal en explosie, die een krater van 180 kilometer doorsnee achterliet. Door de enorme inslag ontstaan aardbevingen, aardverschuivingen en tsunami’s; vulkanen barstten uit. Gruis en stenen van de getroffen aarde worden tot buiten de dampkring weggeslingerd en vallen gloeiendheet weer neer en veroorzaken overal branden. “En vervolgens ging het licht uit”, vertelt Smit. Stof, rook en roet verduisteren de hemel gedurende maanden, misschien zelfs jaren. Planten, plankton, zeewier en coniferen sterven door gebrek aan zonlicht. De fotosynthese stopt, waardoor het gehalte aan kooldioxide stijgt. Door de verduistering wordt het eerst ijzig koud, maar na


Periodiek systeem

Iridium trouwring.

Vanwege de hoge temperatuurbestendigheid wordt iridium toegepast in smeltkroezen.

Iridium maakt ruimtevaartuigonderdelen robuust en extreem betrouwbaar.

maanden stijgt de temperatuur juist door het broeikaseffect.

De een zijn dood

Zeker driekwart van al het leven op aarde sterft door de inslag zelf en de hongerperiode erna. De dinosauriërs hadden geen enkele kans, vertelt Schulp. “Als je 600 kilo hooi per dag eet en er groeit plots niets meer, dan is het over en uit.” Toch overleven enkele soorten dinosauriers: de voorouders van onze vogels. Schulp: “Diersoorten die konden wegvliegen, wegzwemmen, in winterslaap konden gaan, die net eieren hadden gelegd, in grotten leefden of op wormen of plantenresten konden overleven, hadden wel een kansje.” “En wie overleefde, belandde in een

FOTO: SHUT TERSTOCK

TOEPASSINGEN

Iridium wordt vanwege de hoge prijs alleen toegepast als hardheid, sterkte en slijtvastheid van groot belang zijn, of luxe. De eerste toepassing was in een exclusieve Parker 51-vulpen in 1944, een statussymbool. Generaal Eisenhower tekende er het verdrag mee dat de Tweede Wereldoorlog beëindigde. De vroegere standaardkilo (1875) en standaardmeter (1889), die beide in Parijs worden bewaard, zijn gemaakt van platina met zo’n 10 procent iridium, omdat het materiaal nauwelijks slijt. Smeltkroezen worden gemaakt van iridium vanwege de hoge temperatuurbestendigheid en ook wordt iridium gebruikt voor spinkoppen in de textielindustrie. Deze snel draaiende koppen met fijne gaatjes staan bloot aan extreme (slijtage)krachten. Ook balansen, kompasnaalden en veel vliegtuig- en ruimtevaartuigonderdelen worden gemaakt van of versterkt met iridium om ze robuust en extreem betrouwbaar te maken. Tegenwoordig zijn er ook luxe trouw- en verlovingsringen van het glanzende iridium. Om ze te maken is speciale apparatuur nodig, vanwege het hoge smeltpunt. Naar verluidt startte Tesla-oprichter en ruimtevaartondernemer Elon Musk de trend. De belangrijkste alledaagse toepassing van iridium is die als slijtvast puntje op bougies in auto’s en vrachtwagens. Die geven vele malen per seconde de vonk af om benzine te ontbranden.

leeg ecosysteem”, vervolgt Smit. Toen de hemel uiteindelijk opklaarde, hadden zij alle kans te evolueren. “In de aardlaag net na de inslag vinden we vaak fossielen van een of twee soorten zoogdieren die massaal aanwezig zijn.” Dat weet Smit omdat de Chicxulubinslag overal ter wereld in de bodem gemarkeerd is door een verhoogde concentratie iridium. De energie die vrijkwam bij de inslag was zo groot dat de ruimterots compleet verdampte. Het fijne stof werd tot ver buiten de dampkring geslingerd en daalde pas na maanden, misschien jaren langzaam neer. Het bevat duizenden malen meer iridium en vormt zo een vlijmscherpe tijdslijn voor paleontologen.

Iridium is onverwoestbaar, bestand tegen de sterkste zuren en basen, tegen hoge temperaturen en oxidatie e april 2019 Chemie Magazine 17

FOTO: SHUT TERSTOCK

Iridium bougie.


FOTO: ANP

Iridium, element nr. 77, is in 1803 ontdekt.

HET ZWAARST VAN ALLE ELEMENTEN

De inslagdag was ronduit rampzalig voor de dinosauriërs, maar niet voor de mens

18 Chemie Magazine april 2019

De zesde grootste teruggevonden meteoriet bevat veel iridium.

FOTO: WIKIPEDIA

Iridium, element nr. 77, is een glanzend zilverwit en zeldzaam edelmetaal. Het komt tienmaal minder voor in de aardkorst dan bijvoorbeeld platina en veertigmaal minder dan goud. Iridium is hard, sterk en het zwaarst van alle elementen. Zou je er een melkpak mee vullen, dan weegt dat 22,56 kilo. Iridium is van alle metalen ook het best bestand tegen roest en wordt niet aangetast door zuur, base of zout. Het smelt pas bij 2466°C en verdampt bij 4428°C. Ontdekker van het element is de Britse scheikundige Smithson Tennant (1761-1815). In 1803 vond hij iridium (en ook osmium) toen hij platina oploste in koningswater en stof overhield. Het duurde echter nog tien jaar voordat er een zuiver klompje iridium was gemaakt en nog weer veertig jaar voordat het metaal echt gewonnen werd. Tennant vernoemde element nr. 77 naar de Griekse godin Iris, de personificatie van de regenboog. Zouten van iridium hebben namelijk allerlei kleuren. De jaarproductie aan iridium is bescheiden: 3000 tot 4000 kilo. Het wordt gewonnen als bijproduct van nikkel. Om het zuiver in handen te krijgen is een hele klus. Andere edelmetalen zoals zilver, goud, palladium, platina, rhodium, ruthenium en osmium moeten achtereenvolgens afgescheiden worden uit het erts om een kleine hoeveelheid iridium te verkrijgen. Zuid-Afrika is de belangrijkste vindplaats, naast Rusland en Canada. Iridium is prijzig. Het kost circa 50.000 euro per kilo, 50 euro per gram dus.

TIJDSMARKERING

Het zware element iridium is bij de vorming van de aarde vooral in de aardkern terechtgekomen. De aardkorst bevat gemiddeld maar 0,02 ppb (parts per bilion) iridium. Sommige actieve vulkanen, zoals Piton de la Fournaise op het eiland Réunion, blazen hogere concentraties uit. Meteorieten, asteroïden en andere ruimterotsen bevatten veel meer iridium. De concentratie in de zesde grootste teruggevonden meteoriet, de Willamette nikkel-ijzer meteoriet, is bijvoorbeeld 4700 ppb, zo’n 250.000 maal hoger dus dan de aardkorst. De gigantische Chicxulub-asteroïde die 66 miljoen jaar geleden het einde voor de dinosauriërs betekende, verpulverde compleet bij de inslag. Dit ‘stof’ vormt een scherpe tijdsmarkering over de hele aarde. In 1998 is een steen in de Stille Oceaan gevonden met iridium-gehalte van 690 ppb, die afkomstig kan zijn van de Chicxulub-asteroïde.

Ook andere elementen zoals palladium en platina zijn oververtegenwoordigd in buitenaards gesteente. Waarom staat nu juist iridium bekend als ‘vingerafdruk van het buitenaardse’? Smit: “De iridiumanomalie is het makkelijkst aan te tonen. Bombardeer je een grondmonster met snelle neutronen, dan ontstaat uit het element de radioactieve isotoop Ir-192. Wanneer die isotoop vervalt, ontstaan tegelijkertijd twee gammafotonen met verschillende energieën. Dat is uniek. Door alleen die fotonen te meten, krijg je een uitstekende ruisonderdrukking en dus een nauwkeurige bepaling.” De inslagdag was ronduit rampzalig

voor de dinosauriërs, maar niet voor de mens. Een van de overlevenden was namelijk onze verre, verre voorouder. “Een zoogdier misschien ter grootte van een huisdier”, aldus Schulp. Tot die tijd waarschijnlijk een nachtdier, maar met het verdwijnen van de zo dominante dinosauriërs waren zoogdieren overdag veiliger. Smit: “Zo’n 100.000 jaar na de inslag zien we de eerste primaatachtige verschijnen. Was die asteroide niet gevallen, dan zag het leven op aarde er nu heel anders uit. Misschien dat er ook mensachtigen waren ontstaan, maar ons hier-ennu is een rechtstreeks gevolg van die ene dag 65,97 miljoen jaar geleden.” p


Uw partner voor een duurzaam beheer van chemisch & sensitief afval

On-site manpower

Innovatief webportaal met reporting

Kennis & expertise

GeĂŻntegreerde totaaloplossing in lijn met uw budget en proces

Veilig ADRtransport

Hoogtechnologische verwerking

Ompakken, op- & overslag

Recycling van materialen & energie

Samen met de Nederlandse industrie naar een circulaire economie www.indaver.nl


Chemelot heeft de ambitie om in 2025 de meest veilige, duurzame en competitieve site van West-Europa te zijn. Veiligheid is daarbij een belangrijke onderscheidende factor. Om de veiligheidsprestaties van de site verder te verbeteren, is recent het Chemelot-brede programma ‘Samen bewust veilig’ van start gegaan. “Als je niet de meest veilige site bent, kun je ook niet de meest duurzame of meest competitieve zijn”, aldus manager communications Judy op het Veld. Tekst: Igor Znidarsic

ÉÉN UNIFORM VEILIGHEIDSBELEID 20 Chemie Magazine april 2019

FOTO; ANNEMIEK MOMMERS

CHEMELOT-BREDE PROGRAMMA ‘SAMEN BEWUST VEILIG’ GESTART


Veiligheid OMGEVING EN PARTICIPATIE

M

edio 2017 verscheen het onderzoeksrapport ‘Chemie in samenwerking: risicobeheersing op het industriecomplex Chemelot’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV). Een aantal incidenten op Chemelot in 2015 en 2016 waren de aanleiding: drie ernstige emissies van gevaarlijke stoffen en een ongeval met dodelijke afloop. De OvV constateerde dat de risico’s per bedrijf werden beheerst, waarbij de aanpak gericht was op het voldoen aan wet- en regelgeving. Een overkoepelende visie op veiligheid van Chemelot als geheel ontbrak. Om de veiligheid structureel te verbeteren zouden de bestaande samenwerkingsverbanden beter benut moeten worden. De OvV pleitte daarom voor het ontwikkelen van een gezamenlijk veiligheidsbeleid met een duidelijke ambitie, waarin de gedeelde risico’s staan beschreven en een actieplan is opgenomen waarmee veiligheid voor Chemelot als totaal verder wordt verbeterd. Ook zouden de veiligheidsdoelen onderdeel moeten zijn van het visiedocument ‘Chemelot 2025’. Daarin had Chemelot in 2016 de ambitie geuit om de meest competitieve en duurzame chemieen materialensite van West-Europa te worden. Werden de bestaande samenwerkingsverbanden voorheen niet optimaal benut, zoals het OvV suggereerde? “Het kon beter”, zegt Judy op het Veld, sinds 2017 manager communications van Chemelot. “Je kan meer van elkaar leren. Daar zijn we nu met het Chemelot-project ‘Samen bewust veilig’ hard mee bezig. Want als je niet de meest veilige site bent, kun je ook niet de meest duurzame en de meest competitieve zijn.”

