Chemie Magazine april 2018

Page 1

Lange weg naar een duurzame toekomst

VinylPlus verduurzaamt Europese pvc-keten

Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

ROSANNE HERTZBERGER OVER E-NUMMERS

‘HET GAAT OM HOUDBAARHEID EN KWALITEIT VAN VOEDSEL’

Online Dashboard voorkomt problemen

JAARGANG 60 • 04 • 26 APRIL 2018


Shaping the future of safety

NIEUW FALCK OEFENCENTRUM MAASVLAKTE - OPENING Q2 2018

• Gespecialiseerd en realistisch oefencentrum voor de (petro)chemische industrie • Alle geloofwaardige industriële scenario’s mogelijk • Ingebouwde processystematiek om procescontrole met repressie te combineren

Meer informatie: www.falck.nl fireacademy@falck.com


INHOUD 04 | 26 april | 2018

14

‘WE ZETTEN NUTTIGE INNOVATIES BIJ HET GROFVUIL’ Van oudsher passen we voedingsadditieven toe. “Het gaat om houdbaarheid en kwaliteit van voedsel”, zegt Rosanne Hertzberger, auteur van Ode aan de E-nummers. Clean labeling – opschonen van het etiket – vindt ze consumentenmisleiding. “We zetten nuttige innovaties bij het grofvuil vanwege vermeende chemofobie bij de consument.” Vierde deel in de serie over belangrijke chemische innovaties van de afgelopen 100 jaar.

EUROPESE PVC-WAARDEKETEN VERDUURZAAMT Pvc kent ontelbaar veel toepassingen. Maar eind vorige eeuw kreeg het materiaal een slechte naam, onder meer vanwege de loodhoudende stabilisatoren en de groeiende afvalberg. Maar anno 2018 is het lood uitgefaseerd, vindt op grote schaal recycling plaats en gloort dankzij het vrijwillige Europese programma VinylPlus een duurzame toekomst. “We willen dat pvc hét materiaal is als je kiest voor duurzaamheid”, zegt general manager Brigitte Dero.

30

april 2018 Chemie Magazine 3


Voorkom calamiteiten met gevaarlijke stoffen

Chemiekaarten® breidt haar service uit Naast ons online platform en nieuwste Chemiekaartenboek, bieden we nu ook de Chemiekaarten® 2018 Light Editie. Een praktisch handboek speciaal voor uw medewerkers in het veld! 500 enkelvoudige stoffen met de chemische eigenschappen en basisgegevens De Light Editie is speciaal ontwikkeld als praktisch handboek voor dagelijks gebruik op de werkvloer U ziet zo in één oogopslag welke risico’s het werken met een stof met zich mee brengt Gevalideerde informatie, door onafhankelijk team van chemische en medische experts Chemiekaarten® bewijst al ruim 30 jaar haar autoriteit Sluit risico’s uit en haal benodigde kennis in huis. Een veilige gedachte.

Kom in actie en ga naar sdu.nl/chemiekaarten

0371 Adv_Chemiekaarten_230x295mm.indd 1

06-12-17 08:38


INHOUD 04 | 26 april | 2018

7

24

Overzicht van de acties van de VNCI vanaf 2012 om de industrie dichter bij een duurzame toekomst te brengen

39

Consortium met Air Liquide haalt fijnstof uit de vervuilde lucht van een parkeergarage in Eindhoven

7 9 11 13

14 20 22 24 28 30

45

Dashboard OnderwijsArbeidsmarkt Chemie helpt beleidsmakers betere keuzes te maken

34 39 42 45 48

22

Oud-medewerkers van de VNCI halen herinneringen op aan milieuwetgeving, ‘blauwe brieven’ en de eerste communicatiedeskundige

51

54 54 54

Voorwoord Colette Alma Ode aan de E-nummers Evenementen

NIEUWS

Unilever, Ioniqa en Indorama zetten in op PET-recycling CO2-opslag onder Noordzee haalbaar Fiscaal voordeel bij milieuvriendelijke investeringen

ACHTERGROND

VNCI 100 Jaar Grote chemische innovatie: voedingsadditieven VNCI 100 Jaar 1948-1958: periode van voorspoed VNCI 100 Jaar Oud-medewerkers halen herinneringen op Energie & klimaat De lange weg naar een duurzame toekomst Wetenswaardig Staatmijn Maurits voorloper van Chemelot Duurzaamheid VinylPlus verduurzaamt Europese pvc-keten Arbeidsmarkt Kaspar van Munster over zijn werk bij Teijin Aramid Milieu Consortium met Air Liquide strijdt tegen fijnstof VNCI 100 Jaar Eerste ‘Behind the scenes’ op Chemelot Arbeidsmarkt Dashboard voorkomt problemen op arbeidsmarkt Uitgelicht Cumapol en DSM-Niaga winnen NRK-award Veiligheid Chemical Safety Board verbetert procesveiligheid Mensen VNCI Online Colofon

april 2018 Chemie Magazine 5


Alles onder controle. Samen op weg naar veiligheid en efficiëntie

In complexe sectoren is risicobeheer van cruciaal belang. Continu moet u de veiligheid, kwaliteit en efficiëntie van uw installaties zien te waarborgen. Hier biedt Vinçotte hulp. Met onze ervaring en sectorkennis zijn we experts in het anticiperen op en beheren van risico’s; van de ontwerpfase tot en met de operationele fase. Zo blijft de integriteit van uw assets op lange termijn gewaarborgd en voegen we samen waarde toe aan uw bedrijf.

vincotte.nl


Voorwoord

ODE AAN DE E-NUMMERS Wat hebben wij chemici toch een interessant vak. Dat is de eerste gedachte die bij mij opkomt als ik het artikel op pagina 14 lees over voedsel en voedingsadditieven. Kleine hoeveelheden van stoffen toegevoegd aan voedsel zorgen voor houdbaarheid, smaak en mondgevoel, en maken het mogelijk met minder zout, suiker of vet toch smakelijke maaltijden te bereiden. En chemie speelt daarin een hoofdrol. Mijn tweede gedachte is echter minder bemoedigend: waarom krijgt de chemie dan niet de waardering die we verdienen voor deze bijdrage aan gezonde voeding? Waarom putten voedingsproducenten zich uit om methodes te vinden om de aanwezigheid van deze stoffen niet op hun etiketten te hoeven vermelden? Wat is de achtergrond van het wantrouwen van consumenten voor deze additieven? Ik kan die vragen niet eenduidig beantwoorden, maar ik constateer wel het volgende: wij bieden als chemici met

onze producten een groot scala aan mogelijkheden aan voedingsproducenten. Concurrentie op de voedingsmarkt heeft ertoe geleid dat onze producten niet alleen als toevoeging voor kwaliteits-, houdbaarheids- en gezondheidsverbetering worden toegepast, maar ook als middel om goedkopere versies van voedingsproducten te maken, die soms een lagere kwaliteit hebben. Op zich hoeft dat niet erg te zijn, maar als dat niet transparant is, word ik als consument ook wantrouwig, en ga ik alle onbekende toevoegingen op het etiket mijden. Misschien moeten wij chemici ons toch maar eens gaan bemoeien met de wijze waarop nu over voeding wordt gecommuniceerd. Microbioloog Rosanne Hertzberger heeft met haar Ode aan de E-nummers al een goed begin gemaakt. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 24.5 REACH Bootcamp Geeft een praktisch overzicht van de REACH-verplichtingen en praktische inzichten over afstemming van de REACH Compliance-processen op de bedrijfssituatie. 30 procent korting voor VNCIleden. Locatie: Hotel Holthurnsche Hof Nijmegen, Berg en Dal Organisatie: REACH Support Netwerk 24.5 BCF Career Event Elk jaar zijn tweeduizend werkzoekenden en professionals in de sectoren bio/life sciences, chemie, food en farma en honderd werkgevers vertegenwoordigd. Locatie: Jaarbeurs Utrecht Organisatie: Hyphen Projects

24.5 Energy Tech Day Hét netwerkevent over de technologische ontwikkelingen op energiegebied. VNCIdirecteur Colette Alma is dagvoorzitter van de parallelsessie voor de ‘duurzame industrie’. Locatie: Igluu, Eindhoven Organisatie: Management Producties 30.5 Process Safety Congres Doel is het versterken van de regionale procesveiligheidscultuur door te netwerken en kennis te delen. Locatie: Van der Valk, Dordrecht Organisatie: PSCongres 25.6 VNCI Jubileumevent De VNCI bestaat 100 jaar. Tijdens het jubileumevent trakteert de vereniging

leden en relaties op een feestelijk programma. Locatie: Koninklijke Schouwburg, Den Haag Organisatie: VNCI VERGADERINGEN 8.5 WG Energie en Klimaat 8.5 WG Juristen 15.5 WG Milieu 16.5 WG Arbeidsveiligheid 22.5 WG Security 24.5 WG Procesveiligheid 29.5 BG Duurzaamheid 29.5 BG Human Capital

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN april 2018 Chemie Magazine 7


INNO

VA ON

70

YE

S OF

TI

AUTOMATIC BARREL EMPTYING

AR

19

48-2018

VATEN MET GIFTIGE EN/OF EXPLOSIEVE INHOUD AUTOMATISCH, VEILIG EN SCHOON LEGEN. Automatisch vaten openen Afzuiging voor giftige dampen en stof Vatenkantelaar met regelbare leegsnelheid Automatische vatenreiniging Meer informatie

www.dinnissen.nl

SPECIALIST IN TEMPERATUURBEHEERSING EEN EFFICIËNT PROCES RESULTEERT IN DUURZAAM PRODUCEREN

Imperium chiller 79 kW - 2.416 kW

Temperatuurregelaars (TCU's) tot 400°C | 9 kW tot 360 kW

Koeltorens: 825 kW – 1.900 kW Dry Air Coolers: 250 kW – 1.500 kW

Chillers - Dry Air Coolers - Koeltorens - Temperatuurregelaars - Luchtbehandelingsunits Heaters - Boilers - Mobiele units VERHUUR • VERKOOP • SERVICE 24/7: 088 - 258 2580 | info@icscoolenergy.nl W W W. I C S C O O L E N E R G Y. N L

Dutch-Feb18-Halfpage-2.indd 1

16/02/2018 11:00


Actueel HSELIFE WINT VEILIGHEIDSCOALITIE VAN HET JAAR

De drie samenwerkende bedrijven zijn van mening dat deze volledig circulaire oplossing een industriële transformatie teweeg kan brengen.

UNILEVER, IONIQA EN INDORAMA WERKEN AAN CIRCULAIRE PET-OPLOSSING Unilever heeft een samenwerking aangekondigd met start-up Ioniqa en PETproducent Indorama Ventures om samen een pioniersrol te vervullen bij de ontwikkeling van een nieuwe technologie die PET-afval omzet in zuivere plastic grondstoffen voor gebruik in voedselverpakkingen.

P

ET wordt veel gebruikt voor de productie van plastic verpakkingen. Wereldwijd wordt ongeveer 20 procent van dit materiaal gerecycled, de rest wordt verbrand, belandt op de vuilstortplaats of in de natuur. Unilever is een samenwerking aangegaan met Indorama Ventures, de grootste PETproducent ter wereld, en start-up Ioniqa, een spin-off van de Technische Universiteit Eindhoven, om dit probleem aan te pakken. Ioniqa heeft een gepatenteerde technologie ontwikkeld waarmee al het PET-afval – ook gekleurde verpakkingen – weer omgezet kan worden in zuivere plastic grondstoffen. De technologie heeft de proeffase goed doorstaan en wordt nu door diverse bedrijven getest. Als de testen op industriële schaal ook

goede resultaten opleveren, kan in de toekomst al het plastic hergebruikt worden voor de productie van hoogwaardige voedselverpakkingen. De drie samenwerkende bedrijven zijn van mening dat deze volledig circulaire oplossing een industriële transformatie teweeg kan brengen, aangezien de nieuwe technologie eindeloos kan worden toegepast. In 2017 heeft Unilever toegezegd dat tegen 2025 al haar plastic verpakkingen herbruikbaar, recyclebaar of composteerbaar zullen zijn. “We willen af van het take-make-dispose-model waar we momenteel in leven en streven ernaar enkel verpakkingen te creëren die passen binnen een circulaire wereld”, zegt chief R&D officer David Blanchard. “Deze innovatie biedt een oplossing voor een van de grootste hedendaagse uitdagingen: het geschikt maken van alle soorten gerecycled plastic voor het verpakken van voedsel. Het volledig circulair maken van de PET-stroom zou een grote mijlpaal zijn in het vervullen van deze ambitie.” p

Tijdens de beurs Safety&Health@ Work is HSElife verkozen tot Veiligheidscoalitie van het Jaar 2018. HSElife ziet het als haar taak een dalende trend in te zetten van het aantal incidenten dat jaarlijks plaatsvindt in de olie- en gasindustrie. HSElife NL is in 2009 geboren vanuit de overtuiging dat harmonisatie van regels, voorschriften en procedures over veiligheid, gezondheid en milieu in de olie- en gasindustrie noodzakelijk is. Initiatiefnemers van deze ontwikkeling zijn de The WAT Group (Working apart Together), Centrica en Shell/NAM. De coalitie bestaat op dit moment uit elf maatschappijen, tachtig contractors en acht supporting organisaties. p

Sinds 1 april versterkt Paul Nedermeijer het VNCI-team als adviseur public affairs. Hij zal zich met verschillende public-affairsprojecten gaan bezighouden. Tot voor kort werkte Paul bij Wemos als adviseur public affairs en als pleitbezorger mondiale gezondheid op het dossier van hormoonverstorende stoffen. Daarvoor werkte hij op de public-affairsafdeling van de Goede Doelen Loterijen en van de Groene11, het samenwerkingsverband voor public affairs van 14 natuur- en milieuorganisaties.

WEBSITE INFORMEERT CONSUMENTEN OVER CHEMICALIËN Zijn de chemicaliën die worden gebruikt in tatoeages veilig? Krijg ik een allergische reactie als ik mijn haar verf? De antwoorden zijn te vinden op Chemicals in our life, een door ECHA gelanceerde website om consumenten meer bewust te maken van de voordelen en risico’s van chemicaliën in hun dagelijks leven.

pean Observatory for Nanomaterials verkennen, met informatie over nanomaterialen met betrekking tot gezondheid, de werkplek en consumentenproducten. https://chemicalsinourlife.echa.europa.eu

V

eel consumenten in Europa maken zich zorgen over de mogelijke risico’s van chemicaliën in hun leven. Een studie in 2016 onder 28.000 mensen in 28 landen toonde aan dat 65 procent van de respondenten zich zorgen maakte over blootstelling aan chemische stoffen. Om consumenten informatie over chemische stoffen te bieden, heeft ECHA een website gelanceerd, beschikbaar in 23 EU-talen (waaronder Nederlands), met toegankelijke informatie over de voordelen en risico’s van het gebruik van chemicaliën en EU-wetgeving over chemische stoffen. Gebruikers kunnen ook delen van de Euroapril 2018 Chemie Magazine 9


CHEMISCH BESTENDIGE KLEDING

OP MAAT GEMAAKT

VOOR U

VERTEL ONS WAT U NODIG HEEFT VAN UW CHEMISCH BESTENDIGE KLEDING EN WIJ MAKEN HET VOOR U. Onze duurzame PVC-kledingstukken kunnen worden aangepast om precies te passen bij de taken die worden uitgevoerd in uw werkomgeving - waardoor ze langer meegaan en beter presteren. We kunnen ze zelfs op een specifieke maat maken voor optimaal comfort. + TALLOZE OPTIES BESCHIKBAAR + KORTE DOORLOOPTIJDEN + SPECIAAL ADVIES + LAGE MINIMALE BESTELHOEVEELHEID

Laat ons de juiste chemische kleding voor u en uw bedrijf maken.

Ga naar try.alphasolway.com/chemcr8

HIT_Versie2_HiRes.pdf

1

5/02/14

PROFESSIONAL PROTECTION

14:53

waar zit uw WINST ?

Natuurlijk maakt u niet evenveel winst op elk product. Net zo min behaalt u dezelfde winstmarge bij elke klant. Precies weten waar uw winst zit, zal u andere en betere beslissingen doen nemen. Laten we samen ontdekken wat nodig is om uw winst veilig te stellen zodat u kunt blijven investeren.

T. +32 9 336 39 42 info@harmonize-it.be www.harmonize-it.be

ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE


Actueel

CO2-OPSLAG ONDER NOORDZEE HAALBAAR EN KOSTENEFFECTIEF

Still uit animatie.

Uit een haalbaarheidsstudie van Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en EBN (Energie Beheer Nederland) blijkt dat het afvangen, transporteren en diep onder de Noordzee opslaan van CO2 technisch haalbaar is. Het is ook kosteneffectief, in vergelijking met andere maatregelen die bijdragen aan het realiseren van de klimaatdoelen van het kabinet.

D

e drie bedrijven hebben onderzocht of op basis van techniek, marktsituatie, milieu, kosten, beleid en maatschappelijke acceptatie een volgende stap in het project gemaakt kan worden. Dat is positief uitgevallen. Het gaat hier om het zogeheten Porthos-project, wat staat voor Port of Rotterdam CO2 Transport Hub & Offshore Storage. Het concept bestaat uit een verzamelleiding door het havengebied in Rotterdam, die fungeert als een basisinfrastructuur waar verschillende bedrijven op kunnen aansluiten voor de levering van door hen afgevangen CO2. De CO2 wordt vervolgens deels gebruikt door de glastuinbouw in Zuid-Holland, het overgrote deel gaat per pijpleiding naar een leeg gasveld onder de Noordzee 25 kilometer uit de kust. Daar wordt de CO2 in het afgesloten reservoir van zandgesteente gepompt. De verwachting is dat jaarlijks 2 tot 5 miljoen ton CO2 kan worden opgeslagen.

VEEL NIEUWS OVER VEILIGHEID SPOORVERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN Het begon ooit met druppellekkages, maar het overleg is inmiddels veel breder. Op 10 april organiseerde de VNCI samen met DB Cargo en ProRail voor de zevende keer haar jaarlijkse bijeenkomst met alle stakeholders over het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. De timing was goed, want vorige maand meldde ProRail in zijn jaarverslag dat het aantal incidenten licht is gestegen: van 41 in 2016 naar 43 in 2017.

