Chemie Magazine - januari 2019

Page 1

Periodiek systeem der elementen bestaat 150 jaar

Element 31, gallium, onmisbaar voor ledverlichting

Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie

VNCI-VOORZITTER BERNARD WIENTJES

‘WE MOETEN ONZE TROTS LATEN ZIEN’

Ook kleine innovaties leveren een bijdrage

JAARGANG 61 • 01 • 24 JANUARI 2019


Helder inzicht in uw installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieĂŤn en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie in de (petro-)chemische en energie industrie.

Asset Integrity

Door de ontwikkeling van onze marktleidende technieken en diensten, blijven wij niet-destructieve onderzoeksmethodes naar een hoger niveau te tillen.

Lek- en afsluitertesten

Onze mensen en betrouwbare innovatieve technieken zullen u helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficientie en risico reductie te behalen.

Ons helder inzicht zorgt voor veilig handelen, continue verbetering, minimale downtime en volledige traceerbaarheid van resultaten. T +31 10 716 60 00

www.ApplusRTD.nl

E info.netherlands@applusrtd.com

Inspectie Niet-destructief onderzoek Certificatie Training & ontwikkeling Stralingsbescherming


INHOUD 01 | 24 januari | 2019

12

‘WE MOETEN HET VERKEERDE BEELD VAN DE SECTOR WEGNEMEN’ Voor Bernard Wientjes, sinds een half jaar voorzitter van de Koninklijke VNCI, is na een kennismakingsronde langs lidbedrijven en andere belanghebbenden nu het echte werk begonnen. “We moeten het verkeerde beeld van de sector wegnemen en de enorme toegevoegde waarde van de chemische industrie benadrukken. We kunnen zoveel goede dingen vertellen.”

150 JAAR PERIODIEK SYSTEEM Het is precies 150 jaar geleden dat Mendelejev het periodiek systeem der elementen presenteerde en daarmee liet zien dat er regelmaat en orde schuilt in de materie om ons heen. Het systeem is sindsdien een gids voor innovatie. Om het 150-jarig bestaan te vieren, riep de VN 2019 uit tot International Year of the Periodic Table.

16

januari 2019 Chemie Magazine 3


WWW.BCFCAREER.NL

VNCI LEDEN:

2 gratis vacatures t.w.v. €400

BCF CAREER EVENT BCF Career biedt de ideale manier om hét (chemie)talent van de toekomst aan te trekken: BCF Career Event. Op 23 mei zijn 2.000 hoogopgeleiden op zoek naar interessante werkgevers en banen. Neem deel met een stand, profiteer van 2 gratis vacatures op BCFcareer.nl en zet uw organisatie sterk in de markt!

VNCI leden: 2 gratis vacatures t.w.v. €400 MAIN SPONSORS SPONSORS

PARTNERS

PART OF

POWERED BY

MOVING CAREERS FORWARD IN LIFE SCIENCES


INHOUD 01 | 24 januari | 2019

7

20

Ook de kleine, veelal onopgemerkte innovaties leveren een bijdrage aan duurzaamheid en veiligheid

7 8 9 11 12

36

Cosmetica zit boordevol chemie en is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven

44

Opmerkelijke switch: van marketing & communicatiemanager naar plant & site-manager

16 20 24 26 32 36 40 42 44

46 46 46

Voorwoord Colette Alma Monsteropgave Evenementen

NIEUWS

CO2-vrije route voor waterstof uit aardgas Wie wordt de nieuwe Plant Manager of the Year? Aandeel vrouwen in techniek neemt toe

ACHTERGROND

VNCI VNCI-voorzitter Bernard Wientjes Periodiek systeem Mendelejevs ontdekking 150 jaar oud Innovatie Drie ‘kleine’ innovaties uitgelicht Wetenswaardig De Nieuwe Wildernis 2.0 Periodiek systeem Gallium onmisbaar voor ledlicht Human capital Janine de Witte over haar werk bij Arkema Sector Cosmetica is een eerste levensbehoefte Uitgelicht Circulaire matras van Auping en DSM-Niaga Circulair SABIC gaat afvalplastic hergebruiken Carrière Saskia Verhoevens opmerkelijke carrièrestap Mensen VNCI Online Colofon

26

Eerste aflevering van een serie over bijzondere elementen: gallium, onmisbaar voor ledlicht

januari 2019 Chemie Magazine 5


Een nieuw jaar, nieuwe kansen Zoals met veel zaken, januari is de maand om een nieuwe start te maken. Veranderingen zijn niet altijd verbeteringen. Zo ook met regelgeving. Denk je het door te hebben, veranderen er weer “details”. Of je vindt een nieuwe afzetmarkt, blijken de regels daar toch iets anders te zijn. Maakt het u gemakkelijk. Vraag aan een expert om u te ondersteunen. Op heel veel regelgevingsgebieden en in heel veel regionen kunnen we u helpen. Om een paar zaken te noemen: industriële chemicaliën (REACH), biocides, gewasbeschermingsmiddelen, cosmetica, voedselcontactmaterialen. Hiervoor hebben we 600 mensen in drie continenten.

Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels bijna 600 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met:

Wilt u vrijblijvend een orienterend gesprek voeren, neem dan contact met ons op om te bespreken wat uw behoeftes zijn en wat knoell voor u kan betekenen.

Knoell NL B.V., Wageningen Danny Haacke Tel +31 (0)317 466 805 info@knoell.com

Laten we van 2019 weer een mooi jaar maken, de toekomst start nu!

www.knoell.com

op van .200 s on urs C2 k e d oe a-b tan z Be aum ril, s B ap de 14 t to 8

Nauwkeurige, veelzijdige doseerpompen • Reduceert de kosten van chemicaliën door een hogere doseernauwkeurigheid • Gemakkelijk te installeren geen randapparatuur nodig Vervang uw pompkop in seconden zonder extra gereedschap REVOLUTIONAIRE POMPKOPTECHNOLOGIE

wmftg.com/qdos-pumps-nl +31 10 462 1688


Voorwoord

MONSTEROPGAVE Onze samenleving staat onder druk. Ondanks grote vooruitgang heerst er onvrede. Omdat mensen zich niet gehoord voelen. Omdat gevoeld wordt dat hinder, lasten en welzijn scheef verdeeld zijn. Omdat instituties mensen niet bieden wat ze redelijk vinden. Omdat persoonlijke vooruitgang stagneert en toekomstperspectief ontbreekt. De druk die dat oplevert projecteert zich versterkt op de industrie. De afstand tussen burger en industrie maakt dat de industrie door velen wordt gezien als een intransparante, machtige moloch waar niemand zich eigenaar van voelt. Daarmee wordt de industrie een voor de hand liggende zondebok, een gemakkelijk doelwit voor gevoelens van onvrede. Zeker als die onvrede ook nog in verband te brengen is met hinder, gezondheidsrisico´s of economische onbalans die mensen in hun relatie

met de industrie ervaren. Een eenvoudig antwoord op dit fenomeen kan ik niet bedenken. De politiek is aan zet om de basisoorzaken van de onvrede aan te pakken. Maar voor mij is het wel duidelijk dat het hoog tijd is dat de industrie ook haar verantwoordelijkheid neemt en serieuze pogingen onderneemt om haar verbinding met de samenleving te herstellen. Om te laten zien dat de industrie voor de samenleving werkt, en niet ten koste van de samenleving. Om de burger weer het gevoel te geven dat de industrie er voor hem is, en dat hij daar vat op heeft. Ik realiseer me dat dit een monsteropgave is. Een opgave die alleen kans van slagen heeft als we er gezamenlijk onze schouders onder zetten. Laten we onze krachten bundelen. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 31.1 Duurzame Inzetbaarheid Industrie: Iedere vakkracht is hard nodig! Masterclass bestemd voor ieder technisch bedrijf dat zich zorgen maakt over de toekomst en de beschikbaarheid van vakkrachten zoals operators, installatietechnici en monteurs. Locatie: DSM, Delft Organisatie: DI-Katalysator en DI-werkt, ondersteund door NPDI, DSM, Smart Industry en VAPRO 9.2 Women in Science Day 2019 Op deze, door de VN ingestelde jaarlijkse dag, organiseert de Universiteit Leiden samen met VHTO en NOVA een dag voor (vrouwelijke) wetenschappers, promovendi, studenten en scholieren. Locatie: Leiden Organisatie: Universiteit Leiden

12.2 Global Women’s Breakfast Tijdens het Global Women’s Breakfast komen vrouwen samen, van middelbare scholier tot topvrouw van een chemiebedrijf. Het doel: Empowering Women in Chemistry. Locatie: Metaal Kathedraal, Utrecht Organisatie: C3, Holland Chemistry, Quest, KNCV, Topvrouwen en VNCI 25.3 CO2 Conferentie 2019 De industrie zet zich in voor de next step in de transitie. Op de derde editie van de CO2 Conferentie staan kansen en uitdagingen centraal. VNCI-leden krijgen tot 25 februari 50 euro korting. Locatie: Theater De Stoep, Spijkenisse Organisatie: Management Producties

VERGADERINGEN 25.1 Overleg Regionaal Netwerken Veiligheid 30.1 BG Human Capital 5.2 BG Energie en Klimaat 12.2 WG Juristen (telcon) 13.2 BG Innovatie 5.3 VNCI Advocacy Team 5.3 WG Arbeidsveiligheid 7.3 WG Security 12.3 WG Milieu 13.3 BG Veiligheid, Gezondheid en Milieu 14.3 WG Logistieke Veiligheid

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/AGENDA januari 2019 Chemie Magazine 7


NEDERLANDSE CHEMICI LOSSEN HARDNEKKIG PROBLEEM OP Leidse en Eindhovense scheikundigen hebben na vier decennia de discussie beëindigd over het juiste model voor de eenvoudigste chemische reactie in heterogene katalyse, die essentieel is voor brandstofcellen. Met behulp van een uniek gekromd platinaoppervlak toonden de Leidse Ludo Juurlink, zijn promovendus Richard van Lent en Michael Gleeson van het Nederlands instituut voor funderend energieonderzoek DIFFER (Eindhoven) aan welk model de reactie met waterstof correct beschrijft. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in Science.

BASF-onderzoekers hebben een methode ontwikkeld om naast waterstof geen CO2 maar koolstof te produceren.

B

BASF ONTWIKKELT CO2-VRIJE ROUTE VOOR WATERSTOF UIT AARDGAS

ijna vier decennia woedde er in de scheikunde een heftige discussie: welke van de twee bestaande modellen voor de reactie van waterstof aan een platinakatalysator is juist? Met behulp van traditionele methoden bleek dit niet aan te tonen. “Als een hond in een wak zit, kan hij daar op twee manieren terecht zijn gekomen”, legt Juurlink uit. “Of hij is vanaf de kant over het ijs gegleden en in het wak gevallen – Model 1, of hij is vanaf de kant direct in het wak

BASF ontwikkelt een proces om uit aardgas waterstof en koolstof te maken. Daarmee kan de CO2-uitstoot sterk worden gereduceerd. De eerste commerciële fabriek wordt rond 2025 verwacht.

COCA-COLA SLUIT LENINGSOVEREENKOMST MET IONIQA

V

8 Chemie Magazine januari 2019

The Coca-Cola Company heeft een lening verstrekt aan het Nederlandse Ioniqa Technologies, met als doel een versnelde ontwikkeling van het proces om uit gerecycled materiaal hoogwaardig PET te verkrijgen dat kan worden gebruikt in de flessen van The Coca-Cola Company. Het bedrijf streeft naar verpakkingen van ten minste 50 procent gerecycled materiaal in 2030.

D

FOTO: SHUT TERSTOCK

oor de productie van ammoniak is veel aardgas nodig. Bestaande processen stoten daarbij veel CO2 uit. Daarom worden wereldwijd duurzamere methoden om waterstof te produceren onderzocht. Elektrolyse van water kent hoge verwachtingen, maar volgens BASF blijft deze route ook op de langere termijn relatief duur. De nieuwe route van BASF, die gebaseerd is op pyrolyse, produceert naast waterstof geen CO2 maar koolstof, een waardevolle grondstof voor onder meer de staal- en aluminiumindustrie. Ook toepassing in autobanden en als bodemverbeteraar lijkt interessant. Naast een enorme CO2-reductie en de productie van een extra bruikbaar product, is het proces volgens BASF relatief energiezuinig. Wel blijft de grondstof fossiel. Het onderzoek bevindt zich in een tweede fase. Over enkele jaren moeten de eerste proeffabrieken worden gebouwd. Bij de ontwikkeling werkt BASF onder andere samen met Linde en Thyssenkrupp. Tijdens een persconferentie in Ludwigshafen stelde Martin Brudermüller, CEO en CTO van BASF, dat hij minder gelooft in de massale inzet van CO2 als grondstof. Het kost volgens hem heel veel energie, zowel in de reactieprocessen als bij het afvangen en opslaan. Daarnaast wordt veel CO2 decentraal, bijvoorbeeld door auto’s, uitgestoten. BASF vindt het daarom belangrijk om chemische processen te ontwikkelen die beduidend minder of helemaal geen CO2 uitstoten. Een andere veelbelovende ontwikkeling is e-Furnace, waarbij fornuizen in plaats van aardgas groene stroom gebruiken. BASF is bezig met de engineering en bouw van een proeffabriek en verwacht over vijf tot zeven jaar te kunnen beginnen met de ombouw van traditionele fornuizen. Dan moet ook veel meer groene stroom continu beschikbaar zijn. p

e chemische-recyclingtechnologie van Ioniqa maakt het mogelijk om verpakkingen die eerder waren uitgesloten van bepaalde recyclestromen, zoals gekleurde PET-flessen, om te zetten in gezuiverde polymeerbouwstenen. Die kunnen worden omgevormd tot PET van hoge kwaliteit, geschikt voor voedselverpakkingen. De technologie is op demonstratieschaal gevalideerd met partners uit de waardeketen. Op dit moment wordt op de Brightlands Chemelot Campus een fabriek met een capaciteit van 10.000 ton gebouwd, die dit jaar operationeel moet zijn. “Met onze investering in nieuwe en baanbrekende recyclingtechnologieën zetten we een belangrijke stap om de cirkel rond te maken en een kringloopeconomie te creëren voor PET”, aldus Robert Long, chief innovation officer van The Coca-Cola Company. “We willen blijven investeren in het ontwikkelen van de juiste partnerschappen en initiatieven – zoals met Ioniqa – ter ondersteuning van onze visie van een World Without Waste.” Tonnis Hooghoudt, CEO bij Ioniqa: “De samenwerking met The Coca-Cola Company betekent opnieuw erkenning voor onze beslissing om dit unieke proces op de markt brengen.” p


Actueel

gesprongen – Model 2.” Model 1 stelt dat de meeste waterstofmoleculen ‘schaatsend’ over het gladde platinaoppervlak aan de stapranden van platina terechtkomen en daar dan reageren. Model 2 voorspelt dat de waterstofmoleculen voornamelijk direct vanuit de gasfase reageren aan de stapranden van platina. “De twee modellen zijn gebaseerd op verschillende aannamen over hoe kinetische energie van het waterstofmolecuul ‘weglekt’ tijdens de botsing met het platinaoppervlak.” Het onderzoek laat zien dat Model 2 correct is. Voor het onderzoek was een gekromd platinakristal cruciaal. “We weten nu beter hoe we de snelheid van chemische reacties moeten berekenen – een van beide modellen draagt namelijk niet significant bij”, aldus Juurlink. “Daarnaast weten we nu dat die gekromde kristaloppervlakken een unieke, nieuwe mogelijkheid bieden om te leren hoe chemische reacties aan oppervlakken daadwerkelijk gebeuren. Daar gaan we zeker meer onderzoek mee doen. Op basis van beter begrip van wat er op atomair niveau gebeurt, kunnen we nieuwe katalysatoren ontwikkelen. Die voor minder energieverlies zorgen en minder afhankelijk zijn van dure en zeldzame materialen.” p

Onderzoeker Richard van Lent bij de onderzoeksopstelling.