De zachte kant

‘Samen bewust veilig’, dat medio

vorig jaar is gestart, bestaat uit drie hoofdstromen: Leiderschap en cultuur, Aansturing en processen en Ontwerp en operatie. De centrale vraag is: hoe komen we tot een wezenlijk veilige cultuur met elkaar? Bij Leiderschap en cultuur gaat het om ‘de zachte kant’. Hoe zetten we de aansturing en processen op Chemelot scherper neer? Op het Veld: “Dan heb je het over zichtbaarheid en betrokkenheid van het senior management en zaken als beloning en waardering. Een niet onbelangrijk onderdeel is uniforme communicatie. Voorheen hadden verschillende bedrijven op de site elk hun eigen veiligheidscommunicatie. Bij een veiligheidsaspect als bijvoorbeeld op hoogte werken waren er diverse uitingen. Dat hebben we nu uniform gemaakt met billboards die over de hele site te vinden zijn. Of neem turnarounds, waarvan er dit jaar negen gepland staan. Voorheen deed ieder bedrijf daarin de eigen communicatie, terwijl er best overlap in zit, een aantal dingen zijn generiek. Ook hier hebben we eenduidige en herkenbare communicatie van gemaakt voor heel Chemelot.” Bij de ‘zachte kant’ gaat het vooral om cultuur- en gedragsverandering. Hoe krijg je die voor elkaar, ook nog eens bij 150 bedrijven tegelijk? Op het Veld: “Je kunt dingen doen omdat het moet, maar je kunt ook dingen doen vanuit intrinsieke motivatie, en dat is waar we nu mee aan het werk zijn. De leidinggevenden op de werkvloer zijn leading, omdat zij de dagelijkse praktijk kennen. Het gaat om vertrouwen geven aan medewerkers. Basisafspraken zijn nodig, en regels zijn regels, maar er moet ook ruimte zijn voor eigen verantwoordelijkheid. Als je een trap op of af loopt, gaat het er dan om dat je de trapleuning moet vasthouden of gaat het erom dat je veilig die trap

In de visie ‘Chemelot 2025’ is ook de doelstelling geformuleerd om omwonenden nog beter te informeren en, waar het kan, te betrekken bij ontwikkelingen op Chemelot. Er is een brede klankbordgroep, met vertegenwoordigers van diverse wijkplatforms. Zo werd een week na publicatie van het OvV-rapport een bijeenkomst met omwonenden georganiseerd, en afgelopen december werd een update-sessie gehouden, waarin de aanwezigen op de hoogte werden gesteld van de ontwikkelingen. Maar er blijven altijd nog uitdagingen, zegt Op het Veld: “Hoe informeer je bijvoorbeeld bij een crisissituatie de mensen die geen toegang tot internet hebben? Je kunt moeilijk bij al die mensen aanbellen. En sommige bedrijven mogen social media niet als kanaal inzetten. Hoe los je dat op?” Tijdens een sessie op 2 april, waarbij vijftig mensen aanwezig waren, presenteerde Chemelot-directeur Robert Claasen samen met mensen uit het projectteam een update over het project ‘Samen bewust veilig’. Ook werden de negen dit jaar geplande turnarounds onder de aandacht gebracht. “We legden uit waarom we dit doen en wat de omwonenden ervan kunnen gaan merken. Ze gaan bijvoorbeeld hijskranen zien, er komen meer transporten van en naar het Chemelot-terrein en er wordt gefakkeld.” De informatie wordt ook gedeeld via de lokale media, via een persbericht en in nieuwsbrieven. Wie klachten heeft kan bellen naar de milieu- en klachtenlijn. Zo probeert Chemelot de goede relatie met de omgeving te behouden en verder te versterken. Behalve dat dit goodwill oplevert, creëert Chemelot er ook een gunstige uitgangspositie mee als in 2021 de Omgevingswet van kracht wordt, die bedrijven stimuleert om vóór een vergunningaanvraag te overleggen met derden, zoals de burgers in de omgeving.

op en af gaat? Daar zit een verschil tussen.”

Scherpe afspraken

Chemelot vindt het wiel uiteraard niet helemaal zelf uit. Er is gekeken naar chemiebedrijven elders in het land, en ook bijvoorbeeld naar ziekenhuizen. “Die hebben veiligheid ook hoog in het vaandel staan, maar gaan er op een andere manier mee om. Het gaat hen niet om de controle, het afvinken van een lijstje, maar ook om eigen verantwoordelijkheid.” De tweede hoofdstroom, Aansturing en processen, richt zich op afspraken en processen: hoe zet je dat

e

april 2019 Chemie Magazine 21


FOTO; ANNEMIEK MOMMERS

‘Je kunt dingen doen omdat het moet, maar je kunt ook dingen doen vanuit intrinsieke motivatie’

scherper neer? “Dat gaat bijvoorbeeld over het leren van (bijna-) incidenten. Als je een (bijna-)incident deelt, wat is dan de doelstelling? Deel je de ervaring en is het daarmee klaar, of ga je ook echt kijken wat je ervan geleerd hebt, hoe je het de volgende keer kunt voorkomen?” Ook hierbij helpt eenduidige communicatie. Zo zijn de zogeheten SHE-flyers, waar elk bedrijf op Chemelot een eigen verschijningsvorm voor had, een aandachtspunt. De derde hoofdstroom, Ontwerp en operatie, is gericht op ‘de hardware’: hoe krijgen we de installaties nog veiliger en stabieler? Hoofddoelstelling is om gezamenlijk de emissies naar lucht, bodem en water sterk te reduceren. Onder de drie hoofdstromen zijn zeventien substromen geformuleerd. “In totaal zijn nu zo’n tweehonderd mensen van alle bedrijven met het project bezig, in allerlei werkgroepen en klankbordgroepen”, aldus Op het Veld. Opdracht22 Chemie Magazine april 2019

gever is de Chemelot Board, bestaande uit de acht grootste bedrijven op Chemelot, die ook de visie ‘Chemelot 2050’ in 2016 heeft geïnitieerd.

Procesveiligheid

Uit het OvV-rapport bleek dat bij de incidenten met name de procesveiligheid tekort was geschoten. Inspectie en onderhoud waren niet altijd op orde, werkinstructies waren onvoldoende nageleefd en mogelijke risico’s waren niet volledig geïdentificeerd. Op het Veld: “Dat heeft alles met processen en afspraken te maken. Hoe ontstaat een bepaalde situatie? Is dat omdat iemand haast heeft, of omdat de overdracht niet helemaal goed gaat? Hierin moeten we de standaard verhogen en goede afspraken maken. En elkaar erop aanspreken. Natuurlijk is het niet altijd makkelijk om 150 bedrijven, waarvan bovendien een deel een buitenlandse moeder heeft, op één lijn te krijgen. Maar vergeet niet dat er al een stevige

basis is. Veel bedrijven werken al met elkaar samen, delen grondstoffen en energie, er is een gezamenlijke bedrijfsnoodorganisatie, er is een gezamenlijk utilities-bedrijf. Bovendien beschikt Chemelot over één gemeenschappelijke omgevingsvergunning voor alle siteusers, met zestig deelvergunningen. Dat is uniek. En het helpt enorm dat in de werkgroepen nu mensen uit allerlei organisaties zitten. De intentie en de wil en de voorwaarden zijn er absoluut om te komen tot één uniform veiligheidsbeleid.” p www.chemelot.nl/bewustveilig/ samen-bewust-veilig

CHEMELOT

Het totale terrein van Chemelot bestaat uit het Industrial Park met 150 instellingen en bedrijven, waaronder Arlanxeo, AnQore, DSM, Fibrant, OCI Nitrogen en SABIC. Daarnaast behoort de Brightlands Chemelot Campus tot de locatie, sterk verbonden met de campus in Maastricht, met startups en (mkb-)bedrijven zoals Flowid, Isobionics en Pharmcell. Voor deze bedrijven zijn er uitgebreide R&D- en pilotfaciliteiten. Momenteel werken ruim 6000 mensen op het Industrial Park, nog eens 1700 op de campus en herbergt Chemelot 600 studenten. Als de plannen worden verwezenlijkt groeit de directe werkgelegenheid op Chemelot naar meer dan 10.000 mensen in 2025.


Chemiekaarten al meer dan 30 jaar lang uw onafhankelijk bron l het e t s e B naarte k e i Chem 2019 boek

Betrouwbare, onafhankelijke stof- en veiligheidsinformatie Het werken met chemische producten/gevaarlijke stoffen vraagt om betrouwbare informatie. En dat is precies waarin ChemiekaartenÂŽ in voorziet. Wij zijn de enige uitgever in Nederland die haar chemiekaart laat toetsen door een onafhankelijk team van experts met een chemische achtergrond. U weet hierdoor zeker dat u bijvoorbeeld bij calamiteiten beschikt over de juiste actuele stof- en veiligheidinformatie. ChemiekaartenÂŽ bewijst al ruim 30 jaar haar autoriteit.

Bestel het Chemiekaartenboek via www.toxic.nl/chemiekaarten


STERKERE ROL VOOR GEMEENTE(RAAD) IN OMGEVINGSWET

DECENTRAAL, TENZIJ In 2021 gaat de Omgevingswet van start. Dat betekent dat alle huidige regels op het gebied van de fysieke leefomgeving samenkomen in één wet, vier besluiten en één ministeriële regeling. De VNCI volgt de ontwikkelingen op de voet, met name die voor de chemie van belang zijn, zoals de sterkere rol voor de gemeente(raad). Tekst: Igor Znidarsic/Jos Roosen

D

e Omgevingswet is een grote operatie, die jaren duurt en die plaatsvindt in stapjes, met consultaties, ontwerpteksten en aanvullingen op al eerder vastgestelde teksten. Zo heeft de Tweede Kamer afgelopen maart ingestemd met wijzigingen op de wet die al was vastgesteld in 2016. Deze wijzigingen staan in de zogenoemde Invoeringswet (die overigens nog door de Eerste Kamer moet). Hierin staan zaken die nog niet bij het oorspronkelijke voorstel voor de Omgevingswet konden worden meegenomen. Daarnaast regelt de Invoeringswet de overgang van het huidige naar het nieuwe systeem. Zo zijn er regels die in de Omgevingswet niet langer op landelijk niveau worden bepaald, zoals regels op het gebied van geur, geluid en trillingen. Die worden vanaf 2021, als de nieuwe Omgevingswet van kracht is, op decentraal niveau geregeld. Bij de behandeling van de Invoeringswet heeft de Tweede Kamer gebruikgemaakt van de mogelijk-

24 Chemie Magazine april 2019

heid ook andere zaken te veranderen. Zo zijn er via amendementen aan de Omgevingswet nog zaken toegevoegd naast de voorstellen van het ministerie. Chemiebedrijven krijgen met de door de Tweede Kamer aangebrachte wijzigingen mogelijk te maken als zij activiteiten uitvoeren die afwijken van het Omgevingsplan. Het Omgevingsplan wordt een groot integraal plan, waarin het bestemmingsplan, alle andere plannen en de gemeentelijke verordening opgaan.