O

nder leiding van dagvoorzitter Henk Bril van SABIC lieten diverse sprekers hun licht schijnen op de operationele knelpunten bij het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. Ingenieurs- en adviesbureau Antea gaf een exposé over

Met de uitkomst van de studie zijn Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en EBN overtuigd van zowel de technische haalbaarheid als ook de urgentie om CCUS (Carbon Capture Utilisation and Storage) tot ontwikkeling te brengen. Zij zullen de uitkomsten van de studie als bouwsteen inbrengen in de lopende gesprekken voor een nieuw klimaatakkoord. De komende maanden richten de drie bedrijven zich op de verdere financiële en technische onderbouwing van het project. p

het kosten/baten-onderzoek dat het deed naar aanbeveling van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV), bedoeld om de effecten van een treinbotsing waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (zoals in Tilburg in 2015) te beperken. De baten van de maatregelen blijken in de praktijk niet op te wegen tegen de kosten. Het definitieve rapport verschijnt binnenkort. De ILT gaf een toelichting op het inspectieproject dat na de zomer van start gaat om het aantal druppellekkages terug te dringen. De nadruk zal liggen op controles bij het laden en lossen van ketelwagens. De ILT zal vooral kijken of de procedures adequaat zijn en consequent worden nageleefd. DB Cargo lichtte zijn ervaringen met de fluctuaties in het aantal incidenten gedurende het jaar toe, waarbij de vraag gesteld werd in hoeverre het weer invloed heeft op het optreden van lekkage(s). Tevens werd bekend dat het nieuwe meldingsformulier dat ProRail en de vervoerders al gebruikten om incidenten te melden, nu ook gedeeld gaat worden met verladers en ontvangers. Dit zal een beter inzicht geven

Animatie over CCUS

in de oorzaken van incidenten. ProRail gaf een nadere toelichting op de ‘groene/rode-knop-procedure’ die een differentiatie aanbrengt in de mate van opschalen bij incidenten en het stilleggen van het overige treinverkeer bij incidenten. Die procedure geldt al voor het Rotterdamse havengebied en zal nu ook uitgerold worden naar Kijfhoek. Verder lichtte ProRail ook de technische ontwikkeling van het W-LIS-systeem (Wagen-Lading Informatie Systeem) nader toe. Dit systeem geeft zeer nauwkeurige informatie over de locatie van ketelwagens met gevaarlijke stoffen op emplacementen. Daarmee kunnen de hulpverleners een incident beter en sneller bestrijden. ProRail voert op de testlocatie Botlek succesvolle testen uit. Als laatste gaf Henk Bril een toelichting op de maatregelen die SABIC genomen heeft naar aanleiding van het OVV-rapport over de treinbotsing in Tilburg en lichtte hij de Engelse vertaling van de uitgave ‘Vervoer gevaarlijke stoffen kenbare gebreken ketelwagens‘ nader toe. p Meer informatie: kortewegmaris@vnci.nl april 2018 Chemie Magazine 11


31 mei 2018 - REACH voltooid? Is er leven na de deadline? Ja, er is leven na de deadline. Alleen de phase-in is nu afgerond. We gaan ons nu concentreren op een nieuwe fase, om REACH-conform te blijven. Regelgeving zal zich verder blijven ontwikkelen en handhaving daarop uitgevoerd. En ook buiten Europa ontwikkelt zich de gelijkaardige regelgeving. Er is altijd een uitdaging - durft u de toekomst uit te dagen? Met kantoren in 7 Europese landen, in China, Thailand, Zuid Korea, Japan en de VS, en partners in andere landen, kunnen we dit bijna wereldwijd organiseren. Met meer dan 550 mensen, bieden wij een enorme capaciteit, een breed scala aan expertise en vele jaren ervaring. Wilt u vrijblijvend een orienterend gesprek voeren, neem dan contact met ons op om te bespreken wat uw behoeftes zijn en wat knoell voor u kan betekenen. Wetgeving is complex. Waarom zou u dat niet uitbesteden aan een deskundige partner?

Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels ruim 550 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden- en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met:

Knoell NL B.V., Wageningen Danny Haacke of Jan Tuinstra Tel +31 (0)317 466 800 info@knoell.com www.knoell.com

Verkoop stoom- en warmwaterketels

Eco Steam Trading & Consultancy bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com


Actueel

FISCAAL VOORDEEL BIJ MILIEUVRIENDELIJKE INVESTERINGEN

Karen De Vooght @karen1014838 Van klinische chemie alleen, naar laboratoriumgeneeskunde samen. Visie @NVKC 2025 #Papendal Voorjaarscongres NVKC 201 Dow Benelux @DowBenelux Knappe koppen gezocht! Dow is gastheer van de voorronde in Terneuzen van De Slimste Scheikundige van Nederland; een ‘pubquiz’ van @ KNCVchemie voor chemici en life scientists Bart Vermeulen @bagvermeulen Tot 750 liter smeerolie in de grootste windmolens. Oliewissels na 7 jaar. Voor als je veel wil weten over de technologie achter smeerolie in wind turbines. En hoe ExxonMobil bijdraagt aan betere prestaties van windmolens… Shell Nederland @Shell_Nederland Vanaf dit jaar worden maar liefst 16.000 Rotterdamse woningen verwarmd met restwarmte van Shell Pernis. Hoe? Check http:// go.shell.com/2JjIJhf Matthijs Ruitenbeek @MRuitenbeek Katalyse: geen hokus pokus, maar uitdagingen genoeg - VNCI nieuws https://vnci. nl/nieuws/nieuwsbericht... Bio Base Europe TC @BioBaseEurope Vandaag was het zover de girlsday! Wij hebben 120 meiden van het Reynaert College mogen ontvangen! Wat hebben ze genoten en veel geleerd! #girlsday2018 #madscience #gezelligheid #sfeer Ruud van Gisteren @RuudvanGisteren Deventer opent ‘broedplaats voor open innovatie, chemie en technologie’, S/park (via @ arjanwinter)

De Milieulijst van de MIA\Vamil en de Energielijst van de EIA zijn per 1 januari 2018 geüpdatet. Ondernemers die investeren in een van de milieuvriendelijke of energiebesparende bedrijfsmiddelen op deze lijsten kunnen tot 13,5 procent van het investeringsbedrag terugkrijgen via de belastingaangifte.

M

ilieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) zijn subsidies op milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen voor ondernemers. Beide regelingen maken gebruik van de Milieulijst. Hierop staan alle bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor MIA en/of Vamil. Ieder jaar verschijnt een nieuwe Milieulijst. Ook voor de chemiesector is de lijst interessant. De zojuist geüpdatete Milieulijst (2018) biedt bijvoorbeeld belastingvoordeel voor het benutten van CO2 als grondstof. Het kan daarbij gaan om het afvangen, transporteren en/of nuttig toepassen van CO2 uit industriële rookgassen. Denk aan CO2-bemesting in de tuinbouw of het benutten van CO2 als grondstof voor producten, basischemie of brandstoffen. Daarnaast helpt MIA\Vamil bij de realisatie van de doelstellingen van het rijksbrede programma Circulaire Economie. Zo komen investeringen in chemische recycling, zoals depolymerisatie van polyesterafval en het terugwinnen van procesgassen of grondstoffen uit afgassen, in aanmerking voor de regeling. Al langere tijd biedt MIA\Vamil belastingvoordelen voor investeringen in de biobased economy, zoals bioraffinage en grondstoffenbesparing, bijvoorbeeld bij procesintensificatie.

Elektrificatie

Daar is nu elektrificatie bij gekomen. Investeringen in het produceren van grondstoffen, basischemicaliën of producten via elektrochemische conversie komen in aanmerking, mits hiervoor groene stroom wordt gebruikt en het gebruik van fossiele grondstoffen wordt voorkomen. Denk aan elektrolyse van water tot waterstof, waaruit met koolstofcomponenten (zoals CO2) basischemicaliën gemaakt worden. Hier raakt de MIA\Vamil aan het nieuwe hoofdstuk over Energiebalancering dat per 2018 aan de Energielijst (EIA) is toegevoegd. Investeringen in systemen die vraag en aanbod van duurzame energie met elkaar in balans brengen, komen in aanmerking voor EIA. Zo kan door het combineren van opslagcapaciteit met optimalisatie-software duurzame energie tijdens pieken in de productie worden opgeslagen om later te worden benut. Zowel energieopslag in accu’s als via power-to-gas (waterstof) of power-to-heat komt in aanmerking. Vamil biedt vrije afschrijving voor 75 procent van de investeringskosten, MIA levert een extra afschrijving van maximaal 36 procent van het investeringsbedrag. In totaal staan er 280 bedrijfsmiddelen op de Milieulijst. De EIA hanteert de Energielijst voor investeringen in energiebesparende middelen. Van middelen op deze lijst mag 54,5 procent van het investeringsbedrag van de fiscale winst worden afgetrokken. De energielijst omschrijft 150 bedrijfsmiddelen. p Bereidt u een investering voor die mogelijk voor EIA of MIA\Vamil in aanmerking komt? Raadpleeg de Milieulijst en de Energielijst via www.rvo.nl/subsidies-regelingen/milieulijst-en-energielijst/huidig-jaar/2018 Wilt u een investering doen die nog niet op de lijst staat? Dan kunt u dit bedrijfsmiddel aanmelden bij de MIA\Vamil of bij de EIA. Meer informatie: www.rvo.nl/mia en www.rvo.nl/eia

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). april 2018 Chemie Magazine 13


DE VNCI BESTAAT DIT JAAR 100 JAAR. CHEMIE MAGAZINE VIERT DIT MET EEN SERIE ARTIKELEN OVER CHEMISCHE INNOVATIES DIE DE AFGELOPEN 100 JAAR GROTE MAATSCHAPPELIJKE IMPACT HADDEN.

ANTICONCEPTIEPIL

KUNSTMEST

SYNTHETISCHE VEZELS

20 EEUW e

VOEDSELVERRIJKING DANKZIJ E-NUMMERS EN AROMA’S

ADDITIEVEN VOEGEN VEEL TOE In tijden van chemofobie wordt weleens over het hoofd gezien hoe waardevol E-nummers en aroma’s zijn. Van oudsher passen we voedingsadditieven toe en dankzij chemie weten we die veelal uit de natuur geleende moleculen inmiddels prima na te bouwen. “Het gaat allemaal om houdbaarheid en kwaliteit van voedsel”, aldus microbioloog Rosanne Hertzberger, die een ‘Ode aan de E-nummers’ bracht. Tekst: Marloes Hooimeijer

VOEDINGSADDITIEVEN

‘W

PLASTIC

GENEESMIDDELEN

PENICILLINE

DESINFECTIE

GEWASBESCHERMING

VERF EN COATINGS (volgorde is willekeurig)

14 Chemie Magazine april 2018

at we zonder additieven zouden moeten? Het gaat allemaal om houdbaarheid en kwaliteit van voedsel”, zegt microbioloog Rosanne Hertzberger, auteur van Ode aan de E-nummers. “Het ene additief is bedoeld om producten langer mooi te houden. Het antioxidant vitamine C wordt daarvoor heel veel toegepast. Het andere additief biedt regelrechte bescherming van de volksgezondheid, van de consument. Zo voorkomt nitriet in vleeswaren botulisme, een ernstige voedselvergiftiging. In bijna alle kant-en-klaarproducten, soepen en sauzen zitten conserveermiddelen, zodat je ze langer kunt bewaren en verspilling kunt tegengaan. Dan heb je nog smaakversterkers, texturizers en kleurstoffen. Het klinkt alsof we wel zonder kleurstoffen kunnen, maar uiteindelijk zijn mensen dol op gekleurde voedingsmiddelen en dranken. De transparante cola die Pepsi in de jaren negentig op de markt bracht, flopte niet voor niets.” Tijdens wat Hertzberger ‘de chemische renaissance’ noemt (‘vanaf

begin twintigste eeuw’) heeft de chemie volgens haar van ontzettend veel voedingsproducten en -processen de chemische essentie weten te destilleren en de moleculen weten na te maken. “Naar goed chemisch gebruik lenen we veel additieven van de natuur. Vitamine-C, citroenzuur, sorbinezuur, ze werden allemaal in een chemisch proces nagemaakt. Het antischimmelmiddel sorbinezuur (E200) hebben we geleend van de sorbus aucuparia, de lijsterbes, die deze stof aanmaakt om ervoor te zorgen dat de besjes niet beschimmelen voordat de vogels ze opeten.”

Maatschappelijk nut

We kunnen ‘toveren met voedsel’, aldus de microbioloog. “Het pekelproces bijvoorbeeld. Je hebt helemaal geen bak zout nodig om vlees te conserveren. Duitse chemici ontdekten dat het kaliumnitraat (salpeter) in de pekel wordt omgezet in nitriet en dat je dus in plaats van grote hoeveelheden salpeter net zo goed kleinere hoeveelheden nitriet toe kunt voegen. Het vlees blijft er nog mooi roze door ook.”


ER ZIJN 350 E-NUMMERS. OOK ZUURSTOF HEEFT EEN E-NUMMER: WE ADEMEN IN FEITE E948

En zo zijn er nog veel meer additieven met maatschappelijk nut. “Texturizers als methylcellulose (E461) en gommen zijn belangrijk om vlees na te maken, handig in een tijd dat we minder vlees en meer vleesvervangers willen eten. Methylcellulose kun je ook goed gebruiken om producten romig en vettig te houden zonder dat je er extra vet bij hoeft te doen. Of neem de zoetstof aspartaam, als caloriearme vervanger voor suiker onder meer toegepast in lightdranken.” Aspartaam verdient wat haar betreft wel wat meer credits. “Het is een additief dat we echt helemaal zelf hebben bedacht, een zeldzaamheid. In 1965 bij toeval ontdekt door James Schlatter, een onderzoeker van chemieconcern Searle die eigenlijk het hormoon gastrine, net als aspartaam een peptide, wilde maken. Hij likte per ongeluk aan zijn vinger om een briefje van de grond te pakken en dacht: wat zit er nu aan m’n vinger voor zoete troep. Toen had hij dus per ongeluk aspartaam gemaakt.”

Clean labels

ROSANNE HERTZBERGER:

‘De E-nummers zijn niet het probleem, maar te veel suiker en zout’

FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

De trend van clean labeling in de voedingsmiddelenindustrie – het opschonen van het etiket door E-nummers te vervangen – vindt ze ‘consumentenmisleiding’. “Dan zit er opeens snijbiet of gefermenteerde selderij in de ham in plaats van het additief nitriet. Mensen hebben geen idee dat dat is omdat dat toevallig heel nitraatrijke groentes zijn, die het benodigde nitriet aan het vlees geven. We zetten nuttige innovaties bij het grofvuil vanwege vermeende chemofobie bij de consument, dat vind ik zeer kwalijk.” e

april 2018 Chemie Magazine 15


20 EEUW e

VOEDINGSADDITIEVEN

Bovendien kost het R&D-capaciteit om de recepturen van producten aan te passen. “Terwijl we die capaciteit beter kunnen gebruiken om de échte problemen – te veel suiker en zout in ons eten – aan te pakken. Clean labels en demonisering van E-nummers zitten daar zelfs in de weg. Neem zout, dat dient niet alleen als smaakversterker maar ook als antischimmelmiddel. Je kunt het vervangen door E200 (sorbinezuur), maar als mensen meer aversie hebben tegen E-nummers dan tegen zout …”

E621-tattoo

Ze ziet ook een lichte tegenbeweging, zoals in de ‘revival’ van de smaakversterker umami (mononatriumglutamaat, E621, ve-tsi). Veel gebruikt in de Aziatische keuken, maar lange tijd bekritiseerd vanwege de vermeende fysieke klachten die een etentje bij de chinees zou veroorzaken (het ‘Chinees-restaurant-syndroom’). Van oorsprong wordt Umami (in 1908 ontdekt door de Japanse onderzoeker Kikune 16 Chemie Magazine april 2018

Chef-kok Guillaume de Beer heeft E621 op zijn arm getatoeëerd.

GUILLAUME DE BEER:

‘Zout alleen brengt een gerecht wel op smaak, maar brengt niet de mooie gelaagdheid in een saus die je wilt hebben’ Ikeda) bereid uit gefermenteerd zeewier, maar het komt ook van nature voor in onder meer vis, vlees en Parmezaanse kaas. Industrieel wordt mononatriumglutamaat gewonnen uit gluten en melasse (afvalproduct van de suikerbereiding). Hertzberger: ”Producenten durven weer hardop te zeggen: als wij de lekkerste soep, saus of chips willen maken, gaat er gewoon glutamaat in. Best een hippe chef-kok in Amsterdam, Guillaume de Beer, heeft het E-nummer van umami zelfs op zijn arm getatoeëerd.” “Dat klopt, op mijn pols staat E621”, zegt De Beer. Hij runt samen met zijn collega Freek van Noortwijk, die van Katja Schuurman, drie restaurants in de hoofdstad. “Zout alleen brengt een gerecht wel op smaak, maar brengt niet de mooie gelaagdheid in een saus die je wilt hebben. Met umami haal je ook de onderste smaak uit een gerecht naar boven. Het Chinees-restaurant-syndroom is zwaar overhypt. M’n compagnon en ik hebben zelf eens de proef op de som genomen door een hele dag

aan al onze maaltijden ve-tsi-poeder toe te voegen. Pas aan het eind van de dag, na een zware overdosis dus, kregen we darmkrampen. In onze restaurants voegen we umami toe aan gerechten via vissaus, sojasaus, gefermenteerde knoflook of door kaaskorsten te laten meetrekken in bouillon, en soms door poeder.”

Goedgekeurde stoffen

Naar het voorbeeld van de Spaanse meesterkok Ferran Adria van restaurant El Bulli (‘hij experimenteerde met moleculair koken’) maakt De Beer ook dankbaar gebruik van andere additieven, zoals agarpoeder (E406) en xantaangom (E415). “Van agar kun je gelei maken en xantaamgom is een goede vervanger van aardappelzetmeel. Je kunt het zo toevoegen aan je tomaten- of komkommersap in de blender; zonder te verwarmen, dus zonder smaakverlies.” Hij besluit: “E-nummers zijn goedgekeurde stoffen. Wij trekken onze eigen conclusies over welke voor ons een meerwaarde in de keuken hebben.”

FOTO: R AYMOND VAN MIL

ASPARTAAM (E951) IS 200 KEER ZOETER DAN SUIKER, MAAR BEVAT NAUWELIJKS CALORIEËN


MET 1 KILO AARDBEIENAROMA KAN EVEN VEEL SMAAK GEMAAKT WORDEN ALS ER IN 50.000 KILO VERSE AARDBEIEN ZIT

WIST U DAT?

Irwin Stone.