WIE VOLGT NIELS SMITS OP?

D

e jaarlijkse verkiezing van de Plant Manager of the Year is een initiatief van het Petrochem Platform in samenwerking met de VNCI, VOTOB, Deltalinqs, Nogepa, Havenbedrijf Rotterdam en het kennisplatform Het Nieuwe Produceren. U kunt kandidaten uit de chemiesector, raffinage, de olie- en gassector, maar ook andere procesindustrieën, zoals papierindustrie en food, aanmelden. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van plantmanagers te benoemen en te waarderen. De focus ligt op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit en duurzaamheid. Om dit voor het voetlicht te brengen, verschijnen er interviews met de genomineerden en de winnaar in Petrochem en Chemie Magazine. Ook

wordt er van de finalisten een videoreportage gemaakt. Een vakkundige jury beoordeelt de kandidaten onder andere op maatschappelijke betrokkenheid, leiderschap en communicatieve vaardigheden. Tijdens het congres Deltavisie op 20 juni presenteren de finalisten zich aan het publiek. ‘s Avonds wordt de winnaar bekendgemaakt. In 2018 koos de jury Niels Smits van Dow Terneuzen tot Plant Manager of the Year.

FOTO: MECHTELD JANSEN

Kent u iemand die Niels Smits van Dow Terneuzen kan opvolgen als Plant Manager of the Year? Meld hem of haar dan voor 1 maart 2019 aan voor deze verkiezing.

Aanmelden van kandidaten kan tot 1 maart bij Wim Raaijen, hoofdredacteur van Petrochem (020 312 20 81, wim@industrielinqs.nl). Vermeld hierbij naam, contactgegevens en de redenen waarom u vindt dat deze plantmanager in aanmerking komt voor de prijs. Meer informatie: www.petrochem.nl p

januari 2019 Chemie Magazine 9


Leading the way

Voor transport en distributie van gevaarlijke stoffen in bulk t. +31 (0) 15 213 59 11

4807338-LEE-Adv A5-v2.indd 1

e. leebv@vanderlee.nl

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP TABLET EN SMARTPHONE

U kunt Chemie Magazine ook (gratis) ontvangen op uw tablet en smartphone. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines • U krijgt telkens een mail als er een nieuwe editie is verschenen VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl

i. www.vanderlee.nl

23-07-18 11:59


Pim Booman @plbooman Pim Booman heeft geretweet Eemsdelta\

EZ Het Waddenfonds heeft een subsidie van ruim vijf miljoen Euro toegekend om op het Chemie Park Delfzijl op grotere schaal groene waterstof te produceren

Chemie Park Delfzijl @CPDelfzijl Heb jij ook ethyleenamines in je mond? Amines van #Delamine worden bijvoorbeeld verwerkt in epoxy. Tandartsen gebruiken dat als composiet voor witte vullingen in tanden Kevin van de Velde @KvdVelde Als antwoord op @drWouterArrazol @italbers @tijd Hoe denk je dat windmolens, zonnepanelen en isolatie gemaakt worden? Dank zij de chemie NWO Domain Science @NWO_Science NWO Domain Science heeft geretweet NRC Wetenschap Vierkante moleculen? Lees het interview met chemisch toptalent en commissielid ‘Chemie en Materialen’ Roxanne Kieltyka @LeidenScience over haar onderzoek naar #biomaterialen Corrie Righolt-Dam @Righolt_Dam Als antwoord op @AnnieSchreijer @cdaeuropa en 3 anderen Meer politici met verstand van chemie @KNCVchemie /natuurkunde! Die kunnen dat gericht vragen stellen en de publicaties lezen en op waarde schatten

FOTO: TECHNIEKBEELDBANK

C3 @c3chemie 2019 is het internationale jaar van het periodiek systeem en daarom delen wij spelpakketten uit aan middelbare scholen waarmee scholieren op hilarische wijze kennismaken met de elementen! https://bit.ly/2GYIbA0

AANDEEL VROUWEN IN TECHNIEK NEEMT TOE Sinds 2007 is de studiekeuze minder seksespecifiek geworden. Dat geldt ook voor de verdeling van mannen en vrouwen over beroepsklassen. Het aandeel vrouwen in zorg, dienstverlening en administratie is iets gedaald, en hun aandeel in technische beroepen en ICT iets toegenomen. Zorg is er over de doorstroom van vrouwen naar banen in de techniek.

D

e Emancipatiemonitor 2018 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) bevat de resultaten van tweejaarlijks onderzoek naar de emancipatie van vrouwen in Nederland. Daarmee gaat het sinds 2015 op veel vlakken de goede kant op. Ze werken vaker en meer uren, en zijn daardoor ook vaker economisch zelfstandig. Maar gemiddeld is hun uurloon nog steeds lager dan dat van mannen, onder andere doordat vrouwen verhoudingsgewijs vaker werken in beroepen met een relatief laag gemiddeld uurloon, zoals zorg en welzijn. Meisjes kiezen tegenwoordig vaker voor een technische opleiding, jongens wat vaker voor de zorg. Na de invoering van de vernieuwde tweede fase in havo en vwo (2007/08) steeg daar het percentage meisjes met een NT-profiel aanzienlijk. In het hbo nam het aandeel vrouwen in de bètarichtingen wiskunde, natuurwetenschappen, informatica, techniek, industrie en bouwkunde tot 2014/15 gestaag toe, daarna stagneerde de groei enigszins. In het wo steeg vanaf 2015/16 het aandeel vrouwen in deze studies. Dat is terug te zien op de arbeidsmarkt: het aandeel vrouwen dat werkt in zorg en welzijn, dienstverlening en bedrijfseconomische en administratieve beroepen is iets gedaald, hun aandeel in technische beroepen en ICT is iets toegenomen. Vrouwen met een opleiding in techniek, industrie en bouwkunde komen relatief weinig, en ook minder vaak dan mannen, terecht in een technisch beroep. Een kwart van de werkende vrouwen die zijn opgeleid in de richting techniek, industrie en bouwkunde had in 2017 een technisch beroep, terwijl dat bij mannen ruim de helft was. Onder hoogopgeleiden is dit verschil kleiner. Het aandeel technisch opgeleide vrouwen dat in een technisch beroep werkzaam is, is na 2014 jaar wel iets toegenomen. p

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis VNCI Nieuwsbrief (meld je aan via de site). januari 2019 Chemie Magazine 11


VNCI-VOORZITTER BERNARD WIENTJES

‘WE MOETEN ONZE TROTS LATEN ZIEN’ Bernard Wientjes is sinds een half jaar voorzitter van de Koninklijke VNCI. Na een kennismakingsronde langs lidbedrijven en andere belanghebbenden begint nu het echte werk. “We moeten het verkeerde beeld van de sector wegnemen en de enorme toegevoegde waarde van de chemische industrie benadrukken.” Tekst: Igor Znidarsic

‘D

e chemische industrie is een prachtige en cruciale sector. Daarom ga ik met heel veel genoegen aan de slag voor deze bedrijven, die een zeer belangrijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van onze samenleving. De komende periode ga ik op bezoek bij de chemiebedrijven en in gesprek met fans en critici van de sector. Zo vorm ik mij een beeld over de belangrijkste opgaves.” Aldus Bernard Wientjes medio 2018, nadat het VNCI-bestuur hem had benoemd tot de nieuwe voorzitter. Hij nam een half jaar de tijd om kennis te maken met de sector. Niet dat die hem helemaal onbekend was. Hij begon zijn carrière ooit in het familiebedrijf Ucosan, producent van kunststof sanitair, dat later werd overgenomen door Villeroy & Boch, waar hij bestuurslid werd. Vanuit die historie en vanuit zijn latere voorzitterschap van VNONCW is de chemie, en met name de kunststofindustrie, hem niet onbekend. Wat hem bij zijn hernieuwde kennismaking met de chemische industrie als eerste opviel was de enorme focus op veiligheid. “De laatste keer dat ik chemiebedrijven bezocht was zo’n tien, vijftien jaar geleden. Het valt me op dat er sindsdien een enorme ontwikkeling is geweest op het gebied van veiligheid. Het begint al met de veiligheidsinstructies bij de portier, en ik kreeg op m’n donder toen ik een keer niet de trapleuning vasthield. Het is een detail, maar het zegt veel.” Wat viel u nog meer op tijdens uw kennismakingsronde langs VNCI-leden? Wientjes: “De enorme focus op innovatie, in relatie met

12 Chemie Magazine januari 2019

duurzaamheid. Daarin heeft de chemie volgens mij ook de toekomst. De klimaatdoelen kunnen we alleen bereiken door innovatie in de chemie. Er mag de chemische industrie verweten worden dat die bijgedragen heeft aan de CO2-uitstoot, maar het is ook de enige industrie die dat probleem kan oplossen. Niemand anders kan ervoor zorgen dat de producten zo worden aangepast dat we CO2-vermijdend produceren, en dat we op den duur misschien zelfs CO2 uit de lucht kunnen halen. Dat kan alleen de chemie. Dat beeld moeten we veel duidelijker uitdragen. Een op de toekomst gericht beeld, in plaats van een defensief beeld om te verdedigen wat in het verleden is gebeurd.” De chemiebedrijven hebben vast ook een wensenlijstje bij u neergelegd. Wat zijn daarop de belangrijkste punten. “De chemische industrie heeft van zichzelf het beeld dat ze een fantastische sector is, hoog innovatief, strevend naar optimale veiligheid en met de grootste bijdrage aan de klimaatdoelstellingen. Dat beeld klopt, maar komt extern niet over. De buitenwereld heeft het beeld van een vieze, vervuilende, onveilige industrie. En dat beeld leeft ook bij een deel van de politiek. Daarmee heeft de chemische industrie een achterstand bij andere sectoren. De VNCI-leden hebben mij gevraagd om met name in Den Haag duidelijker te maken wat de chemie is en wat de chemie doet. In de regio’s is het beeld veel positiever. Ik ben bijvoorbeeld in de cluster in Emmen geweest en heb daar met de bestuurders gesproken.


VNCI

‘De leden zijn stuk voor stuk topbedrijven. We kunnen zoveel goede dingen vertellen’

Bernard Wientjes: ‘Als je door een straat loopt zie je dat elk mens producten van de chemie bij zich heeft. Chemie zit in je kleding, in je bril, in je schoenen, in je voeding, in alles. Dat is het werkelijke beeld van de chemie.’

FOTO: HARMEN DE JONG

CV

Bernard Wientjes (1943) studeerde Nederlands recht in Amsterdam. Na het overlijden van zijn vader nam hij de leiding van het familiebedrijf, Wientjes Beheer, over. In 1970 startte hij de onderneming Ucosan, producent van kunststof sanitair, die uitgroeide tot een van de belangrijkste producenten in Europa. In 1999 verkocht hij deze aan het Duitse Villeroy & Boch en trad hij toe tot de raad van bestuur van de onderneming. Tussen 2005 en 2015 was hij voorzitter van de werkgeversorganisatie VNONCW. Van 2014 tot 2017 was Wientjes hoogleraar ‘Ondernemerschap en leiderschap’ aan de Universiteit Utrecht.

januari 2019 Chemie Magazine 13


stewardess vertelt wat je moet doen bij een ongeluk. Dat is in de chemie niet anders: je krijgt ook allerlei veiligheidsinstructies. Maar de perceptie is anders. De grote uitdaging is om dat te veranderen. En dat kan alleen met volledige transparantie. En uiteraard door geen ongelukken te maken. Veiligheidsmaatregelen mogen ook nooit geheim zijn. Als je iets gevonden hebt waardoor je veiliger kunt produceren, of een ongeluk is terug te voeren naar een fout in een installatie, moet dat gecommuniceerd worden naar alle bedrijven met zo’n installatie, ook de concurrenten. In de vliegtuigindustrie gebeurt dat. De chemie gaat dat nu ook doen. Veiligheid Voorop is daar volop mee bezig.” Veel VNCI-leden zijn vestigingen van buitenlandse multinationals, die wellicht anders tegen transparantie aankijken. “Dat valt reuze mee. Ik heb veel van deze bedrijven gesproken. Amerikanen zijn erg gezagsgetrouw, wet is wet in de VS, en als een Nederlandse manager zegt ‘dit zijn hier de regels’, wordt dat geaccepteerd. Men kan het heel goed uitleggen aan de moedermaatschappij. Wat de bedrijven wel als een probleem ervaren is de vaak slechte coördinatie tussen de verschillende inspectiediensten. Ik heb zowel met de overheid als met de bedrijven gesproken over horizontaal toezicht (vorm van samenwerking die steunt op vertrouwen, wederzijds begrip en transparantie – red.) en men staat er welwillend tegenover. Een van mijn taken en van de VNCI is om te onderzoeken hoe we tot een geolied inspectieproces kunnen komen, op een hoog niveau, duidelijk en transparant van beide kanten.”