Gemeenteraad

‘Decentraal, tenzij’ is een belangrijk principe van de Omgevingswet. Dit betekent dat taken en bevoegdheden in principe bij gemeenten en waterschappen liggen. Tijdens de behandeling van de Invoeringswet is de positie van de gemeente(raad) versterkt. Om praktische redenen maakt de gemeenteraad, het hoogste orgaan van de gemeente, afspraken voor welke besluiten het college van burgemeester en wethouders hem moet raadplegen. In

de wet wordt nu vastgelegd dat de gemeenteraad kan aangeven in welke gevallen dat moet gebeuren. Dit is nieuw en het advies is bindend. Het kan gebeuren bij activiteiten die de provincie verleent en die niet gedekt worden in het Omgevingsplan, bijvoorbeeld de hoogte van een pijp. Nieuw is ook dat de gemeenteraad kan aangeven voor welke gevallen hij participatie (deelname van derden aan het proces) verplicht. In die gevallen zal een aanvraag voor een vergunning niet ontvankelijk zijn als vóór de indiening geen overleg is

Decentrale besluitvorming kan leiden tot aanvullende procedures


Wetgeving

De Omgevingswet geeft zes kerninstrumenten voor het beheren en benutten van de leefomgeving. Ze hangen onderling nauw samen.

gevoerd met derden, zoals burgers en bedrijven. Participatie organiseren is op grond van de Omgevingswet niet verplicht, het wordt geformuleerd als een stimulans. Wanneer overleg niet mogelijk of niet zinvol is, kan dat bij de vergunningaanvraag worden uitgelegd, maar de vergunning wordt wel in behandeling genomen. Dat verandert voor door de gemeenteraad aangegeven categorieën van gevallen, bijvoorbeeld transportbewegingen. In die gevallen wordt het voeren van overleg een eis voor een vergunningaanvraag die bij de gemeente wordt ingediend.

Uitgebreide procedure

De gemeente kan ook besluiten dat zij de reguliere procedure (die bestaat uit vergunning maken en zienswijze op de ‘definitieve’ versie) niet geschikt acht omdat zij vindt dat er meerdere belangen spelen die wellicht meegenomen moeten worden in de beoordeling. De gemeente kan dan besluiten de vergunning te verlenen via de uitgebreide proce-

dure. Dat betekent publicatie van de conceptversie van de vergunning en de mogelijkheid tot inbrengen van zienswijzen, met eventueel een hoorzitting. Bij de reguliere procedure is die inbreng van derden pas mogelijk na de bekendmaking van de vergunning via bezwaar en beroep en wordt de vergunning dus meestal sneller verleend. Via amendementen wordt de wet ook op dit punt gewijzigd. Als de activiteit aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben op de fysieke leefomgeving en er naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen hebben, kan het bevoegd gezag besluiten de vergunningprocedure te verlengen. De aanvrager kan hiertegen ageren met een zienswijze. Al deze wijzigingen geven het belang aan van de gemeentelijke besluitvorming en de vorming van de Omgevingsplannen, ook voor bedrijven die een vergunning van de provincie krijgen. Decentrale besluitvorming kan immers leiden tot aanvullende procedures. p

CONCEPTTEKST OMGEVINGSREGELING

Afgelopen februari werd een concepttekst van de Omgevingsregeling (die regels uit ongeveer 75 bestaande ministeriële regelingen bundelt en harmoniseert) gepubliceerd. De VNCI heeft hierop gereageerd. Zo is nog niet voldoende duidelijk tot op welk detailniveau gegevens voor de aanvraag kunnen worden gevraagd, en zijn de stofgroepen die verwijzen naar ADR (pan-Europees verdrag voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg) en CLP (Europese verordening voor de indeling en etikettering van chemische stoffen) onvoldoende genuanceerd. Nadat deze reacties zijn verwerkt, komt vanaf 1 juli de ontwerpversie opnieuw voor commentaar beschikbaar. Voor de chemie zijn de omgevingsregels vooral van belang in verband met de gegevens die bij een vergunningaanvraag horen. www.internetconsultatie.nl/ omgevingsregeling april 2019 Chemie Magazine 25


26 Chemie Magazine april 2019


Wetenswaardig

7

E

S/PARK CENTRE FOR OPEN CHEMICAL INNOVATION Onlangs verkreeg S/park in Deventer van de Topsector Chemie de status van Centre for Open Chemical Innovation (Coci). S/park is hiermee het 7e centrum voor chemische innovaties in Nederland. S/park, gevestigd op een deel van het voormalige terrein van AkzoNobel Specialty Chemicals in Deventer, is een innovatie-ecosysteem voor de industrie, kennisinstellingen, ondernemers, investeerders en studenten op het gebied van hoog reactieve chemie en technologie. Bedrijven hebben er toegang tot een uitgebreid aanbod van diensten, zoals het unieke R&D-centrum van Nouryon, logistieke diensten en kantoor-, bedrijfs- en opslagruimtes. S/park biedt diverse productieruimtes voor productie op pilot-, demo- of commerciĂŤle schaal, die beschikken over de benodigde faciliteiten en vallen onder de milieucategorie 5. Omdat het werken met hoog reactieve chemie veilige en betrouwbare faciliteiten vereist, zijn hiervoor alle benodigde voorzieningen beschikbaar, van 24/7-bewaking, noodhulp, onderhoud en benodigde utilities tot aan ondersteuning bij de vergunningverlening. p Zie ook de Chemie Landkaart: https://bit.ly/2xRzlwZ april 2019 Chemie Magazine 27


Bedrijven houden de conditie van de assets steeds professioneler in de gaten en investeren in de modernisering ervan.

FOTO: SHUT TERSTOCK

RESTLEVENSDUUR INSTALLATIES MET EEN KWART TOEGENOMEN

28 Chemie Magazine april 2019

GESLAAGDE VERJONGINGSKUUR VOOR ASSETS


Veiligheid

De productie- en opslagfaciliteiten van de (petro)chemische industrie zijn tussen 2014 en 2017 aanzienlijk verjongd door investeringen van de bedrijven. Hierdoor is de gemiddelde restlevensduur in deze periode met 25 procent toegenomen en kunnen de faciliteiten gemiddeld nog achttien jaar mee. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit de eerste nulmeting naar de conditie van de asset base in de (petro)chemische industrie. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

O

nderzoeksbureau Mainnovation voerde op initiatief van de (petro)chemische industrie, de rijksoverheid en de wetenschap en in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in 2018 een nulmeting uit naar de conditie van de assets in de branche. De onderzoekers keken hierbij naar de productie- en opslagfaciliteiten, zoals tanks, leidingen, utilities en reactoren. Er waren meerdere redenen voor het onderzoek, weet Erik Klooster, directeur van de Vereniging van de Nederlandse Petroleum Industrie, een van de initiatiefnemers voor de nulmeting. “Zo werken industrie, overheid en wetenschap in het programma ‘Duurzame Veiligheid 2030’ samen aan de verbetering van de veiligheid in de sector. Een van de doelen is het verbeteren van het assetmanagement. Hierbij ligt de focus op de continuering van het borgen van de integriteit en de optimalisatie van de beschikbaarheid van assets.” Andere aandachtspunten zijn de verbetering en ontwikkeling van (nieuwe) onderhouds- en inspectieactiviteiten en de ontwikkeling en implementatie van innovatieve assets. Daarnaast kwam de (petro)chemische industrie de afgelopen jaren regelmatig negatief in het nieuws door verschillende incidenten. Vaak werd hierbij in de media en de politiek een link gelegd met het toenemend aantal (sterk) verouderde installaties binnen de branche, die

voor onveilige situaties zouden zorgen. “Het grootste deel van de (petro)chemiefabrieken in ons land dateert immers uit de jaren 60 en 70. Dat betekent overigens niet dat deze plants aan het einde van hun levensduur zijn, zoals ook blijkt uit het onderzoek”, aldus Klooster.

Onderzoeksopzet

Mark Haarman, managing partner bij Mainnovation en tevens werktuigbouwkundige met als specialisatie onderhoudsmanagement, signaleerde deze ontwikkeling al in 2014 in het MORE4CORE-onderzoek. Het onderzoeksbureau voerde deze

e

GOEDE INTERNATIONALE TECHNISCHE CONCURRENTIEPOSITIE

De Nederlandse (petro)chemische industrie kent in internationaal opzicht een gemiddeld onderhoudskostenniveau, bij een hoge technische beschikbaarheid. Zo bedroegen de onderhoudskosten in 2017 2,8 procent van de vervangingswaarde. Hierdoor heeft de sector een goede internationale technische concurrentiepositie. Dat is voor Erik Klooster, directeur van de Vereniging Nederlandse Petroleum Indus- trie (VNPI), een opvallende conclusie uit de nulmeting. “Daarnaast toont het onderzoek aan dat de installaties in de (petro)chemische industrie tussen 2014 en 2017 zijn verjongd door investeringen in verbeteringen en vernieuwingen. Hierdoor staan assets er nog beter voor dan voorheen.” Klooster pleit er ook voor om het onderzoek om de vier tot vijf jaar te herhalen. “Zo kun je de investeringen in de volledige conjunctuurcyclus goed vergelijken met de metingen in 2014 en 2017.” april 2019 Chemie Magazine 29


‘Leren en verbeteren begint in een omgeving waarin het veilig is om gegevens en inzichten te delen’

benchmarkstudie uit onder industriele bedrijven in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Hieruit kwam naar voren dat zo’n 44 procent van de installaties in de procesindustrie vóór 2025 het einde van de technische levensduur zal bereiken. “Een duidelijk signaal naar de markt om hier rekening mee te houden en aan duurzaam assetmanagement te werken”, stelt Haarman. De bevindingen uit deze studie zijn ook meegenomen in de nulmeting die nu is afgerond. Een representatieve groep BRZObedrijven uit de (petro)chemie vulde voor de nulmeting een geanonimiseerde enquête in met onder meer vragen over de gemiddelde leeftijd van de asset base, investeringen in modernisering en veiligheid, de gemiddelde restlevensduur van de asset base en de ontwikkeling van de onderhoudskosten in de afgelopen jaren. Daarnaast voerde Mainnovation een literatuuronderzoek uit en hielden de onderzoekers interviews met vertegenwoordigers van bedrijven.