Voedingsadditieven en aroma’s worden al van oudsher toegepast. De gele kleurstof saffraan bijvoorbeeld, toegepast in paella, werd al in de middeleeuwen door

de Arabieren meegenomen naar Spanje. Denk ook aan kruiden en specerijen om eten op smaak te brengen of het conserveren van voedingsmiddelen door ze in te leggen in zout, zuur, alcohol of suiker. De eerste helft van de twintigste eeuw werden er steeds meer conserveermiddelen bij Warenwetbesluit goedgekeurd. Zoals het conserveermiddel benzoëzuur voor margarine (1925) of voor jam en chocopasta (1939). Benzoëzuur (dat nu het E-nummer 210 draagt) wordt nog altijd als conserveermiddel gebruikt in een groot aantal zure of licht zure producten, cola light en waldorfsalade bijvoorbeeld. Na de Tweede Wereldoorlog, toen de chemische industrie zich rap verder ontplooide, werd het gebruik van synthetische additieven in de voedingsmiddelenindustrie steeds meer gemeengoed. De smaakstoffenindustrie wist met uiterst gevoelige apparatuur haarfijn de samenstelling van natuurlijke aroma’s te ontra-

felen, om die vervolgens met behulp van chemie na te kunnen maken. De chemicus Irwin Stone was in de jaren dertig de eerste die ascorbinezuur (E300), oftewel vitamine C, als antioxidant in voedsel ging gebruiken. Rond 1950 pleitte TNO-chemicus F.D. Tollenaar voor goedkeuring van antioxidanten in de Nederlandse Warenwet. Inmiddels vinden ze alom toepassing. Naast vitamine C bijvoorbeeld ook butylhydroxyanisol (E320) en butylhydroxytolueen (E321), toegepast in oliën en vetten om ranzigheid tegen te gaan. Tegenwoordig bestaat er een lange lijst van additieven (hulpstoffen) die door de Europese Unie zijn goedgekeurd om te gebruiken in voedsel, de E-nummers.

ADDITIEVEN EN HUN FUNCTIE Onder meer de volgende additieven zijn te vinden in levensmiddelen: ANTIOXIDANTEN: beschermen tegen aantasting door de zuurstof in de lucht, waardoor smaakbederf en kleurverandering worden tegengegaan. KLEURSTOFFEN: bijvoorbeeld in snoep, dranken, groente en fruit in blik of glas. CONSERVEERMIDDELEN: gaan bederf door bacteriën en schimmels tegen. Ze verlengen de houdbaarheid. STABILISATOREN: stabiliseren de toestand waarin een product verkeert. Ze voorkomen bijvoorbeeld

het uitdrogen bij vleeswaren, vooral bij ham. In consumptie-ijs gaan ze de vorming van ijskristallen tegen. Additieven als emulgatoren, verdikkingsmiddelen, antiklontermiddelen, rijsmiddelen, meelverbeteraars en (anti)schuimmiddelen zorgen voor de gewenste textuur van levensmiddelen. VERPAKKINGSGASSEN: worden in verpakkingen van uiteenlopende producten gebruikt om te zorgen dat ze goed blijven. Op het etiket staat te lezen ‘verpakt onder beschermende atmosfeer’. AROMA’S: brengen smaak aan levensmiddelen. (Vallen niet onder de noemer E-nummers, maar onder een andere EU-verordening.)

FEITEN CIJFERS o Er zijn inmiddels meer dan 6000 aro-

matiserende componenten bekend en 2500 goedgekeurde aroma-stoffen (moleculen). o Smaak-, geur- en kleurstoffen heten ook wel ‘pretstoffen’, toegepast om een prettig gevoel te geven. o NADEEL: Additieven met een E-nummer zijn veilig voor het merendeel van de mensen. Er zijn twee uitzonderingen: mensen met een sulfietovergevoeligheid (onder andere als conserveermiddel in wijn gebruikt) en mensen met de erfelijke stofwisselingsziekte PKU, die het aminozuur fenylalanine dat uit de zoetstof aspartaam wordt gevormd niet goed afbreken.

e april 2018 Chemie Magazine 17


HET SYNTHETISCH AROMA ETHYLVANILLINE SMAAKT 3 KEER STERKER DAN VANILLINE

CHEMIE VAN VOEDINGSADDITIEVEN De chemie leent veel additieven en aroma’s uit de natuur, door de moleculen synthetisch na te bouwen. Het aroma vanilline (4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde) bijvoorbeeld, komt doorgaans helemaal niet uit een vanillestokje (ofwel peulen van de vanille-orchidee), maar wordt vaak chemisch gesynthetiseerd (uit cellulose, lignine of houtpulp). De winning van de oorspronkelijke

20 EEUW e

orchidee-vanilline – veelal in Madagaskar – gaat overigens vaak met uitbuiting en kinderarbeid gepaard. Een ander voorbeeld is het conserveermiddel benzoëzuur, dat komt van nature voor in cranberry’s en andere bessen, maar wordt op in-dustriële schaal geproduceerd door oxidatie van tolueen. Of neem de blauwe kleurstof indigotine (E132), die komt van nature voor in blauwe heesters, maar in voedingsmiddelen zit een nagemaakte vorm. Er zijn ook additieven en aroma’s die puur synthetisch zijn, in de natuur niet voorkomen. Zoals de sterkere variant van vanilline: ethylvanilline. Of de zoetstof aspartaam (E951) en het antioxidant butylhydroxytolueen (E321), een van fenol afgeleide organische verbinding. Ook de ‘azokleurstoffen’, zoals tartrazine (felgeel,

E102) en karmozijn (rood, E122), kennen geen natuurlijk equivalent. Het zijn stabiele kleurstoffen, maar omdat ze de naam hebben tot hyperactiviteit bij kinderen te leiden, vervangen fabrikanten ze steeds vaker door natuurlijke kleurstoffen als geelwortel (E100) en bietenrood (E262).Al is ‘natuurlijk’ niet per definitie gezonder, benadrukt microbioloog Hertzberger in haar boek. Als voorbeeld noemt ze de oranje M&M, die in Europa niet meer gekleurd wordt met de azokleurstof Zonnegeel FCF (E110), maar door gemengde carotenoïden (E160a) en bèta-8’-darotenal (E160a), ook wel apocarotenal genoemd. Terwijl uit studies blijkt dat Zonnegeel FCF ‘vele malen veiliger’ is dan apocarotenal, aldus Hertzberger.

VOEDINGSADDITIEVEN

Exter, IFF, Buteressence, Givaudan, DSM, Isobionics en Frutoria, allen lid van de Vereniging van Geur- en Smaakstoffenfabrikanten (NEA), produceren aroma’s voor de levensmiddelenindustrie. De meeste vervaardigen een zeer breed scala aan smaken. Zo maakt Frutoria onder meer de smaak van ‘frisse groene appel’, slagroom, asperges, inktvis, cognac, biscuit en ham. Andere aromahuizen zijn wat specifieker, zoals Exter, dat zich uitsluitend richt op hartige smaken als gekookte-, geroosterde- of gebradenkip-smaak. En biotechbedrijf Isobionics produceert via fermentatie de natuurlijke smaakstoffen valancene (sinaasappel), nootkatone (grapefruit) en betaelemene (gember). “Op het moment dat levensmiddelfabrikanten hun producten willen vernieuwen of nieuwe producten willen maken, kijken ze ook naar de aroma’s”, vertelt Jacco Dekker van de NEA, die lid is van de VNCI. “Ze zoeken bijvoorbeeld een nieuw aardbeien- of vanillearoma voor een zuivel- of bakery-product, met allerlei specifieke eisen, zoals een romig of juist fris aroma. De flavorists van de aromahuizen gaan daarmee dan aan de 18 Chemie Magazine april 2018

gang.”Een aroma is een mengsel van allerlei aromatiserende componenten, zoals aromastoffen (moleculen met smaak, zoals vanilline, limonene en menthol), aromatiserende preparaten (essentiële oliën en extracten) en bijvoorbeeld nog wat rookaroma’s erbij. Dekker: “De consument houdt van herkenbare smaken als chocola, vanille en aardbei, maar in de nuances is heel veel mogelijk. Vaak mixen we bestaande ingrediënten, maar we ontwikkelen ook nieu- we ingrediënten. Misschien ooit wel een nieuw vanillemolecuul als aanvulling op het bestaan- de vanilline en nog krachtigere ethylvanilline.” Aroma’s kunnen volgens NEA ook bijdragen aan een gezondere levensstijl. Dekker: “Met aroma kun je smaak toebrengen of wijzigen. Neem een suikervrije drank met zoetstof. Door de afwezigheid van suiker en aanwezigheid van zoetstof, wordt het smaakprofiel anders dan het origineel. Dit kan (gedeeltelijk) gecompenseerd worden door het gebruik van een aroma.”

TOEKOMST

De trend van clean labeling (zie hoofdverhaal) zet waarschijnlijk verder door. Ook aromahuizen hebben steeds meer te maken met klanten die meer ‘natuurlijke aroma’s’ wensen, zodat ze dat ook op het etiket kunnen zetten. Een aromastof is natuurlijk als die: 1. wordt verkregen uit natuurlijke bron (plantaardig, dierlijk of microbiologisch), 2. met behulp van natuurlijke processen als fermentatie en koken en 3. als die stof ook gevonden is in de natuur. Zo krijgt vanilline gewonnen uit cellulose het predicaat ‘natuurlijk’ wanneer het molecuul niet via chemische synthese maar via gisting wordt verkregen. Het is overigens exact hetzelfde stofje. p

Bronnen o.a.: voedingscentrum.nl, food-info.net, consumentenbond.nl, wur.nl, techniekinnederland.nl, chg.kncv.nl, nea-nederland.nl, wikipedia.nl, zoetstoffen.eu, Ode aan de E-nummers/R. Hertzberger

VNCI-LEDEN MAKEN SMAAK


S CH RIJ F U NU IN O P W W W.LR QA.NL OF BE L +31 ( 0) 10 201 84 45

Investeer in training LRQA verzorgt al meer dan 30 jaar trainingen voor particuliere en zakelijke professionals die zich verder willen ontwikkelen in auditen en procesmatig werken. De trainingen zijn gericht op het verbeteren van managementsystemen gebaseerd op (ISO)-normen, EU-richtlijnen en procesverbeteringsmodellen en technieken. De trainingen worden verzorgd door enthousiaste trainers met praktijkervaring.

Workshop wijzigingen ISO 45001 1 dag /€ 540 Inclusief locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Eindhoven 12 september 2018

Transitietraining ISO 9001:2015 2-daags /€ 945 Inclusief locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Utrecht 29 & 30 mei 2018

Lead Auditor Milieu ISO 14001 5-daags /€ 2.215 Inclusief locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Capelle a/d IJssel 4 t/m 8 juni 2018

Interne Audit Training ISO 9001 2-daags /€ 945 Inclusief locatiekosten, lunch en cursusmaterialen Geldrop 6 & 7 juni 2018 Capelle a/d IJssel 20 & 21 juni 2018

Meer informatie W www.lrqa.nl T +31(0)10 201 84 45 M info@lrqa.nl


1928 1938

1948 1958

1918 1928

1938 1948

1958 1968

DE GESCHIEDENIS VAN DE VNCI

PERIODE VAN VOORSPOED In tien afleveringen gaat Chemie Magazine door de historie van de VNCI en de chemie in Nederland, vanaf de oprichting van de vereniging in 1918 tot de viering van het 100-jarig bestaan dit jaar. Aflevering 4: de jaren 1948-1958. Tekst: Igor Znidarsic

Op 25 maart 1957 ondertekenen in Rome de afgevaardigden van de zes lidstaten van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) de verdragen tot de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA of Euratom). Voor Nederland tekende minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns.

CHEMIE IN NEDERLAND IN DE JAREN VIJFTIG Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de op aardolie gebaseerde petrochemische industrie opgekomen. In 1947 nam Shell zijn raffinaderij in Pernis in gebruik. In het snel groeiende petrochemische complex werd een keur aan producten gemaakt, zoals pvc, styreen-butadieen rubber, kunstharsen en oplosmiddelen. In 1959 maakte Shell al meer dan 1200 producten. Esso opende in 1960 een olieraffinaderij in de Botlek. Ondertussen 20 Chemie Magazine april 2018

was Staatsmijnen in Geleen getransformeerd van carbo- naar petrochemie, waarbij steenkool als grondstof plaatsmaakte voor de goedkopere aardolie. De jaren vijftig waren een periode van voorspoed voor de Nederlandse chemische industrie. Dat kwam onder meer doordat allerlei natuurproducten vervangen werden door ‘chemische’ producten, die vaak goedkoper waren. Met name harsen voor de verf- en drukinktindustrie, synthetische vezels, wasmiddelen en bestrijdingsmiddelen waren verantwoordelijk voor een sterke groei, maar ook de fors toegenomen productie van cement, zout, stikstofmest, chloor en loog. Ondanks de groei klaagde de industrie over de hoge tolmuren in het buitenland, met name in West-Europa, de belangrijkste afzetmarkt. De oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) op 1 januari 1958 en de daaropvolgende geleidelijke afbraak van de tolmuren tussen de lidstaten had een gunstig effect op de verdere ontwikkeling van de chemische industrie. Intussen was bij buitenlandse, met name Amerikaanse, chemieconcerns de belangstelling voor Nederland gewekt, vanwege de gunstige ligging, het stabiele arbeidsklimaat en de gemakkelijke toegang tot Europa. Onder meer Gulf Oil, BP, Mobil Oil, DuPont de Nemours, ICL, Dow, Hoechst en BASF ontwikkelden activiteiten in Nederland. Met de vestiging van grote buitenlandse concerns veranderde de vooroorlogse chemische industrie, die vooral bestond uit kleine en middelgrote (familie)bedrijven, in bulkchemie. Sterke concurrentie leidde tot aaneensluiting van bedrijven en tot bouw van grotere productie-eenheden. Waren er in 1949 meer dan 1500 chemische fabrieken in Nederland, tegen het einde van de jaren zestig waren dat er 300.


1978 1988

1998 2008 1988 1998

2018 2030? 2008 2018

1953

Na de Tweede Wereldoorlog sprak alles wat uit de VS kwam tot de verbeelding, met name het nieuwe materiaal plastic. Libelle wijdde in 1946 een artikel aan ‘Plastic. Het wonderproduct’, vol enthousiasme over plastic boodschappentassen, kinderspeelgoed en schoenen die in Londen al verkrijgbaar waren. De productie van kunststoffen was in de VS tussen 1938 en 1946 vervijfvoudigd. Het nieuwe materiaal had ontelbare toepassingen: stofzuigerslangen, isolerende mantels voor elektriciteitssnoeren, waslijndraad, tuinslangen, speelkaarten, handschoenen, stoelbekleding, melkpakken, Donald Duck-speelgoed. ‘Grandioos, deze synthetische wereld’, schreef de Londense Libelle-correspondente.

STIJGENDE OMZET 1938

200 miljoen

1950

1,2 miljard

1957

2,35 miljard

1950

495 miljoen

1957

1,2 miljard

1950

50.000

1957

59.000

OMZET IN GULDENS

1956

Het VNCI-bestuur besluit dat de secretaris niet langer de secretariaten van andere brancheverenigingen mag voeren. Daarom wordt in 1956 mr. G.A. van Haeften aangesteld als VNCI-secretaris en directeur van het bureau van de vereniging. Ir. D.J. Akkerman wordt secretaris van een aantal onderverenigingen.

1957

De VNCI verbreedt haar horizon naar internationale aangelegenheden en roept de internationale werkgroepen Handelspolitiek en Integratie Kwesties en Productveiligheid in het leven. Voor de internationale werkzaamheden richt de VNCI in 1957 met haar Franse, Duitse, Italiaanse en Belgische zusterverenigingen het in Brussel gevestigde Sécrétariat International des Industries Chimiques op. Twee jaar later volgt de oprichting van het Centre Européen des Fédérations de l’Industrie Chimique (Cefic), toen nog in Zürich. Later fuseren beide organisaties tot het huidige Cefic in Brussel.

1958

EXPORT IN GULDENS

AANTAL WERKNEMERS

Gedurende de jaren vijftig ontwikkelt de VNCI zich tot een van de grootste brancheorganisaties van Nederland. Vanaf 1958 wordt het tweewekelijkse verenigingsblad NCI (Nederlandse Chemische Industrie) uitgegeven, de voorloper van Chemie Magazine. p

april 2018 Chemie Magazine 21

Bronnen: Delfstoffenwinning en chemische industrie: een geschiedenis en bronnenoverzicht – J. ten Hove, 1993 Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Delfstoffen, energie, chemie – E. Homburg, F. van der Most, A.J. van der Selm, P.M.A.V. Hooghoff, 2000

‘GRANDIOOS, DEZE SYNTHETISCHE WERELD’

Een nieuw terrein is onderzoek naar opleiding en bemanning van de voor de lidbedrijven noodzakelijke werknemers. In 1953 komen de VNCI, KNCV (Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging) en KIVI (Koninklijk Instituut van Ingenieurs) met het plan om de Stichting Opleiding Chemiciens op te richten. In 1956 wordt de eerste leerovereenkomst gesloten. In 1962 verandert de stichting haar naam in Stichting Vakopleiding Procesindustrie (VaPro), die vanaf 1988 zelfstandig verder gaat.


OUD-VNCI-MEDEWERKERS HALEN HERINNERINGEN OP

’DE FAX WAS EEN REVOLUTIE’ De VNCI vroeg oud-medewerkers om terug te kijken op hun tijd bij de VNCI. Zij herinneren zich onder meer de nieuwe milieuwetgeving, de eerste communicatiedeskundige en de ‘blauwe brieven’.

‘De verhuizing naar een kantoorgebouw in Leidschendam kwam het werkplezier en de efficiëntie van het werk ten goede’

22 Chemie Magazine april 2016

Evert Vles, technisch directeur 1982-1992 ”Ik heb tijdens mijn periode bij de VNCI twee grote veranderingen gezien, en er ook aan meegewerkt. De eerste betrof de opstelling van de VNCI jegens haar leden en de buitenwereld. Tot mijn komst hadden wij, in grote lijnen, twee taken: de belangen/meningen van de leden zo goed mogelijk inbrengen bij de overheid om, wederom zo veel mogelijk, voor de industrie nadelige wetgeving te voorkomen; en anderzijds de leden zo goed mogelijk op de hoogte houden van nieuwe en in aantocht zijnde wet- en regelgeving. Daar hebben we, in de tien jaar dat ik bij de VNCI werkte, aan toegevoegd het aanzetten, binnen het ledenbestand, van een nieuwe aanpak op het gebied van milieubeleid. We zijn brochures gaan uitgeven met

adviezen aan de leden en hebben in 1990 het project ‘Milieuzorg in de chemie’ opgezet. In die geest hebben we ook meegewerkt aan het tot stand komen van de regelgeving op het gebied van koolwaterstofemissies. Deze opstelling zorgde ervoor dat bedrijven toegankelijker werden, zowel voor overheid als publiek (open dagen). De tweede grote verandering die ik meemaakte betrof de overgang van een wat krap bemeten ruimte aan de Javastraat naar een nieuw kantoorgebouw in Leidschendam, dat ruimer en beter bereikbaar was. Dit kwam het werkplezier en de efficiëntie van het werk zeker ten goede.”