Wat daar gebeurt wordt gedragen door de lokale politiek. Hetzelfde geldt voor Chemelot in Limburg. Men ziet het belang voor de werkgelegenheid en voor de ontwikkeling van de regio. De landelijke politiek kijkt er wat anders tegen aan. Door de grotere afstand is de onbekendheid groter. Daarnaast heb je ook te maken met een vorm van populisme. Het is makkelijk om bepaalde dingen ongenuanceerd te roepen. Een van mijn taken is ervoor zorgen dat het negatieve beeld ontzenuwd wordt, zodat er ook in Den Haag draagvlak komt.” Hoe wilt u dit voor elkaar krijgen? Wat is daarvoor nodig? “De belangrijkste voorwaarde is dat de sector absoluut transparant is. Praat eerlijk over de risico’s. Nul risico bestaat niet. En draai er niet omheen als er iets misgaat, laat het gewoon zien, erken je fout en vertel hoe je het gaat verbeteren. Deze industrie had in het verleden de neiging om haar problemen te verbergen. Daar moeten we echt vanaf. Als je bij een vliegtuig incheckt word je gefouilleerd, een 14 Chemie Magazine januari 2019

U heeft behalve met chemiebedrijven ook met critici gesproken. Wat zeggen zij? “Zij zeggen: ‘Waarom zijn jullie zo defensief, zo naar binnen gekeerd?’ Ik vind dat een terechte opmerking. De chemie is altijd een gesloten sector geweest, en is dat fysiek gezien nog steeds, omdat het nu eenmaal niet anders kan vanwege de veiligheid. En als je voortdurend te horen krijgt dat je een vieze industrie bent, heb je de neiging om in je schulp te kruipen. Maar dat moeten we niet doen. Als je een fout hebt gemaakt, kun je dat wel verbergen, maar het komt toch altijd uit. Je kunt veel beter meteen alles op tafel leggen. Ik heb het nu over veiligheid, maar de transparantie moet ook gelden voor de processen. Een auto zie je voor je neus gebouwd worden, maar wat er in die ketels en pijpleidingen in de chemie gebeurt is onzichtbaar. Het heeft iets geheimzinnigs. Daar moeten we ook veel opener over zijn. En ook het belang van de chemische industrie voor de werkgelegenheid en voor de Nederlandse welvaart is onvoldoende zichtbaar in de buitenwereld. Men heeft geen idee. De industrie is onbekend. En dat maakt haar onbemind.” De critici zeggen ook dat de chemie te langzaam gaat wat betreft de klimaattransitie. “De transitie naar een CO2-vrije maatschappij is de grootste revolutie die de industrie ooit heeft meege-


maakt. Niet alleen de industrie, ook de gebouwde omgeving, de landbouw, de mobiliteit. Het is zo gecompliceerd, dat we alle kennis nodig hebben en heel veel geld. Tegelijkertijd moeten de VNCI-leden wel in staat zijn om de investeringen te doen, en dat kan alleen als ze geld kunnen blijven verdienen. Je moet niet als Nederlands eiland allerlei maatregelen nemen waardoor de industrie niet meer concurrerend is. Tegenstand is prima. Ondernemingen hebben dat nodig. Houd ons maar lekker wakker. Maar ik zou het wel op prijs stellen als we elkaar langzamerhand ook wat meer gaan vertrouwen. We hebben dezelfde doelstellingen: de uitstoot van broeikasgassen terugdringen. Als dat niet zo was, was ik geen voorzitter geworden. De ngo’s weten heel goed dat de Nederlandse chemische industrie het veel beter doet dan bijna alle landen in de wereld. Alleen willen ze meer, en snel. Dat is hun goed recht. Maar het is ook ons goed recht om te zeggen: als de kosten te hoog worden verliezen we misschien een heel mooie industrie in Nederland. We moeten een balans zien te vinden. Door uitbreiding van de chemie met nieuwe technologieën wordt het klimaatprobleem sneller opgelost. Als een nieuw bedrijf zich hier vestigt, en zich uiteraard aanpast aan de Nederlandse klimaatafspraken, krijg je hier meer uitstoot, toch is dat beter voor de wereld, want dat bedrijf zou anders in een ander land produceren, waar de regels en de technologie heel anders zijn. Onze klimaataanpak moet de motor zijn en de magneet voor bedrijven om hier te investeren.” De VNCI heeft nu voor het eerst een onafhankelijke voorzitter, die niet verbonden is aan een lidbedrijf. Welke voordelen biedt die positie? “Een voorzitter die CEO is van een bedrijf heeft twee petten op. En zijn eerste verantwoordelijkheid zal altijd het eigen bedrijf zijn. Ik daarentegen kan zeggen: misschien is dit plan wat minder goed voor bedrijf A, maar voor de sector is het uitstekend. Ik heb er ook geen enkel bezwaar tegen om kritiek te leveren op bedrijven, indien nodig. In het belang van henzelf.” En u heeft een groot netwerk buiten de sector. “Dat is een van de redenen waarom ik gevraagd ben. Ik geloof echt in deze industrie. Als de chemische industrie geen interesse had in veiligheid en in het klimaat, had ik het voorzitterschap nooit geaccepteerd. Omdat ik weet dat het wel zo is, kan ik dat beeld naar buiten brengen. Het gevoel van veel leden is nu: we doen ons best, maar we krijgen nergens waardering voor. Ervoor zorgen dat die waardering er wel is, dat is de – gigantische – opdracht die ik heb. Dat Den Haag positiever tegen deze industrie aan gaat kijken en inziet dat het noodzakelijk is om deze industrie te behouden in Nederland en de maatregelen neemt die dat mogelijk maken. Als de industrie tegelijkertijd ook haar verantwoordelijkheid neemt, zijn we op de goede weg. We moeten het verkeerde beeld wegnemen en de enorme toegevoegde waarde van de chemische industrie benadrukken. Als je om je heen kijkt, door een straat loopt, zie je dat elk mens producten van de che-

‘De klimaatdoelen kunnen we alleen bereiken door innovatie in de chemie’ mie bij zich heeft. Hij staat ermee op en gaat ermee naar bed. Chemie zit in je kleding, in je bril, in je schoenen, in je voeding, in alles. Dat is het werkelijke beeld van de chemie. Maar de meeste mensen zien vooral een beeld van pijpen waar rook uit komt.” Hoe komt de chemische industrie van dit frame af? “Door te laten zien wat we kunnen en door de afspraken na te komen. Dan komt het vertrouwen en ook het besef hoe belangrijk de chemie is weer terug. We moeten onze trots laten zien, want die is er. De leden zijn stuk voor stuk topbedrijven. We kunnen zoveel goede dingen vertellen. Als voorzitter van de VNCI kan ik mooie verhalen vertellen, de boodschap naar buiten brengen en bedrijven stimuleren, maar uiteindelijk moet wel de hele industrie meewerken. De bedrijven moeten de afspraken op het gebied van veiligheid en klimaat echt naleven. Dat is cruciaal. Doen ze dat niet, dan zijn we binnen de kortste keren weer terug bij af.” Zei u meteen ‘ja’ toen u werd gevraagd voor deze klus? “Niet meteen. Ik ben natuurlijk een oude man. Maar dit zijn fantastische, mooie bedrijven. En ik hou wel van een uitdaging. De ambities zijn hoog voor een periode van twee jaar, maar ik hoop in die tijd in ieder geval een trendbreuk te realiseren.”

ONTWERP VAN HET KLIMAATAKKOORD

“Goed nieuws voor Nederland”, zo noemt Bernard Wientjes het op 21 december gepresenteerde ‘Ontwerp van het Klimaatakkoord’. Hij is blij met het onderhandelingsresultaat. “We hebben er keihard voor gewerkt de afgelopen maanden. Maar het echte werk begint nu pas. Het is een complexe opgave, en het zal grote inspanningen vergen van de Nederlandse industrie om deze maatregelen uit te voeren en tegelijkertijd competitief te blijven. Daarom noemen we de industrietransitie een ‘man on the moon’-project. Een breed gedragen akkoord is de beste manier om de grote verduurzamingsopgave te realiseren.” Het besluit van de ngo’s om zich terug te trekken uit het akkoord betreurt hij ten zeerste. “Er bestaat geen verschil van inzicht over de noodzaak van verduurzaming en de doelstellingen die we moeten halen. Alleen over welke maatregelen daarvoor het meest effectief zijn en hoe we die voor elkaar kunnen krijgen. Wij staan achter deze koers en zullen onze bijdrage leveren. Wij zullen de komende jaren fors blijven investeren in het klimaat.” januari 2019 Chemie Magazine 15


VN ROEPT 2019 UIT TOT JAAR VAN HET PERIODIEK SYSTEEM

BEELD: CURVE MAGS AND MORE

ALLE CHEMIE BEGINT BIJ HET PERIODIEK SYSTEEM

16 Chemie Magazine januari 2019


Periodiek systeem

Precies 150 jaar geleden presenteerde Dmitri Mendelejev het periodiek systeem der elementen. Geen scheikundeboek of -lokaal is sindsdien meer compleet zonder de ‘Steen van Rosetta’ van de scheikunde. En het systeem is een gids voor innovatie. Om het 150-jarig bestaan te vieren, heeft de Verenigde Naties 2019 benoemd tot internationaal jaar van het periodiek systeem. Tekst: Marga van Zundert

Vanwege zijn karakter nodigde de Russische academie van wetenschappen Mendelejev nooit uit tot lid. Hij liep ook de Nobelprijs mis, naar verluidt doordat hij een Zweedse natuurkundige had beledigd.

DE GRONDLEGGER

E

en eurekamoment is het periodiek systeem voor menig leerling. Aha! Er blijkt regelmaat en orde te schuilen in de materie om ons heen. De bouwstenen, de elementen, waaruit alles, inclusief wijzelf, zijn opgebouwd vormen een logische reeks. En belangrijker: wie die logica doorgrondt, snapt waarom stoffen zich gedragen zoals ze doen. Waarom ze heftig reageren of juist inert zijn, waarom ze lastig te zuiveren zijn, instabiel of radioactief. Dankzij de systematiek van het periodiek systeem is het niet nodig 118 elementen één voor één te leren kennen. Het is de ‘Steen van Rosetta’ van de scheikunde. Maar, je gaat het pas zien als je het doorhebt. Waar het periodiek systeem voor de één een waar icoon is, een samengebalde, elegante compilatie van kennis, blijft het voor de ander een curieus vervormde tabel, opgebouwd uit mysterieuze lettercombinaties. Iets voor echte bèta’s, een plan waarvan de clou maar niet wilde doordringen.

Puzzel

Het verhaal begint 150 jaar geleden, in een tijd waarin jaarlijks wel een nieuw ‘element’ wordt ontdekt. Een stof die – wat je als wetenschapper

ook probeerde – zich niet verder uiteen liet rafelen. Het moest daarom een elementaire bouwsteen zijn. Meer dan zestig verschillende ‘elementen’ zijn er rond 1869 bekend. ‘Klassiekers’ zoals zwavel, zilver, koper, goud, lood en kwik. Maar ook gloednieuwe, exotische elementen zoals rubidium, thallium, indium en helium. Scheikundigen krijgen langzaam grip op hun karakter, door ze goed te zuiveren en eindeloos te combineren en zo hun gedrag te bestuderen. Dankzij de ontluikende spectroscopie kunnen elementen ook duidelijk worden geïdentificeerd. Maar wellicht de belangrijkste ontwikkeling is dat het gewicht van elk element steeds nauwkeuriger bepaald wordt én uniek blijkt. Het typische gewicht van elk deeltje, het atoomgewicht, moet belangrijk zijn, vermoeden scheikundigen. Ook zien ze dat sommige elementen veel op elkaar lijken. Er worden zogeheten ‘triades’ ontdekt, trio’s van gelijkende elementen waarbij het gewicht van de ‘middelste’ telkens precies tussen dat van de andere twee ligt. Lithium, natrium en kalium bijvoorbeeld en chloor, broom en jood. Het begint te dagen dat er een herhaling-periodiciteit bestaat. e

Dmitri Mendelejev (1834-1907) is de grondlegger van het periodiek systeem. Dmitri was de jongste van veertien kinderen van het hoofd van een gymnasium in Siberië. Eenmaal toegelaten tot de universiteit van St. Petersburg bleek hij al snel een briljante student. Mendelejev studeerde later ook in Parijs en Heidelberg en werd in 1864 benoemd tot hoogleraar in St. Petersburg, waar hij in 1869 zijn beroemde eerste schets maakte van het periodiek systeem der elementen. Mendelejev was hoogleraar tot 1890, waarna hij directeur werd van het Russische Bureau voor maten en gewichten tot zijn dood in 1907. Hij stond bekend als eigenwijs en eigenzinnig. Zijn ‘lastige’ karakter zorgde ervoor dat hij ondanks zijn grote wetenschappelijke reputatie nooit een uitnodiging kreeg van de Russische academie van wetenschappen om lid te worden. In 1905 en 1906 liep Mendelejev ook de Nobelprijs mis, naar verluidt door een tegencampagne van de Zweedse natuurkundige Arrhenius, die hij ooit had beledigd. Eer kreeg hij wel in 1955, toen element 101, het synthetische, radioactieve mendelevium (Md), naar hem werd vernoemd. Waardoor hij voor eeuwig deel uitmaakt van zijn eigen ontdekking. In 1961 is ook een krater op de maan naar Mendelejev vernoemd. januari 2019 Chemie Magazine 17


STERRENSTOF

Waar komen de elementen eigenlijk vandaan? Meer dan 99 procent van het heelal bestaat uit waterstof en wat helium, dat ontstond bij de oerknal van 13,8 miljard jaar geleden. Alle andere elementen zijn ontstaan in opbrandende zonnen. In een zon fuseert waterstof tot het zwaardere helium (kernfusie). Raakt het waterstof op, dan ontstaan nog zwaardere fusieproducten uit helium. Maar dat kost energie in plaats van dat het energie oplevert, waardoor de zon snel afkoelt. Veel zonnen eindigen als een witte dwerg: een brok koolstof. Maar in de grootste, heetste zonnen gaat het kernfusieproces door en ontstaat een bal ijzer. Die in- en explodeert vervolgens: een supernova. En daarbij vliegt het hele periodieke systeem rond. Met zo’n supernova begon 4,6 miljard jaar geleden de geschiedenis van ons zonnestelsel. Dat klonterde samen uit de resten van een supernova. De verste planeten, denk aan gasreus Jupiter, kregen veel meer lichtere elementen dan die dichter bij de zon. Op aarde vormen acht elementen samen bijna 99 procent van alle massa: ijzer (35%), zuurstof (29%), silicium (15%), magnesium (13%), nikkel (2,5%), zwavel (2,0%), calcium (1,2%) en aluminium (1,1%).

Het is de Russische chemicus Dmitri Mendelejev die puzzelt tot hij een elegante indeling heeft voor alle dan bekende elementen. Hij presenteert zijn systeem in 1869 officieel voor de Russische Chemische Vereniging.

Lege plekken

Uniek is dat hij een aantal plekken openlaat. De wetenschap heeft een aantal elementen nog niet ontdekt, poneert Mendelejev stellig. Zo moet er bijvoorbeeld een element zijn dat op aluminium lijkt met een atoomgewicht iets zwaarder dan zink. Daarmee gaat Mendelejev een stap verder dan alle anderen, maar hij krijgt gelijk. Een paar jaar later ontdekt de Fransman Paul-Émile Lecoq de Boisbaudran het door Mendelejev voorspelde element. Mendelejev stuurt Lecoq zelfs nog terug naar zijn lab omdat het atoomgewicht niet helemaal klopt met zijn voorspelling. En inderdaad corrigeert Lecoq het gewicht na extra metingen.

Ons zonnestelsel ontstond 4,6 miljard jaar geleden door het ‘samenklonteren’ van de resten van een supernova. De verste planeten kregen veel meer lichtere elementen dan die dichter bij de zon.

OPLOPEND ATOOMNUMMER

Wie nu het periodiek systeem uitlegt, begint meestal te vertellen dat de elementen van links naar rechts geordend zijn op atoomnummer: 1, 2, 3, 4, …, en dat het atoomnummer overeenkomt met het aantal protonen, positief geladen deeltjes, in de kern van het element. Waterstof, H, met atoomnummer 1, heeft één proton in de kern. Nummer 2, helium (He), heeft twee protonen. Et cetera. Tot en met het tot nu toe zwaarste element, nr. 118 oganesson, dat 118 protonen telt. Het atoomnummer bepaalt ook het aantal elektronen dat zich in ‘schillen’ om de kern van een element bevindt. Elk positief proton heeft namelijk een negatief elektron bij zich. Alle elementen behalve waterstof bevatten ook ongeladen neutronen in de kern, die als een soort lijm, de positieve protonen bijeenhouden. Onder het symbool wordt vaak de volledige naam van het element vermeld en wordt de (relatieve) atoommassa gegeven. Die wordt bepaald door het aantal protonen en neutronen (elektronen zijn zoveel lichter dat ze de massa nauwelijks beïnvloeden). Voor waterstof is de atoommassa 1,008. Dat zou precies 1 zijn als een klein deel van de waterstofatomen niet ook een neutron bevatten. Zwavel met atoomnummer 16 heeft een relatieve atoommassa van 32,06. 18 Chemie Magazine januari 2019

Atomic number

16

S 32.06

Element symbol

Atomic mass

Het aantal elektronen bepaalt het chemische ‘karakter’ van een element. Elementen streven naar een compleet gevulde buitenste schil van elektronen. De eerste schil is vol bij twee elektronen, de tweede bij acht, de derde bij achttien (maar bevat weer subschillen). Een element dat meer of minder elektronen heeft dan ideaal is, gaat op zoek naar aanvulling of wil elektronen ‘kwijt’. Het zal andere elementen opzoeken en verbindingen aangaan. Edelgassen hebben van nature een volle schil, zijn erg ‘tevreden’, en daarom vrijwel inert.