Levensduurmanagement

“De grootste verandering ten opzichte van het MORE4COREonderzoek uit 2014 is dat de gemiddelde restlevensduur van de assets in de (petro)chemische industrie met 25 procent is toegenomen”, licht Haarman toe. “Hierdoor kunnen de faciliteiten gemiddeld nog achttien jaar mee.” De uitkomst laat volgens hem zien dat de branche steeds meer werk maakt van duurzaam assetmanagement. “Bedrijven zijn structureel bezig met levensduurmanagement. Ze houden de conditie van de assets steeds professioneler in de gaten. Ook investeren ze in de modernisering ervan. Het totale 30 Chemie Magazine april 2019

investeringsniveau is conjunctuurgevoelig, maar het aandeel voor veiligheid blijft relatief stabiel. Bedrijven blijven dus investeren in veiligheid. Zelfs in moeilijke jaren.” Haarman benadrukt dat het rapport een gemiddeld beeld weergeeft. Het is niet zo dat de gehele branche dezelfde stappen maakt. Net als in een wielerpeloton zijn er koplopers, middenmoters en achterblijvers. Maar het overall beeld is dat steeds meer bedrijven serieus met assetmanagement bezig zijn.

Aanbevelingen

De investeringen in de assets zijn niet in bedragen uit te drukken. Mainnovation heeft het wel geprobeerd, maar de gegevens worden niet bijgehouden. Daarom zou Haarman graag een centraal register zien met informatie over het aantal assets, de vervangingswaarde, de gemiddelde leeftijd en de restduur. Daarnaast zijn investeringen in modernisering essentieel om de conditie en de levensduur van de asset base op peil te houden. Continu meten en bewaken van de restlevensduur is hierbij essentieel. Ook is het cruciaal om verder te gaan met de professionalisering van assetmanagement. Het vraagt om samenwerking binnen en buiten de chemiesector. Ook stelt Haarman dat verder onderzoek naar corrosie onder isolatie en andere minder goed begrepen verouderingsmechanismen bedrijven nog meer grip biedt op assets. Hij pleit verder voor een regelmatige herhaling van het onderzoek. Hierdoor zijn trends waarneembaar en krijgen de betrokken partijen steeds meer inzicht in het effect van professioneel assetmanagement op de restlevensduur en veiligheid van de assets in de chemiesector. p

‘UITKOMSTEN NULMETING GOED VOOR IMAGO SECTOR’

Het proces om tot de nulmeting te komen, had nog heel wat voeten in de aarde, stelt Annemieke Nijhof, voorzitter van de stuurgroep voor het programma ‘Duurzame veiligheid in de chemie 2030’. (Petro)chemiebedrijven waren volgens haar om twee redenen wat terughoudend met het delen van informatie over de assets: “Ze willen niet dat de gegevens mogelijk bij de concurrentie terechtkomen. Ook vrezen ze dat de inspectiediensten de volgende dag op de stoep staan.” Dat heeft volgens Nijhof alles te maken met “het korte lontje” in de samenleving als zaken niet kloppen. “Er is maar weinig tolerantie voor het feit dat er in iedere organisatie vroeg of laat weleens iets misgaat. Voor mij begint leren en verbeteren in een omgeving waarin het veilig is om gegevens en inzichten met elkaar te delen. Daar hebben we nu vooruitgang in geboekt.” Verder is de conditie van de assets volgens haar veel beter dan sommige partijen voor de nulmeting hadden verwacht. “En dat is weer goed voor het imago van de sector.” De suggestie van onderzoeker Haarman van Mainnovation voor een centraal register met informatie over het aantal assets, de vervangingswaarde, de gemiddelde leeftijd en de restduur kan in haar ogen een volgende stap zijn bij het nog beter managen van de assets. Bovendien kan het een goed hulpmiddel zijn voor toezichthoudende instanties. “Bedrijven kunnen hun investeringsplannen voor de komende jaren, evenals onderhoudsplanningen en berekeningen van de restlevensduur mogelijk delen met deze instanties. Wanneer ze op een professionele en aantoonbare manier met assetmanagement omgaan, kunnen de inspecties wellicht verminderen. Zo beloon je bedrijven die hier stappen in maken.” Verder pleit Nijhof voor herhaling van het onderzoek om de vier tot vijf jaar om een nog beter beeld te krijgen van de conditie van de assets. Ook ziet zij graag dat nog meer BRZO-bedrijven aan toekomstig onderzoek meedoen.


kg/m3

t/h

fact

kg/h

Coriolis massaflowmeting, één oplossing voor alle procesapplicaties OPTIMASS serie – technology driven by KROHNE • Meting van massaflow en dichtheid van vloeistoffen, gassen en vloeistoffen met ingesloten gas • DN1…400,0,003…4.600 kg/h, -200…+400°C • Beschikt over de modernste communicatieprotocollen en is voorzien van uitgebreide online diagnostiek • Hoogste nauwkeurigheid voor ijkwaardige meting: MID 2014/32/EU, OIML, API & AGA

products

solutions

services

Meer feiten over OPTIMASS: www.krohne.nl/optimass

°C


Adviesbureau Intergo constateerde dat meerdere niet actief bewaakte overwegen (NABO’s) in het Rotterdamse havengebied niet voldoen aan de wettelijke vereisten. De NABO op de foto doet dat wel.

SPOORVERVOER VAN GEVAARLIJKE STOFFEN GEBAAT BIJ TRANSPARANTIE

‘OPENHEID LOONT’

Op 11 maart organiseerden de VNCI en DB Cargo het jaarlijkse operationele RID-overleg. Ruim vijftig betrokkenen bespraken de praktische problemen rond het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. Ze pleitten allemaal voor transparante samenwerking, met álle partijen binnen de hele keten. Tekst: Francine Rietdijk

‘H

et vervoer van chemische stoffen is niet per definitie veilig, wij moeten het veilig maken en houden. Als sector hebben we de verantwoordelijkheid dit binnen de hele keten met elkaar samen te doen, in volstrekte transparantie. Het leeuwendeel van de spoorinfra is niet exclusief bestemd voor goederenvervoer, maar wordt ook gebruikt voor reizigersvervoer en gaat daarom vaak door dichtbebouwde gebieden. Dat gemeentelijke overheden en bewoners ons voortdurend alert houden is een goede zaak”, aldus dagvoorzitter Henk Bril (SABIC) tijdens het opera-

32 Chemie Magazine april 2019

tioneel RID-overleg op 11 maart in Dordrecht. “Bijeenkomsten als het jaarlijkse RID-overleg bieden de mogelijkheid aan beleidsmakers, handhavende instanties, chemische industrie, verladers en vervoerders om op een laagdrempelige manier openhartig met elkaar te praten over veiligheidsissues. Wat gaat er goed, wat ging er mis, wat kunnen we van elkaar leren, welke innovaties helpen ons verder? Het past niet om de verantwoordelijkheid van een incident bij één enkele ketenpartner te leggen – de hele keten is gezamenlijk verantwoordelijk. Wij zijn ervan overtuigd dat openheid loont als het gaat om veiligheid.”

Tijdens het RID-overleg gaan betrokkenen van bedrijven, overheden en andere stakeholders in op de praktische problemen rond het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. De afkorting RID verwijst naar de officiële naam van het verdrag voor vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, het Règlement concernant le transport international ferroviaire des marchandises dangereuses. Brils pleidooi voor openheid werd breed gedeeld. De aanwezigen onderschreven het belang van elkaar eerlijk kunnen aanspreken, laten zien dat veiligheid belangrijk is en benaderbaar zijn als bedrijf. p


Transport

Een innovatie die leidt tot een betere beveiliging van ketelwagens zijn verbeterde crashbuffers.

‘Dat gemeentelijke overheden en bewoners ons voortdurend alert houden is een goede zaak’

FOTO: EUT VAN BERKUM

TECHNISCHE INNOVATIES

De Nederlandse Vereniging Particulieren Goederenwagens (NVPG) licht enkele innovaties toe die leiden tot een betere beveiliging van ketelwagens, zoals de verbeterde gps-modules, vernieuwde methodiek ontsporingsdetectie, verbeterde crashbuffers en opklimbeveiliging voor spoorketelwagens. Zinvol, omdat lang niet altijd zichtbaar is voor buitenstaanders hoe technische innovaties kunnen bijdragen aan het voldoen aan de steeds hogere veiligheidsnormen. En dat kan mede gezien het Vierde Spoorwegpakket uit Brussel, waaraan Nederland dit jaar moet voldoen, van belang zijn.

TERUGDRINGEN DRUPPELLEKKAGES

Railgoederenvervoerder DB Cargo zet gedetailleerd uiteen hoe het de kwaliteit en het vakmanschap van zijn veiligheidsfunctionarissen – machinisten en rangeerders – heeft geborgd: door middel van een helder gestructureerd proces van continu leren, ondersteund door een digitale leeromgeving en gecertificeerde vakspecialisten en vakassistenten. Aansluitend geeft het bedrijf een korte terugkoppeling over het aantal druppellekkages in 2018 en het eerste kwartaal van 2019. Het gaat om relatief lage cijfers (zeven in veertien maanden), waarin geen eenduidige trend viel te ontdekken. In het verleden ontstond soms de indruk dat druppellekkages zouden samenhangen met gebreken aan ketelwagens. Nader onderzoek wijst echter uit dat druppellekkages doorgaans het gevolg zijn van een kleine hoe-

veelheid vloeistof die in de laad/ losleiding is achtergebleven. Om het aantal druppellekkages nog verder terug te dringen heeft het RIVM in samenwerking met de industrie en overheid de bestaande controlelijsten voor het laden en lossen van vloeistoffen in spoorwagens herzien. De nieuwe checklist is een nuttig hulpmiddel: het gehele laad- en losproces van vloeistoffen is chronologisch en stap voor stap gevolgd, volgens de wettelijke voorschriften. Worden alle stappen goed gevolgd en afgerond, dan is de kans op een druppellekkage tot een minimum beperkt. Gebruik van de door de OTIF (Intergovernmental Organisation for International Carriage by Rail) gepubliceerde RID-controlelijsten draagt bij aan een veilige én aan een geharmoniseerde manier van werken binnen de sector.