Theo Witteman, beleidsmedewerker

milieuzaken 1974-1998

Richard Lutz, hoofdredacteur NCI/Chemie Magazine

‘Op het gebied van communicatie is een bestuursbesluit in de jaren zeventig van wezenlijk belang geweest’

1981-2003

“Op het gebied van communicatie is een bestuursbesluit in de jaren zeventig van wezenlijk belang geweest. Besloten werd om ‘de deuren naar de buitenwereld’ een stukje te openen door het aanstellen van een professionele communicatiedeskundige, (oud-journalist) Piet Kleinjan. Dat was in een tijd dat het bedrijfsleven en met name de chemische industrie liever niet met de buitenwereld communiceerde, en zeker niet als er wat misging (en dat gebeurde toen nogal eens op milieugebied). En als het dan toch moest, leidde dat door gebrekkige communicatie vaak tot meer in plaats van minder wantrouwen van de buitenwereld. Het was ook de tijd dat de politiek zich wat meer met het milieu ging bezighouden via de benoeming van een milieuminister. Om de afstand tussen de buitenwereld en de chemische industrie te verkleinen, bedacht Piet Kleinjan de ‘Open Dag Chemie’, wat een succesnummer werd. Ook werd er een lijntje uitgezet naar het chemieonderwijs. Een en ander is in de jaren daarna danig uitgebreid en heeft zeker tot successen geleid. Overigens denk ik dat ‘het grote publiek’ de chemische industrie vandaag de dag nog steeds eng, vies en gevaarlijk vindt, overigens zonder daarnaar te handelen.”

‘Waar ik mij nogal over verbaasde waren de dagelijkse stafbesprekingen tussen directeur en beleidsmedewerkers’

”Onder druk van de samenleving ging de overheid in de jaren zeventig wetgeving ter bescherming van het milieu ontwikkelen, zoals de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet inzake de luchtverontreiniging. Het VNCI-bestuur achtte de aanstelling van een beleidsmedewerker voor milieuzaken noodzakelijk en zodoende verruilde ik in 1974 Akzo Coatings voor het VNCI-bureau. In snel tempo kwamen er nieuwe wetten (afvalstoffen, geluidshinder) en werden zowel bij de chemische industrie als bij de VNCI steeds meer milieuspecialisten ingezet. Tot eind jaren tachtig richtte de aandacht zich vooral op afvalstromen; na diverse incidenten met fosfaten, kwik, pcb’s, cfk’s en cadmium kwam de overheid in 1985 met de Wet milieugevaarlijke stoffen, gericht op de bescherming van mens en milieu. Het VROM-ministerie was inmiddels enorm gegroeid. Bij de VNCI hielden tien personen zich met milieu, in de ruimste zin van het woord, bezig. Vooral de stoffenwetgeving, die nieuw was, vroeg veel aandacht. De nationale milieuwetgeving was steeds meer ondergeschikt aan de internationale beleidslijnen. Vooral de Europese Gemeenschap kwam met de ene na de andere milieurichtlijn. De Nederlandse overheid wilde nogal eens voor de muziek uit lopen en de wetgeving in ons land strenger houden of maken. Het vergde veel inspanning van de VNCI om de Nederlandse milieuwetgeving niet te veel uit de pas te laten lopen. Vooral Milieudefensie, Natuur en Milieu, Greenpeace en de Waddenzeevereniging drongen steeds weer aan op nieuwe of strengere milieuregels. De contacten met deze milieuclubs werden daarom steeds belangrijker. In die tijd groeide ook de aandacht van de samenleving voor de aanwezigheid van bepaalde stoffen in eindproducten, waardoor de chemische industrie met een bredere blik naar de totale productketen ging kijken. Toen ik bij de VNCI begon, waren telexberichten en telefoongesprekken de communicatiemiddelen waarmee we lidbedrijven op de hoogte hielden van ontwikkelingen op het gebied van wetgeving en andere belangrijke zaken. De introductie van de fax was een revolutie: je kon direct teksten van belangrijke documenten doorsturen. Directie en beleidsmedewerkers maakten toen schriftelijke berichten, die elke week als ‘blauwe brieven’ naar de leden gingen. Bij specifieke problemen bezochten VNCI-medewerkers leden op locatie of ontvingen hen op het VNCI-kantoor. Bijzonder in die tijd waren de Regionale Dagen. Directie en beleidsmedewerkers trokken vijf tot zes keer in het voorjaar het land in en hadden dan persoonlijke contacten met directieleden en medewerkers. Belangrijke en veelal gezellige ontmoetingen die van groot belang waren voor de band tussen bedrijven en het VNCI-bureau. Een fenomeen waar ik mij bij mijn aantreden nogal over verbaasde waren de dagelijkse stafbesprekingen tussen directeur en beleidsmedewerkers. Alle binnenkomende post werd door de directiesecretaresse geopend en in mappen gesorteerd. Tijdens het overleg kreeg iedereen zijn eigen map en moest de ontvanger aangeven hoe hij de betreffende zaken ging aanpakken. De directie en de andere aanwezigen konden dan aangeven of zij het met die aanpak eens waren of dat zij voorstellen voor een andere benadering hadden. Ik vond dit een tijdrovende en bemoeizuchtige benadering, die door een nieuwe directeur gelukkig werd afgeschaft.” p april 2016 Chemie Magazine 23


OP WEG NAAR EEN DUURZAME TOEKOMST STUREN OP CO2-REDUCTIE De VNCI pleit ervoor om bij de aanpak van het klimaatprobleem te sturen op CO2-reductie.

NOVEMBER 2012

JANUARI - SEPTEMBER 2013 VANAF JANUARI 2014

Routekaart Chemie 2030 De VNCI overhandigt het ministerie van EL&I de ‘Routekaart Chemie 2030’, met de ambitie om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 40 procent te reduceren (ten opzichte van 2005). Waar de meeste sectoren en de overheid eenzijdig focussen op energie-efficiency, pleit de VNCI voor sturing op CO2-reductie.

SER Energieakkoord De VNCI heeft gedurende negen maanden deelgenomen aan de onderhandelingen voor het ‘SER Energieakkoord voor duurzame groei’ en bracht onder meer verduurzaming van grondstoffen als oplossingsrichting onder de aandacht. Dit kreeg een plek in het akkoord onder de noemer ‘cascadering van biomassa’, het zo volledig en hoogwaardig mogelijk benutten van biomassa.

SPiCE3 De VNCI participeert in SPiCE3, een door Cefic gecoördineerd platform gericht op kennisdeling van best practices en tools, en op nationale wetgeving rond energie-efficiëntie. De VNCI organiseert workshops en levert vanuit de lidbedrijven best practices aan.

OKTOBER 2013

CLUSTERVERSTERKING

De zes chemieclusters in Nederland spelen een belangrijke rol in het duurzaamheidsbeleid. Speerpunt is samenwerking, ook met andere sectoren.

Rondetafelgesprek met Kamp De VNCI komt met een ‘addendum’ op de in 2012 gepubliceerde studie ‘The Chemical Industry in the Netherlands: World leading today and in 2030-2050’. Aanleiding is de nadelige economische impact van de schaliegasrevolutie in de VS op de chemie in Nederland. Een rondetafelgesprek met minister Kamp resulteert in een brief aan de Tweede Kamer waarin hij het belang van de chemische industrie voor Nederland onderstreept en toezegt zich in te zetten voor het verbeteren van de concurrentiekracht door versterking van de chemieclusters.

JANUARI 2016

PILOTS EN DEMO’S

Technologieën die een hoge CO2-emissiereductie mogelijk maken moeten (verder) worden ontwikkeld en zo snel mogelijk grootschalig ingezet. In de veelal lange ontwikkelingsfase, wanneer ze nog niet rendabel zijn, is (tijdelijke) overheidssteun nodig.

CONVENANTEN

MEE- en MJA3-convenanten zijn volgens de VNCI een effectief instrument om een grote groep bedrijven te activeren op het gebied van energie-efficiency.

24 Chemie Magazine april 2018

Stakeholderbijeenkomst Het ondersteunen van grootschalige pilots en demo’s is een van de onderwerpen die de VNCI inbrengt in een stakeholderbijeenkomst ter voorbereiding op de Raad Concurrentievermogen tijdens het Nederlands voorzitterschap van de EU.

VANAF JANUARI 2013

JANUARI 2014

MEE- en MJA3-convenanten behouden Ondanks diverse politieke bedreigingen, slaagt de VNCI erin om de MEE- en MJA3-convenanten, een praktische invulling van de Europese Energy Efficiency Directive, te behouden. Hierdoor kan een grote groep chemiebedrijven het gezamenlijke doel van energie-efficiency blijven nastreven.

SPiCE3 De VNCI participeert in SPiCE3, een door Cefic gecoördineerd platform gericht op energie-efficiëntie.


Energie en Klimaat Onlangs presenteerde de VNCI het rapport ‘Chemistry for Climate’, dat laat zien hoe de Nederlandse chemie de klimaatambities wil halen en dat als input dient voor het komende Klimaatakkoord. Dit is een voorlopige apotheose van een jaren geleden gestart proces. Een overzicht. Tekst: Igor Znidarsic

7 maart 2018: Colette Alma en Reinier Gerrits van de VNCI overhandigen minister Wiebes her rapport ‘Chemistry for Climnate’.

SEPTEMBER - DECEMBER 2014

JUNI 2015

DECEMBER 2015

APRIL - JULI 2016

SEPTEMBER 2016

Brief aan Kamerfracties Hernieuwbare grondstoffen en cascadering staan op de agenda van een algemeen overleg in de Tweede Kamer. De VNCI heeft bij de Kamerfracties bepleit om bij minister Kamp aan te dringen om de inzet van hernieuwbare grondstoffen te stimuleren.

Streefbeeld 2030 In ‘Streefbeeld voor de Nederlandse chemische sector in 2030’ schetst de Topsector Chemie een haalbaar perspectief voor de chemiesector in 2030. De chemie heeft onder meer de ambitie om in 2030 15 procent van de koolstofbron voor de chemie biobased en 10 procent (chemisch) gerecycled ingevuld te hebben.

Klimaatakkoord In Parijs ondertekenen 195 landen, waaronder Nederland, het VN Klimaatakkoord. Een van de belangrijkste punten is dat de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer dan 2 graden Celsius mag stijgen, waarbij het streven maximaal 1,5 graad is.

Energiedialoog De VNCI levert input voor de Energiedialoog, over de periode 2012-2050 (het SER Energieakkoord gaat tot 2023) en stuurt aan op één integraal beleid voor broeikasgasreductie. In de discussies maakt de VNCI zich sterk om zaken als restwarmtebenutting en vergroening van materialen te laten meetellen als ‘finale energiebesparing’.

Verkiezingspamflet In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen bepleit de VNCI in het verkiezingspamflet ‘Sterke Chemie & Duurzame Wereld’ een regeerakkoord dat beleid formuleert met de juiste prikkels voor innovatie, verduurzaming en vestigingsklimaat.

MAART 2014

JULI 2014

NOVEMBER 2014

Commissie Willems De door Kamp in het leven geroepen Commissie Willems, onder leiding van oud-VNCI-voorzitter Rein Willems, presenteert het actieplan ‘Chemiecluster op stoom’ voor ‘economische structuurversterking’ van het chemiecluster Eemsdelta. Het is gericht op verduurzaming, werkgelegenheid, kennisontwikkeling en innovatie.

Bijeenkomst met clusters De VNCI bezoekt samen met EZ de overige clusters. Er vinden gesprekken plaats in Emmen, Zeeland, Rotterdam en Geleen. De ervaringen met de clusters worden besproken op een gezamenlijke bijeenkomst ter voorbereiding van een rondetafelgesprek met minister Kamp.

Tweede rondetafelgesprek Het rondetafelgesprek met minister Kamp verloopt wederom constructief.

MEDIO 2016 Wensenlijstje voor informateur Een inventarisatie van de VNCI laat zien dat de Nederlandse chemie rond dertig projecten telt voor pilotplants en demofabrieken die onder meer gebaseerd zijn op hernieuwbare grondstoffen. In een wensenlijstje voor de informateur van het nieuwe kabinet stelt de VNCI dat opschaling van deze nieuwe duurzame productietechnieken zonder steun van de overheid niet van de grond zal komen. De VNCI pleit voor risicoafdekking in de vorm van garantstellingen voor de (door de lange ontwikkelingstrajecten vaak grote) financiële risico’s.

NAJAAR 2015

2016

Inspiratiedocument De VNCI publiceert het ‘Inspiratiedocument EEP 20172020’, een overzicht van innovaties en technieken als inspiratie voor de Energie Efficiency Plannen voor de periode 2017-2020 voor de MJA3- en MEE-convenanten.

Energiebesparingsprojecten De VNCI maakt samen met haar leden als onderdeel van het SER Energieakkoord een inventarisatie van potentiële energiebesparingsprojecten.

april 2018 Chemie Magazine 25


VANAF JANUARI 2017

MAART 2017

JUNI 2017

OKTOBER 2017

Hogetemperatuurwarmte Onderdeel van de Energieagenda is de Transitieroute Hogetemperatuurwarmte 2050. Hierin onderzoekt de overheid met een groot aantal marktpartijen, waaronder de chemische industrie, duurzame alternatieven voor industriële processen. De VNCI levert uitgebreide input, vanaf medio 2017 onder meer vanuit de Routekaart 2050, die Ecofys en Berenschot in opdracht van de VNCI aan het opstellen zijn.

Brief aan formateur Na de Tweede Kamerverkiezingen pleit de VNCI in een brief aan de formateur voor sturing op CO2-reductie, de oprichting van een nationale investeringsbank gericht op verduurzaming en voortzetting van het Topsectorenbeleid. “Door een eenzijdige focus van het Nederlandse klimaatbeleid op duurzame energieopwekking, laat de overheid kansen liggen”, stelt VNCI-directeur Colette Alma in een persbericht. “Daarom vragen wij de informateur om in het regeerakkoord CO2-reductie als primair sturingsinstrument op te nemen.”

Kick-off Routekaart 2050 Tijdens het VNCI Jaarevent vindt de kick-off plaats van de ‘Routekaart 2050’, het rapport dat ‘Chemistry for Climate - Acting on the need for speed’ zal gaan heten.

Regeerakkoord De onderhandelaars van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie presenteren een regeerakkoord met een stevige klimaatambitie. De drie door de VNCI bij de informateur bepleite hoofdpunten zijn erin terug te vinden.

JANUARI 2016

APRIL - JULI 2016

DECEMBER 2016

Brief Kamp aan Tweede Kamer Kamp stuurt de Tweede Kamer een brief over het ‘Concurrentievermogen van de Nederlandse chemische industrie’, waarin hij meldt dat voor zowel Zuid-Limburg (Chemelot) als Rotterdam (Botlek, Europoort, Pernis, Maasvlakte 2 en Moerdijk) medio 2015 door bedrijfsleven en overheden een traject is gestart om deze clusters te versterken. De VNCI draagt inhoudelijk bij aan onder meer de visieontwikkeling van Chemelot, ontwikkeling van de RIG-subsidie in Delfzijl en het Actieplan voor Rotterdam/Moerdijk.

Input voor Energiedialoog Een bijeenkomst met alle clusters levert input voor de Energiedialoog en de Energieagenda. In alle chemieclusters wordt aan projecten rondom reststromen en warmte gewerkt, waarbij de VNCI is betrokken.

Derde rondetafelgesprek Vertegenwoordigers van de chemische industrie spreken met minister Kamp over concurrentiekracht, innovatie en maatschappelijke waarde. Afgesproken wordt om de clusterversterkende activiteiten te continueren.

FEBRUARI 2017

APRIL - JULI 2017

Invest-NL opgericht Het kabinet richt investeringsinstelling Invest-NL op, met een kapitaal van 2,5 miljard euro. Ondernemers kunnen hier bij één loket terecht voor risicokapitaal, garanties, exportkredietverzekeringen en internationale financieringsprogramma’s.

Input voor Energiedialoog De VNCI levert via bijeenkomsten en een stakeholderdialoog input aan de Energiedialoog, georganiseerd door het ministerie van EZ, die de basis vormt voor de Energieagenda. De VNCI pleit voor CO2 als sturing in toekomstig beleid en voor verruiming van financieringsmogelijkheden voor (grootschalige) pilots en demo’s.

JUNI 2017 Addendum 9 PJ Veel aangedragen energiebesparingsprojecten voldoen niet aan de strikte definitie ‘finale energiebesparing’. De energie-intensieve industrie sluit met Kamp een akkoord (Addendum 9 PJ) dat zal leiden tot een extra energiebesparing van 9 petajoule in 2020, boven op de afspraken in het MEE-convenant. Hiermee geeft zij invulling aan de verplichting in het SER Energieakkoord. De VNCI bereikt een overeenkomst gericht op het individueel commitment van bedrijven aan het realiseren van een deel van de extra 9 PJ energiebesparing en begeleidt de leden actief bij het proces.

INTERNATIONALE SAMENWERKING Internationale samenwerking is nodig om de beoogde klimaatdoelen te halen. 26 Chemie Magazine april 2018

DECEMBER 2013

MEI 2014

Eerste rondetafelgesprek Een van de actiepunten van het eerste rondetafelgesprek met Kamp is nauwere internationale samenwerking.

Nederland en Vlaanderen De VNCI en Vlaamse zusterorganisatie essenscia brengen een rapport uit over de uitdagingen van de chemie in Nederland en Vlaanderen vanwege de hoge energie- en grondstofkosten. Het rapport geeft aanbevelingen aan de twee overheden met als doel om een gezamenlijk pakket met actiemaatregelen vanuit overheid en industrie te presenteren.