Periodiek systeem

Russische, Japanse, Duitse en Amerikaanse wetenschappers hebben de jacht op ununennium geopend.

Dankzij de systematiek van het periodiek systeem is het niet nodig 118 elementen één voor één te leren kennen

Mendelejev acht zichzelf de ontdekker van het element en eist het recht op de nieuwe stof een naam te geven. Maar die strijd verliest hij. Scheikunde is en blijft een experimentele wetenschap, besluit de internationale chemievereniging. In 1875 doopt Lecoq het element gallium, naar Gallia, de Latijnse naam voor Frankrijk. Overigens na flink wat rumoer, want de ontdekker lijkt zo – zeer tegen de goede traditie in – het element ook naar zichzelf te vernoemen. Le coq, de haan, is gallus in het Latijn.

Technetium

Zijn boute, maar juiste voorspellingen maken Mendelejev tot de ongekroonde koning van het periodiek systeem. Toch ondergaat ‘zijn’ systeem in de daaropvolgende 150 jaar nog heel wat wijzigingen. Het origineel is bijvoorbeeld al snel een kwartslag gedraaid. De periodiciteit blijkt complexer dan Mendelejev bevroedde; elementen verwisselen van plek, en een hele groep elementen, de nog onontdekte edelgassen, wordt toegevoegd. Het element technetium (nr. 43) vormde het langst een ‘gat’ in het systeem. In 1937 wordt het uiterst instabiele element uiteindelijk in Italië ontdekt in een bestraald blok molybdeen. Mendelejev maakte zijn rangschikking op basis van atoomgewicht en stofeigenschappen. Tegenwoordig kennen we de meer elementaire logica van het periodiek systeem.

Elke atoomsoort heeft een uniek aantal protonen dat de plek in het systeem en eigenschappen bepaalt (zie kader).

Supergeleiding

Het periodiek systeem bundelt kennis die je houvast biedt bij een studie scheikunde, natuurkunde of biologie. Maar het biedt ook aanknopingspunten voor innovatie. Toen bijvoorbeeld supergeleiding werd ontdekt in een combinatie van lanthanium, koper, zuurstof en barium, gingen wetenschappers al snel onderzoeken of ook supergeleiding kon worden bereikt met elementen uit dezelfde groep in het periodiek systeem. Wie weet kon een andere combinatie bij een hogere temperatuur supergeleiding geven. Dat klopte. Yttrium in plaats van lanthanium laat ‘al’ supergeleiding zien bij -180 graden Celsius (in plaats van -253 graden). Nog steeds een zeer lage temperatuur, maar wel haalbaar met vloeibare stikstof. Ook bij de vondst van een nieuwe katalysator is het verstandig te onderzoeken of een boven- of onderbuurman uit het periodiek systeem ook actief is. Dat kan namelijk flink geld uitsparen. Zo is platina een prima katalysator voor een reeks reacties, maar valt in de praktijk de keuze op het veel goedkopere nikkel, dat in dezelfde groep zit. p

JACHT OP ELEMENT 119

Wanneer ontdekker Mendelejev begin twintigste eeuw sterft, zijn er zo’n 85 elementen bekend. Inmiddels is zijn systeem ‘gevuld’ met 118 elementen. Alle elementen na plutonium (nr. 94) zijn synthetisch. Ze zijn gemaakt in laboratoria en hebben vaak korter dan een seconde bestaan. Ook enkele lichtere elementen zijn instabiel, zoals astaat (nr. 85), francium (nr. 87) en technetium (nr. 43). Het tot nu toe zwaarste element, nr. 118 oganesson, is wel benoemd, maar niet daadwerkelijk ‘gezien’. Voor het bestaan is alleen indirect bewijs gevonden bij botsingen van op elkaar geschoten deeltjes. De elementen die na de botsing zijn gedetecteerd moeten ontstaan zijn uit enkele direct weer uiteengevallen atomen oganesson. Er wordt inmiddels jacht gemaakt op atoomnummer 119, voorlopig ‘ununennium’ genoemd. Voorgaande elementen (nr. 113-118) zijn gemaakt door een calciumisotoop (nr. 20) op elementen 93-98 te schieten. Voor nr. 119 zou je dan het element einsteinium (nr. 99) nodig hebben, maar dat maken is al een zeer complexe en peperdure klus. Russische, Japanse, Duitse en Amerikaanse wetenschappers proberen nu daarom andere combinaties te vinden die samen ununennium kunnen opleveren. Praktische waarde zal het element 119 hoogstwaarschijnlijk niet hebben. De synthese is vooral een huzarenstukje. En uiteraard zijn wetenschappers benieuwd naar de eigenschappen van dit superzware element.

www.periodieksysteem.com Verval van oganesson.

januari 2019 Chemie Magazine 19


BESCHERMINGSMIDDELEN OP MAAT, TUIMELDROGER EN HEFTRUCK MET BLUE SPOT

OOK KLEINE INNOVATIES MAKEN GROOT VERSCHIL

Grote innovaties van chemiebedrijven en toeleveranciers op het gebied van duurzaamheid, (proces)veiligheid en human resources halen meestal wel de lokale en soms zelfs de landelijke media. Kleine innovaties daarentegen blijven doorgaans onopgemerkt, terwijl ze opgeteld misschien wel een net zo grote of zelfs grotere bijdrage leveren. Chemie Magazine belicht er drie. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

20 Chemie Magazine januari 2019


Innovatie

‘De tuimeldroger is geschikt voor kleine, specialistische batches’

CUMAPOL

TUIMELDROGER VERGROOT FLEXIBILITEIT POLYESTER-RECYCLING

C

umapol (Custom Made Polyester) in Emmen richt zich op de ontwikkeling van duurzame polyethyleentereftalaat-specialiteiten (PET). De tuimeldroger die het bedrijf in oktober 2018 tijdens de VNCI-jubileumbijeenkomst Behind the Scenes@Emmen in gebruik nam, speelt hierbij een belangrijke rol. Cumapol nam de dubbelwandige roterende trommel over uit het faillissement van een Duits bedrijf. Bouman Proces Technologie haalde het apparaat ter plekke uit elkaar, paste het aan naar de wensen van Cumapol en bouwde het weer op in Emmen.

Directeur Marco Brons van Cumapol legt uit waarvoor het bedrijf de tuimeldroger gebruikt. “Wij ontwikkelen steeds meer polyester-types op basis van gerecyclede polyesters en/of biobased monomeren voor veel verschillende toepassingen, zoals vormvaste en flexibele verpakkingen voor levensmiddelen, monofilamenten (onder andere tennisracketsnaren) en machineonderdelen. Dit kan zijn door specialiteiten te ontwikkelen en te produceren op basis van mechanisch gerecyclede PET. Maar in Emmen willen we ook twee polymerisatieunits ombouwen tot een demofabriek voor een nieuwe vorm van PET-recycling. In de eerste unit breken we het PET af tot een korter polymeer, zodat we het goed kunnen zuiveren en ontkleuren. In de tweede lijn bouwen we het weer op tot een polymeer met de oorspronkelijke ketenlengte. Vervolgens kunnen we het polymeer in de tuimeldroger nacondenseren en daarmee de sterkte nog verder verhogen.” De minimale batchgrootte van de twee huidige nacondensatie-installaties is 100 ton. Dat is volgens Brons te groot voor de ontwikkeling van specialistische nieuwe produc-

ten. “De tuimeldroger is geschikt voor batches van circa 20 ton. Hiermee vergroten wij dus onze flexibiliteit in de productontwikkeling. Er is immers steeds meer vraag naar speciale duurzame polyesters, zowel biobased als gerecycled PET. Hierbij gaat het in eerste instantie om kleine hoeveelheden. Dat kan prima in de tuimeldroger.” Cumapol werkt onder meer samen met BioBTX in Groningen om tereftaalzuur (PTA), de belangrijkste bouwsteen van PET, op basis van groene grondstoffen te maken. “Uiteindelijk willen wij PET-afval binnen een straal van ongeveer 200 kilometer van de plant in Emmen halen. Wanneer het van verder komt, is het door de transportkosten vaak niet meer economisch interessant”, licht Brons toe. “Wij zijn aan het inventariseren welke partners bruikbaar polyester afval kunnen leveren, zoals vleesbakjes, gekleurde PET-flessen, textiel en tapijt.” Uiteindelijk wil Cumapol de gehele plant, die oorspronkelijk jaarlijks 50 kiloton PET-flessen uit olieproducten produceerde, weer volledig in gebruik nemen voor de productie van het meest duurzame polyester.

CABOT

REISTAS MET BESCHERMINGSMIDDELEN OP MAAT

T

echnische en commerciële medewerkers van de businessunit Cabot Norit Activated Carbon in de EMEA-regio krijgen van hun werkgever standaard een reistas met een selectie van op maat gemaakte persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm’s) uitgereikt. Het idee komt uit de koker van Cabot-medewerkers van de vestiging in Amersfoort. “De eerste veertig tassen hebben wij in 2013 overhandigd aan het toenmalige sales- en marketingteam”, zegt Bart Genemans, business director EMEA en manager van de vestiging in Amersfoort. “Nieuwe medewerkers hebben er daarna ook een ontvangen.” Genemans stelt dat medewerkers die andere fabrieken bezoeken dezelfde bescherming moeten genieten als bezoekers die in de eigen fabrieken worden ontvangen. “Bovendien hebben de op maat gemaakte persoonlijke e januari 2019 Chemie Magazine 21


‘Altijd optimaal beschermd tijdens bezoeken aan fabrieken van klanten en relaties’ beschermingsmiddelen het voordeel dat veiligheidsschoenen precies passen en dat de helm is afgesteld op het hoofd van de betrokken medewerker.” De reistas bevat een paar veiligheidsschoenen, een veiligheidshelm, een veiligheidsvest met lange mouwen en reflecterende strepen, een overzetbril, oordopjes, handschoenen en een brochure met Cabot’s SH&Ebeleid. De medewerkers nemen de tas ook mee op dienstreizen in het buitenland. Eén keer per jaar vraagt Cabot aan de medewerkers of de tas nog compleet is en de persoonlijke beschermingsmiddelen nog voldoen. Mocht dat niet het geval zijn, dan krijgen ze nieuwe. Klanten reageren volgens Genemans bijzonder positief. “Ze vinden het geweldig dat onze mensen goed voorbe-

reid, met hun eigen pbm’s op bezoek komen. Hiermee tonen wij aan dat veiligheid bij ons op de eerste plaats staat.” Cabot-medewerkers zijn eveneens enthousiast over het initiatief van hun werkgever. “Ik ben nu altijd optimaal beschermd tijdens bezoeken aan fabrieken van klanten en relaties”, aldus een medewerker op het intranet van Cabot. “Daarnaast geven we zo het signaal af dat het Cabot-team veiligheid, gezondheid en milieu serieus neemt en dat wij om onze medewerkers geven. Bovendien is het veel comfortabeler en hygiënischer om over je eigen op maat gemaakte persoonlijke beschermingsmiddelen te beschikken.”

‘Ook op andere SABIC-vestigingen meer heftrucks met blauwe ledlampen’

SABIC

GEPROJECTEERDE STIP OP DE GROND VOORKOMT AANRIJDINGEN

S

ABIC is continu op zoek naar manieren om de veiligheid op zijn locaties nog verder te vergroten. Peter Govaarts, EHS-specialist Maintenance bij SABIC in Bergen op Zoom, maakte daarom een paar jaar geleden graag gebruik van de uitnodiging van een chemiebedrijf dat op dezelfde locatie zit als SABIC om naar de BlueSpot op een heftruck te komen kijken. Linde Handling Materials ontwikkelde en patenteerde de BlueSpot in 2011. Felle ledlichten op het dak van de

22 Chemie Magazine januari 2019

heftruck projecteren een opvallende blauwe stip op de grond, enkele meters voor de heftruck. Voetgangers weten zo dat er een heftruck aankomt. Bijkomend voordeel is de geruisloosheid van de BlueSpot. Heftruckchauffeurs storen zich immers vaak aan de schrille tonen van akoestische achteruitrij-waarschuwingssignalen. SABIC had een paar bijna-ongevallen met heftrucks achter de rug en Govaarts dacht al na over mogelijke verbeteringen om de veiligheid te vergroten. Hij benadrukt dat het heftruckverkeer bij SABIC minder is dan in een logistiek centrum, maar dat er wel degelijk een risico is op incidenten. Daarom besteedt SABIC veel aandacht aan de training van de chauffeurs. Ook zijn er in de magazijnen en verpakkingsruimtes looppaden aangelegd om het heftruckverkeer van de voetgangers te scheiden. Het optisch waarschuwingssysteem BlueSpot is sinds 2016 volgens Govaarts een prima aanvulling op de bestaande maatregelen om aanrijdingen tussen voetgangers en heftrucks te voorkomen. Inmiddels zijn vijftig heftrucks in Bergen op Zoom met de felle blauwe ledlampen uitgerust. Op verzoek van SABIC is dat ook bij de heftrucks van contractors gebeurd. De BlueSpot bij SABIC in Bergen op Zoom trok de aandacht van internationale auditors. Govaarts: “Ze vonden het een prima initiatief en hebben het als een goede werkpraktijk opgepakt. Daarom is het gebruik van de felle blauwe lampen op de heftrucks op andere vestigingen van SABIC, bijvoorbeeld in Spanje, Duitsland en Engeland, toegenomen.” p


Een knap staaltje Co-Innovatie Zeer nauwkeurige en kosten-efficiënte pH-sensor ontwikkeld in samenwerking met Nouryon (voorheen Akzonobel)

pH-sensor FU20-MTS

Lees volledig artikel op www.yokogawa.com/nl/nouryon | info@nl.yokogawa.com

Totale controle met een volledig gedigitaliseerd Management of Change Proces

www.roserconsys.com info@roserconsys.com +31 (0)78 614 62 88

Change-IT® Onderdeel van de Roser suite change-IT

weld-IT

blind-IT

systems

view-IT

??

wallpapers

ADC_064

een digitale workflow die is afgestemd • Creëer op uw werkproces en business rules. status en autorisatie van een aanvraag • De is digitaal te volgen. ontvangen email notificaties • Actiehouders over openstaande acties. beslissingen en documenten worden • Alle in het systeem gewaarborgd.


Oeverzwaluwwal op baggerdepot Moerdijk. Op de achtergrond Shell Moerdijk.

ODE AAN DE FLORA EN FAUNA IN DE HAVENS VAN MOERDIJK EN ROTTERDAM

DE NIEUWE WILDERNIS De Nieuwe Wildernis 2.0 - Wild Port of Europe is een natuurfilm over de spectaculaire rijkdom, veerkracht en dynamiek van de natuur in het grootste en drukste aaneengesloten transport- en industriegebied van Europa: de Port of Rotterdam, de Nieuwe Waterweg, de Oude en Nieuwe Maas, Port of Moerdijk, het Hollands Diep en de omliggende industriegebieden. 24 Chemie Magazine januari 2019

De film is een ode aan de bijzondere flora en fauna die zich in deze industriĂŤle gebieden minstens zo rijk, zo niet rijker en diverser, ontwikkelt als de natuur in de Nederlandse nationale parken. Het leven op de snijlijn tussen de ogenschijnlijke tegenpolen industrie en natuur wordt in beeld gebracht vanuit het perspectief van de dieren die in dit industriegebied leven. En dat zijn er veel. Dat komt volgens de makers doordat er veel ruimte is, met relatief weinig mensen en roofdieren.