LEREN VAN INCIDENTEN

Transparantie is onmisbaar om te kunnen leren van incidenten. Zowel infrabeheerder ProRail als adviesbureau Intergo delen openhartig hun onderzoek naar een ernstig incident. ProRail geeft aan welke lessen zijn getrokken uit een incident in Sloe. Door nieuwe onderhoudsnormen moeten dergelijke problemen met de kwaliteit van de infrastructuur niet meer kunnen optreden. Duidelijk wordt nog eens dat goed onderhoud van essentieel belang is voor de spoorwegveiligheid. Intergo brengt verslag uit van een onderzoek naar veiligheid op onbeveiligde overwegen, in opdracht van DB Cargo uitgevoerd. Vorig jaar vond een ernstig ongeval plaats bij geduwd rangeren in Pernis. Bij een botsing tussen een vrachtwagen en een rangeerdeel raakte de rangeerder, die voor op de wagon stond, zwaargewond. Naar aanleiding van een aanwijzing van de Inspectie SZW laat het betrokken bedrijf (niet DB Cargo) de rangeerder voortaan afstappen vóór de overweg. Adviesbureau Intergo constateerde dat meerdere niet actief bewaakte overwegen (NABO’s) in het Rotterdamse havengebied niet voldoen aan de wettelijke vereisten. Soms ontbreken de Andreaskruizen op rood-wit gestreepte palen, soms de schrikhekken, tekstborden en/of extra stopborden en goede zichtlijnen. Het adviesbureau acht geduwd rangeren met af- en opstappen een verwarrende maatregel voor het wegverkeer, omdat de indruk wordt gewekt dat de trein, die wettelijk voorrang heeft, stopt voor de overweg. Intergo adviseert om de voorschriften over aanduiding en zicht bij NABO’s volgens de wet uit te voeren en om maatregelen te treffen om de stopdiscipline van het wegverkeer te verhogen. DB Cargo geeft aan een voortrekkersrol in deze te nemen en het advies te bespreken in het directeurenoverleg Spoorwegveiligheid en met de Inspecties LT en SZW. april 2019 Chemie Magazine 33


ARLANXEO: WERELDSPELER IN ELASTOMEREN, MET HOOFDKANTOOR IN MAASTRICHT

GROOT IN RUBBER Arlanxeo is wereldspeler op het gebied van synthetisch rubber, toegepast in onder meer autobanden, de afdichting van portieren en koelkasten, voetballen en duikpakken. Het bedrijf is in 2016 ontstaan uit een joint venture van het Duitse Lanxess en Saudi Aramco en is sinds kort volledig eigendom van Aramco. In Nederland zijn zowel een productielocatie als het hoofdkantoor gevestigd. Tekst: Igor Znidarsic

‘W

aar niet?” antwoordt Luc Varigas, directeur van Arlanxeo Netherlands, op de vraag waar de consument de producten van Arlanxeo zoal kan tegenkomen. Want zoals meestal bij chemiebedrijven het geval is, zijn ook de producten van Arlanxeo onzichtbaar en anoniem, maar alom vertegenwoordigd in ons dagelijks leven. “Ze zitten in je auto, vooral in de banden, maar ook in de ruitenwissers, de leidingen en de afdichting van portieren en ramen. Ver-

ARLANXEO

Halverwege de jaren 60 ontwikkelde DSM het product Keltan, een EPDM-variant voor gebruik in onder meer de auto-industrie, en opende een fabriek op het terrein van het huidige Chemelot in Geleen. In 2010 verkocht DSM de divisie Elastomers aan het Duitse chemieconcern Lanxess. Hierbij werd de productielocatie in Geleen overgenomen. In 2016 werden alle activiteiten van Lanxess Elastomers onder de naam Arlanxeo ondergebracht in een joint venture van Lanxess en de Saoedische oliemaatschappij Saudi Aramco. Sinds 31 december 2018 is Arlanxeo een volledige dochteronderneming van Saudi Aramco. Arlanxeo heeft wereldwijd 20 productielocaties, waar in totaal 3900 mensen werken. Het bedrijf is een echte wereldspeler, die op alle continenten aanwezig is. Het hoofdkantoor staat in Maastricht. In Nederland werken 350 mensen: 150 in de productie op Chemelot, 125 op kantoor en op de campus en 75 op het hoofdkantoor in Maastricht. 34 Chemie Magazine april 2019

der in duikpakken, in de bouw, in basketbalvloeren, in de afdichting van je koelkast en in je yoga-mat.” Arlanxeo is volgens Varigas de grootste producent van synthetische rubbers (elastomeren) ter wereld en levert een brede range aan applicaties. Dat gebeurt in twee businessunits: Tire & Specialty Rubbers (TSR) en High Performance Elastomers (HPE). TSR richt zich voornamelijk op de verschillende componenten van autobanden. Zo wordt bijvoorbeeld butyl-rubber vanwege specifieke eigenschappen op het gebied van doorlaatbaarheid toegepast in de binnenliners (de luchtdichte lagen). Ook worden deze eigenschappen gevraagd in de farmaceutische industrie, als afsluiting van medicijnflesjes. Varigas: “Als je er een injectienaald doorheen steekt, komt er geen lucht in. En het is zelfherstellend. Dat wil zeggen dat het gaatje zich daarna weer hermetisch sluit.” Andere toepassingen voor de verschillende rubbers zijn onder andere kauwgom, sport- en golfballen, flipflops en transportbanden. De businessunit HPE richt zich zowel op algemene als op zeer specifieke toepassingen. De rubbers worden bijvoorbeeld in de auto-industrie in grote volumes gebruikt, maar daarnaast ook als additieven voor plastic en in adhesie-grondstoffen, bij gas- en olie-exploratie en -productie en in componenten voor de kabel- en automobielindustrie (zoals de distributieriem).

Geschiedenis

Arlanxeo is een in 2016 ontstane joint venture van het Duitse Lanxess en het Saoedische Aramco. Er zijn twin-


VNCI-lid

FOTO’S: ARL ANXEO

e

Arlanxeo is vastbesloten om zijn leiderspositie in de synthetische rubber verder te versterken. april 2019 Chemie Magazine 35


‘Dit is het moment om onze innovatieve mogelijkheden te laten zien’

Het rubber voor de voetbal die gebruikt is tijdens het WK 2018 in Rusland ontwikkelde Arlanxeo op basis van suikerriet.

Een van de vele toepassingen: golfballen.

tig productielocaties wereldwijd, waaronder één op Chemelot. Het hoofdkantoor is gevestigd in Maastricht. De locatie op Chemelot, die sinds de zestiger jaren EPDM (ethyleenpropyleen-dieen-monomeer) produceert, was vanaf de oprichting in 1990 onder de naam DSM Elastomers onderdeel van DSM. In 2011 kwam het in handen van Lanxess. Begin 2019 werd Arlanxeo een volledige dochteronderneming van Saudi Aramco. De geschiedenis gaat helemaal terug naar het begin van de twintigste eeuw. Toen slaagde een team van Bayer in Duitsland erin om de eerste synthetische rubber te maken, waarna Bayer producent van (onder meer) synthetisch rubber werd. In 2004 ontstond Lanxess uit de afsplitsing van

KERNWAARDEN

Veiligheid, respect, vertrouwen, integriteit zijn kernwaarden van Arlanxeo. Varigas: “We willen dat mensen empowered zijn in wat ze doen, in alle lagen van de organisatie.” Veiligheid is daarbij topprioriteit. “We presteren elk jaar significant beter op het gebied van veiligheid, maar uiteindelijk willen we best in class zijn en blijven. Daarvoor dient het programma Goal zero. Veel daarvan gaat over mindset, gedrag. Feedback geven, omhoog en omlaag. Durven communiceren als er iets niet in orde is. En de mindset ook mee naar huis nemen, dus ook daar de trapleuning vasthouden.” 36 Chemie Magazine april 2019

een deel van de chemieactiviteiten van Bayer. Arlanxeo is volgens Varigas een van de grootste afnemers van butadieen, de basisgrondstof voor BR (butadieenrubber) en SBR (styreen-1,3-butadieenrubber), vooral toegepast in autobanden. Voor EPDM dienen ethyleen en propyleen als grondstof. “Vóór de joint venture moest Lanxess alle butadieen en ethyleen op de markt kopen”, vertelt Varigas. “Dat maakt je afhankelijk van fluctuaties en dat is nadelig ten opzichte van concurrenten die volledig geïntegreerd zijn. Nu we 100 procent Aramco zijn, zullen we een aantal grondstoffen op een geïntegreerde wijze kunnen gebruiken. Dat zal een economisch en logistiek voordeel opleveren en was een van de triggers voor de joint venture.” Op Chemelot zijn de meeste grondstoffen ter plekke beschikbaar dankzij de kraker van SABIC. “Het recente nieuws dat SABIC eigendom van Aramco zal worden, geeft hopelijk nog meer opportuniteiten”, stelt Varigas. Ook op het gebied van lange-termijnduurzaamheid biedt het voordelen. “Aramco staat met aardolie aan het begin van de keten en is bezig de activiteiten in de chemische industrie uit te breiden met het project ‘Crude oil to chemicals’. Wij kunnen daaraan bijdragen en de voordelen verder in de keten ontwikkelen.” Arlanxeo is vastbesloten om zijn leiderspositie in de synthetische rubber verder te versterken. Het bedrijf heeft de laatste jaren al geïnvesteerd in productieloca-


VNCI-lid De elastomeren worden onder andere gebruikt voor de afdichting van autoportieren en -ramen.

ties in China en Singapore en heeft recent aangekondigd de fabriek in Frankrijk te moderniseren en te upgraden en de capaciteit in de rubberfabriek in het Duitse Dormagen te verhogen.

Verduurzaming

Een product dat Varigas speciaal wil noemen is de voetbal die gebruikt is tijdens het WK 2018 in Rusland. Het biobased EPDM-rubber voor de voetballen is ontwikkeld door Arlanxeo op basis van suikerriet uit Brazilië. Deze bijdrage aan de verduurzaming is onderdeel van een breder onderzoek naar biobased materialen om de bronnen te diversifiëren. Op het gebied van vermindering van CO2-uitstoot heeft Arlanxeo wereldwijd de doelstelling om in 2025 12 procent energiereductie te realiseren (ten opzichte van 2015). “Aan de ene kant moeten we de klimaatverandering tegenhouden,” zegt Varigas, “aan de andere kant moeten we als industrie competitief blijven, in regio’s met verschillende regels. Dat is een flinke uitdaging, voor iedereen.” Wat betreft de Chemelot-site bewandelt Arlanxeo twee paden: “Op het niveau van de individuele bedrijven moeten we verder blijven verbeteren op het gebied van energie-efficiëntie, daarnaast is Chemelot als cluster bezig met een grote verduurzamingsslag, waar we ons uiteraard volledig bij aansluiten.”

NATUURLIJK EN SYNTHETISCH RUBBER

Meer dan de helft van de geproduceerde rubber is synthetisch rubber. Een nadeel van natuurrubber (als latex gewonnen uit de rubberboom) is dat het na enige tijd brokkelig wordt en uit elkaar valt. Dit is bijvoorbeeld te zien bij elastiekjes. Synthetische rubbers zijn beter bestand tegen warmte en kou, zonlicht en droogte. In autobanden wordt een mix van natuurlijk en synthetisch rubber toegepast, voor speciale toepassingen worden doorgaans verschillende typen synthetisch rubber gebruikt.