Energie en Klimaat MAART 2018

HEDEN

‘Chemistry for Climate’ Na uitvoerige interne en externe validatiesessies lanceert de VNCI ‘Chemistry for Climate’. Het rapport, dat wordt aangeboden aan minister Wiebes, laat zien hoe de Nederlandse chemische industrie de klimaatambities wil halen en dient als input voor de onderhandelingen voor het Klimaatakkoord, dat moet leiden tot concrete afspraken over CO2-reductie, tegen zo laag mogelijke kosten. Roadmap for the Dutch Chemical Industry towards 2050

Klimaatakkoord Tijdens de onderhandelingen voor het Klimaatakkoord worden per sector afspraken gemaakt over de techniek die nodig is om de doelen te halen. Aan de (vijf) sectortafels doen partijen mee die een concrete bijdrage kunnen leveren aan de transitie, kennis over hun sector hebben en over mandaat beschikken om afspraken te maken. VNCI-directeur Colette Alma is co-voorzitter van de deeltafel ‘transitie en opbouw’, gericht op de transitie van alle industriële bedrijven behalve de grote twaalf en op de nieuwe industriële sectoren in een klimaatneutrale economie.

NAJAAR 2017

MAART 2018

HEDEN

Lobby Tweede Kamerverkiezingen In de lobby richting de Tweede Kamerverkiezingen speelt versterking van de chemieclusters een belangrijke rol.

Rapport ‘Chemistry for Climate’ De chemieclusters krijgen nadrukkelijk een belangrijke rol toebedeeld in het rapport ‘Chemistry for Climate’.

Overleg Klimaatakkoord Tijdens het overleg voor het Klimaatakkoord wordt aan sectortafels gezocht naar projecten en maatregelen die nodig zijn is om de klimaatdoelen te halen. Aan de sectortafel ‘Industrie’ nemen onder meer deel: Chemelot en de industrieclusters Noord Nederland, Noordzeekanaalgebied, Rotterdam/Moerdijk en Zeeland.

MAART 2018 Kabinet investeert 300 mln Vooruitlopend op het Klimaatakkoord investeert het kabinet 300 miljoen euro in een reeks maatregelen om de CO2-uitstoot terug te dringen. Het gaat om projecten voor onder meer CO2-vermindering in de industrie.

NAJAAR 2017

APRIL 2018

NL industrie loopt voorop Via de convenant-aanpak realiseerde de chemiesector over de afgelopen vier jaar ruim 16 PJ energiebesparing via procesefficiency en bijna 10 PJ in de keten met toeleveranciers, distributeurs en klanten. Hiermee loopt de Nederlandse industrie voorop in energiebesparing.

9,65 PJ totaal in beeld De chemie heeft 1,270 PJ extra aan besparing in kaart gebracht boven op de 4,745 PJ die de sector moet opleveren, wat een enorme prestatie is. In totaal is 9,65 PJ in beeld gebracht aan additionele finale energiebesparing tot 2020 als gevolg van het ‘Addendum 9 PJ’.

2014 – HEDEN Trilaterale strategie Na het eerste rondetafelgesprek kreeg de internationale samenwerking vorm in regelmatige informele ontmoetingen tussen overheden van de zeven grote Europese chemielanden samen met de respectievelijke nationale brancheorganisaties, en in de trilaterale strategie, waarin de chemie in Nederland, Duitsland en Vlaanderen (het ARRRA-cluster) samenwerkt op de thema’s innovatie, energie en logistiek.

ONGEWISSE TOEKOMST Veel prioriteiten rond de transitie naar een CO2-arme industrie, waar de VNCI de afgelopen jaren op heeft gehamerd, zitten inmiddels ‘tussen de oren’ van onder meer de overheid, zoals sturen op CO2, het belang van (chemie)clusters en de noodzaak van grootschalige pilots en demo’s. Het rapport ‘Chemistry for Climate’ benadrukt opnieuw het belang van de embedded emissions. “Nu gaat het erom dat we de benodigde instrumentatie krijgen,” zegt VNCIdirecteur Colette Alma, “en wel zodanig dat we als industrie tijdens de transitie concurrerend kunnen blijven.” De chemische industrie is ‘van ver gekomen’, constateert Alma. “We hebben grote vorderingen gemaakt. Maar ook de bedreigingen zijn nog levensgroot.” Ze doelt op de in 2012 gepresenteerde studie ‘The Chemical Industry in the Netherlands’, waarin Deloitte de toekomst van de chemische industrie in Nederland schetst in vier scenario’s. In het meest pessimistische, fragmentation, worden handelsbarrières tussen landen en regio’s opgetrokken. De huidige geopolitieke ontwikkelingen wijzen in de richting van dit scenario. Een andere bedreiging voor de Europese en Nederlandse (chemische) industrie is de schaliegasrevolutie in de VS, waar Europa en Nederland wat betreft concurrentiepositie nog steeds geen antwoord op hebben en die de transitie naar een duurzame samenleving risicovol maakt. “We zijn op een terrein beland dat nog niet eerder is betreden”, zegt Alma. “Natuurlijk biedt de transitie veel kansen, maar er zijn ook enorme onzekerheden, met name de verschillen in ontwikkelingstempo tussen nationaal/regionaal en wereldwijd beleid. Het is een ongewisse toekomst, met grote risico’s voor bedrijven. We moeten er niet te lang over doen om de contouren van de koers duidelijk te maken en de zekerheid te scheppen dat de industrie in Nederland tijdens de transitie concurrerend kan blijven opereren. Hoe dan ook zal hiervoor een grote stuurmanskunst nodig zijn.” p april 2018 Chemie Magazine 27


Wetenswaardig Stikstofbindingbedrijf van de Staatsmijn Maurits in 1967. Op deze plek produceert OCI Nitrogen nu kunstmest en melamine. Linksboven de steenberg van de Maurits-mijn.

STAATSMIJN MAURITS (1926 - 1967) CHEMELOT, DSM EN SABIC 28 Chemie Magazine april 2018


Op 17 december 1965 hield minister van Economische Zaken Joop den Uyl in de Stadsschouwburg van Heerlen een historische toespraak. Hij vertelde de ruim duizend aanwezigen dat de Limburgse mijnen binnen tien jaar gesloten zouden worden. Hoewel in 1960 een recordproductie was behaald, lag de kostprijs hoger dan van geïmporteerde steenkool. Bovendien waren in Slochteren enorme aardgasvoorraden gevonden. In 1966 begon het afbouwen van Maurits, in 1973 sloot de laatste mijn en in 1975 werd de naam Nederlandse

Staatsmijnen gewijzigd in DSM (Dutch State Mines). Om de uit de sluiting van de mijnen voortvloeiende werkloosheid tegen te gaan, werd nieuwe industrie ontwikkeld. Een zwaartepunt was de petrochemie, die werd opgezet onder de vlag van het oude mijnbouwbedrijf, dat daarmee een nieuwe fase inging. DSM breidde de chemische activiteiten sterk uit, met eerst de nadruk op bulkchemicaliën, later verschoof de productie meer naar industriële en fijne chemicaliën. Vanaf 1989 verkocht de staat de aandelen in meerdere fases en in 1996 was DSM geheel verzelfstandigd. De geleidelijke verschuiving van activiteiten resulteerde in 2002 in de verkoop van de petrochemische fabrieken aan het Saoedische SABIC. De ligging op Chemelot, het terrein van de voormalige Mauritsmijn, met een uitgebreide infrastructuur voor aanvoer van grondstoffen en transport van de gemaakte producten, speelde daarbij een doorslaggevende rol. In 2007 nam Koninklijke DSM definitief afscheid van de bulkchemie. Het bedrijf legt zich nu toe op producten die toepassingen vinden in onder andere voeding, gezondheid en diverse materialen. Net als ooit Staatsmijn Maurits, is Chemelot nu een belangrijke economische motor. Het terrein omvat het Industrial Park, waar 6000 mensen werken in 150 instellingen en bedrijven, en de Brightlands Chemelot Campus, met nog eens 1700 werknemers en 600 studenten. Chemelot heeft de ambitie door te groeien tot de meest duurzame en concurrerende chemiesite van West-Europa. p april 2018 Chemie Magazine 29

FOTO: A ART KLEIN, GEHEUGEN VAN NEDERL AND

D

e Staatsmijnen, in 1902 opgericht voor de exploitatie van de Limburgse steenkoolreserves, bezat aanvankelijk drie mijnen in de Oostelijke Mijnstreek. Toen de blik viel op de Westelijke Mijnstreek, met name Geleen, was de gemeenteraad van Geleen niet blij, getuige een brief uit 1908 aan de overheid in Den Haag: ‘Waar moeten de landbouwers komen aan werklieden voor hunnen landerijen. Hoeveel zullen zij deze moeten betalen. Neen Geleen is ons te lief met zijne gezonde brave en welvarende bevolking om deze te verlagen tot mijnslaven.’ Sittard hoopte wél dat de ‘buit’ kon worden binnengehaald en in maart 1915 was het bij Koninklijk Besluit zover. De vierde mijn, Staatsmijn Maurits, kwam in Lutterade en ging in 1926 van start. Aanvankelijk produceerde De Staatsmijnen alleen steenkool, later kwamen daar ammoniak en kunstmest bij op basis van bijproducten die vrijkwamen bij het vergassen van steenkool. Daarmee betrad het staatsbedrijf het terrein van de chemie.

FOTO: COLLECTIE DE STA ATSMIJNEN

Mijnwerker drijft een gang in de Staatsmijn Maurits in 1947.


VINYLPLUS VERDUURZAAMT DE EUROPESE PVC-WAARDEKETEN

‘WE HEBBEN GROTE VORDERINGEN GEMAAKT’ Flexibel, eenvoudig te bewerken, breed toepasbaar. Geen wonder dat pvc ontelbare toepassingen kent in ons dagelijks leven. In de jaren tachtig en negentig kreeg het materiaal een slechte naam, onder meer vanwege de loodhoudende stabilisatoren en de groeiende afvalberg. Maar anno 2018 is het lood uitgefaseerd, vindt op grote schaal recycling plaats en gloort dankzij het vrijwillige programma VinylPlus een duurzame toekomst. Tekst: Igor Znidarsic

30 Chemie Magazine april 2018


Duurzaamheid

W

aterleidingen, riolering, verpakkingen, raamkozijnen, dashboards, kabels, vloerbedekking, creditcards, medische applicaties, speelgoed – het aantal toepassingen van polyvinylchloride (pvc) is ontelbaar. Na de Tweede Wereldoorlog werd het niet voor niets een van de meest gebruikte polymeren. Maar het succes had een keerzijde. In de jaren tachtig en negentig kwam er veel kritiek vanuit de ngo’s vanwege de cadmium- en loodhoudende stabilisatoren, diverse additieven (zoals weekmakers) en de gechloreerde koolwaterstoffen en dioxines die bij verbranding vrijkomen. Daarnaast was er een groot afvalprobleem. IKEA bande pvc zelfs uit alle meubels en textielproducten. “Pvc was het zwarte schaap van de plastics-familie”, vertelt Brigitte Dero, general manager van VinylPlus. Dit programma is in 2000 door de pvc-industrie in de EU-landen plus Noorwegen en Zwitserland vrijwillig opgezet als antwoord op de kritiek, met als doel de hele waardeketen te verduurzamen. Een van de speerpunten is duurzaam gebruik van additieven. “Door twijfelachtige additieven te vervangen door nieuwe met een veilig

‘Pvc was het zwarte schaap van de plastics-familie’ toxicologisch profiel”, legt Dero uit. Nadat eerst cadmium was uitgebannen, is daarna lood aangepakt. “Om zo’n additief te vervangen is heel veel R&D nodig, met de bijbehorende hoge investeringen”, aldus Dero. “Tegelijkertijd moet je concurrerend blijven op de wereldmarkt en een product bieden met dezelfde kwaliteit en prestatie. Een lastige opgave, waar altijd een lange transitieperiode voor nodig is.” Het is de pvc-industrie inmiddels gelukt om gedurende vijftien jaar lood volledig uit te faseren. En, niet onbelangrijk: “Zonder daarbij marktaandeel te verliezen.”

Traceerbaarheid

Een ander speerpunt is recycling. De hoeveelheid gerecycled pvc is stapsgewijs verhoogd en bedraagt inmiddels 600.000 ton per jaar. “Dat is enorm, als je bedenkt dat we bij nul zijn begonnen”, aldus Dero. Ook dit vergde forse investeringen. Het streven is om naar 800.000 ton te gaan in 2020. “Daarbij houden we de kwaliteit en de veiligheid van de producten goed in de gaten. We beheersen de stromen, weten precies welk afval het proces in gaat, wie het recyclet, wat er naar buiten gaat en in welke applicatie het recyclaat wordt e

BIJDRAGE AAN VNCI-ACTIELIJN

De activiteiten van VinylPlus leveren indirect een bijdrage aan een van de drie duurzame actielijnen die de Beleidsgroep Duurzaamheid van de VNCI heeft opgesteld en die invulling moeten geven aan de duurzame toekomst: minimale impact op mens en milieu. Deze actielijn heeft niet alleen betrekking op het produceren, maar ook op het verduurzamen van de waardeketens waarin de chemische stoffen verder worden verwerkt. Mechanische recycling en chemische recycling zullen in het kader van de circulaire economie en het zo lang mogelijk in de loop houden van grondstoffen en producten een steeds belangrijkere rol spelen in het verduurzamen van (chemische) waardeketens. De VNCI, NRK en Plastics Europe trekken samen op bij de verduurzaming van de plastic(recycling)keten. Het doel van de VNCI is neergelegd in het Streefbeeld 2030: 10 procent chemisch gerecyclede grondstoffen (en 15 procent biobased grondstoffen). april 2018 Chemie Magazine 31


WET- EN REGELGEVING

Om duurzaamheid naar een hoger plan te brengen is volgens Dero aanpassing nodig van sommige wet- en regelgeving. “Er is een mismatch tussen REACH en de Waste Framework Directive. Als je bijvoorbeeld een oud raamkozijn waarin nog lood of cadmium is verwerkt wilt recyclen, moet je het als gevaarlijk afval behandelen en wordt het onder REACH automatisch gekenmerkt als een gevaarlijk product, ook als het daarvoor nooit als zodanig werd beschouwd. Dit maakt recyclen gecompliceerd en duur. Gelukkig zoekt de Europese Commissie momenteel een oplossing voor dit probleem.”

POLYVINYLCHLORIDE

Polyvinylchloride (pvc) is een veelvuldig toegepaste thermoplast die ontstaat na polymerisatie van het monomeer vinylchloride. Pvc is minder afhankelijk van fossiele grondstoffen dan veel andere thermoplasten, omdat het voor 57 procent wordt gemaakt uit zout en voor 43 procent uit aardolie. Het materiaal werd bij toeval ontdekt in 1838 toen er een witte vaste stof ontstond nadat een fles vinylchloride was blootgesteld aan zonlicht. In 1926 werd een methode ontwikkeld om pvc te plasticeren door verschillende additieven toe te voegen. Het resultaat was een flexibel en eenvoudig te bewerken en daardoor breed toepasbaar materiaal.

32 Chemie Magazine april 2018

gebruikt. Dankzij deze traceerbaarheid en dankzij gebruik van gecertificeerde recyclingbedrijven lukt het om een hoge kwaliteit product af te leveren.” Overigens is niet alles herbruikbaar in dezelfde toepassing. Witte pvcraamkozijnen bijvoorbeeld worden als recylaat nooit wit en krijgen nooit dezelfde eigenschappen (temperatuur, uv-straling, kleurvastheid) als gemaakt van virgin material. Het recyclaat kan wel toegepast worden in het binnenste van de kozijnen of worden verwerkt tot andere producten. De overige drie speerpunten van het VinylPlus-programma zijn: de energieconsumptie verlagen; emissies van broeikasgassen en gechloreerde koolwaterstoffen reduceren; en sustainability awareness creëren, wereldwijd, dus ook buiten Europa. VinylPlus werkt hierbij nauw samen met The Natural Step (TNS), een organisatie die bedrijven en organisaties helpt om stap voor stap te verduurzamen. De kracht van de TNS-methode zit in de integrale aanpak. VinylPlus focust niet voor niets sterk op de zeventiende Sustainable Development Goal (SDG) van de Verenigde Naties: Partnership. “De enige manier om dingen gedaan te krijgen richting circulaire economie is samenwerking in de hele waardeketen”, zegt Dero. “Alleen zo kunnen we vorderingen maken, zo hebben wij de afgelopen zeventien jaar geleerd.” In VinyPlus zijn inmiddels tweehonderd partijen verenigd. “Niet alleen producenten van de resins en additieven, maar ook de converters, die de materialen produceren. Verder zijn ngo’s en overheden erbij betrok-

ken.” De eindgebruikers, de grote merken en retailers, hebben zich nog niet aangesloten. “Dat is de volgende fase”, aldus Dero. “We zijn in gesprek.”

Grote merken

VinylPlus stelt telkens een tienjarig programma vast. Binnenkort worden de doelen voor 2020-2030 bepaald. Dat begint met een brede consultatie, ook buiten de sector. “Om beter de behoeften van de samenleving te begrijpen”, legt Dero uit, “en om de kritiek die ons misschien ontgaat te horen.” Het uiteindelijke doel is dat pvc een betaalbaar product is dat beantwoordt aan de maatschappelijke behoeften. “We hebben grote vorderingen gemaakt, maar een reputatie verbeteren is vaak een lange weg, dat doe je niet in één dag. Door voortdurend onze duurzaamheidsperformance te verbeteren brengen we de acceptatie steeds dichterbij. We willen dat pvc hét materiaal is als je kiest voor duurzaamheid. Ook bij de grote merken, die nu misschien niet voor pvc kiezen vanwege de jarenlange negatieve campagne van de ngo’s.” VinylPlus is volgens Dero een van de weinige vrijwillige industriële commitments in Europa die succesvol zijn en volledig transparant worden gecommuniceerd. Dat nog niet alle grote pvc-spelers zich erbij hebben aangesloten is jammer, maar uiteindelijk zullen ook zij aanhaken, denkt Dero. “We worden steeds aantrekkelijker. De vorderingen die we maken worden zichtbaar, en wie zich daar niet bij aansluit zal uiteindelijk achterblijven.” p


Duurzaamheid

‘We willen dat pvc hét materiaal is als je kiest voor duurzaamheid’ GERECYCLED PVC BINNEN VINYLPLUS EN VOORGANGER VINYL2010.

568.696 TON IN 2016

Tijdens de Olympische Spelen van 2012 werd meer dan 140.000 vierkante meter pvc gebruikt, onder meer in het dak van het hoofdstadion.