FOTO: VELDKIJKER FILMS

Wetenswaardig

2.0 In Moerdijk speelt de film zich onder meer af rond de oeverzwaluw, die nestelt op een steenworp afstand van de chemische industrie. Ook zeehonden, meeuwen, lepelaars en de bunzing maken deel uit van het dierenrijk in de zeehavens. Het idee voor de film ontstond toen Veldkijker Films in 2016 natuuropnamen maakte op het industrieterrein van Shell Moerdijk voor de beeldencollectie van Stichting Natuurbeelden en het Nederlands Instituut voor Beeld

en Geluid. Voor de ontwikkeling en uitvoering werkt Veldkijker Films samen met EMS Films, maker van de eerste editie van De Nieuwe Wildernis over de Oostvaardersplassen, die 700.000 bezoekers trok en werd beloond met een Gouden Kalf. De Nieuwe Wildernis 2.0 - Wild Port of Europe komt in 2021 in de bioscoop. p

januari 2019 Chemie Magazine 25


VANWEGE 150 JAAR PERIODIEK SYSTEEM BESTEEDT CHEMIE MAGAZINE DIT JAAR AANDACHT AAN EEN AANTAL BIJZONDERE ELEMENTEN

LICHTGEVENDE HALFGELEIDER GALLIUM MAAKT LEDLAMPEN MOGELIJK

31

NR. 31 GEEFT ONS LICHT

Ga Gallium 69.732

Het vrij onbekende element nr. 31, gallium, maakt een onstuitbare opmars. Want geen ledlamp brandt zonder dit metaal. Dankzij gallium zijn onze huizen, straten en sportvelden duurzaam verlicht, binnenkort groeien in de kassen de paprika’s en tomaten op led, en evenementen en tv-programma’s als Toppers in Concert en The Voice kunnen ook niet meer zonder.

‘H

et gaat razendsnel nu”, zegt Martin Beekhuizen, lighting designer bij LightH-art, dat lichtplannen maakt voor bekende evenementen en tv-programma’s, waaronder de Toppers in Concert in de ArenA en talentenjacht The Voice. “Bij de laatste show van de Toppers – een feest met 1500 armaturen – gebruikten we 50 procent conventionele lampen en 50 procent led. Kleine programma’s op locatie of mobiele studio’s zijn inmiddels allemaal 100 procent led. Heel prettig, want dan heb je aan één stopcontact genoeg. Een aggregaat is niet meer nodig. Dat maakt ook dat je makkelijker iets op locatie opneemt.” Waarom nog conventionele lampen bij een stadionconcert? “Vergis je niet hoeveel licht zo’n show vraagt. De led-spots die we gebruiken zijn 800 watt, maar ook in led is dat soms nog niet krachtig genoeg.” Light-H-art huurt de apparatuur van gespecialiseerde bedrijven. “Voor

26 Chemie Magazine januari 2019

hen is het soms lastig kiezen waarin ze nu moeten investeren. Bij conventioneel licht werken we met filters om de juiste kleur te krijgen. Bij leds kan dat ook, maar je kunt nu ook kiezen voor een set ledlampen van diverse kleuren.” Ooit was de gloeilamp een mirakel. Een druk op de knop en het licht ging branden. Geen lampolie meer, geen druipend kaarsvet, geen gas, geen lucifers. Maar een dunne, fel gloeiende metaaldraad in een glazen peer die warm licht verspreidt. Opzienbarend was het ‘elektrisch licht’, en ruim honderd jaar domineerde Thomas Edisons beroemde uitvinding onze huiskamers, straten en kantoren. Maar de gloeilamp is passé, uit de schappen gebannen en zelfs verboden. Want er is een veel duurzamer alternatief: de led, de light emitting diode. De Europese Commissie berekende dat de ledlamp in 2020 al een energiebesparing zal hebben opgeleverd van 40 miljard kilowatt-

e

FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

Tekst: Marga van Zundert

Samantha Steenwijk tijdens de halve finale van The Voice of Holland 2018 in Studio 22 in Hilversum.


Periodiek systeem

e januari 2019 Chemie Magazine 27


FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

De glastuinbouwsector schat dat leds de energiekosten van kassen tot 60 procent zullen verlagen

‘Het gaat razendsnel nu. Bij de laatste show van de Toppers gebruikten we 50 procent led.’ uur. Dat is evenveel als het jaarlijks stroomverbruik van alle Nederlandse en Belgische huishoudens samen. Want een led gebruikt slechts 3 tot 9 procent van de elektriciteit van een gloeilamp om dezelfde hoeveelheid licht te geven én gaat twintigmaal langer mee. Bovendien verslaat de led ook alle alternatieven voor het peertje, zoals de halogeenlamp of spaarlamp, in duurzaamheid. En dat dankzij een vrij onbekend zilverwit metaal genaamd gallium (zie kader).

Rekenmachines

De eerste led werd in 1907 ontdekt door een Russische natuurkundige: Oleg Losev. Maar pas na de vondst van moderne halfgeleidermateria28 Chemie Magazine januari 2019

len in de jaren vijftig van de vorige eeuw kwam het onderzoek echt op gang. In de jaren zeventig verschenen de eerste leds op de markt, allereerst als aan/uit-indicatorlampjes, later in eenvoudige displays en als cijfers op rekenmachines. Die eerste leds waren rood, pas later lukte het om oranje, gele en groene varianten te maken – door te grasduinen in het periodiek systeem der elementen (zie kader). De blauwe led bleek de grootste uitdaging; begin jaren negentig slaagden wetenschappers daarin. En daarmee was ook wit ledlicht mogelijk, door het combineren van alle kleuren, en lag de weg open om de gloeilamp naar het museum te verbannen. Inmiddels zijn ledlampen een massaproduct en de prijzen fors gedaald. Kerstlichtjes of losse fietslampjes kosten niet meer dan een paar euro. Waarschijnlijk zijn in de meeste woonhuizen bijna alle gloeiof halogeenlampen vervangen. Ook straatverlichting, stoplichten en sportveldverlichting en podiumverlichting is grotendeels led. De lampen zijn niet alleen zuiniger, maar

ook compacter, veiliger, minder kwetsbaar en snel en eenvoudig te variëren in kleur.

Fotografen

In de beginjaren klaagden kopers nog over ‘koud’ licht. Leds brachten niet de sfeer van het peertje. Maar door slimme combinaties en verdere ontwikkeling zijn de tinten ‘warm’ geworden. Zelfs de meest kritische beroepsgroep als het op licht aankomt – professionele fotografen – maakt de omslag naar led. In veel fotostudio’s staan inmiddels ledlampen om de juiste belichting in te stellen, maar wordt de foto nog met ‘xenon’ geschoten. Een flitser met dit edelgas zorgt voor fel licht dat het daglicht prima benadert. Een ledflitser haalt helaas nog niet dezelfde lichtintensiteit. Toch zijn er al fotografen die met ledflitsers werken, want de moderne digitale camera heeft steeds minder licht nodig. Het duurt niet lang, verwacht de branche, voordat xenon helemaal vervangen is door gallium. Een andere sector die omschakelt is de glastuinbouw, een sector waarin


Periodiek systeem

ZO WERKT EEN LED

UIT CHINA

Een led is een elektronische schakeling. In zeer dunne lagen halfgeleidermateriaal wordt stroom direct omgezet in licht: elektroluminiscentie. De gebruikte halfgeleidermaterialen zijn altijd een combinatie van elementen uit groep 13 (aluminium, gallium, indium) en groep 15 (stikstof, fosfor, arseen en antimoon) van het periodiek systeem. De meest gebruikte zijn: InGaN, AlInGaP en AlGaAs. Gallium speelt dus een hoofdrol; het is ook vaak de goedkoopste materiaalkeuze. Elke led telt in ieder geval drie lagen van deze halfgeleidermaterialen, elk enkele honderden nanometers dun. Ze worden op elkaar gedampt, net als bij computerchips. De eerste halfgeleiderlaag (n-type) is rijk aan ‘losse’ elektronen. Dat komt omdat de stof ‘gedoopt’ is. Er zijn kleine hoeveelheden silicium of germanium aan de laag toegevoegd: elementen uit groep 14 met net één elektron meer in de buitenste schil dan het bulkmateriaal. De ‘vreemde’ moleculen passen zich aan aan hun omgeving. Maar om in het kristalrooster te passen, zal het extra elektron gaan rondzwerven. De derde laag (p-type) is ‘tegengesteld’ aan de eerste. Deze laag is gedoopt met zinkatomen uit groep 12, die juist een elektron minder bezitten. Zo ontstaan er positieve ‘gaten’. Wanneer er stroom door de schakeling loopt combineren gaten en elektronen in de tussenliggende, ongedoopte laag. Dat levert energie op die vrijkomt als licht. Door slim te spelen met de hoeveelheid doping, combinaties van elementen en lagen lukt het om alle kleuren licht te produceren, van rood tot violet.

De ledrevolutie verdubbelde de afgelopen tien jaar de wereldwijde vraag naar gallium tot circa 400 duizend kilo. Het metaal komt niet in pure vorm voor in de bodem, maar schuilt in kleine hoeveelheden (50 parts per million) in zink- en aluminiumertsen. Het wordt dan ook vooral gewonnen als bijproduct van aluminium. Een kilo kost momenteel zo’n 270 euro. Australië, het Afrikaanse Guinee en China bezitten de grootste bekende voorraden van het element. En de United States Geological Survey (USGS) schat de winbare hoeveelheid op 560 miljoen kilo gallium. De wereld kan dus nog honderden jaren vooruit. Desondanks prijkt gallium op de lijst critical raw materials van de EU. Dat komt omdat China momenteel hoofdleverancier is. Australië mijnt het metaal niet meer. Andere leveranciers zijn Duitsland, Oekraïne en Kazachstan. China levert ruim 73 procent van het gallium dat Europa gebruikt. Omdat het land een beruchte reputatie heeft op het gebied van grondstoffenpolitiek, staat gallium te boek als ‘kritiek’. Want wanneer China besluit de productie te beperken, kan er een tekort ontstaan. ‘Bedrijven doen er goed aan een voorraad op te bouwen of op een andere manier te anticiperen op een mogelijk tekort of sterke prijsstijging’, aldus de EU.

Nederland geldt als koploper en innovator. Nederland is zelfs de tweede grootste exporteur van groenten en fruit, terwijl we qua oppervlak ‘miniem’ zijn. De sector schat dat leds de energiekosten van kassen tot 60 procent zullen verlagen. De meeste kassen worden nu verlicht met hogedruk-natriumlampen, net als de klassieke flitser een gasontladingslamp. De lampen zorgen ’s avonds voor een oranje gloed over het Westland. Maar de toekomst is roze! Natriumlampen stralen een breed kleurenspectrum aan licht uit, van infrarood tot violet. Maar planten benutten niet al dat licht, bladeren reflecteren bijvoorbeeld al het groen licht (daarom zijn ze groen). Ledlampen hebben een smaller spectrum. Een ‘witte’ led bestaat altijd uit een combinatie van rode, blauwe en groene lichtpunten. In kassen kiezen telers voor een combinatie van blauw en rood. Groen is immers overbodig. Zo krijgen planten precies het licht wat ze nodig hebben om te groeien en bloeien. In het donker is de ledverlichte kas daarom roze.

Verticale landbouw

Een groot voordeel van de led is dat de lamp niet heet wordt, maximaal 27 graden versus ruim 300 graden voor een natriumlamp. Dat betekent dat er minder koeling nodig is in de kas, maar ook dat lampen dichter boven (en eventueel ook naast) planten kunnen hangen. Dat heeft experimenten met verticale landbouw aangejaagd: het gestapeld kweken van gewassen in ‘voedselflats’. Een futuristisch idee dat vooral op plekken waar grond schaars en duur is, zoals in miljoenensteden, kan aanslaan. Voordelen zijn de lage transportkosten, minimaal gebruik van water, nutriënten en pesticiden, en onafhankelijkheid van het weer of seizoen. Wanneer wind-, water- of zonne-energie zorgen voor de stroom, is verticale landbouw ook een zeer duurzame manier van voedselvoorziening. In Amsterdam experimenteert het bedrijf GROWx met verticale landbouw. Het levert zo’n twintig verschillende kiemgroentes (broccoli, mosterd, basilicum, et cetera) aan specialiteitenrestaurants in de stad.

SPAARLAMP OF LED? Bekend is dat de ledlamp veel zuiniger is dan een gloeilamp of halogeen. Maar hoe zit het met de spaarlamp? MilieuCentraal meldt dat de fluorescentielamp (tl- en spaarlamp) ongeveer even zuinig met stroom is, maar een led gaat twee- tot driemaal langer mee. Ook wordt de led als duurzamer gezien omdat een spaarlamp giftig kwik bevat. Toch bevatten ook leds kleine hoeveelheden schadelijke metalen, zoals lood en arseen. Geeft een ledlamp na een tiental jaar de geest, dan hoort hij dus niet bij het restafval maar in de bak voor klein elektronisch afval.

Door met licht te ‘spelen’ kunnen telers de groei van gewassen ook sturen. Bij veel rood licht schieten planten vooral in de lengte uit om de zon te bereiken; ze denken in de schaduw te staan. Bij meer blauw licht gaan planten juist in de breedte groeien om zoveel mogelijk licht op te vangen. Ook smaak en vitamine- e januari 2019 Chemie Magazine 29


STERREN BOVEN CHEMELOT

FOTO: ANP

In 2018 maakte ook industriecomplex Chemelot bij Geleen de omslag naar ledverlichting. Dat betekende meer dan de circa 20.000 ‘peertjes’ verwisselen. Op een industrieel complex gelden uiteraard speciale veiligheidseisen. De verlichting moet extra robuust zijn, vonkvrij, zuurresistent en betrouwbaar. Er is gekozen voor ‘slimme’ verlichting. Elke lamp bevat draadloze sensoren die ‘zien’ of lampen in de buurt branden, of het omhulsel schoon is en de lamp zelf de juiste hoeveelheid licht levert. De ledverlichting is ontworpen door een gespecialiseerd bedrijf, PSPL, en het licht wordt nu geleased door de bedrijven van het servicebedrijf. Chemelot baadt nu ’s nachts niet langer standaard in een zee van licht. Lampen zijn aan waar en wanneer dat nodig is. En springen bij een alarmmelding uiteraard automatisch aan. De omslag naar led spaart energie uit, maar voorkomt ook lichtvervuiling. ‘De sterrenhemel is weer zichtbaar’, stelt Chemelot.