Daar komt bij dat veel producten die Arlanxeo maakt uiteindelijk bij de consument een forse bijdrage leveren aan verduurzaming. Zo zorgt het isolatierubber in bijvoorbeeld koelkasten en in de bouw voor een aanzienlijke energiebesparing. En verminderen autobanden met een lagere rolweerstand en een betere grip het benzineverbruik. “Innovatie speelt een cruciale rol voor de toekomst. In dit opzicht werken we nauw samen met onze klanten om oplossingen te vinden voor de verschuiving naar de nieuwe mobiliteit. Nieuwe mobiliteit schept mogelijkheden voor vele toepassingen in de automotive, zoals afdichtingssystemen in bijvoorbeeld batterijen. Dit is het moment om onze innovatieve mogelijkheden te laten zien om zo een veelbelovende toekomst voor onze producten te garanderen.” p april 2019 Chemie Magazine 37


Op 27 maart bracht premier Mark Rutte een werkbezoek aan Groningen. Het thema van het bezoek was de afhandeling van de aardbevingsschades en de energietransitie. Hij bracht onder meer ook een bezoek aan technologisch chemiebedrijf Avantium. CEO Tom van Aken vond bij de premier een luisterend oor. Om met eigen ogen te zien hoe de bevingsschade wordt opgenomen, liep Rutte in Loppersum mee met een schade-expert en ging hij in gesprek met de familie Steenstra-Ottens, waar de schade werd opgenomen. ’s Middags bezocht hij Groningen Seaports en de Dawn-proeffabriek op het Chemie Park in Delfzijl. In deze bioraffinaderij zet Avantium resthout om in industriële suikers en lignine, bouwstenen voor chemische toepassingen en materialen op basis van hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiele grondstoffen. Rutte nam uitgebreid de tijd voor een rondleiding door de proeffabriek, begeleid door de operators, waarbij hij veel interesse toonde en veel vragen stelde. CEO Tom van Aken kijkt terug op een geslaagd bezoek. “Ik sprak met de premier over de missie van Avantium: het versnellen van de transitie naar een fossiel-vrije wereld via innovatieve technologieën, en over de noodzakelijke transitie naar groene grondstoffen en duurzame materialen. Verder hebben we gesproken over hoe de regering innovatieve bedrijven als Avantium kan helpen. De ondersteuning van de (regionale) overheid is voor Avantium heel belangrijk. Zo is de subsidie van 2 miljoen euro vanuit de provincie Groningen van doorslaggevende betekenis geweest voor ons besluit om ook onze bio-MEG-demonstratiefabriek op het Chemie Park Delfzijl te gaan bouwen. De premier toonde hiervoor veel begrip, zeker omdat innovatiekracht van de economie een van de prioriteiten van zijn regering is.” p

38 Chemie Magazine april 2019


Uitgelicht

FOTO: ANP SIESE VEENSTR A

Minister-president Rutte tijdens het bezoek aan Avantium. Rechts CEO Tom Van Aken.

april 2019 Chemie Magazine 39


INNOVATION HUB OOST-GRONINGEN: GEZAMENLIJKE MOLECULAIRE GRONDSTOFBENADERING

DE MOLECULENRIJKDOM VAN AARDAPPELS + HENNEP + MAGNESIUM

CBD-olie, eiwitpoeder, vezels, granulaat dat je kunt spuitgieten: de mogelijkheden van hennep zijn nog lang niet uitgeput.

40 Chemie Magazine april 2019


Innovatie

Een gezamenlijke innovatieve benadering van aardappels, hennep en magnesium levert veel meer op dan de som der delen. Aldus Nedmag, Avebe en Hempflax, partners in de Innovation Hub Oost-Groningen. Teams vanuit de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool ontwikkelen businesscases om veel meer uit de moleculenrijkdom van deze drie grondstoffen te halen. De moleculaire grondstofbenadering vormt de sleutel tot regionale economische revitalisatie. Tekst: Leendert van der Ent

H

FOTO: SHUT TERSTOCK

et aardbevingsdossier en de afhandeling daarvan eisen veel aandacht op, maar er gebeuren op dit moment ook mooie dingen in de regio. Neem de Innovation Hub Oost-Groningen. Op vrijdag 26 april ging dit initiatief officieel van start met de opening van een onderzoekslocatie op het terrein van Nedmag in Veendam. Commissaris van de koning René Paas verrichtte de aftrap. De opening is uiteindelijk te danken aan een artikel van drie Oost-Groningers in het Dagblad van het Noorden. Op 4 november 2017 verscheen een stuk van Aard Groen, Willem Jonker en Jakob Zwinderman over kansen voor Oost-Groningen. Een gezamenlijke innovatieve benadering van aardappels, hennep en magnesium zou volgens hen veel

Harsen en lijmen uit aardappels gaan uitstekend samen met de brandvertragende eigenschappen van magnesium.

meer opleveren dan de som der delen. Teams vanuit de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool zijn begonnen businesscases te ontwikkelen om veel meer uit de moleculenrijkdom van deze drie grondstoffen te halen.

Industriële impuls

“Hoog tijd voor een gesprek”, zegt directeur van magnesiumproducent Nedmag Bert Jan Bruning. “De schrijvers wezen erop dat alleen al door het samenbrengen van bestaande ideeën uit de drie organisaties voordeel te behalen is. Welke ideeën liggen er op de plank – ideeën die nooit zijn uitontwikkeld omdat ze niet in de strategie pasten? Laat daar bijvoorbeeld chemie- en bedrijfskundestudenten mee aan de slag gaan. Dat brengt jonge hoogopgeleiden naar ons type bedrijven.” Nedmag, Avebe (aardappelzetmeel) en Hempflax (hennep) zijn partners in de Innovation Hub Oost-Groningen. Inhoudelijk sluiten de grondstoffen beter op elkaar aan dan op het eerste gezicht lijkt, zegt Bruning: “Als je naar de biologische bouwstenen kijkt, gaan harsen en lijmen uit aardappels uitstekend samen met de brandvertragende eigenschappen van magnesium. Samen met hennepvezels levert dat de volledig afbreekbare interieurdelen op waar de auto-industrie naar op zoek is. Reststromen van Avebe e april 2019 Chemie Magazine 41


FOTO: SHUT TERSTOCK

VERWAARDING

‘Het aardappeleiwit is niet meer weg te denken uit onze voeding.’

‘Samen kunnen we circulaire auto-interieurdelen met brandvertragende eigenschappen maken’ leiden samen met magnesium tot voedingsmiddelensupplementen. Zo is er veel meer mogelijk. De Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) staat klaar om nieuwe ideeën in start-ups of met andere partners verder te ontwikkelen. Het kan Oost-Groningen een industriële impuls geven, werkgelegenheid over het hele opleidingsspectrum creëren en de regio als woonlocatie versterken.”

Grote kans

Directeur Eelkje Oldenburger van Hempflax vult hierop aan: “De Randstad raakt overvol. Als we hier een bedrijfsecosysteem kunnen bouwen met perspectief voor talent, kunnen we op termijn niet alleen bestaande bewoners vasthouden maar zelfs jonge mensen uit de Randstad aantrekken.” Oldenburger omschrijft het als een enorm cadeau voor Hempflax dat het als relatief klein bedrijf mee mag doen met Avebe en Nedmag. “Samen kun je meer. De wereld is te complex om je innovatie alleen te doen. Voor ons is het een grote kans om samen met die gerenommeerde bedrijven de moleculaire mogelijkheden van onze grondstoffen verder uit te diepen.” 42 Chemie Magazine april 2019

Ze noemt bijvoorbeeld biobased, brandwerend isolatiemateriaal als mogelijkheid. “Het komend decennium moeten miljoenen woningen geïsoleerd worden, dat biedt een gigantische potentie. Studenten onderkennen die mogelijkheden. Er zijn al veel aanmeldingen voor stages bij de Innovation Hub binnengekomen.” De chemici en bedrijfskundigen sluiten mooi aan bij de bestaande Hemp Design Factory. Hierin werken 23 studenten van de Hanzehogeschool aan nieuwe toepassingen voor hennep, van meubels tot textiel en eten. De producten kunnen in de regio worden geproduceerd. “De Innovation Hub en de Hemp Design Factory versterken elkaar.”

Uitnodiging

De coöperatie Avebe bestaat dit jaar honderd jaar. Het aardappelzetmeelconcern heeft zijn hoofdkantoor in Veendam, researchcentrum in Groningen en productielocaties in Duitsland en Oost-Groningen (Ter Apelkanaal en Foxhol). Gasselternijveen (eiwitproductie Solanic) ligt net over de grens in Drenthe. “We hebben veel medewerkers in dit gebied”, stelt bestuursvoorzitter Bert Jansen vast. “Zowel voor het

CBD-olie, eiwitpoeder, vezels, granulaat dat je kunt spuitgieten: de mogelijkheden van hennep zijn nog lang niet uitgeput. Directeur Oldenburger van Hempflax: “Het verminderen van de vleesconsumptie is een speerpunt voor het halen van de klimaatdoelen. Van hennepeiwit is in combinatie met zeewier een prachtige vleesvervanger te maken.” Ze geeft aan dat de partners samen zich zouden kunnen richten op voedingsproducten die opschuiven richting farma, zoals klinische voeding. “Samen bereiken we een hogere verwaarding van onze grondstoffen.” Dat onderschrijft Avebe. Het concern staat als participant in de Innovation Hub aan de basis van het moleculair denken over grondstoffen. Bestuursvoorzitter Jansen: “We weten hoe je productstromen succesvol kunt verwaarden van het laboratorium naar de fabriek. We weten wat dat kan opleveren. Daarvan getuigt onze eiwitproductie in Gasselternijveen. Was het aardappeleiwit eerst nog een restproduct in veevoer, inmiddels is het niet meer weg te denken uit onze voeding.”

bedrijf als voor de medewerkers is het belangrijk deze regio aantrekkelijk te houden en zo de krimp te keren.” Samen gaan Avebe, Nedmag en Hempflax de verwaarding van reststromen verder uitbouwen. Jansen: “Zeker als je naar aardappelvezels kijkt, zijn er grote overeenkomsten met hennep. Maar we zijn juist ook benieuwd naar onvermoede toepassingen waarin magnesium, aardappels en hennep samenkomen. Er liggen genoeg ideeën om de eerste onderzoeksprojecten met studenten te starten. Maar de inventarisatie is nog niet compleet; er is ongetwijfeld veel meer mogelijk. Andere bedrijven zijn daarbij van harte welkom. Het is ook de bedoeling dat meer bedrijven mee gaan doen die met hun innovatiekracht kunnen aanhaken bij de mogelijkheden van onze regionale grondstoffen.” p


34th International Exhibition for Fine and Speciality Chemicals

26 – 27 June 2019 | Messe Basel, Switzerland

Europe’s most renowned industry hotspot

iality c e p s d Fine an ls for a chemic ndustries i various

Meet suppliers and experts from around the globe and find bespoke solutions, new approaches and innovative substances for your enterprise. fine chemicals • agrochemicals • pharmaceuticals • adhesives & sealants • paints & coatings colourants & dyestuffs • flavours & fragrances • pulp & paper chemicals household & industrial cleaning • leather & textile plastics additives • food & feed ingredients cosmetics • polymers • surfactants water treatment • petrochemicals electronic chemicals and much more

Top conferences and workshops offer valuable insights into ongoing R&D projects!