ACCEPTATIE TIJDENS OLYMPISCHE SPELEN 2012

Cables

Flexible PVC applications

Rigid PVC films

Window profiles & related products

Pipes & fittings

THE NATURAL STEP

The Natural Step helpt bedrijven en organisaties om stap voor stap te verduurzaam. De vier principes zijn: delf geen fossiele brandstoffen en zware metalen; produceer en gebruik geen giftige stoffen; put de natuur niet uit; verdeel de rijkdom zo dat elk mens in zijn basisbehoefte kan voorzien. “Het is een partnerschap met een kritische vriend”, zegt Dero over de nauwe samenwerking tussen VinylPlus en The Natural Step. “Het is goed om een kritische externe blik te hebben op wat je aan het doen bent. Zij helpen ons ook om contacten te leggen met andere ngo’s. En zoals de meeste ngo’s zeggen ze altijd dat we niet snel genoeg gaan.”

Tijdens de Olympische Spelen in Sidney in 2000 lukte het Greenpeace om het gebruik van pvc te minimaliseren. De ngo claimde dat bij de productie, het gebruik en het verwijderen van pvc gevaarlijke stoffen vrijkomen die een relatie hebben met geboorteafwijkingen, kanker en hormoonverstoring. Voor de Olympische Spelen in 2012 in Londen benadrukte de ‘Commission for Sustainable London 2012’ de noodzaak van een beleid ten aanzien van pvc-gebruik. VinylPlus werd betrokken bij de besprekingen. Het doel was om de pvc-waardeketen tot verduurzaming te stimuleren. De Olympic Delivery Authority (ODA) kwam vervolgens met negen strenge criteria. Tijdens de spelen werd meer dan 140.000 vierkante meter pvc gebruikt, onder meer in het dak van het hoofdstadion, kabels, pijpen, stoelen, vloeren en tijdelijke gebouwen. Een grote hoeveelheid werd achteraf gerecycled of later opnieuw gebruikt tijdens de World Cup 2014. Na de Spelen concludeerde ODA: ‘The policy focused on the use of pvc highlighted that the functional properties of pvc make it the most appropriate material in certain circumstances.’ De spelen in Londen werden ‘de meest duurzame ooit’ genoemd. “Dit was een grote stap vooruit in de acceptatie van pvc”, aldus Dero. april 2018 Chemie Magazine 33


‘DUURZAAMHEID BEGINT IN DE INDUSTRIE’ 34 Chemie Magazine april 2017


Arbeidsmarkt

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

Kaspar van Munster

1

Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik heet Kaspar, ben 25 en werk als procestechnoloog bij Teijin Aramid in Emmen. Wij maken voor onze klanten Twaron, synthetische vezels van aramide. Ik werk aan optimalisatie en probleemanalyse van onze fabriek. Dat doe ik door nauw samen te werken met andere afdelingen. Rond een uur of acht start ik met het lezen van verslagen van de voorgaande 24 uur. Vervolgens bespreek ik in de fabriekshal deze periode met collega’s van andere disciplines, zoals operatie, logistiek en veiligheid. Wat is er gebeurd, hoe ging het en wat moeten we gaan doen? Die info neem ik mee naar mijn werkplek. Daar werk ik acties uit, zoals problemen met een productiestraat. Ik word vooral veel om advies gevraagd. Daarnaast heb ik eigen projecten, waar ik tests voor uitvoer. Dat is af en toe een hele uitdaging bij een volcontinu proces zoals in Emmen.

PROCESTECHNOLOOG BIJ TEIJIN ARAMID

2

Tekst: Inge Janse

FOTO’S: BIANCA VERHOEF

Sneller, beter, veiliger: procestechnoloog Kaspar van Munster doet er alles aan om de Twaron-fabriek van Teijin Aramid in Emmen zo goed mogelijk te laten draaien. “Ik vind het heel erg mooi om bij te dragen aan iets groters.”

Wat vertel je je kleine nichtje als zij vraagt wat voor werk je doet? In onze fabriek maken we gele, touwachtige draden die nog sterker zijn dan staal. Die draden gebruiken mensen in van alles, zoals autobanden, kabels en kogelvrije vesten, die daardoor steviger worden. Je kunt het vergelijken met gewapend beton. Onze draden maken producten ook slijtvaster. Voor speelgoed wordt het alleen niet gebruikt, want daar is het echt te duur voor. Mijn rol is om ervoor te zorgen dat de fabriek dit draadje kan produceren. Door mijn werk kan dit continu, beter en sneller. En als er problemen zijn in de fabriek, dan los ik die samen met mijn collega’s op.

3

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Toen ik jong was, vond ik het al leuk om te puzzelen. Lego, bouwpakketten, dat soort dingen. Ook had ik op de middelbare school iets met chemie. Ik was er e april 2018 Chemie Magazine 35


‘Mijn rol is om ervoor te zorgen dat de fabriek dit Twarondraadje kan produceren’ NAAM Kaspar van Munster. LEEFTIJD 25 jaar. WOONPLAATS Enschede. HUWELIJKSE STAAT Samenwonend. KINDEREN Geen. OPLEIDINGEN Master Process Technology (Universiteit Twente, 2014-2017), bachelor Scheikundige Technologie (Universiteit Twente, 2013-2014), bachelor Chemical Engineering (Saxion Hogeschool Enschede, 20092013), havo (St.-Ludgercollege in Doetinchem, 2004-2009). NEVENACTIVITEITEN Momenteel geen. WERKGEVERS Process Engineer bij Teijin Aramid (2017-heden), afstudeerstage bij Biomass Technology Group (2013), stage bij Teijin Aramid (2012).

goed in en vond het indrukwekkend wat er gebeurt als je chemicaliën bij elkaar gooit. De keerzijde van scheikunde vond ik op het lab staan. Dat zag ik mezelf geen dertig jaar doen. Gelukkig kwam mijn decaan, toen ik ‘chemie en techniek’ zei, met de opleiding chemische technologie. Na afronding van mijn hbo wilde ik meer weten over de achterliggende mechanismen. Ik was ook erg jong klaar en wilde nog niet werken. Voor mij was het een logische keuze om de master chemical engineering te doen. Na afronding vorig jaar merkte ik dat het een gunstige tijd was om binnen de chemie een baan te vinden. Ik koos onder meer voor Teijin omdat ik daar tijdens mijn hbo al stage had gelopen. Ook vind ik het erg fijn dat dit bedrijf een echt product maakt. Aan het einde heb je echt een spoel garen in je handen. 36 Chemie Magazine april 2018

4

Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Dat is de samenwerking met verschillende disciplines en mensen in het bedrijf, dus zowel met managers als met operators. Ik heb graag een gezamenlijk doel en help anderen graag. Daarnaast zit ik op kantoor én werk ik in de fabriek. Door vaak in de fabriek te zijn en samen te werken met operators, leer ik de plant sneller kennen. Ik heb bewust gekozen voor die combinatie van het grijpbare en het ongrijpbare. Verder vind ik de sfeer op het werk heel prettig. Geen ellebogenwerk, dat was bij mijn keuze voor Teijin Aramid een voorwaarde. Ik wil niet continu over mijn schouder kijken omdat iemand mijn functie wil. Teijin helpt me ook bij mijn ontwikkeling. Ze stimuleren me om opleidingen en cursussen te volgen, zoals VCA en Kenzen, de eigen methode om lean te werken.

5

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Op het behalen van mijn master. Na het hbo wist ik natuurlijk niet zeker of ik het academische niveau aankon. Vooral de pre-master was pittig. We werden ook bang gemaakt door de universiteit, dat alleen de beste 20 procent het zou halen. Ook had ik op privégebied een zware tijd. Maar ik ben er met slechts een klein beetje vertraging goed doorheen gekomen. Daar ben ik best wel trots op.

6

Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? Hier in Emmen zie je vooral Nederlandse medewerkers. Teijin heeft bovendien moeite met het vinden van de juiste nieuwe technische mensen. Ik hoop dat ik aan al die zaken iets kan bijdragen, bijvoorbeeld door Teijin wat meer bekendheid te geven. Ook wil ik

graag helpen bij het verbeteren en verduurzamen van de processen, zoals het realiseren van minder uitstoot, optimalisatie van energiegebruik en efficiënt omgaan met de spullen die we gebruiken.

7

Wat levert je werk je op? Als ik het vergelijk met mijn studiegenoten en vrienden, dan verdien ik als starter gewoon goed. Dat vind ik belangrijk. Ik wil over een aantal jaar niet meer op mijn bankrekening hoeven kijken of ik deze maand wel kan rondkomen. Teijin meldt bij vacatures dat het tot de top-25 beste werkgevers van Nederland hoort. Dat gaat over het salaris, maar ook over de cao. We hebben, zoals ze het hier zeggen, een stuwmeer aan vrije dagen. Dat levert veel flexibiliteit op. Ik kan daardoor makkelijk dingen naast mijn werk doen. In ruil daarvoor kan ik buiten werktijd vragen krijgen over problemen in het productieproces. Soms is het dan nodig om naar de fabriek te komen. Maar ik vind het tegelijkertijd fijn om die verantwoordelijkheid te hebben. Ik doe hier veel kennis op in de fabriek en door samen te werken met ervaren mensen. Zo kan ik de komende jaren veel werkervaring opdoen. En wil ik me ontwikkelen, dan biedt Teijin daarvoor ruimte en mogelijkheden. Dat vind ik ook erg mooi.

8

Aan welke ‘normale’ producten lever jij een bijdrage? De versteviging van autobanden, het omhulsel van internetkabels, kogelwerende vesten, en composieten die licht én erg sterk zijn. En we produceren hier een garen dat we op een specifieke manier kapot knippen. Dat klinkt krom, maar het nieuwe product levert unieke eigenschappen op voor andere toepassingen, zoals in remschijven. We zijn ook bewust bezig met duurzaamheid, zoals CO2- en


Arbeidsmarkt

Kaspar van Munster: ‘Fijn dat Teijin Aramid een echt product maakt. Aan het einde heb je echt een spoel garen in je handen.’

energiereductie. Twaron is bovendien heel sterk en licht, dat draagt bij aan de duurzaamheid van de producten waarin het gebruikt wordt.

9

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Als ik het goed zou kunnen, dan wil ik best fotograaf zijn. Dat heb ik van mijn vader, die deed dat altijd als hobby. Ik zou heel graag perfecte foto’s maken op fantastische locaties, dus als reisfotograaf mijn geld verdienen. Ik ben ook altijd degene die op vakantie foto’s maakt. Toen we in Afrika waren, liep ik altijd met een spiegelreflex rond. Ik ben alleen nog steeds bezig met het uitzoeken van de drieduizend foto’s die ik daar schoot. Want dat is de keerzijde van fotograferen: je moet er tijd voor vrijmaken om alles te selecteren en te bewerken. Daar ben ik niet zo van. Het gaat vooral om het vastleggen van wat ik zie.

10

Hoe zie je jezelf over tien jaar? Dan werk ik niet meer hier. Daar kan ik heel makkelijk in zijn. Het is niet meer van nu om heel lang bij één bedrijf te blijven. Onze generatie is van het rondkijken. En ik wil veel zien, zodat ik kan bepalen wat ik echt wil en waar ik echt goed in ben. Over tien jaar werk ik nog wel in de techniek, vermoedelijk op een productielocatie in de chemie. Duurzaamheid speelt bij die keuze een belangrijke rol. Ik ben best bereid om voor werk in de duurzame hoek iets aan geld in te leveren. Ik vind het heel erg mooi om bij te dragen aan iets groters. Bij Teijin zit ik voor nu zeker goed. Maar als ik later een bijdrage kan leveren aan de wereld voor bijvoorbeeld mijn eigen kinderen, dan graag. Gelukkig ben ik daar als procestechnoloog goed voor opgeleid, want voor duurzaamheid moeten we in de industrie beginnen. p

?

WIE IS KASPAR NAAST ZIJN WERK?

Kaspar is een groot fan van tennis, dat doet hij al vijftien jaar. Sinds kort speelt hij daarnaast padel, een uit Spanje overgewaaide combinatie van tennis en squash. Zijn andere grote hobby is reizen, ook vanwege de kansen die dat biedt om te fotograferen en omdat vrienden belangrijk zijn voor Kaspar. “Niet eens ver of vaak. We proberen altijd zo goedkoop zo ver mogelijk te komen. Daar komen altijd heel verrassende, mooie reizen uit, zoals deze zomer naar Sri Lanka.”

april 2018 Chemie Magazine 37


A one stop solution provider for all you quality assurance and control needs

Eurofins Product Testing

Simplify what’s necessary

A selection of our capabilities • • • •

Compliance Testing Chemical, physical and performance testing Ecotoxicity & biodegradability Tailor made development of analytical methods according to your needs • Risk Assessments, REACH and raw material quality control • Troubleshooting & Consultancy services • and much more

Sander Aalders, Account Manager Netherlands Mobile phone +31 652 847 018 | SanderAalders@eurofins.com Vincent van de Merckt Business Development Manager Benelux & France Mobile + 32 473 310004 | VincentvandeMerckt@eurofins.com

Read more on our website

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP TABLET EN SMARTPHONE U kunt Chemie Magazine ook (gratis) ontvangen op uw tablet en smartphone. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines • U krijgt telkens een mail als er een nieuwe editie is verschenen VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl


Milieu De installatie is geplaatst in een tent boven de parkeergarage op het Stadhuisplein in Eindhoven.

NIEUWE REINIGINGSTECHNIEK MAAKT EINDHOVEN SCHONER

FOTO: FOTOMEULENHOF

LONGEN VAN DE STAD: CONSORTIUM MET AIR LIQUIDE STRIJDT TEGEN FIJNSTOF

Dertig luchtzuiveringsapparaten halen vanaf maart 2018 fijnstof uit de zwaar vervuilde lucht van de parkeergarage onder het Stadhuisplein in Eindhoven. Een wereldprimeur. Doel is om de luchtkwaliteit in de buurt rond de garage te verbeteren. In juni zijn de eerste resultaten van het project ‘Longen van de Stad’, van een consortium met Air Liquide, bekend. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

’W

ij willen met gastechniek bijdragen aan een schoner milieu”, zegt Diederick Luijten, Air Liquide’s vice president voor Industrial Merchant in NoordwestEuropa. Samen met de gemeente Eindhoven, de TU Eindhoven en het Nederlandse milieu-innovatiebedrijf ENS Technology nam de wereldwijde marktleider in gassen, technologieën en diensten voor de industrie en de gezondheidszorg in 2017 het initiatief voor het project ‘Longen van de Stad’.

Schone lucht is bovendien een van de belangrijkste onderwerpen binnen iLab, het innovatieve laboratorium van Air Liquide. Jonge medewerkers van het bedrijf werken hier aan de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen en baanbrekende innovaties die de wereld vooruit kunnen helpen. Air Liquide kwam in de zoektocht naar de beste technieken om fijnstof af te vangen in contact met ENS Technology. Het milieu-innovatiebedrijf ontwikkelde het apparaat om fijnstof uit de lucht te halen op basis van een patent van de TU Delft, waar

het inmiddels eigenaar van is. Air Liquide en ENS Technology richtten vervolgens samen het bedrijf ENS Urban op om met de proef in Eindhoven aan de slag te gaan.

Gezondheidsrisico’s

Fijnstof brengt ernstige gezondheidsrisico’s met zich mee. Volgens de Bosatlas van de veiligheid geeft fijnstof van alle externe factoren, op vallen na, de meeste kans om te overlijden (zie Chemie Magazine januari). Doordat de deeltjes te klein zijn om te worden gefilterd door het ademhalingssysteem, kunnen ze de e april 2018 Chemie Magazine 39


De luchtzuiveringsinstallatie haalt fijnstof uit de lucht.

’EEN STAP IN DE GOEDE RICHTING’

‘We waren al met het project op tv in Duitsland, India, Singapore en Japan’ bloedbaan binnendringen. Zo kunnen ze schade aanrichten in diverse organen. Fijnstof leidt onder meer tot een grotere kans op infarcten en vergroot ook de kans op dementie of de ziekte van Parkinson. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) zal luchtverontreiniging – waar fijnstof een belangrijk aandeel in heeft – tegen 2050 zelfs de belangrijkste oorzaak van vroegtijdig overlijden zijn. Net als in veel andere Nederlandse grote steden worden de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor fijnstof in Eindhoven op verschillende plaatsen overschreden. Daarom weert de gemeente steeds meer auto’s uit het centrum en neemt ze verkeersremmende maatregelen.

Luchtcirculatie-model

Hoogleraar Bert Blocken van de TU/e en de KU Leuven, die vanuit de universiteit het project begeleidt, ontwikkelde voor de gemeente Eindhoven een luchtcirculatie-model om vast te stellen waar fijnstof in de stad blijft hangen (zie kader). De proef die in maart is gestart bij de parkeergarage moet aantonen in hoeverre het filteren van de zwaar vervuilde lucht uit de garage effectief is en door het luchtcirculatiemodel voorspeld kan worden. Voor de proef zijn de luchtzuive40 Chemie Magazine april 2018

ringsapparaten geplaatst in een tent boven de inrit van de parkeergarage. Een ventilator zuigt de vervuilde lucht aan uit de garage, waarna de fijne en ultrafijne deeltjes die zich in de luchtstroom bevinden positief worden geladen. Daardoor trekt een negatief geladen plaat in het apparaat de deeltjes aan. Wanneer de deeltjes de plaat raken, worden ze vastgehouden en hechten ze zich aan elkaar vast, zodat ze in grof stof veranderen. Dat is eenvoudig te verwijderen door de plaat schoon te maken.

Nauwelijks energie

Een van de grootste voordelen van deze technologie is dat de apparaten nauwelijks energie verbruiken, benadrukt Luijten. Bovendien is de technologie eenvoudig uit te rollen en is er bijna geen onderhoud aan de apparaten nodig. Luijten prijst de rol van de gemeente Eindhoven, die meedenkt over het financieringsmodel en de haalbaarheid van een dergelijk project. “De gemeente onderzoekt of een uitrol gefinancierd moet worden uit algemene middelen of via de vervuilende auto’s vanuit het principe ‘de vervuiler betaalt’. Daarnaast kunnen gemeentes in de toekomst flinke boetes tegemoetzien van de Europese Commissie als ze de normen voor fijnstof grof overschrijden. Bovendien zijn gemeentes tegen-

“De proef met de luchtzuiveringsapparaten is geen mirakeloplossing, maar wel een stap in de goede richting om het fijnstofprobleem aan te pakken”, stelt hoogleraar Bert Blocken van de TU Eindhoven en de KU Leuven. Het luchtcirculatiemodel dat hij ontwikkelde toont aan waar de concentraties fijnstof in de stad het hoogst zijn. De uitstoot van fijnstof bij parkeergarages is volgens hem vijf tot vijftien keer zo hoog door de afgesloten ruimte, de lage snelheden en de piepende banden. Fijnstof wordt vaak afgekort tot PM, verwijzend naar de Engelse term ‘Particulate Matter’. Naast PM10 (fijnstof kleiner dan 10 µm) komt er ook steeds meer aandacht voor PM2,5 – fijnstof kleiner dan 2,5 µm. Uit eerder onderzoek blijkt volgens Blocken dat de luchtzuiveringsapparaten 70 procent van de PM10-deeltjes afvangen en 45 tot 50 procent van de PM2,5-deeltjes. “Sommigen vinden dat vrij weinig, maar we moeten ons realiseren dat er vooralsnog geen beter alternatief is.”