VERDWIJNENDE EN BUIGENDE LEPEL

Ledlampen zijn niet alleen zuiniger, maar ook compacter, veiliger, minder kwetsbaar en snel en eenvoudig te variëren in kleur

30 Chemie Magazine januari 2019

FOTO: SITECH

Gallium is een zilverwit metaal. Het element werd in 1875 ontdekt door de Franse chemicus Paul-Émile Lecoq de Boisbaudran. Dmitri Mendelejev, grondlegger van het periodiek systeem der elementen, had het bestaan zes jaar eerder voorspeld. Zijn systeem vertoonde namelijk een ‘gat’ voor een metaal lijkend op aluminium en net wat zwaarder dan zink. Zuiver gallium is een van de weinige stoffen die uitzetten bij stollen en gallium is het enige metaal dat ‘smelt in je hand’ (smeltpunt: 29,4 graden Celsius). Een bekende grap is de theelepel van gallium. Wie ermee roert, ziet de lepel in de thee verdwijnen. Gallium is niet giftig en heeft voor zover bekend geen enkele biologische functie. Het metaal wordt vooral toegepast in elektronica, in leds, lasers en zonnecellen, maar zit ook in thermometers als alternatief voor kwik. Een lepel van (gedeeltelijk) gallium is mogelijk de verklaring voor het buigen van lepels door Uri Geller.

gehaltes blijken beïnvloedbaar. Zo teelde Wageningen UR al tomaten met extra vitamine C door ze bij te lichten. Wereldwijd experimenteren tuinbouwonderzoekers en lampontwikkelaars nu welke invloed verschillend ledlicht heeft om tot een optimaal ‘lichtrecept’ te komen voor een gewas. Overigens heeft ook een andere groep de led-ontwikkeling opgepikt: de wiettelers. Je stroomverbruik valt minder op, je kunt stapelen, smeltende sneeuw verraadt je wietzolder niet en ook hier kan het juiste licht opbrengst en smaak verbeteren. In de showbusiness is voor sommige presentatoren de omschakeling

naar ledlicht wel even wennen, vertelt Beekhuizen van Light-H-art. “Anderen vinden led juist prettiger. Het is een beetje een kwestie van smaak.” Maar je kunt toch precies hetzelfde licht maken? “Technisch gezien inderdaad. En toch zie ook ik meteen of er met led of conventioneel licht wordt gewerkt. Het is moeilijk een vinger op te leggen waar dat in zit. Maar geef mij maar led. Niet alleen omdat het duurzamer is, je kunt er veel meer mee spelen. Als je een gloeilamp dimt, wordt het licht warmer. Bij een ledlamp kun je kiezen: minder licht van dezelfde kleur of net als bij die gloeilamp een tikje warmer.” p


Wil jij werken aan een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Voor ieder onderwerp komt er een professional uit het vakgebied, boeiende praktijkverhalen en veel kennis worden gedeeld. Zo leer je echt wat procesveiligheid is!

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid • Uitvoering grote projecten/turn arounds • Procestechnologie en installaties • Processchema’s, P&ID’s

• Externe veiligheid/BRZO/PGS6 • Kwalificeren en kwantificeren van risico’s

• Mechanische veiligheid, PED • Maintenance • Consequentie kwantificering (QRA, Safeti)

• Explosies • Gevaarlijke stoffen • Incidentenonderzoek

• Instrumentele beveiliging

• ATEX

Data: 14, 21, 28 maart, 4, 11 april, 16, 23 mei

Schrijf je snel in, deze docenten wil je echt niet missen!

en het tentamen is gepland op 20 juni 2019.

T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl

PHOV_180601_Adv Procesveiligheid_185x130_wt.indd 1

15-10-18 13:18


32 Chemie Magazine januari 2019


Human capital

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die een chemieopleiding hebben gedaan en nu in de chemie werken.

Janine de Witte

1

Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam? Ik ben Janine de Witte en werk bij Arkema als opleidingscoördinator. We maken hier uit monomeren zo’n vijftien categorieën polymeren. Dat zijn slagvastheidsverbeteraars voor pvc. Een plastic bekertje moet je kunnen inknijpen, een bankpas moet meebewegen, een kunststof kozijn juist niet. Daar maken wij de pvc-additieven voor. Er zijn twee categorieën operators die hier in dienst komen: leerlingen die op een roc de opleiding procestechniek volgen en hier intern worden opgeleid, en mensen met een diploma die hier een programma doorlopen om als allround operator te werken. Ik coördineer alle vakopleidingen die wij geven aan deze aankomende operators, zoals over brandveiligheid, hogedrukreiniging en flenzen monteren. Ook geef ik met een collega opleidingen over veiligheid, heftruck rijden en processen in de fabriek. Ik richt me dan op de chemie, mijn collega doet de techniek.

OPLEIDINGSCOÖRDINATOR BIJ ARKEMA

WERKEN MET TEGENZIN? DAT NOOIT

Tekst: Inge Janse

3

FOTO’S: PAUL VAN BUEREN

Drie weken. Zo lang dacht Janine de Witte bij Arkema te blijven. Nu, vijftien jaar later, wil de opleidingscoördinator niet meer weg. “De grootste beloning is om het resultaat te zien: iemand die supertrots is op het diploma dat-ie heeft gehaald.”

2

Wat vertel jij je zoon als hij vraagt wat voor werk je doet? Ik ben een soort juf die mensen lesgeeft over het werken in een fabriek. Ook neem ik soms toetsen af, zoals voor rijden op een heftruck. Als juf kijk ik wat iemand nog voor opleidingen moet volgen. De leidinggevenden zijn verantwoordelijk voor de opleiding, en ik help daarbij. Collega’s noemen me ook zo: juffrouw Janine. Hoe ben je in deze baan terechtgekomen? Ik groeide op in Heinkenszand en was geen echt meisje-meisje. Ik droeg nooit makeup en had genoeg aan twee truien en twee broeken. Kleding en uiterlijk interesseren me gewoon geen fluit. Ik knapte liever fietsen op, timmerde dingen in elkaar van hout, bouwde vlotten, klom in bomen, zat op de scouting, stookte fikkie. Ik ging naar het vwo, maar kon geen vreemde talen, en stapte daarom e januari 2019 Chemie Magazine 33


‘Collega’s noemen me juffrouw Janine’ NAAM Janine de Witte. LEEFTIJD 40 jaar. WOONPLAATS Serooskerke. HUWELIJKSE STAAT Getrouwd. KINDEREN Twee zonen, een van 13 (een bèta, zit op een tweetalig atheneum) en een van 10. OPLEIDINGEN Hbo Chemie (Hogeschool Zeeland, 2000-2005), havo (Buys Ballot College Middelburg, 1995-2000). NEVENACTIVITEITEN Janine is leidinggevende bij de jeugdclub van Serooskerke. Ze was eerder ook actief in de kerk en op de basisschool, maar is daarmee gestopt vanwege haar opleiding. “Voorheen zei ik op driekwart van alle vragen ‘ja’, en nu zeg ik op bijna alles ‘nee’.” WERKGEVERS Opleidingscoördinator bij Arkema (2006-heden), coördinator veiligheidsproject bij Arkema (2005), laborant bij Arkema (2000-2004).

over naar de havo. Daar koos ik voor alle bètavakken. Scheikunde vond ik het leukst. Vooral het onderzoek trok me. Als ik dit nou bij dat gooi, wordt het dan wat ik denk dat het wordt? Op het Hoger Laboratorium Onderwijs koos ik voor milieu- en analytische chemie. Het ontwerpen van methodes om iets te kunnen meten vond ik het meest interessant. Via een uitzendbureau kreeg ik werk bij Arkema als laborant. Ik dacht: ik wil geen laborant zijn, dus ik doe dit drie weken, daarna heb ik wel wat anders. En nu ben ik hier vijftien jaar verder. Eerst vijf jaar als laborant. Daarna mocht ik een veiligheidsproject coördineren, en van daaruit ben ik verder gerold naar opleidingscoördinator. Daar stuurde ik niet heel bewust op, het is gewoon toevallig zo gebeurd. Wel is het zo dat de kansen die op mijn pad lagen, bewust door mij zijn opgepakt. 34 Chemie Magazine januari 2019

4

Wat vind je zo leuk aan wat je doet? Het allerleukste is het begeleiden van leerlingen die wat meer moeite hebben. Ik praat met ze, help ze verder, achterhaal waar het échte probleem zit. Is de theorie te moeilijk voor je, of zit je liever in het café dan met je neus in de boeken? Of heb je een lastige gezinssituatie? Ik vraag ook vaak hoe iemands vakantie was. Dat wil ik echt weten én het zorgt ervoor dat ze niet denken: getver, mijn opleiding loopt weer niet goed, want Janine komt eraan lopen. Als het goed gaat, dan zijn zij na vier jaar niet meer zo groen als gras, maar halen ze helemaal trots hun operatordiploma. Dat doen ze natuurlijk zelf. Mijn bijdrage is het motiveren en coachen. De grootste beloning is om daar het resultaat van te zien: iemand die supertrots is op het diploma dat-ie heeft gehaald. Daar word ik heel blij van. Maar soms kan dat coachen ook leiden tot een gesprek waarin duidelijk wordt dat iemand de verkeerde keuze heeft gemaakt. Dan moeten we naar iets anders kijken. Kan dat niet hier, dan zorgen we dat ze ergens anders ondergebracht worden.

5

Op welke eigen prestatie ben je het meest trots? Ga jij nou een Zeeuw vragen waar ze trots op is? Dat zeggen we echt niet over onszelf. Nou, oké. Ik ben trots op hoe mijn directe collega’s en ik zaken aanpakken als er iets geregeld moet worden. Wie kan wat doen, waar kunnen we elkaar helpen? Is hier iets onduidelijk, dan ga ik altijd naar mijn collega’s toe om te vragen wat er aan de hand is en hoe we verder kunnen komen. Ik weet ook van bedrijven waar mensen dingen afschuiven. Dan moet je elke dag met pijn in je buik naar je werk toe. We hebben binnen de HR-afdeling ook veel aandacht voor de menselijke kant. Heeft iemand problemen

thuis, dan snappen we dat een opleiding volgen even lastig is. We kunnen wel boos worden op elkaar, maar daar redden we het totaal niet mee. Laten we daarom kijken wat we voor die ander kunnen doen.

6

Wat is hét verschil dat je de komende tijd wilt maken? Ik volg een opleiding, inclusief stage, om les te geven in het onderwijs. Ik wil er zo achter komen of ik dat leuk vind. Er kwam uit de techniekopleidingen in Zeeland een oproep voor docenten, want die zijn er hier heel weinig. Met wat subsidie kan ik een hybride techniekopleiding volgen, om te kijken of ik naast mijn werk een aantal uren kan lesgeven. Zo krijg je mensen voor de klas die techniek ademen. Zowel mijn leidinggevende als mijn man zei: als dit is wat je in de toekomst wilt doen, dan moet je er nú in springen. Dat klopt, een kans komt nooit gelegen. Ik geef bij Arkema natuurlijk al vaak instructies aan groepen. Nu leer ik hoe ik mensen nog beter kan benaderen, waar ik op moet letten en hoe ik me tussen hen opstel. Ik vertel nu bijvoorbeeld altijd vooraf bij een les wat we gaan doen en wat de leerlingen aan het einde kunnen. Ik dacht voorheen altijd: ja da-ag, daar komen we aan het eind van de les wel achter. Ga maar zitten, het duurt acht uur, en om half vier maak ik je wakker (lacht). Op deze manier weet een leerling veel beter waar hij aan toe is. Daar reageren ze heel goed op.

7

Wat levert je werk je op? Ik krijg maandelijks tussen de 1600 en de 1800 euro op mijn bankrekening gestort, voor drie dagen werk per week. Dat is prima. Ik heb ook geen idee wat normaal is voor de baan die ik doe, dat heb ik echt nooit uitgezocht. Wil ik deze baan ergens anders doen, dan moet ik richting Rotterdam of Brabant, en daar zit veel reistijd aan vast. Dat heb ik totaal niet over voor


Human capital Janine de Witte: ‘Het allerleukste is het begeleiden van leerlingen die wat meer moeite hebben.’

een hoger salaris. Ik wil hier ook niet weg. Ik heb het hier goed naar mijn zin en heb heel leuke collega’s. Ook kan ik mijn werk doen op een manier waar ik me goed bij voel en die bij me past. Ik ga nooit met tegenzin naar mijn werk. Ik denk altijd tijdens de rit ernaartoe: leuk, wat moet ik nog regelen en wie ga ik spreken? Natuurlijk is niet alles leuk, en natuurlijk heb ik het soms hartstikke druk. Maar tegenzin? Dat nooit.

8

Aan welke normale producten lever jij een bijdrage? Aan plastic bekertjes die kunnen terugveren als je ze inknijpt, kunststof kozijnen die juist totaal niet meegeven, en de dunne laag pvc op je bankpas waardoor deze een beetje meebuigt in je broekzak. Ook aan elektriciteitspijpen, bermpaaltjes, stofzuigers, bumpers en het binnenwerk van auto’s.

9

Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet? Niets. Arkema is een heel leuk bedrijf om voor te werken. Door de menselijke factor, waar veel oog voor is. En de vrijheid die je krijgt om door te groeien. Ik wil nu nog geen docent zijn. Ik wil eerst nog veel groeien. Bovendien bevat het docentschap veel meer dan alleen lesgeven. Je moet ook om kunnen gaan met de kritiek van ouders en er komt een hele papierwinkel bij kijken. Daar zou ik alleen maar moe van worden.

10

Hoe zie je jezelf over tien jaar? Dan hoop ik docent te zijn, het liefst op een mbo. Lesgeven over de praktijk vind ik het leukst. Dat moet wel in de regio zijn, vanwege de reistijd. Ik wil daarbij met één been in het bedrijfsleven blijven staan. Bijvoorbeeld twee dagen in de week in het onderwijs en één dag bij Arkema. In die combinatie geloof ik heel erg. p

?

WIE IS JANINE NAAST HAAR WERK?

Janine sport veel, zoals hardlopen (ze doet met collega’s mee aan de 10-kilometer-businessloop van de Marathon Rotterdam) en zwemmen. Verder gaat ze veel met haar gezin naar het strand (inclusief hond) of de film (met als favorieten The Minions en de Harry Potter-serie). Janine leest ook veel, ongeacht genre. Eén serie heeft niettemin haar specifieke voorkeur: “Harry Potter heb ik zeven keer gelezen. En ik lees die boeken nu weer voor aan de jongens.”

januari 2019 Chemie Magazine 35


FOTO: SHUT TERSTOCK

36 Chemie Magazine januari 2019


Sector

COSMETICAPRODUCTEN NIET MEER WEG TE DENKEN UIT ONS LEVEN

‘HET IS EEN EERSTE LEVENSBEHOEFTE’ Polyglyceryl-20 hexacaprylate. Zomaar een stof die kan voorkomen in een cosmeticaproduct. Het is een ingrediënt die de oplosbaarheid en een gelijkmatige verdeling bevordert. Maar bij de consument kan de chemische naam heel andere associaties oproepen. Daarom heeft de Nederlandse Cosmetica Vereniging het boek Zeker in cosmetica uitgebracht, dat van 23.000 cosmetica-ingrediënten de functies vermeldt. Tekst: Igor Znidarsic

O

p de verpakking van een voedingsproduct staan altijd de ingrediënten en hun hoeveelheden vermeld. Diezelfde wettelijke verplichting geldt voor cosmeticaproducten. De ingrediënten daarin hebben voor de doorsneeconsument echter veelal onbegrijpelijke namen zoals polyglyceryl-20 hexacaprylate of palmitoyl octapeptide-27 amide. “Dat kan voor een niet-chemicus eng klinken en een bepaalde chemofobie voor onze producten opwekken”, zegt Ronald van Welie, directeur van de Nederlandse Cosmetica Vereniging (NCV). Daarom heeft de NCV het boek Zeker in cosmetica uitgebracht. Daarin staan bijna alle cosmeticaingrediënten vermeld met hun INCInamen (International Nomenclature Cosmetic Ingredient) en hun functies, zoals gelvormer, oplosmiddel of pH-regelaar. “Het is misschien wat ouderwets, een papieren boek,” zegt Van Welie, “maar we merken dat mensen het erg waarderen.” In de recente derde editie zijn bijna 23.000 ingrediënten opgenomen,

ruim drie keer zoveel als in de vorige uitgave. Dat de lijst niet volledig actueel is komt doordat er geregeld ingrediënten aan de lijst worden toegevoegd. De informatie is overigens ook te vinden op de NCVwebsite (www.ncv-cosmetica.nl/cosmetica/samenstelling-en-ingredienten).