• • • • • •

Agrochemical Lecture Theatre Chemspec Careers Clinic Pharma Lecture Theatre Regulatory Services Lecture Theatre RSC Lecture Theatre Innovative Start-ups

www.chemspeceurope.com Organisers:


Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

In-line viscositeit onder controle

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE De vele voordele n van TTIP

Hormoonverstore nde stoffen: criteria nodig

Nut van E-numm ers in voeding Maandblad van

Maandblad van

de Vereniging van

de Nederlandse

Chemische Industrie

• jaargang 57 •

ties Juridische implica BRZO 2015

Kansen voor verduurzaming

Chemie biedt oplossingen

de Vereniging

van de Nederlands

e Chemische

57 Industrie • jaargang

• 10 • 22 oktober

Zuiveringsin stallatie Croda nog niet optimaal

Bestaande indust vliegwiel voor rie innovatie

AkzoNobel vervan schadelijke stoffengt

2015

Maandblad

van de Vereniging

van de Nederland

se Chemische

Industrie •

jaargang 57

MET SPECIALE BIJLAGE

5 • 21 mei 2015

• 12 • 17 december

2015

RONALD Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2015

pLant manaGer OF the Year 2015 Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren' Dyneema-vezel paradepaardje van DSM Wie verdient er een standbeeld?

IN tV-hIts als BreakINg Bad NCIs, MythBusters eN

chemie spat van het scherm

De robuuste MIVI-sensor van Sofraser meet real-time de kleinste veranderingen in viscositeit in producten; van polymeren en rubbers tot stookolie. Deze in-line viscositeitsmeting stelt u in staat de productiecapaciteit en kwaliteit van uw producten te verhogen.

OON ‘HET IS GEW TEND FOrse invester EEN ONTZET eXXOnmOBinG LEUK VAK’ ADEUR CHEMIE-AMBASS

iL

KITTY NIJMEIJER

IN RAFFIN ADERIJ ROT TER

DAM

15-10-15 16:35

Cover.indd 1

CM1511_01_

A_Cover.indd

JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS) CM1509_01_A_

1

CM1505_01_A_Co

ver.indd 1

10-12-15

13-05-15 16:17

16:08

Pluspunten van de MIVI-sensor: • Meet real-time en zeer nauwkeurig dynamische-, kinematische viscositeit en dichtheid • Presteert onder hoge druk en bij hoge temperatuur • Meerdere uitvoeringen en montagemogelijkheden beschikbaar • Niet aan slijtage onderhevig • ATEX gecertificeerd

h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Naam Functie Adres Woonplaats E-mail

Wilt u meer weten over de MIVI-sensor of heeft u interesse in een test? Wij helpen u graag verder: info@inventech.nl of 0162-460404.

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

Inventech_adv_90x130_v1.indd 1

M1614_Stopper Chemie 105x148.indd 1

02-06-16 16:01

TRAINING PGS 15:

BASISKENNIS EN DE PRAKTIJK • • • •

De (on)mogelijkheden van opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Aan de hand van opdrachten en het bespreken van voorbeelden uit de praktijk PGS 15 is aangewezen als BBT-document Waardering Hobéon SKO-VK, onderhoudssysteem AH/VK toegekend van 1 punt

Meer informatie? Ga naar www.nen.nl/basispgs15

12-03-19 20:05


FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE/ RIES VAN WENDEL DE JOODE

Leefomgeving

VERRASSENDE UITSLAG ONDERZOEK OVER LEEFOMGEVING DUPONT EN CHEMOURS

MEER ZORGEN OVER HONDENPOEP DAN PFOA EN GENX

Omwonenden van DuPont en Chemours liggen niet wakker van emissies van PFOA en GenX, zo blijkt uit een onderzoek dat de Burenraad van de bedrijven heeft laten uitvoeren onder omwonenden. Zij maken zich meer zorgen over hondenpoep. Toch heeft 65 procent van de respondenten twijfels over de oprechtheid en de transparantie van de bedrijven. “Meer en beter communiceren”, is volgens Burenraad-voorzitter Bert Kandel de oplossing. Tekst: Henk Engelenburg

E

en zogeheten mood-onderzoek over de leefomgeving, uitgevoerd door het Rotterdamse Blauw Research onder 139 mensen die wonen in de buurt van DuPont en Chemours in Dordrecht, wijst uit dat de omwonenden zich eerder druk maken over hondenpoep op de stoep dan over emissies van PFOA en GenX. Ook zwerfafval, parkeerproblemen, files en onveilig verkeer scoren hoog. Pas bij doorvragen noemt één op de tien respondenten het milieu en de luchtkwaliteit als een probleem. Deze uitkomsten zijn opvallend gezien de aanhoudende ophef vorig jaar, met name in de media, over de lozingen van de stoffen door de chemiebedrijven. Zowel Chemours als de Burenraad, een orgaan van inwoners uit de omgeving van DuPont en Chemours dat de communicatie vanuit de bedrijven wil bevorderen, stellen dat de opzet van het door de Burenraad geïnitieerde onderzoek tot deze uitkomsten heeft geleid. Het onderzoek omvatte namelijk e april 2019 Chemie Magazine 45


Leading the way

Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11

e. leebv@vanderlee.nl

i. www.vanderlee.nl


WERKCONFERENTIE

De voorzitter van de Burenraad heeft al met al de sterke indruk gekregen “dat niet zozeer de bevolking superzenuwachtig is geworden van de berichten over de emissies in de media, maar vooral de bestuurders”. De Burenraad organiseert daarom komend najaar een werkconferentie voor professionals, bestuurders, bedrijven en onderzoekers over de impact van zaken die de veiligheid en gezondheid raken. Kandel: “De mens lijkt het meest te lijden van het lijden dat hij vreest. Hoe ga je daarmee om? Dat gaan we in die werkconferentie verkennen.”

geen waarde-geladen vragen zoals ‘Maakt u zich ook zorgen over de uitstoot van Chemours?’, vertelt Harmen Geers, woordvoerder van Chemours. “Aan inwoners is gevraagd welke onderwerpen zij belangrijk vinden in hun woonplaats. Onderwerpen zoals een gezonde, schone en veilige leefomgeving worden regelmatig genoemd, en dan blijkt dat de respondenten niet meteen naar Chemours wijzen en bovendien behoorlijk tevreden zijn over de leefomgeving.”

Commotie

De respondenten geven aan geen verband te zien tussen de leefomgeving en de chemiebedrijven. Ze denken bij leefomgeving vooral aan de natuur en het vele groen in de regio en de gezelligheid van de eigen woonplaats. Wel voelt iets minder dan de helft van de inwoners zich veilig als het gaat om milieu en gezondheid. Maar meer dan de helft heeft daar geen zorgen over. Ook Bert Kandel, voorzitter van de Burenraad, vindt de uitkomsten opmerkelijk. “Gelet op de commotie die er is geweest over PFOA en GenX zou je denken dat ‘heel Dordrecht’ er wakker van moet liggen. Dus hoe erg vindt men het nu eigenlijk? En hoe goed is men nu eigenlijk geïnformeerd?” Kandel refereert bij die laatste vraag aan de investering van 75 miljoen euro die Chemours vorig jaar september heeft aangekondigd, gericht op het tot vrijwel nul reduceren van de gewraakte emissies. “De burgerij blijkt daarmee nauwelijks tot niet bekend. Daar schort dus wat aan de communicatie. En dat geldt ook voor de overheid. De milieuinspectie komt zo ongeveer elke week bij Chemours over de vloer, maar de leefomgeving heeft geen

idee over de mate waarin de overheid de veiligheid handhaaft. Op dit punt moet de overheid dus beter communiceren.”

Social media

De meeste inwoners noemen de rol van de overheid zeer belangrijk en vinden dat de overheid onvoldoende invloed heeft op de bedrijven. Zij missen informatie over maatregelen van de overheid ten aanzien van de emissies. Van de respondenten heeft namelijk 65 procent zijn twijfels over de oprechtheid en de transparantie van de bedrijven. Als er al vertrouwen is, komt dat door de aangescherpte regelgeving die de bedrijven verhindert over de schreef te gaan. Daar staat echter tegenover dat de websites van de bedrijven nauwelijks worden bezocht. Berichten in de media en op sociale media zijn de belangrijkste bronnen van informatie over de emissies van stoffen. Opmerkelijk genoeg geniet ook de Burenraad nauwelijks bekendheid. Negen van de tien deelnemers is niet op de hoogte van de raad en de activiteiten. Kandel worstelt hier met hetzelfde probleem als de bedrijven. Op de informatieavonden van de raad kwamen weinig mensen af. “Misschien moeten we meer gebruik gaan maken van social media.”