’TECHNOLOGIE BESCHIKBAAR STELLEN AAN ANDERE STEDEN’ ”Het is al lang bewezen dat de techniek om met het luchtzuiveringsapparaat fijnstof uit de lucht te halen werkt”, benadrukt Mary-Ann Schreurs, wethouder van innovatie, cultuur, design en duurzaamheid in Eindhoven. Waar het volgens haar nu om gaat is om aan de hand van het model van hoogleraar Blocken precies aan te tonen waar de luchtzuiveringsapparaten nog meer kunnen worden geplaatst. “Vervolgens kunnen we het model en de technologie ter beschikking stellen aan andere steden in de wereld die met de fijnstofproblematiek te maken hebben.”

woordig financieel verantwoordelijk voor langdurige ziekenzorg. Kortom: genoeg redenen om het probleem aan te pakken.” Het project heeft volgens hem veel internationale aandacht opgeleverd. “Zo waren wij in tv-uitzendingen te zien in Duitsland, India, Singapore en Japan. Tot juni gaan wij eerst metingen uitvoeren om goed onderbouwde wetenschappelijke resultaten te krijgen. Eerder is er al een kleine proef in een parkeergarage in Cuijk gedaan. De resultaten waren zo positief dat de gemeente, de omwonenden en de winkeliers de apparaten niet meer kwijt willen. De technologie is overigens ook in tunnels en stations in te zetten.” p


WINGAS Energie voor winnaars. Zonder voldoende energie is het onmogelijk om op topniveau te presteren. WINGAS levert aardgas aan industriële bedrijven: snel, flexibel en voordelig.

Diagnose inclusief Vergeet extra kosten als het gaat om ventieldiagnose. De SAMSON klepstandstellers series 3730 en 3731 zijn voortaan standaard voorzien van de volledige EXPERTplus ventieldiagnose. Doe uw voordeel met geïntegreerde ventieldiagnose. Van regelnauwkeurigheid tot analyse van slijtage. De aanwezige onderhoudsinformatie maakt het voor u mogelijk preventief onderhoud op een nog hoger plan te brengen en de downtime van uw plant te minimaliseren. Voor het online testen van afsluiters in SIL-toepassingen is een volledige Partial Stroke Test-functie geïntegreerd.

www.wingas.nl

A01073NL

SAMSON REGELTECHNIEK B.V. Signaalrood 10 · 2718 SH Zoetermeer Tel. 079 361 05 01 info@samson-regeltechniek.nl www.samson-regeltechniek.nl

SMART IN FLOW CONTROL.


De VNCI-beuk.

Lancering van Chemieinnederland.nl

EERSTE ‘BEHIND THE SCENES’ OP CHEMELOT GROOT SUCCES

‘HIER GEBEURT HET’ Op 26 maart vond op Chemelot de aftrap plaats van een serie ‘Behind the scenes’. Met deze evenementen viert de VNCI op verschillende locaties in het land haar 100-jarig bestaan, waarbij de chemieclusters centraal staan. Tekst: Igor Znidarsic

‘G

efeliciteerd met het 100-jarig jubileum”, zo opende Chemelotdirecteur Robert Claasen de eerste van een serie ‘Behind the scenes’, evenementen waarmee de VNCI haar jubileum op verschillende chemielocaties in het land viert. De eerste vond plaats op 26 maart op Chemelot in Geleen. Hier stond ooit de Maurits-mijn, waar De Staatsmijnen (later overgegaan in DSM) steenkool uit de grond haalde (Zie ook p. 28). De eerste chemie ontstond er in 1929, vertelde Claasen, toen in de cokesfabriek steenkool werd omgezet in waterstofgas, methaan, benzeen en teer.

42 Chemie Magazine april 2018

Inmiddels is Chemelot uitgegroeid tot een multi user site met een groot Industrial Park met 150 bedrijven en een Campus. De focus ligt op chemicaliën, performancematerialen en duurzame materialen. Er werken 8000 mensen; indirect zorgt Chemelot voor het vijfvoudige aan banen. Chemelot was ook de eerste locatie die van de Topsector Chemie het predicaat Centre for Open Chemical Innovation (Coci) kreeg. Inmiddels vormen zes Coci’s samen met tien iLabs in Nederland een innovatie-ecosys- teem dat steeds verder uitdijt. Claasen gaf aan dat Chemelot de ambitie heeft om uit te groeien tot ‘de meest duurzame en

meest concurrerende chemiesite van West-Europa’. Doelend op de hoge mate van integratie en synergie, eindigde hij met een tegelspreuk: “Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.” VNCI-directeur Colette Alma benadrukte het grote belang van de site, vooral met betrekking tot het thema van het jubileum: innovatie. “Wij denken soms dat Den Haag het centrum van de wereld is, maar dat is natuurlijk niet zo. Hier gebeurt het.”

Klimaatambitie

Tijdens dit jubileumjaar kijkt de VNCI volgens Alma met trots terug op de vele innovaties die de chemie


heeft voortgebracht, zoals kunstmest en de anticonceptiepil, maar ook naar de toekomst, met een vitale en duurzame sector in 2050, zoals aangegeven in het onlangs gepresenteerde rapport ‘Chemistry for Climate - Acting on the need for speed’, dat laat zien hoe de chemische industrie in 2050 een CO2emissiereductie van 90 procent kan bereiken. Tijdens een interactieve sessie werd de circa negentig aanwezigen, afkomstig uit het hele land, gevraagd naar strategieën met betrekking tot deze klimaatambitie. CCU, cascadering van biomassa, inzet van waterstof en ‘de consument erbij betrekken’ waren enkele antwoorden. De volgende vraag, ‘Wat heb je nodig?’, leverde antwoorden op als level playing field, wereldwijde CO2-beprijzing, ander afvalbeleid en samenwerking in de keten. Ook werd de aanwezigen gevraagd: wat kan de VNCI voor je doen? Een aantal antwoorden: delen van kennis, verbinden van partijen, spin in het web en beïnvloeden van de politiek. Om het belang van Chemelot te bezegelen, plantte de VNCI later op de dag een beuk op het terrein. “Een beuk kan 100 jaar worden”, aldus Alma. “Deze boom kan de hele transitie meemaken.” En

Bustour.

aan het levenseinde kan het hout als biobased grondstof dienen voor de chemie. “De beuk is solide en robuust”, voegde Claasen eraan toe. “Net als Chemelot.”

Bustour

FOTO’S: IL SE LEIJTENS

Vooraan v.r.n.l. Rein Coster, Colette Alma en Robert Claasen.

Tijdens de ‘Behind the scenes’ lanceerden Alma, Claasen en Rein Coster (VNCI) officieel het digitale platform Chemieinnederland.nl, dat alle informatie over producenten, handelaren en dienstverleners in de Nederlandse chemische industrie bevat, inclusief complete ‘chemiebomen’ (productieketens). Per product, merk of dienst is te achterhalen welke bedrijven dit leveren. Frank Schaap, director business development & marketing, vertelde vervolgens over het belang van proactieve acquisitie. Ook ging hij in op de ‘chemieboom’ van koolstofvezel, een steeds belangrijker product. Geert van Gerwen, product sales manager AnQore, vertelde daarna over de chemieboom van acrylonitril. Tot slot werd het publiek verdeeld in twee groepen. Eén groep kreeg een blik op het ‘start-up-ecosysteem’ door een bezoek aan de Brightlands Innovation Factory en DSM Niaga, dat een volledig recyclebaar tapijt heeft ontwikkeld. De

‘Wij denken soms dat Den Haag het centrum van de wereld is, maar dat is natuurlijk niet zo’ andere groep kreeg een bustour over het enorme Chemelot-terrein, langs de fabrieken van onder meer AnQore, SABIC, OCI Nitrogen, QCP, Borealis, DSM en Polyscope, én de op een na grootste brandweer van Nederland. Klaas Bos, communicatiemanager Brightlands Chemelot Campus, voorzag de passagiers daarbij van de nodige informatie over de fabrieken en de producten die er gemaakt worden. De vraag waar die producten uiteindelijk toe leiden, kan beter luiden: waartoe niet? De connector van de iPhone, legoblokjes, kunstmest, plastics, afdichtingsrubber in auto’s, het melaminelaagje op euro-bankbiljetten, zonneschermen, de supervezel dyneema, et cetera: ze vinden allemaal hun oorsprong op Chemelot. Want, zoals Colette Alma al zei: hier gebeurt het. p april 2018 Chemie Magazine 43


PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen Verkoop en Verhuur

RUIM 35 JAAR EXPERTISE

www.hiltra.com

info@hiltra.com - 0342-404160

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

NEEM EEN GRATISABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE Veilig werken in besloten ruimte

n pporte ectiera -insp BRZO ar openba

r voo strie asis indu n nt b me ijs e ocu der w ied n Vis og o lo dia

f sto ond e gr t e: d koms nin Lig de toe n va

ad ndbl Maa

de van

ng nigi Vere

de van

ndse erla Ned

e In isch em Ch

• rie dust

03

• 19

april • 24 s• 04 ustrie heid he Ind emisc ilig erd dse Ch l ve evo derlan de Ne itaa ing g van Dig poor t enigin de Ver s van a p blad Maand

rden -prijs minee re Geno sible Ca on Resp ndse Chemis van de Nederla de Vereniging Maandblad van

che Industrie

ikt Croda hergebru ter eigen proceswa

JA, IK WIL EEN ABONNEMENT OP CHEMIE MAGAZINE (GRATIS)

• 05 • 21 mei 2014

h Chemie magazine abonnement h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief)

2014

Succesvolle dialoog chemie en burgers Rozenburg

Sectorplan helpt bedrijven te investeren in personeel

Colafonteinen tijdens chemiedag Haagse basisschool

14 rt 20 maa

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 06 • 25 juni 2014

SPECIA Bijlage bij Chemie

L

Magazine • 06

• 25 juni 2014

De Groene Zaak Universiteit Utrecht • Bert Weckkuysen, consument verduurzamen • Chemie helpt aagstukken Biomassa Commissie Duurzaamheidsvr • Dorette Corbey, Management ING Investment • Nina Hodzic, productie van duurzame • Voorbeelden EZ ministerie van • Jasper Wesseling, Soest, De Gemeynt • Jan Paul van

• Ruud Koornstra,

N GE NIN GE (WA RS DE N SA

) UR

P STAI O R E B ‘ OVA A R T E N AT G ’ GA AA TR

AN JOH

de ? loven zingen Wat be se verkie Europe

ied Science Opleiding Appl itieplan in lijn met trans

R USTE IECL CHEM VOOR EN PLAN VANG ACTIE IEF ONT POSIT

EN

OPLEIDING ELTA CHEMIE D S T GOED E EEMUST OP DOEN H FOC BASED BIO

Chemistry Our passion Your future

MET SPECIALE BIJLAGE

Vul deze bon in en ontvang Chemie Magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Anja Franchimon, Loire 150, 2491 AK Den Haag, Email: crs@vnci.nl Of vul je gegevens in op www.vnci.nl/nieuws/chemie-magazine/

WILMA MANSVELD (IENM) OVER VEILIGHEID CHEMISCHE INDUSTRIE

‘IK HOU VAN DAADKRACHT’

Bedrijfsnaam Naam Functie Adres Woonplaats E-mail

Chemistry Our passion Your future


Arbeidsmarkt

DASHBOARD VOORKOMT PROBLEMEN OP ARBEIDSMARKT

FOTO: SHUT TERSTOCK

‘NU STAAT ALLES VOOR IEDEREEN ALTIJD OP EEN RIJTJE’ Het online Dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt Chemie van de VNCI en de Topsector Chemie bundelt alle relevante cijfers over chemie-opleidingen en -vacatures. Beleidsmakers kunnen zo betere keuzes maken, terwijl bedrijven problemen met vacatures kunnen voorkomen. “We houden hiermee de vinger aan de human capital-pols.” Tekst: Inge Janse

N

u de economie opkrabbelt, komt ook de chemische industrie uit haar dal. Dat blijkt uit zaken als de stijgende productie en bezettingsgraad, maar ook uit het toenemende aantal vacatures dat er in de sector is. De situatie is voor de chemie nog niet problematisch, met zo’n 5 procent van de te vervullen banen. Maar stijgt dat verder, dan ontstaat er druk op de bedrijfsvoering en de broodnodige innovatie. “Is de human factor niet op orde, dan komt daar niets van terecht”, weet Onno de Vreede. Bij de VNCI werkt De Vreede als hoofd Innovatie en Human Capital, en vanuit die functie is hij ook actief als Human Capital-coördinator van de Topsector Chemie. Hij steekt zo veel mogelijk van zijn tijd in programma’s gericht op beschikbaarheid van voldoende goed opgeleid menselijk kapitaal voor de chemische industrie.

Om dat doel zo goed mogelijk te bereiken, heeft hij binnen de Topsector Chemie een nieuw instrument in het leven geroepen: het Dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt Chemie. Deze online database (die halverwege 2017 gelanceerd is) heeft een gebruiksvriendelijke interface, zodat iedereen met de onderliggende data aan de slag kan en zelf tabellen en grafieken met de gewenste informatie kan samenstellen.

Enkele muisklikken

Zo kun je in enkele muisklikken boven water krijgen hoeveel mensen chemie studeren (inclusief niveau en richting), wat de te verwachten uitstroom is, hoeveel vacatures er in de sector zijn (en waar bedrijven precies naar op zoek zijn), en dus of de match tussen vraag en aanbod goed in balans is. e april 2018 Chemie Magazine 45


19%

AANSLUITING ONDERWIJS OP ARBEIDSMARKT EN DOORSTROOM Sectoren waar gediplomeerde chemiestudenten (die in de periode 2004-2013 minimaal één relevant chemiediploma hebben behaald) terechtkomen (de laatste baan die zij gehad hebben in de periode 20102014). De uitstroom naar arbeidsbemiddeling (SBI 78) is buiten beschouwing gelaten. SBI 20: Vervaardiging van chemische producten, SBI 22: Vervaardiging van producten van kunststof en rubber, SBI 19: Vervaardiging van cokesovenproducten en aardolieverwerking, SBI 21: vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten. Chemie-breed: verzameling van een aantal economische sectoren die raken aan de chemie (uitstroom naar onderwijs is apart uitgelicht).

36%

6%

MBO 23.653

Na een klein jaar gebruik heeft het dashboard in ieder geval voor drie belangrijke inzichten gezorgd, vertelt HCA-coördinator Onno de Vreede.

38% 1%

33%

8% 5% HBO 8.589

13%

DRIE INZICHTEN UIT HET DASHBOARD ARBEIDSMARKT

1

De uitstroom van afgestudeerde chemici is sterk toegenomen. “Dat was voor mij een heel prettige constatering. Blijkbaar heeft het beleid om instroom te bevorderen echt gewerkt.”

2

Veel chemici komen niet in de chemie terecht. “80 procent of meer gaat elders werken. Van de mbo’ers gaat een kwart in de chemie werken, maar voor het wo is dat maar 5 procent. Dat is niet per se een slecht teken. Chemici zijn breed nodig in de maatschappij, in het onderwijs, maar vooral ook bij toepassingen van chemie. Als chemische industrie hebben we op deze manier een goede buffer aan chemici. Bovendien kan de chemie op zoek naar de allerbeste mensen, want er zijn er genoeg. ”

41% 2%

5% 41%

WO 10.619

25%

27%

3

Topsector Chemie (SBI 20+22) Chemie-aanpalend (SBI 19+21) Chemie-breed (o.a. gezondheidszorg, onderwijs, voeding) Onderwijs Overig (exclusief arbeidsbemiddeling)

De onderliggende database maakt onder meer gebruik van gegevens van het CBS, UWV en vacaturesites. De Vreede: “Voorheen zat al deze kennis opgesloten en was niet met elkaar in verbinding gebracht. Voor het eerst in de geschiedenis is alles nu ontsloten en gebundeld. We werken de data ook jaarlijks bij met de laatste gegevens. Bovendien creëren we zelf nieuwe informatie, zoals voorspellingen voor de uitstroom van chemieopleidingen in 2020, gebaseerd op instroomcijfers en slagingspercentages. Dat vind je nergens anders.”

Monitor

Door het dashboard kan de Topsector Chemie ontwikkelingen bij opleidingen en op de arbeidsmarkt scherp in de gaten houden. De Vreede: “We misten een monitor om te bepalen of de situatie wel beter werd door onze activiteiten. Moeten we bijvoorbeeld wel of niet een numerus fixus instellen voor bepaalde chemie-opleidingen? En waar speelt het tekort aan docenten chemie? Met dit dashboard houden we de vinger aan de human capital-pols.” De Topsector Chemie blijft naast nieuwe data ook nieuwe functies aan het dashboard toevoegen. Afgelopen februari zijn bijvoorbeeld smart buttons toegevoegd, zodat gebruikers snel kunnen inzoomen op een opleidingsniveau. Op de planning staat onder meer een prognose van de te verwachten vervangingsvraag van che46 Chemie Magazine april 2018

Het aantal vacatures in de chemische industrie neemt toe. “Daarbij helpt het dashoard, want je kunt dat aantal illustreren en uitsplitsen, zoals naar type vacatures en benodigde opleidingen. Voor C3 is dit heel belangrijk om te zien, want zij weten dan waar extra aandacht nodig is. Ook chemiebedrijven weten zo waar ze zich op moeten richten. Met het aantal chemici zit het wel goed, maar voor andere functies, zoals in werktuigbouw, elektro en maintenance, is er krapte op de arbeidsmarkt. Want ook andere branches trekken aan die mensen.”

mici en niet-chemici in alle chemie-gerelateerde sectoren. “We kijken daarvoor naar de leeftijdsopbouw in elke sector, dan kun je de uitstroom voorspellen.”