Risicobeoordeling

Cosmeticaproducten hebben nog iets gemeen met voedingsproducten: strenge eisen op het gebied van veiligheid. ‘Cosmetische producten mogen de gezondheid van de mens niet schaden wanneer zij onder normale of redelijkerwijze te voorziene gebruiksvoorwaarden worden aangewend’, aldus de Cosmeticaverordening, die sinds 2013 van toepassing is in alle EU-lidstaten. Het uitgangspunt is dat cosmetica veilig te gebruiken moet zijn. De veiligheid van de individuele stoffen en van het eindproduct moet getest en beoordeeld worden door een daartoe deskundig persoon, zoals een toxicoloog. Hieruit volgt een risicobeoordeling, die wordt toegevoegd aan

het Product Informatie Dossier. Dit document moet altijd beschikbaar zijn voor de nationale autoriteiten. In Nederland let de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op de veiligheid van cosmeticaproducten. Het doel van de ingrediëntenlijst op het etiket is de consument informeren over de samenstelling van het product. Dit kan nuttig zijn wanneer iemand bijvoorbeeld gevoelig is voor een bepaalde stof. “Door de verplichte ingrediëntenlijst is wel een duidelijke chemische referentie gecreëerd”, zegt Van Welie. “Mensen zien nu dat cosmetica is samengesteld uit chemische stoffen. Vandaar onze publicatie Zeker in cosmetica.”

Emotiemarketing

In de wetgeving is ook vastgelegd wat een fabrikant wel en niet mag claimen. Van Welie: “Als je een claim doet, bijvoorbeeld dat een product een bepaald effect heeft op het haar, moet je die claim in het Product Informatie Dossier onderbouwen en vermelden waar het e januari 2019 Chemie Magazine 37


ZWART SCHAAP

De verplichte ingrediëntenvermelding op elk product brengt volgens Van Welie ook een nadeel met zich mee. “Als er iets te doen is over een bepaalde stof, komen de ngo’s vaak als eerste bij ons terecht, omdat het bij ons zo zichtbaar is dat we dat ingrediënt gebruiken. Een andere tak van de industrie kan diezelfde stof in veel grotere hoeveelheden gebruiken, maar dat is niet altijd zichtbaar. Daardoor zijn wij vaak het zwarte schaap. Neem mica. De auto-, de metaal- en de elektrische-geleidersindustrie gebruiken heel veel mica. Wat de cosmetische industrie aan mica gebruikt is maar een fractie daarvan. Toch ligt de focus rond de problemen van de winning bij ons.” Een ingrediënt waar sinds enkele jaren veel om te doen is zijn microplastics, minuscule kunststof bolletjes. Die zijn bij de leden van NCV sinds 2012 helemaal uitgefaseerd. Het is nu aan het Europees Chemicaliënagentschap (ECHA) om de definitie van microplastics te bepalen, zodat het gebruik in cosmetica daarna kan worden gereguleerd (verboden). “Maar het milieu schiet daar niet veel mee op”, zegt Van Welie. “Uit de Europese milieurapporten blijkt dat wij de kleinste bron van microplastics waren. Andere bronnen zijn veel groter dan wij ooit geweest zijn, zoals autobanden, vezels en kunststofpellets. Het wordt tijd dat ook die industrieën hun verantwoordelijkheid nemen.”

Het boek Zeker door cosmetica is met name bedoeld voor Tweede Kamerleden. Van Welie: “Er wordt te makkelijk geroepen om bepaalde stoffen te verbieden. Zonder conserveermiddelen bijvoorbeeld kun je onze producten niet maken. Omdat ze nu eenmaal werkzaam zijn, is er altijd een kleine kans dat bij iemand een huidreactie optreedt. Gelukkig maken we zoveel verschillende producten dat je makkelijk een product kunt kiezen waar dat middel niet in zit. Met dank aan de ingrediëntendeclaratie.” 38 Chemie Magazine januari 2019

‘Fluoridering van tandpasta heeft bijgedragen aan betere mondzorg en zonder zonnecrème verbrand je in de zon’ bewuste onderzoek te vinden is. Het is aan de fabrikant hoe hij zaken onderzoekt en onderbouwt, maar de claim moet wel kloppen. Je mag geen onwaarheden vertellen. Natuurlijk zoeken fabrikanten weleens de grens op. Cosmetica is nu eenmaal ook emotiemarketing. Je wilt rond een product ook een bepaald gevoel creëren. En dan worden er in reclame-uitingen weleens uitspraken gedaan of situaties gecreëerd waarvan je je kunt afvragen of het niet te ver gaat. Het is wat mij betreft onderdeel van gezonde marketingstrategie.” Overigens kan de NVWA claims onderzoeken, al ligt de prioriteit van hun werk vooral bij de veiligheid van producten. Daarnaast kan elke consument die een claim wantrouwt een melding doen bij de Reclame Code Commissie. Volgens Van Welie gebruikt de cosmetica-industrie van alle afnemers van de chemische industrie de meeste verschillende grondstoffen. Die worden toegepast in de deelmarkten geuren, decoratieve cosmetica, haarverzorging, huidverzorging, mondverzorging, bad- en doucheproducten, deodorant, zonneproducten, zeep en scheerproducten. Bijna elke Nederlander gebruikt dagelijks minstens zeep, tandpasta, deodorant en shampoo. Een trend is dat mannen meer hun eigen producten gebruiken, met name voor de huidverzorging. “Daarnaast hechten mensen meer belang aan duurzame, verantwoordelijk gemaakte producten, en producten met een plantaardige oorsprong”, aldus Van Welie. De consumentenbestedingen aan cosmetica in Nederland bedroegen in

2016 2,8 miljard euro. “We verkopen producten die doen wat ze beloven”, zegt Van Welie. “Als je je handen wast met zeep worden die hygiënischer, als je je tanden poetst met tandpasta worden die schoner, en het is beter voor je huid en je haar als je die verzorgt. Fluoridering van tandpasta heeft bijgedragen aan betere mondzorg. En vergeet zonnecrème niet. Zonder verbrand je in de zon, met alle risico’s van dien.” Daarnaast verkoopt de cosmetica-industrie ook zoiets als een gevoel. “Een beter gevoel over jezelf. Het zelfvertrouwen van mensen neemt toe als ze goed verzorgd voor de dag komen.”

Zelfvertrouwen

Uit een onderzoek van Cosmetics Europe onder 4116 consumenten in tien EU-lidstaten blijkt dat cosmetica daadwerkelijk het leven verbetert. Meest waardevol aan cosmetica is de bijdrage aan gezondheid en persoonlijke hygiëne, die het meest bepalend zijn voor de kwaliteit van leven. Verder dragen cosmeticaproducten bij aan ons zelfvertrouwen en helpen zij ons zeker te voelen in sociale situaties. Uit een onderzoek onder jongeren in 2016 van de Duitse cosmeticavereniging blijkt dat 96 procent cosmetica gebruikt om zich veiliger te voelen, 64 procent om negatieve aandacht te voorkomen en 53 procent wil zich een ‘jonge vrouw’ of ‘jonge man’ voelen. “Voor je persoonlijke uitstraling kun je niet meer zonder cosmetica”, zegt Van Welie. “Het is een eerste levensbehoefte. Haal al die cosmeticaproducten maar weg … Menigeen zou zijn huis niet meer uit komen.” p


Goede voornemens om te groeien in 2019? Ja, het is weer de tijd van het jaar om terug te kijken en vooruit te plannen. Wat zijn uw plannen voor 2019: groeien, nieuwe landen en markten? Hoe zorg je er voor dat je goed met alle regelgeving omgaat in andere landen, op het gebied van industriĂŤle chemicaliĂŤn, biociden, gewasbeschermingsmiddelen, voedselcontact materialen, etc. U kunt proberen om al die regelgeving zelf bij te houden, of bij een expert neer te leggen. Met kantoren in 7 Europese landen en in China, Thailand, Zuid Korea, Japan, Taiwan en de VS, kunnen we dit voor u met onze partners wereldwijd organiseren. Met bijna 600 mensen, bieden wij een enorme capaciteit, een breed scala aan expertise en vele jaren ervaring. Wilt u vrijblijvend een orienterend gesprek voeren, neem dan contact met ons op om te bespreken wat uw behoeftes zijn en wat knoell voor u kan betekenen. Wetgeving is complex. Waarom zou u dat niet uitbesteden aan een deskundige partner?

Veilig werken met VAPRO

Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels bijna 600 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals als voor het midden en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met: Knoell NL B.V., Wageningen Danny Haacke Tel +31 (0)317 466 805 info@knoell.com www.knoell.com

VAPRO heeft een breed palet aan veiligheidstrainingen. Van ATEX trainingen tot aan de door Hobeon gecertificeerde OVK en MVK opleiding. Onze trainingen bieden een uitdagende mix van theorie en praktijk en zijn gericht op de werkvloer. Zo verbeter je met enkele stappen de veiligheidscultuur binnen je bedrijf en maak je de vertaalslag van beleid naar praktijk. Nieuw: onlangs is het aanbod van VAPRO uitgebreid met elektrotechnische veiligheidstrainingen. Deze trainingen worden onder andere gegeven in onze practicum locatie in Woerden. Momenteel bestaat ons aanbod uit de NEN3140 en NEN3840. Deze training is ook door ILT gecertificeerd voor zeevarenden.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Kijk op www.vapro-trainingen.nl

VAPRO17_068 Adv 185x130.indd 1

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

11/01/17 09:36


AUPING EN DSM-NIAGA LANCEREN VOLLEDIG CIRCULAIRE MATRAS Koninklijke Auping en DSM-Niaga hebben een modulair ontworpen matras ontwikkeld waarvan elk onderdeel eenvoudig is te scheiden van de rest en volledig recyclebaar is voor hergebruik in een nieuwe matras. De eerste circulaire matrassen zijn eind vorig jaar in gebruik genomen door Landal GreenParks. Vanwege de complexe samenstelling van aan elkaar gelijmde materialen zijn matrassen moeilijk te recyclen. In Nederland worden elk jaar 1,5 miljoen matrassen weggegooid, in Europa 35 miljoen. Doordat producenten van matrassen meer inte-

40 Chemie Magazine januari 2019

resse hebben in recyclen, is de vraag naar circulaire ontwerpen met minder complexe materialen en nieuwe manieren om de verschillende lagen op omkeerbare wijze te verbinden toegenomen. Samenwerking tussen Auping en DSM-Niaga heeft nu geresulteerd in een modulair ontworpen, volledig recyclebare matras, bestaande uit zes componenten. Dankzij een speciale lijm die met magnetron- of infraroodstraling ‘losgeklikt’ kan worden, en doordat het schuim is vervangen door polyestervezels, kunnen de componenten afzonderlijk vervangen en gerecycled worden.


Uitgelicht

“In de loop der tijd is onze focus verschoven van het product naar de service die we elke dag bieden: een goede nachtrust”, zegt Auping-CEO Jan-Joost Bosman. “Dit ging samen met uitdagingen op het gebied van design, zoals de luchtstroom door de matras, het vervangen van verouderde onderdelen en de invloed van de verschillende elementen op onze slaap en gezondheid.” Daar is nu in samenwerking met DSM-Niaga circulariteit bij gekomen. Kelly Hall, managing director van DSMNiaga: “Bewust van het feit dat de meeste matrassen eindigen als afval, hebben we onze kennis van materialen samengebracht met het streven van Auping naar kwaliteit en comfort.”

Het momenteel beschikbare standaardmodel matras is vooral geschikt voor hotels. Later komen er ook consumentenmodellen. De prijs is volgens Auping niet veel hoger dan van een traditioneel matras. Auping werkt al 130 jaar aan oplossingen op het gebied van slaap. Duurzaamheid, design en innovatie staan daarbij centraal. DSM-Niaga heeft de missie om dagelijkse producten opnieuw vorm te geven vanaf de basis, met als doel dat ze eenvoudig en betaalbaar te recyclen zijn. p

januari 2019 Chemie Magazine 41


SYNTHETISCHE OLIE UIT CHEMISCHE RECYCLING ALS GRONDSTOF VOOR KUNSTSTOF

SABIC GAAT AFVALPLASTIC ‘KRAKEN’ IN GELEEN

SABIC investeert in een proeffabriek waar afvalplastic van lage kwaliteit wordt omgezet in synthetische olie. Die olie dient vervolgens als alternatieve grondstof voor de kraker op Chemelot om nieuwe kunststoffen mee te produceren. Tekst: Henk Engelenburg

D

e eerste chemische-recyclingfabriek in Nederland voor de productie van grondstoffen uit plastic afval gaat begin 2021 van start op het Chemelotterrein in Geleen. Petrochemieconcern SABIC, de Britse pionier in chemische recycling Plastic Energy en het Nederlandse waste-to-productbedrijf Renewi hebben dit recent bekendgemaakt. Frank Kuijpers, algemeen directeur duurzaamheid van SABIC, stelt dat het initiatief het streven van SABIC onderstreept om bij te dragen aan het terugdringen van plastic-afvalstromen en de uit-

42 Chemie Magazine januari 2019

stoot van broeikasgassen. Het gaat om plastic afval dat nu wordt verbrand of gestort omdat er vanwege de lage kwaliteit en de gemengde samenstelling nog geen circulaire optie voor bestaat. De toekomstige fabriek biedt dat alternatief wel: de installatie gaat het door Renewi aangeleverde plastic afval verwerken op basis van een pyrolysetechnologie van Plastic Energy, waarbij het plastic onder hoge druk en bij hoge temperatuur in een zuurstofarme ruimte wordt gesmolten en wordt afgebroken tot een synthetische olie. Die wordt vervolgens opgewaardeerd tot grondstof voor

de stoomkraker van SABIC voor de productie van nieuwe kunststoffen.

Capaciteit

De twee fabrieken van Plastic Energy in Spanje staan model voor de installatie in Geleen, die ter plekke zal worden geïntegreerd met de kraker van SABIC. De productiestart is voorzien in het eerste kwartaal van 2021. Kuijpers spreekt van een investering van 10 tot 100 miljoen euro: “We maken onze werkelijke investeringsbedragen nooit openbaar.” De installatie krijgt een verwerkingscapaciteit van 20 kiloton plastic en levert 15 kiloton bruikbaar


Circulair

‘Wij zien dat de inzet van de synthetische olie bedrijfseconomisch rondrekent, mits op grote schaal geproduceerd’

materiaal voor de kraker. Besluiten over het verder opschalen worden op basis van de eerste ervaringen genomen. Duurzaam geproduceerde producten zijn doorgaans duurder dan ‘fossiele’ en dan wil de markt die niet. Hoe zit dat met de synthetische olie? Kuijpers: “Wij zien dat de inzet van de synthetische olie bedrijfseconomisch rondrekent, mits op grote schaal geproduceerd.” Het proces zal 2 kilogram CO2-uitstoot per kilogram plastic besparen, een berekening die is geverifieerd door de TU Delft, aldus Kuijpers. “Als we uiteindelijk ongeveer de helft van onze totale grondstofbehoefte op deze wijze voeden, compenseren we onze eigen emissies van broeikasgassen. Maar daar zitten we natuurlijk nog lang niet.” Komt het ooit zover? In hoeverre zal de synthetische olie het huidige nafta kunnen vervangen? “Substantieel wordt mogelijk,” aldus Kuijpers, “we kunnen een heel eind komen. We nemen nu 3 miljoen ton nafta in voor onze krakers. We denken dat we daarvan tot 10 procent, ofwel 300 kiloton, in de komende tien jaar zouden moeten kunnen vervangen door synthetische olie. Hoe het dan verder gaat, is afhankelijk van onder meer de ontwikkeling van nieuwe technologieën.”