Directe contacten

Geers verklaart de aanvankelijk zwakke communicatie van DuPont en Chemours met de omgeving uit het feit dat beide bedrijven tijd nodig hadden om hun weg te vinden in de stroom van kritiek. “Er was altijd al sprake van een extreem sterke veiligheidscultuur, waarbij de fabriek zich altijd ruim binnen de grenzen

‘De bedrijven moeten meer verbinding met de samenleving creëren’ van de vergunningen heeft bewogen. Dus de eerste periode hadden we duidelijk moeite om te begrijpen waarom iedereen zo boos was. Ook in het hoofdkantoor in de VS drong het uiteindelijk door dat het simpelweg voldoen aan de vergunningen kennelijk niet langer voldoende is.” Geers stelt dat de bedrijven intussen al veel meer directe contacten met de burgerij hebben. Het is hem daarbij opgevallen dat “veel mensen” hun beeld nog steeds baseren op de oude situatie van de afgelopen paar jaar. De veranderingen zijn volgens hem duidelijk nog onvoldoende doorgedrongen. Het is volgens Geers dus vooral een kwestie van blijven communiceren. DuPont en Chemours hebben de Burenraad toegezegd spoedig te komen met een plan van aanpak gericht op verbetering van de communicatie met de leefomgeving. Volgens Kandel biedt het onderzoek de bedrijven daartoe meer dan voldoende aanknopingspunten. De uitkomsten onderschrijven waar de Burenraad al twee jaar op aandringt, zegt hij. “Meer en beter communiceren, je opener opstellen, contacten leggen met de samenleving, open dagen houden, de website verbeteren. Kortom, meer verbinding met de samenleving creëren.” p april 2019 Chemie Magazine 47


PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Verkoop en Verhuur

RUIM 35 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

info@hiltra.com - 0342-404160

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

JA

, IK WIL EEN ABONNEMENT

NEEM EEN GRATIS ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE mers E-num Nut van in voeding

torende onvers Hormo criteria nodig : stoffen

len voorde De vele P van TTI

h Chemie Magazine abonnement h Chemie Nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/Organisatie Zuiveringsin stallatie Croda nog niet optimaal

Chemie biedt oplossingen

Maandblad

van de

iging van Veren

rlandse de Nede

ische Chem

Indus

trie •

ng 57 jaarga

Bestaande indust vliegwiel voor rie innovatie

Juridische implicaties BRZO 2015

Kansen voor verduurzaming

Naam Functie

AkzoNobel vervan schadelijke stoffe gt n

Adres Woonplaats E-mail

Maandblad van de Verenigin

g van de Nederlan

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse mei • 5 • 21

OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS)

Chemische Industrie • jaargang 57 • 10 • 22

dse Chemisch e Industrie

• jaargang

MET SPECIALE BIJLAGE

oktober 2015

2015

57 • 12 • 17

december 2015

RONALD Bijlage bij Chemie Magazine • 17 december 2015

pLant manaGer OF the Year 2015 Ronald Hoenen: 'Een dienend leider moet vooral kunnen luisteren' Dyneema-vezel paradepaardje van DSM Wie verdient er een standbeeld?

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

s NCIs, Its al IN tV-h Ng Bad eN kI Brea ers Bust Myth

ie chem spat het van rm sche

FOrse invester eXXOnmOBinG iL IN RAFFIN

‘HET IS GEWOON EEN ONTZETTEND LEUK VAK’

ADERIJ ROT TER

CHEMIE-AMBASSADEUR KITTY NIJMEIJER

CM1614_Stopper Chemie 210x74.indd 1

CM1511_01_

A_Cover.indd

5 16:17

DAM

02-06-16 16:00

1

13-05-1

15-10-15 16:35 CM1509_01_A_Cover.indd 1

.indd

_Cover

5_01_A

CM150

10-12-15

16:08

1

Veilig werken met VAPRO

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

11/01/17 09:36


VNCI

VNCI NIEUWS Op 13 mei organiseert de VNCI ‘Behind the scenes@Rotterdam’.

FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

IN DE MEDIA

BEHIND THE SCENES@ROTTERDAM

In het kader van haar 100-jarig bestaan startte de Koninklijke VNCI vorig jaar een serie Behind the scenes, events waarin de chemieclusters centraal staan. Op 13 mei is Rotterdam aan de beurt. Het thema: de kansen die de (chemische) industrie biedt op het gebied van innovatie, infrastructuur, energietransitie en arbeidsmarkt. Tijdens het ochtendprogramma bieden chemiebedrijven een kijkje achter de schermen, waaronder BP Raffinaderij, ExxonMobil, Shell en LyondellBasell. Tijdens het middagprogramma vertelt Arno Bonte (wethouder Duurzaamheid en Energietransitie) ‘het Rotterdamse verhaal’, gaat John Grin (UvA) in op de vraag ‘Hoe kunnen kennis en techniek helpen om sociale problemen op te lossen in plaats van ze te creëren?’ en geeft Marloes ten Kate (wetenschapsredacteur) een mini-masterclass Scientific storytelling. Het programma wordt afgesloten met een aantal break-outsessies. Meer informatie: www.vnci.nl/agenda

STAKEHOLDERDIALOOG

Er is al veel bereikt via het Responsible Careprogramma, waar alle leden van de Koninklijke VNCI aan gecommitteerd zijn, maar de VNCI is op zoek naar een versnelling. Daarom organiseert de VNCI op 22 mei een stakeholderdialoog, waar de doelstellingen voor een duurzame toekomst van de Nederlandse chemische industrie worden gepresenteerd. Deze stakeholderdialoog is het eerste reflectiemoment op de drie duurzame doelstellingen die het afgelopen jaar zijn opgesteld. Hiermee wil de sector inzichtelijk maken hoe en aan welke Sustai-

nable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties hij een bijdrage wil leveren. Meer info: https://vnci.nl/agenda

RONDETAFELGESPREK MET TWEEDE KAMER

Tijdens het rondetafelgesprek met de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat over de Klimaattafel ‘Industrie’ op 11 april heeft VNCI-directeur Colette Alma de standpunten van de chemische industrie ingebracht. Haar pleidooi is gebaseerd op de position paper waarin het standpunt van de chemische industrie op heldere wijze staat verwoord (en die te vinden is op de website van de Tweede Kamer: https://bit.ly/2XncHHp). De hoofdpunten: • De chemische industrie heeft sinds 1990 haar emissie van broeikasgassen met 38 procent gereduceerd. • De chemische industrie ziet mogelijkheden om deze verder naar beneden te brengen. Hiervoor is een integrale benadering nodig, waarin ook wordt meegenomen wat de industrie kan doen om emissies in de keten te verminderen. • De VNCI staat achter een klimaatakkoord van prikkels en verleiding en betreurt de huidige polarisatie in de politiek en de media, waardoor vaak niet het doel maar het middel centraal komt te staan. • De VNCI hoopt op snelle duidelijkheid, zodat haar achterban kan doorpakken met het maken van robuuste investeringsplannen richting een CO2-neutrale productie in 2050.

Macco Korteweg Maris, beleidsmedewerker (transport) veiligheid bij de VNCI, werkte mee aan een artikel in Gevaarlijke Lading over het Operationeel RID-overleg. Tijdens de zevende editie van dit jaarlijkse event kwamen aan de orde onder meer druppellekkages, leren van incidenten, RIDcontrolelijsten en WLIS (dat informatie bevat over de ladingen van wagons met gevaarlijke stoffen op spooremplacementen).

april 2019 Chemie Magazine 49


COL OFON

MENSEN

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

ARLANXEO

Donald Chen is vanaf 1 mei de nieuwe CEO van Arlanxeo, ’s werelds grootste producent van synthetisch rubber. Hij neemt deze functie over van Jorge Nogueira, die na een loopbaan van bijna veertig jaar in de chemische en farmaceutische industrie met pensioen gaat. Chen komt van Archer Daniels Midland Company (ADM), waar hij sinds januari 2016 verantwoordelijk was voor de activiteiten in de regio Azië-Pacific. Tegelijkertijd was hij er lid van de Executive Council. Daarvoor was hij vicevoorzitter van Sadara Chemical Company, een joint venture van Saudi Aramco en Dow Chemical. Eerder werkte hij twee decennia bij Royal Dutch Shell. Chen bezit een masterdiploma ingenieur en een doctoraat van de TU Delft.

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Henk Engelenburg, Leendert van der Ent,

RAAD VOOR ACCREDITATIE

Met ingang van 22 juni is Roeland Nieuweboer voorzitter van de raad van bestuur van de Raad voor Accreditatie (RvA). Hij volgt Jan van der Poel op, die met pensioen gaat. De RvA heeft besloten over te gaan op een tweehoofdige leiding. Tevens wordt per dezelfde datum Joep de Haas lid van de raad van bestuur. Nieuweboer heeft de afgelopen dertien jaar diverse functies vervuld bij de Inspectie Leefomgeving en Transport. “Hij heeft internationale ervaring, kent de publieke en private sector en is in staat beide werelden te verbinden”, aldus Yvonne van Rooy, voorzitter van de raad van toezicht. De Haas is sinds 2013 operationeel directeur bij de RvA. “Met zijn benoeming is de continuïteit goed geborgd”, aldus Van Rooy.

Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk Impressed, Pijnacker

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

50 Chemie Magazine april 2019

Beeld cover TWITTER.COM/VNCI

De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

Hollandse Hoogte ISSN 1572-2996


Werken bij AD International Het meest innovatieve bedrijf in de regio Moerdijk (winnaar innovatieprijs 2018)! Laborant Technical Field Support

Wat bieden wij?

Heb jij een chemische studie afgerond, vlotte babbel, affiniteit

Mooi salaris en secundaire voorwaarden

met metaal oppervlaktebehandeling en wil je niet de hele dag

Werken in een no-nonsense werkklimaat

op het lab staan? Dan is dit jouw functie! In deze rol word je

Opleidingsmogelijkheden

middels een intensief opleidingstraject klaar gestoomd voor de functie van Sales & Process Engineer.

Solliciteren Stuur jouw CV en motivatie naar

Sales & Process Engineer

Robbin Verbeek (HR):

In deze rol ben je binnen een gedreven team verantwoordelijk

r.verbeek@adinternationalbv.com

voor de verkoop van chemische producten voor de behandeling

0167 - 526982

van metaaloppervlaktes. Met enthousiasme verdiep je jezelf in bestaande accounts (circa 60%) en ga je op zoek naar nieuwe (internationale) klanten en afzetmogelijkheden.

Vragen? Mail Robbin!

Bekijk alle vacatures op www.adinternationalbv.com

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed

SENIOR PROCESS DEVELOPMENT CHEMIST INNOSYN - GELEEN

Offering a team of passionate & experienced problem solvers, InnoSyn is an SME that primarily focusses on R&D towards the development of (bio)chemical production processes for third parties. Applying innovative and cost-efficient technologies such as flow chemistry, bio- and chemocatalysis, to advance competitiveness of our customers across the (fine) chemical industries. In order to support the various projects, InnoSyn is offering a challenging and exciting job for a Senior Process Development Chemist with many opportunities for personal and team contributions. You will interact with leading experts in the field of industrial organic chemistry, chemocatalysis, biocatalysis and process intensification. Focus of this position is on (bio)chemical process development, and scale up and implementation of (bio)chemical processes on both pilot plant and production scale. Interested to know more about this position? Then visit www.cls-services.nl?vac=A1800042 for more information.


LOGISTICON VERHUUR Opslag en dosering

Zand- & koolfiltratie

EUROPA’S GROOTSTE VERHUURVLOOT VOOR WATERZUIVERINGEN

Ultrafiltratie

Flotatie

Chemicaliën

Omgekeerde osmose

Uitgebreide keuze Voor de levering van installaties voor zowel korte als lange termijn verhuur, met capaciteiten van 1 tot meer dan 2000 m3/h voor toepassingen als: - Capaciteitsuitbreiding en/of back-up - Proefneming - Kwaliteitsverbetering Informeer naar Europa’s grootste verhuurvloot voor waterzuiveringen.

Logisticon Verhuur b.v. +31 (0)184 608260 www.logisticon.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.