Effect acties

Het idee voor het dashboard ontstond vanuit de Human Capital Agenda van de Topsector Chemie. “Dat programma bevat allemaal goede acties, maar we misten een totaaloverzicht van facts and figures voor opleidingen en de arbeidsmarkt. Dat heb je nodig om iets te kunnen zeggen over het effect van je inzet.” De Vreede doelt bijvoorbeeld op de aandacht die er de afgelopen tien jaar was voor de instroom van studenten naar chemie-opleidingen. Die is spectaculair gestegen, iets wat het dashboard eenvoudig zichtbaar kan maken (zie kader). Het dashboard, gemaakt door onderzoeks- en adviesbureau Dialogic, kwam tot stand via input van C3, OVP, mbo-, hbo- en wo-opleidingen, COAST en ISPT. “We hebben dus heel breed gekeken naar wat erin moet om het dashboard functioneel te maken. Het is echt een breed gedragen platform.” Het dashboard helpt om betere beleidskeuzes te maken, besluit de Vreede. “Er zijn altijd veel vragen over hoe zaken precies in elkaar zitten met opleidingen en arbeidsmarkt. De uitzoektijd was elke keer heel groot. Nu staat alles voor iedereen altijd op een rijtje.” p


Transportservice van huis uit

Vaten, IBC's & big bags afvullen Verkrijg de beste afvulresultaten

Lees meer over op gewicht gebaseerde afvulmethodes in de gratis richtlijn voor snelle en nauwkeurige afvulprocessen. Download de gratis richtlijn â–ş www.mt.com/NL-Filling

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

Veilig werken met VAPRO

I www.vanderlee.nl

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

11/01/17 09:36


SAMENWERKING MOET TAPIJT VOLLEDIG CIRCULAIR MAKEN

CUMAPOL EN DSM-NIAGA WINNEN De NRK (Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie) maakte op 7 maart de winnaars bekend van de ‘NRK duurzame producten innovatie Award’. Er waren Awards te winnen in de volgende categorieën: Consumentenproduct, B2B en Bouw&Infra. Een deskundige jury beoordeelde de genomineerden op basis van de vier fasen van het product: grondstoffen, productie, gebruik, hergebruik/recycling. Cumapol Polyester Upgrading en DSM-Niaga wonnen in de categorie B2B met het ‘Circulaire rPET tapijt’.

48 Chemie Magazine april 2018

DSM-Niaga ontwikkelde een tapijttegel die alleen uit polyester bestaat. Alle lagen, de tapijtrug, de lijm en de bovenkant, zijn gemaakt van dit materiaal. Hierdoor is het tapijt als monomateriaal te recyclen. De grondstof voor het tapijt kan gemaakt worden van post consumer petflessen, maar het tapijt zelf kan ook weer gerecycled worden tot een waardevolle grondstof voor nieuw tapijt. Cumapol heeft tijdens de samenwerking met Niaga de recyclebaarheid onderzocht, verder ontwikkeld en gerecyclede polyesterkorrels teruggeleverd. Van

petfles naar tapijt en van tapijt terug naar tapijt. Het gehele gebruikte tapijt of de tapijttegel kan opnieuw benut worden. “De ‘rPET tapijttegel’ combineert een aantal unieke kenmerken”, aldus de jury. “Zo ligt er een gedegen recyclingtechnologie aan ten grondslag, is nauw samengewerkt met ketenpartners en is geredesigned naar een product uit monomateriaal. Met inzet van de kennis van DSM-Niaga-technologie en de juiste lijmen kunnen alle tapijtlagen samen worden gerecycled en ingezet in een nieuwe tapijttegel.”


Uitgelicht Omdat alle lagen, de tapijtrug, de lijm en de bovenkant, gemaakt zijn van polyester, is het tapijt als monomateriaal te recyclen.

NRK INNOVATIE AWARD Cumapol kan flakes van petflessen mechanisch recyclen tot custom made polyesters. Met behulp van mechanische recycling kan ook het tapijt gerecycled worden voor zwarte toepassingen (onderlaag en bijvoorbeeld autotapijt). DSM-Niaga en Cumapol werken sinds kort gezamenlijk aan de ontwikkeling van een chemisch-recyclingproces waarmee het ontkleuren van afvalmaterialen, waaronder tapijt, mogelijk gemaakt kan worden. Het uiteindelijke doel is een gesloten keten van polyestertapijt dat keer op keer kan worden gerecycled. p

VIDEO:

De prijs werd uitgereikt tijdens de Avond van de Maakindustrie op 7 maart.

april 2018 Chemie Magazine 49


33e internationale vakbeurs voor fijn- en speciaalchemicaliën

NIEUW:

a Zoek & vind p

rtners

Hèt sourcing- en networkingevent in de branche Ongeveer 400 internationale deelnemers bieden maatoplossingen en specifieke stoffen aan voor verbetering van producten of ontwikkeling van nieuwe chemische oplossingen.

Hoogstaande workshops symposiums en info over le met waardevol rojecten! -p D & R e lopend

rochemie Symposium ag ièreclinic rr ca Chemspec aceutica rm fa Symposium ing et- en regelgev Symposium w C RS n de Symposium va art-ups st ve tie va Inno

Fijn- en speciaalchemicaliën voor uiteenlopende branches: • Farmaceutica • Landbouwchemie • Petrochemie • Cosmetica • Kleef- en dichtingsmiddelen • Verven en coatings • Polymeren • Biotechnologie • Kleurstoffen • Drank en levensmiddelen • Industriële reiniging • Reprografie en drukwerk • Waterzuivering en nog veel meer

Koelnmesse Keulen, Duitsland

20 – 21 JUNI 2018 www.chemspeceurope.com

Organisatie:

20 – 21 June 2018 | Koelnmesse Cologne, Germany


Veiligheid

TRUMP WIL AF VAN CHEMICAL SAFETY BOARD, ONDANKS BEHAALDE SUCCESSEN

‘GOEDE HOOP ONZE MISSIE TE KUNNEN VOORTZETTEN’ “Een aantal Amerikaanse staten heeft aan de hand van onze aanbevelingen aanzienlijke verbeteringen doorgevoerd op het gebied van procesveiligheid. Daar zijn we heel blij mee”, zegt Vanessa Allen Sutherland, voorzitter van de Chemical Safety and Hazard Investigation Board (CSB). Toch heeft president Trump opgeroepen om de CSB op te heffen. Tekst: Erik te Roller

D

e Chemical Safety and Hazard Investigation Board (CSB), een onderzoeksraad voor veiligheid in de procesindustrie, heeft in de loop der jaren aan 22 Amerikaanse staten 80 aanbevelingen gedaan voor het verbeteren van de procesveiligheid. Die aanbevelingen komen voort uit 27 onderzoeken naar verschillende ernstige incidenten in die staten (van zes van deze onderzoeken zijn de aanbevelingen nog niet overgenomen). “In 2014 heeft de CSB de staat Californië aangeraden de regelgeving voor risicomanagement van olieraffinaderijen te herzien”, geeft CSB-voorzitter Vanessa Allen Sutherland als voorbeeld. “Dit heeft ertoe geleid dat Californië in oktober vorig jaar een verbeterde standaard voor arbeidsveiligheid en procesveiligheid heeft ingevoerd voor alle vijftien raffinaderijen in de staat. Nieuw is onder andere de eis dat raffinaderijen regelmatig beoordelen in hoeverre bestaande of nieuwe mechanische, chemische, fysische of andere processen leiden tot aantasting (degradatie) van hun installaties of gebruikte materialen.” Ze vervolgt: “Het fascinerende aan mijn werk is dat geen twee rapporten hetzelfde zijn. De CSB-onderzoekers stuiten steeds op nieuwe veiligheidsaspecten, waardoor ze met hun werk kunnen helpen incidenten met chemische stoffen nog beter te voorkomen of te mitigeren in tal van bedrijfstakken. In dit licht zie ik het als mijn ultieme opdracht om de CSB te ontwikkelen tot een leidende bron van informatie over chemische veiligheid die een stimulans kan vormen voor een positieve verandering op veiligheidsgebied overal in de Verenigde Staten en daarbuiten.”

Vanessa Allen Sutherland.

Hoe gaat het met de aanpak op federaal niveau? Sutherland: “In 2016 heeft de Environmental Protection Agency voorstellen gedaan voor uitbreiding van zijn april 2016 Chemie Magazine 51

e


‘Ongevallen kosten een hoop geld, ook door het verlies aan reputatie’ zogeheten Risk Management Plan. De CSB heeft dat ook sterk aanbevolen. Maar het Amerikaanse Congres heeft daar nog geen besluit over genomen. Op statenniveau vinden we meer gehoor, en dat stimuleert ons om vooral ook via de individuele staten toe te werken naar een update van de regelgeving voor procesveiligheid en risicomanagement. Sinds februari brengen we een nieuwe publicatie uit, de Safety Spotlight, die ook op onze website staat. Daarin besteden we aandacht aan het werk dat individuele staten verzetten op het gebied van procesveiligheid.” President Trump heeft in 2017 opgeroepen de CSB op te heffen. Dat idee strandde in het Congres. Recent zei hij in de 2019-begroting net genoeg geld op te nemen om de activiteiten te beëindigen. Hoe staat de CSB er nu voor? “Het enige wat ik kan zeggen is dat de CSB een unieke missie heeft en die wil voortzetten. We gaan door met het uitbrengen van onderzoeksrapporten en veiligheidsvideo’s en het uitdragen van nieuwe veiligheidsinzichten. Een korting van het budget is tot nu toe uitgebleven. In 2018 beschikken we net als in 2017 over een budget van 11 miljoen dollar en we werken hier nog steeds met veertig stafleden. Congresleden onderhandelen nog over het presidentiële budget voor 2019. Voor dat jaar hebben we om een budget van 12 miljoen dollar gevraagd. We hebben goede hoop dat we onze missie kunnen voortzetten.” Wat ziet u als de beste manier om de procesveiligheid te verhogen? “Dat kan het beste door ervoor te zorgen dat er robuuste veiligheidssystemen en algemeen geaccepteerde best practices worden geïmplementeerd én gebruikt bij activiteiten met een hoog risico. Dat bepleiten wij overal. Personeel, staf en management moeten er samen voor zorgen dat de systemen effectief functioneren, van hoog tot laag. En in een fabriek moet iedereen zich sterk genoeg voelen om een bijna-ongeluk te melden. Het management moet de informatie hierover serieus evalueren en doorlopend elke mogelijkheid aangrijpen om de veiligheid binnen het bedrijf te verhogen.” Hoe denkt u de Amerikaanse bedrijven het beste te kunnen motiveren om het veiligheidsniveau verder te verhogen? “Meestal staan er goede regels en procedures op papier. Belangrijk is echter het besef en de culturele acceptatie dat veiligheid ook goed is voor de bottomline 52 Chemie Magazine april 2016

en businessreputatie. Zoals Trevor Kletz – een Britse autoriteit op het gebied van procesveiligheid – ooit treffend opmerkte: ‘Als je denkt dat veiligheid duur is, probeer dan een ongeluk.’ Ongevallen kosten een hoop geld, niet alleen door schade aan de fabriek en letselschade-claims, maar ook door het verlies aan reputatie.” Wisselt de CSB ook kennis uit met Europese organisaties zoals Cefic? “Onze onderzoeksrapporten worden in de wereld vaak aangehaald bij trainingen en ook op bijeenkomsten van brancheverenigingen, universiteiten en vakbonden. Samen met belangrijke onderzoeksrapporten hebben we ook 68 video’s uitgebracht, die ruim 6 miljoen keer bekeken zijn. En op YouTube hebben we een account met 20.000 abonnees. De CSB deelt zijn rapporten en video’s met agentschappen en instituten over de hele wereld. Ik zie er dan ook naar uit om op 30 mei deel te nemen aan het Process Safety Congres in Dordrecht. De veiligheidspartners in het buitenland zijn voor ons heel belangrijk en ik zet de onderlinge samenwerking graag voort.” p

UNIEK AGENTSCHAP

De Chemical Safety and Hazard Investigation Board (CSB) is in 1990 opgericht door het Amerikaanse Congres in het kader van de Clean Air Act. Als federaal agentschap doet de CSB onderzoek naar de diepere oorzaken van grote ongevallen in de chemie, raffinage en olie- en gasindustrie. Het deelt zijn bevindingen industrie-breed om soortgelijke ongevallen te voorkomen of om de gevolgen ervan te beperken. Bij het onderzoek laat de CSB de vastgestelde feiten, analyses en conclusies ook kritisch beoordelen door onafhankelijke wetenschappelijke experts. “Geen ander federaal agentschap of privaat bureau pakt het onderzoek op deze manier aan”, zegt Vanessa Allen Sutherland. Zij is in 2015 door de Senaat tot CSB-voorzitter benoemd op voordracht van toenmalig president Barack Obama. Eerder hield ze zich bij het Amerikaanse ministerie van transport op hoog niveau bezig met de veiligheid van transport van gevaarlijke stoffen per pijpleiding.

PROCESS SAFETY CONGRES 30 MEI

Vanessa Allen Sutherland is keynote speaker op het Process Safety Congres in Dordrecht op 30 mei, samen met Jim Conner, voormalig vice president operations bij Celanese, en Henk Koenders, hoofd inspecties bij ISZW. Meer informatie: http://pscongres.nl


Wil jij werken aan een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid • Uitvoering grote projecten/turn arounds • • • •

Procestechnologie en installaties Processchema’s, P&ID’s Mechanische veiligheid, PED Maintenance

• • • •

• Consequentie kwantificering (QRA, Safeti) • Instrumentele beveiliging

Externe veiligheid/BRZO/PGS6 Kwalificeren en kwantificeren van risico’s Explosies Gevaarlijke stoffen

• Incidentenonderzoek • ATEX

Data: 13, 27 september, 4, 11 oktober, 1, 8, 15 november het tentamen is op 29 november 2018.

Schrijf je alvast in, deze opleiding zit altijd snel vol.

T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl

CE-regelgeving Check: Machines Check gratis en eenvoudig de Europese richtlijnen waaraan uw product moet voldoen! NEN heeft deze online tool als hulpmiddel ontwikkeld om gericht te zoeken naar de toepasselijke Europese regelgeving voor een product.

Zo werkt de CE-regelgeving Check: Machines • Keuze uit 12 onderwerpen met betrekking tot producten uit de machine-industrie • 12 concrete ja/nee vragen • Alle relevante richtlijnen op een rijtje Voordelen van CE-regelgeving Check: Machines • Snel op de hoogte • De eerste stap naar CE-markering • Vergroot uw kennis • Altijd actuele richtlijnen • Sla uw uitgevoerde checks op • Altijd en overal bereikbaar

Ga naar www.ce-regelgevingcheck.nl voor meer informatie


COL OFON

MENSEN

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemi-

EMERALD KALAMA

Maarten Habets van Emerald Kalama is tijdens het congres iMaintain 2018 uitgeroepen tot Maintenance Manager of the Year 2018. Volgens de jury heeft hij zijn onderhoudsorganisatie op orde, weet hij feilloos de juiste mensen op de juiste plekken te positioneren en geeft hij onderhoud waarde door een goede samenwerking tussen productie, techniek en het management. Habets is sinds anderhalf jaar werkzaam bij de Rotterdamse vestiging van Emerald Kalama, producent van specialty chemicals.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Bert Meijer, hoogleraar Organische Chemie aan de TU/e, ontvangt op 10 juni tijdens het International Symposium of Chirality op de Princeton University de Chirality Medal 2018. Deze prijs van de Italiaanse chemievereniging is bedoeld voor internationaal erkende wetenschappers die een grote bijdrage hebben geleverd aan het vakgebied van de chiraliteit. Meijer is na Nobelprijswinnaar Ben Feringa de tweede Nederlander die de prijs krijgt.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT VAN ATHENE

DSM heeft de Lifetime Achievement Award in Materials Sciences 2018 uitgereikt aan Doros Theodorou, hoogleraar Materials Science & Engineering aan de Technische Universiteit van Athene. Theodorou kreeg de award voor zijn belangrijke bijdragen op het gebied van polymeermodellering op moleculair en mesoniveau. Dat gebeurde tijdens DFYP 2018, de internationale conferentie over Deformation, Yield and Fracture of Polymers in Kerkrade.

sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Pieter van den Brand, Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Harm Ikink, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius RĂśntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl

UNIVERSITEIT UTRECHT

Prof. dr. Isabel Arends is per 1 juli benoemd tot de nieuwe decaan van de faculteit Bètawetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Arends is momenteel hoogleraar Biokatalyse en Organische Chemie en voorzitter van de afdeling Biotechnologie aan de TU Delft. Zij studeerde fysische organische chemie aan de Universiteit Leiden en promoveerde in 1993. Na een jaar als postdoc in Canada kwam ze in 1995 naar de TU Delft, waar ze in 2007 werd benoemd tot hoogleraar. Zij volgt Sjef Smeekens op, die momenteel het decanaat waarneemt in verband met het afscheid van Gerrit van Meer.

Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk MediaCenter Rotterdam

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci.nl of www. vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

54 Chemie Magazine april 2018

toestemming van de redactie. In de meeste TWITTER.COM/VNCI

De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover Hollandse Hoogte ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certification.

Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter

Production capabilities

Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees)

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed

SENIOR PROCESS DEVELOPMENT CHEMIST | CHEMOCATALYSIS EXPERT SYNTHETIC ORGANIC CHEMIST | INNOSYN - GELEEN

Offering a team of passionate & experienced problem solvers, InnoSyn is an SME that primarily focusses on R&D towards the development of (bio)chemical production processes for third parties. Applying innovative and cost-efficient technologies such as flow chemistry, bio- and chemocatalysis, to advance competitiveness of our customers across the (fine) chemical industries. In order to support the various projects, InnoSyn is offering three challenging and exciting jobs with many opportunities for personal and team contributions. You will interact with leading experts in the field of industrial organic chemistry, chemocatalysis, biocatalysis and process intensification. The atmosphere is open with plenty of interaction with professionals. With a relevant degree in organic chemistry, you preferably have experience in fields like biocatalysis or homogeneous catalysis. While being flexible, driven and hands-on, you are a team player with good organisational, communication (fluent in English) and social skills. You know how to translate chemical concepts into practical results and solutions. Interested to know more about these positions? Then visit our website for more information.


EXPERTISE THROUGH 40 YEARS OF EXPERIENCE AND INNOVATION IN THE CHEMICAL INDUSTRY We understand your industry your business your supply chain your MSDS to advise you the best possible packaging solution(s) RID/ADR and UN regulations regarding transport of dangerous goods

MEMBER OF THE

BARK PACKAGING GROUP


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.