Verkenningen

Kuijpers beschouwt de komst van de installatie als “een eerste belangrijke stap”. In de toekomst zal de inzet van chemische recycling moeten worden versneld, zodat de circulaire economie een effectieve impuls krijgt en het milieu wordt geholpen. Voorwaarde is dat “meerdere belanghebbenden initiatieven nemen en dat de overheid stimuleringsmaatregelen neemt”. Kuijpers doelt hiermee op onder meer “ver-

dergaande potentiële verkenningen” om de veranderende waardeketen onder de loep te nemen. “Wij zullen moeten verkennen of SABIC intensiever zou moeten samenwerken met partijen als Plastic Energy en Renewi.” Kuijpers spreekt nadrukkelijk van sectoroverschrijdende verkenningen. Hij stelt dat er in Europa circa 70 miljoen ton plastic wordt geproduceerd, waarvan het overgrote deel nog steeds wordt verbrand of gestort omdat het niet door mechanische verwerking kan worden opgewaardeerd naar alsnog bruikbaar plastic materiaal zoals PETfrisdrankflessen. De helft van het afvalplastic bestaat uit speciaal verpakkingsmateriaal, zoals voor langere houdbaarheid van vleeswaren, terwijl juist dit materiaal maar heel kort wordt gebruikt en dan in de afvalbak belandt. Kuijpers: “Het is dus zinvol om te verkennen welke stappen verder nodig zijn om een zo groot mogelijk aandeel van deze verpakkingen via chemische recycling om te zetten naar de synthetische olie.”

Lignine

Hij ziet ook potentie in discussies met de papierindustrie over het toepassen van lignine, een bijproduct van de papierindustrie, als grondstof voor de kraakinstallaties van de petrochemie. “Dat is een lastige optie, want lignine is hier nooit voor ontwikkeld; er is dan ook nooit onderzoek naar gedaan. En omdat het niet direct logisch is, vindt dat onderzoek niet plaats en blijven de bedrijven in beide sectoren in hun comfortzone zitten. De echte innovaties moeten wellicht komen van buiten de betrokken sectoren. Denk aan Google dat in de automobielindustrie is gestapt – dat had ook nooit iemand gedacht.” p

OVERHEIDSSTIMULERING

Het is volgens Kuijpers van belang dat de overheid gaat meedenken over het veranderen van de waardeketen en de instrumentenmix die daarmee samenhangt. Zoals een andere toepassing van CO2-emissierechten. Want als de overheid de lineaire economie blijft aanjagen, blijft de situatie bestaan dat de industrie 680 euro per ton verpakkingen belasting betaalt. Die opbrengst gaat vervolgens naar het Verpakkingsfonds, dat het geld op zijn beurt doorstort naar gemeenten. Die financieren daarmee het inzamelen van plastics en het verbranden ervan door recyclespecialisten zoals Renewi. Kuijpers: “Terwijl als de overheid investeringen in het pyrolyseproces zou stimuleren, het verbranden van plastics zou worden teruggedrongen en er per kilogram verwerkt plastic 2 kilogram CO2 minder de lucht in gaat.”

VOORLOPER IN DECARBONISEREN

Het hoofdkantoor in Riaad staat geheel achter het duurzaamheidsinitiatief van SABIC Geleen. Kuijpers: “Het ziet de Europese regio als voorloper in het decarboniseren. In de Saoedische regio zal het voorlopig nog vooral gaan om gas en olie omzetten in chemicaliën.” In de Europese en Nederlandse chemiesector was SABIC volgens Kuijpers “een vreemde eend in de bijt” toen het begin 2018 het pyrolyseinitiatief aankondigde. “En nu zie je dat ook Dow en BASF zich oriënteren op chemisch recyclen als een van de oplossingsrichtingen.” januari 2019 Chemie Magazine 43


SASKIA VERHOEVEN (TEIJIN ARAMID): VAN COMMUNICATIE- NAAR PLANTMANAGER

STOER EN VERRASSEND Saskia Verhoeven was global corporate and marketing communication manager bij Teijin Aramid. Sinds kort is zij plant and site manager van de locatie in Arnhem. “Het werd tijd om nog meer uitgedaagd te worden en mijzelf in de breedte te ontwikkelen als mens en als manager”, zo verklaart zij de opmerkelijke switch. Tekst: Henk Engelenburg

D

e ‘pulpfabriek’ van Teijin Aramid op industriepark Kleefse Waard in Arnhem is een compacte locatie met 55 man waar twaron, dat elders in de wereld is gebruikt in onder meer kogelvrije vesten, wordt gerecycled tot aramide-pulp. Dit wordt toegepast in remschijven en koppelingen van auto’s als vervanger van asbest en in frictiepapier in transmissiesystemen. Door het lichte gewicht en het duurzame karakter is het een duurzame toepassing. De ‘pulpfabriek’ heeft sinds kort een nieuwe plant and site manager: Saskia Verhoeven. Het opmerkelijke is dat zij hiervoor global corporate and marketing communication manager was (bij Teijin Aramid). “Het is inderdaad een totaal andere, nieuwe uitdaging”, zegt ze. “Na 28 jaar verlaat ik het mooiste vak dat ik tot nu toe ken. In al die jaren heb ik veel geleerd, hele mooie projecten opgepakt en de wereld rondgereisd. Maar het werd tijd om nog meer uitgedaagd te worden en mijzelf in de breedte te ontwikkelen als mens en als manager.” Is voor een dergelijke functie kennis over chemische en industriële processen noodzakelijk? “Ik heb geen opleiding in de chemie en evenmin een chemische achtergrond. Dat is ook niet altijd nodig wat mij betreft, afhankelijk van waar je zit. Je kunt veel argumenten bedenken waarom deze functie veel kennis

44 Chemie Magazine januari 2019

vraagt en die hadden mijn voorgangers dan ook. Maar die kennis is ruimschoots aanwezig bij de mensen op de locatie. Bovendien bestaat hier veel behoefte aan een people manager, iemand die richting geeft op basis van een gezamenlijke visie en van daaruit organisatorische aanpassingen doorvoert. Dat is goed mogelijk zonder in de inhoud te zitten, soms zelfs beter. Mensen gaan eerder groeien als zij op hun vakinhoudelijke kennis worden aangesproken in plaats van dat een plantmanager inhoudelijk alles weet en bepaalt.” Wat is je achtergrond? “De eerste tien jaar in communicatie heb ik doorgebracht op het hoofdkantoor van BASF in Arnhem, waarvan één jaar een project in Ludwigshafen. Vervolgens was ik vijf jaar marketing- en communicatiemanager bij de divisie personeelssystemen van automatiseringsbedrijf Raet, dat net daarvoor door Getronics was overgenomen. Dat werd daarop zelf verkocht aan een investeerder. Ik heb dat hele proces vanuit communicatie begeleid. Daarna ben ik 3,5 jaar in de weer geweest als manager marketing en communicatie bij Vitraton in Arnhem, de Nederlandse afdeling van de Amerikaanse pacemakerproducent Medtronic. Ik zat een week per maand in de VS, had net een dochter gekregen en mijn relatie liep op de klippen. Vandaar dat ik graag inging op een aanbod van Teijin in Arnhem voor de functie manager corporate communication. Na 4,5 jaar kwam daar marketingcommunicatie bij, inclusief het creëren van een global team. Mijn laatste klus was de herpositionering van Teijin Aramid, inclusief nieuwe look and feel, die net is gelanceerd.” Hoe kwam de pulpfabriek in beeld? “Vanuit de organisatie kwam de vraag of ik interesse had in het aansturen van de pulpfabriek. Ik dacht: hier hoort toch een technische figuur op te zitten, maar men wilde iemand met people-, organisatorische en verandermanagementvaardigheden. De locatie heeft namelijk een aantal moeilijke jaren gekend, er is langere tijd onzekerheid geweest over de toekomst en er zijn binnen korte tijd verschillende plantmanagers gekomen en vertrokken. Er is kortom veel aandacht nodig voor de mensen en er moet een goede nieuwe strategie met een visie komen.”


Carrière

FOTO: BA S VAN SPANKEREN

Saskia Verhoeven: ‘Communicatie heeft vaak een ondergeschikte rol in organisaties.’

‘Ik heb geen chemische achtergrond, maar er is hier veel behoefte aan een people manager’ Dus de functie vraagt om veel communicatie-ervaring? “Communicatie heeft vaak een ondergeschikte rol in organisaties, maar als je het goed doet, kun je voor de organisatie veel meer betekenen dan een gebeurtenis organiseren of een tekst schrijven. Je kunt voor het management een volwaardige gesprekspartner zijn omdat je zonder vakinhoudelijke kennis van zaken snel kunt doorzien wat het probleem is en aan welke knoppen men zou moeten draaien om mensen in beweging te krijgen. Daarom gaven de veranderkundige vraagstukken die bij de pulpfabriek aan de orde zijn voor mij de doorslag om op het aanbod in te gaan. Daar komt nog bij dat ik door het volgen van een opleiding verandermanagement mij ervan bewust was geworden dat ik mijzelf breder wilde ontwikkelen als manager. Bovendien vind ik chemie een interessante omgeving en ook het werken binnen een mannenwereld spreekt me aan. Het gaat mij om de inhoud, de kennis en de uitdaging. In deze rol kan ik al die aspecten kwijt. In feite run je een eigen bedrijf, met alles wat daarbij komt kijken.”

Wat trof je het meest in de cursus verandermanagement? “Het leukste en tegelijk ook het moeilijkste was dat ik daar ontdekte dat je al snel oordeelt over mensen en situaties. Terwijl je beter eerst vragen kunt stellen. Wat zit hierachter? Wat bedoelt iemand precies? Dus dat je niet door je eigen bril en vanuit je eigen achtergrond naar iemand kijkt en oordeelt, maar juist heel breed kijkt en probeert de belevingswereld van de ander te begrijpen, omdat het wezenlijk anders kan zijn dan je aanneemt. Dat vond ik een echte eyeopener.” Wat waren de eerste reacties op de nieuwe manager? “Stoer en verrassend. Veel mensen vinden het stoer dat ik in deze mannenorganisatie ben gaan werken. Vooral omdat ze me kennen als iemand in jurken, rokken, op hakken. Dat konden ze niet zo goed plaatsen in een productieomgeving. En als vrouw in een mannenwereld zonder de inhoudelijke technische kennis, dat was toch ook weer verrassend.”p januari 2019 Chemie Magazine 45


COL OFON

MENSEN

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

CEFIC

Sylvie Lemoine, senior government affairs manager bij Dow, is benoemd tot executive director Product Stewardship bij Cefic. In deze functie is zij verantwoordelijk voor de belangrijkste onderwerpen op het gebied van chemische wetgeving, waaronder de implementatie van REACH, een EU-kader voor hormoonverstorende stoffen en het raakvlak tussen chemicaliën, producten en afvalstoffen. Zij volgt Peter Smith op. Lemoine heeft meer dan tien jaar ervaring als publicaffairsprofessional in EU-regeringszaken, onder meer als directeur Technical and Regulatory Affairs bij de International Association for Soaps, Detergents and Maintenance Products. Zij behaalde een doctoraat in de organische chemie aan de Louis Pasteuruniversiteit in Straatsburg en begon haar carrière als analytisch laboratoriumtoezichthouder bij ExxonMobil Chemical.

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28 E redactie@vnci.nl

Medewerkers Henk Engelenburg, Leendert van der Ent, Adriaan van Hooijdonk, Inge Janse, Erik te Roller, Marga van Zundert

UNIVERSITEIT TWENTE

Detlef Lohse van de Universiteit Twente ontvangt voor zijn onderzoek naar de fysica van bellen en turbulentie de Max Planck-Medaille, de hoogste internationale onderscheiding voor theoretische natuurkunde van de Deutsche Physikalische Gesellschaft. De medaille is eerder uitgereikt aan grote natuurkundigen als Einstein, Bohr en Schrödinger. Lohse’s werk is volgens de jury van wezenlijke invloed op de moderne vloeistofdynamica. Hij heeft belangrijke bijdragen geleverd aan de verklaring van het raadsel van sonoluminescentie, waarbij een belletje in vloeistof onder invloed van ultrageluid heet wordt en licht gaat geven. Ook roemt de jury zijn theorie over warmtetransport in thermisch gedreven turbulentie. Bovendien weet hij de theorie over druppels en bellen te vertalen naar toepassingen in onder meer inkjetprinting, lithografie en contrastmiddelen voor hartecho’s.

Vormgeving Curve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

Druk Impressed, Pijnacker

TU DELFT

Professor Freek Kapteijn, afdelingshoofd Catalysis Engineering aan de TU Delft, heeft de Andrew Medal ontvangen van de Institution of Chemical Engineers (IchemE). De medaille, die vernoemd is naar vooraanstaand katalyse-expert wijlen professor Syd Andrew, erkent een belangrijke bijdrage aan de wetenschap van het formuleren van heterogene katalysatoren. Kapteijn is een van de grondleggers van de katalyse-engineering. Hij heeft meer dan 600 wetenschappelijke artikelen gepubliceerd en is met meer dan 33.000 citaties opgenomen in de Global Highly Cited Researchers 2018. Hij heeft ook 25 octrooien geschreven met betrekking tot katalyse, reactoren en scheidingsprocessen.

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via stb@vnci.nl. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWS/CHEMIE-NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

46 Chemie Magazine januari 2019

Beeld cover TWITTER.COM/VNCI

De VNCI met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

Discussieer mee met meer dan 3500 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

Harmen de Jong ISSN 1572-2996


Custom Manufacturing, Blending and Toll services AD Productions is a service business that allows customers to benefit from AD International’s state of the art manufacturing expertise. Chemical companies, from global conglomerates

AD Productions (located in the heart of Western

benefit from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the

capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability,

through to regional and specialized suppliers, can

chemical industry.

Europe) offer full R&D, formulation and pilot line

documentation and certification.

Overview of production capabilities Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter

Production capabilities

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags) Possibility to fill product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | contact@adinternationalbv.com

CLS Services CHEMISTRY OF CONNECTING PEOPLE

www.cls-services.nl

recruitment, selection and secondment in chemistry | pharma | biotech | food | feed

ORGANIC CHEMIST SUSTAINABLE PROCESS & ENERGY SYSTEMS TNO SUSTAINABLE PROCESS & ENERGY SYSTEMS - DELFT

TNO group Sustainable Process & Energy Systems is working with (renewable) energy and chemistry companies and in a network of international knowledge partners. They focus on transitional topics concerning the use of new feed stock, the use of renewable energy, process and energy efficiency, introduction of circularity and, of course, carbon capture and re-use. Do you feel comfortable working in a lab environment and do you have an intrinsic drive to contribute to a more sustainable society? Are you an Organic Chemist who has affinity for process intensification and/or flow chemistry? Their Shared Research Center Biorizon, working on the technology development of biobased aromatics, is looking for a BSc. Organic Chemist to complete the team. In this role you will be working on the development (gram-scale) and scale-up (kilograms/day) of chemical processes for the production of bioaromatic compounds. Working experience, flexibility and a hands-on mentality are key words. Interested to know more about this position? Then visit www.cls-services.nl?vac=A1800123 for more information.


EXPERTISE THROUGH 40 YEARS OF EXPERIENCE AND INNOVATION IN THE CHEMICAL INDUSTRY We understand your industry your business your supply chain your MSDS to advise you the best possible packaging solution(s) RID/ADR and UN regulations regarding transport of dangerous goods

MEMBER OF THE

BARK PACKAGING GROUP


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.